DE ZEEUW
i slechte
't land.
annonce
ze krant.
TWEEDE BLAD
De Pastorie aan Zee
Dit de Provincie
T
KB KLEEDJES,
it 140X75. Spot-
19.75. JOH. A.
/iele K 211—216,
v voordeel is on-
timmer- en met
ed wordt uitgev.
iplex in versch,
opg. Bel. aanbev.
ind D108, M'burg
vraagt van par-
TER LEEN,
ksche aflossing
inte. Brieven Na
J, Middelburg.
MAART, v.m. 10
nam. 1 uur te
verkooping van
BRAAK.
ntie.
DEELNAME Za-
18 Mrt as. naar
)es 11 u. voorm
nam. Met nieu-
igen ƒ2.50 p.p.
RT, Goes. Tel. 443
le voorkomende
paraties door
Meubelmaker,
50, Goes.
ADELAAR,
10. Prijs 9 cent
1SCHIERE J.Hz.,
SCH zijn mijn
t. 25 ct. p. p.
ide 20 ct. per
coekjes, gebakjes
proef en U blijft
Seisstr., M'burg.
EN
voor rijproef A.
utotechnisch On-
uwendijk P 39L
de Citax 9 per-
lar de Jaarbeurs
15 Maart. Nog
■ij. Aanbevelend:
M. ZANDEE,
ES, zeer licht, 14,
mdkoekjes 10 ct.
)ie Allerhande 35
ntenbrood 25 ct.
SLIKKE, Lange
ct. per K.G. Blad-
K.G. Schapen-
rreerende prijzen.
R, Korte Noord-
elburg.
en het van ouds
ANSPEL,
s verlaagd.
JX, Lange Burg
UWEN WERK-
NGEN TE KOOP,
ershof te M'burg.
WEN, Aannemer
)OP:
TE SCHOEN-
CHGENHANDEL,
Jen geschikt. Te
GOUDSWAARD,
erke (N.-B.)
OOP:
AAIMACHINE,
met of zonder
UIDWEG, Smid,
TE WONING,
personen, electr.
met of zonder
iss. weg bij Mid-
letter H, Boekh.
rg.
OOP:
MOTORRIJWIEL,
electr. hoorn en
g.a.n., ook ruilen
;en. Veerscheweg
g-
EL WERKENDE
IR, prima; tevens
,ng 6 Meter,
erij, S chore. Tele-
JAGMEISJE
15 jaar, bij ABR.
VAN
DINSDAG 12 MAART 1935, Nr 137.
DE KONINKL. NEDERL. JAARBEURS.
Het zakenleven op losse schroeven.
Met den voet In de kolken en het hoofd
in de wolken.
Vandaag is de 32ste Kon. Ned. Jaar
beurs te Utrecht geopend.
Aan den vooravond heeft de algemeen
secretaris, de heer Graadt van Roggen
ten overstaan van de pers, aan dit gebeu
ren enkele beschouwingen gewijd.
Hij toonde zich daarbij wel bezorgd,
maar nochtans opgewekt.
Het practische zakenleven, aldus Spr.,
juicht of treurt niet over hetgeen niet
kan worden veranderd; het houdt reke
ning met het feit, dat het zakenleven
over de heele linie en over de heele we
reld op losse schroeven staat en elk pers
pectief ontbreekt. Voor eenige voorspel
ling ten opzichte van het conjunotuurver-
loop voor de naaste toekomst ontbreekt
een basis van economischen samenhang.
Dit is wel weinig troostrijk om te moe
ten constateeren.
Merkwaardig intusschen blijft de wijze,
waarop het bedrijfsleven ten onzent op
dit alles reageert. Het blijkt in sterke
mate immuun te zijn geworden voor exes-
sieve fluctuaties.
Dat was een jaar geleden nog anders.
Men had toen nog wel eenig vertrouwen
in de als geneesmiddel aanbevolen drank
jes en pillen der economische pharma-
ceutica. Thans is men er van overtuigd,
dat al die wondermiddelen slechts kwade
reacties hebben opgewekt. De eischen van
het leven noodzaken tot handelen en er
wordt gehandeld. Het bedrijfsleven heeft
er zich op ingericht om de hem door Je
tijdsomstandigheden opgelegde zwaar
dere plichten zoo goed mogelijk te ver
vullen. Sterker is men geworden in de
overtuiging, dat alle klachten voorlooiJg
geconcentreerd moeten blijven op het kee-
ren van het onmiddellijk gevaar.
De economische toestand in ons land
is er in het laatste half jaar niet veel
slechter, noch veel beter op geworden.
Zeker is hij verwarder geworden. VeT-
warder werd de toestand door de doorvoe
ring en doorwerking van crisismaatrege
len, met name van het contingenteerings-
en clearingsysteem. Het bedrijfsleven m
zijn geheel werd er steeds ingewikkelder
en oncntkncopbaarder door.
Onze zakenmenschen bezitten en be
nutten gelukkig de gave in moeilijke tij
den het hoofd koel te houden en niette
genstaande hun ongecontingeuteerde en
nimmer ge-clearde ergernissen hebben 7.i,i
in de afgeloopen maanden getoond, dat
moedeloosheid niet het geestesmerk van
om volk is, maar vroolijker is het zaken
leven er niet op geworden.
De aanpassings van het Bedrijfsleven
aan den toestand vordert, trots de zware
offers, welke zij kost. Er zijn belangrijke
orders binnengekomen door aaneengeslo
ten en samenwerkend optreden. Organi
satie en energie uit de oude economie blij
ken ook nu nog krachtig te zijn. De da
lende kapitaalrente is een steun in den
rug en belooft veel voor de nieuwe toe
komst.
De jaarbeurs staat er goed voor; alle
ruimte is bezet; men heeft 1691 deelne
mers; velen moesten worden afgewezen.
Spr. brengt hulde aan het Ned. Be
drijfsleven, dat het de door het buiten
land opengelaten plaatsen (o.a. Frank
rijk, Algiers e.a.) heeft kunnen vullen.
De volle bezetting is voor het Jaarbeurs-
bestuur een zeer aangename verrassing.
De Ned. Industrie heeft nog energie en
vertrouwen.
Uit den aard der zaak is deelneming
aan de Ned. Jaarbeurs voor het Buiten
land niet bijzonder aanlokkelijk, door de
algemeen bekende maatregelen, die ook
'de buitenlandsche bandelaren vastleg
gen.
De binnenlansche deelneming is zeer
groot en zij' bewijst het aanpassingsver-
FEUILLETON.
door
GEORGE MAC DONALD.
38.) jo—
De volgende morgen was het prachtig
weer. We hadden gehoord, dat het dien
dag bijzonder laag water zou zijn en we
waren overeengekomen, dat we aan het
strand den maaltijd zouden gebruiken.
Ik had me zelf een vacantiedag gege
ven, die dikwijls voor degenen voor wie
men werkt evenveel waarde heeft als
voor ons zelf. Aan het strand was het
heerlijk. De zee was zoo kalm en het
strand, dat nu aanmerkelijk breeder' was,
liep zoo zacht glooiend af, dat water
en land bijna ongemerkt in elkander
overgingen. De herfstzon hing boven het
water in een lichte nevel gehuld; heel in
de verte zag ik een mcsselvisscher;
voor het oogenblik had hij: zijn beroep
laten rusten en nam, verlokt door het
heerlijke weer en de kalme zee, een bad.
Boven zijn hoofd verhief zich de storm
toren in de stormlooze lucht.
„Vader, vader, wat is het hier heer
lijk", riepen de kinderen, als ik hen voor
bijging.
„Waar heb je dan zoo'n plezier in,
mogen ÜR&firtf**
Voor het eerst is de Nederlandsche
textielindustrie op de Jaarbeurs. Na lan
ge aarzeling is zij- eindelijk gekomen en
nog wel collectief met haar kunstzijden
en met kunstzijde verwerkte stoffen.
De vooruitzichten van het bezoek zijn
zeer gunstig, ook van buitenlandsche zij
de. Is dit een gunstig teeken voor een
omkeer in de mentaliteit? Immers de bui
tenlandsche bezoeker denkt niet aan ex
port, maar aan import.
De leden der Eerste en Tweede Kamer
zullen voor het eerst een collectief bezoek
brengen (Applaus) op Maandag 18
Maart. Verder staat op het program be
zoek van Duitsche autoriteiten, Woens
dag 20 Maart is er een Belgische dag,
op welken een vooraanstaand Belgisch
staatsman zal spreken in een buitenge
wone zitting van de Kamer van Koop
handel te Utrecht over: de Belgisch-Ne-
derlandsche handelsbetrekkingen; dan
i komen nog president en secretaris van de
Parij'sche Jaarbeurs.
Zoo staat, aldus eindigde Spr., met den
voet in de kolken en het hoofd „in de wol
ken" de XXXIIe Nederlandsche Jaar
beurs voor haar taak gereed. Om de blin
de klippen der economische verwarring
te ontwijken en de rukwinden der econo
mische fluctuaties te kunnen ontloopen,
dient Op het gebied der koopmanschap
op 't scherpst te worden gezeild. Bij deze
even moeilijke als gevaarlijke navigatie is
bet moderne jaarbeurswezen voor den
„coopvaerder" een richting-bepalende ba
ken in zee.
Van onze Nederlandsche voorjaars-
beurs, die gebouwd is op het rotsvaste
vertrouwen in de onwankelbaarheid van
het Nederlandsche bedrijfsleven, straalt
een licht uit in den grooten nevel. Het
licht van de moedige bezonnen daad, vast
van wil als een rots in zee, vertrouwen
wekkend als een veilig vuur in den
nacht."
IDENBURG-HERINNERINGEN.
Ongetwijfeld zullen velen zich afge
vraagd hebben waarom Dr Colij-n, onze
Minister, voorzitter van den Minister
raad, die toch waarlijk wel de gave bezit
om de dingen in hun juiste waarde te
zien en op hun juiste plaats te zetten, in
zijn persoonlijk woord, gewijd aan de
nagedachtenis van zijn vriend Idenburg,
twee oogenschijnlijk zoo verschillende
momenten naast elkaar kon plaatsen.
Aan de eene zijde dat geweldig groote,
opvolger te zijn van Dr Kuyper als Par
tijleider en aan de andere zijde, Iden
burg de medestrijder met de eenvoudige
geloovigen die in 18901900 de Kwi—
tangkerk te Batavia vormden.
Tc-ch komt het mij zeer juist gezien
voor. Immers in dat 10-tal jaren is er
soms een wel eens bittere strijd geweest
om de beteekenis van deze kleine kerk.
Een strijd, die van het standpunt der
vadeiiandsche zendingsgedachte, schoon
goedbedoeld, wel eens zeer onbillijk ge
voerd werd. Men meende dat de Bata-
viasche Kring, nu Kerk, die tot tweemaal
toe een voor de zending onder de heide
nen en mohammedanen uitgezondene
voor zich had ingepalmd, moest erkennen
daarmede verkeerd gedaan te hebben.
Of 't organisatorisch geheel juist ge
weest is wat de Brs. Haan en Huysing
deden, is een vraag die waarschijnlijk
niet meer beantwoord moet worden.
Maar dat ze eenmaal te Batavia een ar
beidsveld gevonden hebbende, daaraan
met hart en ziel bleven hangen en daar
aan ook recht deden, dat heeft mede Ka
pitein Idenburg bewezen. Het arbeids
veld van de Geref. Kerk van Batavia is
de bakermat geweest voor den opbloei
van het Geref. leven in geheel Indië.
Daaraan heeft de heer Idenburg, eerst
als helper onder leiding van Ds Huy
sing, later, in de vacature tusschen den
diensttijd van Ds Huysing en Ds Weyers,
als de voornaamste steunpilaar van den
arbeid meer zelfstandig, een belangrijk
aandeel gehad.
Ik herinner me nog dat in het archief
der Kerk nog een eigen verklaring van
den Catechismus van Zondag 1 tot Zon
dag 21 bewaard wordt van de hand van
Ouderling Idenburg, die hij voor cateche
tisch onderwijs gebruikte. Hij heeft niet
gewild dat het zou worden uitgegeven.
Om het te vervolgen, daarvoor heeft hem
Charlie," vroeg ik.
„In ons kasteel," juichte Harry; „jam
mer dat het in elkaar geploft is. We kon
den het water er niet uit houden."
„Ik heb nog geprobeerd om het met
een krant tegen te houden," riep Charlie,
„maar het lukte niet."
„We hebben het liever opgeblazen, dan
ons over te geven," zei Dora vol vuur.
„Maar Harry vergeet het aldoor en zegt,
dat het door het water kwam."
Dien dag was de heer Percivale van de
partij en zooals ik dat meer gedaan had,
maakte ik, terwijl de kinderen in het
zand speelden, met hem een wandeling
langs het strand. Daar het water, zooals
gezegd, bijzonder laag was, hadden wij
gelegenheid op een goeden afstand van de
kust te komen, om den algemeenen in
druk waar te nemen, die de rotsen van
uit zee op ons maakten.
„Men kan zich nauwelijks voorstellen,
met dit weer en met zulk een lage zee,
die zoo rustig is als het water, dat een
schooljongen op zijn lei giet om haar
schoon te maken en die nauwelijks de
wieg van een kind zou kunnen doen
schommelen, dat de massieve klippen, die
we voor ons hebben, de merkteekenen
dragen van een eeuwigdurenden strijd te
gen de woedende aanvallen van den nu
zoo vreedzamen oceaan," zei ik tot Perci
vale, terwijl we stilstonden: „Kijk eens
rond aan je voeten, Percivale, kijk naar
de tijd ontbroken. Zijn weg W3?d anders
geleid. Maar dat Idenburg, zoo was hij' in
Indië bekend, zonder aanduiding van een
militairen titel of later als hoogste in
den lande, zoo kenden hem de Greref.
breeders en zusters, dat Idenburg in die
jaren belangrijk werk heeft geleverd tot
verdieping van 't peil der gemeente, dal
staat vast. Later is op dat fundament
verder gebouwd.
Bescheiden getuigde hij daarom bij het
gouden eeuwgetij van Bataviasch Kerk in
1927: „De breeders in Nederland betwij
felden soms of al de Kerkrechtelijke
denkbeelden en exegetische inzichten van
Ds Huysing wel met de Gereformeerde
beginselen overeenstemden. Voor dien
twijfel bestond misschien wel grond."
„Maar," zoo voegt hij daaraan toe, „de
lof mag hem niet worden onthouden, dat
hij uitnemend de gave verstond om de
broederlijke liefde te versterken en om
den ijver aan te vuren."
Idenburg beteekende toen in de Geref.
Kerk veel meer dan hijzelf wilde toege
ven. Maar die veelbeteekenende plaats
weegt in haar gevolgen 'op tegen die
plaats die eenmaal Kuyper aan Idenburg
had toegedacht in de Anti-Rev. Partij.
Idenburg. onze Idenburg, zoo jubelde
het in de harten van alle Indische Cal
vinisten, was een man van stipte orde
en trouw. In dat opzicht was en bleef hij
de oud-militair in den allerbesten zin.
Orde en trouw. Van elk een staaltje.
Toen hij Gouverneur-Generaal was,
kwam hij geregeld te Batavia ter kerk,
als hij daar vertoefde. Vaak zelfs van uit
Buitenzorg. Vanzelfsprekend was het
plicht om voor den Onderkoning ontzag
en eerbied aan te kweeken, ook in 'het
uiterlijk eerbetoon in de kerk. Maar niet
ieder eerbetoon kon in zijn oog genade
vinden. Ten slotte stemde hij er in toe,
dat de kerkeraad gelijktijdig met hem
in de kerk kwam en dat een der broeders
ouderlingen hem van den ingang tot aan
zijn zitplaats begeleidde en evenzoo hem
weer begeleidde na afloop van den dienst
tot aan den uitgang. Dat was voor nieu
welingen in het ambt heel wat, voor het
eerst die beurt te hebben. Maar na de
perste keer werd er niet zelden verlangd
naar de volgende beurt. Eèn enkele op
merking slechts, want het mooht geen op
onthoud geven, maar die was voldoende
cm te doen gevoelen, de hoogste in den
lande is onzer een.
Het Buitenzorgsche paleis heeft, na te-
ïugkeer naar het vaderland van mevr.
Idenburg, de familie Rutgers eenigen tijd
mede tot woning verstrekt. Daar werden
dan nu en dan vanwege de Geref. Kerk
van Batavia diensten gehouden. In Bata
via nu en dan, in Buitenzorg gedurig,
kwamen daar ook leden van het gevolg.
Zoolang het gevolg er bij was, was 't de
Gouverneur-Generaal, maar als dan even
later in den huiselijken kring, de koffie
werd rondgediend, hoe gevoelden we ons
dan in eens zelfs daar op ons gemak.
Idenburg was een man van orde,
maar die het orde volgen ook gemakkelijk
maakte, 't Werd tot een genot!
Maar hij was ook trouw. Trouw ook in
het afzonderen van zijn bijdrage voor
Gods Kerk. Trouw ook als Gouverneur-
Generaal. Natuurlijk was dat voor de
kerk een buitenkansje. Maar. zie hier nu
weer de trouw, hij heeft er voor gezorgd,
dat deze bijdrage een bijzondere bestem
ming kreeg, een bestemming geheel in
overeenstemming met het bijzondere en
het tijdelijk karakter van die bate.
Maar als gewoon lid van de kerk stond
ook br. Idenburg er op, als ieder ander,
op zijn beurt huisbezoek te ontvangen.
Nooit zal ik vergeten dat uur met ons
drieën, twee heel gewone Gouvernements
ambtenaren, als ouderling op huisbezoek
bij den man die de hoogste functie be
kleedde. Daar werd gemeenschap der hei
ligen gesmaakt. Zonder bepaalde feiten te
noemen, werden daar ook de moeilijk
heden aan het ambt verbonden bespro
ken, besproken op een wijze die weder
zijds aandrang werd om tezamen de
knieën te buigen en onzen trouwen Vader
in den Hemel te smeeken om Zijn leiding
en Hem te danken voor wat Hij gaf.
Dat was typeerend voor den Christen-
staatsman Idenburg, trouw tot in het
kleine in de gemeente des Heeren, één der
broederen. H.
de kloven, scheuren en gaten in de rot
sen."
„U had schilder moeten worden, domi
nee Walton," zeide hij.
„Was ik het maar," antwoordde ik.
„Ik zou er werkelijk genoegen in vinden,
als ik er maar gave voor had, maar
hoe kom je daar zoo bij."
„U hebt altijd zulke persoonlijke
ideeën, wanneer u tracht de natuur te
verklaren, terwijl ze tevens harmonisch
en waar zijn. Ik zou gaarne eens uw
meening hooren over eenige mijner schil
derijen".
„Daartoe zou ik mij nooit vermeten. Ik
zou je slechts kunnen vertellen, wat ze
me zouden doen voelen of misschien den
ken. Wie weet, misschien kom ik nog wel
eens bij je oploopen."
„Mag ik u dan mijn adres aanbieden,"
zeide hij, terwijl hij mij een kaartje uit
zijn portefeuille overhandigde. „Ik woon
wel erg armoedig, maar ik zou me zeer
vereerd gevoelen, als u, wanneer u een
bezoek aan Londen brengt, me niet zou
vergeten."
„Het zal me werkelijk een genoegen
zijn," herhaalde ik. „Is het je ooit opge
vallen," ging ik voort, „in aansluiting
waarover we net spraken, hoe weinig
men in een schilderij zou teweegbrengen,
wanneer er geen schaduw bestond?"
„Inderdaad weinig," zei Percivale, ,,'t
zou eigenlijk heelemaal geen schilderij
Goes. Gister hield de Jeugdherbergstich
ting „De Bevelanden" haar jaarlijksohe
vergadering.
Het aantal contribuanten dat deze keer
de vergadering bijwoonde, was veel groo-
ter dan het vorige jaar. De voorzitter con
stateerde dan ook met blijdschap in zijn
openingswoord, dat blijkbaar de belang
stelling voor de jeugdherberg grooter
wordt, en wel speciaal onder de jongeren.
Na de gebruikelijke lezing van notulen
volgde een bespreking van de jaarversla
gen van secretaresse en penningmeester.
Uit het eerste bleek, dat helaas het aan
tal contribuanten van de jeugdherberg
stichting verminderd was in den loop van
1934. Het tweede verslag was optimisti
scher. Ondanks de vermindering van het
aantal contribuanten waren de inkomsten
gestegen, dank zij het groote aantal be
zoekers wat van de jeugdherberg „Thols-
einde" gebruik maakte. Terwijl men in
1933 reeds 302 overnachtingen boekte was
dit aantal in 1934 gestegen tot 536, zoo
dat er dus een zeer belangrijke vooruit
gang te constateeren viel. Waarschijnlijk
is dit te danken aan den prettigen geest,
die in de jeugdherberg heerscht onder
de uitstekende leiding van de herberg-
ouders, die werkelijk bij uitstek voor deze
taak geschikt blijken te zijn.
Het verslag van den herbergleider was
zeer opgewekt; klachten over de jeugdher
berg werden zelden gehoord, al is de in
richting min of meer primitief. Nu het
bezoek zooveel grooter wordt, voelt men
in de jeugdherberg ook steeds meer het
gemis aan een goede wasch- en badgele
genheid. Daarom stelde het bestuur de
vergadering voor, deze dit jaar allereerst
te verbeteren. Het bestuur had plan en
teekening laten maken voor het aanleggen
van twee maal twee douches en één W.G.,
een watertank met pomp-installatie voor
de watervoorziening daarvan. Hiervoor
zal een apart gebouwtje gemaakt moeten
worden tegen de groote schuur, wat des
winters weggenomen en opgeborgen kan
worden. Zoowel voor de meisjes als voor
de jongensafdeeling zullen er dan één W.
G. en twee douches zijn.
Verder stelde het bestuur de vergade
ring voor alle bedden en kussens te voor
zien van nieuwe, afneembare en wasch-
bare overtrekken.
Beide voorstellen werden goedgekeurd,
zoodat met de uitvoering direct een begin
kan worden gemaakt. In het nieuwe sei
zoen zullen de bezoekers de jeugdherberg
dus zeer verbeterd terugvinden.
Het bestuur, waarin reeds geruimen tijd
twee vacatures bestonden, werd nu aan
gevuld met Mevr. Engelsma uit Ierseke
en dhr K. van Ginkel uit Goes, zoodat het
nu weer voltallig is. In de Raad van Toe
zicht en Advies werd dhr G. Houtekamer
verkozen inplaats van dh- H. Th. Nieu-
wenhuysen, die venrokken is.
Nadat nog besloten was in het voor
jaar tusschen Paschen en Pinksteren een
bijeenkomst voor afgevaardigden van ver-
eenigingen in de Jeugdherberg „Thols-
einde" te houden, sloot de voorzitter deze
goed bezochte en geanimeerde vergade
ring.
Er heerscht eenige verwarring. Er
blijken sommigen te zijn, die meenen, dat.
nu de heer Van D'ijk hedenmiddag voor de
Centrale Kiesvereeniging spreekt, de ver
gadering van hedenavond niet doorgaat.
Zoo is het echter niet. Vanavond houdt de
plaatselijke A. R. Kiesvereeniging in „De
Prins van Oranje" een z.g. praatavond,
waar de heer Van D'ijk de vele vragen, die
waarschijnlijk gesteld zullen worden hoopt
te beantwoorden.
Klcetintje. Gisteravond sprak voor de
afd. v. d. Ned. Ghr. Landarbeidersbond in
het Zondagsschoollokaal de heer A. d e
Lange uit Goes over: „Verhoogde acti
viteit in moeilijke tijden".
Spr. wees eerst op de vele zorgen en
moeiten van den tegenwoordigen tijd. Er
is financieels, economische, maar niet
minder geestelijke nood. Wij, Christelijk
georganiseerden, moeten de werkelijkheid
durven zien en mogen niet de vlucht ne
men voor de verantwoordelijkheid,
Spr. herinnerde verder aan den in soci
aal opzicht zoo donkeren tijd in de tweede
helft der vorige eeuw. Toen stonden de
pioniers der Chr. sociale en vakbeweging
worden."
Terwijl we spraken, waren we om den
hoek van de klippen omgeslagen en zagen
van de pastorie een kleine optocht aan
komen van ons personeel met Walter aan
het hoofd, die de benoodigd'heden voor
onzen maaltijd kwamen aanbrengen.
„Je blijft toch weer bij ons eten?"
„Gaarne", antwoordde de schilder, „als
u me toestaat, dat ik u eerst van dienst
mag zijn. Want ik veronderstel, dat uw
zieke dochter ook bij ons komt".
„Nu, als je me wilt 'helpen dragen, heel
graag".
„Toen we het huis naderden zag ik
Wynnie aan het raam van de zijkamer
zitten, doch toen we het vertrek binnen
traden, was zij er niet meer.
„Waar is Wynnie?" vroeg ik mijn
vrouw.
„Ze zag je aankomen", antwoordde ze,
„en is 'Connie gaan helpen om klaar te
komen; want ik vermoedde, dat je mijn
heer Percivale meebracht om te helpen
haar naar buiten te dragen".
Toch kon ik de gedachte niet van mij
afzetten, dat er aöhter Wynnie's plotse
ling verdwijnen meer stak, dan mijn
vrouw wilde doen voorkomen. „Stel je
voor, dat ze veel van hem houdt", over
dacht ik, en hij verklaart zich nooit; wat
zou dat vreeselijk zijn".
Den laatsten tijd waren zij dikwijls sa
men geweest en als ze werkelijk veel van
op om ondir veel smaad en verguizing
Chr. sociale organisaties op te bouwen.
Van den zegen op hun werk mogen we nu
genieten, zoodat gezegd mag worden, dat
ons volk in sociaal opzicht bevoorrecht is
boven alle andere volken.
Spr, wekte ten slotte op in het voet
spoor dezer pioniers te treden en met
groote toewijding en trouw te arbeiden in
en aan onze Chr. vakorganisaties, tenein
de die hecht en sterk te maken. Dit is wel
zeer noodig voor de toekomst, die ons
wacht, ook in verband met de ordening,
■die wellicht aanstaande is.
Op deze rede volgde eenige bespreking.
Met dankgebed besloot dhr de Lange
deze welgeslaagde vergadering, 'welke ook
door den burgemeester werd bijgewoond.
Kapelle. Maandagavond kwamen de
A.R. Kiesvereeniging en de Arja-club,
onder voorzitterschap van Ds 'Scheele, in
gecombineerde vergadering bijeen.
Da A. M. Fransen, voorzitter van de
Arjaclub, deelde mee, dat een der inlei
dingen niet kon gehouden worden, omdat
de referent plotseling verhinderd was. De
heer Jobs. de Jager behandelde Art. III
van jOns Program".
Nadat 'door Ds Scheele nog gewezen
was op den komenden strijd en was aan
gespoord om voorwaarts te gaan in des
Heeren kracht, eindigde D® Fransen met
dankgebed.
Wolfaartsdijk. Maandagavond trad al
hier in de C'hr. school Papeweg op, do
propagandist van den Ghr. Boeren en
Tuindersbond in Nederland, de heer P.
J. Kolijn, met het onderwerp „Wetge
ving in crisistijd". De vergadering stond
onder leiding van den heer G. Heijnsdijk.
De spreker zette in een gloedvolle rede
uiteen de Chr. levens- en wereldbeschou
wing van den Bond. Hij wenschte niet
negatief te zijn en anderen te 'bestrijden,
maar positief aan te toonen, welke rich
ting we hebben in te slaan. Hij keurde de
velerlei critiek op de regeering af. Het
booige belang van den Bond stelde hij
duidelijk in het licht. Na eenige bespre
king gaven enkele personen zich op als
lid van den Bond. Men zal trachten nog
meer leden te werven.
Tholen. Op verzoek is met ingang van
1 Mei overgeplaatst naar Haamstede, de
rijksambtenaar der belastingen en acc. de
heer L. v. d. Vaate, alhier.
VERMOGENSBELASTING 1934/1935.
Belangrijke daling der vermogens.
In de binnen enkele dagen verschij
nende tweede aflevering van het maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek worden de uitkomsten der ver
mogensbelasting gepubliceerd. Het belas
tingjaar 1933/1934 is hierbij in vergelij
king gebracht met de voorafgaande jaren.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het bedrag der vermogens betrekking
heeft op den toestand van het vermogen
bij den aanvang van het belastingjaar (1
Mei). Het cijfer over1930/1931 is dus nog
slechts in geringe mate beïnvloed door de
in bet najaar van 1929 opnieuw ingetre
den economische crisis, in veel sterker
mate is dit het geval met het cijfer der
volgende jaren.
Vervolgens wordt opgemerkt, dat we
gens het ontbreken van daartoe geschikte
gegevens geen rekening kon worden ge
houden met de in den loop der jaren ge
wijzigde waarde van het geld.
Bedrag
Aange- vermogens in
Jaren slagenen mill, guldens
1920/1921 159.449 13.589 1121)
1921/1922 166.362 13.284 305)
1922/1923 161.498 12.324 960)
1923/1924 162.188 12.183 141)
1924/1925 164.698 12.214 31)
1925/1926 170.271 12.948 734)
1926/1927 174.298 13.565 617)
1927/1928 177.457 14.073 508)
1928/1929 184.853 14.884 811)
1929/1930 192.943 15.666 782)
1930/1931 197.501 15.623 43)
1931/1932 194.227 14.300 1323)
1932/1933 180.907 11.718 2582)
1933/1934 176.541 11.475 243)
De vermeerdering of vermindering van
het totaal der in de vermogensbelasting
vallende vermogens ten aanzien van het
elkander waren gaan houden, zou ik moe
ten toegeven, dat dit niet anders dan na
tuurlijk was; want het scheen mij toe, dat
ze veel punten van overeenkomst hadden,
zoodat ze wel vanzelf met elkaar moesten
sympathiseeren. Wat een knap paar zou
den ze samen vormen.
Wynnie was veel rijziger dan Connie
ze was bijna zoo groot als haar moeder.
Ze had bruin haar, een breed voorhoofd,
een verstandig, nadenkend gezicht met
een mond, die zelden glimlachte en een
paar zachte wangen waar kuiltjes in kwa
men, als ze inderdaad eens lachte. Perci
vale heb ik al eens eerder beschreven.
Waarom zouden die twee niet samen door
het leven gaan? En toch was ik angstig.
Ik wist niets van hem. Ik had geen enkele
aanduiding van iemand, die hem kende
Zijn verleden kende ik niet; zijn inkom
sten waren waarschijnlijk nauwelijks vol
doende; zijn positie in het levenDoch
plotseling hield ik op. Ik had genoeg van
dergelijke overpeinzingen. Het was stellig
Gods wil niet, dat ik de werken van Zijn
hand op die manier zou beoordeelen. En
ik was Zijn dienstknecht, en niet de die
naar van Mammon of Belial. Dit alles
ging als een wervelwind door mijn hoofd,
terwijl de schilder met mijn vrouw stond
te praten, die niet verbloemde, dat zijn
tegenwoordigheid haar aangenaam was.
CVttocrdt vervolgd.)