Schoonmaak Gemengd Nieuws. Het Vrouwenhoekje Dammen H W W x 9 9 M JoOOO*- AIUUW itmigL Voor de jeugd. Berichten over onze Adverteerders. het bestuur een weg gevonden kunnen worden om het beoogde doel; de besten diging van het Harmonie-gezelschap „Euphonia" te bereiken. Serooskerke (W.). Donderdagavond 1.1. hield de Ghr. Zangvereen. „God is mijn lied" een uitvoering in het kerkgebouw der Ned. Herv. gemeente. De avond werd geopend dicior Ds J. J. Hietkamp, Ned. Herv. predikant. Zestien nummers wer den ten beste gegeven en vertolkt op een wijze, die duidelijk liet zien, welke krach ten er schuilen in deze vereeniging. De gezangen nummers gingen de capacitei ten van de vereeniging niet te boven. Bijzonder troffen ons Piet Brakmana ,,'s Avonds", „Zaligheid" van J. S. Bach, „Zondagmorgen" van G. Kruys en niet het minst „De kabels los' van P. Martin Zijderlaan. Deze achten wij, met Psalm 84, wel het best weergegeven. Doch ook het overige werd met toewij ding gezongen. Hier en daar was een enkele sopraan te scherp en te schril. Een enkel solo-nummer voor zang en or gel bracht afwisseling in het geheel. Het eerste „De heilige stad' van S. Adams werd zuiver, doch te vlak-eentonig, met te weinig bewogenheid gezongen. De vereeniging heeft haar goede naam ook door deze uitvoering weer bevestigd en zaj mag zich gelukkig achten, dat zij in den directeur, den heer P. H. Broerse, zulk een bekwaam en muzikaal dirigent bezit. Moge de vereeniging nog vele jaren zingen, op de wijze, waarop zij Donder dagavond de luisteraars heeft doen ge nieten. Ds Hietkamp was zeker de tolk van allen, toen hij zijn groote waardee ring uitsprak voor deze uitvoering. Wardenier heeft een concurrent. We werden opgebeld door iemand, die ons een brandstofloo- zen motor zou toonen te Berg en Dal, schrijft „de Gelderlander". De motor, zoo werd ons verzekerd, loopt. Het is de moeite waard eens te gaan kijken. Vanzelfsprekend lieten we ons graag naar de werkplaats rijden van den uit vinder, den heer A. M. Verwey te Berg en Dal. De heer Verwey, autohandelaar, was direct bereid den motor te toonen en de beweging te demonstreeren. Hij1 merkte echter allereerst op, dat er nog enkele kleinigheden aan zijn uitvinding moesten worden veranderd. De krachtbron voor de beweging is samengeperste lucht. De eerste samenper sing geschiedt door een handbeweging. De gecomprimeerde lucht komt in 3 ka mers, die boven elkaar zijn gelegen. De bovenste kamer stuurt een zuiger om hoog. Deze brengt een trekstand in be weging. De trekstang deelt zijn beweging mede aan een vliegwiel. Het teveel aan energie heeft tot gevolg, dat de trekstang met al te veel kracht naar boven wordt geduwd en niet op tijd beneden is om daar een werking van de machine mo gelijk te maken. Dit euvel meent de heer Verwey te kunnen verhelpen door aan het vliegwiel een inrichting te bevestigen die de stang op het juiste Oogenblik naar beneden stoot. Eigenlijk bestaat de motor uit twee deelen. Het eerste deel dient tot oompres sie van de lucht. Het tweede deel voor de expansie, die door de gecomprimeer de lucht wordt veroorzaakt. De heer Verweij is met zijn proeven op de moeilijkheid gestooten, dat het ge bruikte materiaal lekkages vertoonde. De gecomprimeerde lucht dringt zelfs been door den bronzen wand van 3 c.M. dikte We hebben gezien, dat olie op den bron zen wand gebracht luchtbelletjes vertoon de. Ook dit euvel, aldus de heer Verwey, dat verlies van energie tengevolge heeft, zal spoedig zijn verholpen. In de plaats van brons gaat hij nu gietstaal gebruiken. De heer Verwey is reeds 89 jaar be zig met zijn proefnemingen voor den brandstofloozen motor. Hij heeft voor zichzelf de absolute zekerheid, dat de proeven binnenkort met succes zullen worden bekroond. En hij meent, dat ook de heer Wardenier kans van slagen heeft. Ondertusschen heeft hij nooit met hem samengewerkt of proeven genomen. Hij heeft menschen voor zijn plannen geïnteresseerd, die zich spontaan bereid verklaarden gezamenlijk de kosten te dragen. De uitvinder maakte den indruk van iemand, die met de grootste eerlijkheid arbeidt voor een zaak, waarvan hij het nut als vaststaand aanneemt. Het vergiftigingsge- val te Nederweert. In verband met het Maandagavond onder vergifti gingsverschijnselen plotseling overlijden van een 9- en 11-jarig zoontje uit het arbeidersgezin van Lanen te Nederweert heeft dr Hulst uit Leiden sectie op de lijkjes verricht. Uit het onderzoek is gebleken, dat de kinderen inderdaad door vergiftiging zijn gestorven. Naar den aard van de ver giftiging wordt een onderzoek ingesteld. De politie heeft de geheele buurt afge zocht, waar de jongens dien middag heb ben vertoefd, doch geenerlei aanwijzin gen kunnen vinden van het vergif. Auto tegen een licht mast gebotst. Gisternacht is op den |Graafschenweg bij Nijmegen een auto in volle vaart tegen een der langs den weg staande lichtmasten gereden, waar schijnlijk doordat de bestuurder de beer J. Ottevanger uit Apeldoorn, pratende met de twee mede-inzittenden omkeek. O. bleef ongedeerd. De heer van Rijn uit Hengelo (O.) liep een lichte verwonding aan het hoofd op, doch de heer A. J. Weygers uit Arnhem is met een zware hersenschudding naar 't ziekenhuis ver voerd. N.V. Financiering» Mij. Zeelandia. Nu waarschijnlijk voor velen weer de tijd is aangebroken om zich een auto of motor aan te schaffen voor beroep of be drijf of een oude wagen noodzakelijk te gen een nieuwe wagen moet worden inge ruild, vestigen wij gaarne de aandacht op de N.V. Financierings-Miji. „Zeelandia". Deze N.V. Btelt zich ten doel om den aankoop daarvan op termijnbetaling te financieren. Aan hen, wien contante betaling niet schikt, wordt nu toch de gelegenheid ge schonken, zich een wagen aan te schaf fen. Behalve luxe-wagens, vrachtwagens, autobussen en motoren is de N.V. „Zee landia" ook bereid den aankoop van landbouwwerktuigen (dorschkassen, zelf- binders, motoren, etc.) te financieren. Men zie de advertentie in dit nr. geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deze worden wederom spoedig gaaf, zacht en blank door Purol. Hoe zullen wij op vleeschlooze dagen de jus vervangen? „Vleeschlooze" dagen worden tegen woordig volstrekt niet meer tot de uitzon deringen gerekend. Zeker niet in gezinnen waar de financieele omstandigheden het koopen van vleesch bezwaarlijk maken. Maar ook niet in andere gezinnen. Na de eerste proef kwam menigeen tot de conclusie, dat allerlei vleeschvervan- gende gerechten, waarvan men vroeger nooit had gehoord, zóó smakelijk waren, dat men ze graag nu en dan op tafel zou terugwenschen. Een spaarzaam gebruik van vleesch komt aan de gezondheid ten goede. Eén moeilijkheid deed zich echter bij deze nieuwe voedsel regeling aan de huis vrouw voor: hoe zou ze de jus (die bij de meesten misschien nog méér in tel is dan het vleesch zelf!) op een doelmatige ma nier vervangen, zoodat men nóch het vet mist, waarvoor de jus pleegt te zorgen, nóch zich beklaagt over het weinig „pit tige" van een maaltijd zonder jus. Dit probleem is niet zoo heel moeilijk op te lossen: smakelijke sausen, geschikt om de droge aardappelen aan het noodige vet te helpen en tevens in staat om ons smaakorgaan voldoende te prikkelen, zijn er in overvloed, en hun bereiding is zoo gemakkelijk, dat geen enkele huisvrouw er tegen op heeft te zien. Wat denkt u b.v. van de volgende mo gelijkheden? Raadpleeg hetDukol boekje: Voor het huishouden geeft 't raad op de vragen, waar 't om gaat. Gitroensau s<(4 personen). V2 L. kokend water met 2 Maggi's Bouillonblok jes, 30 gr. (3 afgestreken eetlepels) bloem, 40 gr. (2 afgestreken eetlepels) boter, sap van V2 citroen, 1 ei. Verwarm roerende op een zacht vuur de boter met de bloem tot een gelijk meng sel, giet daarbij onder voortdurend roeren bij kleine scheutjes den bouillon en laat daarna de saus (steeds roerende) nog een paar minuten doorkoken. Klop in de saus kom het ei, giet er flink roerende de heete saus bij en maak die ten slotte af met het citroensap. Geef in dit geval als groente: spruitjes, groene savoye kool, prei, uien, knolselderij of iets dergelijks. Tomaten-j us (4 personen). 4 to maten (ook te vervangen door 4 afgestre ken eetlepels dikke tomatenpuree), 1 ui, 80 gram (4 afgestreken eetlepels) boter, 1 theelepel zout, ongeveer 4 d.L. water, 2 theelepels Maggi's Aroma. Laat in een geëmailleerd ijzeren potje de fijngesnipperde ui in de boter licht bruin worden, voeg er dan de in stukken gesneden tomaten bij met het zout en laat het mengsel (nu en dan roerende) tot een dikke puree worden. Giet daarbij het wa ter en laat de saus nog een kwartiertje „pruttelen"; maak ze af met de Maggi's Aroma en giet ze over in de sauskom (des-verkiezende door een zeef, zoodat de stukjes ui en de tomatenschilletjes achter blijven). Bruine uiensaus (4 personen). 1 groote ui (of 2 kleinere), 30 gr. (3 afge streken eetlepels) bloem, 60 gr. (3 afge streken eetlepels) boter, laurierblaadje, 2 kruidnagelen, Vs L. kokend water met 2 Maggi's Bouillonblokjes, ietsje peper. Snipper de ui fijn en laat ze in een ge ëmailleerd ijzeren potje in de boter licht bruin worden. Strooi er dan de bloem in en laat die ook een lichtbruine kleur aan nemen. Giet geleidelijk (en steeds roerend) bij dat mengsel den bouillon, voeg er de kruidnagelen en het laurierblad bij en laat de saus in een gesloten pan nog een kwar tier zachtjes doorkoken. Neem er vervol gens de kruiden uit en maak de saus des- verkiezende af met een ietsje peper, Ge bruik in den maaltijd, waarbij deze saus gekozen wordt, als groente bruine boonen, capijcijners, gestoofde bieten, roode kool, spruitjes of iets dergelijks. Schroeivlekken. Wie onder het strijken schroeivlekken maakt in het linnengoed, moet de plekjes onmiddellijk vochtig maken met 'n schoon doekje, ze uitwrijven en weer opstrijken. Ook kan men het geschroeide stuk, voch tig gemaakt, even in de zon leggen. Gaat de schroeivlek er op die manier niet uit, dan maakt men een papje van pijpaarde, azijn en witte zeep, dat men even laat doorkoken om het, weer koud geworden, op de vlek te smeren. Nadat het papje is ingedroogd, wascht men de plek uit. Een andere methode is: Schroeivlekken in linnengoed kan men verwijderen door ze te bevochtigen met 'n sponsje of doekje met waterstofsuper- oxyde in een drie procentige oplossing. Men veegt ermee over de vlek. Vooral in de zon geeft deze bewerking een goed re sultaat. Uit wollen stoffen kan men schroei vlekken verwijderen -door ze voorzichtig te wasschen in lauw zeepsop met een klein scheutje ammonia. Is de vezel echter te veel aangetast, dan bestaat er geen mid del voor. Verzorging van een clivia. Wanneer de plant nog geen bloemknop vertoont, is het voldoende deze in een ge regeld verwarmd vertrek te plaatsen, niet te dicht bij den haard, vóór een venster, doch niet zoo dicht, dat de koude buiten lucht schaden kan. Nu en dan wat water geven op de aar de, niet in den schotel. Niet te koud lei dingwater, liefst water, dat de kamertem peratuur heeft. Mocht men in de plant een bloemknop ontdekken, dan voortdurend de aarde nat houden en in dezelfde temperatuur laten staan. Het verdient aanbeveling de Clivia- bladen nu en dan vochtig af te nemen, om het aanwezige stof te verwijderen en de poriën open te houden. Enkele wenken. Bloempotten, die men voor de ramen wil zetten, kan men mooi van kleur hou den door ze af en toe wat af te nemen met water, waarin wat steenrood is gedaan. Verflucht kan men uit pas geverfde ver trekken doen verdwijnen, indien men teil tjes met water neerzet, waarin men stuk jes kamfer en schijfjes citroen doet. Perkamentlampekappen kan men schoon maken door ze af te wrijven met een fla nellen lapje met havermout. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem 398 Auteur: J. Daane, Zoutelande. 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 Zwart 12 sch. op: 3, 5, 6, 8, 10, 11, 16, 18, 22, 23, 25 en 28. Wit 13 sch. op: 14, 20, 24, 26, 27, 29, 31, 33, 34, 37/39 en 42. Wit speelt en wint. Oplossingen. Maart-problemen voor 9 April in te zen den aan bovenstaand adres. Nagekomen oplossingen. Ontvangen van: J. Almekinders Jr nos 391, 394 en de Hullu, nos 391, 394, te Oostburg. Om het wereldkampioenschap. M. Raichenbach witR. C. Keiler, zwart. 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 3. 34—30 20—24 4. 44—39 17—21 5. 30—25 Wit kon niet 3126 spelen wegens zwart 2429 wit 26X17 (de beste) zw. 11X22 wit 28X17 zw. 29—34 en 23X25 voorloopig met gelijk aantal stukken, doch op den duur moet wit schijf 17 verliezen. Opmerking verdient, dat zwart goed doet voorloopig schijf 17 niet aan te vallen. Hij moet b.v. 1520 en 10—15 spelen en af wachten, dat wit gebrek aan zetten krijgt. 5. 14—20 6. 25—14 9—20 7. 31—26 18—22 Wit moet nu met 28—17 slaan, daar op 2617 zw. 2430, 2029 en 22—35 speelt. Het is natuurlijk niet zeker of Raichenbach er rekening mee heeft ge houden, dat hij nu een randschijf behoudt. Maar in een aantal partijen toonde de wereldkampioen een voorkeur voor derge lijke stellingen, die hij al zeer sterk speelt. 8. 28-17 21-12 9. 36—31 12—18 10. 41—30 7—12 11. 32—27 Dit bewijst, dat wit nu reeds rekening houdt met een eventueelen aanval met 27—22. 11 . 12. 37—32 13. 46—41 14. 41—37 15. 27—21 12—17 8—12 2—8 10—14 Beter dan hier te lang mee te wachten. Na wit 4034 en zwart 2429, 2040 zou op den duur toch tot den tekstzet moe ten worden besloten. 15. 16. 31—22 17. 33—22 18. 32—21 19. 21—16 20. 37—32 21. 42—37 22. 37—31 23. 32—27 1 16—27 17—28 18—27 1—7 4—9 5—10 13—18 9—13 6 16 26 36 46 w.r Vsy/V/., Y/Vffi., v?7Zv.r 53 15 25 35 4r 47 48 49 60 23. 20—25 Hiermede geeft zwart het principe van de stelling prijs. Met 11—17 zou hij kun nen trachten wit aan zijn randschij- ven vast te houden; of dat gelukt, is ech ter een andere zaak. In het December nummer van „Het Damspel" komt een analyse voor, waarin men als volgt speelt: Zwart 1117 (in plaats van den tekst zet) wit 4742 zw. 1721, wit 2617 zw. 12—32, wit 3827 zw. 812 en wit kan niet 2722 en 3122 spelen wegens zwart 23—28, 24—30 en 20—49. Het blad maakt echter geen melding van 4842 voor wit inplaats van 4742. En toch zal ieder ervaren speler in dit geval met zijn kroonschijf spelen, daar wit links moet aanvallen en zwart rechts vasthouden. Het grootste bezwaar, dat wij tegen dezen spelgang hebben, is, dat wit in antwoord op 1117 met 3832 moet voortzetten. Het is dan gemakkelijk te zien, dat wit meer zetten heeft dan zwart. Dan ontstaat ongeveer hetzelfde spel als wanneer zwart in de opening op 29 speelt en wit door randspel aan den anderen vleugel voordeel tracht te behalen. Er is dan van den afloop nog niets te zeggen. (Wordt vervolgd.) Beste Nichtjes en Neefjes! Een groote vreugd doorstroomde de aar de toen Lente streelend en stralend baar intrede deed. Het is Lente! zongen de vogels luide in het loover. Het is Lente! vertelden ons schuchter de bloemknopjes, die zich lieten wiegen in den wind, zich koesterend in den milden zonneschijn, die hen doet zwellen en bloei en tot bloemen. Het is Lente! fluistert verlegen het ma deliefje tusschen 't gras onder de eeuwen oude kerkmuren, en de oude, grijze stee- nen kijken glimlachend neer op dat teere bloempje, dat daar stralend openbloeit als de Lentezon het kust. Het is Lente! zingen de kinderen en zij springen en dansen in de wei. Lente! Lente! het feestgeschal, van Lente! Lente! klinkt overal! Het is Lente! zegt de boer; bij zijn toe bereid land staat hij, en kijkt naar om hoog naar de blauwe hemelkoepel, waar boven God is, en bidt om een zegen, ook voor deze Lente. Hier volgen de prijsraadsels. 1. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 52 letters. In de 14. 18. 48. 34. 40. 23. 25. 7 is de lucht vaak 1. 5. 35. 27. Een 33. 20. 43. 25. 30 is een echt voor jaarsvruchtje. Buiten is nu veel 52. 32. 6. 38 groen. De 22. 3. 10. 42. 46 bloeit in het najaar. De 47. 37. 21. 51. 31. 15. 45. 49. 44. 11 is een zangvogel. Een 9. 20. 50. 4. 29. 16. 41. 30. 52 werkt op den trein. 39. 5. 38. 12. 28. 33. 13. 36 is een hand werk. 2. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 28 letters. D'e 13. 25. 26 is een bekend plein in een groote stad. Een 1. 11. 17. 22. 5. 15 gebruik je niet op het droge. 7. 25. 10. 12. 17 zijn hardloopers. Een 6. 22. 27. 15 is een wonderlijk dier. D'e 23. 15. 8. 3. 24 hoort in het kippen hok. Een 24. 2. 9. 18. 21 is een vervoermid del. 4. 20. 23. 24. 14. 28 zijn gezond voor zieke menschen. Allen hartelijk gegroet van TANTE DOLLIE. RU EN ZIJN VRIEND. XXIX. Eerst had Ru het plan gemaakt, dat hij met Dries Wil tegemoet zou fietsen, maar toen was Dries inet een ander voor stel gekomen, Als ze eens niet de schuit gingen, dat zou eigenlijk veel leuker zijn, Ru was het dadelijk aan moeder 'gaan vragen, die het goed vond. „Mag ik dan ook mee, met Grietje? toe Moes zeg maar ja Met een paar smee- kende oogen zag Leni haar aan, maar moeder schudde bedenkelijk het hoofd, veel te gevaarlijk twee zulke druktemakers met die jongens mee." „Mevrouw, we zullen goed op haar pas sen", verzekerde Dries, „en Grietje is het wel gewend." „Ja maar Dries, je weet hoe 'n wilde bras Leni is." „Ik zal heel kalm zijn en stil blijven zitten." ,,'t Mag hé, Moes, ik zie het aan uw oogen," en Leni danste de kamer door. „Een beetje bedaard, Leni; als je nu al zoo begint, wat moet het dan morgen wel worden." „O, maar nu spring ik alles er vast uit." Toen waren Dries en Ru aan hei bere kenen gegaan hoe laat ze van huis moes ten en waar ze Wil zouden opwachten. Een flink eind buiten het dorp was een brug, waar Wil over moest; als ze nu zorgden daar om 10 uur te zijn, dan wa ren ze zeker op tijd. ,,'t Kan toch niet," bedacht Ru zich opeens, „want waar moeten we met Wil z'n fiets heen; die kan hij' toch zeker niet op den weg laten staan?" Dat hoefde ook niet; Dries wist er wel raad op. En nu waren ze op weg, op dezen stra- lenden zomermorgen, en alles was even vroolijk en blij. Af en toe werd hen door de arbeiders op de velden, die dan even hun werk staakten om het vroolijke groepje na te zien, een goeden morgen toegeroepen. Dries boomde prachtig precies in het midden van de slooten; 't was haast of de schuit zoo maar vanzelf ging. I Een paar keer bij een scherpe bocht had Leni geroepen: „die haal je niet!"; ook Ru had met spanning gekeken, naar Dries die niets zei, maar schijnbaar zon der eenige moeite de scherpe bocht om hing. I Er zou ook wel niets aan zijn, dacht Ru, die het zelf nog nooit gedaan had. Ze waren nu weer in een breede sloot; welja, waarom zou hij het ook niet eens probeeren? Meteen sprong hij op. „Laat mijn nu een eindje Dries, dan kun jij wat rusten." „Kan jij het?" vroeg Dries. „Ja, natuurlijk." Dries ging nu op Ru's plaatsje zitten, terwijl Ru de stok net als hij het Dries had zien doen, hoog op uit het water haalde. Een eind verder zette hij hem er weer in; zoo, nu flink afduwen, maar wat was dat, hij voelde geen bodem; de stok gleed weg in het water, en als Dries Ru niet gegrepen had, zou hij er vast achteraan gegaan zijn. „Oh Ru, pas toch op," riep Leni ver schrikt, maar toch moest ze lachen om Ru, die nu op z'n knieën over den rand- van de boot hing. „Ik dacht, dat je het kon?" vroeg Dries een beetje verbaasd. „Dat dacht ik ook, maar ik voelde geen grond; er was daar juist een diepe kuil." „Wel neen jo, die zijn hier heelemaal niet, daar heeft nog nooit iemand iets van gemerkt." Ru gaf den moed nog niet op en begon weer opnieuw; maar 't ging weer net als de eerste keer. Grietje schaterde het uit: „Dries, hij kan er niets van." „Dat merk ik ook," bromde deze. De boot lag nu bijna stil. „Geef maar gauw hier Ru, dan zal ik het wel weer doen." „Ru begreep niet, dat hij dat nu niet kon, het leek toch heelemaal niet moei lijk; maar wacht maar, in de vacantie ging hij er wel eens alleen op uit en dan zou hij het wel eventjes leeren. Eén heele poos gingen ze nu rustig voort, zelfs Leni hield haar belofte, en zat rustig op de voorbank; ze plaagde Ru dat hij niet kon varen, Dries dat hij het zoo goed kon, en zichzelf en Grietje dat ze zoo netjes op het bankje moesten zitten. Een troep eenden, die rustig in een in- hammetje onder den wal rondzwom, joeg ze op, zoodat ze verschrikt luid snaterend opvlogen en hun heil zochten tusschen de boterbloemen. „Nu mogen jullie wel goed op je hoofd passen", zei Dries even later. „Kijk eens we moeten onder dat bruggetje door." Leni keek om, „o maar Dries kan dat wel, het is zoo laag". „Het zal best gaan, maar weet je wat, jullie moet maar op den grond gaan zitten." Ze zaten al, en met het hoofd haast in haar schoot wachtten ze tot ze er onder door gingen. Een beetje angstig keek Leni naar Dries, die nog steeds stond en naar Ru die nu naar hun toekwam. „Gaan jullie nu ook zitten." „Direct hoor", lachte Dries, die de boot nog eens flink afduwde. Hij was al zoo vaak onder het brug getje doorgegaan en wist wel, dat liet niet zoo laag was als het leek. Ru was nu bij de meisjes gaan zitten. „Ben je bang Ru, kom maar hier hoor" en Leni trok z'n hoofd naar beneden. „Niet doen". Ru rukte zich los, „ik zal hem zoo afduwen". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6