WOENSDAG 10 APRIL 1935
DAGBLAD VOOR OE PROVINCIE ZEELAND
49e JAARGANG - No. 162
Buitenland.
Binnenland
Staten-Generaal.
Belangrijkste Nieuws.
Uit de Provincie
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455,
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 18, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
De Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 00 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Gedeputeerde Staten.
Op de beteekenis van de Statenverkie
zing, mede in verband met het feit, dat
de Statenleden straks uit hun midden het
college van Ged. Staten hebben aan te
wijzen, is door ons al meermalen de aan
dacht gevestigd.
In onze provincie bestaat dit college
sinds eenige jaren uit leden, die de Anti
revolutionaire, de Chr. Historische, de
R.-Katholieke en de liberale beginselen
zijn toegedaan.
In verband daarmede schrijft de heer
D. Kodde in de „Banier" een artikel,
waarin het o.m. heet:
„Hoewel formeel de Staten des Woens
dags na den eersten Dinsdag in Juli van
het jaar waarin algemeene verkiezingen
worden gehouden, de Gedeputeerde Staten
verkiezen, blijkt toch wel, dat vooraf
reeds is uitgemaakt, wie Gedeputeerde
wordt.
Daarmede staat dan ook vast, dat de
samenstelling zoo gewild wordt.
Immers, wanneer het niet vooraf werd
uitgemaakt dan zou men kunnen beslui
ten, dat er nu eenmaal een college van
Gedeputeerde Staten zijn moet, en dat er
niet altijd mogelijkheid is om een samen
stelling te krijgen, die in alle opzichten
bevredigt.
Is het echter te verdedigen, dat het
college zoo wordt samengesteld?
Het gaat niet over de personen; het
gaat om de beginselen. De personen kan
men achten hoewel men het door hen
voorgestane beginsel niet aanvaardt,
maar bestrijdt.
Mogen de partijen, die aan die samen
stelling medewerken zich bij verkiezing
beroepen op de handhaving der begin
selen volgens Gods Woord, en straks, als
de verkiezingen zijn afgeloopen, helpen
om mannen, die krachtens hun beginsel
dat Woord niet tot hun Richtsnoer heb
ben, op een zoo gewichtige plaats te
brengen?"
Terecht wijst de heer Kodde er op, dat
er nu eenmaal een college van Ged. Sta
ten moet zijn en dat het niet altijd moge
lijk is een samenstelling te krijgen, die
in alle opzichten bevredigt.
Maar daarmee is dan ook de basis van
zijn betoog weggevallen.
De toestand is nu eenmaal zoo, dat de
Anti-revolutionairen en de Chr.-Histori-
schen, zelfs als de Staatk. Geref. leden
bereid waren hen te steunen, in de Staten
in de minderheid zijn.
Dit had voor hen aanleiding kunnen
zijn om in het college van Ged. Staten
geen zitting te nemen.
Dan hadden we gekregen een college
van Gedeputeerden, gevormd door R.-Ka-
tholieken en liberalen en socialisten.
De A.-R. partij had dan niet het ver
wijt te hooren gekregen, dat zij in dit
college met Roomschen en liberalen
samenwerkte.
Maar...... en dat mag niet over het
hoofd 'worden gezien: hun verant
woordelijkheid was gebleven.
Als een partij of fractie moedwillig en
vrijwillig haar invloed ongebruikt laat,
dan kan dat in sommige gevallen ge
makkelijk zijn, maar het ontheft haar
niet van hare verantwoordelijkheid.
Als de Anti-revolutionaire Statenleden
geweigerd hadden aan de vorming van
een gemengd college van Gedeputeerde
Staten mee te werken, dan zouden zij
voor de gevolgen verantwoordelijk zijn.
Dan zou het aan hunne schuld te wijten
zijn, dat misschien een geheel linksch
college moest optreden, dat in den kring
van Gedeputeerden het A.-R. geluid niet
werd gehoord.
De vraag van den heer Kodde had dan
ook aldus moeten luiden:
Mogen partijen, die zich bij de verkie
zing beroepen op de handhaving der be
ginselen volgens Gods Woord, straks als
de verkiezingen afgeloopen zijn, door zich
te onttrekken, meewerkten, dat mannen,
die krachtens hun beginsel dat Woord
niet tot hun richtsnoer hebben, de ge-
heele leiding in handen nemen?
Het antwoord is gemakkelijk te geven.
Het zou onverantwoordelijk
zijn.
Dat de heer Kodde dit ook zelf heeft
gevoelt, moge hieruit blijken, dat hij tegen
zijn benoeming tot buitengewoon lid van
Ged. Staten, geen bezwaar heeft gemaakt.
Verklaring van Simon in het Lagerhuis.
Minister Simon heeft gistermiddag in
het Engelsche Lagerhuis een verklaring
afgelegd, naar aanleiding van de bezoe
ken, welke in de Europeesche hoofdste
den gebracht zijn.
Ten aanzien van het Oostelijk pact heeft
Hitier duidelijk gemaakt, dat Duitschland
niet bereid was een pact te teekenen,
waaraan het verleenen van onderlingen
bijstand verbonden was.
In het bijzonder is Duitschland niet
bereid een pact te teekenen van ouder
lingen bijstand tussohen Duitschland en
de Sowjetunie.
Ook is Hitier niet bereid eenig niet-
aanvalsverdrag met Litauen te sluiten.
In Moskou vernam Eden, dat de Sow-
jetregeering van meening was, dat de
huidige internationale situatie het meer
dan ooit noodzakelijk maakt voort te
gaan met streven naar bevordering van
den opbouw van een veiligheidssysteem
in Europa.
In Warschau zette de minister van
Buitenlandsche Zaken uiteen, dat Polen
door zijn bestaande overeenkomsten met
Rusland en met Duitschland rustige toe
standen had geschapen op de beide gren
zen en dat de vraag, die Polen zichzelf
moest stellen was, of een of ander nieuw
voorstel de goede sfeer, die daardoor ge
schapen was, zou verbeteren of niet.
De kwestie van het Oostpact is ook in
het kort besproken tijdens het onderhoud,
dat Eden heeft gehad te Praag met mi
nister Benesj.
Duitschland eischte het bezit van alle
soorten van bewapening, welke ook an
dere landen bezaten en was niet genegen
afstand te doen van eenige soort, indien
ook andere landen daarvan geen afstand
deden.
Wat betreft de bewapening ter zee
eischte Duitschland met zeker 'voorbe
houd 35 pet. van de Britsche tonnage.
Duitschland eischte voorts gelijkheid
in luchtbewapening met Engeland en
Frankrijk, voor zoover de Russische
luchtmacht geen revisie noodzakelijk zou
maken.
Herbert Samuel vroeg, dat er een ver
zekering zal worden gegeven, dat er te
Stresa geen definitieve verplichting zal
worden aangegaan zonder voorafgaande
bespreking in het Parlement.
John Simon antwoordde, dat deze ver
zekering kon worden gegeven.
Austen Chamberlain vroeg, dat er in
het Lagerhuis, onmiddellijk na het
Paaschrecès, een volledig debat zal wor
den gehouden.
Mac Donald willigde dit verzoek in.
Besluit tot stichting van een Geref. Kerk
over geheel Duitschland.
Onlangs heeft te Siegen de 2e Vrije Ge
reformeerde Synode vergaderd. Aan den
vooravond der synode sprak Prof. Karl
Barth voor een ontzaglijke schare Siegen-
landers over het tweede gebod. Op de
synode waren afgevaardigden uit Schot
land, uit Engeland en uit Zwitserland te
genwoordig.
De synode besloot om alle belijdende
Gereformeerde gemeenten in Duitschland,
wel'ke zich houden aan de H. Schrift en
den Heidelberger Catechismus en instem
men met de Barmer-verklaringen van 4
Jan. 1934 en 31 Mei 1934 en de Dahle-
mer-verklaring van 20 Oct. 1934, te ver
eenigen tot de „vrije synoden der belij
dende Gereformeerde kerk van Duitsch
land."
Dit besluit beteekent, dat naast de
eenige Geref. landskerk die Duitschland
thans telt (Hannover met Oost-Friesland),
de Siegentsche synode zich opmaakt een
Geref. Kerk in Duitschland te verzamelen.
Er zijn 5 millioen Gereformeerden in
Duitschland.
Een commissie der synode werd be
noemd om met den Broederraad der
Duitsche Evangelische belijdeniskerk in
verbinding te treden en in verbinding met
de Luthersche belijdenisbeweging tot de
oprichting van een kerkelijke school over
te gaan.
Een motie werd aangenomen, sympathie
uitsprekend voor de predikanten, die op
en om 10 en 17 Maart geleden hebben.
Aan Hitier werd het volgend telegram
gezonden: „Bij den leider en rijkskanse
lier van het Duitsche volk klaagt de 2e
vrije Gereformeerde synode die staats
organen aan, die voor de vervolging der
Evangelische kerk, met name in Nassau-
Hessen, de verantwoordelijkheid dragen.
De synode verzoekt den leider en rijks
kanselier eerbiedig om zijn persoonlijk in
grijpen."
Ten slotte besloot de synode, dat het
financieel bestuur der kerken onder zeg
genschap der kerkeraden moest blijven
staan en geen enkele regeling aanvaard
kan worden,' die deze zeggenschap zou
wegnemen.
Korte Berichten.
i President Roosevelt heeft de wets
voorstellen aangaande de werkverschaf
fing, waarvoor, zooals bekend, 4880 mil
lioen wordt beschikbaar gesteld, onder
teekend in den trein tusschen Miami en
New-York. De wet was hem per marine
vliegtuig naar Miami toegezonden.
Californië wordt tengevolge van den
aanhoudenden regen door hoog water ge
teisterd. Reeds zijn 19 personen om het
leven gekomen.
1 Gisteren is een grootsche huldiging
den 70-jardgen Ludendorff ten deel geval
len,
Heden vertrekken verschillende ge
delegeerden naar Stresa.
i Bij den aanvang van het belasting
jaar heeft de minister van financiën be
kend gemaakt, dat de automobielen in
Joego-Slavië voortaan vrijgesteld zullen
zijn van belasting. Men hoopt, dat de der
ving van inkomsten, die hierdoor ontstaat
goedgemaakt zal worden door een ver
meerderd gebruik van automobielen en de
automatische toename van het verbruik
van benzine, die belast blijft.
Verschillende deelen van Californië
zijn door een hevigen orkaan geteisterd,
die in tal van plaatsen en vooral op de
velden groote schade heeft aangericht. Er
zijn 12 dooden.
MINISTER COLIJN.
De minister-president, dr H. Golijn, zal
heden 'het ziekenhuis Bronovo te 'sGra-
venhage verlaten en zijn verder verlof tot
Paschen in het binnenland doorbrengen.
UITVOERING VAN WERKEN IN
WERKVERSCHAFFING.
De voorwaarden voor gewone aan
besteding. Mededeelingen der Regeering.
De Ned. Aannemersbond heeft in zijn
onlangs gehouden algemeene ledenverga
dering met algemeene stemmen uitgespro
ken, dat de leden zich hebben te onthou
den van deelneming aan z.g. „opzet-con-
tracten", wanneer het betreft het aanbe
steden van weTken in werkverschaffing.
In deze beslissing vindt de minister van
Sociale Zaken nogmaals aanleiding ter
algemeene kennis te brengen, dat gemeen
tebesturen en andere corporaties, welke
werken in werkverschaffing met subsidie
van de overheid tot stand brengen, wor
den uitgenoodigd ernstig te overwegen of
dergelijke werkzaamheden niet door mid
del van aanbesteding kunnen worden uit
gevoerd.
Voor gemeentebesturen en andere col
lege's, 'die een dergelijke wijze van uit
voering overwegen, is een modelontwerp-
beste'k bij, het Departement van Sociale
Zaken op aanvrage beschikbaar. Ter voor
koming van misverstand wordt er na
drukkelijk de aandacht op gevestigd, dat
geval voor geval, in overleg met het De
partement van Sociale Zaken, zal worden
nagegaan of een bepaald werk zich voor
uitvoering door middel van aanbesteding
leent. In het desbetreffende bestek zullen,
naast de technische bepalingen, alle voor
waarden, welke steeds bij1 werkverschaf
fing gelden, zooals voorschriften omtrent
controle, arbeidsloonenen, enz., in vollen
omvang moeten worden opgenomen.
Tot aanbesteding van een gesubsidieer
de werkverschaffing mag eerst worden
overgegaan, wanneer de minister van So
ciale Zaken zich met den inhoud van het
bestek heeft vereenigd. !0ok over de even-
tueele gunning moet het oordeel van den
genoemden bewindsman worden gevraagd.
Notariaat.
Bij Kon, besluit is aan J. A. Mole
naar, op zijn verzoek, met ingang van
14 April 1935 ontslag verleend uit zijn
betrekking .van notaris te Rotterdam.
Van het Hof.
H. M. de Koningin heeft gisterochtend
met klein gevolg een bezoek gebracht aan
de werkverschaffing voor Haagsche
werkloozen in de duinen, bezuiden de
Boschjes van Poot.
Tijdens dit bezoek heeft de directeur
van den gemeentelijken plantsoenen
dienst, de heer S. G. A„ D'oorenbos, Hare
Majesteit rondgeleid en daarbij de noo-
dige inlichtingen gegeven.
Nederland en de Belgische devaluatie.
De Brusselsche correspondent van de
„Maasbode" meldt:
Wij meenen te weten, dat de Belgische
regeering bereid zou zijn ook met Ne
derland een handelsovereenkomst te slui
ten, zooals die, welke Vrijdag j.l. in ver
band met de devaluatie van den franc
tusschen de Belgisch-Luxemburgsche
Economische Unie en Frankrijk is tot
stand gekomen.
De Duitsche inmenging in den Neder-
landschen verkiezingsstrijd.
Het Tweede Kamerlid mr G. A. Boon
is voornemens, den minister van binnen-
landsche zaken de volgende vragen te
stellen:
I. Is het den minister bekend, dat de
Amsterdamsche politie zich op 3 April
gewend heeft tot het bestuur van de Am
sterdamsche afdeeling van de liberale
staatspartij De Vrijheidsbond met de me-
dedeeling, dat de Duitsche gezant aan
merking had gemaakt op de verkiezings
platen dier partij met het opschrift: „Wij
willen onszelf zijn en blijven, Nederland
geen concentratiekamp", omdat de uni
formen der bewakers en opvoeders der
geïnterneerden gelijkenis zouden vertoo-
nen met Duitsche S.A. of fe.S. uniformen,
en dat hoezeer deze opmerking onjuist
was dat afdeelingsbestuur op verzoek
der politie de petten en uniformen op de
platen onmiddellijk heeft laten verande
ren, teneinde de afwijking nog meer te
doen uitkomen?
2. Is het den minister bekend, dat op
4 April, nadat de platen omstreeks tien
dagen gehangen hadden, de hoofdcom
missaris van politie den voorzitter der
afdeeling heeft gelast, de platen te doen
verwijderen, omdat de Duitsche autori
teiten na deze wijziging nog niet bevre
digd waren, en is het juist, dat het' ver
zoek tot deze verwijdering door den mi
nister aan het hoofd der Amsterdamsche
politie was gedaan?
3. Is het den minister bekend waarom
waar er toch in meer landen concen
tratiekampen bestaan i juist de Duit
sche autoriteiten meenen, dat de op de
platen afgebeelde concentratie-kampen
specifiek Duitsche concentratie-kampen
zouden voorstellen?
4. Is de minister niet van meening,
dat, hoezeer het gewenscht is, dat de te
genwoordig vaak met voeten getreden in
ternationale goede zeden door Nederland
worden hoog gehouden, een dergelijk toe
geven aan overgevoeligheden hoogst be
denkelijk is en is de minister bereid, als
nog aan het hoofd der Amsterdamsche
politie te berichten, dat tegen het weder
aanbrengen dier verkiezingsplaten bij
hem geen bezwaar bestaat?
Dreigend conflict in de sigaren-industrie.
De rijksbemiddelaar prof. Aalberse
heeft de partijen betrokken bij het drei-
gend conflict in de sigaren-industrie op
geroepen tot een bespreking Vrijdag a.s.
op het Departement van Sociale Zaken.
Uitzending van indologen.
Nadat in het eerste kwartaal 20 afge
studeerde candidaat-Indische bestuurs
ambtenaren naar Indië zijn uitgezonden,
volgen in het tweede kwartaal weer 15.
Fr blijven dan nog in totaal 95 afge
stuurde indologen, die op uitzending
wachten, over. Voorts zijn er nog een
kleine 100 studeerende.
TWEEDE KAMER.
Nieuw tarief invoerrechten.
De Kamer heeft gisteren na kort debat
het wetsontwerp tot wijziging van de
Beroepswet z.h.st. aangenomen.
Daarna kwam aan de orde het wets
ontwerp inzake het nieuwe tarief van in
voerrechten.
Dhr Vliegen (S.D.) zegt, dat wij een
groote, nieuwe wet maken, die aan den
bestaanden toestand niets verandert, daar
de regeering reeds gebruik heeft gemaakt
van de 'bevoegdheid, 'haar bij de machti
gingswet geschonken. De tegenwoordige
minister van Financiën heeft in 1925 eeD
feilen strijd gevoerd tegen de tariefsver-
hooging van 5 op 8 pet. Nu voert hij in
een verhooging tot 12 pet. en een heffing
op halffabrikaten, enz. Dit wijst wel op
omstandigheden, die een zeer belangrijken
invloed oefenen ook op spr.'s standpunt.
Spr.'s fractie zal zich tegen het ont
werp niet verzetten en hoopt dat de hooge
tariefmuren der landen zullen ineenstor
ten.
De heer Kortenhorst (R.K.) kan
90 pet. van hetgeen de heer Vliegen zeide,
onderschrijven. Het komt spr. voor, dat
de minister goed zal doen, toe te zeggen,
verdere klachten uit het bedrijfsleven te
onderzoeken en eventueel later met wijzi
gingen alsnog te komen.
Spr. geeft in overweging, het verdrag
van Oslo zoo spoedig mogelijk op te zeg
gen; andere landen trekken er zich toch
niets van aan.
De heer Ketelaar (V.D.) kan zich
in hoofdzaak met het voorgaande ver-
eenigen. Ook de commissie kwam tot de
conclusie: het kan niet anders.
Dhr Westerman (nat. herstel) be
treurt dat niet meer rekening is gehou
den met de daling van inkomen en ver
mogen van ons volk. Men moet alles doen
om de consumptie van ons volk aan de
koopkracht aan te passen.
De Minister van Financiën,
de heer '0 u d, zou tien jaar geleden niet
geloofd hebben wie zeide, dat hij deze
tariefwet in de Kamer zou verdedigen.
Maar de omstandigheden zijn te zeer ver
anderd. Spr. zal gaarne eventueels leem
ten onderzoeken en medewerken als ver
anderingen moeten worden aangebracht.
Overigens is er van eenige verandering
van systeem geen sprake. Wanneer ver
andering van handelspolitiek gewenscht
is, moet die tevoren met de Kamer wor
den besproken.
Toen de tariefwet werd ingediend,
mocht een andere verwachting over de
opbrengst worden gekoesterd dan nu het
geval is. Thans is op een opbrengst van
84 millioen, onder voorbehoud, te rekenen.
Binnenland.
Het advies van den Raad van State over
het bezuini'gingsontwerp.
De Tweede Kamer keurde het gewijzigde
tarief van invoerrechten goed.
Minister Golijn uit het ziekenhuis.
Uitvoering van werken in werkverschaf
fing.
De Nederl.-Indisohe leening niet geheel
volteekend.
Buitenland.
Verklaring van Simon in bet Engelsche
Lagerhuis.
Een Geref. Kerk over geheel Duitschland.
Spr. erkent dat er altijd in elk tarief
een zekere bescherming schuilt. Dit is
ook bij vorige gelegenheden steeds geble
ken. De werking van een tarief alleen be
paalt niet 'haar fiscaal of protectionis
tisch karakter; meer is dit het geval met
de bedoeling; en die van dit ontwerp is
een fiscale, al wordt op bepaalde punten
aan het bedrijfsleven eenige steun ver
leend. Men moet hier zooveel mogelijk de
dingen in algemeen en onderling verband
zien.
Aan deze wet een tijdelijk karakter te
geven, zou beteekenen dat na afloop van
den termijn automatisch tot het oude te
ruggekeerd werd. Dit is in de tegenwoor
dige omstandigheden niet mogelijk.
Het wetsontwerp wordt aangeno
men met aanteekening dat de commu
nisten en de heer Sneevliet (rev. soc.)
tegen zijn.
Eveneens werd aangenomen het wets
ontwerp tot wijziging der wet tot regeling
van het armbestuur.
De afwatering van den Polder Walcheren.
In het jongste nummer van „De Zeeuw-
sche Polder", het orgaan van den Zeeuw-
sohen polder- en waterschapsbond, komt
een artikel voor van L. over: „De werken
uitgevoerd door den Polder Walcheren in
de jaren 19271935 tot verbetering en af
watering in het gedeelte van den polder,
liggende ten westen van het kanaal door
Walcheren.
Nadat reeds gedurende tientallen van
jaren steeds meer was betoogd, dat een
hetere afwatering van den Polder diende
ter hand te worden genomen, aangezien
deze niet voldeed aan billijke eischen, wel
ke land- en tuinbouw daaraan mochten
stellen, is deze zaak door bet Dagelijksch
Bestuur van den Polder in 1927 opnieuw
aan de orde gesteld en is zij, dank zij de
medewerking, die van alle zijden is onder
vonden, thans voor dat gedeelte, dat zich
uitstrekt ten westen van het Kanaal door
Walcheren, omvattende een oppervlakte
van ongeveer 14.000 b.a. tot een goed ein
de gebracht.
Den 80sten April 1927 besloot de alge
meene vergadering van den Polder in be
ginsel tot den aanleg van den watergang
Koudekerke-Vlissingen. In de najaarsver
gadering kon worden besloten tot het aan-
koopen van de noodige perceelen en per
ceelsgedeelten.
Op doeltreffenden financieelen steun van
elders mocht vooralsnog niet worden gere
kend. Het werklO'Ozenvraagstuk behoefde
nog niet noodzakelijk ingrijpen der Regee
ring, zoodat het werk waartoe besloten
was, geheel uit eigen middelen werd be
taald en uitgevoerd na gehouden aanbe
steding.
Reeds op 27 April 1929 kon worden me
degedeeld, dat zoowel de uitdieping van
den Vlissingscben watergang vanaf de
waohtstuis in den Noord-Oostelijken dijk
van den binnenhoezen der Westersluis te
Vlissingen, tot en met den zijtak van den
watergang naar het Linkerkroonwerk, als
bet graven van den nieuwen watergang
vanaf dit Linkerkroonwerk tot aan Kou-
dekerke bij den Steenbeulweg in 1928 was
voltooid. Het eerstgenoemde werk had een
uitgave gevorderd van f 21.209,48, het an
dere werk, alle kosten daarbij inbegrepen
f 92.641,59V2. Intusschen had de algemee
ne vergadering op 10 Maart 1928 besloten
■de werken tot ontwatering voort te zetten.
Daartoe had in niet geringe mate mede
gewerkt de groote regenval in den zomer
van 1927.
In deze vergadering werd besloten: het
dagelijksch bestuur te machtigen: a. tot
het Stichten van een gemaal te Middel
burg; b. tot het uitvoeren van die werken,
welke voor den onmiddellijken aanvoer
van het water naar 't gemaal noodig zou
den blijken te zijn.
Terstond werd begonnen met het bou
wen van een gemaal met bijbehoorende
werken te Middelburg; het vergraven van
een gedeelte van den Vlissingschen wa
tergang tot toeleidingskanaal naar het ge
maal en het maken van een brug van ge
wapend beton in den Vlissingschen Singel
te Middelburg.