DE ZEEUW'
TWEEDE BLAD
HET ADRES
A. WILKING
HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor lOct
Voor den Zondag
De Pastorie aan Zee
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
FEUILLETON.
VAN
ZATERDAG 23 FEBR. 1935, Nr 123.
WAT DUNKT U VAN DEN CHRISTUS?
En Jezus zeide: Wat dunkt u
van den Christus. Wiens Zoon is
Hij? Mat. 22:42.
Wat dunkt u van den Christus? Wiens
Zoon is Hij?
Dat is de levensvraag voor ieder
mensch, ook voor den mensch, die veel
over Christus gehoord en misschien ook
veel over Hem gesproken heeft.
Want het gaat hier over de vraag, of
de band der liefde er met Hem is. Im
mers de apostel zegt terecht: zoo wie
den Heere Jezus Christus niet lief heeft,
d.w.z. Hem niet als het hoogste acht, die
zij een vervloeking.
Zooals de mensch van Christus denkt,
zoo is zijn staat voor God. Hier 'dient
ieder zichzelf te toetsen, biddend een ant
woord te zoeken op de vraag: wie is de
Christus voor mij?
Een goed, een treffelijk mensch, een
leeraar?
Dat is niet genoeg.
Zelfs is het niet genoeg, dat wij op
die vraag kunnen geven een antwoord
naar de Schrift.
Want de Farizeën gaven ook een
bescheid naar de Schrift, maar Jezus
deed hen door een volgende vraag
dadelijk zien, hoe onvolledig dat ant
woord was en hoe het hen reeds in die
onvolledigheid veroordeelde.
De Farizeën hebben hun antwoord
zeker alleszins juist geacht en in hooge
mate rechtzinnig. Hij is de zoon van Da-
vidl Maar dat Hij was de Zone Gods, het
eeuwige Woord, neen zóó kenden zij Hem
niet.
De ziel, die dat woord heeft leeren spel-
len, gaat verder dan de Farizeën.
Zij geeft Hem de hoogste, de eenigste
plaats.
Hij is haar meer dan het leven.
Zij gaat naar Hem uit bij dagen en bij
nachten en zoekt Hem met ingespannen
krachten. En als men haar vraagt: wat
is uw liefste meer, dan eens anders liefste
dan is haar jubelend bescheid: Hij draagt
de banier boven tienduizenden!
Dan zeggen wij met Petrus: Gij zijt de
Christus, de Zoon des levenden Gods!
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
De verslagen van onzen Gemeenteraad
hebben weer heel wat stof tot nadenken
gegeven, en tot critiek. Dat laatste is niet
te verwonderen, want nog altijd staan de
beste stuurlui aan wal, zal men mij te
genwerpen. Toch zou de vraag gerecht
vaardigd zijn, of ditzelfde resultaat niet
in minder vergadertijd had bereikt kun-
'nen worden. Bijna 11 uur beraadslaagd
over de begrooting, waarop met veel
moeite een paar duizend gulden bezui
nigd is. Inderdaad wel een reden om van
aparte bezuinigingsacties af te zien, vol
gens de verklaring van den heer Jeroni-
mus, gedaan in de Midd. Crt. van 18
Febr. '35, waarin hij verantwoording af
legt omtrent zijn toetreden tot den Vrij
heidsbond. En toch heeft dit raadslid vér
gaande bezuinigingen aanbevolen en een
apart voorstel gedaan om tot ingrijpende
loonsvermindering te komen van de Ge
meentewerklieden. Een vermindering, die
ongeveer neerkomt op 25 pet. Dit wordt
gemotiveerd door de tegenwoordig gel
dende contractloonen in het particulier
bedrijf. Of dit voorstel als ernstig moet
worden beschouwd, is Wel zeer de vraag.
Men moet wel een verstokt bezuiniger zijn
'om zooiets te durven voorstellen. Waar
zou het in onze samenleving naar toe
gaan, als de Overheid ging salarieeren
door
GEORGE MAG DONALD.
26.) -O—
„Ongetwijfeld," was het antwoord;
„maar nu is het juist de omgeving, die
we noodig hebben. We zijn hoog boven
de zee en ofschoon de lucht vrij scherp
is, is het toch niet te koud."
„Je hebt gelijk, Ik geloof zelfs, dat de
prikkelende lucht hier zenuwsterkend zal
werken."
Connie ging vroeg naar bed en ook wij
kropen tijdig onder de wol. Het was de
eerste nacht, dat mijn vrouw weer rustig
sliep. Den volgenden morgen gingen Tur
ner en ik een verkenningstocht maken,
terwijl de anderen rustig t'huis bleven.
Zooals ik reeds opmerkte, was het land
schap hoog en kaal. De akkers reiden zich
aaneen, evenals zoo vaaJk in Schotland,
gescheiden door kleine muurtjes. De stee-
nen waren smal van vorm en netjes op
kant aaneengevoegd. Soms was er
midden in een akker een stuk moerasland,
dat men nog niet ontgonnen had. Toen
we met veel moeite een heuvel beklommen
nadden konden wij den weg overzien, dien
wij den vorigen dag hadden afgelegd en
3isiiezcKdiii t룣'xi*i!3ctï.
voor Manufacturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES
HULST
in overeenstemming met loonen die als
gevolg van de benarde tijdsomstandighe
den in verschillende particuliere bedrij
ven worden uitbetaald.
Of er voor sommige toongroepen een
niet al te groot verschil is, of wellicht
altijd geweest is, doch thans door de
tijdsomstandigheden wat te sterk geac
centueerd, is best mogelijk en daarom
leek men de vraag die de heer Den Hol
lander stelde, alleszins ad rem, n.l. of
nu de tijd niet rijp is om in plaats van
uniforme kortingen een geheels herzie
ning of herclassificatie te ontwerpen.
Ondertusschen is er een voorstel van B.
en W. verschenen over deze materie, en
staan we dus een loon- of salarisdebat te
wachten op een van de eerstvolgende ver
gaderingen onzer vroedschap.
Een besluit dat de Middelburgsche
drukkers wel onaangenaam getroffen zal
hebben is dat nu de oorlog aan het druk
werk is verklaard. Onder de leuze: Voor
bezuiniging en voor de eyetostyl
wedijiverden de vóór- en tegenstemmers,
en wonnen de eersten.
Als straks de vreemdelingen vol be
wondering voor ons stadhuis staan en
na aandachtige beschouwing binnen
treden, om in de sfeer van eeuwen terug,
de oudheden te bewonderen en terug
denken aan den tijd aan: pruiken, ganze-
veeren, eüz., zullen ze ook kunnen ge
nieten van een snorrende electrische cy-
clostyl en dwalende door de marmeren
gangen van ons Raadhuis, zullen ze de
eertijds onhandelbare pakken maagdelijk
papier veranderd zien in keurig gesor
teerde bundels, glimmend van cyclostyl-
inkt, bevattend al de wijsheid van ons
Gemeentebestuur.
Gelukkig, dat dit allemaal zoo goed als
niets kost, anders zou zoo'n interieurver
andering in verband ook met ons vreem-
delingenbezoek, wel in 't geding gebracht
kunnen zijn.
Dat de bewaarscholen een veer moesten
laten, was wel te denken.
Ook hier was de eenstemmigheid ver
zoek. Een gedeelte van den Raad wilde
algeheele afschaffing van 't subsidie, een
ander gedeelte vermindering en nog een
ander handhaving van het bestaande sub
sidie. De Raad heeft tenslotte de uitersten
vermeden en de subsidie met vermin
derd. Het is toch wel opmerkelijk, dat
men op dezen tak van onderwijs (als
het tenminste zoo mag heeten) zoo radi
caal bezuinigen wil en men zelfs vorig
jaar nog niet tot een belangrijke bezuini
ging wilde komen bij het openbaar Ulo-
onderwijs, wat dan natuurlijk ook ge
volgen zou hebben voor het Christelijk
Ulo-onderwijs.
Wellicht dat dit nu een programpunt
voor een of anderen nieuwen bezuiniger
la 1936 kan worden.
Of de met zooveel zorg vastgestelde
begrooting nu spoedig door Ged. Staten
zal worden goedgekeurd?
Lettend op de vorige, kan men zeggen:
kom over 10 maanden maar eens terug.
Over een dergelijken gang van zaken,
zou ook uit staatsrechtelijk oogpunt wel
een woordje te wisselen zijn. Maar laten
we dat voor een andere rubriek over
laten. Daar deugt ons Zaterdagavond
praatje niet voor.
Groetend,
STENTOR.
WAAR DE ZONDAG AL NIET GOED
VOOR IS.
Prof. van Bemmelen, zegt de „Stan
daar d", heeft de vorige week in een sa
menkomst van juristen gewezen op de
gevaren van gevangenisstraf, die de daar
toe veroordeelden een tijdlang uit het ge
wone leven wegneemt en hen aan het ge-
zins- en arbeidsleven onttrekt.
Dit gevaar is natuurlijk aanwezig. En
ook daarom doen alle mensch en goed de
Overheid en haar wetten te gehoorzamen
en dus te waken tegen misdaad en over
treding.
Prof. van Bemmelen vond echter oen
weg, die dezen kwaden kant der straf
kan verzachten. Men zou sommige ver
oordeelden htm straftijd periodiek kun
nen toerekenen en hun de vrijheid kun
nen geven bijv. alleen den Zaterdagna
middag en den Zondag in de cel te gaan
Dan viel alle last eigenlijk weg.
Waar de Zondag al niet goed voor is!
Het onttrekken aan het gezinsleven
schijnt dan geen kwaad te kunnen doen
Voor een veroordeelde net een dag, om
zijn straf uit te zitten.
Zulk voorstel werpt een helder licht op
den geringen eerbied, die vele vrijzinni
gen hebben voor den dag des Heeren.
En meende men soms, dat daarin eeni-
ge kentering viel te bespeuren, uit dit
voorbeeld blijkt weer van hoe weinig
waarde die is.
Want wij lazen niet van eenig protest
of bezwaar.
Alleen maar, een Overheid, die met den
Zondag wezenlijk rekent, zal zich zeker
wachten het voorbeeld van dergelijke
minachting te geven.
'Herbenoemd. Bij Kon. besluit
i zijn herbenoemd tot burgemeester der ge-
meente Breskens, de heer D. H. van Zuijen
tot burgemeester der gemeente Sluis, de
heer J. G. L. A. Berkers.
Krabbendijke. Vrijdag vergaderde de
Raad. Afwezig met kennisgeving dhr Wel-
leman.
Een adres is ingekomen van de bewo
ners van de Julianastraat om verlaging
van den erfpacht van hun woningen. De
voorzitter licht een en ander toe. Vroeger
is van genoemde bewoners ook al een
j adres ingekomen en toen afgewezen. D'e
voorzitter zegt, dat door de gemeente al
een groote som betaald is aan de bewo
ners. De aflossing kon nauwelijks uit de
i ontvangsten bestreden worden, dus dj
rente moest door de gemeente worden
bijgepast. De voorzitter is wel bereid, wan
neer de tijd daarvoor gekomen is, de erf
pacht tegen een billijken prijs te verkoo-
pen. De heeren Vogelaar en Haverhoek
voeren over deze zaak bet woord. Zij be
grijpen de moeilijke situatie. Men wist,
dat, als men daar bouwde, de kosten niet
gering zouden zijn. De woningen steken
dan ook beduidend af bij Noordweg en
Julianastraat. Genoemde heeren nemen
acte van de toezegging, dat B. en W. bet
hunne zullen doen te zijner tijd.
Het adres wordt wordt voor kennisge
ving aangenomen.
Eén wijziging in de bij besluit van 1
Febr. 1935 vastgestelde wijziging der Al-
gemeene Politieverordening wordt op ver-
I zoek van Ged. Staten aangebracht,
j Een verordening als bedoeld in art. 9
j van de Winkelsluitingswet wordt opnieuw
vastgesteld.
Nu komt aan de orde een voorstel om
een paar gedeelten dijk aan te koopen
voor de gemeente. De voorzitter bespreekt
de 'zaak en licht een en ander nader toe.
Dhr Vogelaar merkt op, dat het college
van B. en W. naar het hem voorkomt,
niet het juiste standpunt heeft ingenomen.
Wanneer door de gemeente iets gekocht
wordt moet de Raad daar mee over spre
ken en heslissen. De voorzitter geeft dit
toe. Met alg. st. worden de handelingen
van B. en W. goedgekeurd.
D'e leden voor de stembureaus worden
benoemd. Daarna sluiting.
's-Heer Arendsksrke. Evenals in andere
plaatsen, werd ook alhier een Comité ge
vormd voor inzameling van gelden voor
het Nationaal Koningin-Moeder-Herden
kingsfonds, tot steun aan on- en minver
mogende tuberculoselijders.
Het Comité bestaat uit den burgemees
ter dezer gemeente als eere-voorzitter en
de leden van het bestuur van het Groene
Kruis alhier.
Het is de bedoeling, dat in de eerste
dagen van de maand Maart a.s. enkele
jonge dames, een rondgang in ons dorp
en het dorp 's-Heer Hendrikskinderen en
omgeving zullen doen, om speldjes ten
verkoop aan te bieden. (Bel. beriobt.)
Toen 2 Juni van het vorig jaar een
deel onzer gemeente geteisterd werd door
een hevige hagelslag, werd onmiddellijk
daarna een comité gevormd, om te trach
ten gelden in te zamelen teneinde diege
nen die aanzienlijke schade hadden ge
leden aan hun land- of tuinbouwproduc
ten, eenigszins tegemoet te komen.
Van deskundige zijde is direct een taxa
tie opgemaakt, waaruit bleek, dat de land
bouwproducten zich dermate hadden her
steld, dat daaraan weinig of geen schade
was aangericht.
Door het comité werd besloten dat al
leen schadeloosstelling zou worden uitge
keerd voor tuinbouw-produoten en fruit.
Aan een aantal personen, voor sommi
gen een niet onaanzienlijk bedrag, werd
dezer dagen een uitkeering gedaan ter
tegemoetkoming in de geleden schade, van
de gelden verkregen door circulatie van
inteekenlijsten onder de ingezetenen dezer
gemeente en een bedrag beschikbaar ge
steld door het Provinciaal Watersnood-
comité in Zeeland.
i In de algemeene vergadering van
„Het Groene Kruis" alhier, die door 12
leden werd bijgewoond, deed de secretaris
verslag over 1934. Hieruit bleek o.a,, dat
van het verplegingsmateriaal een zeer
ruim gebruik werd gemaakt. Enkele nieu
we artikelen werd aangeschaft en aan ver
schillende zieken werden versterkende
middelen verstrekt.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester over 1934 wees aan aan
ontvangsten f 1698,98, waaronder een goed
slot over 1933 van f 945,39 en uitgaven
f 771.54, alzoo een batig slot over 1934
van f 927,44.
lerseke. Doordat in het kanaal van
Zuid-Beveland bij1 de Postbrug een schip
de kabel van het electrisch net van de
P.Z.E.M. had stuk gevaren, bleef ler
seke Vrijdagavond tot half 7 zonder licht.
Daarna werd, door omschakeling op de
kabel bij! de Schorebrug, weder stroom
gegeven.
Biezelinge. Onder leiding van haar voor
zitter dhr J. Smallegange kwamen gis
teravond in een der schoollokalen de le
den der Herv. Chr. schoolvereen. alhier
bijeen, voor hun jaarvergadering.
Uit het verslag van den secretaris bleek
het ledental te zijn 81, het kindertal 118.
De penningm. wees op de noodzakelijk
heid van de grootst mogelijke zuinigheid
in het komende jaar.
Het waarnemend hoofd dhr P. Taal le
verde een keurig jaarverslag. De aftre
dende bestuursleden J. Bierens en J. de
Jonge werden herkozen.
Verschillende leden zagen gaarne, als
liefde voor het schoolwerk, hun con
tributie verdubbeld, wat met groote dank
baarheid door het bestuur werd aan
vaard. Door de vergadering werd aan Ds
van Steenbergen het eere-voorzitterschap
aangeboden, wat eveneens met groote
dankbaarheid werd aangenomen.
Als naar gewoonte zal op Biddag een
ouderavond worden gehouden. Hierna
stoot Ds van Steenbergen deze gezellige
vergadering met dankzegging.
Koudekerke. Donderdagavond hield de
Chr. Besturenbond voor Koudekerke en
omstreken zijn tweede jaarvergadering
onder leiding van den voorz. A. L. Ja-
Ingezonden Mededeeling.
het bleek ons al spoedig dat we aanzien
lijk dichter bij' de zee waren, dan de af
stand, dien we hadden afgelegd, zou doen
vermoeden. Want de weg, dien we ge
nomen hadden, had ons een 'heel eind om
doen rijden en maakte ten slotte zoo'n
kromming, dat wij' ons nieuwe tehuis
zonder het te weten, van de landzijde be
reikt hadden. In ieder 'geval was het ons
een troost, dat we buiten het geluid van
de branding waren.
„Kom, lieveling, kom Wynniel" zeide
ik, zoodra ik bet morgengebed had uitge
sproken. „We gaan een wandeling maken,
zoo gauw jullie klaar zijn."
„Maar we kunnen Connie toch niet al
leen laten," weerstreefde ze.
„O, dat ;kan best, de meid zal wel een
oogje in 't zeil houden, wat zeg jij,
Connie."
„Ik heb geen hulp van mijn familie
noodig", zeide Connie met een grotesque
gebaar. „Ik ben geheel onafhankelijk",
voegde ze er aan toe. „Als u nog één
woord zegt, sta ik op en loop de kamer
uit."
En ze maakte een beweging, alsof ze
de daad bij' bet woord wilde voegen. Door
schrik bevangen snelde ik op haar toe,
hetgeen het ondeugende nest in lachen
deed uitbarsten. Toen, terwijl haar stem
ming opeens oversloeg, zei ze, vechtend
tegen de tranen, die in haar oogen wel-
den„Ik ben een koningin rijk en
despotisch en ik beschik, dat ik voor
etenstijd niemand wil zien. Ik zal me zelf
bezig houden."
Zoo werd dan ook besloten en we gin
gen onze wandeling maken. Ethel was
niet meer zoo'n flinke wandelaar als vroe
ger; al was het wel zoo geweest, dan zou
den we er toch niet veel mee gewonnen
hebben, want ieder oogenblik stonden 'zij
en Wynnie stil om varenkruid te pluk
ken, dat tusschen de voegen van de muur
tjes groeide. Nu, ik voor mij houd ook
van varenkruid, ofschoon niet zooveel
misschien als mijn vrouw en dochter
maar om voor elk plantje, dat ze tegen
kwamen te moeten stilstaan, werd me
toch te har.
„Wat heb je er nu toch aan om elk
onschaidelijik plantje, dat je tegenkomt, te
mishandelen?" maar ho maar, het was
aan een doovemansdeur geklopt. „Waar
het groeit, komt het toch veel meer tot
zijn recht dan op welk plekje ook, dat je
bedenken kan, Je kunt ze toch niet in
leven houden."
Maar mijn vrouw voerde dadelijk aan,
dat wij overal varentjes hadden, in de
vensterbank van die kamer,_op dat plekje
in den tuin, in het priëeltje, in de serre,
van welker bestaan mij niets bekend was.
Nederig gaf ik toe en slechts door hun
voor te houden, dat' ik een plekje wist,
waar nog veel mooiere varens groeiden,
slaagde ik er in, de twee mijl, die wij nog
verder moesten, binnen twee uur af te
leggen, Nadat we het pad verlaten had
den en dwars tusschen de akkers door
gingen, kwamen wij aan een kloof, die ik
reeds op mijn tocht met Turner bemerkt
had. Het was een heerlijk plekje, geheel
uit den wind en begroeid met allerlei geu
rig kruid; een plekje, waar 't prettig' was
om uit te rusten en naar de wolken te kij
ken die voorbij dreven.
„Laten we hier wat uitrusten, Ethel",
zeide ik. „Ik weet zeker, dat je dat nog
beter zal bevallen dan jacht te maken op
varens". We vlijden ons neer".
„Wat ligt daar tussohen het gras?" riep
Wynnie eensklaps op ontstelden toon uit.
Ik keek en zag een ringslang, 'die lag te
braden in de zon. Ik stond op en liep er
heen.
„Hier is uw wandelstok", zei Turner.
„Waarvoor? Waarom zou ik het beest
doodmaken? 't Is geheel onschadelijk, en
wat mij hetreft, ik vind 't een mooi dier."
Ik pakte de slang op en liet haar aan
mijn vrouw zien. Met een rilling wendde
zij zich af.
„Heusch, het beest doet niets", zei ik,
„al 'heeft het een gespleten tong. Ik kan
niet zeggen, dat ik een slang zoo'n weer
zinwekkend beest vind".
„Hu, mijn rug wordt er koud van", zei
Wynnie.
„Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik daar
niets geen. last van heb. Kijk eens, hoe
In bet parlementaire leven was het
hoog-seizoen. Zoowel Eerste- als Tweede
Kamer waren druk aan het vergaderen.
De Tweede kwam gereed met de Indische
begrooting en de Eerste deed, behalve
eenigen begrootingsarbeid, het wetsoit-
werp betreffende het werkloosheidssub-
eidiefonds af. Zoowel Minister de Wilde
als zijn collega Oud verdedigden in deze
Kamer op krachtige wijze hun beleid. De
laatste vermocht zelfs wat onder onze
deftige Senatoren maar zelden voorkomt
een applausje te ontlokken. Alleen de
sociaal-democraten bleven zich tegen zijn
financieele politiek verzetten, zonder
daarvoor iets beters in de plaats te geven.
Vorigen Zaterdag zijn onze mariniers
weer uit het Saargebied op Nederlaud-
scben bodem teruggekeerd. Hiermede is
weer een eind gekomen aan de tusscb en-
komst, die ook Nederland bij dit inter
nationale werk verleend heeft. Onze mari
niers zullen er wel het meest blij om zijn,
dat dit weer achter den rug is,
Het schijnt wel, dat we een druk reis-
seizoen zijn ingetreden. Onze Koningin
en de Prinses zijn voor eenigen 'tijd naar
Zwitserland vertrokken. Dit betreft ech
ter een vacantie—uitstapje.
Anders ia het met de reis van don Oos-
tenrijkschen bondskanselier en zijn minis
ter van buitenlandsche zaken naar Parijs,
van waar zij zullen doorreizen naar Lon
den.
Er is over deze reis der twee Oosten-
rijksche staatslieden in de internationale
pers heel wat te doen geweest. Zij heeft
zich afgevraagd, wat er eigenlijk achter
stak. En zelfs in de parlementen zijn
vragen tot de regeeringen hierover ge
richt.
Schuschnigg is reeds sinds de laatste
dagen van Juni van het vorig jaar bonds
kanselier; heel spoedig is hij naar Mus
solini gegaan, meerdere malen was hij in
Boedapest. Waarom valt het bezoek aan
Parijs en Londen nu juist in de dagen,
dat de Fransche en de Engelsche regee
ring onderhandelen over de .houding, wel
ke zij gemeenschappelijk tegenover het
D'uitsche memorandum als antwoord op
de Londensche voorstellen zullen aanne
men?
Een volledig antwoord is op deze vraag
nu nog niet te geven. Het meest voor de
hand liggend doel van de reis zal wel zijn
de beide groote mogendheden te herinne
ren aan hun plicht, om de Oostenrijksche
regeering de helpende hand te bieden. De
onafhankelijkheid van Oostenrijk 'moet
ten volle gewaarborgd worden, Anders is
het met de rust en den vrede in Midden-
Europa gedaan.
De Engelsche minister Simon schijnt
ook grootsche reisplannen te hébben. Als
de geruchten juist zijn, zal hij binnenkort
een bezoek aan Berlijn en Moskou bren
gen. Er wordt in de hooge politieke regi
onen blijkbaar onder spanning gewerkt.
Moge God het zóó leiden, dat door al deze
nota-wisselingen en besprekingen de vrede
in ons werelddeel bevorderd worde.
Wat Italië feitelijk van plan is, is nog
niet recht duidelijk. Er schijnt zich tus
schen Italië en Abessynië een grenscon
flict te ontwikkelen. We hooren weer
het oude liedje van beschuldiging en te
gen-beschuldiging en aan Abessynië is
door Mussolini zoo iets als een ultimatum
gesteld. Om aan zijn eischen kracht bij te
zetten heeft hij alvast maar wat troepen
gezonden.
■Zal de Volkenbond hier zijn gezag kun
nen doen gelden? Of krijgen we een her
haling van wat Japan tegenover China
zich veroorloofde?
cobse. Deze herinnerde in zijn openings
rede aan het verlies door het vertrek van
dhr D. Kasse en wekte op tot een krach
tige medewerking om de moeilijkheden
te 'overwinnen.
De secretaris gaf een breedvoerig ver
slag van alles wat door den besturenbond
was verricht en ondernomen.
De bestuursleden J. v. Rooyen, P. Wou-
terse en H. Schipper werden herkozen.
D'hr P. Janse van Biggekerke hield een
inleiding over „Geestesverwording". De
vergadering was door 30 personen be
zocht.
prachtig het beest geteekend is, mooier
dan eenig handwerkpatroon en lang zoo
stijf niet; en hoe rustig ligt het met zijn
lang, dun lichaam over mijn hand, ze
probeert niet eens te ontsnappen.
„Wat een moeite zal het haar kosten,
op haar staart te passen, haar kop is er
zoover vandaan", zei Wynnie.
„En toch doet ze het, en misschien wel
beter, dan jullie vrouwen op je lange rek
ken let. Ik' zou wel eens willen weten, of
een slang een degeneratie is van een beest
dat pooten had, en ze niet voldoende be
nutte. Misschien hadden ze ook wel vleu
gels, die zij' met den tijd verloren hebben.
Haar voorouders hebben mogelijk ook
giftanden gehad. Maar het moet vreeselijk
zijn met je heele lichaam langs den grond
te moeten kruipen! Welk een vreeselijke
heteekenis schuilt er in Gods oordeel over
de slang: „Gij zijt vervloekt boven al het
vee, en boven al het gedierte des velds!
Op uwen 'buik zult gij gaan, en stof zult
gij eten, al de dagen uws levensMaar
laten we over iets vroolijkers spreken en
laat ons opstappen. Kom vrouw".
Ze waren blijkbaar niet geneigd om
op te rijzen. Maar ik stond op en trok
mijn vrouw overeind. De vallei daar in de
diepte lkte mij. Turner volgde en zoo daal
den we in de kloof af.
(Wordt vervolgd.)