DE ZEEOW TWEEDE BLAD De Pastorie aan Zee FEUILLETON. Gemeenteraad van Middelburg. VAN DONDERDAG 31 JAN. 1935, Nr 103. BEGROOTING VAN OECONOMISCHE ZAKEN. Voorloopigi Verslag Eerste Kamer. Verschenen is het voorloiopig verslag van de commissie van rapporteurs over het wetsontwerp tot vaststelling van Hoofdstuk X der Rijkshegrooting voor 1935 (departement van oeconamische za ken). Met voldoening werd geconstateerd, dat sedert eenigen tijd het contact tusschen het bedrijfsleven en het departement was verbeterd, hetwelk aan beiden ten goede komt. Met klem werd aangedrongen op ver betering van de werkgelegenheid en de verwachting werd uitgesproken, dat de minister daartoe zoude medewerken door te bevorderen, dat steun worde verleend aan de industrie in meerdere mate dan thans geschiedt. Vele leden waren zeer teleurgesteld door de resultaten van onze handelspoli tiek in de laatste jaren. De poisitie waar in Nederland thans verkeert mag uiterst kwetsbaar worden geacht en dus moeten de verwachtingen omtrent 't welslagen van onze handelspolitiek niet te hoog worden gespannen. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de oeconomische politiek der regee ring te wenschen overlaat, en nóch con structief, nóch consequent mag warden genoemd, hetgeen vooral in dezen tijld ten zeerste moet worden betreurd. Zoo zijn, dus betoogden zij, baar be moeiingen met de scheepvaart en indu strie veel geringer dan die met den land bouw. Zoodanige achterstelling van twee be langrijke bronnen van volkswelvaart kan huns inziens niet alleen leiden tot verdere opheffing van nuttige en eertijds kronen de ondernemingen, doch bovendien de vestiging van nieuwe en uitbreiding van bestaande belemmeren, waarop huns inziens de oeconomische politiek juist be hoort gericht te zijn, met het oog op de handhaving en de schepping van werkge legenheid. Algemeene verlaging van het prijzen- peil achtten andere leden ten onzent een eerste noodzaak, en zij spraken de hoop uit, dat de minister daartoe zal willen medewerken, o.a. wat de prijzen van de landbouwproducten betreft, waarop ove rigens in ander verband zou worden te ruggekomen. Eenige leden achtten wijziging van de tarief wetgeving van groot voordeel voor onze nooddruftige industrie. AI rijzen moeilijkheden, zoodra de modus quo moet worden vastgesteld, toch mag worden ge constateerd, dat de verschillende opvat tingen van belanghebbenden op dat stuk elkander steeds dichter naderen. Deze le den gaven in overweging, den invoer uit andere landen door verhooging van het invoerrecht te beperken als maatregel van représaille ten aanzien van die mogend- beden, die den invoer van Nederlandsche artikelen naar baar gebied beletten of tegengaan. Enkele leden keurden af, dat de minis ter in zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer een hecht verband had gelegd tusschen de ooutingenteering van den invoer en de heffing van invoerrecht. Naar aanleiding hiervan duchtten zij, dat het oude stelsel van den vrijen handel allengs geheel zotu warden verlaten. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de gunstige gezindheid van de regee ring ten aanzien van de nationale scheepvaart tot dusverre niet uit da daden is gebleken, in tegenstelling met hetgeen in den loop der laatste jaren ten bate van den landbouw van Rijkswege was verricht. Eenige leden waren van oordeel, dat de wet van den 5den Mei 1933, houdende tij delijke maatregelen ter bevordering van een zooveel mogelijk evenredige vracht- verdeeling in de binnenscheepvaart, niet aan haar doel had beantwoord. O'Oik de wijze echter, waarop de bedoel de wet werd toegepast, heeft hij vele bin- door GEORGE MAC DONALD. 7) o— „Zeker, je hebt volkomen gelijk," ant woordde mijn vrouw. Nu punt twee. Moeten wij haar precies zoo opvoeden als onze eigen kinderen? Hoe denk je daarover." „Dat spreekt van zelfl" „Dat is dus ook in orde. Maar, gezien de feiten als we haar dezelfde opvoe ding geven als onze kinderen, zou haar dat werkelijk ten goede komen?" „Dat betwijfel ik; want niet ieder zal haar zoo wenschen te ontvangen, als wij gedaan hebben." „Daar heb je gelijk in. Ze zou voort durend worden herinnerd aan haar af komst. Niet dat ze zich daarvoor behoeft te schamen, maar als men haar opzet telijk zou negeeren, of erger nog, zich vrij heden tegenover haar zou veroorloven, zou dat haar veel verdriet geven. Als wij haar eens groot brachten meer nenschippers ehtevredsaaeid gewekt Enkele andere leden laakten het wille keurige en heerscbzuchtige optreden van efehige bevrachtingscommissies, of van sommige harer leden. Vele leden betoogden dat, gelijk recente gebeurtenissen hebben aangetoond, niet ten onrechte jarenlang het pleit was ge voerd voor de invoering van overheidstoe zicht op het bankwezen. Zij hadden daar bij het oog op de debacle van de Neder landsche Handelsmaatschappij, door haar directie weliswaar betiteld met „reorgani satie", doch in werkelijkheid een ineen storting, waarvan tal van eerzame beleg gers het slachtoffer zijin geworden. Deze leden vroegen, of de minister ge negen is, maatregelen in overweging te nemen ter voorkoming van wanbeleid, als door de leiding der genoemde maatschap pij klaarblijkelijk is gevoerd. Sommige leden oefenden critiek op de uiterst trage werkwijze van bet Werk fonds 1934. Verscheidene leden oefenden critiek op de zinsnede in de Troonrede, dat de aan dacht van de regeering onophoudelijk gevestigd blijft op verlaging van de bef fingen, uit de crisisregelingen voortge komen. Zij achtten zoodanige verlaging onder de huidige omstandigheden noch billijk, nóch in 's lands belang. Verlaging van de prijzen der landbouw producten zou, huns inziens uiterst be treurenswaardige gevolgen kunnen heb ben. Andere leden gaven den minister in overweging, een commissie te benoemen, bestaande uit ter zake deskundigen, niet behoorende tot den kring der adviseurs van het rijk, ten einde na te gaan, hoe landbouw en veeteelt op andere dan de tot dusverre gangbare wijze zouden kun nen worden gesteund, met toekenning van een groote vrijheid aan het bedrijf en met minder kosten ter bevordering eener sta bilisatie, welke met de tegenwoordige re geling nimmer kan worden bereikt. Verscheidene leden bepleitten bet bie den van steun aan den tmnbcww in meer dere mate dan thans is geschied. Zij we zen erop, dat deze bedrijfstak aan de grens van zijn weerstandsvermogen is ge komen. Enkele leden waren van oordeel, dat de nieuwe teeltregeling groote schade aan de pluimveehouders dreigt toe te brengen. Sommige leden betuigden bun instem ming met het voornemen der regeering, eerlang een regeling van het pachtvraag- stulc te bevorderen; andere leden echter achtten geenerlei gronden aanwezig het pachtvraagstuk thans wettelijk te regelen. Sommige leden bepleitten stichting van enkele lagere landbouwscholen. DE BEGROOTING VAN DEFENSIE. Voorlooplg Verslag; der Eerste Kamer. Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de begrooting van Defensie is het volgende ontleend: Sommige leden bleven op het stand punt staan, dat eenzijdige ontwa pening waaronder zij verstonden: vervanging van onze weermacht door een eenvoudige veiligheidswacht, de in deze dagen van bezuiniging op 's Lands uit gaven aangewezen oplossing is. Sommige andere leden herinnerden er aan, dat zij vroeger eenzijdige ontwape ning vooropgesteld hadden als middel om tot internationale ontwapening te komen. In de tegenwoordige tijdsomstan digheden vonden zij aanleiding, dit stand punt dusdanig te wijzigen, dat de laatste moest voorgaan, hetgeen echter niet weg nam dat zij, evenals de leden, hiervoren aan het woord, een veiligheidswacht wenschten in stede van een weermacht, mitsdien sterke vermindering van uit gaven op de huidige legertoerusting. Vele leden konden zich met die be schouwingen niet vereenigen. Zij betreur den, dat de Regeering niet meer den nadruk had gelegd op de handhaving van onze neutraliteit, in welk doel onzer weer macht tevens het vereischte ligt opgeslo ten, dat die weermacht ook preventief zal kunnen werken, m.a.w.: zóó sterk moet zijn, dat zij vreemde machten ervan zal weerhouden, ons grondgebied te betreden en, des noodzakelijk, in staat zij den eersten stoot op te vangen. Verscheidene leden uitten hun waar deering voor het standpunt, hetwelk de Minister bij deze begrooting had ingeno men wat betreft de noodzakelijkheid van in den geest van den kring, waar zij' uit voortkwam, zou dat niet beter zijn? Zou dat niet meer bouwen zijn op de waar heid? Zou ze er niet te gelukkiger door zijn?" „Man, je spreekt aldoor in algemeen heden, wijl je steeds iets bijzanders op het oog hebt; en dat is geen eerlijk spel. Ik heb aldoor het gevoel, dat je me ergens op voorbereiden wilt, om me er straks toe te brengen, je je zin te geven." „Wel, ik wil openhartig met je spre ken: waar ik op aanstuur is dit: Theodora groot te brengen, zoo, dat ze Constance in haar verder leven kan verzorgen." Mijn vrouw lachte. „Wel," zei ze, „voor iemand, die altijd spreekt van niet over den dag van mor gen te denken, lijkt bet me toe, dat je de toekomst wel wat ver vooruit loopt." „Toch heusch niet in 'overijlingals ik slechts wist, dat ik bet bij bet rechte eind heb." „Maar man, denk toch eens, het kind is pas drie maanden oud." „Nu, Connie zal er niet slechter bij varen, als Dora er reeds vroeg mee ver trouwd wordt gemaakt, wat haar taak zal zijn. Ik zeg ook niet, dat ze dadelijk aan den slag zou moeten, dat is toch al te meer uitgaven voor 's Lands defensie. Deze leden bepleitten inkrimping van het aantal thans bestaande lichtin gen 15 en daarnevens verhooging van hetjaarlijkschecontingent dienstplichtigen, als wanneer ook een derde herhalingsoefening zal moeten worden ingevoerd. Zij waren zich, wel is waar er, van bewust, dat een uitbreiding van het jaarlijksche contingent als zij hadden bepleit, financiëele offers zou vragen, doch zij waren van oordeel, dat die, bij een uitbreiding van de lichting tot 27.000 of 30.000 manschappen, betrek kelijk gering zouden zijn, terwijl de in nerlijke sterkte van het leger er slechts baat bij zou hebben. Sommige andere leden, hoezeer ook overtuigd, dat een verbetering onzer weer macht niet zal kunnen uitblijven, waren echter niet aanstonds bereid, met laatst bedoeld voorstel in te stemmen. Huns in ziens zouden de kosten, aan de verwezen lijking er van verbonden, in hun geheel een bedrag vormen, dat 's Lands schat kist zeker thans niet zal kunnen op brengen. Vele leden verklaarden in het algemeen accoord te gaan met de plannen en voor stellen, welke de Minister bij deze be grooting had ontworpen. Eenige leden oefenden critiek op de wijze, waarop in de laatste jaren de wet van den 13en Juli 1923 betreffende dienst weigering toepassing vindt, gelet op het toenemende aantal van de gevallen, waar in de ingerichte gewetensbezwaren niet worden erkend. Verscheidene leden laakten het voor militairen en voor de arbeiders aan de Hembrug uitgevaardigd verbod, lid te zijn van soc.-dem. organisaties en aangeslo ten te zijn bij het comité tot behartiging van de algemeene belangen van het ma rine-personeel beneden den rang van officier, in welk verbod ook hun echt en huisgenooten zijn betrokken. Vele andere leden bestreden deze op merking. Zij waren van oordeel, dat de sociaal-democraten de invoering van den bedoelden maatregel aan zich zelf te wij ten hadden, daar zij stelselmatig de krijgs tucht, zoowel in de land- als in de zee macht hadden ondermijnd, waardoor aan hun betrouwbaarheid bij leger en vloot op goede gronden mag worden getwijfeld. Gistermiddag vergaderde de Gemeente raad van Middelburg onder voorzitter schap van den burgemeester. Nieuwjaarsrede. Direct na de opening der vergadering spreekt de burgemeester een Nieuwjaars rede uit. Na de gebruikelijke Nieuwjaarswen- schen, vraagt Spr.: is er een heel enkel moedgevend verschijnsel van den aller- laatsten tijd daargelaten wel eenige verbetering van beteekenis ingetreden, en gaat het in sommige opzichten met de wereld en met Europa niet eerder achter- dan vooruit? De onzekerheden handhaven zich, de zorgen en vragen bleven; ze na men nog toe. Gelukkig bleven we gespaard van den jammer en de verwarring, die honderdduizenden elders het leven tot stikkens toe benauwt. Zoo heeft ons volk, ook onze burgerij, reden tot groote dank baarheid. Moge het volk, moge vooral de jeugd van dat volk, de moed en het vertrouwen bovenal de grond van die beide, het ge loof, het geloof ook in eigen roeping en toekomst, behouden. Spr. herinnerde vervolgens aan de ver liezen, die ons vorstenhuis heeft geleden en aan de ramp met de Uivei. Het is Spr. opgevallen, dat er in den Middelburgschen Raad weinig absenties voorkomen. Blijk ongetwijfeld van ijver in het behartigen van de belangen der Gemeente, waarvan Spr. met waardeering gewag maakt. Spr. verwelkomt daarna den heer Gor- nelisse, die door langdurige ongesteldheid talrijke vergaderingen moest verzuimen. Spr. wenscht hem voortgaande beter schap toe. (Applaus.) Daarna releveert Spr. de belangrijkste besluiten genomen in de 16 vergaderingen in 1934. Een crediet werd verleend voor 't doen instellen van een nader deskundig onder zoek, nopens het abattoirvraag- s t u k. Tot het overleggen aan den Raad dwaas. „Maar Connie is misschien al lang en breed getrouwd, voor het zoover is." „Daar zou het kind niets bij verliezen. Maar ik ben zoo bang, dat Connie nooit meer de oude zal worden. Niets wijlst er nog op. E'n Turner, onze dokter, geeft niet veel hoop." „Toe, Harry, zeg dat niet! Ik kan het niet verdragen. Te denken dat onze lieve ling voor haar geheele leven aan het bed gekluisterd zal zijn!" „Het is heel droevig; maar niet zoo heel erg, als het wel lijkt. Heb je niet even goed als ik, opgemerkt, dat, sinds het ongeluk, ons kind meer en dieper na denkt, en niet oppervlakkig meer is. En ik zie haar honderd maal liever een invalide, die werkelijk leeft en denkt, dan gezond en wel, maar zonder ziel." „Ja, maar het laatste sluit het eerste niet uit. Kijk eens naar onze Wynnie." „Kind, wat God beschikt, is altijd het beste. En denk eens, wat het voor Goinnie zou beteekenen, iemand bij zich te heb ben, die vanaf de eerste schrede heeft ge leerd haar te verzorgen." Dan kunnen we haar niet groot brengen als onze eigen kinderen." „Waarom niet? Kunnen we haar niet van het desbetreffende rapport, onlangs ter kennisneming en om bericht aan B. en W. gezonden, vertrouwen we eerlang door Ged. Staten te zullen worden ge machtigd. Nog niet alle punten, waarvan de be handeling ten vorigen jare „voor de naaste toekomst" door Spr. werd in uit zicht gesteld, werden bij den Raad aan hangig gemaakt. Met name nog niet, het ontwerp van een nieuwe politie verordening en de definitieve be handeling van het verkeersrap»- p o r t. Een voorstel tot aanvulling van de en kele jaren geleden in het leven geroepen verkterscommissde, in verband met de ontslagaanvrage als voorzitter door den binnenkort vertrekkenden commissaris van politie, zal den Raad spoedig berei ken. In den loop van dit jaar kan worden tegemoet gezien een voorstel tot vaststel ling van een nieuw Reglement van orde. Tot de sombere verschij'nselen die ions met zorg vervullen behoort naast de ver slechtering onzer financieele omstandig heden, waarover bij de a.s. behande ling van de begrooting stellig nog een en ander te zeggen zal zijn de toene ming van de werkloosheid. Het totaal aantal van maand tot maand ingeschrevenen bedroeg in 1933 10562 en in 1934 steeg het weer tot 11442. Het gemiddelde aantal per maand be liep in 1933 880, en in 1934- 953V2. De verwachtingen voor 1935 op dit punt zijn helaas weinig hoopvol. Inde eerste maand van dit jaar steeg de werkloosheid tot het ongekend hooge cijfer van 1152. De slapte in de bouwbedrijven blijft voortduren; de vooruitzichten in de indu strie zijn slecht. Van beide omstandighe den ondervindt het transportbedrijf op zijn beurt groote moeilijkheden. Regelma tig worden nog werkkrachten ontslagen bij'de Mijt „de Schelde" te Vlissingen. De Meelfabriek werd in 1934 geheel stop ge zet, waardoor het aantal werkloozen met 60 vermeerderde. Er is weinig grond voor de verwach ting dat het werk spoedig indien al ooit daar zal worden hervat. Het is dan ook niet mogelijk het jaar 1935 te dezer zake anders dan met groote zorg tegemoet te zien. Naast de voortzetting van het in 1934 aangevangen uitdiepen van de vesten, waarvan het gedeelte tusschen Noord- en Seisbrug gereed kwam, hebben we een behoorlijk object van werkverschaffing in het verlengen van het draineerkanaal bij Oranjezon. Uitzicht bestaat nu op de toekenning van bijdragen uit het Werkfonds voor de plannen tot rio leering van het Z,-W estelij'k gedeelte der gemeente met pompgemaal en tot het uitdiepen en verbeteren vande Dokha ven. Verblijdend is de offervaardigheid, waarvan de burgerij van Middelburg op zoo prijzenswaardige wijze blijk geeft, als het er om gaat, bij' te dragen tot leni ging van nood. Wat er behalve door het Burgerl. Armbestuur, uit particuliere bronnen, door het Crisis-Comité, door iphilantropióche vereenigingen en door de kerkelijke armenverzorging in den loop van een jaar gedaan wordt, is niet ge ring. Eveneens stemt het tot verheuging dat het particulier initiatief bereid bleek, zich te interesseeren en met aanvankelijk succes voor het behoud van het in zijn bestaan bedreigde Middelburgsch Muziekkorps. Ik maak daarvan te eerder met waar deering melding, omdat naar mijn ver wachting bij de sterk verminderde moge lijkheid van subsidieering uit de ge meentelijke middelen, in de toekomst nog andere nuttige en gewenschte zaken aan de particuliere kracht en zorg der ingeze tenen zullen moeten worden overgelaten. Niet minder zorgelijk dan al het ge noemde is de daling van de financieele draagkracht der bevolking, veroorzaakt niet alleen, als overal elders, door de al gemeene malaise, maar in onze gemeente bovendien door het vertrek van meer ge- fortuneerden, gelijk dat reeds een aantal jaren te oonstateeren viel. De algemeene achteruitgang heeft zijn gevoelige gevolgen voor den, niet minder al onze liefde geven en hetzelfde onder wijs?" „Maar 'tis toch niet recht, haar de opvoeding van een dame te geven, en dan een dienstbode van haar te maken." „Je vergeet, dat dienstbaarheid van het begin af een deel van haar opvoeding zal uitmaken en als we haar vertellen dat ze een vondeling is, zullen wij eraan toevoe gen, dat we gelooven, dat God haar ge zonden heeft om voor Constance te zor gen. In 'oude tijden werden de dienstbo den in iemands huis geboren en ze waren meer kinderen, dan ondergeschikten. En dit is iets soortgelijks. Connie houdt van het kind: het kind zal van Connie houden en het zal er in opgaan haar zoo goed mogelijk te verzorgen." „Maar stel je voor, dat ze er absoluut niet voor deugen zou I" „Ja, dat zou een tegenslag zijn; daar over 'echter kunnen we thans niet oor- deelen." „Harry, ik zal er nog eens over slapen. Er is nog tijds genoeg". „■Stellig, en hoe meer je er over denkt, hoe beter. Als iets goed' is, zal het je, van 'hoe meer kanten je het bekijkt, des te beter lijken, dan 'komt de innerlijke waar de het best uit." dan het zaken- en bedrijfsleven, onder zwaren druk levenden middenstand. Bijzondere zorg baart tenslotte dat we, terwijl de lasten tot schier maximale hoogte zijn opgevoerd, onze niet over matige reserves, zien wegslinken in ver ontrustend snel tempo. De weg der aanpassing is een doornige weg. En de mogelijkheden tot inperking van uitgaven en inkrimping van bemoei ingen) die o nmiddellijk wer kende en belangrijkeverla- g i n g van het budget tot gevolg hebben, zijn hier niet zoo talrijk. Tot moedeloosheid moge het sombere beeld dat ik u schetsen moest, u en mij intusschen niet brengen. De liefde tot onze goede stad moge ons prikkel zijn, tot het zoo goed mogelijk verrichten van de taak waartoe we ons eenmaal verbonden hebben, ook wanneer het besturen der gemeente onaangename plichten met zich brengt. Spr. wekt op tot het zooveel mogelijk eendrachtig arbeiden aan de belangen der gemeente. Voor de toekomst van onze stad, voor het welzijn van hare ingezetenen, voor de vruchtbaarheid van onze beraadslagin gen, veroorloof ik me, in deze eerste ver gadering van het jaar, Gods onmisbaren zegen in te roepen. (Applaus.) De heer Heemskerk dankt namens den Raad voor het door den voorzitter ge geven overzicht en de uitgesproken goede wenschen. Steeds heeft Spr., als hij' na mens den Raad het woord moest voeren, gestreefd om zóó te spreken, dat alle le den met zijn woorden konden instemmen. Gezien de moeilijke omstandigheden moet Spr. nu een persoonlijk woord spreken, al hoopt hij, dat allen het zullen kunnen aanhooren. De toestand is inderdaad somber. Maar dan moieten wij allen inzien, dat wij den uitnemenden voorzitter en het college van B. en W. te steunen hebben. Spr. hoopt, dat wij allen, als het moet, bereid zul len zijn op ons dierbare posten te bezui nigen, al zullen we de te nemen maatre gelen betreuren. Met blijdschap moeten we eigen inzicht weten op te offeren, ten einde den druk zoo dragelijk mogelijk te maken. (Applaus.) Ingekomen zijn o.a. de Koninklijke goedgekeurde winkelsluitingsverordening en de goedkeuring op de gemeente-be grooting 1934. De vragen van den heer Jeronimus over het aanbrengen van rioolaansluitin- gen, enz. uitsluitend door het gemeente- personeel, zullen aan het eind der verga dering worden besproken, tegelijk met de hierover ingekomen adressen. Naar aanleiding van de bebouwing van den hoek Meidoornlaan zegt dhr Jero nimus dat nu wel verlof voor bebou wing wordt verleend, nu de grond ge meente-eigendom is terwijl dit destijds is geweigerd, toen de grond in handen van particulieren was. Dhr Onderdijk antwoordt, dat men destijds >op dien particulieren grond wilde bouwen, maar zonder straataanleg. Nu is de straat inmiddels aangelegd. De commissaris van politie verzoekt ontslag als lid en voorzitter der verkeers- commissie. Dit wordt hem eervol ver leend met 1 Febr. a.s. Aan den conrector van het gymnasium wordt ook eervol ontslag verleend. Idem aan een leeraar aan de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs. In verband met de benoeming van een tijdelijk leeraar aan de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs vraagt dhr M o n- d e e 1 aan B. en W. om ook eens te den ken aan de jonge onderwijskrachten, die niet aan den slag kunnen komen. Men benoemt nu menschen die reeds een volle dagtaak hebben. Weth. Boas son zegt overweging toe. Mevr. W e ij 1 zegt, dat voor dit onder wijs ervaren leerkrachten noodig zijn. Dhrn Paul en den Hollander steunen het idee-Mondeel. Opgemerkt wordt, dat de heer Rozen- daal maar voor drie maanden wordt be noemd. De Raad is dan weer geheel vrij. Tot lid van het bestuur der Godshuizen wordt benoemd de heer A. van Westree- nen met alg. st. Tot lid van het Burg. Armbestuur de heer C. Verwaal met 16 st. tegen 1 st. op dhr J. I. Janse. Tot tijdelijk leeraar aan de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs wordt dhr F. A. Rosendaal benoemd. De wijziging van de verordening tot Toen we de ziekenkamer weer binnen traden, was baby juist wakker geworden en w'as Connie er in geslaagd een arm onder haar te schuiven om haar te sus sen, want ze huilde. HOOFDSTUK VI. Langzamerhand werd het lente. Toen ik op zekeren morgen eens een wandeling maalkte, ontdekte ik plotseling onder de heg een sleutelbloem, een nietig, zwak plantje, met 'blaadjes, die het ternauwer nood konden 'beschermen voor de vorst. Het zou nooit in mij opgekomen zijn, om het weg te nemen, als ik niet een ziek kind thuis 'had. Met mijn vingers groef ik het plantje uit, en droeg 'het, met een kluit aarde er aan, om 'het plantje in leven te 'houden, naar huis, naar mijn ziek kind. „Kpk eens 'Connie, wat ik voor je heb meegebracht", zeide ik. „Een presentje van moeder natuur aan mijn zieke meisje". Ze stak haar ver magerde, doorschijnende handjes uit, en hield bet plantje vast als een grooten schat, het koesterend met strelenden blik. Zooals ze daar lag, met 'het nietige plantje in de 'holte van haar opgeheven handen, was ze net een lief, oud Engelsoh plaatje. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5