DE ZELOW HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL TWEEDE BLAD HET ADRES A. WILKING Uit de Provincie Wat er deze week voorviel Voor den Zondag Miss Dumford en haar gezelschapsjuffrouw. Bertels' Kunstkorrel in de praktijk. Over <Je resultaten met Bertele' Opfokvoeder en Bertel,»' Kunst- korrel ben ik uiterst tevreden. VJyn 92 jonge hennen.gedurende 8 «eken opgefokt met Bertele' Opfokvoeder en daarna uitslui tend met Bertele' Kunetkorrel* begonnen reeds op 4£ maand te leggen en leggen thans op maand reeds gemiddeld 50 eie ren per dag.De voederkosten bedragen Qj otsPer kip p.dag* Bertels' Oliefabrieken N.V., Amsterdam (O.) FEUILLETON Ingezonden Hededeeling. Dt heer P. van Dengen. Terhtydtn, N.Br,, schrijf» ene dd. 26 October 1934: Gedurende deze maand aerven wij bi) voeder één droogvoederbafc cadeau. Bsctsl van tedere 200 Kg. Bertele' Pluimvee- Uw leverancier oi waar niet ver krijgbaar direct aan de fabriek. komt er maar op aan de werkelijkheid te willen zien en de waarheid te willen. Ook in de politiek geldt, dat eerlijkheid 't langst duurt en de snelle leugen toch wordt achterhaald door de waarheid. Van dat standpunt is ook uitgegaan op de vergadering, die de C.-H. Kamerkies kring hier hield. Men heeft daar aandacht geschonken aan de kapers op de kust, de N. S. B. en de C. D. U. Opmerkelijk is, dat in een vergadering van de V.-D., waar wethouder Boasson een rede hield over „Gemeentepolitiek in crisistijd", deze ook een waarschuwende stem deed hooren tegen het opkomend fascisme en communisme. Ook daar dus het fascisme dat men vreest. Het schijnt wel, dat alle politieke partijen min of meer geïnfecteerd zijn door die bacil, zoowel van rechts als van links. En al die vroegere vaak heftige bestrijders van elkander, uitgesproken tegenstanders, vallen elkaar dan broeder lijk in de armen onder het wakend oog van Mussert, die dan hun verdere opvoe ding tot ware vaderlanders voor zijn rekening neemt. Wat een paedagoog moet dat zijn. Ook de bestuurdersbond te Middelburg heeft zich niet onbetuigd gelaten. Deze verrijkte onze lectuur met een pamflet vol politieke eischen, alhoewel verklaard wordt, dat men niet aan poli tiek doet. De S.D.A.P. heeft niets met dat bekende petionnement te maken. De bestuurdersbond doet niet aan politiek, zoo beweert men in dat bewuste geschrift. Het bestuur, waarvan dhr Paul voorzitter en dhr Wondergem secretaris is, beiden lid van den gemeenteraad, verwijt „De Zeeuw" gebrek aan christelijkheid. Deze heeren, die zichzelf ver van de kerk en het christendom plaatsen, weten precies wat anderen moeten doen om een hooge- ren graad van christelijkheid te berei ken. Ze weten ook precies wat de regee ring moet doen, zijn knappere financiers dan Min. Oud en De Wilde. Zij weten objecten van belastingheffing aan te wij zen, die 100 en een ander 20 millioen (matig geschat??) kunnen op brengen. Men móet maar durven. Na alles wat in den laatsten tijd ge schreven en gezegd is over deze plannen en ei s c h e n (zoo staat het er) moet men toch over een behoorlijken dosis moed be schikken om zoo te schrijven. Maar de verkiezingen staan voor de deur. Een voorbode van wat ons nog te wachten staat Intusschen gaat het leven zijn gewonen gang. De werkloosheid te Middelburg neemt zoo ongeveer met de week toe. Het cijfer is nog steeds stijgende en is hooger dan in 1933. Waar dat heen moet in 1935 vervult allen, die het wel meenen, met zorg. En dan die beangstigende tegen stelling. Overvloed van landbouwproduc ten, zuivelartikelen, vleesch enz. en de onmogelijkheid voor duizenden om van dien overvloed iets te krijgen. Laten we onzen plicht doen om in dien nood a.s. winter naar vermogen te helpen voorzien. Uw vriend, STENTOR. Ingezonden Mededeeling. Goes. In de gisteravond, onder voorzit terschap van den heer J. C. v. d. Velde, ge houden vergadering van de commissie voor economische spijsuitdeeling werd door den secretaris-penningmeester, den heer T. Faiberij de Jonge, verslag uitge bracht over het vorige boekjaar. In den vorigem winter werden door de commissie weer vele minder bedeelde stad- genooten van warme, voedzame spijs voor zien. In plaats van op Tweeden Kerstdag, waarop meestal begonnen wordt, werd nu, gezien de vele aanvragen, 14 dagen vroe ger een aanvang gemaakt met de uitdee- lingen. Het aantal aanvragen was aan merkelijk meer dan vorige jaren en be droeg nu 84 gezinnen of alleen zijnde per sonen, dat is 21 meer dan vorig jaar, In totaal werden 30 bedoelingen gehou den (twee per week) en wel van 16 Dee. 1933 tot en met 8 April 1934. Op 23 Dec. 1933 werd een extra^bedeeling gehouden van krentebrood en kaas in verband met het 25-jarig jubileum van den secretaris- penningmeester als lid 'der commissie. In totaal zijn uitgereikt 8520 porties warme, voedzame erwtensoep tegen 7860 ten vorigen jare. De rekening wijst aan een ontvang van f 1380.841/2, en een uitgaaf van f 1S21.861/* alzoo een goed slot van f 58.98. De commissie dankt allen, die haar steunden en beveelt haar arbeid weer aan in de belangstelling der stadgenooten. Voor de Vereen, voor Chr. Winter- lezingen sprai gisteravond in het „Schut tershof ds A. K. Straatsma, Ned. Herv. predikant te Den HaAg over „Moderne Jeugd." Veel menschen denken, aldus spreker, wanneer ze 't hebben over moderne jeugd, aan slordig of opzichtig gekleede, noncha lante cocktaildrinkende, vloekende en xoo- kende jongelui. En als men daarbij zegt: „Wij waren in onze jeugd toch heel anders", is dit een groote onbillijkheid. In de eerste plaats omdat men het tijdsverband verwaarloost, doch eveneens, daar de bovengenoemde feiten excessen zijn, die weer begrijpelijk zijn, als men denkt aan de bridgende moe ders, de vele echtscheidingen en wat al meer. Kan men ook anders verwachten nu de ouders de normen van zede en mo raal met de voeten treden? De jeugd is veranderd, maar ook wij, ouderen. Dr de Vletter stelt in zijn boekje „Moei lijke jaren" typische voorbeelden van de puberteitsverschijnselen. Hoeveel misver standen komen niet voor door het niet be grijpen der ouders van hun kinderen. 'Het is de leeftijd van het verbergen van het minderwaardigheidsbesef en het ver langen naar een eigen kamertje, een eigen dagboek. Waarom? De puber wil zich lichamelijk en geestelijk verstoppen. Een volgend kenmerk van de puberteits periode komt met het verlangen naar het derde milieu; na het ouderlijk huis, de school en nu de „club". Hier verstopt de puber zich tusschen zijn vrienden, zijn lot- genooten. Het eerste kenmerk van de moderne jeugd is zakelijkheid. De vorige generaties plachten de dingen te omgeven met gevoel. Dit is nu contrabande. Een tweede kenmerk van de moderne jeugd is de emancipatie. Opvoeden heeft voor duizenden men schen beteekend: dresseeren. De individu aliteit werd onderdrukt. Men kneedde het kind als 'n stuk stopverf in den gewensch- ten vorm. Dit was de onvrijheid. De emancipatie leidde tot anticipatie. Lees de vreeselijke boeken van Ben Lind say. Men moet zich niet troosten met de idee, dat het slechts Amerikaansohe toe standen zijn. Er is, zoo zegt spr., een zich vrij vech tende 'jeugd, die zich niet meer stoort aan oude, verworden leuzen. Rousseau spreekt van éducation néga- tive; geeft daarom aan de jeugd gelegen heid te worden, hetgeen God haar in het hart heeft gelegd. Blijft van ze af! Jezus zegtverhindert ze niet. Wij' moeten deze jonge menschen in hun emancipatie helpen, maargeeftzede vrijheildointegroeien. Want waar geen vrijheid is, wordt de groei verstikt. Onze jeugd roept om vrijheid, staat haar die toe, doch hierbij' zij uw neen: neen, en uw ja: ja, alleen omdat het üw neen, en uw ja is. Geen vrijheid zonder tucht, zon der Christus. De spreker eindigde deze vrij goed be zochte bijeenkomst met dankgebed. Middelburg. Door de Geref. Zondags- schoolvereeniging „Jachin", die vorige week in de Noorderkerk het 60-jarig be staan herdacht met de kinderen en ouders werd Vrijdagavond met het personeel en de oud-leden een gezellige bijeenkomst gehouden. Vele oud-leden waren opgeko men. De beide predikanten waren tegen woordig. In toesprakenen herinneringen, zang en voordrachten werd het 60-jarig bestaan herdacht. Vllsslngen. B. en W. stellen den raad voor den prijs van den grond tusschen den Boulevard Evertsen en de Kenau Habselaarstraat te bepalen op f20 per M2. voor grond aan den Boulevard en f 12 voor grond aan genoemde straat. B. en W. stellen voor het percentage van de waarde der gronden dat als re serve in het grondbedrijf aanwezig moet ingezonden Mededeeling. De Tweede Kamer ging deze week on verdroten met den begrootingsarbeid voort. Verschillende hoofdstukken zijn reeds afgehandeld, waarbij het de betrok ken Ministers niet bijzonder moeilijk werd gemaakt. Tusschen de begrootingsbedrijven door werd het wetje aangenomen, dat ons den midden-Eiuropeesohen tijd zal brengen, waardoor zoowel voor winter als zomer de klok 40 minuten vooruit zal worden gezet. Eerlijk gezegd, is het ons niet ge heel duidelijk, waarom nu opeens de be zwaren van de landbouw-afgevaardigden tegen het vooruitzetten van de klok waren verdwenen. Deze week zijh weer besprekingen be gonnen met de Duitsche gedelegeerden over een nieuw clearing-verdrag. Gehoopt mag worden, dat de resultaten daarvan meer bevredigend zullen zijn dan de vo rige keer. Voor Indië zoowel als voor de Neder- landsohe regeering is het zeker een reden tot blijdschap en een bewijs van groot ver trouwen, dat de laatste Indische leening weer zoo schitterend is geslaagd. Moeder land en koloniën zijn gelukkig, ondanks de vele moeilijkheden, die telkens weer op duiken en overwonnen moeten worden, nog credietwaardig. Natuurlijk zouden we wel zeer onvol ledig zijn, als we geen melding maakten van de grootsche huldiging, welke de kra nige bemanning van de Uiver Woensdag j.l., bij de terugkomst te Amsterdam, is ten deel gevallen. Ons volk weet gelukkig in zijn geheel zijh nationale helden nog te eeren, al willen we direct direct hierbij opmerken, dat de vliegers zelf blijk ga ven meer nuchter te zijn dan sommige van hun vereerders. Onze Zuidelijke buren kregen weer een nieuw kabinet, dat echter niet onverdeeld gunstig is ontvangen. Men voorspelt het geen lang leven. Te Genève is de Volkenbondsmachine weer op gang gebracht. Eenige opschud ding is veroorzaakt door een krasse nota van Joego-Slavië over Hongarije, dat te gen de moordenaars van den Zuid-Slavi- schen koning niet krachtig genoeg is op getreden. Ongetwijfeld zullen hierover in Genève wel harde noten gekraakt worden, want Joego-Slavië staat niet alleen. Het heeft den steun van andere buren. Te Genève schijnt ook geconfereerd te zijn tusschen Litwinoff en Laval over een Rransch-Russiscb bondgenootschap. Er wordt dus achter de coulissen wel ge werkt! Men heeft dezer dagen in Frankrijk de ongerustheid over de herbewapening van Duitschland niet onder stoelen of banken gestoken. Mag men de Fransche mede- deelingen dienaangaande gelooven, dan maakt Duitschland ook heel wat in stilte klaar. En natuurlijk begint Frankrijk al vast tegenmaatregelen te nemen. De iWereld lis Vol wantrouwen,. Zfao vraagt men zich af: Wat voert Japan toch in z'n schild? Het Japansche kabinet heeft nu beslo ten officieel het vlootverdrag van Was hington op te zeggen en zich aldus los te maken van de verhouding 5:5:3 op het gebied der vtaotbe/wapening. De vlootbesprekingen te Londen hebben dus bitter weinig resultaat opgeleverd. De door Japan gevolgde gedragslijn, waardoor het in toenemende mate de be dreiging op twee fronten vergroot (n.l. dat tegenover Rusland èn tegenover Amerika) doet dan ook de vraag rijzen: wat wil Ja pan eigenlijk daarmee bereiken? zijn evenals voor de jaren 19311933, ook voor 19341936 op 10 te bepalen. Het reservefonds bedroeg op 1 Januari j.l. f 70.678 en de op 1 Januari aanwezige gronden werden te samen geraamd op een waarde van f 485.111. 1l Waar de tegenwoordige pachter van de gemeentelijke aanplakborden, J. A. Pie- terse van Wijck, niettegenstaande zijn ge dane beloften in gebreke is gebleven aan zijn verplichtingen te voldoen, en het te vens is gebleken, dat thans van de aan plakborden een zeer druk gebruik wordt gemaakt, zoodat er geen aanleiding be- VAN ZATERDAG 24 NOV. 1934, Nr 48. DE KRACHT VAN GODS WOORD. Want het Woord Gods is le vend en krachtig, en scherpsnij dender dan eenig tweesnijdend zwaard. Hebr. 4:12. De apostel getuigt van het Woord Gods: het is levend en krachtig, en scherpsnij dender dan eenig" tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeelaar der ge dachten en der overleggingen des harten. Het is niet als eens menschen woord, dat menigmaal zonder leven, en daarom ook zonder kracht is, vaak niet meer dan een ijdele klank. Neen, het is het eigen Woord van den levenden God, en daarom ten allen tijde krachtig, doende wat Hein behaagt. Niemand kan dat Woord wegredenee- ren, doen alsof het niet door God gespro ken was. D'at Woord is er altoos en is er overal en in alle omstandigheden. De almachtige God heeft leven en kracht aan zijn Woord verbonden. Het zal niet ledig tot Hem wederkeeren, het zal doen wat Hem behaagt, het zal voor spoedig zijn in hetgene waartoe Hij het zendt. Daarom is dat Woord scherpsnijdender dan eenig tweesnijdend zwaard, en gaat het door tot de verdeeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is het een oordeelaar der ge dachten en der overleggingen des har ten. Schijnbaar is het niet altoos zoo, want voor ons oog schijnt het alsof alleen Gods kinderen door de kracht van het levende Woord worden aangegrepen. Zij immers zeggen ja en Amen op de vraag: is mijn Woord niet alzoo als een vuur, en als een hamer die te morzel slaat? Het schijnt voor ons oog, dat het Woord Gods voor de lieden der wereld niet levend en krachtig is, dat het twee snijdend scherpe zwaard hen niet wondt, zelfs niet deert. Zij luisteren er niet eens naar. D'at is echter slechts schijn. Eens zal het voor heel de wereld duidelijk worden dat de kracht van het levende Woord óók de ongeloovigien zal aangrijpen, en dat zij deerlijk getroffen zullen worden door de vlijmende scherpte van het tweesnijdend zwaard. Maar die kracht wordt ook openbaar ten leven, voor hen, die de belijdenis van Jezus Christus den grooten Hoogepries- ter vasthouden. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Na de vrij lange periode van politieke windstilte is in onze goede stad thans eenige ritseling gekomen. We zijn nog wel ver van een verkiezingsorkaan af, de stormbal is nog niet geheschen; men begint toch zijn voorzorgsmaatregelen te nemen. In alle groote partijen gaat men al mobiliseeren voor de a.s. Staten- en Gemeenteraadsverkiezingen. Straks wor den alle huiskamers via den brievenbus bekogeld met allerlei geschriften, vol mooie beloften. De doorsnee-burger gaat zich dan verbeelden, dat de crisis wel spoedig tot het verleden zal behooren. De werkloozen zullen snel in aantal ver minderen, de publieke lichamen zullen geen salarisverlagingen meer toepassen, de steunbedragen kunnen omhoog en het noodige geld voor al die weldaden ligt maar voor 't grijpen, als de dwaze regee ring nou maar wil luisteren en doen al wat die wijze raadgevers aanprijzen. De eerlijke politieke partijen zullen dien weg niet opgaan, ook niet vlak voor een verkiezing. Er valt niets te beloven. Het Vrij! naar het Engelsch. 83.) ot— Dat Keefe Desmond berouw had, daar aan twijfelde juffrouw Durnford geen oogenbli'k. En ze herinnerde zich, wat Ruth haar verteld had van den man, die stond aan het graf zijns vaders op het kerkhof van Lisgard. Wat moest er toen wel door het hoofd van den zoon gegaan zijn, de zoon, die zijns vaders dood op zijn geweten had? Juf frouw Durnford knielde neer bij' het fcinderledikant en ze bad om vergeving vooor den man, dié in dit leven nimiruer zou kunnen herstellen, wat hjj misdaan had. Juffrouw Durnford zag er vermoeid uit den volgenden morgen, als had ze slecht of in het geheel niet geslapen, maar ze klaagde niet. Als ze Ruth toe sprak, was haar toon vriendelijk als altijd, maar ze scheen erg neerslachtig. Ruth schreef Lilian een kort briefje. Er viel maar weinig te vertellen. „Juffrouw Jem schijnt erg geschokt", schreef ze, maar ze wil niet, dat ik er over spreken zal. Ze heeft mijnheer Desmond geschreven haar te komen be zoeken en ze is van plan hem te vragen, haar zelf zijn geschiedenis te vertellen. O Lilian, alsik durf het gewoon niet neer te schrijven. Nog nooit heb ik me ergens zoo ongerust over gemaakt. Ik ben te jong om iemand van juffrouw Jem's leeftijd van eenig werkelijk nut te zijn, maar het lijkt me toe, dat eigen lijk niemand eanigen invloed op haar heeft in dit geval. Ik zal je weer schrij ven, als ik iets naders weet, maar in dien tusschentijd moet je geduld hebben en je niet al te ongerust maken; en wil je je broer vertellen, dat ik gedaan heb, wat ik kon?" Ruth postte haar brief, toen ze de hon den even uit ging laten; de rest van den morgen bleef ze met Billy spelen. Onmid dellijk na de koffie ging juffrouw Durn ford naar de zitkamer, maar Ruth durf de haar niet volgen. Juffrouw Jem had nauwelijks iets gegeten en ze was zoo rus teloos en zenuwachtig, dat het meisje haast bang was om haar aan te spreken. „Ze ziet er uit, of ze ernstig ziek is, maar het geeft toch niets, of ik er al iets van zeg," dacht Ruth. En toen zag ze mijnheer Desmond haastig de oprijlaan opkomen, en ze liep gauw weg van het raam, waar voor ze stond. Den middag viel Ruth eindeloos lang en noig nooit was het haar zoo zwaar ge vallen' den kleinen Billy bezig te houden. Ze had al een paar dozijn kasteelen ge bauwd van blokken, had regimenten tin nen soldaten tegen elkaar oorlog laten voor Manufacturen. Dames- en Klnderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen la GOES HULST voeren, had speelgoedkanonnetjes afge vuurd en nog steeds schoot de tijd niet op of kwam iemand haar halen. Susan was uit, daarom dronk Ruth maar thee met Billy en toen hij eindelijk moe was van het spelen, belde ze Dorcas om hem naar bed te brengen. Toevallig viel haar blik op de klok. Het was kwart voor zes. Mijnheer Desmond was al ruim drie uur bij juffrouw Durnford. Het volgend oogenblik ging de deur van de zitkamer open en even later hoorde ze het grint in de oprijlaan kraken. Ruth kon nau welijks wachten tot Dorcas het theegoed weggebracht, het speelgoed had opge ruimd en Billy, die lastig was van moe heid, naar bed had gebracht, dan haastte ze zich naar beneden. Rachel had juist de kamer wat opgeruimd, maar juffrouw Jem had haar verzocht de lamp nog niet op te steken. Ze zat juist als den avond te voren in een armstoel bij1 den haard. Ze was heel bleek en haar oogen toonden nog sporen van tranen. Ze groette Ruth met een flauw glimlachje. „Je zult wel gedacht hebben, dat ik je vergeten had," zei ze vriendelijk, „oni je al die uren alleen te laten, maar ik moest het met hem uitvechten, al hadden we tot middernacht door moeten praten." „O ja, dat begrijp ik!" Ruth was naast haar neergeknield en keek haar angstig aan. „Lieve juffrouw Jem, wilt u me vertellen, wat mijnheer Desmond gezegd heeft?" Een kleur steeg juffrouw Durn ford naar de wangen. „Ik heb hem herhaald, wat jij me ver teld had," antwoordde ze langzaam, „en hij ontkende niets. Het was alles waar, wat de majoor gezegd had, maar het klonk o zoo anders, toen mijnheer Des- mond het vertelde. Het maakte me haast ziek te hooren wat hij en Billy al niet doorgemaakt hadden." „Arme man!" zei Rnth met oprecht medelijden, en juffrouw Durnford knikte vol instemming. „Ja, je mag wel me delijden met hem hebben, waar hij het meeste onder lijdt is, dat zijn vader nooit zal weten dat hij berouw heeft over zijn lichtzinnigheid. „Zoo lang ik leef, zal ik mezelf dat nooit vergeven," zei hij, „hij was de beste, liefste vader, die iemand ooit gehad heeft en ik ik heb zijn dood op mijn geweten, uit schaamte 'over mij is hij gestorven." O, het was verschrikke lijk hem te hooren, Ruth. Hij schreide als een klein kind." „Sprak hij nog over den dood van zijn vrouw?" „Ja, hij vertelde me er alles van; niets heeft hij voor me verborgen gehouden. Ze is nu ongeveer anderhalf jaar dood, hoe wel hij eerst zes maanden geleden het be richt kreeg. Bella schreef hem vanuit New-York. Het was een ongeluk, een aan varing met een stoomboot. Voor men wist wat er gebeurde men vierde feest aan boord en er werd gedanst lagen alle passagiers in het water te spartelen en slechts enkelen konden gered worden, vreeselijk, hè? Geen wonder, dat het, zoo als mijnheer Desmond zei, hem maanden lang achtervolgde; hoe slecht Nona hem ook behandeld had, hij' kon niet verge ten, dat hij haar eens lief had en dat ze toch Billy's moeder was. Maar het zou tegen de menschelijke natuur geweest zijn, als hij niet dankbaar was geweest voor zijn vrijheid. Ruth, je mag hem niet langer zoo hard beoordeelen, want als er iemand waarachtig berouw voelt over de misslagen in zijn jeugd begaan, dan is hij: het; sinds zijl uiteen gegaan zijn, heeft hij' goed geleefd en hard ge werkt en ofschoon hij' arm is, kan hij rondkomen van wat hij verdient. Hij leeft rustig, maar hij kan niet tegen de een zaamheid en hij1 bekende me, dat zijn zenuwen hem in den laatsten tijd wel eens de baas worden. O Ruth, het deed me zoo'n pijn hem te hooren zeggen, dat niemand zich iets aan hem gelegen liet liggen, tot hij! hier in Shepperton kwam en dat hij geen enkelen vriend meer bezat, sedert majoor Hamill was overleden. „Ruth", en juffrouw Jem slikte herhaaldelijk voor het hooge woord er uit wilde, „vanmorgen heb ik een be langrijk besluit genomen; ik ga met hem trouwen en voor hem en Billy zorgen. Als hij dan van niemand sympathie onder vindt, de vrouw, die hem lief heeft, zal hem tenminste nooit zijn zonden voor de voeten werpen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 5