DE ZEEUW
feuilleton.
"HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
HET ADRES
A. WILKING
Miss Durnford en haar
gezelschapsjuffrouw.
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
VAN
ZATERDAG 25 AUG. 1834, Nr 275.
WAT GOD DOET.
Want Hij doet smart aan, en Hij
verbindt. Job 5 18.
Elifaz, de Themaniet zegt hier een
woord vol diepe wijsheid.
Ook in het leven van Gods kinderen
zijn de vraagteekens niet weinige. Zeker,
er zijn ook veel uitroepteekens, maar de
vraagteekens vermenigvuldigen zich en
dan soms zoo onrustbarend. In Psalm 13
roept David tot viermaal toe zijn: hoe
lang, Heere?
En bij dat hoelang? van Gods kind
komt dan telkens weer dat andere bange
waarom?
Nu staat hier, dat God smart aandoet,
dat Hij doorwondt.
Wie zoo de vraagteekens ziet, die ziet
ze goed, want met het oog des geloofs be
zien, worden het uitroepteekens. Zeker,
de smart, die God aandoet, wordt gevoeld,
brandend gevoeld. En de wonden, die Hij
slaat, doen pijn, ontzettend veel pijn.
Gods kind lijdt veel zwaarder en veel
dieper, dan het kind der wereld.
Maar toch weet hij één ding: de Heere
kastijdt, dien Hij lief heeft; Hij doet
smart aan en Ilij verbindt; Hij door
wondt en Zijn handen heelen.
Als Hij smart aandoet, is dat noodig.
Hij alleen weet waarom, maar het is
noodig voor Zijn kinderen.
En terwijl Hij smart aandoet, fluistert
Hij tot do ziel, die Hem ook in de be
proeving verbeidt: wat Ik doe, weet gij nu
niet, maar gij zult het na dezen ver
staan.
En dan is in de smart het verbinden
dan is in het doorwonden het heelen.
Want Hij weet, wie Hij slaat. Hij weet,
welk maaksel wij zijn en hoe zwak we zijn
van krachten.
Dan wordt het: ik dank u Heere, dat
Gij mij smart aangedaan hebt, dat Gij
mij hebt doorwondt. D'an wordt er voor
de smart en voor het kruis gedankt, want
dan verkwikken Gods vertroostingen de
ziel. Dan wordt dat verbinden der smart
door God zelf als een rijke genade ge
voeld en dan is Zijn heelen dat van de
moeder, die haar liefste kind verbindt.
Eenmaal verdwijnen alle vraagteekens.
Of liever ze worden uitroepteekens: Ze
gaan op in het eeuwig Hallelder
schare, die komt uit de groote verdruk
king.
ingezonden Mededeeling.
geniale uitvinders, va& oimj flinke on
dernemers en vlijtige arbeiders en van
onze arbeidzame boeren. Onze uitgestrek
te agrarische bodem en de in Duitsche
aarde opgehoopte schatten zullen ons
volk een verzorging met al het noodige
garandeeren en aan de spits van ons han
delen, zoo voer de redenaar voort, zullen
de maatregelen staan ten behoeve van den
Duitschen boer en ter bestrijding van de
werkloosheid. En even zeker als het ons
gelukt is in 1 Yk jaar meer dan 4 Yi mil-
lioen menschen aan werk en brood te
helpen, zoo zal ons dat ook met de rest
gelukken: het zal gelukken, omdat het
gelukken moet!"
In een daarop gevolgde toespraak tot
het werfpersoneel verklaarde Hitier nog:
„Wij moeten ook den laatsten man in
Duitschland, die werken wil, werk geven;
dit groote probleem moet opgelost worden
en het zal daarom ook opgelost werden!
Merkwaardig waren hier de direct
hierop volgende woorden; „Ik geloof, dat
deze verklaring meer waarde heeft, dan
wanneer ik U hier theoretische verhande
lingen zou bieden. Want in mijn oogen
leven de menschen niet voor de theorieën,
maar de theorieën zijn daar voor de men
schen, en wanneer een theorie ook nog
zoo schoon klinkt en in haar gevolg zeven
millioen werkloozen heeft, dan deugt ze
niet en een andere theorie moet in haar
plaats treden!"
In verband hiermede merkt het „Va
derland" dat er rekening mee houdt, dat
het hier verkiezingsredevoeringen geldt,
zoodat men niet op elk slakje zout mag
leggen, o.m. op:
„Wat ons hier treft, is de onvolledig
heid en tegenspraak, en ten slotte een
misbegrip omtrent de economische wetten,
dat onder de gegeven omstandigheden
ernstige gevolgen kan hebben.
Onvolledigheid aangaande de verdere
plannen van de regeering van het Derde
Rijk op het gebied der werkverschaffing.
Reeds eerder hebben wij erkend, dat het
terugbrengen van het enorme aantal
werkloozon tot sterk verkleinde propor
ties een belangrijke prestatie moest wor
den genoemd; alleen twijfelen wij er aan,
of de prijs, welke daarvoor betaald moest
worden, niet te hoog was. Niet alleen, dat
over dit probleem Hitler in alle talen
zwijgt, hij bleef ook in gebreke aan te
geven, hoe hij deze kwestie verder wilde
aanpakken. Want de verzekering, dat het
zal gelukken omdat het moet, moge voor
een propagandarede, vooral als zij' met
den noodigen nadruk wordt uitgesproken,
het best doen de onbevooroordeelde be
schouwer legt een anderen maatstaf aan.
En nu is het in dit opzicht leerrijk, de
cijfers aangaande de vermindering der
werkloosheid over het eerste halfjaar
1933 te leggen naast die over de eerste
maanden van het loopende jaar. Die van
het tweede halfjaar 1933 laten wij' weg,
omdat wij ze niet kunnen vergelijken met
de toekomst; van Augustus tot en met No
vember daalde het aantal nieuw tewerk-
gestelden regelmatig, in November zelfs
zeer sterk om voor December zelfs om te
slaan in een toeneming van het aantal
werkloozen met niet minder dan 343.000
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
DE ECONOMISCHE PROBLEMEN VAN
HET DERDE RIJK.
Naar aanleiding van de door Hitier te
Hamburg gemaakte economische opmer
kingen, bevat het „Vaderland" een inte
ressante beschouwing, waarvan wij hier
een gedeelte laten volgen.
„De groote economische taak, voor wel
ke het Duitsche volk zich gesteld ziet,
dwingt ons, zoo betoogde de Rijkskanse
lier, tot moeilijke besluiten en taaie vol
harding. Maar wij' twijfelen er geen se
conde aan, of wij zullen al die moeilijk
heden overwinnen met behulp van onze
Vrij naar het Engelsch.
15.) _o_
„Zie je, van dat „andere meisje" was
een steek onder water, ze was haar grief
tegen Dorcas, dat deze een hulpje onder
zich zou krijgen om haar in de huiselijke
bezigheden te helpen, nog niet vergeten.
Ze was zoo koppig, en hield zoo voet bij
stuk, dat ik tenslotte mijn geduld verloor,
en haar zei voor haar eigen zaken te zor
gen, dan zou ik de mijne wel behartigen
en dat bracht haar weer wat tot rede.
Maar kijk eens aan, we zijn warempel al
in Dishorough en daar heb je Andries
om voor de bagage te zorgen, hij is de
tuinmansjongen, heel gewillig en gediens
tig" en juffrouw Durnford knikte vrien
delijk tegen een forschen jongen man met
rood haar, die op het perron stond te
^ghten.
HOOFDSTUK VI.
De Dene en zijn meesteres.
Een mooie brougham met een paar
vossen er voor stond op de reizigers te
man.
En dan blijkt dat het aantal tewerk-
gestelden terugliep van 398.000 in Fe
bruari tot 36000 in Juli, terwijl in 1933
het aantal opliep van 13.000 in Februari
tot 293.000 in Juli.
Deze cijfers spreken een duidelijke taal,
vooral als men ze nog aanvult met die,
welke intusschen bekend zijn geworden
omtrent het verloop van zaken gedurende
de eerste zes maanden van dit jaar in
de industrie, en als men er tevens om
denkt, dat heel wat van die nieuwe plaat
singen het gevolg zijn van verkorting van
den werktijd over heel de linie.
Nog altijd is de toestand in de ver-
bruiksgoederenproductie belangrijk slech
ter dan in die van de productiegoederen,
en in een gansche rij -van industrieën is
zoowel het aantal arbeiders als het aan
tal werkuren sedert Januari van dit jaar
sterk teruggeloopen, zoodat in Juni de
toestand vaak nog slechter was dan in
wachten; maar voor juffrouw Durnford
instapte had ze een lang gesprek met den
koetsier. Toen ze zich eindelijk weer tot
Ruth wendde, lag er een trek van be
zorgdheid op haar goedhartig gezicht.
„Is dat nu niet onaangenaam!" riep ze
uit, „Compton is bang, dat de oude pony
weer lam wordt. Hij is er nog niet heele-
maal zeker van. omdat Dick zoo'n ver
schrikkelijke luilak is en je zoo heerlijk
om den tuin kan leiden. Wel alle men
schen, daar gaat Douglas Hilton, zoo waar
als ik Jem heet juist de persoon, die
me kan helpen en juffrouw Durnford
klopte zoo hard op het ruitje, dat Comp
ton zijn paarden inhield en de jongeman
hierdoor opmerkzaam geworden, het rij
tuig zag en het volgend oogenblik op
haar toestapte.
Hij was de langste man, die Ruth ooit
ontmoet had. Later hoorde ze, dat hij bij
na twee meter was en daar hij breed en
stevig was gebouwd, maakte hij den in
druk van een jongen reus. Hij was onte
genzeggelijk knap, ofschoon zijn gezicht
door een ernstigen, bijna zwaarmoedigen
trek werd verduisterd. Hij was glad ge
schoren en ook zijn haar dat roestbruin
van kleur was, droeg hij kortgeknipt.
Zijn kleeding bestond uit een bruin
tweed jachtcostuum en slobkousen; een
mooien zwarte collie, die vroolijk met zijn
staart kwispelde, toen juffrouw Durnford
hem begroette, vergezelde hem.
December 1933, de maand waarin het
aantal werkloozen weer toenam met
343.000 man!
Naast de cijfers staan de meeningen
uit het bedrijfsleven, voor zoover men die
te hooren krijgt dan. Maar een feit is
het, dat Duitsohers uit het bedrijfsleven,
die hier met hun Hollandsche afnemers 1
wel eens hun tong laten gaan, vrijwel al-
len pessimistisch zijn. En ons komen de
regels van Heine over Beltsazar in de
gedachten, regels over het moment toten
ook die heerscher op het toppunt van zijn
macht stond:
Und siehl und sieh! an weiszer Wand,
Da kam's hervor wie Menschenhand;
Und schrieb, und schrieb an weiszer
Wand
Buchstaben von Feuer, und schrieb und
sohwand.
Nu is een verkiezingsrede geen regee-
ringsprogram, al zou de buitenstaander
nu juist erg gaarne op dit punt meer
hebben gehoord dan een bloote verkla
ring „dat het zal gelukken". Hitier zelf
weet natuurlijk ook wel, dat hij er met
woorden alleen niet komt.
Wij erkennen gaarne, het was voor een
propaganda-redevoering handig gedaan
en wij kunnen den donderenden bijval
verstaan, die volgde op den passus over
die slechte theorie, die zeven millioien
werkloozen in haar gevolg meebracht.
Maar zulk een goedkoop woordenspel doet
niets af, ook geen tittel en geen jota, aan
de gelding der economische wetten. En
zegt ons ook niet, hoe Hitier het klaar
moet spelen om van den winter, tegen die
veel gesmade economische wetten in een
kunstmatige hausse te blijven voeden bij
wegsmeltende voorraden en zoo goed als
afgesneden import. Het zegt ons ook niet,
hoe men in Duitschland straks zal weten
te beletten, dat het aantal werkloozen
weer gaat stijgen, het zegt ons evenmin,
hoe men straks de ineenstorting zal
trachten te voorkomen van het kaarten
huis, opgetrokken ter financiering der
werkverschaffing en het zegt ons nog
veel minder hoe het Derde Rijk al zijn
sohoone beloften zal inlossen
OP DEN TERUGWEG.
Wat in Amerika op economisch ge
bied gebeurt, valt voor ons van uit de
verte moeilijk te beoordeelen. Men moet
de toestanden kennen om de beteekenis
van de genomen maatregelen te kunnen
bepalen.
Toch, zegt de N. Pr. Gt. Crt., biedt
Amerika wel een les.
Allereerst ten aanzien van de z.g. koop
kracht-theorie.
Men had er even voor de crisis het so
ciale probleem opgelost.
Hoe meer een volk verdient ho© meer
het kan koopen. De oplossing van alle
moeilijkheden is dyjs, heel eenvoudig. Men
verhoogt de loonen en sterkt de koop
kracht. Ja, men hreidt het crediet uit
zoodat reeds gekocht kan worden vóór
het geld om te koopen werd verdiend. Dan
bloeit de nijverheid, de bloei van het leven
neemt toe. Er is een vaste gang in het
leven gekomen die door Terrero eens dus
geteekend werd: tot het volk wordt ge
zegd: consumeer en produceer, produceer
en consumeer. In steeds haastiger tempo.
Hoe hoog moet de welvaart wel niet stij
gen? Voor een ieder zou er rijkdom zijn.
Armoede werd een onmogelijkheid. Het:
zalig zij'n de rijken, was de korte inhoud
van het nieuwe sociale evangelie.
Het lijkt alles precies op hetgeen de so
cialisten voor ons land thans aanprijzen.
Breng geld onder de menschen. De staat
maakt het tenslotte zelf. Wek de koop
kracht en de welvaart neemt toe.
Maar in Amerika kwam de vreeselijke
teleurstelling. En heel het economische
leven raakte in geweldige verwarring. Do
armoede en ellende werden groot.
De koopkrachttheorie bleek een valsche
theorio te zijn.
Wat moest er nu gebeuren? President
Ingezonden Mededeeling.
„Of ik ook altijd gelukkig ben," zeide
ze vroolijk. „Je bent juist den man, dien
ik noodig heb. Stap in, als een goed
oud vriend. Wat zeg je? Heb je geen tijd?
Wel zie je, Dick is weer lam of hij' doet
alsof en ik zou er graag je meening over
hooren."
„Ik zal morgen even aankomen, juf
frouw Durnford," antwoordde de jonge
man. Zijn stem klonk aangenaam en be
schaafd. „Het spijt mij' erg dat ik nu niet
wat van mijn tijd af kan staan. Lilian is
op „Chez-Nous" en ik heb beloofd haar
te komen halen. Ik was juist op weg naar
de Dragon om de dogcart te halen, en ik
ben nog al laat."
„Op mijn woord! Het is dik aan tus
schen Lilian en Lona," antwoordde juf
frouw Durnford met een veelbeteekenend
lachje, maar mijnheer Hilton keek wat
nieuwsgierig naar Ruth en gaf geen ant
woord. Hij vroeg zich af, wie die vreemde
juffrouw kon zijn en waar Jem Durnford
haar had leeren kennen. Ze waren niet
aan elkaar voorgesteld. Juffrouw Durn
ford vergat zulk soort dingen maar al te
vaak, tot groot 'Ongemak van hen, die in
haar gezelschap verkeerden.
„Nou, kom dan morgen maar, zoo vroeg
als je kan," vervolgde ze haastig. „Doe
mijn groeten aan Lilian en zeg haar mij
eens gauw op te komen zoeken. Vooruit
Gompton," en het volgend oogenblik zet
ten de vossen zich in draf.
Roosevelt kwam op de gedachte, dat hij
heel het economisch leven van boven af
zou kunnen regelen.
Zijn optreden had feitelijk inflatie ten
gevolge.
Maar men achtte dit een voordeel. De
hersentrust had een prachtig plan en dat
zou worden uitgevoerd. Voor elk bedrijf
werd een oode vastgesteld. Zoo lang wer
ken, zooveel productie, zulk een loon, en
zulk een prijs.
Het leven is zeer ingewikkeld. Gemeld
wordt, dat er tenslotte reeds meer dan
vijfhonderd zulke regelingen waren.
Natuurlijik was dit niet voldoende. En
de groote commandant Johnson, die gene
raal is, begon een reis door zijp land om
zijn stelsel met kracht te verdedigen. Wat
heeft hij onderweg echter gezien?
Halverwege heeft hij zijn propaganda-
tocht gestaakt is teruggekeerd naar Was
hington, en heeft daarna bepaald, dat
een groot aantal codes voor het kleinbe
drijf werden opgeheven.
Dat is het aanvaarden van den terug
tocht.
Een algeheel beheerschen door de over
heid van het maatschappelijk leven is een
onmogelijkheid. En leidt tot de grootste
ellende.
Ook dat bleek nu weer uit de practijk.
Goes. Gemeenteraad. De Raad
der gemeente Goes zal a.s. Donderdag,
des namiddags te half drie vergaderen.
Aan de orde komen o.m. de volgende pun
ten:
Verzoeken om afschrijving van belas
ting.
Benoeming lid Gascommissie (vacature
dhr A. Vermaire).
Benoeming Directrice en Administra
teur van het Gasthuis.
Bezwaarschriften tegen aanslagen in
de stroatbelasting.
Voorstel van drie leden van den Raud
tot vermindering huurwaarde personeele
belasting voor café- en restaurantbedrij
ven.
Benoeming Directrice en
Adminstrateur. Door het be
stuur van het Gasthuis zijn de volgende
voordrachten ingediend:
Voor directrice: J. P. M. Ritter; voor
administrateur: A. Adriaansen.
In verband met de zeer bijzondere om
standigheden waaronder ditmaal het in
dienen der voordracht plaats heeft, ver
zoekt het bestuur goedkeuring te willen
hechten aan het feit, dat in afwijking van
het bepaalde in het eerste lid der artike
len 21 en 24 een voordracht van één be
noembare wordt ingediend.
Bezwaren aanslagen in
de straat belasting. Met be
trekking tot de bij hen ingekomen be
zwaarschriften tegen aanslagen in de
straatbelasting over 1933 (aanvullingsko
hier) en 1934 deelen Burgemeester en
Wethouders mede, dat in totaal zes
bezwaarschriften zijn ingediend, alle bin
nen den vereisohten tijd van twee maan
den na de dagteekening der aanslagbil
jetten, zoodat zij alle voor behandeling
vatbaar zijn. B. en W. concludeeren voor
vijf van deze bezwaarschriften tot hand
having van den aanslag.
Alleen het bezwaar van rentmeester der
Capellerie te Kloetinge, die vernietiging
verzoekt van de aanslagen voor de per-
ceelen gemeente Goes, sectie B nos 628 en
629, op grond, dat de gemeente zelf deze
perceelen gedeeltelijk in eigendom, gedeel
telijk in erfpacht heeft wordt gegrond ge
acht, zoodat deze aanslagen hehooren te
worden vernietigd.
Personeele belasting.
Door een drietal leden van den Raad werd
ingediend een voorstel om voor de café-
en restaurantbedrijven in deze gemeente
van toepassing te verklaren de regeling,
vervat in art. 11, par. 3, eerste lid letter
a dier wet, m.a.w. slechts voor twee derde
als belastbare huurwaarde aan te merken
de huurwaarde der inrichting.
De Raad heeft in zijn vergadering van
„Wie was dat?" vroeg Ruth, op haar
beurt nieuwsgierig, toen de jonge man
zijn hoed afnam en wegging. „Hij ziet er
uit of hij! militair is geweest."
„Dat zeggen meer menschen. Een flin
ke man is hij, hè juffrouw Cleveland!
Maar onze Bob is een heerenhoer en geen
militair. Hij heeft een mooie bezitting in
Meafield, drie of vier mijl van hier. Die
heeft al aan zijn vader en grootvader be
hoord „Willebrordusklooster" heette
ze."
„Wat een eigenaardige naam!" merkte
Ruth op, blij1, dat ze ook eens wat kon zeg
gen.
„O, ik geloof, dat het woonhuis vroeger
tot een klooster behoord heeft. Er is een
groote vij'ver in den tuin, waarin karpers
geteeld werden, herinner ik me wel. Maar
de kinderen hebben den naam veranderd
in Monnikshoeve; die oude naam klonk
zoo roomsch, hè?"
„Is de moeder ook dood!"
„Al een paar jaar. Lilian heeft nog
maar kort geleden den rouw afgelegd. Ze
was een lief mensch. Ik hield heel veel
van haar, want ze was mijn eerste vrien
din, toen ik naar Dene kwam. Van haar
twee kinderen houd ik ook heel veel. Ik
zie ze haast elke week, als ze in Disho
rough komen. Lilian is een heel verstan
dig meisje en is de beste huishoudster, die
je je maar kunt vooratellen en wat Dab
betreft, zoo groot als hij! is, is hij zijn ge
Met leedwezen zullen velen vernomen
hebben, dat H.M. onze Koningin niet zóó
van hare vacantie kon genieten, als wel
gewenscht was. Enkele dagen geleden
werd gemeld dat H. M. wegens groote
vermoeidheid genoodzaakt was rust te
nemen en thans komt opnieuw het be
richt, dat H. M. zeer vermoeid is, en vol
komen rust moet houden.
Na de vele emoties die onze Vorstin in
de achterliggende maanden onderging en
die haar wel in dubbele mate moeten heb
ben getroffen, omdat zij gewoon is zich
in alles te beheerschen, wekken deze be
richten niet al te groote verwondering.
De snaren zijn zoo sterk gespannen ge
weest, dat het niet behoeft te verbazen,
als een sterke reactie gevoeld wordt.
Toch wekt deze ongesteldheid al dade
lijk eenige ongerustheid. En de over-
groote meerderheid van ons volk is dan
ook eenstemmig in den wensch, dat Hare
Majesteit de rust moge vinden, die zij
zoozeer noodig heeft en dat het God den
Heere moge behagen, haar volkomen her
stel te schenken.
Er is hierbij één gelukkige omstandig
heid, n.l. deze, dat de spanning in ons
volksleven minder groot is dan in vele
andere landen, waar aan de regeeringen
ontzaglijk zware eischen worden gesteld.
Het is moeilijk te zeggen, hoe het er
precies uitziet in de wereld. De berich
ten van de laatste dagen hebben echter
wel doen zien, dat de toestand ver van
gunstig is. De verhouding tusschen Rus
land en Japan laat veel te wenschen over
en ook tusschen Japan en China is er
voortdurend eenige wrijving.
Het Duitsche volk heeft in de afgeloo-
pen week de gelegenheid gehad zich uit
te spreken over de vraag, of men het op
treden van Hitier als Rijkspresident al
dfcn tikt gcoükcui i.e Zoo heette het al
thans. In werkelijkheid was het zóó, dat
men stond voor een voldongen feit, waar
aan niets te veranderen viel, terwijl het
in sommige gevallen nog een waagstuk
was uit te spreken dat men met den gang
van zaken niet was ingenomen.
Intusschen heeft Hitier zijn doel be
reikt. Hij is thans geklommen tot de hoog
ste sport van de politieke ladder. Een
groote macht is in zijn handen gelegd.
Maar groot is ook de verantwoordelijkheid
die hij draagt. Wij denken hierbij o.a. aan
het optreden van de machthebbers in
Duitschland tegenover de kerken, waar
van men het eigen recht niet wil erken
nen en die geheel onder de macht van
den staat worden gebracht. Dat is althans
het streven. Zij het aan de kerken gege
ven, manmoedig stand te houden en de
goede belijdenis niet los te laten. Hitier
is een groot man en de Nat. Soc. partij
heeft een ontzaglijken invloed. Maar deze
macht en invloed zijn toch altijd betrek
kelijk, wijl tijdelijk. En als de naam van
Hitier zal zijn vergaan en als dé'Nat
Soc. partij niet meer gedacht wordt, dan
zal nog groot zijn de Naam van Jezus, die
ondanks alles zijn kerk in stand zal hou
den.
9 Augustus j.l. 'besloten hierop geen be
slissing te nemen, alvorens uit do door
belanghebbenden overgelegde gegevens on-
oinstootelijk vast staat, dat in deze ge
meente in de bovenbedoelde bedrijven moet
worden gesproken van een noodtoestand.
Aan de door B. en W. gedane uitnoodi-
ging aan 39 personen om de noodige ge
gevens uiterlijk 23 Augustus 1934 te wil
len verstrekken, hebben naar B. en W.
meedeelen. 22 personen gehoor gegeven,
terwijl slechts een gering aantal een meer
of minder volledig exploitatie-overzicht
heeft overgelegd.
Om uit deze 'betrekkelijk weinige ge
gevens te concludeeren of er in deze ge
meente sprake is van een noodtoestand
was zeer moeilijk. In een onvoltallige ver
gadering van B. en W. staakten te dien
opzichte de stemmen, zoodat geen beslis
sing gevallen is.
Aangezien vóór 1 September 1934 door
den Raad een beslissing genomen moet
worden, leggen B. en W. de toegezonden
bescheiden over.
Indien (het voorstel van de drie raads-
wicht in goud waard.
Juffrouw Durnford sprak met zooveel
warmte en geestdrift, dat Ruth graag ver
der gevraagd zou hebben, maar haar aan
dacht werd afgeleid door het landschap
rondom haar. Een grijze kloosterkapel,
waartoe een schilderachtige poort toe
gang verleende, tusschen popperige klei
ne huisjes met typische oude geveltjes.
Het geheel zag er zoo bekoorlijk en vre
dig uit, in zij'n omlijsting van groen lea
ver, beschenen door de ondergaande zon,
die langs goud omrande wolken, zijn stram
ien uitgoot, dat Ruth een kreet van be
wondering slaakte.
„O, hoe prachtig, juffrouw Durnford!"
riep ze verrukt uit.
„Ja, het is een mooi oud gebouw," ant
woordde haar gezellin „en rustig ook."
„Het staat zoo ver van den hoofdweg af.
We zijn nog altijd in Dishorough, moet je
weten. Maar daar bij dien hoek begint
Sheppert/oto. Kijk eens goed uit. Daar zajn
de huisjes, die bijl de Dene hehooren,
waar Gompton en zijn vrouw en Benton
en zijtn dochter wonen. Benton is de tuin
man en de bedienden beweren, dat An
dries en Martha Benton een paar zullen
worden. Hij woont bij de Bentons in,
weet je. Martha is een knap meisje. Ze is
nu waschmeisje en ik zou haar niet
graag missen, zooals ik haar vader al
eens verteld héb."
(Wordt vervolgd.)