DE ZEEUW
N AT IO N A L E
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
De Pastorie aan Zee
HET ADRES
A. WILKING
leder "pak HONIG's VERMICELLI- ho*,?. mSKIKII -GRATIS
Wat er deze week voorviel
Binnenland
LEVENSVERZEKERING-BANK botterdam
In 1934
aan polishouders
uitgekeerd
ruim 40.000,— per dag
VAN
ZATERDAG 20 APRIL 1935, Nr 170.
WANT DE HEER IS OPGESTAAN.
Jezus zeide tot haar: Maria! Zij,
zich omkeerende, zeide tot Hem:
Rabbouni! Joh. 20 16.
Maria— Rabbouni.
Het zijn slechts twee woorden, maar in
die enkele woorden stort zich al de vreug
de der verrijzenis uit.
De vreugde van den Herder, Die uit
Zijn geslagenheid is verrezen, en Zijn
verstrooide schapen opzoekt, en de vreug
de van de kudde, die den Herder weer
ziet.
Die vreugde heeft niet veel woorden
noodig. In de weelde der ontmoeting wordt
niet meer gesproken. Als twee,'die elkan
der liefhebben, elkaar vinden, zeggen ze
niet meer dan het ééne woord.
Als Jezus Zijn discipelin vindt, en zij
Hem, wordt alle liefde vertolkt in dat
ontroerende: Maria—Rabbouni.
In die twee woorden ligt alles in.
In het woord van Jezus, want daarin
is de stem van den goeden Herder, Die
Zijn schapen bij name kent, en weet wat
ieder der Zijnen noodig heeft. Daarin is
de stem Zijner liefde, die hun smart
verstaat,j met hun zwakheden medelijden
heeft, en' de tranen van hun oogen droogt.
Maar daarin is ook de stem der
ontdekking, die de ongeloovigheid
niet vergoelijkt, doch zacht verwijtend
vraagt: waarom hebt gij Mij niet herkend,
Maria? Waarom zijt gij op den derden
dag zoo bedroefd. Wat zoekt gij den
Levende bij de dooden? Waarom...
En o, op al die stemmen, die in het
eene Maria klinken, geeft het eene
Rabbouni het ontroeringsvolle ant
woord.
Daarin belijdt Maria haar schuld over
haar kleingeloovigheid. Daarin vraagt zij
om vergeving voor haar moedeloosheid,
maar daarin jubelt zij ook van de vreug
de die haar ziel doorleeft.
Haar Jezus leeft. De dood kon Hem niet
houden.
Hij heeft getriomfeerd. Haar liefde heeft
haar voorwerp weer, en de donkerheid
der smart wijkt voor het licht der rijkste
verheugenis,
't allerdonkerst uur des lijdens
mag in blijdschap overgaan!
want de Heer is opgestaan!
HET BEZUINIGINGSONTWERP.
Een nieuwe salarisverlaging van 10 mill.
Naar wij vernemen, is in het bezuini-
gingsontwerp, waarvan de indiening spoe
dig is te verwachten, een nieuwe verlaging
van de salarissen der rijksambtenaren op
genomen ten bedrage van 10 millioen.
Het bezuinigingsontwerp zal voorts voor
een belangrijk gedeelte een machtigings
wet worden, waarbij de regeering zich
voor een aantal bezuinigingen en daar
mede verband houdende voorzieningen
regeling bij Koninklijk besluit voorbe
houdt.
In verban'd met het gerucht, dat de aan
vankelijk in het ontwerp ook opgenomen
aanpassing van de buiten den staatsdienst
op het oeconomisohe leven drukkende las
ten aan een lager niveau daaruit verwij
derd is, vernemen wij, dat hierin nader bij
een afzonderlijk ontwerp zal worden
voorzien.
AANSCHAFFING VLIEGTUIGEN.
Onttrekking van orders aan de eigen
industrie.
Op de vragen van het Tweede-Kamer
lid den heer Westerman in verband
met de aanschaffing van Douglas-vlieg-
FElll LLETOSN
door
GEORGE MAG DONALD.
65.) 01
,,Om je de waarheid te zeggen voor
mijzelf heb ik wel degelijk dat stukje lucht
en het zonlicht opgevat als het sprankje
hoop; waarop ik doelde. Maar ik geloof,
dat je bet zelf met een ander oogmerk
hebt aangebracht, en wel, om de tragedie
van het onderwerp nog sterker te doen
uitkomen".
„Nu weet ik, dat ik als kunstenaar ge
slaagd ben, hoe ik ook in het andere dwa
len mocht. U hebt juist geraden. Maar
daar ik wist, dat het schilderij u stellig
niet zou bevallen, koesterde ik in mijn
zwakheid de hoop, dat u niet mijn bedoe
ling, maar uw eigen meening erin zag
weergegeven".
Wynnie had zich buiten het gesprek
gehouden. Toen ik me van het schilderij
afwendde, zag ik, dat ze er bekommerd
uitzag of de vrijmoedigheid, waarmede
ik mijn meening gezegd had, dan wel het
schilderij zelf, er de oorzaak van was, kon
ik niet zeggen. Mijn oogen vielen op een
kleine waterverfschets die aan den wand
hing, ik ging er heen om hem te bekijken,
tuigen door de Koninklijke Ned.-Indi-
sche Luchtvaart Maatschappij heeft mi
nister Golijn, minister van Staat,
minister van Koloniën, mede namens den
minister van Waterstaat geantwoord,
dat de K. N. I. L. M., na zorgvuldig
onderzoek van hetgeen de Nederlandsche
industrie kon aanbieden of in uitzicht
stellen, de mogelijkheid van deelneming
dier industrie aan de vernieuwing harer
luchtvloot, zooveel doenlijk heeft open
gehouden, door haar bestelling in de Ver-
eenigde Staten van Amerika van het op
korten termijn benoodigd materieel tot
het uiterste te beperken.
Zij acht het niet verantwoord, waar
nog te weinig uitzicht bestaat, dat de
Douglas-toestellen hier te lande vervaar
digd worden, den aanvang van de voor
genomen vernieuwing van haar lucht
vloot voor onbepaalden tijd op te schor
ten en kan evenmin het risico, verbon
den aan een nieuw type van grooter
snelheid, dat niet eerst zijn bruikbaar
heid ten volle bewezen heeft, aanvaar
den.
De Regeering schenkt reeds geruimen
tijd haar volle aandacht aan maatrege
len om de verdere onttrekking van orders
aan de Nederlandsohe vliegtuigindustrie
te voorkomen. Mededeelingen hierom
trent worden in het huidige stadium van
overleg ondienstig' geacht,
te zetten, om te verkrijgen, dat ook in
omgekeerde richting de postverzending
eenzelfde versnelling ondergaat.
Zij mocht reeds van vele zijden adhae-
sie-betuigingen met haar streven ontvan
gen en zij hoopt, dat het haar gelukken
zal den stoot te geven tot een interna
tionale regeling, gegrond op de principes,
welke thans voor de Nederlandsche post
verzending naar het buitenland gelden,
en op den grondslag van reciprociteit
ook voor de verzending nèhr Nederland
en tusschen alle andere landen onderling
zal zijn opgebouwd.
Indrukken van den Gouverneur-Generaal.
Tijdens zijn verblijf te Soerabaja stond
de G.-G. aan een vertegenwoordiger van
de „Indische Courant" een onderhoud toe,
waarvan dit blad het volgende mede
deelt:
De G.-G. verklaarde een zeer gunstigen
indruk te hebben gekregen van Bali, waar
de tevredenheid van de bevolking bleek.
Er werden geen klachten vernomen, noch
van de zijde van het bestuur, noch van
de zijde van de bevolking, al worden de
moeilijkheden van dezen tijd ondervonden.
De toestanden in Oost-Java zijn minder
gunstig. Vooral Kediri ondervindt den
terugslag van de suikercrisis, terwijl el
ders in den Oosthoek men terugvalt tot
de tabak als steunpunt.
Ingezonden Mededeeling.
Postverzending per vliegtuig een succes.
Reeds eenige weken zijn verloopen
sedert de directeur-generaal der Neder
landsche posterijen dp regeling in wer
king heeft gesteld, waarbij brieven tegen
het gewone porto per luchtpost zullen
worden verzonden, indien deze eerder ver
trekt, dan de eerstvolgende mail per ge
wone gelegenheid. Van deze regeling, zoo
wordt uit Londen aan de T e 1 e g r. ge
meld, is hier in Nederlandsche handels
kringen met zeer veel bevrediging kennis
genomen.
De ervaringen gedurende de laatste
weken opgedaan, toonen aan, dat een
aanmerkelijke verbetering in de postbe
zorging werd-bereikt. Niet alleen werden
brieven, die thans in den loop van den
morgen in Nederland worden gepost, nog
met de laatste avondbestelling te Londen
bezorgd, doch voor brieven, die in Neder
land te laat voor de nachtmail naar Enge
land gepost worden, wordt zelfs een ge-
heele dag uitgewonnen.
Deze werden immers tot dusver met
de daarop volgende dagmail verstuurd,
waarvan de brieven eerst in den na-avond
te Londen aankomen, zoodat zij den vol
genden morgen eerst bezorgd werden, dus
den derden dag na verzending. Thans
echter vertrekken zij 's morgens met het
eerste vliegtuig en heeft de bezorging dus
in den loop van den dag, volgende op
den avond van verzending plaats.
Brieven uit het Noorden en Zuiden, die
's Zaterdagsavonds worden gepost, wor
den nu 's Maandags bezorgd, terwijl ze
vroeger eerst Dinsdagmorgen aankwamen.
Ook in de bezorging van aangeteekende
brieven kan verbetering geconstateerd
worden. Zoo is over de heele linie de
handel uitermate gebaat bij deze versnel
ling.
De Nederlandsche Kamer van Koop
handel is thans bezig een actie op touw
Wat Madoera betreft, hier waren ver
schillende klachten in verband met de
inkrimping van de zoutregie en de zeer
slechte veeprijzen, terwijl voorts de werk
gelegenheid voor Madoereezen in den
Oosthoek van Java zeer aanzienlijk min
der is dan vroeger.
Wat het laatste punt betreft releveer
de Z.Exc., dat vroeger 70.000 Madoereezen
werk vonden aan den Overwal, terwijl dit
aantal thans slechts 10.000 bedraagt. Op
deze wijze krijgt Madoera klappen van
drie kanten.
Sprekende over den veestapel merkte de
G.-G. op hoe het Bali-vee het Madoera-
vee verdringt, waarbij de hooge vracht
prijzen niet evenredig drukken, terwijl
bovendien de Madoerees zijn veestapel
zelf ondermijnt door het wegzenden der
grootste stukken vee.
Crisis-steun-beschikking aardappelen.
In de „Staatscourant'" van gisteren is
opgenomen de „Grisis-steunbeschikking
1935 Aardappelen (goedgekeurde poot-
aardappelen oogst 1933)".
Overeenkomstig het bij deze beschik
king gevoegde reglement, zal uit het Land-
bouw-Crisisfonds steun worden verleend
ten behoeve van de erkende telers van
aardappelen, die op 1 April 1934 bij de
Gewestelijke Aardappel-Organisaties wa
ren aangesloten.
Aan de erkende telers en aan de er
kende handelaren zullen over de door den
Nederlandschen Algemeenen Keurings
dienst goedgekeurde pootaardappelen van
den oogst 1933, uitkeeringen worden ge
daan.
üitgdkeerd zal worden per 100 kg. goed
gekeurde pootaardappelen, vallende bin
nen de maat 2860 mm, met een maxi
mum lengte van 8 cm, een bedrag, het
welk verschillend kan zijn. naar gelang
van de klasse, waarin de pootaardappelen
Ingezonden Mededeeling
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
door de Pootaardappelcommissie, met in
achtneming van de Classificatie door den
Nederlandschen Algemeenen Keurings
dienst, werden ingedeeld.
Moeilijkheden landbouwbedrijf
Hoeksche waard.
De looncommissie uit de landbouwers
in de Hoeksche Waard heeft opnieuw
aan de moderne en chr. landar beider s>-
bonden medegedeeld geen nut te zien in
besprekingen, indien van arbeiderszijde
de ingediende looneisch wordt gehand
haafd.
D'e hoofdbesturen van de landarbei
dersbonden, die hun leden wederom in
vergaderingen hebben bijeengeroepen, ad-
viseeren in dit werkgeversvoorstel niet te
treden en hen te machtigen al die maat
regelen te treffen om voor 1935/36 te
komen tot de afsluiting van een collectief
contract.
Burgemeesters.
Bij Kon. besluit van 17 dezer is aan
G. 03. Fortuyn, op zijn verzoek, met ingang
van 19 dezer, eervol ontslag verleend als
burgemeester der gemeenten Groot-Am-
mers, Nieuwpoort en Langerak.
DE STRIJD TEGEN DE AUTOBUSSEN.
De Hooge Raad heeft arrest gewezen
in de zaak van den staat der Nederlan
den tegen P. Verdoorn. D'e heer Verdoorn
beeft zich verzet tegen een maatregel, ge
nomen door ambtenaren van het rijks-
toezicht op de spoorwegen door in kort
geding te gaan bij den president der recht
bank te 's-Gravenhage. D'e betrokken amb
tenaren, optredende krachtens art. 13, lid
3 der wet op de openbare vervoermidde
len, wilden den heer V. beletten een auto
busdienst zonder vergunning in werking
te houden. Zij hielden de autobus aan en
lieten haar naar een andere plaats bren
gen. D'e president der rechtbank achtte
het in beslag nemen ongeoorloofd en gaf
de bus weer vrij. In hooger beroep heeft
bet gerechtshof te Den Haag dit vonnis
bevestigd.
D'e advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad, Mr Wijnveldt, concludeerde tot ver
nietiging van dit arres en terugverwijzing
der zaak. De Hooge Raad heeft thans
overwogen, dat art. 13 der wet openbare
vervoermiddelen, aan de overheid de be
voegdheid toekennende, om het zonder
vergunning in werking brengen of hou
den van een autobusdienst te beletten,
zonder daarbij aan te geven, op welke wij
ze dit beletten zal mogen geschieden, aan
de overheid het recht geeft ter bereiking
van dit doel die maatregelen toe te pas
sen, welke als redelijk zijn te beschouwen.
D'e door het Hof aangevoerde omstandig
heid, dat wel verboden is het zonder ver
gunning in werking brengen en houden
van een autobusdienst, doch niet het hou
den van autobussen, waarmede men zoo
danige diensten uitoefent, brengt nog
geenszins mede, ze°t de Hooge Raad, dat
een maatregel, als in dezen is genomen,
niet zou kunnen zijn een redelijk middel
om aan een verboden autobusdienst een
einde te maken. Tenslotte zegt de Hooge
Raad, dat, nu derhalve de grond, waarop
het Hof zonder verder onderzoek heeft
aangenomen, dat de overheid in dezen de
haar bij de wet toegekende bevoegdheid
heeft overschreden, niet juist is, de be
streden beslissing niet kan worden ge-
Ingezonden Mededeeling.
in de hoop, dat ik hier een wat vriende
lijker opmerking kon maken. Tot mijn
spijt zag echter in een oogopslag, dat de
zelfde gedachte eraan ten grondslag lag,
ofschoon de stof wat zachter en meer po
ëtisch was behandeld. Een meisje lag op
haar stervenssponde uitgestrekt. Een jon
geling hield haar hand vast. Het volle
zonlicht viel door het venster in de ka
mer en deed den vloer baden in een zee
van overweldigend licht. Ik wendde me af.
„Vindt u dit niet mooier, vader?" vroeg
Wynnie, met licht bevende stem.
„Het is mooi, dat is zeker", antwoord
de ik. Als ik slechts dit eene gezien had
zou ik het als een stemmingsstukje ge
waardeerd hebben. Maar nu ik eerst het
groote doel gezien heb, kan ik er niets
anders in zien dan dezelfde gedachte, die
op een meer teere manier wordt in beeld
gebracht".
Ik moet toegeven, dat ik een weinig
ontstemd was. Ik stelde veel belang in
Percivale, zoowel om zijn persoon als ter-
wille van mijn dochter, en ik had iets be
ters van hem verwacht. Maar ik begreep
toch, dat ik in mijn ontstemming te ver
was gegaan.
„Houd mijn opmerkingen ten goede,
Percivale", zeide ik, „ik vrees, dat ik een
beetje aan het doordraven ben geweest.
Bovendien, ik ben maar een dominee en
geen schilder, en daarom niet geschikt
om je werk dien lof te doen toekomen,
dien het ongetwijfeld verdient".
„Een openhartig oordeel kan me niet
kwetsen, hoezeer het me ook spijt, dat het
niet gunstiger is".
„Kom, misschien heb je nog wel iets
om te laten zien, dat meer in mijn smaak
valt".
Hij ging het vertrek door, waar talrijke
schilderijen tegen den wand stonden met
den voorkant er naar toe gekeerd. Hier
zocht hij er één van uit, maar voor hij het
ons liet zien, bevestigde hij het in een
leege lijst, 'die er naast stond.
Daarna plaatste hij het op den ezel. Ik
zal trachten er een beschrijving van te
geven, misschien dat mijn lezers iets van
mijn verrukking hegrijpen, die mij beving,
toen ik het een poos bekeken had.
Tegen den avondhemel stak een donke
re heuvel af met slechts enkele, dunne
denneboomen op den top er van. Langs
den weg, die over den heuvel voerde,, gin
gen vier edelknapen, die een stervenden
ridder droegen. Een droeg er zijn helm,
een ander voerde het paard bij den teugel,
waarvan slechts de fiere kop op het doek
te zien was. D'e ridder had een edel ge
laat, dat sprak van menige kamp en stel
lig een kamp om het recht te doen zege
vieren. Die strijd was ongetwijfeld een
overwinning geweest, want op zijn ster
vend gelaat rustte een trek van zegen en
tegelijkertijd van vrede. Het groepje had
juist den rand van een steile helling be
reikt, in de diepte zag men een vallei,
waar het laatste groen stond te rijpen,
terwijl op andere akkers de schooven reeds
opgeborgen waren. De zon was juist on
dergegaan, het goud van de lucht had
reeds plaats gemaakt voor een zacht geel.
In het midden van het dal was een water
plas, waarin de avondhemel zacht weer
kaatst werd.
„Maar beste kerel!" riep ik uit, „waar
om heb je nu dit niet eerst laten zien?
Wat een schilderij'. Het is schitterend!
Kijk toch eens, Wynnie. Zie je, het is
avond. De zon heeft zijn taak weer ver
richt, de natuur met zijn laatste stralen
in kleurenharmonie opluisterend. Ook de
oude ridder heeft zijn taak volbracht; zijn
.leven was een tijd van strijd en de vrede
wacht hem. Zij dragen hem huis- en graf
waarts. Zie hun gezichten, smartelijk en
toch in vereering voor het leven, dat lang
zaam henenvliet. De ridder is als een
aar, die gerijpt is en nu wordt afgemaaid;
daarom zijn in het dal de velden met ko
ren afgebeeld, dat men aan het maaien is.
Toch -zou de voorstelling niet volledig
zijn, als er geen aandacht gewijd was aan
de plaats, waar 'hij, wiens taak 'hier op
aarde is afgedaan, henengaat. Zie, als
een symbool, 'die 'diep donkere, warm ge
tinte lucht, en welk een goede gedachte om
er de aandacht op te vestigen door baar
in de vriendelijke waterplas te laten weer
kaatsen. Inderdaad, bet is een grootsc'h
De stille week was ditmaal allesbe
halve een stille week. Er heerschte veel
verkiezingsrumoer, en er werd een po
litieke strijd gestreden niet alleen maar
over de Prov. Staten, maar in feite over
het beleid van onze regeering. Van al
lerlei kant waren op dit laatste scherpe,
onredelijke aanvallen gedaan en het was
speciaal de A.R. partij, die van N.S.B.,
S.G.P. en C.D.U. de felste critiek te hoo-
ren kreeg. Het was te verwachten, dat
bepaalde groepen kiezers slachtoffer van
de Absalomspolitiek zouden worden en
zouden denken hun eigen belang te die
nen door een der genoemde partijen, die
leefden van de critiek, hun vertrouwen Li
schenken. D'e A.R. en G.H. partijen, on
bij deze nu maar te blijven, werden du;
gelouterd en beproefd en als wij daarop
letten, mogen we zeker over den uitslag
der verkiezingen in de 10 provincies niet
ontevreden zijn. Dat neemt niet weg, dat
er zwakke plekken te voorschijn zijn ge
komen waarop wel bijzonder mag wor
den gelet. De N.S.B. doet nu haar in
trede in Staten en Eerste Kamer en kau
nu toonen tot welken opbouwenden ar
beid zij in staat is. Veel verwachting heb
ben we er niet van.
Ook in de financieele wereld waren het
geen stille dagen. Allerlei duistere mach
ten, waar men blijkbaar machteloos te
genover staat en die men nog altijd niet
in het volle licht kan brengen en onscha
delijk maken, deden aanvallen op onzen
gulden en verspreidden zelfs leugenach
tige berichten, teneinde maar een paniek
stemming te verwekken, waarvan zij zou
den kunnen profiteeren. Gelukkig staat
onze gulden stevig en blijven regeering
en volk kalm. We worden hier niet zoo
spoedig omvergeblazen als in België.
Verder was het in de buitenlandsche
politiek ook een levendige drukte. De
conferentie van Stresa werd beëindigd
en kwam tot eenig resultaat. Het is Enge
land gelukt de scherpe kantjes wat af te
vijlen en Frankrijk en Italië wat milder
tegenover Duitschland te stemmen. Er is
op deze conferentie een geest van over
eenstemming en samenwerking aan den
dag getreden, wat, van practisch stand
punt gezien, veel waard is.
Toen volgde de buitengewone zitting
van den Volkenbondsraad. Daar is eer
resolutie aangenomen ook door Polen
gesanctionneerd die toch ook aan
scherpte was gespeend, maar waarover
Duitschland bitter ontstemd is.
De groote vraag is deze: Wat zal
Duitschland nu doen?
Zullen we weer de groote manifestatie
te aanschouwen krijgen van een Duitsch
plebisciet, gelijk sommige berichten wil
len doen gelooven?
De wacht is op Hitler, die vermoedelijk
niet naar Berlijn zal terugkeeren ter vie
ring van zijn verjaardag op heden
doch dien dag in Beieren zou door
brengen.
Hij confereert wel druk met zijn ver
trouwensmannen en ministers. Misschien
zal hij zich wel door de radio tot het
Duitsche volk richten.
handhaafd. De Hooge Raad heeft alzoo
het arrest vernietigd en de zaak terugver
wezen naar 'het gerechtshof te Den Haag,
teneinde met in ac'ht neming van deze uit
spraak verder te worden behandeld en be
slist.
Ingevolge dit arrest heeft het Rijkstoe-
zicht op de Spoorwegen Donderdag de
autobussen, die nog een geregelden dienst
onderhouden tusschen Den Haag en Am
sterdam in beslag genomen. Op dit traject
rijdt thans alleen nog de reisonderneming
„Novar". In de residentie werd Bonder-
dagmiddag eerst een autobus in beslag ge
nomen. Toen daarna de ondernemer pro'-
beerde de passagiers met een auto naar
Amsterdam te vervoeren, werd ook deze
auto in beslag genomen.
Het Rij'kstoezicht op de Spoorwegen
heeft aan de hand van de uitspraak van
den Hoogen Raad besloten de in beslag
genomen autobussen niet meer aan de
exploitanten terug te geven, tenzij deze
verklaren, dat zij' met het verboden ver
boden vervoer zullen ophouden.
schilderij vol gevoel een schilderij
en een gelijkenis."
Ik 'keek naar Wynnie. Haar oogen ston
den vol tranen.
„Ik kan u niet zeggen, hoe heerlijk i'k
het vind, dat u het mooi vindt I"
„Dat het me bevalt antwoordde i'k.
„Ik ben eenvoudig in verrukking meer
dan ik kan uitdrukken ik vind het zoo
wonder mooi, dat 'het mij niets zou kun
nen schelen om dat andere schilderij aan
de eerste de beste muur te moeten op
hangen, als ik er dit maar naast mocht
hangen."
„Dan," antwoordde Wynnie dapper, of
schoon haar stem strilde, „moet u ook
toegeven, vader,, dat uw critiek straks
wel wat scherp was."
„Niet, waar het dat vreeselij'ke schilde
rij betreft, kleintje; en dat was alles, wat
ik van Ihem gezien had, om zijn kunst
naar te beoordeelen. Zoo'n schilderij moest
niet gemaakt worden. Het is ons niet
aangewezen een 'apostel te zijn der wan
hoop; waar geen hoop is kan ook geen
plichtsbesef zijn."
„Maar, vader, u zult toch niet durven
beweren, dat mijnheer Percivale geen
plichtsbesef heeft", riep Wynnie, bijna
boos wordend.
(Slot volgt.)