Uit de Provincie.
HET ADRES
A. WILKING
Het Vrouwenhoekje
CENTRA
Dammen
Voor de jeugd.
EEF
Nede
MAAND/
Db nieuwe uitrusting der Marechaussee.
Over de nieuwe uitrusting der Kon.
Marechaussee in Brabant en Zeeland weet
het Dagbl. van N.-Br. het volgende mee
te deelen:
In de le Divisie (Noordbrabant en Zee
land behoudens de Noordelijke eilanden)
zullen op eenige tactische punten motoren
met zijspan (Harley Davidson) gestation-
neerd worden, n.l. te Terneuzen, Vlissin-
gen, Steenbergen, Gilze-Rijen, Eindhoven
en Oirschot.
Met deze motorrijwielen is men zeer in
genomen. Men had ze al veel eerder
dienen te hebben. Het verleent een veel
snellere bewegingsmogelijkheid, hetgeen
in den tegenwoordigen tijd bij het op
sporen van strafbare feiten, het achter
halen van delinquenten enz. noodzake
lijk is.
Wat de voorziening van het Wapen
met lichte mitrailleurs betreft: dit is een
preventieve maatregel. Men hoopt ze nooit
behoeven te gebruiken, doch men heeft
door de feiten geleerd, dat het noodig
is, dat de Kon. Marechaussée over vol
doende bewapening beschikt, om bij ge
beurlijkheden op alles berekend te zijn.
De mitrailleurs zijn van het draagbare
type M 20.
Aan de Ie Divisie worden 20 mitrail
leurs toegevoegd, die op de vier districts
hoofdplaatsen: Den Bosch, Eindhoven,
Breda en Vlissingen worden gestation-
neerd.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
BRIEVEN OVER OPVOEDING.
124.
Eerlijk wezenl
Het is, of dat in onze dagen nog moei
lijker is dan in vroeger tijd. Althans, zoo
schijnt het wel.
Komt dat ook al door de droeve crisis
omstandigheden
Zeker is, dat alle mogelijke middelen
moeten worden aangegrepen door velen,
om nog eens eenig voordeel te behalen.
Maar even zeker is, dat we toch echt
eerlijk moeten blijven
Zeker is ook, dat duizend en nog één
der maatregelen en wettelijke bepalingen
et vele menschen moeilijk maken. En
de kansen hoe langer hoe geringer wor
den, eens een extraatje te verdienen. Wa:t
zeg ik Het noodige en het onontbeer
lijke te verdienen
En toch blijft klemmen de eisch eer
lijk wezen I
Een eisah, niet alleen door menschen
gesteld Dat zegt nog meer I
Laten we dan toch beginnen hij het be
gin. En onze kinderen al vroeg en tel
kens weer het voorhouden wees eerlijk!
Vóór alles en boven alles en bij alles
wees eerlijk
Of onze kinderen dat dan ook al noo
dig 'hebben En of 1
Sla ze gade bij hun spelletjes en zie de
gevaren, om eens eventjes niet eerlijk te
zijn en zóó een voordeeltje te behalen
Och, die verleiding kan zoo sterk zijn.
En de oneerlijkheid zoo'n kleine kleinig
heid. Dan reeds moet het diep in het
hartje leven eerlijk zijn
Ja, ook omdat „eerlijk het langste
duurt!" Maar daarom niet alleen. En
daarom niet in de eerste plaats. Eerlijk
zijn, omdat het zóó alleen goed is om
dat het niet anders mag omdat al het
andere oneerlijk zou zijn, dat is, „zonde".
En of dat nu bij knikkeren is, of bij
hoepelen, of bij 'touwtje springen, of bij
ver-springen dat doet er niet toe. Eer
lijk moeten ze zijn. Op elkander moeten ze
kunnen vertrouwen. En wij als ouders en
ouderen moeten dat aankweeken en ster
ken en aanmoedigen. Het is noodig
Let er op, als uw kinderen de-suiker
pot voor u uit de keuken mogen halen. Of
als ze 'het ik'oekjestrommeltje uit de kast
in de achterkamer bij u mogen brengen.
Of wanneer ze de schotels aardbeden in
den kelder mogen gaan zetten.
Ja, ja, dat piogen ze allemaal gerust
doen. En ge moet ze ook niet 'gaan wan
trouwen. Of met argusoogen nakijken. Of
laten merken, dat ge eigenlijk bang zijt,
dat ze ongevraagd wat nemen zullen.
Maar toch moet ge goed weten, wat ze
doen. Oe moet ze uw vertrouwen schen
ken, en tochmoet ge oppassen, dat
u niets ontgaat.
En als ze dan toch niet eerlijk zijn? Zeg
dan, dat het je eng spijt, maar dat ge een
volgende keer zélf koekjes of aardbeien
zult moeten halen of wegzetten. Tenzij
ze weer vertrouwen waardig zijn en dat
ook willen toonen. Zoo leeren uw kinde
ren zichzelf beheersc'hen. Zoo leeren ze
het verkeerde verfoeien. Zoo kunnen ze
hun wilsleven ten goede sterken. Zoo
voedt ge ze op.
Eerlijk wezen. Wa't is1 dat moeilijk.
Voor groote menschen en voor kinderen.
En dan is het niet genoeg, te bedenken
God ziet ons altijd! Daar moet ook een
lust in het hart bij komen, om het goede
lief te hebben en het kwade te haten. Ook
als dat kwade ons voordeel kan bezorgen.
Dat laatste maakt het juist nog moei
lijker, ook voor kinderen.
Geven wij als ouders wel altijd het
goede voorbeeld In onze woorden en
in onze daden Aan tafel en in de werk
plaats en in koopen en verkoopen en in
handel en bedrijf Tegenover onszelf en
tegenover anderen En keuren wij wel
elk, maar dan ook elk oneerlijk zijn on
voorwaardelijk af Lijden wij dan liever
nog schade en ongelijk
Wat is dat imooilijk I En toch zoo noo
dig en goed I
OPVOEDER.
„Huishouding van Nu."
Op 16 November 1934 is in aanwezig
heid van den Minister van Sociale Zaken
de „Commissie inzake huishoudelijke
voorlichting" geïnstalleerd.
De commissie heeft tot taak om, nu in
breede kringen der 'bevolking, en niet het
minst in die der arbeiders, het inkomen
daalt, de huisvrouwen te doen inzien, dat
het vaak mogelijk is haar geld doelmati
ger te besteden.
Dit doel kan bereikt worden door de
huisvrouwen het voordeelige huis
houden te leeren; haar te wijzen op die
dingen, waarop in het huishouden bezui
nigd kan worden; haar aan te toonen
hoe met weinig geld een smakelijke en
tevens voedzame maaltijd 'bereid kan wor
den, opdat niet door onkunde op dit ge
bied d'e warme maaltijd steeds meer plaats
gaat maken voor 'broodvoeding, waaraan
ernstige bezwaren zijn verbonden.
Een mogelijkheid tot bezuiniging ligt
vooral in meerdere 'kennis op alle huis
houdelijk gebied, zooals koken, naaien,
verstellen, haken, breien, wasschen, strij
ken enz.
Bij het 'beoogen van dit doel moet in
de eerste plaats gezocht worden naar een
middel om zooveel mogelijk huisvrouwen
te bereiken. Dit middel meent de com
missie in de uitgave van een eigen
maandblad „Huishouding van nu" te heb
ben gevonden.
Wij ontvingen het eerste nummer van
dit eenvoudige en aantrekkelijke tijd
schrift en troffen daarin aan de rubrie
ken: Recepten, Warenkennis, Waschbe-
handeling en strijken, Naaien en verstel
len, Breien en haken, Woninginrichting,
Kinderverzorging, Algemeene hygiëne,
ziekenververpleging in eigen huis en
eerste hulp bij ongelukken, Huisvlijt, Hui
selijke feestjes en Bloemen en planten.
De prijs van dit 'keurig uitgevoerde tijd
schrift is, in overeenstemming met het
doel, zeer laag gehouden (f 0.75 p. jaar),
terwijl deze prijs nog lager is wanneer
vereenigingen voor haar leden abonne
menten nemen tot een totaal van mins
tens 25 ex.
Men vrage een proefnummer aan aan
het adres H. van der March's Uitgevers-
Mij., Rokin 88, Amsterdam.
Ingezonden Mededeeling,
Maandblad voor het gezin.
Bij Uw bestelling pakken we het in,
Aanbevelend'
Uw Kruidenier.
Als zich een gast aankondigt.
Van oudsher geldt in Holland de ge
woonte, om te 'beginnen met. 1 Januari,
het inmaakvat van snijboonen aan te bre
ken. Het is dus te verwachten, dat in deze
maand en de daarop volgende zelfs wel
tot einde April toe het menu af en
toe met deze mogelijkheid in de groente
keus rekening zal houden.
We eten op zoo'n dag dus ingelegde
snijboonen, en dat wel gewoonlijk op de
meest bekende en ook de meest eenvoudige
manier, n.l. in den vorm van een stamp
pot, waarin behalve de snijboonen en de
aardappelen, meestal ook witte boon-en
en rookworst worden gekookt.
Daarmee zijn we in gewone gevallen best
tevreden. (Maar nu treft het b.v. zoo,
dat zich op den voor „snijboonen" bestem
den dag een 'gast aankondigt: is het dan
noodig, om geheel van keus te veranderen?
Dat is niet noodig.
We laten in dat geval 'bet stamppot
type in den steek en we vervangen het
door een schaal groente snijboonen
met boonen een schaal aardappelpurée
en een vleascbschotel met rookworst.
Zou tegelijkertijd de wemsch opkomen,
om terwille van den gast, aan den maal
tijd wat meer uitbreiding te geven, dan
zou aan bovengenoemd hoofdgerecht een
opwekkend soepje kunnen voorafgaan en
we zouden het geïmproviseerde „dinéetje"
kunnen besluiten met een friscb nage
recht een griesmeelpudding met bes-
sensapsaus b.v. dat na het vrij zware
hoofdgerecht een goed effect zal maken.
Voelt men minder voor een zoete toe
spijs, dan zou men na de snijboonen
combinatie een groente-slaatje kunnen op
dienen, terwijl dan het eigenlijke slot ge
vonden zou kunnen worden in wat fruit.
Snijboonen met witte boo
nen (4 personen), Vi kg, ingemaakte
snijboonen 500 gr. (1 pond) witte boonen,
00 gr. (3 afgestreken eetlepels) boter, 4
theelepeltjes Maggi's Aroma.
Zet de snijboonen op in ruim kokend
water en verversch dit telkens (na V« u.
b.v.), tot de boonen gaar zijn en tege
lijkertijd hun te zouten smaak verloren
hebben (gewoonlijk in 't geheel lVa uur
koken).
Zet tegelijk met de snijboonen in een
tweede pan de witte boonen op, liefst
nadat ze eerst een nacht geweekt 'hebben.
Laat zo op een zacht vuur gaar worden,
zoadat ze goed héél blijven.
Laat de snijboonen op een vergiet uit
lekken, breng ze weer over in de pan en
schep er met een schuimspaan de witte
boonen bij. Laat beide met de boter een
oogemblik stoven en roer er vóór het op
doen de Maggi's Aroma door.
Wintersla (4 personen)4 struik
jes Brusselsch lof, 1 middelmatig groote
winterwortel, 1 kleine selderijknol, 4 lepels
slaolie, 2 lepels azijn of citroensap, 1 thee
lepeltje mosterd, snuifje peper en zout, 2
theelepels Maggi's Aroma, 1 preitje, 1
hardgekookt ei.
Maa'k het lof schoon, snipper het zoo
fijn mogelijk en wasch het tot het volko
men zandvrij is. Schrap de wortel en trek
er met een sambalsciraafje dunne draden
van (of rasp ze eenvoudig). Schil de sel-
derijiknol en snijd er dunne staafjes van.
Droog alle groenten na het wasschen in
een schoonen doek goed af.
Wrijf het hardgekookte ei fijn, voeg er
het fijngesnipperde preitje bij, strooi er
wat peper en zout op en roer er den mos
terd en de Maggi's Aroma door. Meng dan
alles door elkaar met de olie en den azijn.
Maak in den slabak de droge sla met
het sausje aan; garneer desverkiezende de
sla nog met plakjes of partjes hardge
kookte ei.
Eenige wenken.
Zeer verwaasloosd koper kan men spoe
dig schoon krijgen door het met een doek,
gedrenkt in 'n oplossing van zout en azijn
(ongeveer gelijke deelen) en met behulp
van wat fijn wit schuurzand, af te schu
ren. Als het droog is poetst men het koper
met een van de bekende poetsmiddelen.
Het heeft dan zijn oorspronkelijke kleur
weer terug.
Een flanellen lap, gedrenkt in warm
bier, is een prachtig middel om een dikke
laag vuil van stof te verwijderen van onze
eikenhouten meubelen, Dan nawrijven met
een schoonen flanellen doek, gedoopt in
gekookte lijnolie, waarna men de meube
len met een zachten stofdoek opwrijft.
Schimmelvlekken op leer verdwijnen
door de inwerking Van ammoniakdamp.
Men kan dit doen door het beschimmelde
voorwerp hoven een schoteltje met ver
warmde ammonia te houden.
Gemorste lakvlek'ken op tafelkleeden
enz., moeten zoo veel mogelijk eerst wor
den afgebroken. Wat daarna nog over is,
kan met eau d'e cologne of spiritus wor
den weggewreven.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mens, Westerstr.
221, Amsterdam.
Oplossing probleem 382.
Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom.
Stand.
Zwart 14 sch. op: 6/8, 10, 12, 13, 16,
20, 23, 24, 28/30 en 32.
Wit 14 sch. op: 17, 21, 26, 27, 35, 38,
39, 41, 43/46, 48 en 49.
Oplossing.
Wit: 38—33 39—34 35—30 43—39
48—42 27X9 9—i 4X31 26X17.
Zwart: 29X38 30X50 24X35 50X33
38X36 16X27 12X21 36X27.
Oplossing probleem 383
Auteur: D. Bosma, Amsterdam.
Stand.
Zwart 11 sch. op: 6/9, 11, 19, 20, 23,
30, 34, en 36.
Wit 10 soh. op: 17, 22, 28, 32, 37, 39,
43, 45, 47, en 50.
Oplossing.
Wit: 37—31 22—18 18X40 50—44
45X1.
Zwart: 36X49 11X44 44X35 49X40.
Oplossing probleem 384.
Auteur: G. W. Spittuler, Amsterdam.
Stand.
Zwart 10 sch. op: 2, 4, 6/9, 15, 20, 26,
36 en dam op 25.
Wit 13 soh. op: 17, 18, 21, 22, 24, 27,
29, 35, 37, 39, 42, 43 en 4-7.
Oplossing.
Wit: 39—33 17—11 27—22 47—41
2g23 23 X1
Zwart: 25 X48 6 X 39 of 26X39 26X28
36X38 48X30.
Oplossing probleem 385.
Auteur: J. Daane, Zout elan de.
Stand.
Zwart 9 sch. op: 4, 8/10, 13, 17/19
en 31.
Wit 9 sch. op: 27, 28, 30, 34, 36, 38,
42, 48 en 49.
Oplossing.
Wit: 28—22 30—24 48—43 88—32
32X5 5—37 86X0 49—43.
Zwart: 17X28 10X39 80X27 81X22
87—42 42X81 4X18,
Oplossing probleem 386.
Auteur: C. P. v. Boven, Bergen op Zoom.
Stand.
Zwart 0 sch. op: 8, 6/9, 12, 15, 25
en 27.
Wit 10 sch. op: 14, 10, 18, 19, 23, 29,
35, 37, 38 en 47.
Oplossing.
Wit: 16—11 18—13 37—31 47—41 19
—13 13X4.
Zwart: 6X17 gedw. 9X18 gedw. 27
X32 36 X47 47 X 9.
Goede oplossingen.
Ontvangen van: S. Blaas, S. Bosselaar,
D. Hugense, M. Matthijsse, A. Willemse,
Aagtekerke; J. de Visser, Westkapelle; J.
Scheele, nrs 382/384, 386, Zaamslag; D.
de Hullu, 382, 383, 385, 386, Oostburg; J.
Almekinders Jr. nrs 382, 383, 385, 386,
Sluis; J. Daane, Zoutelande; A. Braamse,
nrs 382/385, P. Boone, Nieuwdorp.
Onze prijzen.
D'e prijs over het 4e kwartaal 1934
werd gewonnen door J. Almekinders Jr.,
Oostburg. Aan den winnaar wordt ver
zocht zijn verlangen kenbaar te maken,
teneinde hem den prijs te kunnen toe
zenden.
Probleem 390.
Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom.
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Zwart 9 sch. op: 4, 7, 9, 12, 13, 16, 17,
19 en 37.
Wit 9 sch. op: 20, 21, 24, 26, 28, 30,
39, 43, en 47.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Jan.-problemen vóór 5 Febr. in te zen
den aan bovenstaand adres.
Correspondentie.
J. A. te S. Het toegezonden probleem
is niet correct.
Beste Nichtjes en Neefjes!»
De raadsels zijn weer klaar en nu zal
ik eerst maar eens aan den brief begin
nen. Bij jullie zal het wel net net an
dersom gaan, eerst de brief lezen en dan
de raadsels, of niet?
Voor de liefhebbers van de ijssport
vind ik het echt jammer dat hun ijswen-
sc'hen nog steeds niet in vervulling zijn ge
gaan. Eén weekje ijs in een heele winter
is niet veel, en als het er dan zooals nu
naar uit ziet dat er wel niets meer van
zal komen, is dat toch wel een teleurstel
ling. En dat terwijl het in andere landen
zoo heel erg vriest. 54 graden onder nul,
brr, dan heb ik toch nog liever een kwak-
kelwinter. En de menschen die niet al
leen over „de slechte tijden praten" maar
ook werkelijk weten wat dat beteekent
zullen het wel met me eens zijn. Want wie
niet in staat is warme kleeding te koopen,
verlangt niet naar sneeuw en ijs.
Dus nu maar niet te veel gemopperd,
ook als er heel geen ijs komt, daar dit
voor heel veel menschen een uitkomst be
teekent.
Hier volgen de prijsraadsels.
I. Voor grooteren.
Het geheel bestaat uit 67 letters.
Onze 28. 17. 41. 52. 'heeft slechts zes
en twintig 2. 6. 46. 39. 23. 30. 8.
De 55. 12. 23. 36. 51. 54. 26. 27. 18. en
de 42. 1. 33. 53. 11. 61. 16. 13. 65. 49. 10.
hadden altijd ruzie.
33. 24. 2. 7. 48. 58. 44. 35. 42. was een
groot dichter.
64. 5. 15. 33. 21. 45. 50. 19. was een
beroemd schilder.
15. 13. 67. 43. 22. 34. 9. 50. 24. is een
bekend staatsman.
Een 1. 47. 34. 31. 38. is een leerboek.
29. 59. 63. 3. 25. 5. 40. 52. 62. 18. 7.
is een mooie streek in ons land
Een 20. 4. 16. 54. 26. 56. bevat water.
's Morgen® hangt er vaak een 14. 66.
31. 60. over bet land.
57. 45. 32. 37. 6. 10. moet men vrien
delijk ontvangen.
II. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 28 letters.
De laatste tijd kan het soms erg 5. 18.
24. 4. 17. 22. 8.
12. 5. 16. 10. 14 is heel mooi.
Een 9. 16. 5. 28 is een muziekinstru
ment.
1. 27. 3. 23. 5 wordt op de boerderij
vervaardigd.
Lekkers moeten de kinderen 26. 6. 2.
21. 19. 8.
Arme menschen zie je vaak 1. 7. 15. 25.
11. 13. 20.
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DOLLIEI
RU EN ZIJN VRIEND.
XXI.
Met een sprong pioneten alle vijf de
jongens in het zooeven nog onbewogen
water, dat hoog opspatte en in steeds
wijder kring in beweging werd gebracht,
Even bleven zij onderj toen kwamen
hier en daar de laohende en proestende
jongenshoofden weer boven.
Alle klaöhten van: „Oef, wat is het
warm!" waren vergoten; ook de vraag of
het wel mocht. Zo sloegen met armen en
boenen, sprongen en buitelden over elkaar
heen, gooiden de anderen met water en
klommen weer op den kant om nog eens
den sprong te doen.
Het zou niet mogen? Wie had dat ge
zegd? De oude boer zeker, die zelf niet
zwemmen kon. Nee, daar stoorden de jon
gens zich niet aan en weer doken ze on
der, genieten wilden ze van dit heerlijk
frissche bad, en heel stil lieten ze zich
drijven het gezicht naar de zon gekeerd.,.
Hein-was bet die bet plan opperde ook
eens het hutje aan het eind van het
meertje in te gaan, het was wel dicht
begroeit, maar ze waren er nog nooit ge
weest, wie weet wat er voor moois te zien
was.
Daan was niet meegegaan, hij had geen
zin om door die wildernis te kruipen, en
't was waar, door de dichte plantengroei
liepen de jongens niet weinig striemen en
schrammen op en tot groote pret van allen
zat er telkens een met zijn teenen in de
waterplanten verward.
Alleen stond Ru even na drieën op het
schoolplein, dat lag te blakeren in de hee-
te zonneschijn. Kinderen waren er ner
gens te zien, de jongens nu ook niet; na
tuurlijk niet, die waren nu fijn aan het
zwemmen in het meertje. Hè, wat zou het
daar nu lekker koel zijn. Ru kon maar
weer hier blijven, hij mocht ook nooit
wat. Eerst had hij er nog over gedacht
het toch nog aan vader te vragen, maar
hij wist vooruit welk antwoord hij van
vader zou krijgen, nee, dat zou hem niets
helpen.
Langzaam ging hij den weg naar den
buitenkant van het dorp op. Zou hij naar
Jan gaan? Die zou het ook wel warm heb
ben. Nee, daar had hij nu toch geen zin
in en steeds dichter kwam hij bij het weg
getje naar het meertje, er niet aan den
kend, dat, hoe dichter hij bij het water
kwam, de verleiding grooter zou worden.
Aan het begin van het weggetje in de
schaduw van de hoornen bleef Ru even
zitten. Wat had hij het toch heetl Maar
hier was het toch wel iets koeler.
Een doodsche stilte heerschte overal,
slechts nu en dan was er het geroep van
een vogel, verder niets. Langzaam gleed
Ru achterover in het gras, hij sloot zijn
oogen, maar toen, wat hoorde hij daar?
Droomde hij nu of was het werkelijkheid?
Ru durfde zich niet bewegen; ja, daar
had je het weer! Het leek wel hulpgeroep,
maar waar kon dat nu vandaan komen?
Toen, ineens, flitste het door hem heen,
natuurlijk van het meertje, het gevaar
lijke meertje, waar de jongens aan het
zwemmen waren. O, daar was natuurlijk
iets gebeurd. Ru luisterde niet langer,
maar holde het weggetje in. Hoe dichter
hij bij het meertje kwam des te duidelij
ker klonk het; hoor, daar was het weerl
Ru kon het nu duidelijk verstaan: help!
helpl"
Stijf hield Ru z'n handen voor de ooren.
Hij wilde het niet langer meer hooren dat
akelige geroep; o, als hij nu eens te laat
kwam!
Hijgend van het harde loopen bereikte
hij eindelijk de laatste bocht. Nog een paar
stappen, toen was hij aan de open plek
waar het meertje lag. Dwars door het
struikgewas baande hij zich een weg. Hij
gunde zich geen tijd om eerst naar het
vlondertje te gaan.
Kalm lag het water en onbewogen; in
het midden ervan spartelde een jongen.
Ru zag het hoofd en de armen, die wild
door het water sloegen en weer hoorde hij
de angstkreet: „helpl help!"
Het was Daan.
Ru's knieën trilden van schrik en het
harde loopen, z'n hart bonsde tegen zijn
keel, het zweet gutste van zijn voorhoofd.
Zonder zich ook maar een oogenblik te
bedenken, sprong hij in het water.
Even ging hij onder, het was of hij
naar beneden getrokken werd, maar Ru
zwom en het ging weer. De afstand naar
Daan door het water viel nog tegen, tel
kens keek Ru angstig of hij het hoofd
nog zag, ja gelukkig, het was er nog; zou
hij op tijd komen?
Hoe verder de jongens in het beekje
tuschen het struikgewas doordrongen des
te meer spijt ze hadden niets te hebben
meegenomen, waar ze de planten in kon
den doen, zulk prachtige waren er bij. In
ieder geval waren ze het allen met elkaar
eens, dit tochtje nog eens gauw over te
doen, en dan zouden ze trommels bij zich
hebben om de mooiste plantjes in mee te
nemen.
Jaap was de eerste, die iets meende te
booren. „Wees jullie eens stil, 't is net
of ik hoor roepen; bet zal de boer toch
niet zijn?"
„Zeur niet, jo", zei Hein, „wat zou die
hier moeten doen? Hij vindt het veel te
warm om zoo'n eind te loopen".
Toch bleven de anderen onwillekeurig
even luisteren; ja, nu meenden zij toch
óók iets te hooren, maar waar kwam het
vandaan?
Dries, een stuk achter bij de jongens,
had het ook geboord. „Kom", gebaarde hij
de jongens, en ging zelf zoo vlug hij kon
terug. „Kom, het is Daan die roept".
Hein, die juist in een ondiep gedeelte
stond, stampte met zijn voet op den grond
dat het water hoog opspatte. „Zou Daan
dan toch?" toen ging hij met de overige
jongens achter Dries aan.
(Wordt vervolgd.)
Uitg.: NA
Emergo" t
Bare
Poötl
Bijkantoor
Directe
Dit nu:
EET
Hoe onzd
Aan
polsky te
Groote Gli]
Club, weli
tal leden,
scheepvaail
wezen, we]
ter-preside
dag gesprd
nen wij d|
om onze ir
hoogen?
Dhr GoliJ
te leggen,
hooging va
en niet ave
aanpassing
Overbruggq
een oever,
herstel vaJ
terugkeer tl
en in dezer]
loof.
Spr. ging
het karakte
op het oog|
Hierbij
aan de ge]
moet voora
aan de bel
gingen, op]
ce3 van de]
reeds vóór
In den
toonde Spr|
laatste helf
economie
cnttvikkelir
gebieden,
kapitaal, ir
sche werkk
Gewezen
welk land
1900 nauw]
ductie in
taalindustrj
chemische
de textielni;
den.
Het geve
stand is
het econc
deelen in
vloed, waar
de leidende
economie,
dan zichzl
natwnalism\
Komende!
lijn Nederig
aan, dat wa
1913, Nede
treft, een
andere land
wanneer wl
de achteruilf
geweest daq
de landen,
lager peil.
Wanneer I
doen om in|
verbetering
hoofdzaak
gezien van
die ik eiker
vang van ml
leen de crisf
geheele wer
drie middel]
len, n.l. pr<j
drijfsleven
Ten aanr
dr Colijn, dj
aan de thar
politiek.
Reeds nu|
met andere
geeft, dat he
goederenverl
deinst voor!
zou voor di|
die bescher
Spr. is de|
hands, of set
dering moet]
meene regel]
gepast werd|
stelsel van
Een twee|
nagenoeg dc
is de erdet
doe den gel
vroeg tot
niets ander]
te veel. Ik