Gemengd Nieuws. Het Vrouwenhoekje Dammen Voor de jeugd. DUKOL LE VENSMIDDELEN MET SPAARZEGEL 'Oude man met geweld go- red. Te Kamperveen is brand, ontstaan bjj de Gebrs van 'tVeen, vermoedelijk door het wegwaaien van vuur uit een brandende pijp van een bezoeker, waar door een hooiberg in brand is geraakt. De woning is geheel afgebrand. Ze was verzekerd, evenals 'de inboedel. De oude J. van 'tVeen, die zeer slecht ter been is, kon met moeite worden gered, daar hij met geweld moest wor den verwijderd, omdat hij het brandende perceel niet wenschte te verlaten. Ernstig ongeluk Eén doode en drie gewonden. Donderdagavond tegen 12 uur is een tweepersoonsauto welke op den Haarlemmerweg tusschen Sloterdijk en Halfweg aan den kant stond, aangereden door een van Haarlem ko mende auto. Vermoedelijk doordat een dame, die achter de stilstaande auto stond, iets nakeek, was het achterlicht van deze auto niet zichtbaar. De dame werd gegrepen en zoodanig gewond, dat zij korten tijd later aan de gevolgen is overleden. De eigenaar van de stilstaan de auto werd licht gewond, terwijl de chauffeur van de auto, die de aanrij ding veroorzaakte en diens meisje, even eens lichte kwetsuren opliepen. Inbraak in een veilingge bouw. Na de inbraak de vorige week in het gebouw der groenten- en fruit veiling te Monster, is thans weer in gebroken in het gebouw der veilings- vereeniging Zwartendijk te Naaldwijk. Door het forceeren van verschillende deuren, heeft men zich toegang verschaft tot het kantoor, waar alle3 werd nage snuffeld, doch niets van waarde aan wezig was. Want het geld wordt des avonds elders opgeborgen. Toen het bezoek aan het kantoor niets opleverde, 'is men naar het buffet in het gebouw gegaan, waar een kast werd opengebroken en eenige ververschingen gestolen. De snelste locomotief ter wereld? In de werkplaatsen van de American Locomotive Works te Sche nectady is een locomotief gereed geko men, die volgens deze fabriek de snelste locomotief ter wereld zal zijn. De locomotief, die gebouwd is in op dracht van de Chicago Milwaukee and St. Paul Railroad is geheel gestroom lijnd en zal een gestroomlijnden trein trekken met een gemiddelde snelheid van 160 K.M. per uur, doch zal zoo noadig een maximum-snelheid van 190 K.M. per uur kunnen bereiken. De „v o d d e n k 1 o k" luidt weer. In Merzig aan de Moezel is thans een oud gebruik in eere hersteld. Des avonds om 10 uur wordt regelmatig een klok geluid. De bezoekers van de café's, en hotels worden aldus eraan herinnerd, dat het tijd is, om naar huis terug te koeren. Dit oude gebruik, dat tijdens den oor log verloren ging, wordt thans overal weer in eere hersteld. In den volksmond noemt men sinds onheugelijke tijden de vermanende 'klok: „vodden-klok". De Azalea. De Azalea prijkt vroeg en laat in de lente in de bloemenmagazijnen. Wie zon der kennis zich een Azalea aanschaft, neemt er natuurlijk eentje, waar de meeste knoppen al van geopend zijn, want 't oog wordt gestreeld door den bloementooi. Dat is mis! Er moeten juist nog veel knoppen aanwezig zijn, want dan heeft men, bij een goede behandeling, er langer pleizier van. Bij zoo'n bloeienden heester behoeft men maar te denken aan een tijdige flinke watergift. Nu en dan zet men den pot in een lauwwarm waterbad, totdat 't borrelen ophoudt, want ze verlangen zeer veel water. Aan 'n bloeiende Azalea en aan de nog te openen knoppen komen jonge, licht groene bebladerde takjes „diefjes" te voorschijn. Deze neemt men weg, zoo lang de knoppen nog niet geheel ont plooid zijn. Wat moet men deen als de plant uit gebloeid is? Men kan ze zelf bewaren en met eenige zorg en oplettendheid zelfs prachtige resultaten bereiken. Na den bloei neemt men alle bloemresten weg, zet de plant tot einde Mei binnenshuis op een koele, lichte en luchtige plaats met een geringe watergift. Daarna zet men ze buiten op een licht plekje, maar noch in de schaduw, noch in het scherpe zonlicht. Men neemt de kluit en bloem uit den pot en plaatst ze in den grond met een laagje turfmolm om het stammetje, ten einde het uitdrogen te voorkomen. Als het niet regent, moet er bijna dagelijks gegoten warden hoven op de struik. Veel water, veel slappe gier, goed in het licht gezet, doet de Azalea in den na-tijd goed. Voordat de gure dagen komen brengt men de plant eenigen tijd in een koele kamer, terwijl men nu en dan met lauw warm water giet. De vroege soorten brengt men half Januari, maar de groot- bloemige zet men een maand later in de huiskamer. Zoolang in de verwarmde ka mer de kleur der bloemen niet te zien is, besproeit men de plant liefst eiken dag met water, want dat is goed voor de knap pen en houdt den bladafval tegen. Als een Azalea goed wordt bemest tij dens de zomermaanden, dan behoeft men ze slechts om de 2 of 3 jaar te verpotten. Bij gemis aan een tuintje kan men de Azalea ook binnen houden. Maar dan moet de plant 's zomer» zeer Hoht en luchtig staan; als 't kan, op mooie dagen, buiten op een balcon, of een plat dak. Is er geen andere plaats dan voor het raam, dan moet men dagelijks den pot een wei nig draaien, opdat alle deelen der plant van het licht kunnen profiteeren, want anders krijgt men scheeve planten. Enkele recepten. Overgeschoten visch. Van overgeschoten visch kan men allerlei lekkere schoteltjes klaar maken. De visch wordt dan eerst van alle graten en vellen ontdaan en in kleine stukjes geplukt. Men besprenkelt hem dan met citroen sap, peper en zout en kan hem vermengd met fijn gemaakte overgeschoten aard appelen, in een vuurvasten schotel of in schelpen, bestrooid met paneermeel en klontjes boter, in den oven een bruin korstje laten krijgen. Men kan van overgeschoten visch ook croquetten maken, op dezelfde manier als men vleeschcroquetten maakt. De vischresten worden dan door een sausje geroerd van boter, bloem en melk, tot croquetten gevormd, goed gepaneerd en in kokend heet frituurvet mooi bruin gebakken. Ingezonden Mededeeling Opgeblazen aardappelen (pommes soufflées). Snijd de aard appelen tot blokken door ze aan vier kanten gelijk te snijden, verdeel deze in balkjes van ongeveer een centimeter dik te, wasch ze in koud water, droog ze tus schen een doek en werp ze in warm frituurvet, dat echter niet zóó heet mag zijn, dat de reepjes er bruin in worden. Neem ze, als ze zacht zijn, uit het vet, laat ze uitlekken en koud worden. Dit gaar bakken kan een poosje vóór het op dienen geschieden. Maak echter kort vóór het eten een pan met versch frituurvet goed heet, dompel hierin opnieuw niet te veel van de aardappelreepjes tegelijk, waarbij ze telkens met den frituurlepel goed onder het vet geduwd moeten wor den en laat ze vlug bruin bakken. Ze behooren hierbij op te blazen. Neem de aardappelen uit het vet, laat ze even uitdruipen, bestrooi ze met fijn tafelzout en dien ze onmiddellijk op. Inplaats van talkjes kan men ook dunne plakken van de aardappelen bakken en laten souf- fleeren. (Hbld.) Kattetongen. Men heeft hier voor noodig: 1 ons bloem, 1 ons boter, 1 ons poedersuiker, 2 eiwitten, 1 pakje vanillesuiker. Men roert de boter tot room, voegt er de poedersuiker bij die men eerst moet zeven, omdat er. geen klontjes in mogen wezen de ongeklopte eiwitten, de vanil lesuiker en tot slot de gezeefde bloem. Het bakblik wordt dun met boter be smeerd, waarna men er de kattetongen op spuit of in reepjes naast elkaar legt. Ze mogen niet te dicht bij elkaar komen daar het deeg zeer ver uitvloeit. De koek jes worden in een matig warmen oven in ongeveer een kwartier gaar gebakken. Ze moeten licht van kleur blijven. Na het bakken neemt men ze met een scherp mes dadelijk van het bakblik en laat ze plat liggend bekoelen. Eieren conserveeren. Het inkalken van eieren is wel de minst kostbare, maar niet de beste manier van inmaken, daar de eieren er min of meer een kalksmaak door krijgen. Dit kan men eenigszins voorkomen door aan de kalk een weinig keukenzout toe te voegen. Ver der wordt het wit van de in kalk inge maakte eieren hard en laat zich niet meer tot schuim kloppen. Men legt de geheel gave eieren vast te gen elkaar in een pot, beurtelings een laag eieren en een laag ongebluschte kalk. De kalklaag moet de eieren even bedekken. Als de pot gevuld is, wordt bovenop de bovenste eierlaag een vrij dikke laag (plm. 2 cm.) kalk gelegd en zooveel water op gegoten tot alles onder staat. Daarna zet men den pot op een plaats, waar hij rustig kan blijven staan. Vertoont zich na eenige dagen een hard vlies op de oppervlakte, dan is dit een bewijs, dat er voldoende kalk op is, of wel, dat deze haar werk voldoende heeft verricht. De eieren blij ven dan beslist goed. Verschijnt er geen vlies aan de oppervlakte, dan is dit een bewijs, dat het water te zwak is. Men moet dan nog wat kalk toevoegen. De schuld kan echter ook aan de kalk zelf liggen. Men moet prima kwaliteit gebrui ken. 'De pot met eieren wordt met papier afgedekt en krijgt een plaatsje in den kel der. De in waterglas ingelegde eieren behou den hun smaak beter en zijn voor alle doeleinden geschikt. Bij 1 liter waterglas doet men 10 liter water en roert dit goed om, daar water glas veel zwaarder is dan water. Tijdens het staan wordt de vloeistof ondoorschij nend en witachtig. De eieren moeten er vooral in onderstaan. Waterglas heeft ook het voordeel, dat de eieren eruit te halen zijn, zonder dat men spierwitte handen krijgt. Groote „fTonlsche" potten leenen zich het best vckk eieren-inmaak. Men zet de pot ten :,ï>i eieren op een koele, maar vorst- vrije pla&ta. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr 221, Amsterdam. Probleem 405. Auteur; J. Daane, Zoutelande. 1 2 3 4 B 47 48 49 50 Zwart 12 sch. op; 3, 5, 6, 8, 10, 11, 16, 18, 22, 23, 25 en 28. Wit 13 sch. op: 14, 20, 24, 26, 27, 29, 31, 33, 34, 37/39 en 42. Wit speelt en wint. Oplossingen. Mei-problemen voor 4 Juni in te zen den aan bovenstaand adres. Tournool te IJmuiden. J. Demesmaecker, wit-R. G. Keiler, zwart. 18—22 1. 33—28 2. 38—33 Met 3127 loopt wit het mmste ge vaar in deze opening. De omstandigheid dat 3933 niet gespeeld kan worden we gens het zetje: zwart 2227 en 1923, maakt dat wit na 3833 met een open veld 47 of 49 moet spelen. Na wit 3127 zwart 22X33 wit 39 X 28 heeft zwart aan 1923 en 14X23 niet zoo veel; de bezetting van het centrum is slechts van tijdelijken aard. 12—18 2. 3. 42—38 Vrij algemeen wordt aangenomen, dat 4338 beter is. Na ook 4943 gespeeld te hebben zet wit dan het beste met 34- 29 vciort. Het accepteeren van een rand- schijf op 26 brengt het gevaar mede dat zwart later op 27 speelt. Wel zal wit met altijd in dit spelsysteem in het nadeel komen, doch zijn kans op voordeel is hij in ieder geval kwijt. 3. 4. 31—26 5. 28X19 6. 47—42 7. 32X21 8. 3430 7—12 19—23 14X23 22—27 16X27 10—14 Natuurlijk niet 2025, daar wit door 37—31 zwart 25X34 wit 31X22 en 40X 16 zou winnen. 9. 30—25 1419 Dit is sterker dan 1319, waarna zwarts linker vleugel spoedig zou zijn uit gespeeld. Na den tekstzet behoudt hij ech ter langen tijd gemakkelijke zetten, waar door hij kan afwachten hoe de stelling om den voorpost 27 moet worden ge vormd. Het kan soms van belang zijn een zet als 1722 eenigen tijd uit te stellen. 10. 25X14 19X10 11. 33—29 23X34 12. 40X29 1—7 13. 37—32 11—16 14. 32X21 16X27 15. 39—33 10—14 16. 44—39 Waarschijnlijk had wit beter 3832 en 33X42 kunnen spelen. Natuurlijk na eerst 4237 te hebben gespeeld. Wel behoudt hij dan schijf 26, doch hij heeft vrije zet ten in overvloed, terwijl zwart rechts wei nig kan spelen zonder schijf 26 te ruilen ctf wel wit in staat te stellen dit te doen. Een zwart stuk op 22 zou b.v. later door wit met een stuk op 27 en 26X37 worden geruild. 16. 17. 50—44 18. 44—30 19. 42—37 1 2 5—10 14—19 1014 14r—20 16 26 86 15 25 35 45 46 47 48 20. 29—24 49 50 Zie de opmerking bij den 16en zet. Nu is het oogenblik voor 3832 en 33X42 niet meer gunstig. Zwart zou 1924 spe len, waarna wit 3933 niet kan wegens zwart 2430, 1823 en 20X47. Ook wit 4944 en 39X28 is niet sterk in verband met het stuk op 26, waar zwart nu op kan combineeren. Wel heeft wit nog 39 34 en 4338, doch ook hiervan ziet men gemakkelijk dat het de stelling verzwakt. In ieder geval zouden wij aan slaan met 43 X 32 de voorkeur geven. Eenig nadeel is dan voor wit reeds te ccmstateeren. De tekstzet geeft echter gevaarlijk spel. 20. 20X29 21. 33X24 19X30 22. 35X24 7—11 23, 37—32 11—16 24. 32X21 16X27 25. 41—37 6—11 26, 37—82 11—16 27. 32X21 10X27 28. 46—41 Wij geven de voorkeur aan 3832 en 43 X 32, wat bij den volgenden zet niet meer mogelijk is wegens het dreigende stukverlies met 2228. 17—22 9—14 4—10 1319 8X19 (Wordt vervolgd.) 28. 29. 40—34 30. 45—40 31. 34—30 32. 24X13 Beste Nichtjes en Neefjes! We zullen maar beginnen met wat jul lie tóch wel het eerst zult lezen, n.l. de prijsjes. Ik heb weer flink wat prijsjes kunnen geven en hoop nu maar dat er niet te veel teleurgestelden zijn; in ieder g6val allen maar weer met moed aan de nieuwe prijsraadsels begonnen, die van daag geplaatst worden. Maar nu houd ik jullie toch niet langer aan de praat. Prijsjes zijn toegekend aan: Bobby, „Het kerstlichtje in ons hart"; Loo- laantje: „Uit verlies winst"; Zus: „Hugo's eerste groote reis"; Sneeuwklokje: „Nooit een andere vriendin"; Meidoorn: „De olifantennacht"; Nastertje: „Een levende brief"; „Herfstaster: „Toen moeder er niet meer was"; Bestevaer: „bouwplaat"; Piet Hein: „Roel's reusachtige reis"; Voetballer: ,,Om twee schitteroogjes"; Ko renhalm: „Ouwe Bram"; Margriet: „Ro- zemarijntje". Jullie weet nog wel dat wie het boekje wil ruilen, dit dan dadelijk even moet schrijven. Oplossingen van de prijsraadsels: 9 Maart: 1. Veel is gelegen aan zon en regen, maar het meest nog aan Gods ze gen. Ónderd.: grasmaand, zon, regen, ne velig, menage, haastig, enten, vrees, genot. 2. Een vriendelijk gezicht, brengt overal licht. Onderd.: vlinder, zon, licht, knol, lente, trechter, bagger, ijverig. 23 Maart: 1. Zie hoe de milde lente lacht, zij fluistert en arbeidt dag en nacht. Onderd.: lentetijd, zoel, radijs, teer, heide, nachtegaal, machinist. 2. Hoezee, hoezee, de lente is gekomen. Onderd.: Dom, hen gel, hazen, egel, koets, zieken. 6 April: 1. Elke dag heeft zijn eigen goed en van dat goed genoeg om ons hart te verblijden. Onderd.: hond, trekdier, Zondag, rijzen, zout, Gooi, soms, beetje, vodden, vereenigingen, hoog-, laagveen, vijand, helft, mos. 2. Aprilletje zoet gaf ons weer een witte hoed. Onderd.: spoedig, April, werf, stoep, half, zwart, neef, toetsen, Jetje. 27 April: We zullen 't meest genieten van zonneschijn, als we op onze beurt zelf zonnestraaltjes zijn. Onderd.: Zonne bloempje, voorjaar, Flora, Zeeuwen, ci troen, tijdsein, schemerlamp, festijn, zalm, zitten, geheugen, linnen, Twente, ijzer. 2. Oranje boven, leve Prinses Juliana. On derd.: Juliana, jaar oranje broos, leven, ooievaar, sluis, vulpen. En nu zal ik maar aan de raadsels be ginnen, dan kan er vandaag een grooter stuk verhaal mee dan de vorige week. Hier volgen de prijsraadsels. 1. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 48 letters. Op 12. 22. 43. 27. 17. 29. 1. is het heel warm. 12. 39. 18. 24. 20. 5. 42 is een koud land. 9. 16. 31. 15. 34. 8. 6. 36. is een ver- frisschende drank. 3. 47. 20. 14. 45. 23 komt meestal te laat. De 26. 21. 13. 28. 45. is een rivier in Europa. 32. 10. 19. 37. 35. 24. 29. 12. hebben soms een eigen park. Velen maken in het voorjaar een uit stapje naar de 18. 4. 40. 38. 46. 42. 7. 44. 11. 25. 19. 31. 33. 39. 2. 4. is een plaats op een der Zeeuwsche eilanden. 9. 30. 48. 41. 36. 34. heeft deze week feest gevierd. II. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 36 letters. 4. 12. 16. 17. 21. is een meisjesnaam. Een 28. 6. 13. 4. 23. 12. is een vogel. 31. 27. 29. is niet dichtbij. In iedeTe klas staat een 9. 5. 19. 36. 14. 33. 4. 21. 32. 1. 3. zijn geen lekkernij voor dames. 20. 18. 11. 19. 30. 22. moet men sluiten. Op de boerderij staat ieder 26. 32. 5. 34. 4. op. In 15. 28. 10. 14.14. 24. 1. wordt de we reldtentoonstelling gehouden. 2. 8. 25. 7. 23. 35. zwemmen in het water. Allen gegroet van TANTE DOLLIE. DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS IV. De brief. Den volgenden morgen al vroeg sloop Hen op zijn kousen over de gang. Hij had al een poosje wakker gelegen en toen ineens schoot hem alles van den vorigen avond te binnen: dat was waar ook, hoe zou het nu met Iki zijn; weet je wat, hij ging eens even kijken. De deur van het kamertje waar Iki sliep etond op een kier. Voor dezen nacht had Jannie met Han geruild en was zij bij Iki gaan slapen. Heel voorzichtig duwde hij de deur een eindje verder open; pieplep ging het, hè, als ze nu maar niet wakker werden. Hen stak zijn hoofd om het hoekje; ja hoor, Iki sliep nog, een bloot armpje lag boven het dek. Ze zag er heel gewoon uit vond Hen, die toen ineens bemerkte, dat Jannie al wakker was. „Hoe is het er mee?" fluisterde Hen. „O, al veel beter hoor; kijk maar ze slaapt zoo rustig, maar het duurde wel heel lang eer ze sliep, ze was telkens zoo onrustig vannacht", en met een dankba ren blik keek Jannie naar het kleine zusje. „Weet je wat, blijf jij nog even liggen, dan roep ik de anderen vast"; eerst ging hij naar Han, die nog vast sliep. „Han, word eens wakker?" fluisterde hij. Niets bewoog. „Toe, geef eens ant woord, hoor es!" Ja, kijk, langzaam gin gen haar oogleden open; ze geeuwde eens flink en klaar wakker zat ze rechtop in bed. „Wat is er?" „Zeg, hoor es; Jannie heeft maar zoo weinig geslapen vannacht; kom jij er nu eens gauw uit, dan zullen we thee boven brengen; doe je het?" „Ja nat uur lijk 1" Met een sprong was Han er uit. „Zet jij dan vast water op, ik ben er zoo". Eerst ging Hen Dik nog even roepen, maar die was er voorloopig nog niet uit te krijgen; eigenlijk bad Hen wel zin om hem met water te gooien, maar als hij dan herrie ging maken; nee, dat kon niet want het moest nog een poosje stil blij ven in huis. Buiten was het niet stil; hoor de vogels eens fluiten en zingen. Het was ook zulk prachtig weer nu, de lucht was heelemaal opgehelderd, en de zon scheen al zoo heer lijk, dat zou een prachtige dag worden; fijn voor moeder, dan kon die vandaag tenminste nog een beetje genieten. Zachtjes fluitend ging Hen de trap af. Bijna beneden zag hij ineens, dat er een 'brief in de 'bus zat. Hoe kon dat nu, er was toch nog geen post geweest, en van gisteravond, nee dat kon ook niet. Even later stond Hen met een groote enveloppe in zijn hand. Aan de hertenkop in den hoek zag hij direct, dat het een brief van Het Huis was. Heel vroeger hadden de bewoners van Het Huis, dat dicht bij het Boschhuis lag veel aan de jacht gedaan en nu voerden ze nog steeds het wapen met de herten'kop. Hen wist wel, dat het huis waar zij nu woonden vroeger het jachthuis was geweest, jaren lang had het leeg gestaan tot Vader het heel goed koop had gehuurd. Wat zou er in dien brief staan? Als het nu maar niets naars was. Toen Han beneden kwam moest zij den brief direct zien. Zij vond het ook erg vreemd; wie weet wat er in stond. Misschien gaan ze wel weer jagen en moeten wij uit het huis". Hen schaterde bet uit. „Han, hoe kom je er bij, ik zie ze al jagen die drie oude dames". „Nou ja, dat is ook onzin, maar het zou toch best kunnen, dat we uit het huis moeten". Han keek een beetje bezorgd, want ze wist wel, dat Vader maar weinig verdiende en ze heel zuinig moesten leven. Tegelijk met de kopjes nam Han even later ook de brief mee naar boven. Eerst zette ze heel zachtjes een kopje bij Jannie neer Iki sliep nog steeds en toen naar Vaders kamer. Ze liet niets van haar nieuwsgierigheid merken, maar bleef in de kamer dralen tot vader de brief openmaakte. Een beetje angstig keek ze naar zijn gezichtmaar dat viel nogal mee; kijk eens, vader lachte er om, nee dan was het ook niets naars. Vader stak de kaart weer in de enve loppe en gaf hem toen aan Han. „Hier neem maar mee naar beneden, dan kan Hen het zelf lezen." Zoo vlug als maar mogelijk was om toch zachtjes te doen, ging ze weer naar beneden. „Laat Hen het zelf maar lezen", had vader gezegd. Nee, daar begreep ze niets van. Hen kwam net de gang in. „En....?" vroeg hij. „Vader zei, dat je het zelf maar moest lezen; ik weet het ook nog niet." Op de eerste de beste stoel viel Han neer en haalde de kaart uit de enveloppe. Hen keek over haar schouder om mee te lezen. „Zeer geachte mevrouw Renting!" stond er boven den brief. „Hè wat deftig," zuchtte Han. „Toe, dat hoort zoo; je hebt het zelf [pas op school: geleerd," maar meteen lazen ze weer verder. „Momenteel hebben wij ons neefje Bou- dewijn op ons Huis te logeeren. Nu heb ben wij al een paar maal Uw zoontje Hen drik ontmoet, die op ons een goeden in druk maakte." „Héndrik, jongetje", smaalde Hen. „Daar ons neefje hier geen vriendjes heeft en wij weinig tijid hebben ons met hem te bemoeien, zouden wij gaarne zien dat Uw zoontje in den loop van den mor gen met Boudewijn kennis kwam ma ken". „Han las niet verder. „Dat dóe je toch niet Hen? Het is na tuurlijk zoo'n akelig deftig jongetje die niets mag en durft en altijd met een fijn pak en nette schoenen loopt." Erg veel zin had Hen er ook niet in, maar vader zou natuurlijk zeggen dat hij gaan moest. „Weet je watHan had er wat op gevonden; „als het een erge saaie is, zul len we hem zoo plagen, dat hij niet eens meer met ons w i 1 spelen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6