BANK
DE ZEEUW
AND 0
TWEEDE BLAD
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
Voor den Zondag
vraagt het BLUE BAND-meisje.
Uit de Provincie.
Miss Durnford en haar
gezelschapsjuffrouw.
Rechtszaken
Wat er deze week voorviel
£i f -
f-
A
VERSCH
GEKARND
r - JETS.'
f
fs-
ie
kerheidstelling
kantore der
jordiger voor
/AN DISSEL te
3CEMBER 1934
(Oud-Sabbinge)
uur ten her-
Jalebout:
|S EN ERF (ged.
-Sabbinge C no.
Haasjes", groot
R.)
ie betaling,
ar aan gemeld
|ant:
IOEDEL,
ledden met toe-
boelen, Spiegels,
/loerbedekking,
eenig Land-
enz.
A-**
1
VAN
ZATERDAG 8 DEC. 1934, Nr 81.
BIJ U IS VERGEVING.
Maar bij D is vergeving, op
dat Gij gevreesd wordt.
Psalm 130: 4.
Het is bet wonder der genade, dat er
bij den Heere onzen God vergeving is.
Vergeving, dat woord wordt zoo ge
makkelijk uitgesproken, maar het houdt
zoo onnoemelijk veel in. D'aar is een
eeuwige schuld van den mensch, die
niets betalen kan, bij den Almachtige,
en door die schuld wordt een streep ge
haald. De schuld wordt volkomen kwijt
gescholden, en er is verzoening van alle
zonden.
Dat is niet alleen genade, maar het is
een wonder van genade. Iets van dat
wonder verstaan we als we bedenken hoe
moeilijk het voor den mensch is te ver
geven, dien die tegen hem misdreef.
Hoe velen, die ernst maken met het
gebed, en zich hoeden voor het vormelijk
en gedachteloos bidden, missen de vrij
moedigheid het allervolmaaktste gebed te
bidden, omdat zij het voor God niet in
oprechtheid kunnen uitspreken: „gelijk
wij vergeven onzen schuldenaren".
Ja, de mensch wil nog wel vergeven,
als hij meent, dat hij er baat bij vinden
kan, of behoefte heeft, dat er gewaagd
wordt van zijn edelmoedigheid, maar hij
zal die vergeving altoos vergezeld doen
gaan van de betuiging, dat hij het wel
vergeeft maar niet vergeet.
En dit nu1 is het wonder der genade,
dat er als gezondigd is tegen de allerhoog
ste Majesteit, tegen den driemaal Heilige,
tegen Hem, dien de hemel der hemelen
niet bevatten kan, door den nietigen
mensch wiens adem in zijn neusgaten is,
vergeving is, volkomen vergeving,
kwijtschelding van de geheele schuld, ver
zoening voor alle zanden.
"Waarlijk, de Heere is barmhartig en
genadig, groot van goedertierenheid.
Niet bij den mensch, maar bij den Heere
is veel vergeving.
Voor hem, die in Christus Jezus zijn
Heiland gevonden heeft, en door een le
vend geloof aan Hem is verbonden.
Van die genade der vergeving kan nooit
genoeg geroemd worden, omdat zij god-
de 1 ij k is. De psalmist roept het met na
druk uit: bijl U, bij U o Heere onzen Gotdl
is die vergeving te zoeken en te vinden,
als wij roepen uit diepte van ellende.
Al waren, menschenkind, uwe zonden
rood als scharlaken, rood als karmozijn,
de trouwe God des Verbonds, de Heere,
wiens naam Jehova is, maakt ze witter
dan sneeuw die versch op bet aardrijk
nederviel, witter dan wol zoodanig als
geen voller ze maken kan.
En gij, die aan bet wonder der genade
gelooft, en al uw hope vestigt op de lief
lijkheid des Evangelies, bidt vol vertrou
wen tot den Hoorder der gebeden: zoo
doe Hij óók aan mij.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Alles stond deze week in het teeken
van de Sint Nicolaas. De komst van dezen
heilige brengt altijd weer eenige vroolijk-
heid en wat licht in de toch al zoo don
kere dagen die wij beleven. Donkere da
gen, niet alleen in letterlijken, maar ook
in figuurlijken zin.
Óndanks alle mooie winkeletalage's, vol
technische wonderen of nieuwste snuf
jes, badend in helder licht uit de meest
volmaakte lichtkronen, ondanks de gezel
lige drukte op straat en in sommige win-
Ingezenden Mededeeling.
U stelt toch ock prijs op een merk dat volledige garantie geeft voor niet te
vergelijken kwaliteit en fijnste grondstoffen Vraag dan Blue Band, alleen
Blue Band, uitverkoren door tienduizenden huisvrouwen,
die zuinigheid ambineeren met kwaliteit en smaak.
BBM0-C
cents
per
>/2 pondspakje
keizaken, ondanks de groote kooplust en
de meest concurreerendé prijzen, ondanks
de prettige kindergezichten die overal op
duiken, is en blijft bet crisis. De tijd van
groote winsten, groete loonen, groote in-
koopen, groote verteringen, groote woor
den is onherroepelijk voorbij en heeft
plaats gemaakt voor groote versobering.
Zoo oppervlakkig beschouwd op en om
Sinterklaastijd krijgt men, vooral in do
drukste winkelstraten, niet bepaald den
indruk dat er ook nog zoo iets als groote
zorgen zijn, waarmee zoo heel velen te
kampen hebben. Maar ongezien en voor
I sommigen nog ongeweten, waart het cri-
eisspook, steeds op zoek naar nieuwe
slachtoffers. Gelukkig, dat de eeuwenoude
heilige dit spook nu eens voor eenige da
gen heeft verbannen, en niet alleen aller-
wege blijde kindergezichten te voorschijn
riep, doch ook ouderen in zijn vreugde
deed deelen.
Men zegt, dat de oude, eerbiedwaardige
vader ook een bezoek heeft gebracht op
het stadhuis. Na in een oud kloosterge
bouw zijn witte schimmel te hebben ge
stald en zich van nog wat surprises te
hebben voorzien op de Markt ia binnen
gestapt.
De kinderen hebben natuurlijk moeten
zingen en bun rapporten laten zien. waar
na glimlachend de surprises werden over
handigd, met de nadrukkelijke betuiging,
dat ze er een heel jaar zuinig op moesten
zijn.
De boterletters vielen heel wat kleiner
uit dan een vorig jaar het geval was en
ze waren ook niet van zoo'n superieure
kwaliteit. Een nieuwigheidje waren de
chocolade-schrijfletters, evenwel van klein
formant en gering in aantal. Speelgoed
kon er heelemaal niet op overschieten. Al
het boventallige ontbrak geheel. Het
is te begrijpen dat de moreele steun die
er anders van zoo'n bezoek uitgaat, nu
oók veel geringer was. Gelukkig dat
van de zomer de wol reeds was verstrekt
voor een heerlijk eigenge'breid (Seia) vestje
dat nu net voor de koude dagen gereed ia
gekomen. Het schijnt zelfs, dat het tra
ditioneel geworden muziekdoosje er ook
niet meer op over kon schieten. Dat is
wel jammer, want naast nattige, worden
de aangename cadeaux toch minstens
even hoog gewaardeerd.
Enfin, wie naar vermogen meehelpt en
uitdeelt, verdient den hoogsten lof.
Of anders, die roeit met de riemen die
hij heeft, komt toch ook vooruit.
Uw vriend,
STENTOR.
Brand te1 Zierikzee.
Donderdagnacht heeft in het huis en
den winkel van den heeer A. Finking, St.
Domusstraat 265 te Zierikzee brand ge
woed. De winkelvobrraad is nog voor een
deel gered. Van inboedel en andere bezit
tingen is letterlijk niets over. De ouders
met hun drie kinderen hebben ternau
wernood kunnen vluchten. De werkka
mer waar door de vulkachel waarschijn
lijk de brand is ontstaan, met de boven
liggende slaapkamer en zolder zijn uit
gebrand.
Huis en inboedel waren verzekerd.
Lewedorp. Donderdagavond werd on
der leiding van den secretaris der Prov.
vereeniging een afdeeling van Geitenfok
kers opgericht.
Alle aanwezigen traden als lid toe.
De contributie werd vastgesteld op 50
ct. per lid. Het dekgeld op 75 ct. per
geit; voor niet-leden f 1.50 per geit. Als
bestuursleden werden benoemd de hee-
ren J. van de Plasse, voorz.; M. Vermeu
len, secr.; J. Zuidhof, penningm.
Als bokhouder werd benoemd P. Goet-
heer Gzn.
In de tweede helft van December zal
weer worden vergaderd.
Driewegen. D'e Raad vergaderde Don
derdag. Besloten werd één lantaarn bij
te doen plaatsen in den Paulushoekschen-
weg.
FEÜiLLETON
Vrij1 naar het'Engelsch.
93.) o—
„O, ik heb tijd in overvloed," antwoord
de hij kalm, „en Lona verwacht me niet
vandaag. Ik zal een eindje met u oploo-
pen. "We zien u nooit meer op de Mon
nikshoeve."
„Lilian was gisteren bij ons," ant
woordde Ruth zenuwachtig. Mijnheer
Hilton sprak weer op zijn oude vriende
lijke toon; hij scheen blij haar weer eens
te zien en met haar te spreken. „Ik heb
het den laatsten tijd erg druk gehad; juf
frouw Jem was in den laatsten tijd niet
zoo goed."
„Lilian vond, dat ze er slecht uitzag,"
antwoordde mijhheer Hilton. „Ze maakt
er zich moig al erg ongerust over. Denkt u
dat juffrouw Jem me zou willen ontvan
gen, juffrouw Cleveland, dan zou ik nu
met u mee terug kunnen gaan naar de
Dene." Maar Ruth raadde hem dit af.
Juffrouw Jem wilde wat gaan liggen,
omdat ze zoo'n hoofdpijn had, toen ik
wegging," antwoordde ze naar waarheid.
„Ik denk niet, dat ze nu graag bezoekers
zal ontvangen. Het zou beter zijn, als u
eens ap een anderen dag kwam, mijnheer
Hilton."
„Heel goed," antwoordde hij aarzelend,
„maar ik kom in ieder geval eens gauw
aan. Lilian en ik maken ons beiden onge
rust over onze oude vriendin; als er mis
schien iets is, dat ik doen kan," en hij
keek Ruth vragend aan.
„Dank u, u kunt ons op het oogenblik
nergens mee helpen," antwoordde het
meisje zacht; „ieder ondervindt wel eens
moeilijkheden op zijn levenspad en zelfs
onze goede juffrouw Jem moet haar leed
hebben als andere menschen." Dan haas
tig van onderwerp veranderend, vervolg
de ze; „Ik ben blij, dat Lona zooveel beter
is, mijnheer Hilton."
„Is dat uw meening?" vroeg hij wat
verbaasd. „Ze is erg mager en hoest nog
altijd; ze maakte zich veel te druk in
Londen."
„Misschien zal het warmere weer haar
goed doen," antwoordde Ruth, maar ze
had onmiddellijk spijt van dat gezegde.
Een oogenblik had ze dokter Wbitland's
voorspelling vergeten, en de herinnering
er aan gaf haar bet gevoel of ze mede
plichtig was aan de een of andere gehei
me samenzwering.
„O ja, Lona beeft warmte en zonne
schijn noodig," antwoordde hij opgewekt.
„Luister eens naar dien vogel, juffrouw
Cleveland," zei hij, stilstaande. „Ik vindt
Voor de met 1 Januari 1935 vacant ko
mende betrekkingen van klokkenist, bode
brandweer, schoonhouden en bode ge
meentehuis zullen sollicitanten worden
opgeroepen.
De heer W. Westveer wordt herbenoemd
als lid van het Burg. Armbestuur. Voor
het geven van onderwijs in lichamelijke
oefeningen zal wederom vrijstelling wor
den gevraagd.
Op het verzoek om een bijdrage van
1 cent per inwoner voor den 24-uurs tele
foondienst wordt wederom afwijzend be
schikt.
Overeenkomstig de circulaire van den
Minister van Sociale Zaken wordt be
sloten aan de werkloozen een kolentoe-
slag te verstrekken.
Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 7 Dec. 1934.
P. W. M., 29 j., leurder te Middelburg
had zich te verantwoorden wegens mis
handeling van zekere A. Schutten te Mid
delburg gepleegd op 15 Aug. 1.1.
De off. van justitie eischte een geld
boete van f 10 of 5 d. b.
F. J. M. C. H., 32 j., koopman te Ber
gen op Zoom was in hooger beroep geko
men tegen een vonnis van den Kanton
rechter te Middelburg waarbij hij wegens
overtr. van de Motor- en Rijwielwet werd
veroordeeld tot een geldboete van f 25 of
5 d. b. en ontzegging van de bevoegdheid
om motorrijtuigen te besturen voor den
tijjd van 1 jaar.
De verdere behandeling van deze zaak
werd voor ohbepaalden tijd uitgesteld.
"W. M., 26 j., arbeider te 's H. Arends-
kerke was in hooger beroep gekomen te
gen een vonnis van den Kantonrechter te
Middelburg waarbij bij wegens verboden
vervoer van wild, werd veroordeeld tot
een geldboete van f40 of 20 d. h.
In deze zaak werden eenige getuigen
gehoord terwijl door den verdediger van
verdachte Mr A. H. Kuipers, een drietal
getuigen a decharge waren voorgebracht.
In verband met het afleggen van een ge
tuigenverklaring van zekere W. de K.,
26 j„ hulpbesteller te Nieuwdorp, gem.
's H. Arendskerke, die eveneens als de
charge was gehoord, werd des morgens
de verdere behandeling van deze zaak tot
den middag aangehouden, In de middag
zitting bleef get. bij zijn afgelegde verkla
ringen, waarna bij als verdacht van
meineed werd aangehouden en naar het
Huis van Bewaring is overgebracht.
De verdere behandeling der zaak tegen
M. werd voor onbepaalden tijid geschorst.
J. P., 57 j., spoorwegarbeider te 's H.
Arendskerke was bij vonnis van den Kan
tonrechter te Middelburg wegens overtre
ding van de Bouwverordening van Kloe-
tinge veroordeeld tot een geldboete van
f 10 of 5 d. h., tegen welke beslissing hij
hooger beroep aanteekende.
Eisch bevestiging van het vonnis waar
van hooger beroep.
L. v. d. "W., 30 j., handelsvertegenwoor
diger wonende te Middelburg, had booger
beroep aangeteekend tegen een vonnis
van den Kantonrechter te Middelburg,
waarbij bij wegens, als bestuurder van
een motorrijtuig daarmede rijden over een
weg terwijl hij verkeert onder zoodanigen
invloed van bet gebruik van alcoholhou
denden drank dat hij niet in staat moet
warden geacht het motorrijtuig naar be-
hooren te besturen, werd veroordeeld tot
een geldboete van f 50 of 20 d. b. en ont
zegging van de bevoegdheid om motorrij
tuigen te besturen voor den tijd van 1
jaar.
De off. van justitie eischte bevesti
ging van bet vonnis waarvan beroep.
G. J. v. d. H., 37 j., caféhouder te Krui-
ningen, was door den Kantonrechter te
Middelburg wegens sterken drank in
voorraad hebben zonder vergunning, ver
oordeeld tot een geldboete van f 15 of
15 d. h., tegen welke beslissing v. d. H.
hooger beroep aanteekende.
In deze zaak eischte het O. M. vernie
tiging van het vonnis waarvan honger
In allen eenvoud, maar hartelijk en
oprecht heeft Goes deze week zijn nieu
wen burgemeester ontvangen en begroet.
Feestbetoon bleef achterwege, maar we
derzijds viel een vriendelijke toon waar
te nemen en vooral deed het aangenaam
aan, dat de heer Van Dusseldorp kloek
en fier uitkwam voor zijn Christelijke
belijdenis. Als burgemeester en gemeen
teraad zoo samen in deze moeilijke tijden
bun afhankelijkheid van God erkennen
en uitspreken, is er zeker hoop voor de
toekomst, boe donker 'die ook lijkt.
Het viel ons op, dat in de crisisver
gaderingen, welke deze week vanwege de
Z.L.M. op enkele plaatsen in onze pro
vincie werden gehouden, zoo weinig cri-
tiek werd vernomen. Dat hebben we wel
eens anders gehooidl Als hieruit mag
worden afgeleid, dat onze Zeeuwsche
landbouwers dankbaar zijn voor den
steun, hun door de regeering geboden,
mag ook hiervan piet waardeering nota
worden genomen. En inderdaad, er is
toch reden voor dankbaarheid. Kon het
in die vergaderingen niet worden ge
tuigd, dat onze akkerbouwers een rede
lijke uitkomst van hun bedrijven konden
boeken en dat de regeering al het moge
lijke doet om ook veeteelt en tuinbouw te
helpen?
D'e regeering wil doen wat in haar
vermogen is. Zoo ook met tewerkstelling
van werkloozen in het vrije bedrijf, al
is de proef daarmee te Heinkenszand ge
nomen niet bijzonder geslaagd. Ook met
het dorschen met de vlegel, waarmee nu
in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen een
proef zal worden genomen.
De internationale toestand is nog
steeds onzeker. Wel schijnt het, alsof er
tussehen Duitschland en Frankrijk eenige
toenadering valt waar te nemen, al blijft
het vraagtuk van de herbewapening van
Duitschland uiterst penibel.
De Franscbe minister Laval heeft
Duitschland in vriendelijke bewoordingen
verzocht weer toe te treden tot bet Lo
carno-pact. En opmerkelijk is zeker de
reis van Von Ribbentrop naar Parijs.
Ook heeft Laval een succes geoogst met
de Saarkwestie. Hij heeft weten te berei
ken, dat Duitschland er genoegen mee
neemt, dat in Januari tijdens de stem
ming in het Saargebied een internatio
nale troepenmacht zorgt voor handha
ving der orde.
Hier moge dus van eenige ontspan
ning sprake zijn, er zijn helaas nog an
dere geschillen, waarvan dit nog niet ge
zegd kan worden.
De kwestie JoegoslaviëHongarije is
nu bij den Volkenbondsraad in behande
ling. Het viel daarbij op, dat het bewijs
materiaal van Joego-Slavië uiterst zwak
was. Misschien loopt deze zaak straks wel
af met een uitbrander aan 't adres van
Hongarije.
In de vlootkwestie zijn nog altijd geen
vorderingen gemaakt. Japan zal nu het
verdrag van Washington opzeggen. Maar
daarop heeft Amerika direct geantwoord,
dat het dan zijn vertegenwoordigers ter
Londensche conferentie zal terugroepen,
omdat het in geen geval bewilligt in een
vlootpariteit met Japan. Hier ontbreekt
dus elke toenadering.
Dit is wel bet moeilijkste vraagstuk,
waarvoor de diplomatie zich gesteld ziet.
beroep en vrijspraak.
B. J. de W., 21 j., z. b. te Nijknegen
was in verzet gekomen tegen een vonnis
van de Rechtbank te Middelburg waarbij
hij wegens het opzettelijk valsohe zegels
gebruiken als waren die zegels echt en
onvervalscht, werd veroordeeld tot 1 mnd
gev.straf voorwaardelijk en f25 of 10 d.
hechtenis.
De off. van justitie vorderde thans be
krachtiging van het vonnis waartegen
verzet.
De verdediger van verdachte Mr F. W.
Adriaanse bepleitte vrijspraak, subs, een
lichtere straf.
Ingezonden Mededeeling.
altijd, dat het voorjaar de mooiste tijid
van het jaar is."
„Het is voor het eerst, dat ik een voor
jaar buiten doorbreng," antwoordde Ruth
rondkijkend. Inderdaad was het een ge
not om buiten te zijn; boven hun hoofd
het diepe blauw van den hemel, het jonge,
teere groen van de boomen als een om
lijsting er 'omheen, het heldere gezang
van een lijster: Lente, het seizoen voor
frisch, jong leven, voor ontluikende hoop,
voor jonge liefde; hoe stil en vredig was
het, geen mensch was er in de nabijheid,
slechts het kwinkeleeren van de vogels in
de hoornen verstoorde de stilte.
„Ik moet teruggaan", zei Bob ten laat
ste, zich moeilijk losmakend uit de betoo-
vering waarin hij gekomen scheen. „Goe
den dag, juffrouw Cleveland; doe mijn
groeten aan juffrouw Jem", en even later
stierven zijn voetstappen weg in de verte.
D'e lijster zong nog, maar ze luisterde er
niet meer naar „Als er iets zou gebeu
ren", weerklonk in haar ooren, „als er
eens iets zou gebeuren."
D'agen en weken gingen voorbij, maar
nog was niets met zekerheid vastgesteld.
Keefe Desmond schreef geregeld met
iedere mail, maar tot nog toe waren zijn
nasporingen vruchteloos gebleken en tijd
en geld werden vruchteloos verkwist.
D'eze brieven maakten juffrouw Jem al
leen nog maar droeviger en ongeruster.
Alle mogelijke informaties waren gedaan
en eens meende men een spoor gevonden
te hebben. Een vrouw, O'Bourke ge
naamd, bad ongeveer twee jaar geleden
met haar man in een van de arme buur
ten van New-York gewoond. Een weduwe
een zekere juffrouw Sullivan, die hun
naaste buurvrouw was geweest, bad hen
vrij nauwkeurig kunnen beschrijven en
het leed geen twijfel of het was werke
lijk Bella O'Bourke geweest. „Ze was een
groote donkere vrouw," had juffrouw
Sullivan aan Desmond verteld, „en ze had
altijd ruzie met haar man. Het was geen
prettig stel om als buren te hebben. Dan
was O'Bourke een dronkaard en zijn
vrouw was zelden nuchter". Juffrouw
Sullivan herinnerde zich ook nog heel
goed dat een knappe, opzichtige vrouw
een poosje bij hen ingewoond had. Ze
dacht dat haar naam Nona Sutton was,
neen, niet Desmond. Die naam had ze nog
nooit van haar leven gehoord. Ze was
tooneelspeelster en een heel slecht
mensch; en al de andere huurders waren
blij, toen bet drietal vertrok. Tot zoover
berustte juffrouw Sullivan's verbaal op
waarneming, maar de rest was slechts
gissen.
Ze wist niet, waarom ze vertrokken
waren en of ze in New-York gebleven
waren, ze had van bet ongeluk met de
stoomboot gehoord. Iemand had haar ver
teld, dat Dan O'bourke er bij verdronken
was en dat de een of andere vrouw hem
naar beneden getrokken had; maar dat
was al, wat Keefe van baar te weten kon
komen. Toch had hij nu tenminste
zekerheid, dat Dan O'Bourke dood
was; hij was zelfs op de plek ge
weest, waar hij begraven lag en had de
lijst gelezen van de namen van ben, die
bij het ongeval om het leven gekomen
waren. Maar de naam Nona Desmond
of Nona Sutton was er niet bij:
Juffrouw Jem werd heel bleek, toen ze
de laatste regels van Keefe's brief las; ze
waren blijkbaar geschreven in een bui
van moedeloosheid en teleurstelling.
„Ik heb een gevoel, of ik geen recht beb
je geld te gebruiken," schreef hij, „en
als jij me verzoekt mijn nasporingen op
te geven, mag ik mij niet beklagen. Ik be
gin heusch te gelooven, dat Bella de
waarheid sprak en dat mijn vrouw nog
in leven is. Het zou echt iets voor Nona
zijn, mij zoo'n brief te laten sturen. Ze
had een wreede natuur en er waren
oogenblikken, toen we nog bij elkaar wa
ren, dat ik bang was om gek te worden.
Bella was een slechte vrouw, maar ze was
goed in vergelijking met Nona; als ik nog
denk aan het leven, dat die twee vrouwen
me lieten lijlden, dan begrijp ik nog niet,
hoe ik mijn verstand bewaard heb".
(Wordt vervolgd.)