DE ZEEUW i slechte 't land. annonce ze krant. TWEEDE BLAD De Pastorie aan Zee Dit de Provincie T KB KLEEDJES, it 140X75. Spot- 19.75. JOH. A. /iele K 211—216, v voordeel is on- timmer- en met ed wordt uitgev. iplex in versch, opg. Bel. aanbev. ind D108, M'burg vraagt van par- TER LEEN, ksche aflossing inte. Brieven Na J, Middelburg. MAART, v.m. 10 nam. 1 uur te verkooping van BRAAK. ntie. DEELNAME Za- 18 Mrt as. naar )es 11 u. voorm nam. Met nieu- igen ƒ2.50 p.p. RT, Goes. Tel. 443 le voorkomende paraties door Meubelmaker, 50, Goes. ADELAAR, 10. Prijs 9 cent 1SCHIERE J.Hz., SCH zijn mijn t. 25 ct. p. p. ide 20 ct. per coekjes, gebakjes proef en U blijft Seisstr., M'burg. EN voor rijproef A. utotechnisch On- uwendijk P 39L de Citax 9 per- lar de Jaarbeurs 15 Maart. Nog ■ij. Aanbevelend: M. ZANDEE, ES, zeer licht, 14, mdkoekjes 10 ct. )ie Allerhande 35 ntenbrood 25 ct. SLIKKE, Lange ct. per K.G. Blad- K.G. Schapen- rreerende prijzen. R, Korte Noord- elburg. en het van ouds ANSPEL, s verlaagd. JX, Lange Burg UWEN WERK- NGEN TE KOOP, ershof te M'burg. WEN, Aannemer )OP: TE SCHOEN- CHGENHANDEL, Jen geschikt. Te GOUDSWAARD, erke (N.-B.) OOP: AAIMACHINE, met of zonder UIDWEG, Smid, TE WONING, personen, electr. met of zonder iss. weg bij Mid- letter H, Boekh. rg. OOP: MOTORRIJWIEL, electr. hoorn en g.a.n., ook ruilen ;en. Veerscheweg g- EL WERKENDE IR, prima; tevens ,ng 6 Meter, erij, S chore. Tele- JAGMEISJE 15 jaar, bij ABR. VAN DINSDAG 12 MAART 1935, Nr 137. DE KONINKL. NEDERL. JAARBEURS. Het zakenleven op losse schroeven. Met den voet In de kolken en het hoofd in de wolken. Vandaag is de 32ste Kon. Ned. Jaar beurs te Utrecht geopend. Aan den vooravond heeft de algemeen secretaris, de heer Graadt van Roggen ten overstaan van de pers, aan dit gebeu ren enkele beschouwingen gewijd. Hij toonde zich daarbij wel bezorgd, maar nochtans opgewekt. Het practische zakenleven, aldus Spr., juicht of treurt niet over hetgeen niet kan worden veranderd; het houdt reke ning met het feit, dat het zakenleven over de heele linie en over de heele we reld op losse schroeven staat en elk pers pectief ontbreekt. Voor eenige voorspel ling ten opzichte van het conjunotuurver- loop voor de naaste toekomst ontbreekt een basis van economischen samenhang. Dit is wel weinig troostrijk om te moe ten constateeren. Merkwaardig intusschen blijft de wijze, waarop het bedrijfsleven ten onzent op dit alles reageert. Het blijkt in sterke mate immuun te zijn geworden voor exes- sieve fluctuaties. Dat was een jaar geleden nog anders. Men had toen nog wel eenig vertrouwen in de als geneesmiddel aanbevolen drank jes en pillen der economische pharma- ceutica. Thans is men er van overtuigd, dat al die wondermiddelen slechts kwade reacties hebben opgewekt. De eischen van het leven noodzaken tot handelen en er wordt gehandeld. Het bedrijfsleven heeft er zich op ingericht om de hem door Je tijdsomstandigheden opgelegde zwaar dere plichten zoo goed mogelijk te ver vullen. Sterker is men geworden in de overtuiging, dat alle klachten voorlooiJg geconcentreerd moeten blijven op het kee- ren van het onmiddellijk gevaar. De economische toestand in ons land is er in het laatste half jaar niet veel slechter, noch veel beter op geworden. Zeker is hij verwarder geworden. VeT- warder werd de toestand door de doorvoe ring en doorwerking van crisismaatrege len, met name van het contingenteerings- en clearingsysteem. Het bedrijfsleven m zijn geheel werd er steeds ingewikkelder en oncntkncopbaarder door. Onze zakenmenschen bezitten en be nutten gelukkig de gave in moeilijke tij den het hoofd koel te houden en niette genstaande hun ongecontingeuteerde en nimmer ge-clearde ergernissen hebben 7.i,i in de afgeloopen maanden getoond, dat moedeloosheid niet het geestesmerk van om volk is, maar vroolijker is het zaken leven er niet op geworden. De aanpassings van het Bedrijfsleven aan den toestand vordert, trots de zware offers, welke zij kost. Er zijn belangrijke orders binnengekomen door aaneengeslo ten en samenwerkend optreden. Organi satie en energie uit de oude economie blij ken ook nu nog krachtig te zijn. De da lende kapitaalrente is een steun in den rug en belooft veel voor de nieuwe toe komst. De jaarbeurs staat er goed voor; alle ruimte is bezet; men heeft 1691 deelne mers; velen moesten worden afgewezen. Spr. brengt hulde aan het Ned. Be drijfsleven, dat het de door het buiten land opengelaten plaatsen (o.a. Frank rijk, Algiers e.a.) heeft kunnen vullen. De volle bezetting is voor het Jaarbeurs- bestuur een zeer aangename verrassing. De Ned. Industrie heeft nog energie en vertrouwen. Uit den aard der zaak is deelneming aan de Ned. Jaarbeurs voor het Buiten land niet bijzonder aanlokkelijk, door de algemeen bekende maatregelen, die ook 'de buitenlandsche bandelaren vastleg gen. De binnenlansche deelneming is zeer groot en zij' bewijst het aanpassingsver- FEUILLETON. door GEORGE MAC DONALD. 38.) jo— De volgende morgen was het prachtig weer. We hadden gehoord, dat het dien dag bijzonder laag water zou zijn en we waren overeengekomen, dat we aan het strand den maaltijd zouden gebruiken. Ik had me zelf een vacantiedag gege ven, die dikwijls voor degenen voor wie men werkt evenveel waarde heeft als voor ons zelf. Aan het strand was het heerlijk. De zee was zoo kalm en het strand, dat nu aanmerkelijk breeder' was, liep zoo zacht glooiend af, dat water en land bijna ongemerkt in elkander overgingen. De herfstzon hing boven het water in een lichte nevel gehuld; heel in de verte zag ik een mcsselvisscher; voor het oogenblik had hij: zijn beroep laten rusten en nam, verlokt door het heerlijke weer en de kalme zee, een bad. Boven zijn hoofd verhief zich de storm toren in de stormlooze lucht. „Vader, vader, wat is het hier heer lijk", riepen de kinderen, als ik hen voor bijging. „Waar heb je dan zoo'n plezier in, mogen ÜR&firtf** Voor het eerst is de Nederlandsche textielindustrie op de Jaarbeurs. Na lan ge aarzeling is zij- eindelijk gekomen en nog wel collectief met haar kunstzijden en met kunstzijde verwerkte stoffen. De vooruitzichten van het bezoek zijn zeer gunstig, ook van buitenlandsche zij de. Is dit een gunstig teeken voor een omkeer in de mentaliteit? Immers de bui tenlandsche bezoeker denkt niet aan ex port, maar aan import. De leden der Eerste en Tweede Kamer zullen voor het eerst een collectief bezoek brengen (Applaus) op Maandag 18 Maart. Verder staat op het program be zoek van Duitsche autoriteiten, Woens dag 20 Maart is er een Belgische dag, op welken een vooraanstaand Belgisch staatsman zal spreken in een buitenge wone zitting van de Kamer van Koop handel te Utrecht over: de Belgisch-Ne- derlandsche handelsbetrekkingen; dan i komen nog president en secretaris van de Parij'sche Jaarbeurs. Zoo staat, aldus eindigde Spr., met den voet in de kolken en het hoofd „in de wol ken" de XXXIIe Nederlandsche Jaar beurs voor haar taak gereed. Om de blin de klippen der economische verwarring te ontwijken en de rukwinden der econo mische fluctuaties te kunnen ontloopen, dient Op het gebied der koopmanschap op 't scherpst te worden gezeild. Bij deze even moeilijke als gevaarlijke navigatie is bet moderne jaarbeurswezen voor den „coopvaerder" een richting-bepalende ba ken in zee. Van onze Nederlandsche voorjaars- beurs, die gebouwd is op het rotsvaste vertrouwen in de onwankelbaarheid van het Nederlandsche bedrijfsleven, straalt een licht uit in den grooten nevel. Het licht van de moedige bezonnen daad, vast van wil als een rots in zee, vertrouwen wekkend als een veilig vuur in den nacht." IDENBURG-HERINNERINGEN. Ongetwijfeld zullen velen zich afge vraagd hebben waarom Dr Colij-n, onze Minister, voorzitter van den Minister raad, die toch waarlijk wel de gave bezit om de dingen in hun juiste waarde te zien en op hun juiste plaats te zetten, in zijn persoonlijk woord, gewijd aan de nagedachtenis van zijn vriend Idenburg, twee oogenschijnlijk zoo verschillende momenten naast elkaar kon plaatsen. Aan de eene zijde dat geweldig groote, opvolger te zijn van Dr Kuyper als Par tijleider en aan de andere zijde, Iden burg de medestrijder met de eenvoudige geloovigen die in 18901900 de Kwi— tangkerk te Batavia vormden. Tc-ch komt het mij zeer juist gezien voor. Immers in dat 10-tal jaren is er soms een wel eens bittere strijd geweest om de beteekenis van deze kleine kerk. Een strijd, die van het standpunt der vadeiiandsche zendingsgedachte, schoon goedbedoeld, wel eens zeer onbillijk ge voerd werd. Men meende dat de Bata- viasche Kring, nu Kerk, die tot tweemaal toe een voor de zending onder de heide nen en mohammedanen uitgezondene voor zich had ingepalmd, moest erkennen daarmede verkeerd gedaan te hebben. Of 't organisatorisch geheel juist ge weest is wat de Brs. Haan en Huysing deden, is een vraag die waarschijnlijk niet meer beantwoord moet worden. Maar dat ze eenmaal te Batavia een ar beidsveld gevonden hebbende, daaraan met hart en ziel bleven hangen en daar aan ook recht deden, dat heeft mede Ka pitein Idenburg bewezen. Het arbeids veld van de Geref. Kerk van Batavia is de bakermat geweest voor den opbloei van het Geref. leven in geheel Indië. Daaraan heeft de heer Idenburg, eerst als helper onder leiding van Ds Huy sing, later, in de vacature tusschen den diensttijd van Ds Huysing en Ds Weyers, als de voornaamste steunpilaar van den arbeid meer zelfstandig, een belangrijk aandeel gehad. Ik herinner me nog dat in het archief der Kerk nog een eigen verklaring van den Catechismus van Zondag 1 tot Zon dag 21 bewaard wordt van de hand van Ouderling Idenburg, die hij voor cateche tisch onderwijs gebruikte. Hij heeft niet gewild dat het zou worden uitgegeven. Om het te vervolgen, daarvoor heeft hem Charlie," vroeg ik. „In ons kasteel," juichte Harry; „jam mer dat het in elkaar geploft is. We kon den het water er niet uit houden." „Ik heb nog geprobeerd om het met een krant tegen te houden," riep Charlie, „maar het lukte niet." „We hebben het liever opgeblazen, dan ons over te geven," zei Dora vol vuur. „Maar Harry vergeet het aldoor en zegt, dat het door het water kwam." Dien dag was de heer Percivale van de partij en zooals ik dat meer gedaan had, maakte ik, terwijl de kinderen in het zand speelden, met hem een wandeling langs het strand. Daar het water, zooals gezegd, bijzonder laag was, hadden wij gelegenheid op een goeden afstand van de kust te komen, om den algemeenen in druk waar te nemen, die de rotsen van uit zee op ons maakten. „Men kan zich nauwelijks voorstellen, met dit weer en met zulk een lage zee, die zoo rustig is als het water, dat een schooljongen op zijn lei giet om haar schoon te maken en die nauwelijks de wieg van een kind zou kunnen doen schommelen, dat de massieve klippen, die we voor ons hebben, de merkteekenen dragen van een eeuwigdurenden strijd te gen de woedende aanvallen van den nu zoo vreedzamen oceaan," zei ik tot Perci vale, terwijl we stilstonden: „Kijk eens rond aan je voeten, Percivale, kijk naar de tijd ontbroken. Zijn weg W3?d anders geleid. Maar dat Idenburg, zoo was hij' in Indië bekend, zonder aanduiding van een militairen titel of later als hoogste in den lande, zoo kenden hem de Greref. breeders en zusters, dat Idenburg in die jaren belangrijk werk heeft geleverd tot verdieping van 't peil der gemeente, dal staat vast. Later is op dat fundament verder gebouwd. Bescheiden getuigde hij daarom bij het gouden eeuwgetij van Bataviasch Kerk in 1927: „De breeders in Nederland betwij felden soms of al de Kerkrechtelijke denkbeelden en exegetische inzichten van Ds Huysing wel met de Gereformeerde beginselen overeenstemden. Voor dien twijfel bestond misschien wel grond." „Maar," zoo voegt hij daaraan toe, „de lof mag hem niet worden onthouden, dat hij uitnemend de gave verstond om de broederlijke liefde te versterken en om den ijver aan te vuren." Idenburg beteekende toen in de Geref. Kerk veel meer dan hijzelf wilde toege ven. Maar die veelbeteekenende plaats weegt in haar gevolgen 'op tegen die plaats die eenmaal Kuyper aan Idenburg had toegedacht in de Anti-Rev. Partij. Idenburg. onze Idenburg, zoo jubelde het in de harten van alle Indische Cal vinisten, was een man van stipte orde en trouw. In dat opzicht was en bleef hij de oud-militair in den allerbesten zin. Orde en trouw. Van elk een staaltje. Toen hij Gouverneur-Generaal was, kwam hij geregeld te Batavia ter kerk, als hij daar vertoefde. Vaak zelfs van uit Buitenzorg. Vanzelfsprekend was het plicht om voor den Onderkoning ontzag en eerbied aan te kweeken, ook in 'het uiterlijk eerbetoon in de kerk. Maar niet ieder eerbetoon kon in zijn oog genade vinden. Ten slotte stemde hij er in toe, dat de kerkeraad gelijktijdig met hem in de kerk kwam en dat een der broeders ouderlingen hem van den ingang tot aan zijn zitplaats begeleidde en evenzoo hem weer begeleidde na afloop van den dienst tot aan den uitgang. Dat was voor nieu welingen in het ambt heel wat, voor het eerst die beurt te hebben. Maar na de perste keer werd er niet zelden verlangd naar de volgende beurt. Eèn enkele op merking slechts, want het mooht geen op onthoud geven, maar die was voldoende cm te doen gevoelen, de hoogste in den lande is onzer een. Het Buitenzorgsche paleis heeft, na te- ïugkeer naar het vaderland van mevr. Idenburg, de familie Rutgers eenigen tijd mede tot woning verstrekt. Daar werden dan nu en dan vanwege de Geref. Kerk van Batavia diensten gehouden. In Bata via nu en dan, in Buitenzorg gedurig, kwamen daar ook leden van het gevolg. Zoolang het gevolg er bij was, was 't de Gouverneur-Generaal, maar als dan even later in den huiselijken kring, de koffie werd rondgediend, hoe gevoelden we ons dan in eens zelfs daar op ons gemak. Idenburg was een man van orde, maar die het orde volgen ook gemakkelijk maakte, 't Werd tot een genot! Maar hij was ook trouw. Trouw ook in het afzonderen van zijn bijdrage voor Gods Kerk. Trouw ook als Gouverneur- Generaal. Natuurlijk was dat voor de kerk een buitenkansje. Maar. zie hier nu weer de trouw, hij heeft er voor gezorgd, dat deze bijdrage een bijzondere bestem ming kreeg, een bestemming geheel in overeenstemming met het bijzondere en het tijdelijk karakter van die bate. Maar als gewoon lid van de kerk stond ook br. Idenburg er op, als ieder ander, op zijn beurt huisbezoek te ontvangen. Nooit zal ik vergeten dat uur met ons drieën, twee heel gewone Gouvernements ambtenaren, als ouderling op huisbezoek bij den man die de hoogste functie be kleedde. Daar werd gemeenschap der hei ligen gesmaakt. Zonder bepaalde feiten te noemen, werden daar ook de moeilijk heden aan het ambt verbonden bespro ken, besproken op een wijze die weder zijds aandrang werd om tezamen de knieën te buigen en onzen trouwen Vader in den Hemel te smeeken om Zijn leiding en Hem te danken voor wat Hij gaf. Dat was typeerend voor den Christen- staatsman Idenburg, trouw tot in het kleine in de gemeente des Heeren, één der broederen. H. de kloven, scheuren en gaten in de rot sen." „U had schilder moeten worden, domi nee Walton," zeide hij. „Was ik het maar," antwoordde ik. „Ik zou er werkelijk genoegen in vinden, als ik er maar gave voor had, maar hoe kom je daar zoo bij." „U hebt altijd zulke persoonlijke ideeën, wanneer u tracht de natuur te verklaren, terwijl ze tevens harmonisch en waar zijn. Ik zou gaarne eens uw meening hooren over eenige mijner schil derijen". „Daartoe zou ik mij nooit vermeten. Ik zou je slechts kunnen vertellen, wat ze me zouden doen voelen of misschien den ken. Wie weet, misschien kom ik nog wel eens bij je oploopen." „Mag ik u dan mijn adres aanbieden," zeide hij, terwijl hij mij een kaartje uit zijn portefeuille overhandigde. „Ik woon wel erg armoedig, maar ik zou me zeer vereerd gevoelen, als u, wanneer u een bezoek aan Londen brengt, me niet zou vergeten." „Het zal me werkelijk een genoegen zijn," herhaalde ik. „Is het je ooit opge vallen," ging ik voort, „in aansluiting waarover we net spraken, hoe weinig men in een schilderij zou teweegbrengen, wanneer er geen schaduw bestond?" „Inderdaad weinig," zei Percivale, ,,'t zou eigenlijk heelemaal geen schilderij Goes. Gister hield de Jeugdherbergstich ting „De Bevelanden" haar jaarlijksohe vergadering. Het aantal contribuanten dat deze keer de vergadering bijwoonde, was veel groo- ter dan het vorige jaar. De voorzitter con stateerde dan ook met blijdschap in zijn openingswoord, dat blijkbaar de belang stelling voor de jeugdherberg grooter wordt, en wel speciaal onder de jongeren. Na de gebruikelijke lezing van notulen volgde een bespreking van de jaarversla gen van secretaresse en penningmeester. Uit het eerste bleek, dat helaas het aan tal contribuanten van de jeugdherberg stichting verminderd was in den loop van 1934. Het tweede verslag was optimisti scher. Ondanks de vermindering van het aantal contribuanten waren de inkomsten gestegen, dank zij het groote aantal be zoekers wat van de jeugdherberg „Thols- einde" gebruik maakte. Terwijl men in 1933 reeds 302 overnachtingen boekte was dit aantal in 1934 gestegen tot 536, zoo dat er dus een zeer belangrijke vooruit gang te constateeren viel. Waarschijnlijk is dit te danken aan den prettigen geest, die in de jeugdherberg heerscht onder de uitstekende leiding van de herberg- ouders, die werkelijk bij uitstek voor deze taak geschikt blijken te zijn. Het verslag van den herbergleider was zeer opgewekt; klachten over de jeugdher berg werden zelden gehoord, al is de in richting min of meer primitief. Nu het bezoek zooveel grooter wordt, voelt men in de jeugdherberg ook steeds meer het gemis aan een goede wasch- en badgele genheid. Daarom stelde het bestuur de vergadering voor, deze dit jaar allereerst te verbeteren. Het bestuur had plan en teekening laten maken voor het aanleggen van twee maal twee douches en één W.G., een watertank met pomp-installatie voor de watervoorziening daarvan. Hiervoor zal een apart gebouwtje gemaakt moeten worden tegen de groote schuur, wat des winters weggenomen en opgeborgen kan worden. Zoowel voor de meisjes als voor de jongensafdeeling zullen er dan één W. G. en twee douches zijn. Verder stelde het bestuur de vergade ring voor alle bedden en kussens te voor zien van nieuwe, afneembare en wasch- bare overtrekken. Beide voorstellen werden goedgekeurd, zoodat met de uitvoering direct een begin kan worden gemaakt. In het nieuwe sei zoen zullen de bezoekers de jeugdherberg dus zeer verbeterd terugvinden. Het bestuur, waarin reeds geruimen tijd twee vacatures bestonden, werd nu aan gevuld met Mevr. Engelsma uit Ierseke en dhr K. van Ginkel uit Goes, zoodat het nu weer voltallig is. In de Raad van Toe zicht en Advies werd dhr G. Houtekamer verkozen inplaats van dh- H. Th. Nieu- wenhuysen, die venrokken is. Nadat nog besloten was in het voor jaar tusschen Paschen en Pinksteren een bijeenkomst voor afgevaardigden van ver- eenigingen in de Jeugdherberg „Thols- einde" te houden, sloot de voorzitter deze goed bezochte en geanimeerde vergade ring. Er heerscht eenige verwarring. Er blijken sommigen te zijn, die meenen, dat. nu de heer Van D'ijk hedenmiddag voor de Centrale Kiesvereeniging spreekt, de ver gadering van hedenavond niet doorgaat. Zoo is het echter niet. Vanavond houdt de plaatselijke A. R. Kiesvereeniging in „De Prins van Oranje" een z.g. praatavond, waar de heer Van D'ijk de vele vragen, die waarschijnlijk gesteld zullen worden hoopt te beantwoorden. Klcetintje. Gisteravond sprak voor de afd. v. d. Ned. Ghr. Landarbeidersbond in het Zondagsschoollokaal de heer A. d e Lange uit Goes over: „Verhoogde acti viteit in moeilijke tijden". Spr. wees eerst op de vele zorgen en moeiten van den tegenwoordigen tijd. Er is financieels, economische, maar niet minder geestelijke nood. Wij, Christelijk georganiseerden, moeten de werkelijkheid durven zien en mogen niet de vlucht ne men voor de verantwoordelijkheid, Spr. herinnerde verder aan den in soci aal opzicht zoo donkeren tijd in de tweede helft der vorige eeuw. Toen stonden de pioniers der Chr. sociale en vakbeweging worden." Terwijl we spraken, waren we om den hoek van de klippen omgeslagen en zagen van de pastorie een kleine optocht aan komen van ons personeel met Walter aan het hoofd, die de benoodigd'heden voor onzen maaltijd kwamen aanbrengen. „Je blijft toch weer bij ons eten?" „Gaarne", antwoordde de schilder, „als u me toestaat, dat ik u eerst van dienst mag zijn. Want ik veronderstel, dat uw zieke dochter ook bij ons komt". „Nu, als je me wilt 'helpen dragen, heel graag". „Toen we het huis naderden zag ik Wynnie aan het raam van de zijkamer zitten, doch toen we het vertrek binnen traden, was zij er niet meer. „Waar is Wynnie?" vroeg ik mijn vrouw. „Ze zag je aankomen", antwoordde ze, „en is 'Connie gaan helpen om klaar te komen; want ik vermoedde, dat je mijn heer Percivale meebracht om te helpen haar naar buiten te dragen". Toch kon ik de gedachte niet van mij afzetten, dat er aöhter Wynnie's plotse ling verdwijnen meer stak, dan mijn vrouw wilde doen voorkomen. „Stel je voor, dat ze veel van hem houdt", over dacht ik, en hij verklaart zich nooit; wat zou dat vreeselijk zijn". Den laatsten tijd waren zij dikwijls sa men geweest en als ze werkelijk veel van op om ondir veel smaad en verguizing Chr. sociale organisaties op te bouwen. Van den zegen op hun werk mogen we nu genieten, zoodat gezegd mag worden, dat ons volk in sociaal opzicht bevoorrecht is boven alle andere volken. Spr, wekte ten slotte op in het voet spoor dezer pioniers te treden en met groote toewijding en trouw te arbeiden in en aan onze Chr. vakorganisaties, tenein de die hecht en sterk te maken. Dit is wel zeer noodig voor de toekomst, die ons wacht, ook in verband met de ordening, ■die wellicht aanstaande is. Op deze rede volgde eenige bespreking. Met dankgebed besloot dhr de Lange deze welgeslaagde vergadering, 'welke ook door den burgemeester werd bijgewoond. Kapelle. Maandagavond kwamen de A.R. Kiesvereeniging en de Arja-club, onder voorzitterschap van Ds 'Scheele, in gecombineerde vergadering bijeen. Da A. M. Fransen, voorzitter van de Arjaclub, deelde mee, dat een der inlei dingen niet kon gehouden worden, omdat de referent plotseling verhinderd was. De heer Jobs. de Jager behandelde Art. III van jOns Program". Nadat 'door Ds Scheele nog gewezen was op den komenden strijd en was aan gespoord om voorwaarts te gaan in des Heeren kracht, eindigde D® Fransen met dankgebed. Wolfaartsdijk. Maandagavond trad al hier in de C'hr. school Papeweg op, do propagandist van den Ghr. Boeren en Tuindersbond in Nederland, de heer P. J. Kolijn, met het onderwerp „Wetge ving in crisistijd". De vergadering stond onder leiding van den heer G. Heijnsdijk. De spreker zette in een gloedvolle rede uiteen de Chr. levens- en wereldbeschou wing van den Bond. Hij wenschte niet negatief te zijn en anderen te 'bestrijden, maar positief aan te toonen, welke rich ting we hebben in te slaan. Hij keurde de velerlei critiek op de regeering af. Het booige belang van den Bond stelde hij duidelijk in het licht. Na eenige bespre king gaven enkele personen zich op als lid van den Bond. Men zal trachten nog meer leden te werven. Tholen. Op verzoek is met ingang van 1 Mei overgeplaatst naar Haamstede, de rijksambtenaar der belastingen en acc. de heer L. v. d. Vaate, alhier. VERMOGENSBELASTING 1934/1935. Belangrijke daling der vermogens. In de binnen enkele dagen verschij nende tweede aflevering van het maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek worden de uitkomsten der ver mogensbelasting gepubliceerd. Het belas tingjaar 1933/1934 is hierbij in vergelij king gebracht met de voorafgaande jaren. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het bedrag der vermogens betrekking heeft op den toestand van het vermogen bij den aanvang van het belastingjaar (1 Mei). Het cijfer over1930/1931 is dus nog slechts in geringe mate beïnvloed door de in bet najaar van 1929 opnieuw ingetre den economische crisis, in veel sterker mate is dit het geval met het cijfer der volgende jaren. Vervolgens wordt opgemerkt, dat we gens het ontbreken van daartoe geschikte gegevens geen rekening kon worden ge houden met de in den loop der jaren ge wijzigde waarde van het geld. Bedrag Aange- vermogens in Jaren slagenen mill, guldens 1920/1921 159.449 13.589 1121) 1921/1922 166.362 13.284 305) 1922/1923 161.498 12.324 960) 1923/1924 162.188 12.183 141) 1924/1925 164.698 12.214 31) 1925/1926 170.271 12.948 734) 1926/1927 174.298 13.565 617) 1927/1928 177.457 14.073 508) 1928/1929 184.853 14.884 811) 1929/1930 192.943 15.666 782) 1930/1931 197.501 15.623 43) 1931/1932 194.227 14.300 1323) 1932/1933 180.907 11.718 2582) 1933/1934 176.541 11.475 243) De vermeerdering of vermindering van het totaal der in de vermogensbelasting vallende vermogens ten aanzien van het elkander waren gaan houden, zou ik moe ten toegeven, dat dit niet anders dan na tuurlijk was; want het scheen mij toe, dat ze veel punten van overeenkomst hadden, zoodat ze wel vanzelf met elkaar moesten sympathiseeren. Wat een knap paar zou den ze samen vormen. Wynnie was veel rijziger dan Connie ze was bijna zoo groot als haar moeder. Ze had bruin haar, een breed voorhoofd, een verstandig, nadenkend gezicht met een mond, die zelden glimlachte en een paar zachte wangen waar kuiltjes in kwa men, als ze inderdaad eens lachte. Perci vale heb ik al eens eerder beschreven. Waarom zouden die twee niet samen door het leven gaan? En toch was ik angstig. Ik wist niets van hem. Ik had geen enkele aanduiding van iemand, die hem kende Zijn verleden kende ik niet; zijn inkom sten waren waarschijnlijk nauwelijks vol doende; zijn positie in het levenDoch plotseling hield ik op. Ik had genoeg van dergelijke overpeinzingen. Het was stellig Gods wil niet, dat ik de werken van Zijn hand op die manier zou beoordeelen. En ik was Zijn dienstknecht, en niet de die naar van Mammon of Belial. Dit alles ging als een wervelwind door mijn hoofd, terwijl de schilder met mijn vrouw stond te praten, die niet verbloemde, dat zijn tegenwoordigheid haar aangenaam was. CVttocrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5