DE ZEEUW N AT IO N A L E TWEEDE BLAD Voor den Zondag De Pastorie aan Zee HET ADRES A. WILKING leder "pak HONIG's VERMICELLI- ho*,?. mSKIKII -GRATIS Wat er deze week voorviel Binnenland LEVENSVERZEKERING-BANK botterdam In 1934 aan polishouders uitgekeerd ruim 40.000,— per dag VAN ZATERDAG 20 APRIL 1935, Nr 170. WANT DE HEER IS OPGESTAAN. Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkeerende, zeide tot Hem: Rabbouni! Joh. 20 16. Maria— Rabbouni. Het zijn slechts twee woorden, maar in die enkele woorden stort zich al de vreug de der verrijzenis uit. De vreugde van den Herder, Die uit Zijn geslagenheid is verrezen, en Zijn verstrooide schapen opzoekt, en de vreug de van de kudde, die den Herder weer ziet. Die vreugde heeft niet veel woorden noodig. In de weelde der ontmoeting wordt niet meer gesproken. Als twee,'die elkan der liefhebben, elkaar vinden, zeggen ze niet meer dan het ééne woord. Als Jezus Zijn discipelin vindt, en zij Hem, wordt alle liefde vertolkt in dat ontroerende: Maria—Rabbouni. In die twee woorden ligt alles in. In het woord van Jezus, want daarin is de stem van den goeden Herder, Die Zijn schapen bij name kent, en weet wat ieder der Zijnen noodig heeft. Daarin is de stem Zijner liefde, die hun smart verstaat,j met hun zwakheden medelijden heeft, en' de tranen van hun oogen droogt. Maar daarin is ook de stem der ontdekking, die de ongeloovigheid niet vergoelijkt, doch zacht verwijtend vraagt: waarom hebt gij Mij niet herkend, Maria? Waarom zijt gij op den derden dag zoo bedroefd. Wat zoekt gij den Levende bij de dooden? Waarom... En o, op al die stemmen, die in het eene Maria klinken, geeft het eene Rabbouni het ontroeringsvolle ant woord. Daarin belijdt Maria haar schuld over haar kleingeloovigheid. Daarin vraagt zij om vergeving voor haar moedeloosheid, maar daarin jubelt zij ook van de vreug de die haar ziel doorleeft. Haar Jezus leeft. De dood kon Hem niet houden. Hij heeft getriomfeerd. Haar liefde heeft haar voorwerp weer, en de donkerheid der smart wijkt voor het licht der rijkste verheugenis, 't allerdonkerst uur des lijdens mag in blijdschap overgaan! want de Heer is opgestaan! HET BEZUINIGINGSONTWERP. Een nieuwe salarisverlaging van 10 mill. Naar wij vernemen, is in het bezuini- gingsontwerp, waarvan de indiening spoe dig is te verwachten, een nieuwe verlaging van de salarissen der rijksambtenaren op genomen ten bedrage van 10 millioen. Het bezuinigingsontwerp zal voorts voor een belangrijk gedeelte een machtigings wet worden, waarbij de regeering zich voor een aantal bezuinigingen en daar mede verband houdende voorzieningen regeling bij Koninklijk besluit voorbe houdt. In verban'd met het gerucht, dat de aan vankelijk in het ontwerp ook opgenomen aanpassing van de buiten den staatsdienst op het oeconomisohe leven drukkende las ten aan een lager niveau daaruit verwij derd is, vernemen wij, dat hierin nader bij een afzonderlijk ontwerp zal worden voorzien. AANSCHAFFING VLIEGTUIGEN. Onttrekking van orders aan de eigen industrie. Op de vragen van het Tweede-Kamer lid den heer Westerman in verband met de aanschaffing van Douglas-vlieg- FElll LLETOSN door GEORGE MAG DONALD. 65.) 01 ,,Om je de waarheid te zeggen voor mijzelf heb ik wel degelijk dat stukje lucht en het zonlicht opgevat als het sprankje hoop; waarop ik doelde. Maar ik geloof, dat je bet zelf met een ander oogmerk hebt aangebracht, en wel, om de tragedie van het onderwerp nog sterker te doen uitkomen". „Nu weet ik, dat ik als kunstenaar ge slaagd ben, hoe ik ook in het andere dwa len mocht. U hebt juist geraden. Maar daar ik wist, dat het schilderij u stellig niet zou bevallen, koesterde ik in mijn zwakheid de hoop, dat u niet mijn bedoe ling, maar uw eigen meening erin zag weergegeven". Wynnie had zich buiten het gesprek gehouden. Toen ik me van het schilderij afwendde, zag ik, dat ze er bekommerd uitzag of de vrijmoedigheid, waarmede ik mijn meening gezegd had, dan wel het schilderij zelf, er de oorzaak van was, kon ik niet zeggen. Mijn oogen vielen op een kleine waterverfschets die aan den wand hing, ik ging er heen om hem te bekijken, tuigen door de Koninklijke Ned.-Indi- sche Luchtvaart Maatschappij heeft mi nister Golijn, minister van Staat, minister van Koloniën, mede namens den minister van Waterstaat geantwoord, dat de K. N. I. L. M., na zorgvuldig onderzoek van hetgeen de Nederlandsche industrie kon aanbieden of in uitzicht stellen, de mogelijkheid van deelneming dier industrie aan de vernieuwing harer luchtvloot, zooveel doenlijk heeft open gehouden, door haar bestelling in de Ver- eenigde Staten van Amerika van het op korten termijn benoodigd materieel tot het uiterste te beperken. Zij acht het niet verantwoord, waar nog te weinig uitzicht bestaat, dat de Douglas-toestellen hier te lande vervaar digd worden, den aanvang van de voor genomen vernieuwing van haar lucht vloot voor onbepaalden tijd op te schor ten en kan evenmin het risico, verbon den aan een nieuw type van grooter snelheid, dat niet eerst zijn bruikbaar heid ten volle bewezen heeft, aanvaar den. De Regeering schenkt reeds geruimen tijd haar volle aandacht aan maatrege len om de verdere onttrekking van orders aan de Nederlandsohe vliegtuigindustrie te voorkomen. Mededeelingen hierom trent worden in het huidige stadium van overleg ondienstig' geacht, te zetten, om te verkrijgen, dat ook in omgekeerde richting de postverzending eenzelfde versnelling ondergaat. Zij mocht reeds van vele zijden adhae- sie-betuigingen met haar streven ontvan gen en zij hoopt, dat het haar gelukken zal den stoot te geven tot een interna tionale regeling, gegrond op de principes, welke thans voor de Nederlandsche post verzending naar het buitenland gelden, en op den grondslag van reciprociteit ook voor de verzending nèhr Nederland en tusschen alle andere landen onderling zal zijn opgebouwd. Indrukken van den Gouverneur-Generaal. Tijdens zijn verblijf te Soerabaja stond de G.-G. aan een vertegenwoordiger van de „Indische Courant" een onderhoud toe, waarvan dit blad het volgende mede deelt: De G.-G. verklaarde een zeer gunstigen indruk te hebben gekregen van Bali, waar de tevredenheid van de bevolking bleek. Er werden geen klachten vernomen, noch van de zijde van het bestuur, noch van de zijde van de bevolking, al worden de moeilijkheden van dezen tijd ondervonden. De toestanden in Oost-Java zijn minder gunstig. Vooral Kediri ondervindt den terugslag van de suikercrisis, terwijl el ders in den Oosthoek men terugvalt tot de tabak als steunpunt. Ingezonden Mededeeling. Postverzending per vliegtuig een succes. Reeds eenige weken zijn verloopen sedert de directeur-generaal der Neder landsche posterijen dp regeling in wer king heeft gesteld, waarbij brieven tegen het gewone porto per luchtpost zullen worden verzonden, indien deze eerder ver trekt, dan de eerstvolgende mail per ge wone gelegenheid. Van deze regeling, zoo wordt uit Londen aan de T e 1 e g r. ge meld, is hier in Nederlandsche handels kringen met zeer veel bevrediging kennis genomen. De ervaringen gedurende de laatste weken opgedaan, toonen aan, dat een aanmerkelijke verbetering in de postbe zorging werd-bereikt. Niet alleen werden brieven, die thans in den loop van den morgen in Nederland worden gepost, nog met de laatste avondbestelling te Londen bezorgd, doch voor brieven, die in Neder land te laat voor de nachtmail naar Enge land gepost worden, wordt zelfs een ge- heele dag uitgewonnen. Deze werden immers tot dusver met de daarop volgende dagmail verstuurd, waarvan de brieven eerst in den na-avond te Londen aankomen, zoodat zij den vol genden morgen eerst bezorgd werden, dus den derden dag na verzending. Thans echter vertrekken zij 's morgens met het eerste vliegtuig en heeft de bezorging dus in den loop van den dag, volgende op den avond van verzending plaats. Brieven uit het Noorden en Zuiden, die 's Zaterdagsavonds worden gepost, wor den nu 's Maandags bezorgd, terwijl ze vroeger eerst Dinsdagmorgen aankwamen. Ook in de bezorging van aangeteekende brieven kan verbetering geconstateerd worden. Zoo is over de heele linie de handel uitermate gebaat bij deze versnel ling. De Nederlandsche Kamer van Koop handel is thans bezig een actie op touw Wat Madoera betreft, hier waren ver schillende klachten in verband met de inkrimping van de zoutregie en de zeer slechte veeprijzen, terwijl voorts de werk gelegenheid voor Madoereezen in den Oosthoek van Java zeer aanzienlijk min der is dan vroeger. Wat het laatste punt betreft releveer de Z.Exc., dat vroeger 70.000 Madoereezen werk vonden aan den Overwal, terwijl dit aantal thans slechts 10.000 bedraagt. Op deze wijze krijgt Madoera klappen van drie kanten. Sprekende over den veestapel merkte de G.-G. op hoe het Bali-vee het Madoera- vee verdringt, waarbij de hooge vracht prijzen niet evenredig drukken, terwijl bovendien de Madoerees zijn veestapel zelf ondermijnt door het wegzenden der grootste stukken vee. Crisis-steun-beschikking aardappelen. In de „Staatscourant'" van gisteren is opgenomen de „Grisis-steunbeschikking 1935 Aardappelen (goedgekeurde poot- aardappelen oogst 1933)". Overeenkomstig het bij deze beschik king gevoegde reglement, zal uit het Land- bouw-Crisisfonds steun worden verleend ten behoeve van de erkende telers van aardappelen, die op 1 April 1934 bij de Gewestelijke Aardappel-Organisaties wa ren aangesloten. Aan de erkende telers en aan de er kende handelaren zullen over de door den Nederlandschen Algemeenen Keurings dienst goedgekeurde pootaardappelen van den oogst 1933, uitkeeringen worden ge daan. üitgdkeerd zal worden per 100 kg. goed gekeurde pootaardappelen, vallende bin nen de maat 2860 mm, met een maxi mum lengte van 8 cm, een bedrag, het welk verschillend kan zijn. naar gelang van de klasse, waarin de pootaardappelen Ingezonden Mededeeling voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST door de Pootaardappelcommissie, met in achtneming van de Classificatie door den Nederlandschen Algemeenen Keurings dienst, werden ingedeeld. Moeilijkheden landbouwbedrijf Hoeksche waard. De looncommissie uit de landbouwers in de Hoeksche Waard heeft opnieuw aan de moderne en chr. landar beider s>- bonden medegedeeld geen nut te zien in besprekingen, indien van arbeiderszijde de ingediende looneisch wordt gehand haafd. D'e hoofdbesturen van de landarbei dersbonden, die hun leden wederom in vergaderingen hebben bijeengeroepen, ad- viseeren in dit werkgeversvoorstel niet te treden en hen te machtigen al die maat regelen te treffen om voor 1935/36 te komen tot de afsluiting van een collectief contract. Burgemeesters. Bij Kon. besluit van 17 dezer is aan G. 03. Fortuyn, op zijn verzoek, met ingang van 19 dezer, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeenten Groot-Am- mers, Nieuwpoort en Langerak. DE STRIJD TEGEN DE AUTOBUSSEN. De Hooge Raad heeft arrest gewezen in de zaak van den staat der Nederlan den tegen P. Verdoorn. D'e heer Verdoorn beeft zich verzet tegen een maatregel, ge nomen door ambtenaren van het rijks- toezicht op de spoorwegen door in kort geding te gaan bij den president der recht bank te 's-Gravenhage. D'e betrokken amb tenaren, optredende krachtens art. 13, lid 3 der wet op de openbare vervoermidde len, wilden den heer V. beletten een auto busdienst zonder vergunning in werking te houden. Zij hielden de autobus aan en lieten haar naar een andere plaats bren gen. D'e president der rechtbank achtte het in beslag nemen ongeoorloofd en gaf de bus weer vrij. In hooger beroep heeft bet gerechtshof te Den Haag dit vonnis bevestigd. D'e advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, Mr Wijnveldt, concludeerde tot ver nietiging van dit arres en terugverwijzing der zaak. De Hooge Raad heeft thans overwogen, dat art. 13 der wet openbare vervoermiddelen, aan de overheid de be voegdheid toekennende, om het zonder vergunning in werking brengen of hou den van een autobusdienst te beletten, zonder daarbij aan te geven, op welke wij ze dit beletten zal mogen geschieden, aan de overheid het recht geeft ter bereiking van dit doel die maatregelen toe te pas sen, welke als redelijk zijn te beschouwen. D'e door het Hof aangevoerde omstandig heid, dat wel verboden is het zonder ver gunning in werking brengen en houden van een autobusdienst, doch niet het hou den van autobussen, waarmede men zoo danige diensten uitoefent, brengt nog geenszins mede, ze°t de Hooge Raad, dat een maatregel, als in dezen is genomen, niet zou kunnen zijn een redelijk middel om aan een verboden autobusdienst een einde te maken. Tenslotte zegt de Hooge Raad, dat, nu derhalve de grond, waarop het Hof zonder verder onderzoek heeft aangenomen, dat de overheid in dezen de haar bij de wet toegekende bevoegdheid heeft overschreden, niet juist is, de be streden beslissing niet kan worden ge- Ingezonden Mededeeling. in de hoop, dat ik hier een wat vriende lijker opmerking kon maken. Tot mijn spijt zag echter in een oogopslag, dat de zelfde gedachte eraan ten grondslag lag, ofschoon de stof wat zachter en meer po ëtisch was behandeld. Een meisje lag op haar stervenssponde uitgestrekt. Een jon geling hield haar hand vast. Het volle zonlicht viel door het venster in de ka mer en deed den vloer baden in een zee van overweldigend licht. Ik wendde me af. „Vindt u dit niet mooier, vader?" vroeg Wynnie, met licht bevende stem. „Het is mooi, dat is zeker", antwoord de ik. Als ik slechts dit eene gezien had zou ik het als een stemmingsstukje ge waardeerd hebben. Maar nu ik eerst het groote doel gezien heb, kan ik er niets anders in zien dan dezelfde gedachte, die op een meer teere manier wordt in beeld gebracht". Ik moet toegeven, dat ik een weinig ontstemd was. Ik stelde veel belang in Percivale, zoowel om zijn persoon als ter- wille van mijn dochter, en ik had iets be ters van hem verwacht. Maar ik begreep toch, dat ik in mijn ontstemming te ver was gegaan. „Houd mijn opmerkingen ten goede, Percivale", zeide ik, „ik vrees, dat ik een beetje aan het doordraven ben geweest. Bovendien, ik ben maar een dominee en geen schilder, en daarom niet geschikt om je werk dien lof te doen toekomen, dien het ongetwijfeld verdient". „Een openhartig oordeel kan me niet kwetsen, hoezeer het me ook spijt, dat het niet gunstiger is". „Kom, misschien heb je nog wel iets om te laten zien, dat meer in mijn smaak valt". Hij ging het vertrek door, waar talrijke schilderijen tegen den wand stonden met den voorkant er naar toe gekeerd. Hier zocht hij er één van uit, maar voor hij het ons liet zien, bevestigde hij het in een leege lijst, 'die er naast stond. Daarna plaatste hij het op den ezel. Ik zal trachten er een beschrijving van te geven, misschien dat mijn lezers iets van mijn verrukking hegrijpen, die mij beving, toen ik het een poos bekeken had. Tegen den avondhemel stak een donke re heuvel af met slechts enkele, dunne denneboomen op den top er van. Langs den weg, die over den heuvel voerde,, gin gen vier edelknapen, die een stervenden ridder droegen. Een droeg er zijn helm, een ander voerde het paard bij den teugel, waarvan slechts de fiere kop op het doek te zien was. D'e ridder had een edel ge laat, dat sprak van menige kamp en stel lig een kamp om het recht te doen zege vieren. Die strijd was ongetwijfeld een overwinning geweest, want op zijn ster vend gelaat rustte een trek van zegen en tegelijkertijd van vrede. Het groepje had juist den rand van een steile helling be reikt, in de diepte zag men een vallei, waar het laatste groen stond te rijpen, terwijl op andere akkers de schooven reeds opgeborgen waren. De zon was juist on dergegaan, het goud van de lucht had reeds plaats gemaakt voor een zacht geel. In het midden van het dal was een water plas, waarin de avondhemel zacht weer kaatst werd. „Maar beste kerel!" riep ik uit, „waar om heb je nu dit niet eerst laten zien? Wat een schilderij'. Het is schitterend! Kijk toch eens, Wynnie. Zie je, het is avond. De zon heeft zijn taak weer ver richt, de natuur met zijn laatste stralen in kleurenharmonie opluisterend. Ook de oude ridder heeft zijn taak volbracht; zijn .leven was een tijd van strijd en de vrede wacht hem. Zij dragen hem huis- en graf waarts. Zie hun gezichten, smartelijk en toch in vereering voor het leven, dat lang zaam henenvliet. De ridder is als een aar, die gerijpt is en nu wordt afgemaaid; daarom zijn in het dal de velden met ko ren afgebeeld, dat men aan het maaien is. Toch -zou de voorstelling niet volledig zijn, als er geen aandacht gewijd was aan de plaats, waar 'hij, wiens taak 'hier op aarde is afgedaan, henengaat. Zie, als een symbool, 'die 'diep donkere, warm ge tinte lucht, en welk een goede gedachte om er de aandacht op te vestigen door baar in de vriendelijke waterplas te laten weer kaatsen. Inderdaad, bet is een grootsc'h De stille week was ditmaal allesbe halve een stille week. Er heerschte veel verkiezingsrumoer, en er werd een po litieke strijd gestreden niet alleen maar over de Prov. Staten, maar in feite over het beleid van onze regeering. Van al lerlei kant waren op dit laatste scherpe, onredelijke aanvallen gedaan en het was speciaal de A.R. partij, die van N.S.B., S.G.P. en C.D.U. de felste critiek te hoo- ren kreeg. Het was te verwachten, dat bepaalde groepen kiezers slachtoffer van de Absalomspolitiek zouden worden en zouden denken hun eigen belang te die nen door een der genoemde partijen, die leefden van de critiek, hun vertrouwen Li schenken. D'e A.R. en G.H. partijen, on bij deze nu maar te blijven, werden du; gelouterd en beproefd en als wij daarop letten, mogen we zeker over den uitslag der verkiezingen in de 10 provincies niet ontevreden zijn. Dat neemt niet weg, dat er zwakke plekken te voorschijn zijn ge komen waarop wel bijzonder mag wor den gelet. De N.S.B. doet nu haar in trede in Staten en Eerste Kamer en kau nu toonen tot welken opbouwenden ar beid zij in staat is. Veel verwachting heb ben we er niet van. Ook in de financieele wereld waren het geen stille dagen. Allerlei duistere mach ten, waar men blijkbaar machteloos te genover staat en die men nog altijd niet in het volle licht kan brengen en onscha delijk maken, deden aanvallen op onzen gulden en verspreidden zelfs leugenach tige berichten, teneinde maar een paniek stemming te verwekken, waarvan zij zou den kunnen profiteeren. Gelukkig staat onze gulden stevig en blijven regeering en volk kalm. We worden hier niet zoo spoedig omvergeblazen als in België. Verder was het in de buitenlandsche politiek ook een levendige drukte. De conferentie van Stresa werd beëindigd en kwam tot eenig resultaat. Het is Enge land gelukt de scherpe kantjes wat af te vijlen en Frankrijk en Italië wat milder tegenover Duitschland te stemmen. Er is op deze conferentie een geest van over eenstemming en samenwerking aan den dag getreden, wat, van practisch stand punt gezien, veel waard is. Toen volgde de buitengewone zitting van den Volkenbondsraad. Daar is eer resolutie aangenomen ook door Polen gesanctionneerd die toch ook aan scherpte was gespeend, maar waarover Duitschland bitter ontstemd is. De groote vraag is deze: Wat zal Duitschland nu doen? Zullen we weer de groote manifestatie te aanschouwen krijgen van een Duitsch plebisciet, gelijk sommige berichten wil len doen gelooven? De wacht is op Hitler, die vermoedelijk niet naar Berlijn zal terugkeeren ter vie ring van zijn verjaardag op heden doch dien dag in Beieren zou door brengen. Hij confereert wel druk met zijn ver trouwensmannen en ministers. Misschien zal hij zich wel door de radio tot het Duitsche volk richten. handhaafd. De Hooge Raad heeft alzoo het arrest vernietigd en de zaak terugver wezen naar 'het gerechtshof te Den Haag, teneinde met in ac'ht neming van deze uit spraak verder te worden behandeld en be slist. Ingevolge dit arrest heeft het Rijkstoe- zicht op de Spoorwegen Donderdag de autobussen, die nog een geregelden dienst onderhouden tusschen Den Haag en Am sterdam in beslag genomen. Op dit traject rijdt thans alleen nog de reisonderneming „Novar". In de residentie werd Bonder- dagmiddag eerst een autobus in beslag ge nomen. Toen daarna de ondernemer pro'- beerde de passagiers met een auto naar Amsterdam te vervoeren, werd ook deze auto in beslag genomen. Het Rij'kstoezicht op de Spoorwegen heeft aan de hand van de uitspraak van den Hoogen Raad besloten de in beslag genomen autobussen niet meer aan de exploitanten terug te geven, tenzij deze verklaren, dat zij' met het verboden ver boden vervoer zullen ophouden. schilderij vol gevoel een schilderij en een gelijkenis." Ik 'keek naar Wynnie. Haar oogen ston den vol tranen. „Ik kan u niet zeggen, hoe heerlijk i'k het vind, dat u het mooi vindt I" „Dat het me bevalt antwoordde i'k. „Ik ben eenvoudig in verrukking meer dan ik kan uitdrukken ik vind het zoo wonder mooi, dat 'het mij niets zou kun nen schelen om dat andere schilderij aan de eerste de beste muur te moeten op hangen, als ik er dit maar naast mocht hangen." „Dan," antwoordde Wynnie dapper, of schoon haar stem strilde, „moet u ook toegeven, vader,, dat uw critiek straks wel wat scherp was." „Niet, waar het dat vreeselij'ke schilde rij betreft, kleintje; en dat was alles, wat ik van Ihem gezien had, om zijn kunst naar te beoordeelen. Zoo'n schilderij moest niet gemaakt worden. Het is ons niet aangewezen een 'apostel te zijn der wan hoop; waar geen hoop is kan ook geen plichtsbesef zijn." „Maar, vader, u zult toch niet durven beweren, dat mijnheer Percivale geen plichtsbesef heeft", riep Wynnie, bijna boos wordend. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5