Bezuiniging bij bel enderwijs.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 25 MEI 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
49e JAARGANG - No. 199
Advertentiën 30 eest- per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel, Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Buitenland.
Binnenland
Belangrijkste Nieuws
Uit de Provincie.
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergr»" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
7)e Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De bezuinigingsplannen met betrekking
tot bet onderwijs hebben in de kringen
van bet Christelijk onderwijs tot nu toe
weinig instemming gevonden.
Van alle kanten komen bezwaron en
protesten los.
Nu is bier dit zij vooropgesteld
bij bet oefenen van critiek voorzichtig
heid geboden. Er is misschien geen enkel
deel van bet bezuinigingsplan waartegen
niet meer of minder steekhoudende be
zwaren kunnen worden aangevoerd.
Maar dit kan op zichzelf nog geen re
den zijn om de voorgenomen beperking
van de uitgaven achterwege te laten.
Er moet bezuinigd worden. Wij ver-
keeren nu eenmaal in de droeve noodza
kelijkheid dat veel wat met veel moeite
werd opgebouwd, geheel of gedeeltelijk
moet warden afgebroken. Er zal om bel
schip van Staat te behouden, niet aileen
veel ballast, maar ook een deel van de
lading overboord geworpen moeten wor
den. Een andere uitweg is er niet.
Dit moet bijl de beoordeeling van do
voorgestelde bezuinigingsmaatregelen niet
uit bet oog worden verloren. De Regee
ring, die voor een uiterst moeilijke taak
staat, beeft er recht op dat haar pogen
om tot een sluitend budget en verminde
ring van lasten te komen, zooveel moge
lijk wordt gesteund.
Hieruit volgt evenwel niet, dat bij alles
wat de Regeering voorstelt geapplaudi-
seerd moet worden en dat critiek op de
voorgelegde plannen achterwege zou moe
ten blijven. Zoo ver is bet in ons la.nd ge
lukkig nog niet gekomen. Wanneer b.v.
maatregelen worden voorgesteld die liet
eigen karakter van de Christelijke schalen
zouden aantasten en waarbij bel recht der
ouders inzake de opvoeding van hunne
kinderen in 't geding zou komen, dan mag
de critiek niet zwijgen.
Een uitvoerige bespreking van de voor
gestelde bezuinigingen bij het onderwijs is
misschien eenigszins voorbarig.
De minister van onderwijs, de heer
Marchant, is vrij plotseling van het po
litieke tooneel verdwenen en uit wat de
heer H. W. Tilanus in den te Ruurlo ge
houden Schooldag opmerkte, staat het
niet vast, dat de nieuwe minister dit deel
van het bezuinigingsontwerp onveranderd
overneemt. Een verandering in het ont
werp is dus volstrekt niet onmogelijk,
waarom het niet noodig is thans al te
zeer in onderdeelen af te dalen.
Wanneer wij de voorgestelde wijlzigin-
gen op den voet volgen, komen we aller
eerst biji het uitgebreid lager onderwijs.
Dit onderwijs heeft de laatste jaren een
geweldige vlucht genomen. Voor een
deel omdat er aan het U.L.O. behoefte
bleek te bestaan, maar ook als gevolg
van de verlenging van den leertijd.
De Regeering acht dit, blijkens de me
morie van toelichting op bet bezuinigings
ontwerp over het algemeen een verheu
gend verschijnsel.
„De school voor uitgebreid lager on
derwijs wordt meer en meer de school
voor algemeene ontwikkeling voor hen,
die niet voor het hooger onderwijs be
stemd zijn. In een drie- of vierjarigen
cursus geeft het aan tal van kinderen
die aan meer wetenschappelijk georiën
teerd onderwijs geen behoefte hebben, of
die daarvoor minder geschikt zijn, een
vorming, die hen in staat stelt om zelf
standig den weg door het leven te vinden
en die ook als grondslag voor verdere ont
wikkeling volkomen bruikbaar is."
Inderdaad een zeer waardeerend getui
genis.
Toch is, naar de Regeering meent, be
zuiniging noodig, en dat wel naar twee
kanten.
Er zijln U.L.O. schalen, die trachten met
de H.B.S. 5-jarigen cursus te concurree-
ren. Daarom wordt het gewenscht geacht
den duur van den cursus voor uitgebreid
lager 'onderwijs tot ten hoogste vier jaren
te beperken.
Verder moet naar beneden bezuinigd
worden, door kinderen die daarvoor niet
geschikt zijn, niet tot de U.L.O. scholen
toe te laten. Vandaar dat als eisch voor
toelating wordt gesteld het met goeden
uitslag doorloopen hebben van het zesde
leerjaar van een school voor gewoon la-
onderwijs, terwijl vorderingen en aanleg,
ook naar het oordeel van den inspecteur,
zoodanig moeten zijn, dat met grond kan
worden verwacht, dat zij het U.L.O. kun
nen volgen.
Verder wordt dan nog machtiging ge
vraagd voor het maken van bepalingen
in welke gevallen en op welken leeftijd
de leerlingen de school moeten verlaten.
Dat bij de toelating van leerlingen eeni-
ge beperking wordt betracht kan in het
algemeen niet als een bezwaar worden ge
voeld. Dat kinderen van wie vrij!-
wel vaststaat dat zijl niet verder gaan
leeren, na het doorloopen van de zesde
klasse eener lagere school voor één of
twee jaar naar een school voor U.L.O.
worden gezonden of ter versterking
van het aantal leerlingen gelokt is niet
noodig en met het oog op den toestand
van 's Rijks financiën niet toelaatbaar.
Tegen het stellen van zekere toelatings-
eischen kan o.i. dan ook geen bezwaar
worden gemaakt. Ook zou misschien een
regeling zijln te treffen waardoor de sub
sidie berekend werd naar de bezetting
van de hoogere klassen.
Onaanvaardbaar is echter, de toela
ting mede afhankelijk te stellen van het
oordeel van den inspecteur. Deze ambte
naren kvmnen daarover niet oordeelen,
maar zij mogen het ook niet.
Toen enkele jaren geleden werd voor
gesteld dat de inspecteur invloed zou heb
ben op de vaststelling van het leerplan,
bleek den minister al spoedig dat hij
daarmee op den verkeerden weg was.
Wij twijfelen niet of de Regeering zal
aan bet verstand worden gebracht, dat
ook de hier voorgestelde inmenging van
den inspecteur niet toelaatbaar is. Ge
ruststellend is ten deze de verklaring
van den heer Tilanus te Ruurlo, dat door
de Tweede Kamerleden scherp zal wor
den gewaakt tegen aantasting van het
recht en de vrijheid onzer schalen.
ONDERWIJS IN HET BEZUINIGINGS
PLAN.
Minister Slotemaker de Bruïne verzoekt
den Onderwijsraad alsnog om zijn
oordeel.
Wij lezen in de Maasbode:
Naar wij vernemen, heeft minister
Marchant, vermoedelijk in verband met
de spoedige indiening van dit ontwerp,
over de bezuinigingen op bet onderwijs
den Onderwijsraad niet gehoord.
Minister Slotemaker de Bruine, thans
ad interim met het beheer van het Onder
wijs departement belast, heeft thans ech
ter aan den Onderwijsraad een brief ge
zonden, waarin bij schrijft te mogen ver
onderstellen, dat de leden van dien raad
zich op de hoogte hebben gesteld van bet
geen omtrent bet onderwijs in bet bezui
nigingsplan voorkomt. Hij verzoekt den
leden van den raad en diens afdeelingen
hun meeningen en gedachten over de on-
derwijsparagraaf in het bezuinigings
ontwerp alsnog aan hem kenbaar te wil
len maken en bun opmerkingen zoo spoe
dig mogelijk aan hem te willen toezen
den.
EEN INTERNATIONALE
CONFERENTIE IN NEDERLAND?
Britsch initiatief tot bespreking van
Hitiers voorstellen,
D'e diplomatieke correspondent van de
„Daily Telegraph" meldt, dat de Brit-
sche regeering waarschijnlijk zal aanne
men, dat Hitiers uitvoerige verklaring
over de huitenlandsche politiek besproken
behoort te worden op een conferentie van
alle belanghebbende regeeringen op een
zoo vroeg mogelijken datum. Men is te
Londen van meening, dat dit de beste
wijze is om vast te kunnen stellen boe
ver de weg thans open staat voor feite
lijke overeenkomsten en op welke gebie
den.
Op het o ogenblik is er geen aanwijzing,
hoe of waar zulk een conferentie bijeen
geroepen zou kunnen worden.
Ik heb -over Nelderland hooren
spreken als mogelijke plaats van samen
komst, maar tot nog toe is er noch tijd
noch gelegenheid geweest, deze details
in overweging te nemen.
Reuter meldt later:
Het wordt als twijfelachtig beschouwd,
dat de Britsche regeering, gelijk de „Dai
ly Telegraph" meldde, op het oogenblik
bet bijeenroepen eener conferentie zou
overwegen, belast met de bestudeering
van de voorstellen, door Hitler in zijn
jongste rede geformuleerd.
Dé Engelsche regeering heeft alleen
nadere ophelderingen gevraagd nopens
bepaalde passages.
Italië aanvaardt arbitrage.
Italië heeft bet compromis inzake do
regeling van het Italiaansch-Abessynisch
conflict aanvaard.
Het compromis bevat:
lo. de nieuwe bevestiging van het ge-
heele artikel V van het Italiaansch-Abes
synisch verdrag van 1928, hetwelk voor
ziet in arbitrage en in het bijzonder in
het niet zijln toevlucht nemen tot geweld,
2o. vaststelling van een termijn voor
de verzoeningsprocedure;
3o. vaststelling van een nieuwe bijeen
komst van den Raad van den Volken
bond, indien arbitrage niet een regeling
tot resultaat heeft.
Toen gistermiddag om vijf uur de Vol
kenbondsraad weer bijeenkwam om een
openbare vergadering te houden, was de
stemming weer wat minder rooskleurig.
Mussolini had zich weliswaar met de
grondslagen van den tekst van het voor
gestelde compromis vereenigd, doch hij
bad onverwacht nog bezwaar gemaakt
tegen de formuleering van de daarin be
doelde resolutie van den Volkenbonds
raad. Men hoopte gisteravond nog tot
overeenstemming tekomen.
Een paar minuten voor de sluiting der
vergadering kwam Laval de Raadszaal
binnen en kon, na Eden geraadpleegd te
hebben, den Raadsvoorzitter Litwinov
mededeelen, dat de Raad misschien van
avond nog in staat zou zijn een voor Ita
lië en Abessynië beide aannemelijke re
solutie over de verdere procedure inzake
dit geschil aan te nemen.
Korte Berichten.
In de oude slotkerk te Stockholm
is gistermorgen het huwelijk gesloten tus-
schen prinses Ingrid van Zweden en
prins Frederik van Denemarken.
In den strijd om verlenging van de
N.R.A.-wetgeving heeft het verbond van
vakvereenigingen zich aan de zijde van
Roosevelt geschaard.
BEGROOTING VAN NED.-INDIE 1936.
In de gisteren gehouden begrootings
gadering ten paleize is, naar Aneta meldt,
de ontwerp-begrooting voor 1936 vastge
steld.
De gewone dienst vertoont een tekort
van rond f21.000.000, waarbij gerekend
wordt op ongeveer hetzelfde bedrag aan
schuldaflossing.
Aangezien de buitengewone dienst ten
naaste bij klopt, is derhalve een begroo-
tingsopzet verkregen welke geen vermeer
dering van de schuld aangeeft.
Van salariskorting over de geheele
ambtelijke lijn is voorloopig geen sprake.
ALGEMEEN NEDERLANDSCH PERS
BUREAU.
Fusie met de bestaande persbureaux.
De Stichting Algemeen Nederlandsch
Persbureau „A. N. P.", opgericht door de
Vereeniging „De Nederlandscbe Dagblad
pers" zal met 1 Juli a.s. haar werkzaam
heden aanvangen.
Als uitvloeisel van een dezer dagen ge
troffen regeling zullen met ingang van
dien datum het persbureau Vaz Dias, te
Amsterdam, en het Nederlandsch
(Haagsch) Correspondentie-Bureau voor
Dagbladen, te 's-Gravenhage, hun leve
ring van nieuwsdiensten staken.
Tot directeuren van het A. N. P. zijn
benoemd de heeren H. H. J. van de Pol,
voordien directeur-hoofdredacteur van de
Dëftsche Courant, en M. S. Vaz Dias, tot
dusverre directeur van het persbureau
Vaz Dias, en tot directeur van bet bijkan
toor Den Haag van het A. N. P. de heer
mr Joh. J. Belifante, tot dusverre direc
teur van het Nederlandsch (Haagsch)
Correspondbntiebureau, te 's Gravenhage
Wat geschiedt met het overschot der
N. U. M.?
Het Tweede Kamerlid, de heer Drees,
heeft den minister van Financiën ver
zocht te willen mededeelen, of de vorde
ringen van de Nederlandsche uitvoer-
maatschappij, die in 1927 bij haar ophef
fing nog niet konden worden geïnd, thans
alle zijn gerealiseerd, en zoo neen, hoe
veel er nog te innen blijft. Verder zou de
heer Drees gaarne ingelicht worden,
hoe groot het bedrag is, dat tot nog toe
als overschot van de N. U. M. beschik
baar is gekomen en of, in overeenstem
ming met de statuten van de N. U. M..
het geheele bedrag in 's Rijks schatkist
is gestort, en op welke wijze de gestorte
gelden zijn verantwoord. Daaraan ver
bindt de heer Drees de vragen, of de mi
nister van oordeel is, dat over het op
deze wijze verkregen rijksgeld kan wor
den beschikt zonder medewerking der
Staten-Generaal, zoo ja, op welke gronden
dit oordeel berust, en zoo neen, waarop
dan het besluit steunt tot het verstrekken
van een leening uit deze gelden aan de
stichting „De Hooge Veluwe", en ten slot
te, of ook voor andere doeleinden bedra
gen aan deze gelden zijn ontleend, zon
der dat de Staten-Generaal daarin zijn
gekend.
Het mijnconflict afgewend.
Gisteren is onder leiding van den mi
nister van waterstaat te zijnen departe-
mente andermaal een bespreking gehou
den over het dreigend conflict in de mijn
industrie.
Het resultaat van deze bespreking is
geweest, dat volledige overeenstemming
tusschen partijen werd bereikt en het
loonconflict tot een bevredigende oplos
sing is gebracht.
Nader verneemt men nog, dat er
geen korting op de loonen zal plaats
hebben.
In genoemde conferentie is ook ter
sprake gekomen het door den minister
raad genomen besluit tot instelling van
een onderzoek naar den algemeenen toe
stand in 'het mijnbedrijf, van welk onder
zoek mr Verschuur de leiding op zich zal
nemen.
De mijndirecties hebben gistermiddag
in de gehouden conferentie bun volle me
dewerking bij dit onderzoek toegezegd.
EEN NIEUWE PACHTWET
INGEDIEND.
Samensmelting van de oude ontwerpen
met tegemoetkoming aan de geopperde
bezwaren.
Continuatierecht behouden.
Ingediend is een wetsontwerp hou
dende nieuwe regeling van de pacht.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
het volgende ontleend:
De beide ontwerpen van wet, houdende
nieuwe regeling van de pacht en regeling
van de pacht-commissies zijn op den 5
Februari 1932 door de Eerste Kamer der
Staten-Generaal verworpen.
Nagenoeg niemand zal van oordeel zijn,
dat door deze beslissing een blijvend be
vredigende toestand werd geschapen. Zelfs
de tegenstanders van de genoemde ont
werpen beschouwen en terecht de
bestaande regeling der pacht in het al
gemeen als verouderd en onvoldoende. De
Regeering meent dan ook verplicht te zijn
den afgebroken draad weder op te vatten
en de totstandkoming van een regeling
van de pacht te bevorderen, welke eener-
zijds op dezelfde grondslagen als het ver
worpen ontwerp is opgetrokken, ander
zijds aan de geopperde bedenkingen tracht
tegemoet te komen, voor zoover dat mo
gelijk is zonder gewichtige beginselen op
te offeren.
Het hierbij aangeboden ontwerp bedoelt
dus niet een in beginsel nieuw ontwerp
te zijn. Het is het oude ontwerp of
juister een samensmelting van de beide
oude ontwerpen, welke slechts een revisie,
zij het dan ook een op een aantal punten
niet onbelangrijke revisie, hebben onder
gaan.
De onderdeelen welke een wijziging heb
ben ondergaan zijn: 1. Het zoogenaamde
„continuatierecht". 2. De vergoeding voor
door den pachter aangebrachte verbete
ringen. 3. Het tegengaan van buitenspo
rige pachtovereenkomsten. 4. De berech
ting van pachtzaken, in verband met de
pachtcommissies. 5. De vorm van het ont
werp.
Het continuatierecht. De Regeering heeft
zich afgevraagd of niet een regeling kan
worden tot stand gebracht in een vorm,
welke eenerzij ds aan de wenschen der
pachters tegemoet komt en anderzijds in
mindere mate aanleiding geeft tot de be
denkingen, welke de tegenstanders van
het continuatierecht koesteren.
Zij meent dezen vorm in de volgende
regeling te hebben gevonden: De pacht
overeenkomst geldt, behoudens na te noe
men uitzonderingen voor onbepaalden
tijd. Zij kan te allen tijde door een der
partijen worden opgezegd met een opzeg
gingstermijn van anderhalf jaar. Heeft de
verpachter opgezegd, dan kan de pachter
een uitspraak van den rechter uitlokken.
De rechter zal de opzegging slechts on
gedaan maken, wanneer de beëindiging
der overeenkomst in strijd zou zijn met
de billijkheid.
De pachter zijnerzijds mag er dus op
rekenen, dat de pacht zal voortduren, in
dien hij zich behoorlijk gedraagt en de
beëindiging der overeenkomst onbillijk
ware. Des pachters „rechtspositie" is dus
afdoende gewaarborgd. Maar ook aan de
rechten van den verpachter wordt niet
te kort gedaan.
Tegen de regeling, welke het continua
tierecht in het vorige ontwerp had ge
vonden, konden van verpachterszijde ver
schillende niet ongerechtvaardigde bezwa
ren worden ingebracht. De pachtovereen
komst kon met niet minder dan 10 jaren
door den rechter worden verlengd. Het
kan niet worden ontkend, dat door deze
regeling, in strijd met de billijkheid, de
belangen van den verpachter ernstig kon
den worden geschaad.
De thans voorgestelde regeling vermijdt
deze nadeelen. De verpachter kan de over
eenkomst opzeggen, al zal, bij verzet van
den pachter, de zaak door den rechter
moeten worden getoetst. En zoowel pach
ter als verpachter kunnen bij den rechter
tusschentijds wijziging der pachtvoor-
waarden, en met name verlaging of ver
hooging van den pachtprijs vorderen.
Nimmer zal het kunnen voorkomen, dat
partijen gedurende een lange reeks van
jaren gebonden zijn aan de bepalingen
van een onveranderlijk pachtcontract.
De vergoeding voor door den pachter
aangebrachte verbeteringen. De regeering
erkent, dat tegen de redactie van de over
eenkomstige bepaling in het oude ont
werp ernstige bedenkingen waren aan te
Binnenland.
Nieuwe pachtwet ingediend.
Het ontwerp-bezuinigingsplan naar den
Onderwijsraad.
Begrooting van Ned.-Indië 1936.
De Noord-Bevelandsché brug. Weer een
vergadering met gemeente- en polder
besturen.
Smokkelaar op Nederlandsch gebied door
Duitsche douane-beambten neergescho
ten.
Het mijnoonflict opgelost.
Jaarverslag Kon. Mij. de Schelde.
Buitenland.
Italië aanvaardt arbitrage.
Een internationale conferentie in Neder
land?
voeren. De regeering vertrouwt, dat de
nieuwe redactie de moeilijkheden oplost.
Het stelsel van pacht voor onbepaalden
tijd, toch is iets nieuws, zoodat eenige
voorzichtigheid geboden is. Blijkt het stel
sel te voldoen, dan vindt de wetgever
later mogelijk aanleiding deze restrictie
te doen vervallen.
Tegengaan van buitensporige pacht
overeenkomsten. De bouw van het ont
werp maakt een nadere regeling tot
voorkoming van buitenspori
ge pachtovereenkomsten vrij
wel onvermijdelijk. Voor zulk een rege
ling is echter, ook los van deze overwegin
gen, zeer veel aan te voeren. Zelfs indien
men inmenging van een derde, van een
rechter, in de vaststelling van de voor
waarden van de pachtovereenkomst in
het algemeen verwerpt, zal men zoodanige
inmenging kwalijk anders dan kunnen
toejuichen, waar zij strekt om aan be
paalde excessen een einde te maken.
Het ontwerp belast den in pachtzaken
bevoegden rechter met de taak alle nieuw-
gesloten pachtovereenkomsten te toetsen
aan het criterium der al of niet buiten
sporigheid.
De verpachter is, ten einde deze toetsing
mogelijk te maken, verplicht de pacht
overeenkomst (welke, in verband hier
mede, schriftelijk moet worden aange
gaan) bij den bevoegden rechter in te
zenden. Indien de rechterde overeen
komst buitensporig acht en partijen niet
in de noodig geoordeelde wijzigingen toe
stemmen, worden deze wijzigingen door
den rechter aangebracht of verklaart hij
de overeenkomst nietig. Behalve buiten
sporig kan de bedongen pachtprijs ook
zoodanig bepaald zijn, dat hij den pach
ter ondanks bijzondere bekwaamheid en
aan den dag te leggen ijver geen redelijk
bestaan kan verzekeren.
Aangezien de opbrengst van het goed
allereerst aan den pachter, die den grond
goed bewerkt, een bestaan behoort op te
leveren, zal hem dat, zoo mogelijk, dienen
te worden gewaarborgd.
Berechting van pachtzaken. De verwor
pen ontwerpen breidden de competentie
van den kantonrechter uit tot alle zaken
betreffende een pachtovereenkomst, ter
wijl zij daarnaast pachtcommissies als
deskundige adviseerende colleges in het
leven riepen. Het komt de Regeering voor
dat, op het voetspoor van de Crisispacht
wet, de vereeniging van beide gedachten
groote voordeelen biedt. Bevoegde instan
tie blijft dan het kantongerecht, maar de
behandeling der pachtzaken heeft plaats
door de pachtkamer van het kantonge
recht. Deskundigheid op pachtgebied en
juridische ervaring gaan dan samen. Bo
vendien kunnen aan de pachtkamers zeer
wel de buitengerechtelijke bevoegdheden
van de pachtcommissies worden toever
trouwd.
N. V. Kon. Mij „De Schelde" ie
Vlissingen.
In 'de heden gehouden jaarlijksche al
gemeen© vergadering van aandeelhou
ders der N. V. Kon. Mij' „De Schelde"
te Vlissingen is het verslag over het 59e
boekjaar (1934) uitgebracht. Wij ontlee-
nen daaraan het volgende:
Den lOden Mei j.l. bereikte de directie
het bericht, dat de heer Arie Smit was
overleden. Dit onverwachte verlies heeft
de -directie zeer geifcroffen. De heer Arie
Smit 'heeft de onderneming opgericht,
heeft aanvankelijk aan de dagelijksche
leiding deelgenomen en daarna als pre
sident-commissaris een belangrijk aan
deel gehad in heit beheer. In 1925 meende
de heer Smit in verband met zijn boogen
leefijd zijn functie te moeten neerleggen;
hij bleef echter als eere-voorzitter in
voortdurend contact met de maatschap
pij'. De heer Smit heeft het personeel van
„De Schelde" 'zien toenemen van 50 tot
een maximum van 3000 enkele jaren ge
loden; heeft vele moeilijke jaren en ook
jaren van bloed en sterke uitbreiding
meegemaakt en al die tijden heeft „De
Schelde" geprofiteerd van zijn medewer
king en zijn adviezen ook, wanneer deze