DE ZELOW
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
TWEEDE BLAD
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
Voor den Zondag
Miss Dumford en haar
gezelschapsjuffrouw.
Bertels' Kunstkorrel in de praktijk.
Over <Je resultaten met Bertele'
Opfokvoeder en Bertel,»' Kunst-
korrel ben ik uiterst tevreden.
VJyn 92 jonge hennen.gedurende
8 «eken opgefokt met Bertele'
Opfokvoeder en daarna uitslui
tend met Bertele' Kunetkorrel*
begonnen reeds op 4£ maand te
leggen en leggen thans op
maand reeds gemiddeld 50 eie
ren per dag.De voederkosten
bedragen Qj otsPer kip p.dag*
Bertels' Oliefabrieken N.V., Amsterdam (O.)
FEUILLETON
Ingezonden Hededeeling.
Dt heer P. van Dengen. Terhtydtn, N.Br,, schrijf» ene dd. 26 October 1934:
Gedurende deze maand aerven wij bi)
voeder één droogvoederbafc cadeau. Bsctsl
van tedere 200 Kg. Bertele' Pluimvee-
Uw leverancier oi waar niet ver
krijgbaar direct aan de fabriek.
komt er maar op aan de werkelijkheid
te willen zien en de waarheid te willen.
Ook in de politiek geldt, dat eerlijkheid
't langst duurt en de snelle leugen toch
wordt achterhaald door de waarheid.
Van dat standpunt is ook uitgegaan op
de vergadering, die de C.-H. Kamerkies
kring hier hield. Men heeft daar aandacht
geschonken aan de kapers op de kust, de
N. S. B. en de C. D. U.
Opmerkelijk is, dat in een vergadering
van de V.-D., waar wethouder Boasson een
rede hield over „Gemeentepolitiek in
crisistijd", deze ook een waarschuwende
stem deed hooren tegen het opkomend
fascisme en communisme.
Ook daar dus het fascisme dat men
vreest. Het schijnt wel, dat alle politieke
partijen min of meer geïnfecteerd zijn
door die bacil, zoowel van rechts als van
links. En al die vroegere vaak heftige
bestrijders van elkander, uitgesproken
tegenstanders, vallen elkaar dan broeder
lijk in de armen onder het wakend oog
van Mussert, die dan hun verdere opvoe
ding tot ware vaderlanders voor zijn
rekening neemt. Wat een paedagoog moet
dat zijn.
Ook de bestuurdersbond te Middelburg
heeft zich niet onbetuigd gelaten.
Deze verrijkte onze lectuur met een
pamflet vol politieke eischen, alhoewel
verklaard wordt, dat men niet aan poli
tiek doet. De S.D.A.P. heeft niets met dat
bekende petionnement te maken. De
bestuurdersbond doet niet aan politiek,
zoo beweert men in dat bewuste geschrift.
Het bestuur, waarvan dhr Paul voorzitter
en dhr Wondergem secretaris is, beiden
lid van den gemeenteraad, verwijt „De
Zeeuw" gebrek aan christelijkheid. Deze
heeren, die zichzelf ver van de kerk en
het christendom plaatsen, weten precies
wat anderen moeten doen om een hooge-
ren graad van christelijkheid te berei
ken. Ze weten ook precies wat de regee
ring moet doen, zijn knappere financiers
dan Min. Oud en De Wilde. Zij weten
objecten van belastingheffing aan te wij
zen, die 100 en een ander 20 millioen
(matig geschat??) kunnen op
brengen.
Men móet maar durven.
Na alles wat in den laatsten tijd ge
schreven en gezegd is over deze plannen
en ei s c h e n (zoo staat het er) moet men
toch over een behoorlijken dosis moed be
schikken om zoo te schrijven. Maar de
verkiezingen staan voor de deur. Een
voorbode van wat ons nog te wachten
staat
Intusschen gaat het leven zijn gewonen
gang. De werkloosheid te Middelburg
neemt zoo ongeveer met de week toe. Het
cijfer is nog steeds stijgende en is hooger
dan in 1933. Waar dat heen moet in 1935
vervult allen, die het wel meenen, met
zorg. En dan die beangstigende tegen
stelling. Overvloed van landbouwproduc
ten, zuivelartikelen, vleesch enz. en de
onmogelijkheid voor duizenden om van
dien overvloed iets te krijgen.
Laten we onzen plicht doen om in dien
nood a.s. winter naar vermogen te helpen
voorzien.
Uw vriend,
STENTOR.
Ingezonden Mededeeling.
Goes. In de gisteravond, onder voorzit
terschap van den heer J. C. v. d. Velde, ge
houden vergadering van de commissie
voor economische spijsuitdeeling werd
door den secretaris-penningmeester, den
heer T. Faiberij de Jonge, verslag uitge
bracht over het vorige boekjaar.
In den vorigem winter werden door de
commissie weer vele minder bedeelde stad-
genooten van warme, voedzame spijs voor
zien.
In plaats van op Tweeden Kerstdag,
waarop meestal begonnen wordt, werd nu,
gezien de vele aanvragen, 14 dagen vroe
ger een aanvang gemaakt met de uitdee-
lingen. Het aantal aanvragen was aan
merkelijk meer dan vorige jaren en be
droeg nu 84 gezinnen of alleen zijnde per
sonen, dat is 21 meer dan vorig jaar,
In totaal werden 30 bedoelingen gehou
den (twee per week) en wel van 16 Dee.
1933 tot en met 8 April 1934. Op 23 Dec.
1933 werd een extra^bedeeling gehouden
van krentebrood en kaas in verband met
het 25-jarig jubileum van den secretaris-
penningmeester als lid 'der commissie.
In totaal zijn uitgereikt 8520 porties
warme, voedzame erwtensoep tegen 7860
ten vorigen jare.
De rekening wijst aan een ontvang van
f 1380.841/2, en een uitgaaf van f 1S21.861/*
alzoo een goed slot van f 58.98.
De commissie dankt allen, die haar
steunden en beveelt haar arbeid weer aan
in de belangstelling der stadgenooten.
Voor de Vereen, voor Chr. Winter-
lezingen sprai gisteravond in het „Schut
tershof ds A. K. Straatsma, Ned. Herv.
predikant te Den HaAg over „Moderne
Jeugd."
Veel menschen denken, aldus spreker,
wanneer ze 't hebben over moderne jeugd,
aan slordig of opzichtig gekleede, noncha
lante cocktaildrinkende, vloekende en xoo-
kende jongelui.
En als men daarbij zegt: „Wij waren in
onze jeugd toch heel anders", is dit een
groote onbillijkheid. In de eerste plaats
omdat men het tijdsverband verwaarloost,
doch eveneens, daar de bovengenoemde
feiten excessen zijn, die weer begrijpelijk
zijn, als men denkt aan de bridgende moe
ders, de vele echtscheidingen en wat al
meer. Kan men ook anders verwachten nu
de ouders de normen van zede en mo
raal met de voeten treden?
De jeugd is veranderd, maar ook wij,
ouderen.
Dr de Vletter stelt in zijn boekje „Moei
lijke jaren" typische voorbeelden van de
puberteitsverschijnselen. Hoeveel misver
standen komen niet voor door het niet be
grijpen der ouders van hun kinderen.
'Het is de leeftijd van het verbergen van
het minderwaardigheidsbesef en het ver
langen naar een eigen kamertje, een eigen
dagboek.
Waarom? De puber wil zich lichamelijk
en geestelijk verstoppen.
Een volgend kenmerk van de puberteits
periode komt met het verlangen naar het
derde milieu; na het ouderlijk huis, de
school en nu de „club". Hier verstopt de
puber zich tusschen zijn vrienden, zijn lot-
genooten.
Het eerste kenmerk van de moderne
jeugd is zakelijkheid. De vorige generaties
plachten de dingen te omgeven met gevoel.
Dit is nu contrabande.
Een tweede kenmerk van de moderne
jeugd is de emancipatie.
Opvoeden heeft voor duizenden men
schen beteekend: dresseeren. De individu
aliteit werd onderdrukt. Men kneedde het
kind als 'n stuk stopverf in den gewensch-
ten vorm. Dit was de onvrijheid.
De emancipatie leidde tot anticipatie.
Lees de vreeselijke boeken van Ben Lind
say. Men moet zich niet troosten met de
idee, dat het slechts Amerikaansohe toe
standen zijn.
Er is, zoo zegt spr., een zich vrij vech
tende 'jeugd, die zich niet meer stoort aan
oude, verworden leuzen.
Rousseau spreekt van éducation néga-
tive; geeft daarom aan de jeugd gelegen
heid te worden, hetgeen God haar in het
hart heeft gelegd. Blijft van ze af! Jezus
zegtverhindert ze niet.
Wij' moeten deze jonge menschen in hun
emancipatie helpen, maargeeftzede
vrijheildointegroeien. Want waar
geen vrijheid is, wordt de groei verstikt.
Onze jeugd roept om vrijheid, staat haar
die toe, doch hierbij' zij uw neen: neen, en
uw ja: ja, alleen omdat het üw neen, en
uw ja is. Geen vrijheid zonder tucht, zon
der Christus.
De spreker eindigde deze vrij goed be
zochte bijeenkomst met dankgebed.
Middelburg. Door de Geref. Zondags-
schoolvereeniging „Jachin", die vorige
week in de Noorderkerk het 60-jarig be
staan herdacht met de kinderen en ouders
werd Vrijdagavond met het personeel en
de oud-leden een gezellige bijeenkomst
gehouden. Vele oud-leden waren opgeko
men. De beide predikanten waren tegen
woordig. In toesprakenen herinneringen,
zang en voordrachten werd het 60-jarig
bestaan herdacht.
Vllsslngen. B. en W. stellen den raad
voor den prijs van den grond tusschen
den Boulevard Evertsen en de Kenau
Habselaarstraat te bepalen op f20 per
M2. voor grond aan den Boulevard en
f 12 voor grond aan genoemde straat.
B. en W. stellen voor het percentage
van de waarde der gronden dat als re
serve in het grondbedrijf aanwezig moet
ingezonden Mededeeling.
De Tweede Kamer ging deze week on
verdroten met den begrootingsarbeid
voort. Verschillende hoofdstukken zijn
reeds afgehandeld, waarbij het de betrok
ken Ministers niet bijzonder moeilijk werd
gemaakt.
Tusschen de begrootingsbedrijven door
werd het wetje aangenomen, dat ons den
midden-Eiuropeesohen tijd zal brengen,
waardoor zoowel voor winter als zomer
de klok 40 minuten vooruit zal worden
gezet. Eerlijk gezegd, is het ons niet ge
heel duidelijk, waarom nu opeens de be
zwaren van de landbouw-afgevaardigden
tegen het vooruitzetten van de klok waren
verdwenen.
Deze week zijh weer besprekingen be
gonnen met de Duitsche gedelegeerden
over een nieuw clearing-verdrag. Gehoopt
mag worden, dat de resultaten daarvan
meer bevredigend zullen zijn dan de vo
rige keer.
Voor Indië zoowel als voor de Neder-
landsohe regeering is het zeker een reden
tot blijdschap en een bewijs van groot ver
trouwen, dat de laatste Indische leening
weer zoo schitterend is geslaagd. Moeder
land en koloniën zijn gelukkig, ondanks de
vele moeilijkheden, die telkens weer op
duiken en overwonnen moeten worden,
nog credietwaardig.
Natuurlijk zouden we wel zeer onvol
ledig zijn, als we geen melding maakten
van de grootsche huldiging, welke de kra
nige bemanning van de Uiver Woensdag
j.l., bij de terugkomst te Amsterdam, is
ten deel gevallen. Ons volk weet gelukkig
in zijn geheel zijh nationale helden nog
te eeren, al willen we direct direct hierbij
opmerken, dat de vliegers zelf blijk ga
ven meer nuchter te zijn dan sommige
van hun vereerders.
Onze Zuidelijke buren kregen weer een
nieuw kabinet, dat echter niet onverdeeld
gunstig is ontvangen. Men voorspelt het
geen lang leven.
Te Genève is de Volkenbondsmachine
weer op gang gebracht. Eenige opschud
ding is veroorzaakt door een krasse nota
van Joego-Slavië over Hongarije, dat te
gen de moordenaars van den Zuid-Slavi-
schen koning niet krachtig genoeg is op
getreden. Ongetwijfeld zullen hierover in
Genève wel harde noten gekraakt worden,
want Joego-Slavië staat niet alleen. Het
heeft den steun van andere buren.
Te Genève schijnt ook geconfereerd te
zijn tusschen Litwinoff en Laval over een
Rransch-Russiscb bondgenootschap. Er
wordt dus achter de coulissen wel ge
werkt!
Men heeft dezer dagen in Frankrijk de
ongerustheid over de herbewapening van
Duitschland niet onder stoelen of banken
gestoken. Mag men de Fransche mede-
deelingen dienaangaande gelooven, dan
maakt Duitschland ook heel wat in stilte
klaar. En natuurlijk begint Frankrijk al
vast tegenmaatregelen te nemen.
De iWereld lis Vol wantrouwen,. Zfao
vraagt men zich af: Wat voert Japan toch
in z'n schild?
Het Japansche kabinet heeft nu beslo
ten officieel het vlootverdrag van Was
hington op te zeggen en zich aldus los
te maken van de verhouding 5:5:3 op
het gebied der vtaotbe/wapening.
De vlootbesprekingen te Londen hebben
dus bitter weinig resultaat opgeleverd.
De door Japan gevolgde gedragslijn,
waardoor het in toenemende mate de be
dreiging op twee fronten vergroot (n.l. dat
tegenover Rusland èn tegenover Amerika)
doet dan ook de vraag rijzen: wat wil Ja
pan eigenlijk daarmee bereiken?
zijn evenals voor de jaren 19311933,
ook voor 19341936 op 10 te bepalen.
Het reservefonds bedroeg op 1 Januari
j.l. f 70.678 en de op 1 Januari aanwezige
gronden werden te samen geraamd op
een waarde van f 485.111.
1l Waar de tegenwoordige pachter van
de gemeentelijke aanplakborden, J. A. Pie-
terse van Wijck, niettegenstaande zijn ge
dane beloften in gebreke is gebleven aan
zijn verplichtingen te voldoen, en het te
vens is gebleken, dat thans van de aan
plakborden een zeer druk gebruik wordt
gemaakt, zoodat er geen aanleiding be-
VAN
ZATERDAG 24 NOV. 1934, Nr 48.
DE KRACHT VAN GODS WOORD.
Want het Woord Gods is le
vend en krachtig, en scherpsnij
dender dan eenig tweesnijdend
zwaard. Hebr. 4:12.
De apostel getuigt van het Woord Gods:
het is levend en krachtig, en scherpsnij
dender dan eenig" tweesnijdend zwaard,
en gaat door tot de verdeeling der ziel
en des geestes, en der samenvoegselen en
des mergs, en is een oordeelaar der ge
dachten en der overleggingen des harten.
Het is niet als eens menschen woord,
dat menigmaal zonder leven, en daarom
ook zonder kracht is, vaak niet meer dan
een ijdele klank. Neen, het is het eigen
Woord van den levenden God, en daarom
ten allen tijde krachtig, doende wat Hein
behaagt.
Niemand kan dat Woord wegredenee-
ren, doen alsof het niet door God gespro
ken was. D'at Woord is er altoos en is er
overal en in alle omstandigheden.
De almachtige God heeft leven en
kracht aan zijn Woord verbonden. Het
zal niet ledig tot Hem wederkeeren, het
zal doen wat Hem behaagt, het zal voor
spoedig zijn in hetgene waartoe Hij het
zendt.
Daarom is dat Woord scherpsnijdender
dan eenig tweesnijdend zwaard, en gaat
het door tot de verdeeling der ziel en des
geestes, en der samenvoegselen, en des
mergs, en is het een oordeelaar der ge
dachten en der overleggingen des har
ten.
Schijnbaar is het niet altoos zoo, want
voor ons oog schijnt het alsof alleen Gods
kinderen door de kracht van het levende
Woord worden aangegrepen. Zij immers
zeggen ja en Amen op de vraag: is mijn
Woord niet alzoo als een vuur, en als een
hamer die te morzel slaat?
Het schijnt voor ons oog, dat het
Woord Gods voor de lieden der wereld
niet levend en krachtig is, dat het twee
snijdend scherpe zwaard hen niet wondt,
zelfs niet deert. Zij luisteren er niet eens
naar.
D'at is echter slechts schijn. Eens zal
het voor heel de wereld duidelijk worden
dat de kracht van het levende Woord óók
de ongeloovigien zal aangrijpen, en dat zij
deerlijk getroffen zullen worden door de
vlijmende scherpte van het tweesnijdend
zwaard.
Maar die kracht wordt ook openbaar
ten leven, voor hen, die de belijdenis van
Jezus Christus den grooten Hoogepries-
ter vasthouden.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Na de vrij lange periode van politieke
windstilte is in onze goede stad thans
eenige ritseling gekomen. We zijn nog
wel ver van een verkiezingsorkaan af,
de stormbal is nog niet geheschen; men
begint toch zijn voorzorgsmaatregelen te
nemen. In alle groote partijen gaat men
al mobiliseeren voor de a.s. Staten- en
Gemeenteraadsverkiezingen. Straks wor
den alle huiskamers via den brievenbus
bekogeld met allerlei geschriften, vol
mooie beloften. De doorsnee-burger gaat
zich dan verbeelden, dat de crisis wel
spoedig tot het verleden zal behooren.
De werkloozen zullen snel in aantal ver
minderen, de publieke lichamen zullen
geen salarisverlagingen meer toepassen,
de steunbedragen kunnen omhoog en het
noodige geld voor al die weldaden ligt
maar voor 't grijpen, als de dwaze regee
ring nou maar wil luisteren en doen al
wat die wijze raadgevers aanprijzen.
De eerlijke politieke partijen zullen dien
weg niet opgaan, ook niet vlak voor een
verkiezing. Er valt niets te beloven. Het
Vrij! naar het Engelsch.
83.) ot—
Dat Keefe Desmond berouw had, daar
aan twijfelde juffrouw Durnford geen
oogenbli'k. En ze herinnerde zich, wat
Ruth haar verteld had van den man,
die stond aan het graf zijns vaders
op het kerkhof van Lisgard. Wat moest
er toen wel door het hoofd van den
zoon gegaan zijn, de zoon, die zijns
vaders dood op zijn geweten had? Juf
frouw Durnford knielde neer bij' het
fcinderledikant en ze bad om vergeving
vooor den man, dié in dit leven nimiruer
zou kunnen herstellen, wat hjj misdaan
had.
Juffrouw Durnford zag er vermoeid
uit den volgenden morgen, als had ze
slecht of in het geheel niet geslapen,
maar ze klaagde niet. Als ze Ruth toe
sprak, was haar toon vriendelijk als
altijd, maar ze scheen erg neerslachtig.
Ruth schreef Lilian een kort briefje.
Er viel maar weinig te vertellen.
„Juffrouw Jem schijnt erg geschokt",
schreef ze, maar ze wil niet, dat ik
er over spreken zal. Ze heeft mijnheer
Desmond geschreven haar te komen be
zoeken en ze is van plan hem te vragen,
haar zelf zijn geschiedenis te vertellen.
O Lilian, alsik durf het gewoon
niet neer te schrijven. Nog nooit heb
ik me ergens zoo ongerust over gemaakt.
Ik ben te jong om iemand van juffrouw
Jem's leeftijd van eenig werkelijk nut
te zijn, maar het lijkt me toe, dat eigen
lijk niemand eanigen invloed op haar
heeft in dit geval. Ik zal je weer schrij
ven, als ik iets naders weet, maar in
dien tusschentijd moet je geduld hebben
en je niet al te ongerust maken; en wil
je je broer vertellen, dat ik gedaan heb,
wat ik kon?"
Ruth postte haar brief, toen ze de hon
den even uit ging laten; de rest van den
morgen bleef ze met Billy spelen. Onmid
dellijk na de koffie ging juffrouw Durn
ford naar de zitkamer, maar Ruth durf
de haar niet volgen. Juffrouw Jem had
nauwelijks iets gegeten en ze was zoo rus
teloos en zenuwachtig, dat het meisje
haast bang was om haar aan te spreken.
„Ze ziet er uit, of ze ernstig ziek is, maar
het geeft toch niets, of ik er al iets van
zeg," dacht Ruth. En toen zag ze mijnheer
Desmond haastig de oprijlaan opkomen,
en ze liep gauw weg van het raam, waar
voor ze stond.
Den middag viel Ruth eindeloos lang
en noig nooit was het haar zoo zwaar ge
vallen' den kleinen Billy bezig te houden.
Ze had al een paar dozijn kasteelen ge
bauwd van blokken, had regimenten tin
nen soldaten tegen elkaar oorlog laten
voor Manufacturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen la
GOES HULST
voeren, had speelgoedkanonnetjes afge
vuurd en nog steeds schoot de tijd niet
op of kwam iemand haar halen. Susan
was uit, daarom dronk Ruth maar thee
met Billy en toen hij eindelijk moe was
van het spelen, belde ze Dorcas om hem
naar bed te brengen. Toevallig viel haar
blik op de klok. Het was kwart voor zes.
Mijnheer Desmond was al ruim drie uur
bij juffrouw Durnford. Het volgend
oogenblik ging de deur van de zitkamer
open en even later hoorde ze het grint
in de oprijlaan kraken. Ruth kon nau
welijks wachten tot Dorcas het theegoed
weggebracht, het speelgoed had opge
ruimd en Billy, die lastig was van moe
heid, naar bed had gebracht, dan haastte
ze zich naar beneden. Rachel had juist
de kamer wat opgeruimd, maar juffrouw
Jem had haar verzocht de lamp nog niet
op te steken. Ze zat juist als den avond
te voren in een armstoel bij1 den haard.
Ze was heel bleek en haar oogen toonden
nog sporen van tranen. Ze groette Ruth
met een flauw glimlachje.
„Je zult wel gedacht hebben, dat ik je
vergeten had," zei ze vriendelijk, „oni je
al die uren alleen te laten, maar ik moest
het met hem uitvechten, al hadden we tot
middernacht door moeten praten."
„O ja, dat begrijp ik!" Ruth was naast
haar neergeknield en keek haar angstig
aan. „Lieve juffrouw Jem, wilt u me
vertellen, wat mijnheer Desmond gezegd
heeft?" Een kleur steeg juffrouw Durn
ford naar de wangen.
„Ik heb hem herhaald, wat jij me ver
teld had," antwoordde ze langzaam, „en
hij ontkende niets. Het was alles waar,
wat de majoor gezegd had, maar het
klonk o zoo anders, toen mijnheer Des-
mond het vertelde. Het maakte me haast
ziek te hooren wat hij en Billy al niet
doorgemaakt hadden."
„Arme man!" zei Rnth met oprecht
medelijden, en juffrouw Durnford knikte
vol instemming. „Ja, je mag wel me
delijden met hem hebben, waar hij het
meeste onder lijdt is, dat zijn vader nooit
zal weten dat hij berouw heeft over zijn
lichtzinnigheid. „Zoo lang ik leef, zal ik
mezelf dat nooit vergeven," zei hij, „hij
was de beste, liefste vader, die iemand
ooit gehad heeft en ik ik heb zijn dood
op mijn geweten, uit schaamte 'over mij
is hij gestorven." O, het was verschrikke
lijk hem te hooren, Ruth. Hij schreide
als een klein kind."
„Sprak hij nog over den dood van zijn
vrouw?"
„Ja, hij vertelde me er alles van; niets
heeft hij voor me verborgen gehouden. Ze
is nu ongeveer anderhalf jaar dood, hoe
wel hij eerst zes maanden geleden het be
richt kreeg. Bella schreef hem vanuit
New-York. Het was een ongeluk, een aan
varing met een stoomboot. Voor men wist
wat er gebeurde men vierde feest aan
boord en er werd gedanst lagen alle
passagiers in het water te spartelen en
slechts enkelen konden gered worden,
vreeselijk, hè? Geen wonder, dat het, zoo
als mijnheer Desmond zei, hem maanden
lang achtervolgde; hoe slecht Nona hem
ook behandeld had, hij' kon niet verge
ten, dat hij haar eens lief had en dat ze
toch Billy's moeder was. Maar het zou
tegen de menschelijke natuur geweest
zijn, als hij niet dankbaar was geweest
voor zijn vrijheid. Ruth, je mag hem
niet langer zoo hard beoordeelen, want
als er iemand waarachtig berouw voelt
over de misslagen in zijn jeugd begaan,
dan is hij: het; sinds zijl uiteen gegaan
zijn, heeft hij' goed geleefd en hard ge
werkt en ofschoon hij' arm is, kan hij
rondkomen van wat hij verdient. Hij leeft
rustig, maar hij kan niet tegen de een
zaamheid en hij1 bekende me, dat zijn
zenuwen hem in den laatsten tijd wel eens
de baas worden.
O Ruth, het deed me zoo'n pijn hem te
hooren zeggen, dat niemand zich iets aan
hem gelegen liet liggen, tot hij! hier in
Shepperton kwam en dat hij geen enkelen
vriend meer bezat, sedert majoor Hamill
was overleden. „Ruth", en juffrouw Jem
slikte herhaaldelijk voor het hooge woord
er uit wilde, „vanmorgen heb ik een be
langrijk besluit genomen; ik ga met hem
trouwen en voor hem en Billy zorgen. Als
hij dan van niemand sympathie onder
vindt, de vrouw, die hem lief heeft, zal
hem tenminste nooit zijn zonden voor de
voeten werpen." (Wordt vervolgd.)