Uit de Provincie. HET ADRES A. WILKING Het Vrouwenhoekje CENTRA Dammen Voor de jeugd. EEF Nede MAAND/ Db nieuwe uitrusting der Marechaussee. Over de nieuwe uitrusting der Kon. Marechaussee in Brabant en Zeeland weet het Dagbl. van N.-Br. het volgende mee te deelen: In de le Divisie (Noordbrabant en Zee land behoudens de Noordelijke eilanden) zullen op eenige tactische punten motoren met zijspan (Harley Davidson) gestation- neerd worden, n.l. te Terneuzen, Vlissin- gen, Steenbergen, Gilze-Rijen, Eindhoven en Oirschot. Met deze motorrijwielen is men zeer in genomen. Men had ze al veel eerder dienen te hebben. Het verleent een veel snellere bewegingsmogelijkheid, hetgeen in den tegenwoordigen tijd bij het op sporen van strafbare feiten, het achter halen van delinquenten enz. noodzake lijk is. Wat de voorziening van het Wapen met lichte mitrailleurs betreft: dit is een preventieve maatregel. Men hoopt ze nooit behoeven te gebruiken, doch men heeft door de feiten geleerd, dat het noodig is, dat de Kon. Marechaussée over vol doende bewapening beschikt, om bij ge beurlijkheden op alles berekend te zijn. De mitrailleurs zijn van het draagbare type M 20. Aan de Ie Divisie worden 20 mitrail leurs toegevoegd, die op de vier districts hoofdplaatsen: Den Bosch, Eindhoven, Breda en Vlissingen worden gestation- neerd. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST BRIEVEN OVER OPVOEDING. 124. Eerlijk wezenl Het is, of dat in onze dagen nog moei lijker is dan in vroeger tijd. Althans, zoo schijnt het wel. Komt dat ook al door de droeve crisis omstandigheden Zeker is, dat alle mogelijke middelen moeten worden aangegrepen door velen, om nog eens eenig voordeel te behalen. Maar even zeker is, dat we toch echt eerlijk moeten blijven Zeker is ook, dat duizend en nog één der maatregelen en wettelijke bepalingen et vele menschen moeilijk maken. En de kansen hoe langer hoe geringer wor den, eens een extraatje te verdienen. Wa:t zeg ik Het noodige en het onontbeer lijke te verdienen En toch blijft klemmen de eisch eer lijk wezen I Een eisah, niet alleen door menschen gesteld Dat zegt nog meer I Laten we dan toch beginnen hij het be gin. En onze kinderen al vroeg en tel kens weer het voorhouden wees eerlijk! Vóór alles en boven alles en bij alles wees eerlijk Of onze kinderen dat dan ook al noo dig 'hebben En of 1 Sla ze gade bij hun spelletjes en zie de gevaren, om eens eventjes niet eerlijk te zijn en zóó een voordeeltje te behalen Och, die verleiding kan zoo sterk zijn. En de oneerlijkheid zoo'n kleine kleinig heid. Dan reeds moet het diep in het hartje leven eerlijk zijn Ja, ook omdat „eerlijk het langste duurt!" Maar daarom niet alleen. En daarom niet in de eerste plaats. Eerlijk zijn, omdat het zóó alleen goed is om dat het niet anders mag omdat al het andere oneerlijk zou zijn, dat is, „zonde". En of dat nu bij knikkeren is, of bij hoepelen, of bij 'touwtje springen, of bij ver-springen dat doet er niet toe. Eer lijk moeten ze zijn. Op elkander moeten ze kunnen vertrouwen. En wij als ouders en ouderen moeten dat aankweeken en ster ken en aanmoedigen. Het is noodig Let er op, als uw kinderen de-suiker pot voor u uit de keuken mogen halen. Of als ze 'het ik'oekjestrommeltje uit de kast in de achterkamer bij u mogen brengen. Of wanneer ze de schotels aardbeden in den kelder mogen gaan zetten. Ja, ja, dat piogen ze allemaal gerust doen. En ge moet ze ook niet 'gaan wan trouwen. Of met argusoogen nakijken. Of laten merken, dat ge eigenlijk bang zijt, dat ze ongevraagd wat nemen zullen. Maar toch moet ge goed weten, wat ze doen. Oe moet ze uw vertrouwen schen ken, en tochmoet ge oppassen, dat u niets ontgaat. En als ze dan toch niet eerlijk zijn? Zeg dan, dat het je eng spijt, maar dat ge een volgende keer zélf koekjes of aardbeien zult moeten halen of wegzetten. Tenzij ze weer vertrouwen waardig zijn en dat ook willen toonen. Zoo leeren uw kinde ren zichzelf beheersc'hen. Zoo leeren ze het verkeerde verfoeien. Zoo kunnen ze hun wilsleven ten goede sterken. Zoo voedt ge ze op. Eerlijk wezen. Wa't is1 dat moeilijk. Voor groote menschen en voor kinderen. En dan is het niet genoeg, te bedenken God ziet ons altijd! Daar moet ook een lust in het hart bij komen, om het goede lief te hebben en het kwade te haten. Ook als dat kwade ons voordeel kan bezorgen. Dat laatste maakt het juist nog moei lijker, ook voor kinderen. Geven wij als ouders wel altijd het goede voorbeeld In onze woorden en in onze daden Aan tafel en in de werk plaats en in koopen en verkoopen en in handel en bedrijf Tegenover onszelf en tegenover anderen En keuren wij wel elk, maar dan ook elk oneerlijk zijn on voorwaardelijk af Lijden wij dan liever nog schade en ongelijk Wat is dat imooilijk I En toch zoo noo dig en goed I OPVOEDER. „Huishouding van Nu." Op 16 November 1934 is in aanwezig heid van den Minister van Sociale Zaken de „Commissie inzake huishoudelijke voorlichting" geïnstalleerd. De commissie heeft tot taak om, nu in breede kringen der 'bevolking, en niet het minst in die der arbeiders, het inkomen daalt, de huisvrouwen te doen inzien, dat het vaak mogelijk is haar geld doelmati ger te besteden. Dit doel kan bereikt worden door de huisvrouwen het voordeelige huis houden te leeren; haar te wijzen op die dingen, waarop in het huishouden bezui nigd kan worden; haar aan te toonen hoe met weinig geld een smakelijke en tevens voedzame maaltijd 'bereid kan wor den, opdat niet door onkunde op dit ge bied d'e warme maaltijd steeds meer plaats gaat maken voor 'broodvoeding, waaraan ernstige bezwaren zijn verbonden. Een mogelijkheid tot bezuiniging ligt vooral in meerdere 'kennis op alle huis houdelijk gebied, zooals koken, naaien, verstellen, haken, breien, wasschen, strij ken enz. Bij het 'beoogen van dit doel moet in de eerste plaats gezocht worden naar een middel om zooveel mogelijk huisvrouwen te bereiken. Dit middel meent de com missie in de uitgave van een eigen maandblad „Huishouding van nu" te heb ben gevonden. Wij ontvingen het eerste nummer van dit eenvoudige en aantrekkelijke tijd schrift en troffen daarin aan de rubrie ken: Recepten, Warenkennis, Waschbe- handeling en strijken, Naaien en verstel len, Breien en haken, Woninginrichting, Kinderverzorging, Algemeene hygiëne, ziekenververpleging in eigen huis en eerste hulp bij ongelukken, Huisvlijt, Hui selijke feestjes en Bloemen en planten. De prijs van dit 'keurig uitgevoerde tijd schrift is, in overeenstemming met het doel, zeer laag gehouden (f 0.75 p. jaar), terwijl deze prijs nog lager is wanneer vereenigingen voor haar leden abonne menten nemen tot een totaal van mins tens 25 ex. Men vrage een proefnummer aan aan het adres H. van der March's Uitgevers- Mij., Rokin 88, Amsterdam. Ingezonden Mededeeling, Maandblad voor het gezin. Bij Uw bestelling pakken we het in, Aanbevelend' Uw Kruidenier. Als zich een gast aankondigt. Van oudsher geldt in Holland de ge woonte, om te 'beginnen met. 1 Januari, het inmaakvat van snijboonen aan te bre ken. Het is dus te verwachten, dat in deze maand en de daarop volgende zelfs wel tot einde April toe het menu af en toe met deze mogelijkheid in de groente keus rekening zal houden. We eten op zoo'n dag dus ingelegde snijboonen, en dat wel gewoonlijk op de meest bekende en ook de meest eenvoudige manier, n.l. in den vorm van een stamp pot, waarin behalve de snijboonen en de aardappelen, meestal ook witte boon-en en rookworst worden gekookt. Daarmee zijn we in gewone gevallen best tevreden. (Maar nu treft het b.v. zoo, dat zich op den voor „snijboonen" bestem den dag een 'gast aankondigt: is het dan noodig, om geheel van keus te veranderen? Dat is niet noodig. We laten in dat geval 'bet stamppot type in den steek en we vervangen het door een schaal groente snijboonen met boonen een schaal aardappelpurée en een vleascbschotel met rookworst. Zou tegelijkertijd de wemsch opkomen, om terwille van den gast, aan den maal tijd wat meer uitbreiding te geven, dan zou aan bovengenoemd hoofdgerecht een opwekkend soepje kunnen voorafgaan en we zouden het geïmproviseerde „dinéetje" kunnen besluiten met een friscb nage recht een griesmeelpudding met bes- sensapsaus b.v. dat na het vrij zware hoofdgerecht een goed effect zal maken. Voelt men minder voor een zoete toe spijs, dan zou men na de snijboonen combinatie een groente-slaatje kunnen op dienen, terwijl dan het eigenlijke slot ge vonden zou kunnen worden in wat fruit. Snijboonen met witte boo nen (4 personen), Vi kg, ingemaakte snijboonen 500 gr. (1 pond) witte boonen, 00 gr. (3 afgestreken eetlepels) boter, 4 theelepeltjes Maggi's Aroma. Zet de snijboonen op in ruim kokend water en verversch dit telkens (na V« u. b.v.), tot de boonen gaar zijn en tege lijkertijd hun te zouten smaak verloren hebben (gewoonlijk in 't geheel lVa uur koken). Zet tegelijk met de snijboonen in een tweede pan de witte boonen op, liefst nadat ze eerst een nacht geweekt 'hebben. Laat zo op een zacht vuur gaar worden, zoadat ze goed héél blijven. Laat de snijboonen op een vergiet uit lekken, breng ze weer over in de pan en schep er met een schuimspaan de witte boonen bij. Laat beide met de boter een oogemblik stoven en roer er vóór het op doen de Maggi's Aroma door. Wintersla (4 personen)4 struik jes Brusselsch lof, 1 middelmatig groote winterwortel, 1 kleine selderijknol, 4 lepels slaolie, 2 lepels azijn of citroensap, 1 thee lepeltje mosterd, snuifje peper en zout, 2 theelepels Maggi's Aroma, 1 preitje, 1 hardgekookt ei. Maa'k het lof schoon, snipper het zoo fijn mogelijk en wasch het tot het volko men zandvrij is. Schrap de wortel en trek er met een sambalsciraafje dunne draden van (of rasp ze eenvoudig). Schil de sel- derijiknol en snijd er dunne staafjes van. Droog alle groenten na het wasschen in een schoonen doek goed af. Wrijf het hardgekookte ei fijn, voeg er het fijngesnipperde preitje bij, strooi er wat peper en zout op en roer er den mos terd en de Maggi's Aroma door. Meng dan alles door elkaar met de olie en den azijn. Maak in den slabak de droge sla met het sausje aan; garneer desverkiezende de sla nog met plakjes of partjes hardge kookte ei. Eenige wenken. Zeer verwaasloosd koper kan men spoe dig schoon krijgen door het met een doek, gedrenkt in 'n oplossing van zout en azijn (ongeveer gelijke deelen) en met behulp van wat fijn wit schuurzand, af te schu ren. Als het droog is poetst men het koper met een van de bekende poetsmiddelen. Het heeft dan zijn oorspronkelijke kleur weer terug. Een flanellen lap, gedrenkt in warm bier, is een prachtig middel om een dikke laag vuil van stof te verwijderen van onze eikenhouten meubelen, Dan nawrijven met een schoonen flanellen doek, gedoopt in gekookte lijnolie, waarna men de meube len met een zachten stofdoek opwrijft. Schimmelvlekken op leer verdwijnen door de inwerking Van ammoniakdamp. Men kan dit doen door het beschimmelde voorwerp hoven een schoteltje met ver warmde ammonia te houden. Gemorste lakvlek'ken op tafelkleeden enz., moeten zoo veel mogelijk eerst wor den afgebroken. Wat daarna nog over is, kan met eau d'e cologne of spiritus wor den weggewreven. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mens, Westerstr. 221, Amsterdam. Oplossing probleem 382. Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom. Stand. Zwart 14 sch. op: 6/8, 10, 12, 13, 16, 20, 23, 24, 28/30 en 32. Wit 14 sch. op: 17, 21, 26, 27, 35, 38, 39, 41, 43/46, 48 en 49. Oplossing. Wit: 38—33 39—34 35—30 43—39 48—42 27X9 9—i 4X31 26X17. Zwart: 29X38 30X50 24X35 50X33 38X36 16X27 12X21 36X27. Oplossing probleem 383 Auteur: D. Bosma, Amsterdam. Stand. Zwart 11 sch. op: 6/9, 11, 19, 20, 23, 30, 34, en 36. Wit 10 soh. op: 17, 22, 28, 32, 37, 39, 43, 45, 47, en 50. Oplossing. Wit: 37—31 22—18 18X40 50—44 45X1. Zwart: 36X49 11X44 44X35 49X40. Oplossing probleem 384. Auteur: G. W. Spittuler, Amsterdam. Stand. Zwart 10 sch. op: 2, 4, 6/9, 15, 20, 26, 36 en dam op 25. Wit 13 soh. op: 17, 18, 21, 22, 24, 27, 29, 35, 37, 39, 42, 43 en 4-7. Oplossing. Wit: 39—33 17—11 27—22 47—41 2g23 23 X1 Zwart: 25 X48 6 X 39 of 26X39 26X28 36X38 48X30. Oplossing probleem 385. Auteur: J. Daane, Zout elan de. Stand. Zwart 9 sch. op: 4, 8/10, 13, 17/19 en 31. Wit 9 sch. op: 27, 28, 30, 34, 36, 38, 42, 48 en 49. Oplossing. Wit: 28—22 30—24 48—43 88—32 32X5 5—37 86X0 49—43. Zwart: 17X28 10X39 80X27 81X22 87—42 42X81 4X18, Oplossing probleem 386. Auteur: C. P. v. Boven, Bergen op Zoom. Stand. Zwart 0 sch. op: 8, 6/9, 12, 15, 25 en 27. Wit 10 sch. op: 14, 10, 18, 19, 23, 29, 35, 37, 38 en 47. Oplossing. Wit: 16—11 18—13 37—31 47—41 19 —13 13X4. Zwart: 6X17 gedw. 9X18 gedw. 27 X32 36 X47 47 X 9. Goede oplossingen. Ontvangen van: S. Blaas, S. Bosselaar, D. Hugense, M. Matthijsse, A. Willemse, Aagtekerke; J. de Visser, Westkapelle; J. Scheele, nrs 382/384, 386, Zaamslag; D. de Hullu, 382, 383, 385, 386, Oostburg; J. Almekinders Jr. nrs 382, 383, 385, 386, Sluis; J. Daane, Zoutelande; A. Braamse, nrs 382/385, P. Boone, Nieuwdorp. Onze prijzen. D'e prijs over het 4e kwartaal 1934 werd gewonnen door J. Almekinders Jr., Oostburg. Aan den winnaar wordt ver zocht zijn verlangen kenbaar te maken, teneinde hem den prijs te kunnen toe zenden. Probleem 390. Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom. 1 2 3 4 5 47 48 49 50 Zwart 9 sch. op: 4, 7, 9, 12, 13, 16, 17, 19 en 37. Wit 9 sch. op: 20, 21, 24, 26, 28, 30, 39, 43, en 47. Wit speelt en wint. Oplossingen. Jan.-problemen vóór 5 Febr. in te zen den aan bovenstaand adres. Correspondentie. J. A. te S. Het toegezonden probleem is niet correct. Beste Nichtjes en Neefjes!» De raadsels zijn weer klaar en nu zal ik eerst maar eens aan den brief begin nen. Bij jullie zal het wel net net an dersom gaan, eerst de brief lezen en dan de raadsels, of niet? Voor de liefhebbers van de ijssport vind ik het echt jammer dat hun ijswen- sc'hen nog steeds niet in vervulling zijn ge gaan. Eén weekje ijs in een heele winter is niet veel, en als het er dan zooals nu naar uit ziet dat er wel niets meer van zal komen, is dat toch wel een teleurstel ling. En dat terwijl het in andere landen zoo heel erg vriest. 54 graden onder nul, brr, dan heb ik toch nog liever een kwak- kelwinter. En de menschen die niet al leen over „de slechte tijden praten" maar ook werkelijk weten wat dat beteekent zullen het wel met me eens zijn. Want wie niet in staat is warme kleeding te koopen, verlangt niet naar sneeuw en ijs. Dus nu maar niet te veel gemopperd, ook als er heel geen ijs komt, daar dit voor heel veel menschen een uitkomst be teekent. Hier volgen de prijsraadsels. I. Voor grooteren. Het geheel bestaat uit 67 letters. Onze 28. 17. 41. 52. 'heeft slechts zes en twintig 2. 6. 46. 39. 23. 30. 8. De 55. 12. 23. 36. 51. 54. 26. 27. 18. en de 42. 1. 33. 53. 11. 61. 16. 13. 65. 49. 10. hadden altijd ruzie. 33. 24. 2. 7. 48. 58. 44. 35. 42. was een groot dichter. 64. 5. 15. 33. 21. 45. 50. 19. was een beroemd schilder. 15. 13. 67. 43. 22. 34. 9. 50. 24. is een bekend staatsman. Een 1. 47. 34. 31. 38. is een leerboek. 29. 59. 63. 3. 25. 5. 40. 52. 62. 18. 7. is een mooie streek in ons land Een 20. 4. 16. 54. 26. 56. bevat water. 's Morgen® hangt er vaak een 14. 66. 31. 60. over bet land. 57. 45. 32. 37. 6. 10. moet men vrien delijk ontvangen. II. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 28 letters. De laatste tijd kan het soms erg 5. 18. 24. 4. 17. 22. 8. 12. 5. 16. 10. 14 is heel mooi. Een 9. 16. 5. 28 is een muziekinstru ment. 1. 27. 3. 23. 5 wordt op de boerderij vervaardigd. Lekkers moeten de kinderen 26. 6. 2. 21. 19. 8. Arme menschen zie je vaak 1. 7. 15. 25. 11. 13. 20. Allen hartelijk gegroet van TANTE DOLLIEI RU EN ZIJN VRIEND. XXI. Met een sprong pioneten alle vijf de jongens in het zooeven nog onbewogen water, dat hoog opspatte en in steeds wijder kring in beweging werd gebracht, Even bleven zij onderj toen kwamen hier en daar de laohende en proestende jongenshoofden weer boven. Alle klaöhten van: „Oef, wat is het warm!" waren vergoten; ook de vraag of het wel mocht. Zo sloegen met armen en boenen, sprongen en buitelden over elkaar heen, gooiden de anderen met water en klommen weer op den kant om nog eens den sprong te doen. Het zou niet mogen? Wie had dat ge zegd? De oude boer zeker, die zelf niet zwemmen kon. Nee, daar stoorden de jon gens zich niet aan en weer doken ze on der, genieten wilden ze van dit heerlijk frissche bad, en heel stil lieten ze zich drijven het gezicht naar de zon gekeerd.,. Hein-was bet die bet plan opperde ook eens het hutje aan het eind van het meertje in te gaan, het was wel dicht begroeit, maar ze waren er nog nooit ge weest, wie weet wat er voor moois te zien was. Daan was niet meegegaan, hij had geen zin om door die wildernis te kruipen, en 't was waar, door de dichte plantengroei liepen de jongens niet weinig striemen en schrammen op en tot groote pret van allen zat er telkens een met zijn teenen in de waterplanten verward. Alleen stond Ru even na drieën op het schoolplein, dat lag te blakeren in de hee- te zonneschijn. Kinderen waren er ner gens te zien, de jongens nu ook niet; na tuurlijk niet, die waren nu fijn aan het zwemmen in het meertje. Hè, wat zou het daar nu lekker koel zijn. Ru kon maar weer hier blijven, hij mocht ook nooit wat. Eerst had hij er nog over gedacht het toch nog aan vader te vragen, maar hij wist vooruit welk antwoord hij van vader zou krijgen, nee, dat zou hem niets helpen. Langzaam ging hij den weg naar den buitenkant van het dorp op. Zou hij naar Jan gaan? Die zou het ook wel warm heb ben. Nee, daar had hij nu toch geen zin in en steeds dichter kwam hij bij het weg getje naar het meertje, er niet aan den kend, dat, hoe dichter hij bij het water kwam, de verleiding grooter zou worden. Aan het begin van het weggetje in de schaduw van de hoornen bleef Ru even zitten. Wat had hij het toch heetl Maar hier was het toch wel iets koeler. Een doodsche stilte heerschte overal, slechts nu en dan was er het geroep van een vogel, verder niets. Langzaam gleed Ru achterover in het gras, hij sloot zijn oogen, maar toen, wat hoorde hij daar? Droomde hij nu of was het werkelijkheid? Ru durfde zich niet bewegen; ja, daar had je het weer! Het leek wel hulpgeroep, maar waar kon dat nu vandaan komen? Toen, ineens, flitste het door hem heen, natuurlijk van het meertje, het gevaar lijke meertje, waar de jongens aan het zwemmen waren. O, daar was natuurlijk iets gebeurd. Ru luisterde niet langer, maar holde het weggetje in. Hoe dichter hij bij het meertje kwam des te duidelij ker klonk het; hoor, daar was het weerl Ru kon het nu duidelijk verstaan: help! helpl" Stijf hield Ru z'n handen voor de ooren. Hij wilde het niet langer meer hooren dat akelige geroep; o, als hij nu eens te laat kwam! Hijgend van het harde loopen bereikte hij eindelijk de laatste bocht. Nog een paar stappen, toen was hij aan de open plek waar het meertje lag. Dwars door het struikgewas baande hij zich een weg. Hij gunde zich geen tijd om eerst naar het vlondertje te gaan. Kalm lag het water en onbewogen; in het midden ervan spartelde een jongen. Ru zag het hoofd en de armen, die wild door het water sloegen en weer hoorde hij de angstkreet: „helpl help!" Het was Daan. Ru's knieën trilden van schrik en het harde loopen, z'n hart bonsde tegen zijn keel, het zweet gutste van zijn voorhoofd. Zonder zich ook maar een oogenblik te bedenken, sprong hij in het water. Even ging hij onder, het was of hij naar beneden getrokken werd, maar Ru zwom en het ging weer. De afstand naar Daan door het water viel nog tegen, tel kens keek Ru angstig of hij het hoofd nog zag, ja gelukkig, het was er nog; zou hij op tijd komen? Hoe verder de jongens in het beekje tuschen het struikgewas doordrongen des te meer spijt ze hadden niets te hebben meegenomen, waar ze de planten in kon den doen, zulk prachtige waren er bij. In ieder geval waren ze het allen met elkaar eens, dit tochtje nog eens gauw over te doen, en dan zouden ze trommels bij zich hebben om de mooiste plantjes in mee te nemen. Jaap was de eerste, die iets meende te booren. „Wees jullie eens stil, 't is net of ik hoor roepen; bet zal de boer toch niet zijn?" „Zeur niet, jo", zei Hein, „wat zou die hier moeten doen? Hij vindt het veel te warm om zoo'n eind te loopen". Toch bleven de anderen onwillekeurig even luisteren; ja, nu meenden zij toch óók iets te hooren, maar waar kwam het vandaan? Dries, een stuk achter bij de jongens, had het ook geboord. „Kom", gebaarde hij de jongens, en ging zelf zoo vlug hij kon terug. „Kom, het is Daan die roept". Hein, die juist in een ondiep gedeelte stond, stampte met zijn voet op den grond dat het water hoog opspatte. „Zou Daan dan toch?" toen ging hij met de overige jongens achter Dries aan. (Wordt vervolgd.) Uitg.: NA Emergo" t Bare Poötl Bijkantoor Directe Dit nu: EET Hoe onzd Aan polsky te Groote Gli] Club, weli tal leden, scheepvaail wezen, we] ter-preside dag gesprd nen wij d| om onze ir hoogen? Dhr GoliJ te leggen, hooging va en niet ave aanpassing Overbruggq een oever, herstel vaJ terugkeer tl en in dezer] loof. Spr. ging het karakte op het oog| Hierbij aan de ge] moet voora aan de bel gingen, op] ce3 van de] reeds vóór In den toonde Spr| laatste helf economie cnttvikkelir gebieden, kapitaal, ir sche werkk Gewezen welk land 1900 nauw] ductie in taalindustrj chemische de textielni; den. Het geve stand is het econc deelen in vloed, waar de leidende economie, dan zichzl natwnalism\ Komende! lijn Nederig aan, dat wa 1913, Nede treft, een andere land wanneer wl de achteruilf geweest daq de landen, lager peil. Wanneer I doen om in| verbetering hoofdzaak gezien van die ik eiker vang van ml leen de crisf geheele wer drie middel] len, n.l. pr<j drijfsleven Ten aanr dr Colijn, dj aan de thar politiek. Reeds nu| met andere geeft, dat he goederenverl deinst voor! zou voor di| die bescher Spr. is de| hands, of set dering moet] meene regel] gepast werd| stelsel van Een twee| nagenoeg dc is de erdet doe den gel vroeg tot niets ander] te veel. Ik

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6