EERSTE BLAD
VRIJDAG 10 MEI 1938
OAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
49e JAARGANG - Né. 188
Verlaging van de openbare
uitgaven.
Het bezuinigingsontwerp
en de bijzondere scholen.
Buitenland.
rielangrijkste Nieuws.
ww—mmmn—
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchöquc en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middolburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 10, Tel. 28,
Directeur-Hoofdredacteur: R, ZUIDEMA.
Ve Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen 10.20. Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeolingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en VrijdagB f 0,75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto 10,85-
Bij contract belangrijke korting,
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Onder dagteekening van 26 April 1935
is aan de ütaten-Generaal aangeboden
een wetsontwerp tot verlaging van de
openbare uitgaven.
Dit wetsontwerp, hetwelk bedoelt de
Rijksuitgaven met 77 millioen gulden per
jaar te verminderen, en waarvan uitvoe
rige uittreksels in de bladen werden gepu
bliceerd, beeit reeds beei wat stof doen
opjagen en, gezien bet ingrijpend karak
ter, zal bet ongetwijfeld tot breede be
schouwingen, niet adeen in de Staten-
Generaal, maar ook in vergaderingen en
pers, aanleiding geven.
.Le bedoeling van de voorgestelde maat
regelen wordt door de redering in de
memorie van toelichting als volgt aange
geven:
„Zij' wenscht op de minst pijnlijke wijze
de Uverheidshuishorcting sneller dan
thans geschiedt, te doen aanpassen a n
de gewijzigde bestaansvoorwaarden waar
onder Let N ederlandsche vo.k naar
het inch laat aartzien veer langen tijd
zal moeten leven. Zij acht dit onafwijs
baar noodzakelijk omdat de reserves der
volkshuishouding in steeds sneller tempo
worden opgeteerd zonder dat uitzicht be
staat, dat deze optering de overbrugging
van een tijdelijke inzinking zal kunnen
mogelijk maken, omdat reeds lang vast
staat, dat van een tijdelijke inzinking geen
sprake is en het economisch leven met
ineenstorting zou worden bedreigd, indien
aan deze reserves een einde mocht komen,
voordat een nieuw evenwicht zal zijn be
reikt.
Het geheele offer dezer optering van in
lange jaren gekweekte reserves van ons
volksvermogen zou ten slotte voor niets
gebracht zijn en aan het einde van dit
proces zooi de dan ontstane economische
situatie niet meer te beheerschen zijn. De
aanpassing zou zich dan op onbe-
heerschte wijze, vermoedelijk met hevige
schokken, toch voltrekken en de levens
standaard zou veel dieper wegzinken dan
bij een nog tijdig ingrijpen bet geval be
hoeft te zijn.
De geheele Nederlandsche volkshuis
houding raakt door de beklagenswaardige
ontwikkeling der internationale economie
in een steeds beklemmender isolement.
Daar Nederland door zijn geografische
positie was voorbeschikt een knooppunt
te zijin voor handel en goederenverkeer
tusschen de groote omliggende landen en
de overzeesche gebieden en zich geduren
de de laatste eeuw steeds meer in die
richting heeft gespecialiseerd, treft bo
vengenoemd isolement dit land méér dan
eenig ander.
Daarnevens was Nederland steeds een
agrarisch land en zijn in verband met den
snellen aanwas der bevolking in de laat
ste 75 jaren bovendien eigenaardige tak
ken van landbouw ontstaan, die naast be
vrediging van de behoeften van het eigen
volk in steeds sterker mate bet buitenland
van producten voorzag, welke in die kwa
liteit slechts Nederland kom leveren.
Zoolang de omringende landen in staat
en bereid waren deze producten te koopen
beteekenden deze speciale, zeer arbeids
intensieve takken van voortbrenging bron
nen van bijzondere welvaart. Thans ech
ter, nu eenerzijds autarkische tendenties,
anderzijds ineenschrompelende koop
kracht in de bedoelde landen den afzet
dezer specifiek Nederlandsche voort
brengselen uitermate bemoeilijkt en be
perkt, is daarmede een tweede slag aan
onze nationale welvaart toegebracht.
Van niet minder beteekenis voor ons
land èn als werkterrein èn als afzetgebied
waren de Indien.
Voor Nederlandsche werkkracht, initia
tief en kapitaal lagen daar enorme mo
gelijkheden, die ongetwijfeld door een
klein land als het onze op voorbeeldige
wijze zoowel in het belang van de over
zeesche gebieden zelf, als van het moeder
land, zijn aangegrepen.
H)etgeen daar in den loop der jaren, on
der dikwijls zeer moeilijke omstandighe
den is tot stand gebracht, kan een spoor
slag zijn om thans niet te versagen. Niet
temin is ook deze welvaartsbron voor wel
licht geruimen tijd verdroogd. Mag men
de hoop koesteren, dat Indië als produ
cent van onmisbare grondstoffen op den
duur althans een aanzienlijk deel van zijn
oude positie zal heroveren, als markt
voor Nederlandsche producten moet men
bet niet te optimistisch beschouwen.
De verschuivingen, die sinds den oorlog
eu zeer versneld door den oorlog op het
®tuk der afzetgebieden tusschen Oost en
West hebben plaats gevonden en nog
Plaats vinden, zijn van zoo structuree'en
aard en ook de prijsverschillen van de
voortbrengselen 'om welker afzet het voor
namelijk gaat, zijn zoo groot, dat de ver
wachting van een herstel op dit gebied
niet hoog gespannen kan zijn. Onder deze
moeilijkheid lijden ook andere westelijke
mogendheden.
Deze aantasting van juist de voornaam
ste, wijl specifiek Nederlandsche bronnen
van welvaart, door oorzaken, die voor
verreweg het grootste deel in het buiten
land liggen, vormt een benauwend pro
bleem, te benauwender omdat de bestrij
ding van die internationale oorzaken door
een klein land slechts in geringe mate
succes kan opleveren. Slechts een opmer
kelijk gebrek aan inzicht of wel een ver-
achte'ijke demagogie kunnen er toe dry-
ven eenigen Nederlandschen regeerder
te verwijten, dat de toestand niet snel ge
noeg verbetert, d.w.z., dat hij nog niet in
staat gebleken is het huidig aangezicht
der wereld te veranderen. Ware dit j list,
dan zou men zich er in kunnen
\erh.e tgen, dat door een eenvoudige
verwisseling van regeerders de wel
vaart kon worden hersteld.
De Regeering is er echter van overtuigd
dat de groote meerderheid van het Ne
derlandsche volk voldoende gezond ver
stand en van oudsher genoegzaam poli
tieke scho'ing bezit om te begrijpen, dat
in deze voorstelling slechts een tndeslcun-
d!~o kritiek tot uiting komt, die in dezen
moeilijken tijd de 'Ontevredenheid aan
wakkert doch niets ten goede vermag te
keeren. Ee tegenspoeden, die alle volken
te dragen hebben, en waarvan het Neder
landsche volk ditmaal zijn deel ruim heeft
te dragen, zullen met dat geduld, met die
bezonnenheid en met dat zelfvertrouwen
moeten worden aanvaard, die dat zelfde
volk in vroegere generaties onder nog
heel wat ernstiger omstandigheden heeft
getoond te bezitten. Slechts dan kan de
Regeering allengs de maatregelen bera
men en doorvoeren, die geschikt zijn'om
onder behoud, zooveel mogelijk, van het
goede in het historisch gewordene, de
voorwaarden te scheppen, waaronder het
Nederlandsche volk een nieuwe, naar men
moet hopen, onbezorgder toekomst tege
moet kan gaan."
De Nederlander geeft een belang
rijk artikel over de wijze, waarop het on-
derwijls in het bezuinigingsontwerp is be
handeld. Treft men een vergelijking met
de andere onderdeelen van 't groote pro
ject dan kan worden vastgesteld, dat de
afdeeling Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen een bijzonder ingrijpend karak
ter draagt. Hier vliegen nief de tonnen,
maar de millioenen er af.
Hét blad begint met vast te stellen wat
het wetsontwerp aangaande de beperking
van het aantal scholen bevat,
Het gaat alleen over scholen voor ge
woon lager onderwijs. De ULO-scholen
blijven dus buiten de voorgestelde rege
ling.
En verder heeft het voorstel uitsluitend
betrekking op de gesubsidieerde bijzon
dere sihclen.
Welnu, bijzondere scholen voor gewoon
lager onderwijs zullen, volgens dit project
niet voor vergoedingen uit de openbare
kassen in aanmerking komen, indien
haar gemiddeld aantal leerlingen daalt
beneden:
in gemeenten met meer dan 100.000 in
gezetenen 150;
in gemeenten met 50.000 t/m 100.000
ingezetenen 120;
in gemeenten met 25.000 t/m 50.000
ingezetenen 90;
in gemeenten met minder dan 25.000
ingezetenen 60.
Wordt in eenig jaar een gemiddeld
aantal leerlingen vastgesteld, dat bene
den dit aantal blijft, dan worden de ver
goedingen in geen geval langer uitge
keerd dan nog uwer de eerste acht maan
den van het jaar, volgende op dat, waarin
dit aan de school is overkomen. Hoe lang
de vergoeding precies zal worden genoten,
hangt af van de maatregelen, welke het
schoolbestuur met het oog op eventueele
liquidatie der school noodig mocht achten.
Uitzonderingen zijn echter mogelijk.
Leidt de toepassing dezer nieuwe be
palingen tot opheffing van de school, dan
kan de Kroon de gestorte waarborgsom
men aan de schoolvereen. doen terugbe
talen. Geldt het een school, die aanspraak
maakt op de jaarlijksche vergoeding voor,
vóór de inwerkingtreding der Lageron-
derwijswet 1920 gestichte, scholen (art.
205) dan kunnen Gedep. Staten een rege
ling treffen terzake van de aan het
schoolbestuur te betalen vergoeding voor
de op de schoolvereen. rustende geldelijke
verplichtingen.
Hoewel dit niet in het ontwerp staat,
noch in de memorie van toelichting, zal
het schoolbestuur naar men moet aan
nemen op deze wijze steeds worden
schadeloos gesteld, wanneer de school,
ongeacht de nieuw getroffen regelingen
wél als gesubsidieerde instelling bad kun
nen voortbestaan.
Nu wij het toch over de financieele
zijde van de opheffing eener bijzondere
school hebben, is dit een geschikt punt om
melding te maken van de bepalingen,
welke het wetsontwerp daaromtrent bevat
voor 't geval van vereeniging van bijzon
dere scholen. Beslist de Kroon dat het
gebouw eener bijzondere scliool, gesticht
krachtens de bepalingen der Lageronder-
wijswet 1920, buiten gebruik is gekomen
als gevolg „van de opheffing van de
school in verband met samenvoeging met
één of meer andere scholen", dan wordt
de waarborgsom terugbetaald; beslissen
Gedeputeerde Staten in denzelfden zin,
dan wordt voor het schoolbestuur, dat de
vergoeding krachtens art. 205 der Wet
genoot, een regeling met het oog op de
sch-tlden getroffen als bovenbedoeld.
Bij de beoordeeling van de voorgestel
de bepalingen maakt de Nederlan
der bezwaar tegen de groote macht die
hier aan den Minister wordt geschonken.
Er is reden om de ministerieele inmen
ging met eenige meerdere waarborgen te
omk'eeden.
Verder wordt als zeer pijnlijk gevoeld,
dat de maatregel aangaande de opvoering
der minima, uitsluitend oo de bijzondere
scholen van toepassing wordt verklaard.
Aan de hand van een bij de begrooting
1935 O- ergelegde statistiek opgemaakt
naar den toestand van 31 Dec. 1933 wordt
dan nagegaan we'ke gevolgen de toepas
sing der nieuwe normen zal hebben.
Gemeentegrootte Openbare scholen
Totaal Te klein
meer dan 100.000 inw. 809 240 of 30
S0.001—100.000 inw. 163 18 of 11
20.001—50.000 inw. 263 47 of 18
20.000 en minder inw. 1850 608 of 33
Samen 3085 913 of 29.5
Gemeentegrootte Openbare scholen
Totaal Te klein
meer dan 100.000 inw. 580 98 of 17
50.001—100.000 inw. 382 47 of 12
20.001—50.000 inw. 454 32 of 7
20.000 en minder inw. 2985 314 of 10,5
Samen 4401 491 of 11
Er zouden derhalve 491 bijzondere
scholen of 11 °/o van het totaal aantal
de vergoedingen verliezen tenzij de minis
ter op de daarvoor in het ontwerp aan
gegeven gronden termen vindt om de
subsidieering te doen doorloopen.
Maar nu het openbaar onderwijs. Onze
cijfers stellen het niet in een geheel juist
daglicht. Immers juist in het jaar 1934
zijn bij het openbaar onderwijs vele scho
len opgeheven en de statistische gevol
gen daarvan hebben op de gegeven cijfers
nog niet ingewerkt. Laten we daarom
aannemen, dat in 1934 200 openbare
scholen zijn verdwenen en dat deze alle
behoorden tot de rubriek „te klein".
Zelfs dan nog zijn 713 openbare
scholen beneden de aan het bijzonder on
derwijs gestelde normen en kan men zeg
gen dat relatief tweemaal zooveel open
bare scholen beneden de maat zijn als bij
zondere.
In de feitelijke verhoudingen ligt dus
allerminst een grond om de apenbare
scholen te sparen. Het ware billijker het
openbaar onderwijs eerst den achterstand
in efficiency te doen inhalen.
Maar evenmin vindt het verschil in be
handeling van openbaar en bijzonder on
derwijs een rechtvaardiging in de plaats,
welke in het stelsel onzer wetgeving aan
het openbaar is toegedacht.
De Grondwet eischt, dat er in elke ge
meente gelegenheid zal zijn tot het ont
vangen van openbaar onderwijs. Deze ga
rantie-bepaling kan in den weg staan aan
de opheffing van de eenige openbare
school in een bepaalde gemeente. In art.
19 der Lager Onderwijswet zijn dienaan
gaande regelen gesteld. Maar het grond
wettelijk voorschrift bepaalt niets aan
gaande alle overige openbare scholen. Er
is dan ook geen, reden deze scholen, voor
zoover den eisch der grootte aangaat, niet
op denzelfden voet als de bijzondere te
behandelen.
De eerste stap op dezen weg is reeds
gezet. Toen de stichtings-minima voor
de bijzondere scholen werden gebracht op
de getallen, welke thans mede als minima
voor de exploitatievergoedingen zijn ge
dacht, zijn de openbare scholen aan een
gelijke regeling onderworpen.
Zijn critiek samenvattend besluit het
blad:
1. het ontwerp voldoet wat het bespro
ken onderdeel betreft niet aan den eiscb
der distributieve gerechtigheid. Ten aan
zien van het meerendeel der openbare
scholen kunnen en moeten gelijke eischen
worden geste1 d als met betrekking tot de
bijzondere scholen worden voorgedragen;
2. het 'ontwerp heeft bij da inschakeling
van het subjectieve element niet voor vol
doende waarborgen gezorgd. De onder
wijsraad, door de Bevredigingscommissie
voorgesteld, opdat „iedere gedachte aan
partijdige of bevooroordeelde behandeling
van zaken" zou kunnen verdwijnen, moet
worden ingeschakeld;
3. in de belangen van scholen, wier
leerlingental tijdelijk daalt beneden het
minimum en van ingroeiende scholen is
onvoldoende voorzien. Te haren aanzien
waren wettelijke regelen te stellen, gelijk
thans in de Lager onderwijswet voorko
men.
Goerinfl In het Roergebied.
Minister-president Goering is Donder-
da.g met zijn echtgenoote in gezelschap
van staatssecretaris Zoerner op het Bo-
chumer Hauptbahnhof aangekomen.
Na het monument voor de gevallen ka
meraden van den Bochumer Vere.n te
heoben ingewijd zette Goering de reis
naar Essen voort.
Voor het gebouw van de hoofddirectie
der Kruppfabrieken aldaar werden de
gasten verwelkomd door dr Krupp von
Bohlen en zijn echtgenoote.
Verduisteringen bij het post- en telefoon
kantoor te Moskou.
Het D'uitsche Nieuwsbureau meldt uit
Moskou, dat de officier van justitie een
strafvervolging heeft ingesteld tegen den
gewezen directeur en acht bedienden van
het hoofd-post-, telegraaf- en telefoon
kantoor te Moskou, wegens voortgezette
verduisteringen en andere ernstige mis
drijven. Verdachten hebben gedurende
verscheidene jaren materiaal van den
stedelijken telefoondienst voor eigen reke
ning verkocht en daardoor belangrijk bij
gedragen tot verscherping van de tele
fooncrisis in de hoofdstad.
Ofschoon er een groot gebrek bestond
aan telfoontoestellen, draad, koper, lood,
enz., zoodat zelfs aan het verzoek van tal
van autoriteiten om telefoonaansluiting
niet kon worden voldaan, hebben de direc
teur van het post- en telegraafkantoor en
acht bedienden uit de opslagplaatsen al
les verkocht, wat maar mogelijk was.
Hun verduisteringen beperkten zich niet
tot den telefoondienst. Op het hoofdpost
kantoor stapelden zich in den loop van
den tijd de pakketten en pakjes op, die
aan particulieren waren geadresseerd,
doch niet waren afgehaald. Het „consor
tium" ontwierp een vast verkoopplan
voor deze onbestelbare goederen en do
opbrengst ervan kwam in de zakken van
de deelnemers.
In totaal zijn zoo 3493 postpaketten
verkocht.
Een geloofsbelijdenis van het heldendom.
Te Stuttgart is een „Germaansche Bij
bel" gepubliceerd, die door de „Reichs-
wart", het officieel orgaan van de Natio-
naal-Socialistische „D'uitsche Geloofsbe-
weging" het „Evangelie der Germanen"
wordt genoemd.
Deze „Bijbel" bevat ook een Germaan
sche „geloofsbelijdenis" die den tekst van
de Apostolische Geloofsbelijdenis op den
voet volgt, en* zóó profaan van inhoud is,
dat wij die in ons blad niet kunnen af
drukken.
Hongarije, Duitschland en Oostenrijk.
In kringen van de Kleine Entente is
men geneigd in het onverwachte bezoek
van Schuschnigg aan Mussolini, vlak na
het overleg te Venetië, een aanwijzing te
zien, dat de Oostenrijksche regeering
daar niet heeft gevonden, waarop zij ge
hoopt had.
Met name schijnt zulks het geval te
zijn ten opzichte van de opvattingen,
welke de Hongaarsche minister van bui-
tenlandsche zaken, Kanya, daar namens
zijn regeering verdedigde en die de Oos
tenrijksche regeering niet dat gevoel van
veiligheid gaven, waaraan zij vooral van
den kant van de buurstaten op het oogen-
blik behoefte heeft.
Gedwongen leerling In Duitschland?
Naar men in Rijksbankkringen meent
beoogt men in Duitschland een gedwon
gen leening te sluiten ten laste van de
industrieele winsten die gemaakt zijn
sinds de nationaal-socialistische regee
ring aan het bewind kwam. Deze leening
zou moeten dienen om de vlottende
schuld van Duitschland in een schuld op
langen termijn om te zetten.
In nationaal-socialistische kringen legt
men er den nadruk op, dat de winsten
voorspruitende uit den arbeidsdienst, to
vergelijken zijn met oorlogswinsten en dat
de staat gerechtigd is daarop in het al
gemeen belang aanspraak te maken.
Automobiel-staking.
De stemming bij de Chrevrolet-fabrie-
ken te Toledo, die van vèr strekkende be
teekenis voor de geheele Amerikaansohe
automobielindustrie is, heeft tot resultaat
gehad, dat de arbeider* in een verhou-
Binnenland.
Rede van Minister Oud.
De Eerste Kamer heeft de Indische be
grooting aangenomen.
Bouw van goedkoope arbeiderswoningen.
Personeelsinkrimping bij de spoorwegen.
Buitenland.
Verduisteringen bij de posterijen te Mos-
cou.
Het nieuwe heidendom in Duitschland.
Het Engelsche vorstenpaar door bet par
lement gehuldigd.
De stand der wereldwerkloosheid.
ding van 2:1 tot voortzetting der staking
hengen nesioten.
D.t beteexent dat ongeveer 35.000 ar
beiders zonder werk blijven.
D'e 17 andere fabrieken der General
Motors, die namelijk uit solidariteit met
de arbeiders der Chevroiet-fabrieken
eveneens bet werk hebben neergelegd,
zijn vastbesloten het werk niet te hervat
ten alvorens het bestuur der General Mo
tors de eischen der arbeiders inwilligt.
Aangezien het bestuur van de General
Motors tot nu toe een zeer onverzettelijke
houding heeft aangenomen, heeft het er
op het oogenblix allen schijn van, dat
deze staking nog langen tijd zal duren.
Do wereldcatastrofe der werkloosheid.
De directeur van het Internationale Ar
beidsbureau te Genève, Harald Buuer,
toont aan, dat het ondanks een geueeite-
lijke verbetering geen enkel land gelukt
is zijn werkloozenindex naar den stand
van 1929 terug te brengen.
Slechts zeven landen, n.l. Duitschland,
Australië, Denemarken, Groot-Brittannië,
Japan, Noorwegen en Zweden speelden
het klaar hun werkloosheid tot minder
dan het dubbele van het aantal werkloo-
zen, dat er in 1929 was, te verminderen.
België, Frankrijk, Nederland, Polen en
Tsjecho-Slowakije hebben over het geheel
genomen gedurende het jaar 1934 met
grootere moeilijkheden op het gebied der
werkloosheid te kampen gehad dan in de
beide daaraan voorafgaande jaren.
Het rapport toont aan, dat, afgezien
van seizoeninvloeden, de werkloosheid,
over de geheele wereld genomen, in den
herfst van 1932 haar hoogtepunt bereikte.
Van dat oogenblik af trad een vermin
dering in die tot April 1934 aanhield. De
verbetering hield in den loop van 1934,
van het begin van den zomer af aan, in
verlangzaamd tempo aan.
De evangelische kerk en het nieuwe
heidendom.
Rijksbisschop Müller heeft tot de evan
gelische gemeenten in het rijk een bood
schap gericht om hun aan te manen een
de evangelische kerk waardige houding
aan te nemen tegen de nieuw-heidensche
bewegingen.
De Berlijnsche correspondent van de
Daily Tel. verneemt nu, dat Himmler,
chef der geheime politie (Gestapo) allo
exemplaren van de boodschap, die hij
heeft kunnen achterhalen, in beslag heeft
laten nemen.
De correspondent voegt aan dit bericht
toe: Dit is een nieuw bewijs, dat de nat.-
soc. staat zich meer en meer schaart aan
den kant van het heidendom. De bood
schap was gesteld in uiterst krachtige
termen, voor iemand, die zelf door de
kerkelijke oppositie (de Belijdenisbewe
ging) is aangevallen wegens ketterij. Als
zij niet in beslag was genomen, zou zij
veel hebben kunnen bijdragen tot een
verzoening tusschen den rijksbisschop en
de Belijdenissynode.
De nood in Illinois ten top gestegen.
Verscheidene honderden werkloozen, die
tengevolge van de nu reeds negen dagen
durende steuncrisis letterlijk op water
en brood gezet zijn, hebben besloten het
Staatskapitool te Springfield „tot den
hongerdood toe" te bezetten. Zij dragen
een bord bij zich, waarop geschreven
staat: „Het is beter op de trappen van
den staat te verhongeren dan thuis".
Het parlement van Illinois is inmiddels
tot de volgende week verdaagd. Daar voor
aanneming van de steunwet een twee
derden-meerderheid noodig is en de repu
blikeinen nog steeds hardnekkig vasthou
den aan het standpunt, dat de noodige
gelden door bezuinigingen moeten wor
den bijeengebracht, rekent men op een
verscherping van de crisis.
In vele gebieden is het reeds tot groote
betoogingen gekomen, in verband waar
mede de politie is versterkt.
De noodhulpcommissie staat machte
loos tegenover de situatie en noemt den
toestand uitermate ernstig. Er bestaat ge
vaar, dat de 350.000 gezinnen, die door
de hongercatastrofe geteisterd worden,
ook nog door epidemieën worden ge
troffen.