DE ZEEUW' TWEEDE BLAD HET ADRES A. WILKING HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor lOct Voor den Zondag De Pastorie aan Zee Uit de Provincie Wat er deze week voorviel FEUILLETON. VAN ZATERDAG 23 FEBR. 1935, Nr 123. WAT DUNKT U VAN DEN CHRISTUS? En Jezus zeide: Wat dunkt u van den Christus. Wiens Zoon is Hij? Mat. 22:42. Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Dat is de levensvraag voor ieder mensch, ook voor den mensch, die veel over Christus gehoord en misschien ook veel over Hem gesproken heeft. Want het gaat hier over de vraag, of de band der liefde er met Hem is. Im mers de apostel zegt terecht: zoo wie den Heere Jezus Christus niet lief heeft, d.w.z. Hem niet als het hoogste acht, die zij een vervloeking. Zooals de mensch van Christus denkt, zoo is zijn staat voor God. Hier 'dient ieder zichzelf te toetsen, biddend een ant woord te zoeken op de vraag: wie is de Christus voor mij? Een goed, een treffelijk mensch, een leeraar? Dat is niet genoeg. Zelfs is het niet genoeg, dat wij op die vraag kunnen geven een antwoord naar de Schrift. Want de Farizeën gaven ook een bescheid naar de Schrift, maar Jezus deed hen door een volgende vraag dadelijk zien, hoe onvolledig dat ant woord was en hoe het hen reeds in die onvolledigheid veroordeelde. De Farizeën hebben hun antwoord zeker alleszins juist geacht en in hooge mate rechtzinnig. Hij is de zoon van Da- vidl Maar dat Hij was de Zone Gods, het eeuwige Woord, neen zóó kenden zij Hem niet. De ziel, die dat woord heeft leeren spel- len, gaat verder dan de Farizeën. Zij geeft Hem de hoogste, de eenigste plaats. Hij is haar meer dan het leven. Zij gaat naar Hem uit bij dagen en bij nachten en zoekt Hem met ingespannen krachten. En als men haar vraagt: wat is uw liefste meer, dan eens anders liefste dan is haar jubelend bescheid: Hij draagt de banier boven tienduizenden! Dan zeggen wij met Petrus: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods! MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, De verslagen van onzen Gemeenteraad hebben weer heel wat stof tot nadenken gegeven, en tot critiek. Dat laatste is niet te verwonderen, want nog altijd staan de beste stuurlui aan wal, zal men mij te genwerpen. Toch zou de vraag gerecht vaardigd zijn, of ditzelfde resultaat niet in minder vergadertijd had bereikt kun- 'nen worden. Bijna 11 uur beraadslaagd over de begrooting, waarop met veel moeite een paar duizend gulden bezui nigd is. Inderdaad wel een reden om van aparte bezuinigingsacties af te zien, vol gens de verklaring van den heer Jeroni- mus, gedaan in de Midd. Crt. van 18 Febr. '35, waarin hij verantwoording af legt omtrent zijn toetreden tot den Vrij heidsbond. En toch heeft dit raadslid vér gaande bezuinigingen aanbevolen en een apart voorstel gedaan om tot ingrijpende loonsvermindering te komen van de Ge meentewerklieden. Een vermindering, die ongeveer neerkomt op 25 pet. Dit wordt gemotiveerd door de tegenwoordig gel dende contractloonen in het particulier bedrijf. Of dit voorstel als ernstig moet worden beschouwd, is Wel zeer de vraag. Men moet wel een verstokt bezuiniger zijn 'om zooiets te durven voorstellen. Waar zou het in onze samenleving naar toe gaan, als de Overheid ging salarieeren door GEORGE MAG DONALD. 26.) -O— „Ongetwijfeld," was het antwoord; „maar nu is het juist de omgeving, die we noodig hebben. We zijn hoog boven de zee en ofschoon de lucht vrij scherp is, is het toch niet te koud." „Je hebt gelijk, Ik geloof zelfs, dat de prikkelende lucht hier zenuwsterkend zal werken." Connie ging vroeg naar bed en ook wij kropen tijdig onder de wol. Het was de eerste nacht, dat mijn vrouw weer rustig sliep. Den volgenden morgen gingen Tur ner en ik een verkenningstocht maken, terwijl de anderen rustig t'huis bleven. Zooals ik reeds opmerkte, was het land schap hoog en kaal. De akkers reiden zich aaneen, evenals zoo vaaJk in Schotland, gescheiden door kleine muurtjes. De stee- nen waren smal van vorm en netjes op kant aaneengevoegd. Soms was er midden in een akker een stuk moerasland, dat men nog niet ontgonnen had. Toen we met veel moeite een heuvel beklommen nadden konden wij den weg overzien, dien wij den vorigen dag hadden afgelegd en 3isiiezcKdiii t룣'xi*i!3ctï. voor Manufacturen. Dames- en Klnderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST in overeenstemming met loonen die als gevolg van de benarde tijdsomstandighe den in verschillende particuliere bedrij ven worden uitbetaald. Of er voor sommige toongroepen een niet al te groot verschil is, of wellicht altijd geweest is, doch thans door de tijdsomstandigheden wat te sterk geac centueerd, is best mogelijk en daarom leek men de vraag die de heer Den Hol lander stelde, alleszins ad rem, n.l. of nu de tijd niet rijp is om in plaats van uniforme kortingen een geheels herzie ning of herclassificatie te ontwerpen. Ondertusschen is er een voorstel van B. en W. verschenen over deze materie, en staan we dus een loon- of salarisdebat te wachten op een van de eerstvolgende ver gaderingen onzer vroedschap. Een besluit dat de Middelburgsche drukkers wel onaangenaam getroffen zal hebben is dat nu de oorlog aan het druk werk is verklaard. Onder de leuze: Voor bezuiniging en voor de eyetostyl wedijiverden de vóór- en tegenstemmers, en wonnen de eersten. Als straks de vreemdelingen vol be wondering voor ons stadhuis staan en na aandachtige beschouwing binnen treden, om in de sfeer van eeuwen terug, de oudheden te bewonderen en terug denken aan den tijd aan: pruiken, ganze- veeren, eüz., zullen ze ook kunnen ge nieten van een snorrende electrische cy- clostyl en dwalende door de marmeren gangen van ons Raadhuis, zullen ze de eertijds onhandelbare pakken maagdelijk papier veranderd zien in keurig gesor teerde bundels, glimmend van cyclostyl- inkt, bevattend al de wijsheid van ons Gemeentebestuur. Gelukkig, dat dit allemaal zoo goed als niets kost, anders zou zoo'n interieurver andering in verband ook met ons vreem- delingenbezoek, wel in 't geding gebracht kunnen zijn. Dat de bewaarscholen een veer moesten laten, was wel te denken. Ook hier was de eenstemmigheid ver zoek. Een gedeelte van den Raad wilde algeheele afschaffing van 't subsidie, een ander gedeelte vermindering en nog een ander handhaving van het bestaande sub sidie. De Raad heeft tenslotte de uitersten vermeden en de subsidie met vermin derd. Het is toch wel opmerkelijk, dat men op dezen tak van onderwijs (als het tenminste zoo mag heeten) zoo radi caal bezuinigen wil en men zelfs vorig jaar nog niet tot een belangrijke bezuini ging wilde komen bij het openbaar Ulo- onderwijs, wat dan natuurlijk ook ge volgen zou hebben voor het Christelijk Ulo-onderwijs. Wellicht dat dit nu een programpunt voor een of anderen nieuwen bezuiniger la 1936 kan worden. Of de met zooveel zorg vastgestelde begrooting nu spoedig door Ged. Staten zal worden goedgekeurd? Lettend op de vorige, kan men zeggen: kom over 10 maanden maar eens terug. Over een dergelijken gang van zaken, zou ook uit staatsrechtelijk oogpunt wel een woordje te wisselen zijn. Maar laten we dat voor een andere rubriek over laten. Daar deugt ons Zaterdagavond praatje niet voor. Groetend, STENTOR. WAAR DE ZONDAG AL NIET GOED VOOR IS. Prof. van Bemmelen, zegt de „Stan daar d", heeft de vorige week in een sa menkomst van juristen gewezen op de gevaren van gevangenisstraf, die de daar toe veroordeelden een tijdlang uit het ge wone leven wegneemt en hen aan het ge- zins- en arbeidsleven onttrekt. Dit gevaar is natuurlijk aanwezig. En ook daarom doen alle mensch en goed de Overheid en haar wetten te gehoorzamen en dus te waken tegen misdaad en over treding. Prof. van Bemmelen vond echter oen weg, die dezen kwaden kant der straf kan verzachten. Men zou sommige ver oordeelden htm straftijd periodiek kun nen toerekenen en hun de vrijheid kun nen geven bijv. alleen den Zaterdagna middag en den Zondag in de cel te gaan Dan viel alle last eigenlijk weg. Waar de Zondag al niet goed voor is! Het onttrekken aan het gezinsleven schijnt dan geen kwaad te kunnen doen Voor een veroordeelde net een dag, om zijn straf uit te zitten. Zulk voorstel werpt een helder licht op den geringen eerbied, die vele vrijzinni gen hebben voor den dag des Heeren. En meende men soms, dat daarin eeni- ge kentering viel te bespeuren, uit dit voorbeeld blijkt weer van hoe weinig waarde die is. Want wij lazen niet van eenig protest of bezwaar. Alleen maar, een Overheid, die met den Zondag wezenlijk rekent, zal zich zeker wachten het voorbeeld van dergelijke minachting te geven. 'Herbenoemd. Bij Kon. besluit i zijn herbenoemd tot burgemeester der ge- meente Breskens, de heer D. H. van Zuijen tot burgemeester der gemeente Sluis, de heer J. G. L. A. Berkers. Krabbendijke. Vrijdag vergaderde de Raad. Afwezig met kennisgeving dhr Wel- leman. Een adres is ingekomen van de bewo ners van de Julianastraat om verlaging van den erfpacht van hun woningen. De voorzitter licht een en ander toe. Vroeger is van genoemde bewoners ook al een j adres ingekomen en toen afgewezen. D'e voorzitter zegt, dat door de gemeente al een groote som betaald is aan de bewo ners. De aflossing kon nauwelijks uit de i ontvangsten bestreden worden, dus dj rente moest door de gemeente worden bijgepast. De voorzitter is wel bereid, wan neer de tijd daarvoor gekomen is, de erf pacht tegen een billijken prijs te verkoo- pen. De heeren Vogelaar en Haverhoek voeren over deze zaak bet woord. Zij be grijpen de moeilijke situatie. Men wist, dat, als men daar bouwde, de kosten niet gering zouden zijn. De woningen steken dan ook beduidend af bij Noordweg en Julianastraat. Genoemde heeren nemen acte van de toezegging, dat B. en W. bet hunne zullen doen te zijner tijd. Het adres wordt wordt voor kennisge ving aangenomen. Eén wijziging in de bij besluit van 1 Febr. 1935 vastgestelde wijziging der Al- gemeene Politieverordening wordt op ver- I zoek van Ged. Staten aangebracht, j Een verordening als bedoeld in art. 9 j van de Winkelsluitingswet wordt opnieuw vastgesteld. Nu komt aan de orde een voorstel om een paar gedeelten dijk aan te koopen voor de gemeente. De voorzitter bespreekt de 'zaak en licht een en ander nader toe. Dhr Vogelaar merkt op, dat het college van B. en W. naar het hem voorkomt, niet het juiste standpunt heeft ingenomen. Wanneer door de gemeente iets gekocht wordt moet de Raad daar mee over spre ken en heslissen. De voorzitter geeft dit toe. Met alg. st. worden de handelingen van B. en W. goedgekeurd. D'e leden voor de stembureaus worden benoemd. Daarna sluiting. 's-Heer Arendsksrke. Evenals in andere plaatsen, werd ook alhier een Comité ge vormd voor inzameling van gelden voor het Nationaal Koningin-Moeder-Herden kingsfonds, tot steun aan on- en minver mogende tuberculoselijders. Het Comité bestaat uit den burgemees ter dezer gemeente als eere-voorzitter en de leden van het bestuur van het Groene Kruis alhier. Het is de bedoeling, dat in de eerste dagen van de maand Maart a.s. enkele jonge dames, een rondgang in ons dorp en het dorp 's-Heer Hendrikskinderen en omgeving zullen doen, om speldjes ten verkoop aan te bieden. (Bel. beriobt.) Toen 2 Juni van het vorig jaar een deel onzer gemeente geteisterd werd door een hevige hagelslag, werd onmiddellijk daarna een comité gevormd, om te trach ten gelden in te zamelen teneinde diege nen die aanzienlijke schade hadden ge leden aan hun land- of tuinbouwproduc ten, eenigszins tegemoet te komen. Van deskundige zijde is direct een taxa tie opgemaakt, waaruit bleek, dat de land bouwproducten zich dermate hadden her steld, dat daaraan weinig of geen schade was aangericht. Door het comité werd besloten dat al leen schadeloosstelling zou worden uitge keerd voor tuinbouw-produoten en fruit. Aan een aantal personen, voor sommi gen een niet onaanzienlijk bedrag, werd dezer dagen een uitkeering gedaan ter tegemoetkoming in de geleden schade, van de gelden verkregen door circulatie van inteekenlijsten onder de ingezetenen dezer gemeente en een bedrag beschikbaar ge steld door het Provinciaal Watersnood- comité in Zeeland. i In de algemeene vergadering van „Het Groene Kruis" alhier, die door 12 leden werd bijgewoond, deed de secretaris verslag over 1934. Hieruit bleek o.a,, dat van het verplegingsmateriaal een zeer ruim gebruik werd gemaakt. Enkele nieu we artikelen werd aangeschaft en aan ver schillende zieken werden versterkende middelen verstrekt. De rekening en verantwoording van den penningmeester over 1934 wees aan aan ontvangsten f 1698,98, waaronder een goed slot over 1933 van f 945,39 en uitgaven f 771.54, alzoo een batig slot over 1934 van f 927,44. lerseke. Doordat in het kanaal van Zuid-Beveland bij1 de Postbrug een schip de kabel van het electrisch net van de P.Z.E.M. had stuk gevaren, bleef ler seke Vrijdagavond tot half 7 zonder licht. Daarna werd, door omschakeling op de kabel bij! de Schorebrug, weder stroom gegeven. Biezelinge. Onder leiding van haar voor zitter dhr J. Smallegange kwamen gis teravond in een der schoollokalen de le den der Herv. Chr. schoolvereen. alhier bijeen, voor hun jaarvergadering. Uit het verslag van den secretaris bleek het ledental te zijn 81, het kindertal 118. De penningm. wees op de noodzakelijk heid van de grootst mogelijke zuinigheid in het komende jaar. Het waarnemend hoofd dhr P. Taal le verde een keurig jaarverslag. De aftre dende bestuursleden J. Bierens en J. de Jonge werden herkozen. Verschillende leden zagen gaarne, als liefde voor het schoolwerk, hun con tributie verdubbeld, wat met groote dank baarheid door het bestuur werd aan vaard. Door de vergadering werd aan Ds van Steenbergen het eere-voorzitterschap aangeboden, wat eveneens met groote dankbaarheid werd aangenomen. Als naar gewoonte zal op Biddag een ouderavond worden gehouden. Hierna stoot Ds van Steenbergen deze gezellige vergadering met dankzegging. Koudekerke. Donderdagavond hield de Chr. Besturenbond voor Koudekerke en omstreken zijn tweede jaarvergadering onder leiding van den voorz. A. L. Ja- Ingezonden Mededeeling. het bleek ons al spoedig dat we aanzien lijk dichter bij' de zee waren, dan de af stand, dien we hadden afgelegd, zou doen vermoeden. Want de weg, dien we ge nomen hadden, had ons een 'heel eind om doen rijden en maakte ten slotte zoo'n kromming, dat wij' ons nieuwe tehuis zonder het te weten, van de landzijde be reikt hadden. In ieder 'geval was het ons een troost, dat we buiten het geluid van de branding waren. „Kom, lieveling, kom Wynniel" zeide ik, zoodra ik bet morgengebed had uitge sproken. „We gaan een wandeling maken, zoo gauw jullie klaar zijn." „Maar we kunnen Connie toch niet al leen laten," weerstreefde ze. „O, dat ;kan best, de meid zal wel een oogje in 't zeil houden, wat zeg jij, Connie." „Ik heb geen hulp van mijn familie noodig", zeide Connie met een grotesque gebaar. „Ik ben geheel onafhankelijk", voegde ze er aan toe. „Als u nog één woord zegt, sta ik op en loop de kamer uit." En ze maakte een beweging, alsof ze de daad bij' bet woord wilde voegen. Door schrik bevangen snelde ik op haar toe, hetgeen het ondeugende nest in lachen deed uitbarsten. Toen, terwijl haar stem ming opeens oversloeg, zei ze, vechtend tegen de tranen, die in haar oogen wel- den„Ik ben een koningin rijk en despotisch en ik beschik, dat ik voor etenstijd niemand wil zien. Ik zal me zelf bezig houden." Zoo werd dan ook besloten en we gin gen onze wandeling maken. Ethel was niet meer zoo'n flinke wandelaar als vroe ger; al was het wel zoo geweest, dan zou den we er toch niet veel mee gewonnen hebben, want ieder oogenblik stonden 'zij en Wynnie stil om varenkruid te pluk ken, dat tusschen de voegen van de muur tjes groeide. Nu, ik voor mij houd ook van varenkruid, ofschoon niet zooveel misschien als mijn vrouw en dochter maar om voor elk plantje, dat ze tegen kwamen te moeten stilstaan, werd me toch te har. „Wat heb je er nu toch aan om elk onschaidelijik plantje, dat je tegenkomt, te mishandelen?" maar ho maar, het was aan een doovemansdeur geklopt. „Waar het groeit, komt het toch veel meer tot zijn recht dan op welk plekje ook, dat je bedenken kan, Je kunt ze toch niet in leven houden." Maar mijn vrouw voerde dadelijk aan, dat wij overal varentjes hadden, in de vensterbank van die kamer,_op dat plekje in den tuin, in het priëeltje, in de serre, van welker bestaan mij niets bekend was. Nederig gaf ik toe en slechts door hun voor te houden, dat' ik een plekje wist, waar nog veel mooiere varens groeiden, slaagde ik er in, de twee mijl, die wij nog verder moesten, binnen twee uur af te leggen, Nadat we het pad verlaten had den en dwars tusschen de akkers door gingen, kwamen wij aan een kloof, die ik reeds op mijn tocht met Turner bemerkt had. Het was een heerlijk plekje, geheel uit den wind en begroeid met allerlei geu rig kruid; een plekje, waar 't prettig' was om uit te rusten en naar de wolken te kij ken die voorbij dreven. „Laten we hier wat uitrusten, Ethel", zeide ik. „Ik weet zeker, dat je dat nog beter zal bevallen dan jacht te maken op varens". We vlijden ons neer". „Wat ligt daar tussohen het gras?" riep Wynnie eensklaps op ontstelden toon uit. Ik keek en zag een ringslang, 'die lag te braden in de zon. Ik stond op en liep er heen. „Hier is uw wandelstok", zei Turner. „Waarvoor? Waarom zou ik het beest doodmaken? 't Is geheel onschadelijk, en wat mij hetreft, ik vind 't een mooi dier." Ik pakte de slang op en liet haar aan mijn vrouw zien. Met een rilling wendde zij zich af. „Heusch, het beest doet niets", zei ik, „al 'heeft het een gespleten tong. Ik kan niet zeggen, dat ik een slang zoo'n weer zinwekkend beest vind". „Hu, mijn rug wordt er koud van", zei Wynnie. „Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik daar niets geen. last van heb. Kijk eens, hoe In bet parlementaire leven was het hoog-seizoen. Zoowel Eerste- als Tweede Kamer waren druk aan het vergaderen. De Tweede kwam gereed met de Indische begrooting en de Eerste deed, behalve eenigen begrootingsarbeid, het wetsoit- werp betreffende het werkloosheidssub- eidiefonds af. Zoowel Minister de Wilde als zijn collega Oud verdedigden in deze Kamer op krachtige wijze hun beleid. De laatste vermocht zelfs wat onder onze deftige Senatoren maar zelden voorkomt een applausje te ontlokken. Alleen de sociaal-democraten bleven zich tegen zijn financieele politiek verzetten, zonder daarvoor iets beters in de plaats te geven. Vorigen Zaterdag zijn onze mariniers weer uit het Saargebied op Nederlaud- scben bodem teruggekeerd. Hiermede is weer een eind gekomen aan de tusscb en- komst, die ook Nederland bij dit inter nationale werk verleend heeft. Onze mari niers zullen er wel het meest blij om zijn, dat dit weer achter den rug is, Het schijnt wel, dat we een druk reis- seizoen zijn ingetreden. Onze Koningin en de Prinses zijn voor eenigen 'tijd naar Zwitserland vertrokken. Dit betreft ech ter een vacantie—uitstapje. Anders ia het met de reis van don Oos- tenrijkschen bondskanselier en zijn minis ter van buitenlandsche zaken naar Parijs, van waar zij zullen doorreizen naar Lon den. Er is over deze reis der twee Oosten- rijksche staatslieden in de internationale pers heel wat te doen geweest. Zij heeft zich afgevraagd, wat er eigenlijk achter stak. En zelfs in de parlementen zijn vragen tot de regeeringen hierover ge richt. Schuschnigg is reeds sinds de laatste dagen van Juni van het vorig jaar bonds kanselier; heel spoedig is hij naar Mus solini gegaan, meerdere malen was hij in Boedapest. Waarom valt het bezoek aan Parijs en Londen nu juist in de dagen, dat de Fransche en de Engelsche regee ring onderhandelen over de .houding, wel ke zij gemeenschappelijk tegenover het D'uitsche memorandum als antwoord op de Londensche voorstellen zullen aanne men? Een volledig antwoord is op deze vraag nu nog niet te geven. Het meest voor de hand liggend doel van de reis zal wel zijn de beide groote mogendheden te herinne ren aan hun plicht, om de Oostenrijksche regeering de helpende hand te bieden. De onafhankelijkheid van Oostenrijk 'moet ten volle gewaarborgd worden, Anders is het met de rust en den vrede in Midden- Europa gedaan. De Engelsche minister Simon schijnt ook grootsche reisplannen te hébben. Als de geruchten juist zijn, zal hij binnenkort een bezoek aan Berlijn en Moskou bren gen. Er wordt in de hooge politieke regi onen blijkbaar onder spanning gewerkt. Moge God het zóó leiden, dat door al deze nota-wisselingen en besprekingen de vrede in ons werelddeel bevorderd worde. Wat Italië feitelijk van plan is, is nog niet recht duidelijk. Er schijnt zich tus schen Italië en Abessynië een grenscon flict te ontwikkelen. We hooren weer het oude liedje van beschuldiging en te gen-beschuldiging en aan Abessynië is door Mussolini zoo iets als een ultimatum gesteld. Om aan zijn eischen kracht bij te zetten heeft hij alvast maar wat troepen gezonden. ■Zal de Volkenbond hier zijn gezag kun nen doen gelden? Of krijgen we een her haling van wat Japan tegenover China zich veroorloofde? cobse. Deze herinnerde in zijn openings rede aan het verlies door het vertrek van dhr D. Kasse en wekte op tot een krach tige medewerking om de moeilijkheden te 'overwinnen. De secretaris gaf een breedvoerig ver slag van alles wat door den besturenbond was verricht en ondernomen. De bestuursleden J. v. Rooyen, P. Wou- terse en H. Schipper werden herkozen. D'hr P. Janse van Biggekerke hield een inleiding over „Geestesverwording". De vergadering was door 30 personen be zocht. prachtig het beest geteekend is, mooier dan eenig handwerkpatroon en lang zoo stijf niet; en hoe rustig ligt het met zijn lang, dun lichaam over mijn hand, ze probeert niet eens te ontsnappen. „Wat een moeite zal het haar kosten, op haar staart te passen, haar kop is er zoover vandaan", zei Wynnie. „En toch doet ze het, en misschien wel beter, dan jullie vrouwen op je lange rek ken let. Ik' zou wel eens willen weten, of een slang een degeneratie is van een beest dat pooten had, en ze niet voldoende be nutte. Misschien hadden ze ook wel vleu gels, die zij' met den tijd verloren hebben. Haar voorouders hebben mogelijk ook giftanden gehad. Maar het moet vreeselijk zijn met je heele lichaam langs den grond te moeten kruipen! Welk een vreeselijke heteekenis schuilt er in Gods oordeel over de slang: „Gij zijt vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uwen 'buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levensMaar laten we over iets vroolijkers spreken en laat ons opstappen. Kom vrouw". Ze waren blijkbaar niet geneigd om op te rijzen. Maar ik stond op en trok mijn vrouw overeind. De vallei daar in de diepte lkte mij. Turner volgde en zoo daal den we in de kloof af. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5