Schoonmaak
Gemengd Nieuws.
Het Vrouwenhoekje
Dammen
H W W x
9 9 M
JoOOO*-
AIUUW
itmigL
Voor de jeugd.
Berichten over onze Adverteerders.
het bestuur een weg gevonden kunnen
worden om het beoogde doel; de besten
diging van het Harmonie-gezelschap
„Euphonia" te bereiken.
Serooskerke (W.). Donderdagavond 1.1.
hield de Ghr. Zangvereen. „God is mijn
lied" een uitvoering in het kerkgebouw
der Ned. Herv. gemeente. De avond werd
geopend dicior Ds J. J. Hietkamp, Ned.
Herv. predikant. Zestien nummers wer
den ten beste gegeven en vertolkt op een
wijze, die duidelijk liet zien, welke krach
ten er schuilen in deze vereeniging. De
gezangen nummers gingen de capacitei
ten van de vereeniging niet te boven.
Bijzonder troffen ons Piet Brakmana
,,'s Avonds", „Zaligheid" van J. S. Bach,
„Zondagmorgen" van G. Kruys en niet
het minst „De kabels los' van P. Martin
Zijderlaan. Deze achten wij, met Psalm
84, wel het best weergegeven.
Doch ook het overige werd met toewij
ding gezongen. Hier en daar was een
enkele sopraan te scherp en te schril.
Een enkel solo-nummer voor zang en or
gel bracht afwisseling in het geheel. Het
eerste „De heilige stad' van S. Adams
werd zuiver, doch te vlak-eentonig, met
te weinig bewogenheid gezongen.
De vereeniging heeft haar goede naam
ook door deze uitvoering weer bevestigd
en zaj mag zich gelukkig achten, dat zij
in den directeur, den heer P. H. Broerse,
zulk een bekwaam en muzikaal dirigent
bezit.
Moge de vereeniging nog vele jaren
zingen, op de wijze, waarop zij Donder
dagavond de luisteraars heeft doen ge
nieten. Ds Hietkamp was zeker de tolk
van allen, toen hij zijn groote waardee
ring uitsprak voor deze uitvoering.
Wardenier heeft een
concurrent. We werden opgebeld
door iemand, die ons een brandstofloo-
zen motor zou toonen te Berg en Dal,
schrijft „de Gelderlander".
De motor, zoo werd ons verzekerd,
loopt. Het is de moeite waard eens te
gaan kijken.
Vanzelfsprekend lieten we ons graag
naar de werkplaats rijden van den uit
vinder, den heer A. M. Verwey te Berg
en Dal. De heer Verwey, autohandelaar,
was direct bereid den motor te toonen en
de beweging te demonstreeren. Hij1 merkte
echter allereerst op, dat er nog enkele
kleinigheden aan zijn uitvinding moesten
worden veranderd.
De krachtbron voor de beweging is
samengeperste lucht. De eerste samenper
sing geschiedt door een handbeweging.
De gecomprimeerde lucht komt in 3 ka
mers, die boven elkaar zijn gelegen. De
bovenste kamer stuurt een zuiger om
hoog. Deze brengt een trekstand in be
weging. De trekstang deelt zijn beweging
mede aan een vliegwiel. Het teveel aan
energie heeft tot gevolg, dat de trekstang
met al te veel kracht naar boven wordt
geduwd en niet op tijd beneden is om
daar een werking van de machine mo
gelijk te maken. Dit euvel meent de heer
Verwey te kunnen verhelpen door aan het
vliegwiel een inrichting te bevestigen
die de stang op het juiste Oogenblik naar
beneden stoot.
Eigenlijk bestaat de motor uit twee
deelen. Het eerste deel dient tot oompres
sie van de lucht. Het tweede deel voor
de expansie, die door de gecomprimeer
de lucht wordt veroorzaakt.
De heer Verweij is met zijn proeven op
de moeilijkheid gestooten, dat het ge
bruikte materiaal lekkages vertoonde. De
gecomprimeerde lucht dringt zelfs been
door den bronzen wand van 3 c.M. dikte
We hebben gezien, dat olie op den bron
zen wand gebracht luchtbelletjes vertoon
de. Ook dit euvel, aldus de heer Verwey,
dat verlies van energie tengevolge heeft,
zal spoedig zijn verholpen. In de plaats
van brons gaat hij nu gietstaal gebruiken.
De heer Verwey is reeds 89 jaar be
zig met zijn proefnemingen voor den
brandstofloozen motor. Hij heeft voor
zichzelf de absolute zekerheid, dat de
proeven binnenkort met succes zullen
worden bekroond. En hij meent, dat ook
de heer Wardenier kans van slagen heeft.
Ondertusschen heeft hij nooit met hem
samengewerkt of proeven genomen.
Hij heeft menschen voor zijn plannen
geïnteresseerd, die zich spontaan bereid
verklaarden gezamenlijk de kosten te
dragen.
De uitvinder maakte den indruk van
iemand, die met de grootste eerlijkheid
arbeidt voor een zaak, waarvan hij het
nut als vaststaand aanneemt.
Het vergiftigingsge-
val te Nederweert. In verband
met het Maandagavond onder vergifti
gingsverschijnselen plotseling overlijden
van een 9- en 11-jarig zoontje uit het
arbeidersgezin van Lanen te Nederweert
heeft dr Hulst uit Leiden sectie op de
lijkjes verricht.
Uit het onderzoek is gebleken, dat de
kinderen inderdaad door vergiftiging
zijn gestorven. Naar den aard van de ver
giftiging wordt een onderzoek ingesteld.
De politie heeft de geheele buurt afge
zocht, waar de jongens dien middag heb
ben vertoefd, doch geenerlei aanwijzin
gen kunnen vinden van het vergif.
Auto tegen een licht
mast gebotst. Gisternacht is op den
|Graafschenweg bij Nijmegen een auto
in volle vaart tegen een der langs den
weg staande lichtmasten gereden, waar
schijnlijk doordat de bestuurder de beer
J. Ottevanger uit Apeldoorn, pratende
met de twee mede-inzittenden omkeek.
O. bleef ongedeerd. De heer van Rijn uit
Hengelo (O.) liep een lichte verwonding
aan het hoofd op, doch de heer A. J.
Weygers uit Arnhem is met een zware
hersenschudding naar 't ziekenhuis ver
voerd.
N.V. Financiering» Mij. Zeelandia.
Nu waarschijnlijk voor velen weer de
tijd is aangebroken om zich een auto of
motor aan te schaffen voor beroep of be
drijf of een oude wagen noodzakelijk te
gen een nieuwe wagen moet worden inge
ruild, vestigen wij gaarne de aandacht op
de N.V. Financierings-Miji. „Zeelandia".
Deze N.V. Btelt zich ten doel om den
aankoop daarvan op termijnbetaling te
financieren.
Aan hen, wien contante betaling niet
schikt, wordt nu toch de gelegenheid ge
schonken, zich een wagen aan te schaf
fen.
Behalve luxe-wagens, vrachtwagens,
autobussen en motoren is de N.V. „Zee
landia" ook bereid den aankoop van
landbouwwerktuigen (dorschkassen, zelf-
binders, motoren, etc.) te financieren.
Men zie de advertentie in dit nr.
geeft menige huisvrouw en meisje ruwe
en roode werkhanden. Deze worden
wederom spoedig gaaf, zacht en blank
door Purol.
Hoe zullen wij op vleeschlooze dagen de
jus vervangen?
„Vleeschlooze" dagen worden tegen
woordig volstrekt niet meer tot de uitzon
deringen gerekend. Zeker niet in gezinnen
waar de financieele omstandigheden het
koopen van vleesch bezwaarlijk maken.
Maar ook niet in andere gezinnen.
Na de eerste proef kwam menigeen tot
de conclusie, dat allerlei vleeschvervan-
gende gerechten, waarvan men vroeger
nooit had gehoord, zóó smakelijk waren,
dat men ze graag nu en dan op tafel zou
terugwenschen.
Een spaarzaam gebruik van vleesch
komt aan de gezondheid ten goede.
Eén moeilijkheid deed zich echter bij
deze nieuwe voedsel regeling aan de huis
vrouw voor: hoe zou ze de jus (die bij de
meesten misschien nog méér in tel is dan
het vleesch zelf!) op een doelmatige ma
nier vervangen, zoodat men nóch het vet
mist, waarvoor de jus pleegt te zorgen,
nóch zich beklaagt over het weinig „pit
tige" van een maaltijd zonder jus.
Dit probleem is niet zoo heel moeilijk
op te lossen: smakelijke sausen, geschikt
om de droge aardappelen aan het noodige
vet te helpen en tevens in staat om ons
smaakorgaan voldoende te prikkelen, zijn
er in overvloed, en hun bereiding is zoo
gemakkelijk, dat geen enkele huisvrouw
er tegen op heeft te zien.
Wat denkt u b.v. van de volgende mo
gelijkheden?
Raadpleeg hetDukol boekje:
Voor het huishouden geeft 't raad
op de vragen, waar 't om gaat.
Gitroensau s<(4 personen). V2 L.
kokend water met 2 Maggi's Bouillonblok
jes, 30 gr. (3 afgestreken eetlepels) bloem,
40 gr. (2 afgestreken eetlepels) boter, sap
van V2 citroen, 1 ei.
Verwarm roerende op een zacht vuur
de boter met de bloem tot een gelijk meng
sel, giet daarbij onder voortdurend roeren
bij kleine scheutjes den bouillon en laat
daarna de saus (steeds roerende) nog een
paar minuten doorkoken. Klop in de saus
kom het ei, giet er flink roerende de heete
saus bij en maak die ten slotte af met het
citroensap.
Geef in dit geval als groente: spruitjes,
groene savoye kool, prei, uien, knolselderij
of iets dergelijks.
Tomaten-j us (4 personen). 4 to
maten (ook te vervangen door 4 afgestre
ken eetlepels dikke tomatenpuree), 1 ui,
80 gram (4 afgestreken eetlepels) boter,
1 theelepel zout, ongeveer 4 d.L. water,
2 theelepels Maggi's Aroma.
Laat in een geëmailleerd ijzeren potje
de fijngesnipperde ui in de boter licht
bruin worden, voeg er dan de in stukken
gesneden tomaten bij met het zout en laat
het mengsel (nu en dan roerende) tot een
dikke puree worden. Giet daarbij het wa
ter en laat de saus nog een kwartiertje
„pruttelen"; maak ze af met de Maggi's
Aroma en giet ze over in de sauskom
(des-verkiezende door een zeef, zoodat de
stukjes ui en de tomatenschilletjes achter
blijven).
Bruine uiensaus (4 personen).
1 groote ui (of 2 kleinere), 30 gr. (3 afge
streken eetlepels) bloem, 60 gr. (3 afge
streken eetlepels) boter, laurierblaadje, 2
kruidnagelen, Vs L. kokend water met 2
Maggi's Bouillonblokjes, ietsje peper.
Snipper de ui fijn en laat ze in een ge
ëmailleerd ijzeren potje in de boter licht
bruin worden. Strooi er dan de bloem in
en laat die ook een lichtbruine kleur aan
nemen. Giet geleidelijk (en steeds roerend)
bij dat mengsel den bouillon, voeg er de
kruidnagelen en het laurierblad bij en laat
de saus in een gesloten pan nog een kwar
tier zachtjes doorkoken. Neem er vervol
gens de kruiden uit en maak de saus des-
verkiezende af met een ietsje peper, Ge
bruik in den maaltijd, waarbij deze saus
gekozen wordt, als groente bruine boonen,
capijcijners, gestoofde bieten, roode kool,
spruitjes of iets dergelijks.
Schroeivlekken.
Wie onder het strijken schroeivlekken
maakt in het linnengoed, moet de plekjes
onmiddellijk vochtig maken met 'n schoon
doekje, ze uitwrijven en weer opstrijken.
Ook kan men het geschroeide stuk, voch
tig gemaakt, even in de zon leggen. Gaat
de schroeivlek er op die manier niet uit,
dan maakt men een papje van pijpaarde,
azijn en witte zeep, dat men even laat
doorkoken om het, weer koud geworden,
op de vlek te smeren. Nadat het papje is
ingedroogd, wascht men de plek uit.
Een andere methode is:
Schroeivlekken in linnengoed kan men
verwijderen door ze te bevochtigen met 'n
sponsje of doekje met waterstofsuper-
oxyde in een drie procentige oplossing.
Men veegt ermee over de vlek. Vooral in
de zon geeft deze bewerking een goed re
sultaat.
Uit wollen stoffen kan men schroei
vlekken verwijderen -door ze voorzichtig
te wasschen in lauw zeepsop met een klein
scheutje ammonia. Is de vezel echter te
veel aangetast, dan bestaat er geen mid
del voor.
Verzorging van een clivia.
Wanneer de plant nog geen bloemknop
vertoont, is het voldoende deze in een ge
regeld verwarmd vertrek te plaatsen, niet
te dicht bij den haard, vóór een venster,
doch niet zoo dicht, dat de koude buiten
lucht schaden kan.
Nu en dan wat water geven op de aar
de, niet in den schotel. Niet te koud lei
dingwater, liefst water, dat de kamertem
peratuur heeft.
Mocht men in de plant een bloemknop
ontdekken, dan voortdurend de aarde nat
houden en in dezelfde temperatuur laten
staan.
Het verdient aanbeveling de Clivia-
bladen nu en dan vochtig af te nemen, om
het aanwezige stof te verwijderen en de
poriën open te houden.
Enkele wenken.
Bloempotten, die men voor de ramen
wil zetten, kan men mooi van kleur hou
den door ze af en toe wat af te nemen met
water, waarin wat steenrood is gedaan.
Verflucht kan men uit pas geverfde ver
trekken doen verdwijnen, indien men teil
tjes met water neerzet, waarin men stuk
jes kamfer en schijfjes citroen doet.
Perkamentlampekappen kan men schoon
maken door ze af te wrijven met een fla
nellen lapje met havermout.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem 398
Auteur: J. Daane, Zoutelande.
1 2 3 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
45
47
48 49
50
Zwart 12 sch. op: 3, 5, 6, 8, 10, 11, 16, 18,
22, 23, 25 en 28.
Wit 13 sch. op: 14, 20, 24, 26, 27, 29, 31,
33, 34, 37/39 en 42.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Maart-problemen voor 9 April in te zen
den aan bovenstaand adres.
Nagekomen oplossingen.
Ontvangen van: J. Almekinders Jr nos
391, 394 en de Hullu, nos 391, 394, te
Oostburg.
Om het wereldkampioenschap.
M. Raichenbach witR. C. Keiler, zwart.
1. 33—28 18—23
2. 39—33 12—18
3. 34—30 20—24
4. 44—39 17—21
5. 30—25
Wit kon niet 3126 spelen wegens
zwart 2429 wit 26X17 (de beste) zw.
11X22 wit 28X17 zw. 29—34 en 23X25
voorloopig met gelijk aantal stukken, doch
op den duur moet wit schijf 17 verliezen.
Opmerking verdient, dat zwart goed doet
voorloopig schijf 17 niet aan te vallen. Hij
moet b.v. 1520 en 10—15 spelen en af
wachten, dat wit gebrek aan zetten krijgt.
5. 14—20
6. 25—14 9—20
7. 31—26 18—22
Wit moet nu met 28—17 slaan, daar
op 2617 zw. 2430, 2029 en 22—35
speelt. Het is natuurlijk niet zeker of
Raichenbach er rekening mee heeft ge
houden, dat hij nu een randschijf behoudt.
Maar in een aantal partijen toonde de
wereldkampioen een voorkeur voor derge
lijke stellingen, die hij al zeer sterk speelt.
8. 28-17 21-12
9. 36—31 12—18
10. 41—30 7—12
11. 32—27
Dit bewijst, dat wit nu reeds rekening
houdt met een eventueelen aanval met
27—22.
11 .
12. 37—32
13. 46—41
14. 41—37
15. 27—21
12—17
8—12
2—8
10—14
Beter dan hier te lang mee te wachten.
Na wit 4034 en zwart 2429, 2040 zou
op den duur toch tot den tekstzet moe
ten worden besloten.
15.
16. 31—22
17. 33—22
18. 32—21
19. 21—16
20. 37—32
21. 42—37
22. 37—31
23. 32—27
1
16—27
17—28
18—27
1—7
4—9
5—10
13—18
9—13
6
16
26
36
46
w.r Vsy/V/., Y/Vffi., v?7Zv.r
53
15
25
35
4r
47 48 49 60
23.
20—25
Hiermede geeft zwart het principe van
de stelling prijs. Met 11—17 zou hij kun
nen trachten wit aan zijn randschij-
ven vast te houden; of dat gelukt, is ech
ter een andere zaak. In het December
nummer van „Het Damspel" komt een
analyse voor, waarin men als volgt speelt:
Zwart 1117 (in plaats van den tekst
zet) wit 4742 zw. 1721, wit 2617 zw.
12—32, wit 3827 zw. 812 en wit kan
niet 2722 en 3122 spelen wegens zwart
23—28, 24—30 en 20—49.
Het blad maakt echter geen melding
van 4842 voor wit inplaats van 4742.
En toch zal ieder ervaren speler in dit
geval met zijn kroonschijf spelen, daar
wit links moet aanvallen en zwart rechts
vasthouden. Het grootste bezwaar, dat wij
tegen dezen spelgang hebben, is, dat wit
in antwoord op 1117 met 3832 moet
voortzetten. Het is dan gemakkelijk te
zien, dat wit meer zetten heeft dan zwart.
Dan ontstaat ongeveer hetzelfde spel als
wanneer zwart in de opening op 29 speelt
en wit door randspel aan den anderen
vleugel voordeel tracht te behalen. Er is
dan van den afloop nog niets te zeggen.
(Wordt vervolgd.)
Beste Nichtjes en Neefjes!
Een groote vreugd doorstroomde de aar
de toen Lente streelend en stralend baar
intrede deed.
Het is Lente! zongen de vogels luide in
het loover.
Het is Lente! vertelden ons schuchter
de bloemknopjes, die zich lieten wiegen in
den wind, zich koesterend in den milden
zonneschijn, die hen doet zwellen en bloei
en tot bloemen.
Het is Lente! fluistert verlegen het ma
deliefje tusschen 't gras onder de eeuwen
oude kerkmuren, en de oude, grijze stee-
nen kijken glimlachend neer op dat teere
bloempje, dat daar stralend openbloeit als
de Lentezon het kust.
Het is Lente! zingen de kinderen en zij
springen en dansen in de wei.
Lente! Lente! het feestgeschal,
van Lente! Lente! klinkt overal!
Het is Lente! zegt de boer; bij zijn toe
bereid land staat hij, en kijkt naar om
hoog naar de blauwe hemelkoepel, waar
boven God is, en bidt om een zegen, ook
voor deze Lente.
Hier volgen de prijsraadsels.
1. Voor de grooteren.
Het geheel bestaat uit 52 letters.
In de 14. 18. 48. 34. 40. 23. 25. 7 is de
lucht vaak 1. 5. 35. 27.
Een 33. 20. 43. 25. 30 is een echt voor
jaarsvruchtje.
Buiten is nu veel 52. 32. 6. 38 groen.
De 22. 3. 10. 42. 46 bloeit in het najaar.
De 47. 37. 21. 51. 31. 15. 45. 49. 44. 11
is een zangvogel.
Een 9. 20. 50. 4. 29. 16. 41. 30. 52 werkt
op den trein.
39. 5. 38. 12. 28. 33. 13. 36 is een hand
werk.
2. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 28 letters.
D'e 13. 25. 26 is een bekend plein in een
groote stad.
Een 1. 11. 17. 22. 5. 15 gebruik je niet
op het droge.
7. 25. 10. 12. 17 zijn hardloopers.
Een 6. 22. 27. 15 is een wonderlijk dier.
D'e 23. 15. 8. 3. 24 hoort in het kippen
hok.
Een 24. 2. 9. 18. 21 is een vervoermid
del.
4. 20. 23. 24. 14. 28 zijn gezond voor
zieke menschen.
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DOLLIE.
RU EN ZIJN VRIEND.
XXIX.
Eerst had Ru het plan gemaakt, dat
hij met Dries Wil tegemoet zou fietsen,
maar toen was Dries inet een ander voor
stel gekomen, Als ze eens niet de schuit
gingen, dat zou eigenlijk veel leuker zijn,
Ru was het dadelijk aan moeder 'gaan
vragen, die het goed vond.
„Mag ik dan ook mee, met Grietje? toe
Moes zeg maar ja Met een paar smee-
kende oogen zag Leni haar aan, maar
moeder schudde bedenkelijk het hoofd,
veel te gevaarlijk twee zulke druktemakers
met die jongens mee."
„Mevrouw, we zullen goed op haar pas
sen", verzekerde Dries, „en Grietje is het
wel gewend."
„Ja maar Dries, je weet hoe 'n wilde
bras Leni is."
„Ik zal heel kalm zijn en stil blijven
zitten."
,,'t Mag hé, Moes, ik zie het aan uw
oogen," en Leni danste de kamer door.
„Een beetje bedaard, Leni; als je nu al
zoo begint, wat moet het dan morgen wel
worden."
„O, maar nu spring ik alles er vast
uit."
Toen waren Dries en Ru aan hei bere
kenen gegaan hoe laat ze van huis moes
ten en waar ze Wil zouden opwachten.
Een flink eind buiten het dorp was een
brug, waar Wil over moest; als ze nu
zorgden daar om 10 uur te zijn, dan wa
ren ze zeker op tijd.
,,'t Kan toch niet," bedacht Ru zich
opeens, „want waar moeten we met Wil
z'n fiets heen; die kan hij' toch zeker niet
op den weg laten staan?"
Dat hoefde ook niet; Dries wist er wel
raad op.
En nu waren ze op weg, op dezen stra-
lenden zomermorgen, en alles was even
vroolijk en blij.
Af en toe werd hen door de arbeiders
op de velden, die dan even hun werk
staakten om het vroolijke groepje na te
zien, een goeden morgen toegeroepen.
Dries boomde prachtig precies in het
midden van de slooten; 't was haast of de
schuit zoo maar vanzelf ging.
I Een paar keer bij een scherpe bocht
had Leni geroepen: „die haal je niet!";
ook Ru had met spanning gekeken, naar
Dries die niets zei, maar schijnbaar zon
der eenige moeite de scherpe bocht om
hing.
I Er zou ook wel niets aan zijn, dacht
Ru, die het zelf nog nooit gedaan had.
Ze waren nu weer in een breede sloot;
welja, waarom zou hij het ook niet eens
probeeren? Meteen sprong hij op. „Laat
mijn nu een eindje Dries, dan kun jij wat
rusten."
„Kan jij het?" vroeg Dries.
„Ja, natuurlijk."
Dries ging nu op Ru's plaatsje zitten,
terwijl Ru de stok net als hij het Dries
had zien doen, hoog op uit het water
haalde.
Een eind verder zette hij hem er weer
in; zoo, nu flink afduwen, maar wat was
dat, hij voelde geen bodem; de stok gleed
weg in het water, en als Dries Ru niet
gegrepen had, zou hij er vast achteraan
gegaan zijn.
„Oh Ru, pas toch op," riep Leni ver
schrikt, maar toch moest ze lachen om
Ru, die nu op z'n knieën over den rand-
van de boot hing.
„Ik dacht, dat je het kon?" vroeg Dries
een beetje verbaasd.
„Dat dacht ik ook, maar ik voelde geen
grond; er was daar juist een diepe kuil."
„Wel neen jo, die zijn hier heelemaal
niet, daar heeft nog nooit iemand iets van
gemerkt."
Ru gaf den moed nog niet op en begon
weer opnieuw; maar 't ging weer net als
de eerste keer. Grietje schaterde het uit:
„Dries, hij kan er niets van."
„Dat merk ik ook," bromde deze. De
boot lag nu bijna stil. „Geef maar gauw
hier Ru, dan zal ik het wel weer doen."
„Ru begreep niet, dat hij dat nu niet
kon, het leek toch heelemaal niet moei
lijk; maar wacht maar, in de vacantie
ging hij er wel eens alleen op uit en dan
zou hij het wel eventjes leeren.
Eén heele poos gingen ze nu rustig
voort, zelfs Leni hield haar belofte, en zat
rustig op de voorbank; ze plaagde Ru dat
hij niet kon varen, Dries dat hij het zoo
goed kon, en zichzelf en Grietje dat ze
zoo netjes op het bankje moesten zitten.
Een troep eenden, die rustig in een in-
hammetje onder den wal rondzwom, joeg
ze op, zoodat ze verschrikt luid snaterend
opvlogen en hun heil zochten tusschen de
boterbloemen.
„Nu mogen jullie wel goed op je hoofd
passen", zei Dries even later. „Kijk eens
we moeten onder dat bruggetje door."
Leni keek om, „o maar Dries kan dat
wel, het is zoo laag".
„Het zal best gaan, maar weet je wat,
jullie moet maar op den grond gaan
zitten."
Ze zaten al, en met het hoofd haast
in haar schoot wachtten ze tot ze er onder
door gingen.
Een beetje angstig keek Leni naar
Dries, die nog steeds stond en naar Ru
die nu naar hun toekwam.
„Gaan jullie nu ook zitten."
„Direct hoor", lachte Dries, die de boot
nog eens flink afduwde.
Hij was al zoo vaak onder het brug
getje doorgegaan en wist wel, dat liet
niet zoo laag was als het leek.
Ru was nu bij de meisjes gaan zitten.
„Ben je bang Ru, kom maar hier hoor"
en Leni trok z'n hoofd naar beneden.
„Niet doen". Ru rukte zich los, „ik zal
hem zoo afduwen".
(Wordt vervolgd.)