EERSTE BLAD VRIJDAG 10 MEI 1938 OAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 49e JAARGANG - Né. 188 Verlaging van de openbare uitgaven. Het bezuinigingsontwerp en de bijzondere scholen. Buitenland. rielangrijkste Nieuws. ww—mmmn— Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchöquc en Girorekening 44455. Bijkantoor Middolburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 10, Tel. 28, Directeur-Hoofdredacteur: R, ZUIDEMA. Ve Zeeuw Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen 10.20. Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden mededeolingen 60 cent per regel. Kleine Advertentiën Dinsdags en VrijdagB f 0,75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto 10,85- Bij contract belangrijke korting, Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Onder dagteekening van 26 April 1935 is aan de ütaten-Generaal aangeboden een wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven. Dit wetsontwerp, hetwelk bedoelt de Rijksuitgaven met 77 millioen gulden per jaar te verminderen, en waarvan uitvoe rige uittreksels in de bladen werden gepu bliceerd, beeit reeds beei wat stof doen opjagen en, gezien bet ingrijpend karak ter, zal bet ongetwijfeld tot breede be schouwingen, niet adeen in de Staten- Generaal, maar ook in vergaderingen en pers, aanleiding geven. .Le bedoeling van de voorgestelde maat regelen wordt door de redering in de memorie van toelichting als volgt aange geven: „Zij' wenscht op de minst pijnlijke wijze de Uverheidshuishorcting sneller dan thans geschiedt, te doen aanpassen a n de gewijzigde bestaansvoorwaarden waar onder Let N ederlandsche vo.k naar het inch laat aartzien veer langen tijd zal moeten leven. Zij acht dit onafwijs baar noodzakelijk omdat de reserves der volkshuishouding in steeds sneller tempo worden opgeteerd zonder dat uitzicht be staat, dat deze optering de overbrugging van een tijdelijke inzinking zal kunnen mogelijk maken, omdat reeds lang vast staat, dat van een tijdelijke inzinking geen sprake is en het economisch leven met ineenstorting zou worden bedreigd, indien aan deze reserves een einde mocht komen, voordat een nieuw evenwicht zal zijn be reikt. Het geheele offer dezer optering van in lange jaren gekweekte reserves van ons volksvermogen zou ten slotte voor niets gebracht zijn en aan het einde van dit proces zooi de dan ontstane economische situatie niet meer te beheerschen zijn. De aanpassing zou zich dan op onbe- heerschte wijze, vermoedelijk met hevige schokken, toch voltrekken en de levens standaard zou veel dieper wegzinken dan bij een nog tijdig ingrijpen bet geval be hoeft te zijn. De geheele Nederlandsche volkshuis houding raakt door de beklagenswaardige ontwikkeling der internationale economie in een steeds beklemmender isolement. Daar Nederland door zijn geografische positie was voorbeschikt een knooppunt te zijin voor handel en goederenverkeer tusschen de groote omliggende landen en de overzeesche gebieden en zich geduren de de laatste eeuw steeds meer in die richting heeft gespecialiseerd, treft bo vengenoemd isolement dit land méér dan eenig ander. Daarnevens was Nederland steeds een agrarisch land en zijn in verband met den snellen aanwas der bevolking in de laat ste 75 jaren bovendien eigenaardige tak ken van landbouw ontstaan, die naast be vrediging van de behoeften van het eigen volk in steeds sterker mate bet buitenland van producten voorzag, welke in die kwa liteit slechts Nederland kom leveren. Zoolang de omringende landen in staat en bereid waren deze producten te koopen beteekenden deze speciale, zeer arbeids intensieve takken van voortbrenging bron nen van bijzondere welvaart. Thans ech ter, nu eenerzijds autarkische tendenties, anderzijds ineenschrompelende koop kracht in de bedoelde landen den afzet dezer specifiek Nederlandsche voort brengselen uitermate bemoeilijkt en be perkt, is daarmede een tweede slag aan onze nationale welvaart toegebracht. Van niet minder beteekenis voor ons land èn als werkterrein èn als afzetgebied waren de Indien. Voor Nederlandsche werkkracht, initia tief en kapitaal lagen daar enorme mo gelijkheden, die ongetwijfeld door een klein land als het onze op voorbeeldige wijze zoowel in het belang van de over zeesche gebieden zelf, als van het moeder land, zijn aangegrepen. H)etgeen daar in den loop der jaren, on der dikwijls zeer moeilijke omstandighe den is tot stand gebracht, kan een spoor slag zijn om thans niet te versagen. Niet temin is ook deze welvaartsbron voor wel licht geruimen tijd verdroogd. Mag men de hoop koesteren, dat Indië als produ cent van onmisbare grondstoffen op den duur althans een aanzienlijk deel van zijn oude positie zal heroveren, als markt voor Nederlandsche producten moet men bet niet te optimistisch beschouwen. De verschuivingen, die sinds den oorlog eu zeer versneld door den oorlog op het ®tuk der afzetgebieden tusschen Oost en West hebben plaats gevonden en nog Plaats vinden, zijn van zoo structuree'en aard en ook de prijsverschillen van de voortbrengselen 'om welker afzet het voor namelijk gaat, zijn zoo groot, dat de ver wachting van een herstel op dit gebied niet hoog gespannen kan zijn. Onder deze moeilijkheid lijden ook andere westelijke mogendheden. Deze aantasting van juist de voornaam ste, wijl specifiek Nederlandsche bronnen van welvaart, door oorzaken, die voor verreweg het grootste deel in het buiten land liggen, vormt een benauwend pro bleem, te benauwender omdat de bestrij ding van die internationale oorzaken door een klein land slechts in geringe mate succes kan opleveren. Slechts een opmer kelijk gebrek aan inzicht of wel een ver- achte'ijke demagogie kunnen er toe dry- ven eenigen Nederlandschen regeerder te verwijten, dat de toestand niet snel ge noeg verbetert, d.w.z., dat hij nog niet in staat gebleken is het huidig aangezicht der wereld te veranderen. Ware dit j list, dan zou men zich er in kunnen \erh.e tgen, dat door een eenvoudige verwisseling van regeerders de wel vaart kon worden hersteld. De Regeering is er echter van overtuigd dat de groote meerderheid van het Ne derlandsche volk voldoende gezond ver stand en van oudsher genoegzaam poli tieke scho'ing bezit om te begrijpen, dat in deze voorstelling slechts een tndeslcun- d!~o kritiek tot uiting komt, die in dezen moeilijken tijd de 'Ontevredenheid aan wakkert doch niets ten goede vermag te keeren. Ee tegenspoeden, die alle volken te dragen hebben, en waarvan het Neder landsche volk ditmaal zijn deel ruim heeft te dragen, zullen met dat geduld, met die bezonnenheid en met dat zelfvertrouwen moeten worden aanvaard, die dat zelfde volk in vroegere generaties onder nog heel wat ernstiger omstandigheden heeft getoond te bezitten. Slechts dan kan de Regeering allengs de maatregelen bera men en doorvoeren, die geschikt zijn'om onder behoud, zooveel mogelijk, van het goede in het historisch gewordene, de voorwaarden te scheppen, waaronder het Nederlandsche volk een nieuwe, naar men moet hopen, onbezorgder toekomst tege moet kan gaan." De Nederlander geeft een belang rijk artikel over de wijze, waarop het on- derwijls in het bezuinigingsontwerp is be handeld. Treft men een vergelijking met de andere onderdeelen van 't groote pro ject dan kan worden vastgesteld, dat de afdeeling Onderwijs, Kunsten en Weten schappen een bijzonder ingrijpend karak ter draagt. Hier vliegen nief de tonnen, maar de millioenen er af. Hét blad begint met vast te stellen wat het wetsontwerp aangaande de beperking van het aantal scholen bevat, Het gaat alleen over scholen voor ge woon lager onderwijs. De ULO-scholen blijven dus buiten de voorgestelde rege ling. En verder heeft het voorstel uitsluitend betrekking op de gesubsidieerde bijzon dere sihclen. Welnu, bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs zullen, volgens dit project niet voor vergoedingen uit de openbare kassen in aanmerking komen, indien haar gemiddeld aantal leerlingen daalt beneden: in gemeenten met meer dan 100.000 in gezetenen 150; in gemeenten met 50.000 t/m 100.000 ingezetenen 120; in gemeenten met 25.000 t/m 50.000 ingezetenen 90; in gemeenten met minder dan 25.000 ingezetenen 60. Wordt in eenig jaar een gemiddeld aantal leerlingen vastgesteld, dat bene den dit aantal blijft, dan worden de ver goedingen in geen geval langer uitge keerd dan nog uwer de eerste acht maan den van het jaar, volgende op dat, waarin dit aan de school is overkomen. Hoe lang de vergoeding precies zal worden genoten, hangt af van de maatregelen, welke het schoolbestuur met het oog op eventueele liquidatie der school noodig mocht achten. Uitzonderingen zijn echter mogelijk. Leidt de toepassing dezer nieuwe be palingen tot opheffing van de school, dan kan de Kroon de gestorte waarborgsom men aan de schoolvereen. doen terugbe talen. Geldt het een school, die aanspraak maakt op de jaarlijksche vergoeding voor, vóór de inwerkingtreding der Lageron- derwijswet 1920 gestichte, scholen (art. 205) dan kunnen Gedep. Staten een rege ling treffen terzake van de aan het schoolbestuur te betalen vergoeding voor de op de schoolvereen. rustende geldelijke verplichtingen. Hoewel dit niet in het ontwerp staat, noch in de memorie van toelichting, zal het schoolbestuur naar men moet aan nemen op deze wijze steeds worden schadeloos gesteld, wanneer de school, ongeacht de nieuw getroffen regelingen wél als gesubsidieerde instelling bad kun nen voortbestaan. Nu wij het toch over de financieele zijde van de opheffing eener bijzondere school hebben, is dit een geschikt punt om melding te maken van de bepalingen, welke het wetsontwerp daaromtrent bevat voor 't geval van vereeniging van bijzon dere scholen. Beslist de Kroon dat het gebouw eener bijzondere scliool, gesticht krachtens de bepalingen der Lageronder- wijswet 1920, buiten gebruik is gekomen als gevolg „van de opheffing van de school in verband met samenvoeging met één of meer andere scholen", dan wordt de waarborgsom terugbetaald; beslissen Gedeputeerde Staten in denzelfden zin, dan wordt voor het schoolbestuur, dat de vergoeding krachtens art. 205 der Wet genoot, een regeling met het oog op de sch-tlden getroffen als bovenbedoeld. Bij de beoordeeling van de voorgestel de bepalingen maakt de Nederlan der bezwaar tegen de groote macht die hier aan den Minister wordt geschonken. Er is reden om de ministerieele inmen ging met eenige meerdere waarborgen te omk'eeden. Verder wordt als zeer pijnlijk gevoeld, dat de maatregel aangaande de opvoering der minima, uitsluitend oo de bijzondere scholen van toepassing wordt verklaard. Aan de hand van een bij de begrooting 1935 O- ergelegde statistiek opgemaakt naar den toestand van 31 Dec. 1933 wordt dan nagegaan we'ke gevolgen de toepas sing der nieuwe normen zal hebben. Gemeentegrootte Openbare scholen Totaal Te klein meer dan 100.000 inw. 809 240 of 30 S0.001—100.000 inw. 163 18 of 11 20.001—50.000 inw. 263 47 of 18 20.000 en minder inw. 1850 608 of 33 Samen 3085 913 of 29.5 Gemeentegrootte Openbare scholen Totaal Te klein meer dan 100.000 inw. 580 98 of 17 50.001—100.000 inw. 382 47 of 12 20.001—50.000 inw. 454 32 of 7 20.000 en minder inw. 2985 314 of 10,5 Samen 4401 491 of 11 Er zouden derhalve 491 bijzondere scholen of 11 °/o van het totaal aantal de vergoedingen verliezen tenzij de minis ter op de daarvoor in het ontwerp aan gegeven gronden termen vindt om de subsidieering te doen doorloopen. Maar nu het openbaar onderwijs. Onze cijfers stellen het niet in een geheel juist daglicht. Immers juist in het jaar 1934 zijn bij het openbaar onderwijs vele scho len opgeheven en de statistische gevol gen daarvan hebben op de gegeven cijfers nog niet ingewerkt. Laten we daarom aannemen, dat in 1934 200 openbare scholen zijn verdwenen en dat deze alle behoorden tot de rubriek „te klein". Zelfs dan nog zijn 713 openbare scholen beneden de aan het bijzonder on derwijs gestelde normen en kan men zeg gen dat relatief tweemaal zooveel open bare scholen beneden de maat zijn als bij zondere. In de feitelijke verhoudingen ligt dus allerminst een grond om de apenbare scholen te sparen. Het ware billijker het openbaar onderwijs eerst den achterstand in efficiency te doen inhalen. Maar evenmin vindt het verschil in be handeling van openbaar en bijzonder on derwijs een rechtvaardiging in de plaats, welke in het stelsel onzer wetgeving aan het openbaar is toegedacht. De Grondwet eischt, dat er in elke ge meente gelegenheid zal zijn tot het ont vangen van openbaar onderwijs. Deze ga rantie-bepaling kan in den weg staan aan de opheffing van de eenige openbare school in een bepaalde gemeente. In art. 19 der Lager Onderwijswet zijn dienaan gaande regelen gesteld. Maar het grond wettelijk voorschrift bepaalt niets aan gaande alle overige openbare scholen. Er is dan ook geen, reden deze scholen, voor zoover den eisch der grootte aangaat, niet op denzelfden voet als de bijzondere te behandelen. De eerste stap op dezen weg is reeds gezet. Toen de stichtings-minima voor de bijzondere scholen werden gebracht op de getallen, welke thans mede als minima voor de exploitatievergoedingen zijn ge dacht, zijn de openbare scholen aan een gelijke regeling onderworpen. Zijn critiek samenvattend besluit het blad: 1. het ontwerp voldoet wat het bespro ken onderdeel betreft niet aan den eiscb der distributieve gerechtigheid. Ten aan zien van het meerendeel der openbare scholen kunnen en moeten gelijke eischen worden geste1 d als met betrekking tot de bijzondere scholen worden voorgedragen; 2. het 'ontwerp heeft bij da inschakeling van het subjectieve element niet voor vol doende waarborgen gezorgd. De onder wijsraad, door de Bevredigingscommissie voorgesteld, opdat „iedere gedachte aan partijdige of bevooroordeelde behandeling van zaken" zou kunnen verdwijnen, moet worden ingeschakeld; 3. in de belangen van scholen, wier leerlingental tijdelijk daalt beneden het minimum en van ingroeiende scholen is onvoldoende voorzien. Te haren aanzien waren wettelijke regelen te stellen, gelijk thans in de Lager onderwijswet voorko men. Goerinfl In het Roergebied. Minister-president Goering is Donder- da.g met zijn echtgenoote in gezelschap van staatssecretaris Zoerner op het Bo- chumer Hauptbahnhof aangekomen. Na het monument voor de gevallen ka meraden van den Bochumer Vere.n te heoben ingewijd zette Goering de reis naar Essen voort. Voor het gebouw van de hoofddirectie der Kruppfabrieken aldaar werden de gasten verwelkomd door dr Krupp von Bohlen en zijn echtgenoote. Verduisteringen bij het post- en telefoon kantoor te Moskou. Het D'uitsche Nieuwsbureau meldt uit Moskou, dat de officier van justitie een strafvervolging heeft ingesteld tegen den gewezen directeur en acht bedienden van het hoofd-post-, telegraaf- en telefoon kantoor te Moskou, wegens voortgezette verduisteringen en andere ernstige mis drijven. Verdachten hebben gedurende verscheidene jaren materiaal van den stedelijken telefoondienst voor eigen reke ning verkocht en daardoor belangrijk bij gedragen tot verscherping van de tele fooncrisis in de hoofdstad. Ofschoon er een groot gebrek bestond aan telfoontoestellen, draad, koper, lood, enz., zoodat zelfs aan het verzoek van tal van autoriteiten om telefoonaansluiting niet kon worden voldaan, hebben de direc teur van het post- en telegraafkantoor en acht bedienden uit de opslagplaatsen al les verkocht, wat maar mogelijk was. Hun verduisteringen beperkten zich niet tot den telefoondienst. Op het hoofdpost kantoor stapelden zich in den loop van den tijd de pakketten en pakjes op, die aan particulieren waren geadresseerd, doch niet waren afgehaald. Het „consor tium" ontwierp een vast verkoopplan voor deze onbestelbare goederen en do opbrengst ervan kwam in de zakken van de deelnemers. In totaal zijn zoo 3493 postpaketten verkocht. Een geloofsbelijdenis van het heldendom. Te Stuttgart is een „Germaansche Bij bel" gepubliceerd, die door de „Reichs- wart", het officieel orgaan van de Natio- naal-Socialistische „D'uitsche Geloofsbe- weging" het „Evangelie der Germanen" wordt genoemd. Deze „Bijbel" bevat ook een Germaan sche „geloofsbelijdenis" die den tekst van de Apostolische Geloofsbelijdenis op den voet volgt, en* zóó profaan van inhoud is, dat wij die in ons blad niet kunnen af drukken. Hongarije, Duitschland en Oostenrijk. In kringen van de Kleine Entente is men geneigd in het onverwachte bezoek van Schuschnigg aan Mussolini, vlak na het overleg te Venetië, een aanwijzing te zien, dat de Oostenrijksche regeering daar niet heeft gevonden, waarop zij ge hoopt had. Met name schijnt zulks het geval te zijn ten opzichte van de opvattingen, welke de Hongaarsche minister van bui- tenlandsche zaken, Kanya, daar namens zijn regeering verdedigde en die de Oos tenrijksche regeering niet dat gevoel van veiligheid gaven, waaraan zij vooral van den kant van de buurstaten op het oogen- blik behoefte heeft. Gedwongen leerling In Duitschland? Naar men in Rijksbankkringen meent beoogt men in Duitschland een gedwon gen leening te sluiten ten laste van de industrieele winsten die gemaakt zijn sinds de nationaal-socialistische regee ring aan het bewind kwam. Deze leening zou moeten dienen om de vlottende schuld van Duitschland in een schuld op langen termijn om te zetten. In nationaal-socialistische kringen legt men er den nadruk op, dat de winsten voorspruitende uit den arbeidsdienst, to vergelijken zijn met oorlogswinsten en dat de staat gerechtigd is daarop in het al gemeen belang aanspraak te maken. Automobiel-staking. De stemming bij de Chrevrolet-fabrie- ken te Toledo, die van vèr strekkende be teekenis voor de geheele Amerikaansohe automobielindustrie is, heeft tot resultaat gehad, dat de arbeider* in een verhou- Binnenland. Rede van Minister Oud. De Eerste Kamer heeft de Indische be grooting aangenomen. Bouw van goedkoope arbeiderswoningen. Personeelsinkrimping bij de spoorwegen. Buitenland. Verduisteringen bij de posterijen te Mos- cou. Het nieuwe heidendom in Duitschland. Het Engelsche vorstenpaar door bet par lement gehuldigd. De stand der wereldwerkloosheid. ding van 2:1 tot voortzetting der staking hengen nesioten. D.t beteexent dat ongeveer 35.000 ar beiders zonder werk blijven. D'e 17 andere fabrieken der General Motors, die namelijk uit solidariteit met de arbeiders der Chevroiet-fabrieken eveneens bet werk hebben neergelegd, zijn vastbesloten het werk niet te hervat ten alvorens het bestuur der General Mo tors de eischen der arbeiders inwilligt. Aangezien het bestuur van de General Motors tot nu toe een zeer onverzettelijke houding heeft aangenomen, heeft het er op het oogenblix allen schijn van, dat deze staking nog langen tijd zal duren. Do wereldcatastrofe der werkloosheid. De directeur van het Internationale Ar beidsbureau te Genève, Harald Buuer, toont aan, dat het ondanks een geueeite- lijke verbetering geen enkel land gelukt is zijn werkloozenindex naar den stand van 1929 terug te brengen. Slechts zeven landen, n.l. Duitschland, Australië, Denemarken, Groot-Brittannië, Japan, Noorwegen en Zweden speelden het klaar hun werkloosheid tot minder dan het dubbele van het aantal werkloo- zen, dat er in 1929 was, te verminderen. België, Frankrijk, Nederland, Polen en Tsjecho-Slowakije hebben over het geheel genomen gedurende het jaar 1934 met grootere moeilijkheden op het gebied der werkloosheid te kampen gehad dan in de beide daaraan voorafgaande jaren. Het rapport toont aan, dat, afgezien van seizoeninvloeden, de werkloosheid, over de geheele wereld genomen, in den herfst van 1932 haar hoogtepunt bereikte. Van dat oogenblik af trad een vermin dering in die tot April 1934 aanhield. De verbetering hield in den loop van 1934, van het begin van den zomer af aan, in verlangzaamd tempo aan. De evangelische kerk en het nieuwe heidendom. Rijksbisschop Müller heeft tot de evan gelische gemeenten in het rijk een bood schap gericht om hun aan te manen een de evangelische kerk waardige houding aan te nemen tegen de nieuw-heidensche bewegingen. De Berlijnsche correspondent van de Daily Tel. verneemt nu, dat Himmler, chef der geheime politie (Gestapo) allo exemplaren van de boodschap, die hij heeft kunnen achterhalen, in beslag heeft laten nemen. De correspondent voegt aan dit bericht toe: Dit is een nieuw bewijs, dat de nat.- soc. staat zich meer en meer schaart aan den kant van het heidendom. De bood schap was gesteld in uiterst krachtige termen, voor iemand, die zelf door de kerkelijke oppositie (de Belijdenisbewe ging) is aangevallen wegens ketterij. Als zij niet in beslag was genomen, zou zij veel hebben kunnen bijdragen tot een verzoening tusschen den rijksbisschop en de Belijdenissynode. De nood in Illinois ten top gestegen. Verscheidene honderden werkloozen, die tengevolge van de nu reeds negen dagen durende steuncrisis letterlijk op water en brood gezet zijn, hebben besloten het Staatskapitool te Springfield „tot den hongerdood toe" te bezetten. Zij dragen een bord bij zich, waarop geschreven staat: „Het is beter op de trappen van den staat te verhongeren dan thuis". Het parlement van Illinois is inmiddels tot de volgende week verdaagd. Daar voor aanneming van de steunwet een twee derden-meerderheid noodig is en de repu blikeinen nog steeds hardnekkig vasthou den aan het standpunt, dat de noodige gelden door bezuinigingen moeten wor den bijeengebracht, rekent men op een verscherping van de crisis. In vele gebieden is het reeds tot groote betoogingen gekomen, in verband waar mede de politie is versterkt. De noodhulpcommissie staat machte loos tegenover de situatie en noemt den toestand uitermate ernstig. Er bestaat ge vaar, dat de 350.000 gezinnen, die door de hongercatastrofe geteisterd worden, ook nog door epidemieën worden ge troffen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1