DE ZEEOW
TWEEDE BLAD
De Pastorie aan Zee
FEUILLETON.
Gemeenteraad van Middelburg.
VAN
DONDERDAG 31 JAN. 1935, Nr 103.
BEGROOTING VAN OECONOMISCHE
ZAKEN.
Voorloopigi Verslag Eerste Kamer.
Verschenen is het voorloiopig verslag
van de commissie van rapporteurs over
het wetsontwerp tot vaststelling van
Hoofdstuk X der Rijkshegrooting voor
1935 (departement van oeconamische za
ken).
Met voldoening werd geconstateerd, dat
sedert eenigen tijd het contact tusschen
het bedrijfsleven en het departement was
verbeterd, hetwelk aan beiden ten goede
komt.
Met klem werd aangedrongen op ver
betering van de werkgelegenheid en de
verwachting werd uitgesproken, dat de
minister daartoe zoude medewerken door
te bevorderen, dat steun worde verleend
aan de industrie in meerdere mate dan
thans geschiedt.
Vele leden waren zeer teleurgesteld
door de resultaten van onze handelspoli
tiek in de laatste jaren. De poisitie waar
in Nederland thans verkeert mag uiterst
kwetsbaar worden geacht en dus moeten
de verwachtingen omtrent 't welslagen van
onze handelspolitiek niet te hoog worden
gespannen.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat de oeconomische politiek der regee
ring te wenschen overlaat, en nóch con
structief, nóch consequent mag warden
genoemd, hetgeen vooral in dezen tijld ten
zeerste moet worden betreurd.
Zoo zijn, dus betoogden zij, baar be
moeiingen met de scheepvaart en indu
strie veel geringer dan die met den land
bouw.
Zoodanige achterstelling van twee be
langrijke bronnen van volkswelvaart kan
huns inziens niet alleen leiden tot verdere
opheffing van nuttige en eertijds kronen
de ondernemingen, doch bovendien de
vestiging van nieuwe en uitbreiding van
bestaande belemmeren, waarop huns
inziens de oeconomische politiek juist be
hoort gericht te zijn, met het oog op de
handhaving en de schepping van werkge
legenheid.
Algemeene verlaging van het prijzen-
peil achtten andere leden ten onzent een
eerste noodzaak, en zij spraken de hoop
uit, dat de minister daartoe zal willen
medewerken, o.a. wat de prijzen van de
landbouwproducten betreft, waarop ove
rigens in ander verband zou worden te
ruggekomen.
Eenige leden achtten wijziging van de
tarief wetgeving van groot voordeel voor
onze nooddruftige industrie. AI rijzen
moeilijkheden, zoodra de modus quo moet
worden vastgesteld, toch mag worden ge
constateerd, dat de verschillende opvat
tingen van belanghebbenden op dat stuk
elkander steeds dichter naderen. Deze le
den gaven in overweging, den invoer uit
andere landen door verhooging van het
invoerrecht te beperken als maatregel van
représaille ten aanzien van die mogend-
beden, die den invoer van Nederlandsche
artikelen naar baar gebied beletten of
tegengaan.
Enkele leden keurden af, dat de minis
ter in zijn memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer een hecht verband had
gelegd tusschen de ooutingenteering van
den invoer en de heffing van invoerrecht.
Naar aanleiding hiervan duchtten zij, dat
het oude stelsel van den vrijen handel
allengs geheel zotu warden verlaten.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat de gunstige gezindheid van de regee
ring ten aanzien van de nationale
scheepvaart tot dusverre niet uit
da daden is gebleken, in tegenstelling
met hetgeen in den loop der laatste jaren
ten bate van den landbouw van Rijkswege
was verricht.
Eenige leden waren van oordeel, dat de
wet van den 5den Mei 1933, houdende tij
delijke maatregelen ter bevordering van
een zooveel mogelijk evenredige vracht-
verdeeling in de binnenscheepvaart, niet
aan haar doel had beantwoord.
O'Oik de wijze echter, waarop de bedoel
de wet werd toegepast, heeft hij vele bin-
door
GEORGE MAC DONALD.
7) o—
„Zeker, je hebt volkomen gelijk," ant
woordde mijn vrouw.
Nu punt twee. Moeten wij haar precies
zoo opvoeden als onze eigen kinderen?
Hoe denk je daarover."
„Dat spreekt van zelfl"
„Dat is dus ook in orde. Maar, gezien
de feiten als we haar dezelfde opvoe
ding geven als onze kinderen, zou haar
dat werkelijk ten goede komen?"
„Dat betwijfel ik; want niet ieder zal
haar zoo wenschen te ontvangen, als wij
gedaan hebben."
„Daar heb je gelijk in. Ze zou voort
durend worden herinnerd aan haar af
komst. Niet dat ze zich daarvoor behoeft
te schamen, maar als men haar opzet
telijk zou negeeren, of erger nog, zich vrij
heden tegenover haar zou veroorloven,
zou dat haar veel verdriet geven.
Als wij haar eens groot brachten meer
nenschippers ehtevredsaaeid gewekt
Enkele andere leden laakten het wille
keurige en heerscbzuchtige optreden van
efehige bevrachtingscommissies, of van
sommige harer leden.
Vele leden betoogden dat, gelijk recente
gebeurtenissen hebben aangetoond, niet
ten onrechte jarenlang het pleit was ge
voerd voor de invoering van overheidstoe
zicht op het bankwezen. Zij hadden daar
bij het oog op de debacle van de Neder
landsche Handelsmaatschappij, door haar
directie weliswaar betiteld met „reorgani
satie", doch in werkelijkheid een ineen
storting, waarvan tal van eerzame beleg
gers het slachtoffer zijin geworden.
Deze leden vroegen, of de minister ge
negen is, maatregelen in overweging te
nemen ter voorkoming van wanbeleid, als
door de leiding der genoemde maatschap
pij klaarblijkelijk is gevoerd.
Sommige leden oefenden critiek op de
uiterst trage werkwijze van bet Werk
fonds 1934.
Verscheidene leden oefenden critiek op
de zinsnede in de Troonrede, dat de aan
dacht van de regeering onophoudelijk
gevestigd blijft op verlaging van de bef
fingen, uit de crisisregelingen voortge
komen. Zij achtten zoodanige verlaging
onder de huidige omstandigheden noch
billijk, nóch in 's lands belang.
Verlaging van de prijzen der landbouw
producten zou, huns inziens uiterst be
treurenswaardige gevolgen kunnen heb
ben.
Andere leden gaven den minister in
overweging, een commissie te benoemen,
bestaande uit ter zake deskundigen, niet
behoorende tot den kring der adviseurs
van het rijk, ten einde na te gaan, hoe
landbouw en veeteelt op andere dan de
tot dusverre gangbare wijze zouden kun
nen worden gesteund, met toekenning van
een groote vrijheid aan het bedrijf en met
minder kosten ter bevordering eener sta
bilisatie, welke met de tegenwoordige re
geling nimmer kan worden bereikt.
Verscheidene leden bepleitten bet bie
den van steun aan den tmnbcww in meer
dere mate dan thans is geschied. Zij we
zen erop, dat deze bedrijfstak aan de
grens van zijn weerstandsvermogen is ge
komen.
Enkele leden waren van oordeel, dat de
nieuwe teeltregeling groote schade aan
de pluimveehouders dreigt toe te brengen.
Sommige leden betuigden bun instem
ming met het voornemen der regeering,
eerlang een regeling van het pachtvraag-
stulc te bevorderen; andere leden echter
achtten geenerlei gronden aanwezig het
pachtvraagstuk thans wettelijk te regelen.
Sommige leden bepleitten stichting van
enkele lagere landbouwscholen.
DE BEGROOTING VAN DEFENSIE.
Voorlooplg Verslag; der Eerste Kamer.
Aan het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over de begrooting van Defensie
is het volgende ontleend:
Sommige leden bleven op het stand
punt staan, dat eenzijdige ontwa
pening waaronder zij verstonden:
vervanging van onze weermacht door een
eenvoudige veiligheidswacht, de in deze
dagen van bezuiniging op 's Lands uit
gaven aangewezen oplossing is.
Sommige andere leden herinnerden er
aan, dat zij vroeger eenzijdige ontwape
ning vooropgesteld hadden als middel
om tot internationale ontwapening te
komen. In de tegenwoordige tijdsomstan
digheden vonden zij aanleiding, dit stand
punt dusdanig te wijzigen, dat de laatste
moest voorgaan, hetgeen echter niet weg
nam dat zij, evenals de leden, hiervoren
aan het woord, een veiligheidswacht
wenschten in stede van een weermacht,
mitsdien sterke vermindering van uit
gaven op de huidige legertoerusting.
Vele leden konden zich met die be
schouwingen niet vereenigen. Zij betreur
den, dat de Regeering niet meer den
nadruk had gelegd op de handhaving van
onze neutraliteit, in welk doel onzer weer
macht tevens het vereischte ligt opgeslo
ten, dat die weermacht ook preventief zal
kunnen werken, m.a.w.: zóó sterk moet
zijn, dat zij vreemde machten ervan zal
weerhouden, ons grondgebied te betreden
en, des noodzakelijk, in staat zij den
eersten stoot op te vangen.
Verscheidene leden uitten hun waar
deering voor het standpunt, hetwelk de
Minister bij deze begrooting had ingeno
men wat betreft de noodzakelijkheid van
in den geest van den kring, waar zij' uit
voortkwam, zou dat niet beter zijn? Zou
dat niet meer bouwen zijn op de waar
heid? Zou ze er niet te gelukkiger door
zijn?"
„Man, je spreekt aldoor in algemeen
heden, wijl je steeds iets bijzanders op het
oog hebt; en dat is geen eerlijk spel. Ik
heb aldoor het gevoel, dat je me ergens
op voorbereiden wilt, om me er straks
toe te brengen, je je zin te geven."
„Wel, ik wil openhartig met je spre
ken: waar ik op aanstuur is dit: Theodora
groot te brengen, zoo, dat ze Constance in
haar verder leven kan verzorgen."
Mijn vrouw lachte.
„Wel," zei ze, „voor iemand, die altijd
spreekt van niet over den dag van mor
gen te denken, lijkt bet me toe, dat je de
toekomst wel wat ver vooruit loopt."
„Toch heusch niet in 'overijlingals
ik slechts wist, dat ik bet bij bet rechte
eind heb."
„Maar man, denk toch eens, het kind
is pas drie maanden oud."
„Nu, Connie zal er niet slechter bij
varen, als Dora er reeds vroeg mee ver
trouwd wordt gemaakt, wat haar taak zal
zijn. Ik zeg ook niet, dat ze dadelijk aan
den slag zou moeten, dat is toch al te
meer uitgaven voor 's Lands defensie.
Deze leden bepleitten inkrimping van
het aantal thans bestaande lichtin
gen 15 en daarnevens verhooging
van hetjaarlijkschecontingent
dienstplichtigen, als wanneer ook een
derde herhalingsoefening zal moeten
worden ingevoerd. Zij waren zich, wel is
waar er, van bewust, dat een uitbreiding
van het jaarlijksche contingent als zij
hadden bepleit, financiëele offers zou
vragen, doch zij waren van oordeel, dat
die, bij een uitbreiding van de lichting
tot 27.000 of 30.000 manschappen, betrek
kelijk gering zouden zijn, terwijl de in
nerlijke sterkte van het leger er slechts
baat bij zou hebben.
Sommige andere leden, hoezeer ook
overtuigd, dat een verbetering onzer weer
macht niet zal kunnen uitblijven, waren
echter niet aanstonds bereid, met laatst
bedoeld voorstel in te stemmen. Huns in
ziens zouden de kosten, aan de verwezen
lijking er van verbonden, in hun geheel
een bedrag vormen, dat 's Lands schat
kist zeker thans niet zal kunnen op
brengen.
Vele leden verklaarden in het algemeen
accoord te gaan met de plannen en voor
stellen, welke de Minister bij deze be
grooting had ontworpen.
Eenige leden oefenden critiek op de
wijze, waarop in de laatste jaren de wet
van den 13en Juli 1923 betreffende dienst
weigering toepassing vindt, gelet op het
toenemende aantal van de gevallen, waar
in de ingerichte gewetensbezwaren niet
worden erkend.
Verscheidene leden laakten het voor
militairen en voor de arbeiders aan de
Hembrug uitgevaardigd verbod, lid te zijn
van soc.-dem. organisaties en aangeslo
ten te zijn bij het comité tot behartiging
van de algemeene belangen van het ma
rine-personeel beneden den rang van
officier, in welk verbod ook hun echt
en huisgenooten zijn betrokken.
Vele andere leden bestreden deze op
merking. Zij waren van oordeel, dat de
sociaal-democraten de invoering van den
bedoelden maatregel aan zich zelf te wij
ten hadden, daar zij stelselmatig de krijgs
tucht, zoowel in de land- als in de zee
macht hadden ondermijnd, waardoor aan
hun betrouwbaarheid bij leger en vloot
op goede gronden mag worden getwijfeld.
Gistermiddag vergaderde de Gemeente
raad van Middelburg onder voorzitter
schap van den burgemeester.
Nieuwjaarsrede.
Direct na de opening der vergadering
spreekt de burgemeester een Nieuwjaars
rede uit.
Na de gebruikelijke Nieuwjaarswen-
schen, vraagt Spr.: is er een heel enkel
moedgevend verschijnsel van den aller-
laatsten tijd daargelaten wel eenige
verbetering van beteekenis ingetreden, en
gaat het in sommige opzichten met de
wereld en met Europa niet eerder achter-
dan vooruit? De onzekerheden handhaven
zich, de zorgen en vragen bleven; ze na
men nog toe. Gelukkig bleven we gespaard
van den jammer en de verwarring, die
honderdduizenden elders het leven tot
stikkens toe benauwt. Zoo heeft ons volk,
ook onze burgerij, reden tot groote dank
baarheid.
Moge het volk, moge vooral de jeugd
van dat volk, de moed en het vertrouwen
bovenal de grond van die beide, het ge
loof, het geloof ook in eigen roeping en
toekomst, behouden.
Spr. herinnerde vervolgens aan de ver
liezen, die ons vorstenhuis heeft geleden
en aan de ramp met de Uivei.
Het is Spr. opgevallen, dat er in den
Middelburgschen Raad weinig absenties
voorkomen. Blijk ongetwijfeld van ijver
in het behartigen van de belangen der
Gemeente, waarvan Spr. met waardeering
gewag maakt.
Spr. verwelkomt daarna den heer Gor-
nelisse, die door langdurige ongesteldheid
talrijke vergaderingen moest verzuimen.
Spr. wenscht hem voortgaande beter
schap toe. (Applaus.)
Daarna releveert Spr. de belangrijkste
besluiten genomen in de 16 vergaderingen
in 1934.
Een crediet werd verleend voor 't doen
instellen van een nader deskundig onder
zoek, nopens het abattoirvraag-
s t u k. Tot het overleggen aan den Raad
dwaas.
„Maar Connie is misschien al lang en
breed getrouwd, voor het zoover is."
„Daar zou het kind niets bij verliezen.
Maar ik ben zoo bang, dat Connie nooit
meer de oude zal worden. Niets wijlst er
nog op. E'n Turner, onze dokter, geeft
niet veel hoop."
„Toe, Harry, zeg dat niet! Ik kan het
niet verdragen. Te denken dat onze lieve
ling voor haar geheele leven aan het bed
gekluisterd zal zijn!"
„Het is heel droevig; maar niet zoo
heel erg, als het wel lijkt. Heb je niet
even goed als ik, opgemerkt, dat, sinds
het ongeluk, ons kind meer en dieper na
denkt, en niet oppervlakkig meer is. En
ik zie haar honderd maal liever een
invalide, die werkelijk leeft en denkt, dan
gezond en wel, maar zonder ziel."
„Ja, maar het laatste sluit het eerste
niet uit. Kijk eens naar onze Wynnie."
„Kind, wat God beschikt, is altijd het
beste. En denk eens, wat het voor Goinnie
zou beteekenen, iemand bij zich te heb
ben, die vanaf de eerste schrede heeft ge
leerd haar te verzorgen."
Dan kunnen we haar niet groot
brengen als onze eigen kinderen."
„Waarom niet? Kunnen we haar niet
van het desbetreffende rapport, onlangs
ter kennisneming en om bericht aan B.
en W. gezonden, vertrouwen we eerlang
door Ged. Staten te zullen worden ge
machtigd.
Nog niet alle punten, waarvan de be
handeling ten vorigen jare „voor de
naaste toekomst" door Spr. werd in uit
zicht gesteld, werden bij den Raad aan
hangig gemaakt. Met name nog niet, het
ontwerp van een nieuwe politie
verordening en de definitieve be
handeling van het verkeersrap»-
p o r t.
Een voorstel tot aanvulling van de en
kele jaren geleden in het leven geroepen
verkterscommissde, in verband met de
ontslagaanvrage als voorzitter door den
binnenkort vertrekkenden commissaris
van politie, zal den Raad spoedig berei
ken.
In den loop van dit jaar kan worden
tegemoet gezien een voorstel tot vaststel
ling van een nieuw Reglement
van orde.
Tot de sombere verschij'nselen die ions
met zorg vervullen behoort naast de ver
slechtering onzer financieele omstandig
heden, waarover bij de a.s. behande
ling van de begrooting stellig nog een en
ander te zeggen zal zijn de toene
ming van de werkloosheid.
Het totaal aantal van maand tot maand
ingeschrevenen bedroeg in 1933 10562 en
in 1934 steeg het weer tot 11442.
Het gemiddelde aantal per maand be
liep in 1933 880, en in 1934- 953V2.
De verwachtingen voor 1935 op dit
punt zijn helaas weinig hoopvol. Inde
eerste maand van dit jaar
steeg de werkloosheid tot
het ongekend hooge cijfer
van 1152.
De slapte in de bouwbedrijven blijft
voortduren; de vooruitzichten in de indu
strie zijn slecht. Van beide omstandighe
den ondervindt het transportbedrijf op
zijn beurt groote moeilijkheden. Regelma
tig worden nog werkkrachten ontslagen
bij'de Mijt „de Schelde" te Vlissingen. De
Meelfabriek werd in 1934 geheel stop ge
zet, waardoor het aantal werkloozen met
60 vermeerderde.
Er is weinig grond voor de verwach
ting dat het werk spoedig indien al
ooit daar zal worden hervat.
Het is dan ook niet mogelijk het jaar
1935 te dezer zake anders dan met groote
zorg tegemoet te zien.
Naast de voortzetting van het in 1934
aangevangen uitdiepen van de vesten,
waarvan het gedeelte tusschen Noord- en
Seisbrug gereed kwam, hebben we een
behoorlijk object van werkverschaffing in
het verlengen van het draineerkanaal bij
Oranjezon.
Uitzicht bestaat nu op de toekenning
van bijdragen uit het Werkfonds voor de
plannen tot rio leering van het
Z,-W estelij'k gedeelte der
gemeente met pompgemaal
en tot het uitdiepen en
verbeteren vande Dokha
ven.
Verblijdend is de offervaardigheid,
waarvan de burgerij van Middelburg op
zoo prijzenswaardige wijze blijk geeft, als
het er om gaat, bij' te dragen tot leni
ging van nood. Wat er behalve door het
Burgerl. Armbestuur, uit particuliere
bronnen, door het Crisis-Comité, door
iphilantropióche vereenigingen en door de
kerkelijke armenverzorging in den loop
van een jaar gedaan wordt, is niet ge
ring.
Eveneens stemt het tot verheuging dat
het particulier initiatief bereid bleek, zich
te interesseeren en met aanvankelijk
succes voor het behoud van het in zijn
bestaan bedreigde Middelburgsch
Muziekkorps.
Ik maak daarvan te eerder met waar
deering melding, omdat naar mijn ver
wachting bij de sterk verminderde moge
lijkheid van subsidieering uit de ge
meentelijke middelen, in de toekomst nog
andere nuttige en gewenschte zaken aan
de particuliere kracht en zorg der ingeze
tenen zullen moeten worden overgelaten.
Niet minder zorgelijk dan al het ge
noemde is de daling van de financieele
draagkracht der bevolking, veroorzaakt
niet alleen, als overal elders, door de al
gemeene malaise, maar in onze gemeente
bovendien door het vertrek van meer ge-
fortuneerden, gelijk dat reeds een aantal
jaren te oonstateeren viel.
De algemeene achteruitgang heeft zijn
gevoelige gevolgen voor den, niet minder
al onze liefde geven en hetzelfde onder
wijs?"
„Maar 'tis toch niet recht, haar de
opvoeding van een dame te geven, en dan
een dienstbode van haar te maken."
„Je vergeet, dat dienstbaarheid van het
begin af een deel van haar opvoeding zal
uitmaken en als we haar vertellen dat ze
een vondeling is, zullen wij eraan toevoe
gen, dat we gelooven, dat God haar ge
zonden heeft om voor Constance te zor
gen. In 'oude tijden werden de dienstbo
den in iemands huis geboren en ze waren
meer kinderen, dan ondergeschikten. En
dit is iets soortgelijks. Connie houdt van
het kind: het kind zal van Connie houden
en het zal er in opgaan haar zoo goed
mogelijk te verzorgen."
„Maar stel je voor, dat ze er absoluut
niet voor deugen zou I"
„Ja, dat zou een tegenslag zijn; daar
over 'echter kunnen we thans niet oor-
deelen."
„Harry, ik zal er nog eens over slapen.
Er is nog tijds genoeg".
„■Stellig, en hoe meer je er over denkt,
hoe beter. Als iets goed' is, zal het je, van
'hoe meer kanten je het bekijkt, des te
beter lijken, dan 'komt de innerlijke waar
de het best uit."
dan het zaken- en bedrijfsleven, onder
zwaren druk levenden middenstand.
Bijzondere zorg baart tenslotte dat we,
terwijl de lasten tot schier maximale
hoogte zijn opgevoerd, onze niet over
matige reserves, zien wegslinken in ver
ontrustend snel tempo.
De weg der aanpassing is een doornige
weg. En de mogelijkheden tot inperking
van uitgaven en inkrimping van bemoei
ingen) die o nmiddellijk wer
kende en belangrijkeverla-
g i n g van het budget tot gevolg hebben,
zijn hier niet zoo talrijk.
Tot moedeloosheid moge het sombere
beeld dat ik u schetsen moest, u en mij
intusschen niet brengen.
De liefde tot onze goede stad moge ons
prikkel zijn, tot het zoo goed mogelijk
verrichten van de taak waartoe we ons
eenmaal verbonden hebben, ook wanneer
het besturen der gemeente onaangename
plichten met zich brengt.
Spr. wekt op tot het zooveel mogelijk
eendrachtig arbeiden aan de belangen
der gemeente.
Voor de toekomst van onze stad, voor
het welzijn van hare ingezetenen, voor de
vruchtbaarheid van onze beraadslagin
gen, veroorloof ik me, in deze eerste ver
gadering van het jaar, Gods onmisbaren
zegen in te roepen. (Applaus.)
De heer Heemskerk dankt namens
den Raad voor het door den voorzitter ge
geven overzicht en de uitgesproken goede
wenschen. Steeds heeft Spr., als hij' na
mens den Raad het woord moest voeren,
gestreefd om zóó te spreken, dat alle le
den met zijn woorden konden instemmen.
Gezien de moeilijke omstandigheden moet
Spr. nu een persoonlijk woord spreken,
al hoopt hij, dat allen het zullen kunnen
aanhooren.
De toestand is inderdaad somber. Maar
dan moieten wij allen inzien, dat wij den
uitnemenden voorzitter en het college van
B. en W. te steunen hebben. Spr. hoopt,
dat wij allen, als het moet, bereid zul
len zijn op ons dierbare posten te bezui
nigen, al zullen we de te nemen maatre
gelen betreuren. Met blijdschap moeten
we eigen inzicht weten op te offeren, ten
einde den druk zoo dragelijk mogelijk te
maken. (Applaus.)
Ingekomen zijn o.a. de Koninklijke
goedgekeurde winkelsluitingsverordening
en de goedkeuring op de gemeente-be
grooting 1934.
De vragen van den heer Jeronimus
over het aanbrengen van rioolaansluitin-
gen, enz. uitsluitend door het gemeente-
personeel, zullen aan het eind der verga
dering worden besproken, tegelijk met de
hierover ingekomen adressen.
Naar aanleiding van de bebouwing van
den hoek Meidoornlaan zegt dhr Jero
nimus dat nu wel verlof voor bebou
wing wordt verleend, nu de grond ge
meente-eigendom is terwijl dit destijds is
geweigerd, toen de grond in handen van
particulieren was.
Dhr Onderdijk antwoordt, dat men
destijds >op dien particulieren grond wilde
bouwen, maar zonder straataanleg. Nu is
de straat inmiddels aangelegd.
De commissaris van politie verzoekt
ontslag als lid en voorzitter der verkeers-
commissie. Dit wordt hem eervol ver
leend met 1 Febr. a.s.
Aan den conrector van het gymnasium
wordt ook eervol ontslag verleend. Idem
aan een leeraar aan de Avondschool voor
Nijverheidsonderwijs.
In verband met de benoeming van een
tijdelijk leeraar aan de Avondschool voor
Nijverheidsonderwijs vraagt dhr M o n-
d e e 1 aan B. en W. om ook eens te den
ken aan de jonge onderwijskrachten, die
niet aan den slag kunnen komen. Men
benoemt nu menschen die reeds een volle
dagtaak hebben.
Weth. Boas son zegt overweging toe.
Mevr. W e ij 1 zegt, dat voor dit onder
wijs ervaren leerkrachten noodig zijn.
Dhrn Paul en den Hollander
steunen het idee-Mondeel.
Opgemerkt wordt, dat de heer Rozen-
daal maar voor drie maanden wordt be
noemd. De Raad is dan weer geheel vrij.
Tot lid van het bestuur der Godshuizen
wordt benoemd de heer A. van Westree-
nen met alg. st.
Tot lid van het Burg. Armbestuur de
heer C. Verwaal met 16 st. tegen 1 st. op
dhr J. I. Janse.
Tot tijdelijk leeraar aan de Avondschool
voor Nijverheidsonderwijs wordt dhr F.
A. Rosendaal benoemd.
De wijziging van de verordening tot
Toen we de ziekenkamer weer binnen
traden, was baby juist wakker geworden
en w'as Connie er in geslaagd een arm
onder haar te schuiven om haar te sus
sen, want ze huilde.
HOOFDSTUK VI.
Langzamerhand werd het lente. Toen
ik op zekeren morgen eens een wandeling
maalkte, ontdekte ik plotseling onder de
heg een sleutelbloem, een nietig, zwak
plantje, met 'blaadjes, die het ternauwer
nood konden 'beschermen voor de vorst.
Het zou nooit in mij opgekomen zijn, om
het weg te nemen, als ik niet een ziek
kind thuis 'had. Met mijn vingers groef ik
het plantje uit, en droeg 'het, met een
kluit aarde er aan, om 'het plantje in leven
te 'houden, naar huis, naar mijn ziek kind.
„Kpk eens 'Connie, wat ik voor je heb
meegebracht", zeide ik.
„Een presentje van moeder natuur aan
mijn zieke meisje". Ze stak haar ver
magerde, doorschijnende handjes uit, en
hield bet plantje vast als een grooten
schat, het koesterend met strelenden blik.
Zooals ze daar lag, met 'het nietige plantje
in de 'holte van haar opgeheven handen,
was ze net een lief, oud Engelsoh plaatje.
(Wordt vervolgd.)