DE ZEEUW feuilleton. "HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL TWEEDE BLAD Voor den Zondag HET ADRES A. WILKING Miss Durnford en haar gezelschapsjuffrouw. Uit de Provincie Wat er deze week voorviel VAN ZATERDAG 25 AUG. 1834, Nr 275. WAT GOD DOET. Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt. Job 5 18. Elifaz, de Themaniet zegt hier een woord vol diepe wijsheid. Ook in het leven van Gods kinderen zijn de vraagteekens niet weinige. Zeker, er zijn ook veel uitroepteekens, maar de vraagteekens vermenigvuldigen zich en dan soms zoo onrustbarend. In Psalm 13 roept David tot viermaal toe zijn: hoe lang, Heere? En bij dat hoelang? van Gods kind komt dan telkens weer dat andere bange waarom? Nu staat hier, dat God smart aandoet, dat Hij doorwondt. Wie zoo de vraagteekens ziet, die ziet ze goed, want met het oog des geloofs be zien, worden het uitroepteekens. Zeker, de smart, die God aandoet, wordt gevoeld, brandend gevoeld. En de wonden, die Hij slaat, doen pijn, ontzettend veel pijn. Gods kind lijdt veel zwaarder en veel dieper, dan het kind der wereld. Maar toch weet hij één ding: de Heere kastijdt, dien Hij lief heeft; Hij doet smart aan en Ilij verbindt; Hij door wondt en Zijn handen heelen. Als Hij smart aandoet, is dat noodig. Hij alleen weet waarom, maar het is noodig voor Zijn kinderen. En terwijl Hij smart aandoet, fluistert Hij tot do ziel, die Hem ook in de be proeving verbeidt: wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen ver staan. En dan is in de smart het verbinden dan is in het doorwonden het heelen. Want Hij weet, wie Hij slaat. Hij weet, welk maaksel wij zijn en hoe zwak we zijn van krachten. Dan wordt het: ik dank u Heere, dat Gij mij smart aangedaan hebt, dat Gij mij hebt doorwondt. D'an wordt er voor de smart en voor het kruis gedankt, want dan verkwikken Gods vertroostingen de ziel. Dan wordt dat verbinden der smart door God zelf als een rijke genade ge voeld en dan is Zijn heelen dat van de moeder, die haar liefste kind verbindt. Eenmaal verdwijnen alle vraagteekens. Of liever ze worden uitroepteekens: Ze gaan op in het eeuwig Hallelder schare, die komt uit de groote verdruk king. ingezonden Mededeeling. geniale uitvinders, va& oimj flinke on dernemers en vlijtige arbeiders en van onze arbeidzame boeren. Onze uitgestrek te agrarische bodem en de in Duitsche aarde opgehoopte schatten zullen ons volk een verzorging met al het noodige garandeeren en aan de spits van ons han delen, zoo voer de redenaar voort, zullen de maatregelen staan ten behoeve van den Duitschen boer en ter bestrijding van de werkloosheid. En even zeker als het ons gelukt is in 1 Yk jaar meer dan 4 Yi mil- lioen menschen aan werk en brood te helpen, zoo zal ons dat ook met de rest gelukken: het zal gelukken, omdat het gelukken moet!" In een daarop gevolgde toespraak tot het werfpersoneel verklaarde Hitier nog: „Wij moeten ook den laatsten man in Duitschland, die werken wil, werk geven; dit groote probleem moet opgelost worden en het zal daarom ook opgelost werden! Merkwaardig waren hier de direct hierop volgende woorden; „Ik geloof, dat deze verklaring meer waarde heeft, dan wanneer ik U hier theoretische verhande lingen zou bieden. Want in mijn oogen leven de menschen niet voor de theorieën, maar de theorieën zijn daar voor de men schen, en wanneer een theorie ook nog zoo schoon klinkt en in haar gevolg zeven millioen werkloozen heeft, dan deugt ze niet en een andere theorie moet in haar plaats treden!" In verband hiermede merkt het „Va derland" dat er rekening mee houdt, dat het hier verkiezingsredevoeringen geldt, zoodat men niet op elk slakje zout mag leggen, o.m. op: „Wat ons hier treft, is de onvolledig heid en tegenspraak, en ten slotte een misbegrip omtrent de economische wetten, dat onder de gegeven omstandigheden ernstige gevolgen kan hebben. Onvolledigheid aangaande de verdere plannen van de regeering van het Derde Rijk op het gebied der werkverschaffing. Reeds eerder hebben wij erkend, dat het terugbrengen van het enorme aantal werkloozon tot sterk verkleinde propor ties een belangrijke prestatie moest wor den genoemd; alleen twijfelen wij er aan, of de prijs, welke daarvoor betaald moest worden, niet te hoog was. Niet alleen, dat over dit probleem Hitler in alle talen zwijgt, hij bleef ook in gebreke aan te geven, hoe hij deze kwestie verder wilde aanpakken. Want de verzekering, dat het zal gelukken omdat het moet, moge voor een propagandarede, vooral als zij' met den noodigen nadruk wordt uitgesproken, het best doen de onbevooroordeelde be schouwer legt een anderen maatstaf aan. En nu is het in dit opzicht leerrijk, de cijfers aangaande de vermindering der werkloosheid over het eerste halfjaar 1933 te leggen naast die over de eerste maanden van het loopende jaar. Die van het tweede halfjaar 1933 laten wij' weg, omdat wij ze niet kunnen vergelijken met de toekomst; van Augustus tot en met No vember daalde het aantal nieuw tewerk- gestelden regelmatig, in November zelfs zeer sterk om voor December zelfs om te slaan in een toeneming van het aantal werkloozen met niet minder dan 343.000 voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST DE ECONOMISCHE PROBLEMEN VAN HET DERDE RIJK. Naar aanleiding van de door Hitier te Hamburg gemaakte economische opmer kingen, bevat het „Vaderland" een inte ressante beschouwing, waarvan wij hier een gedeelte laten volgen. „De groote economische taak, voor wel ke het Duitsche volk zich gesteld ziet, dwingt ons, zoo betoogde de Rijkskanse lier, tot moeilijke besluiten en taaie vol harding. Maar wij' twijfelen er geen se conde aan, of wij zullen al die moeilijk heden overwinnen met behulp van onze Vrij naar het Engelsch. 15.) _o_ „Zie je, van dat „andere meisje" was een steek onder water, ze was haar grief tegen Dorcas, dat deze een hulpje onder zich zou krijgen om haar in de huiselijke bezigheden te helpen, nog niet vergeten. Ze was zoo koppig, en hield zoo voet bij stuk, dat ik tenslotte mijn geduld verloor, en haar zei voor haar eigen zaken te zor gen, dan zou ik de mijne wel behartigen en dat bracht haar weer wat tot rede. Maar kijk eens aan, we zijn warempel al in Dishorough en daar heb je Andries om voor de bagage te zorgen, hij is de tuinmansjongen, heel gewillig en gediens tig" en juffrouw Durnford knikte vrien delijk tegen een forschen jongen man met rood haar, die op het perron stond te ^ghten. HOOFDSTUK VI. De Dene en zijn meesteres. Een mooie brougham met een paar vossen er voor stond op de reizigers te man. En dan blijkt dat het aantal tewerk- gestelden terugliep van 398.000 in Fe bruari tot 36000 in Juli, terwijl in 1933 het aantal opliep van 13.000 in Februari tot 293.000 in Juli. Deze cijfers spreken een duidelijke taal, vooral als men ze nog aanvult met die, welke intusschen bekend zijn geworden omtrent het verloop van zaken gedurende de eerste zes maanden van dit jaar in de industrie, en als men er tevens om denkt, dat heel wat van die nieuwe plaat singen het gevolg zijn van verkorting van den werktijd over heel de linie. Nog altijd is de toestand in de ver- bruiksgoederenproductie belangrijk slech ter dan in die van de productiegoederen, en in een gansche rij -van industrieën is zoowel het aantal arbeiders als het aan tal werkuren sedert Januari van dit jaar sterk teruggeloopen, zoodat in Juni de toestand vaak nog slechter was dan in wachten; maar voor juffrouw Durnford instapte had ze een lang gesprek met den koetsier. Toen ze zich eindelijk weer tot Ruth wendde, lag er een trek van be zorgdheid op haar goedhartig gezicht. „Is dat nu niet onaangenaam!" riep ze uit, „Compton is bang, dat de oude pony weer lam wordt. Hij is er nog niet heele- maal zeker van. omdat Dick zoo'n ver schrikkelijke luilak is en je zoo heerlijk om den tuin kan leiden. Wel alle men schen, daar gaat Douglas Hilton, zoo waar als ik Jem heet juist de persoon, die me kan helpen en juffrouw Durnford klopte zoo hard op het ruitje, dat Comp ton zijn paarden inhield en de jongeman hierdoor opmerkzaam geworden, het rij tuig zag en het volgend oogenblik op haar toestapte. Hij was de langste man, die Ruth ooit ontmoet had. Later hoorde ze, dat hij bij na twee meter was en daar hij breed en stevig was gebouwd, maakte hij den in druk van een jongen reus. Hij was onte genzeggelijk knap, ofschoon zijn gezicht door een ernstigen, bijna zwaarmoedigen trek werd verduisterd. Hij was glad ge schoren en ook zijn haar dat roestbruin van kleur was, droeg hij kortgeknipt. Zijn kleeding bestond uit een bruin tweed jachtcostuum en slobkousen; een mooien zwarte collie, die vroolijk met zijn staart kwispelde, toen juffrouw Durnford hem begroette, vergezelde hem. December 1933, de maand waarin het aantal werkloozen weer toenam met 343.000 man! Naast de cijfers staan de meeningen uit het bedrijfsleven, voor zoover men die te hooren krijgt dan. Maar een feit is het, dat Duitsohers uit het bedrijfsleven, die hier met hun Hollandsche afnemers 1 wel eens hun tong laten gaan, vrijwel al- len pessimistisch zijn. En ons komen de regels van Heine over Beltsazar in de gedachten, regels over het moment toten ook die heerscher op het toppunt van zijn macht stond: Und siehl und sieh! an weiszer Wand, Da kam's hervor wie Menschenhand; Und schrieb, und schrieb an weiszer Wand Buchstaben von Feuer, und schrieb und sohwand. Nu is een verkiezingsrede geen regee- ringsprogram, al zou de buitenstaander nu juist erg gaarne op dit punt meer hebben gehoord dan een bloote verkla ring „dat het zal gelukken". Hitier zelf weet natuurlijk ook wel, dat hij er met woorden alleen niet komt. Wij erkennen gaarne, het was voor een propaganda-redevoering handig gedaan en wij kunnen den donderenden bijval verstaan, die volgde op den passus over die slechte theorie, die zeven millioien werkloozen in haar gevolg meebracht. Maar zulk een goedkoop woordenspel doet niets af, ook geen tittel en geen jota, aan de gelding der economische wetten. En zegt ons ook niet, hoe Hitier het klaar moet spelen om van den winter, tegen die veel gesmade economische wetten in een kunstmatige hausse te blijven voeden bij wegsmeltende voorraden en zoo goed als afgesneden import. Het zegt ons ook niet, hoe men in Duitschland straks zal weten te beletten, dat het aantal werkloozen weer gaat stijgen, het zegt ons evenmin, hoe men straks de ineenstorting zal trachten te voorkomen van het kaarten huis, opgetrokken ter financiering der werkverschaffing en het zegt ons nog veel minder hoe het Derde Rijk al zijn sohoone beloften zal inlossen OP DEN TERUGWEG. Wat in Amerika op economisch ge bied gebeurt, valt voor ons van uit de verte moeilijk te beoordeelen. Men moet de toestanden kennen om de beteekenis van de genomen maatregelen te kunnen bepalen. Toch, zegt de N. Pr. Gt. Crt., biedt Amerika wel een les. Allereerst ten aanzien van de z.g. koop kracht-theorie. Men had er even voor de crisis het so ciale probleem opgelost. Hoe meer een volk verdient ho© meer het kan koopen. De oplossing van alle moeilijkheden is dyjs, heel eenvoudig. Men verhoogt de loonen en sterkt de koop kracht. Ja, men hreidt het crediet uit zoodat reeds gekocht kan worden vóór het geld om te koopen werd verdiend. Dan bloeit de nijverheid, de bloei van het leven neemt toe. Er is een vaste gang in het leven gekomen die door Terrero eens dus geteekend werd: tot het volk wordt ge zegd: consumeer en produceer, produceer en consumeer. In steeds haastiger tempo. Hoe hoog moet de welvaart wel niet stij gen? Voor een ieder zou er rijkdom zijn. Armoede werd een onmogelijkheid. Het: zalig zij'n de rijken, was de korte inhoud van het nieuwe sociale evangelie. Het lijkt alles precies op hetgeen de so cialisten voor ons land thans aanprijzen. Breng geld onder de menschen. De staat maakt het tenslotte zelf. Wek de koop kracht en de welvaart neemt toe. Maar in Amerika kwam de vreeselijke teleurstelling. En heel het economische leven raakte in geweldige verwarring. Do armoede en ellende werden groot. De koopkrachttheorie bleek een valsche theorio te zijn. Wat moest er nu gebeuren? President Ingezonden Mededeeling. „Of ik ook altijd gelukkig ben," zeide ze vroolijk. „Je bent juist den man, dien ik noodig heb. Stap in, als een goed oud vriend. Wat zeg je? Heb je geen tijd? Wel zie je, Dick is weer lam of hij' doet alsof en ik zou er graag je meening over hooren." „Ik zal morgen even aankomen, juf frouw Durnford," antwoordde de jonge man. Zijn stem klonk aangenaam en be schaafd. „Het spijt mij' erg dat ik nu niet wat van mijn tijd af kan staan. Lilian is op „Chez-Nous" en ik heb beloofd haar te komen halen. Ik was juist op weg naar de Dragon om de dogcart te halen, en ik ben nog al laat." „Op mijn woord! Het is dik aan tus schen Lilian en Lona," antwoordde juf frouw Durnford met een veelbeteekenend lachje, maar mijnheer Hilton keek wat nieuwsgierig naar Ruth en gaf geen ant woord. Hij vroeg zich af, wie die vreemde juffrouw kon zijn en waar Jem Durnford haar had leeren kennen. Ze waren niet aan elkaar voorgesteld. Juffrouw Durn ford vergat zulk soort dingen maar al te vaak, tot groot 'Ongemak van hen, die in haar gezelschap verkeerden. „Nou, kom dan morgen maar, zoo vroeg als je kan," vervolgde ze haastig. „Doe mijn groeten aan Lilian en zeg haar mij eens gauw op te komen zoeken. Vooruit Gompton," en het volgend oogenblik zet ten de vossen zich in draf. Roosevelt kwam op de gedachte, dat hij heel het economisch leven van boven af zou kunnen regelen. Zijn optreden had feitelijk inflatie ten gevolge. Maar men achtte dit een voordeel. De hersentrust had een prachtig plan en dat zou worden uitgevoerd. Voor elk bedrijf werd een oode vastgesteld. Zoo lang wer ken, zooveel productie, zulk een loon, en zulk een prijs. Het leven is zeer ingewikkeld. Gemeld wordt, dat er tenslotte reeds meer dan vijfhonderd zulke regelingen waren. Natuurlijik was dit niet voldoende. En de groote commandant Johnson, die gene raal is, begon een reis door zijp land om zijn stelsel met kracht te verdedigen. Wat heeft hij onderweg echter gezien? Halverwege heeft hij zijn propaganda- tocht gestaakt is teruggekeerd naar Was hington, en heeft daarna bepaald, dat een groot aantal codes voor het kleinbe drijf werden opgeheven. Dat is het aanvaarden van den terug tocht. Een algeheel beheerschen door de over heid van het maatschappelijk leven is een onmogelijkheid. En leidt tot de grootste ellende. Ook dat bleek nu weer uit de practijk. Goes. Gemeenteraad. De Raad der gemeente Goes zal a.s. Donderdag, des namiddags te half drie vergaderen. Aan de orde komen o.m. de volgende pun ten: Verzoeken om afschrijving van belas ting. Benoeming lid Gascommissie (vacature dhr A. Vermaire). Benoeming Directrice en Administra teur van het Gasthuis. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de stroatbelasting. Voorstel van drie leden van den Raud tot vermindering huurwaarde personeele belasting voor café- en restaurantbedrij ven. Benoeming Directrice en Adminstrateur. Door het be stuur van het Gasthuis zijn de volgende voordrachten ingediend: Voor directrice: J. P. M. Ritter; voor administrateur: A. Adriaansen. In verband met de zeer bijzondere om standigheden waaronder ditmaal het in dienen der voordracht plaats heeft, ver zoekt het bestuur goedkeuring te willen hechten aan het feit, dat in afwijking van het bepaalde in het eerste lid der artike len 21 en 24 een voordracht van één be noembare wordt ingediend. Bezwaren aanslagen in de straat belasting. Met be trekking tot de bij hen ingekomen be zwaarschriften tegen aanslagen in de straatbelasting over 1933 (aanvullingsko hier) en 1934 deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat in totaal zes bezwaarschriften zijn ingediend, alle bin nen den vereisohten tijd van twee maan den na de dagteekening der aanslagbil jetten, zoodat zij alle voor behandeling vatbaar zijn. B. en W. concludeeren voor vijf van deze bezwaarschriften tot hand having van den aanslag. Alleen het bezwaar van rentmeester der Capellerie te Kloetinge, die vernietiging verzoekt van de aanslagen voor de per- ceelen gemeente Goes, sectie B nos 628 en 629, op grond, dat de gemeente zelf deze perceelen gedeeltelijk in eigendom, gedeel telijk in erfpacht heeft wordt gegrond ge acht, zoodat deze aanslagen hehooren te worden vernietigd. Personeele belasting. Door een drietal leden van den Raad werd ingediend een voorstel om voor de café- en restaurantbedrijven in deze gemeente van toepassing te verklaren de regeling, vervat in art. 11, par. 3, eerste lid letter a dier wet, m.a.w. slechts voor twee derde als belastbare huurwaarde aan te merken de huurwaarde der inrichting. De Raad heeft in zijn vergadering van „Wie was dat?" vroeg Ruth, op haar beurt nieuwsgierig, toen de jonge man zijn hoed afnam en wegging. „Hij ziet er uit of hij! militair is geweest." „Dat zeggen meer menschen. Een flin ke man is hij, hè juffrouw Cleveland! Maar onze Bob is een heerenhoer en geen militair. Hij heeft een mooie bezitting in Meafield, drie of vier mijl van hier. Die heeft al aan zijn vader en grootvader be hoord „Willebrordusklooster" heette ze." „Wat een eigenaardige naam!" merkte Ruth op, blij1, dat ze ook eens wat kon zeg gen. „O, ik geloof, dat het woonhuis vroeger tot een klooster behoord heeft. Er is een groote vij'ver in den tuin, waarin karpers geteeld werden, herinner ik me wel. Maar de kinderen hebben den naam veranderd in Monnikshoeve; die oude naam klonk zoo roomsch, hè?" „Is de moeder ook dood!" „Al een paar jaar. Lilian heeft nog maar kort geleden den rouw afgelegd. Ze was een lief mensch. Ik hield heel veel van haar, want ze was mijn eerste vrien din, toen ik naar Dene kwam. Van haar twee kinderen houd ik ook heel veel. Ik zie ze haast elke week, als ze in Disho rough komen. Lilian is een heel verstan dig meisje en is de beste huishoudster, die je je maar kunt vooratellen en wat Dab betreft, zoo groot als hij! is, is hij zijn ge Met leedwezen zullen velen vernomen hebben, dat H.M. onze Koningin niet zóó van hare vacantie kon genieten, als wel gewenscht was. Enkele dagen geleden werd gemeld dat H. M. wegens groote vermoeidheid genoodzaakt was rust te nemen en thans komt opnieuw het be richt, dat H. M. zeer vermoeid is, en vol komen rust moet houden. Na de vele emoties die onze Vorstin in de achterliggende maanden onderging en die haar wel in dubbele mate moeten heb ben getroffen, omdat zij gewoon is zich in alles te beheerschen, wekken deze be richten niet al te groote verwondering. De snaren zijn zoo sterk gespannen ge weest, dat het niet behoeft te verbazen, als een sterke reactie gevoeld wordt. Toch wekt deze ongesteldheid al dade lijk eenige ongerustheid. En de over- groote meerderheid van ons volk is dan ook eenstemmig in den wensch, dat Hare Majesteit de rust moge vinden, die zij zoozeer noodig heeft en dat het God den Heere moge behagen, haar volkomen her stel te schenken. Er is hierbij één gelukkige omstandig heid, n.l. deze, dat de spanning in ons volksleven minder groot is dan in vele andere landen, waar aan de regeeringen ontzaglijk zware eischen worden gesteld. Het is moeilijk te zeggen, hoe het er precies uitziet in de wereld. De berich ten van de laatste dagen hebben echter wel doen zien, dat de toestand ver van gunstig is. De verhouding tusschen Rus land en Japan laat veel te wenschen over en ook tusschen Japan en China is er voortdurend eenige wrijving. Het Duitsche volk heeft in de afgeloo- pen week de gelegenheid gehad zich uit te spreken over de vraag, of men het op treden van Hitier als Rijkspresident al dfcn tikt gcoükcui i.e Zoo heette het al thans. In werkelijkheid was het zóó, dat men stond voor een voldongen feit, waar aan niets te veranderen viel, terwijl het in sommige gevallen nog een waagstuk was uit te spreken dat men met den gang van zaken niet was ingenomen. Intusschen heeft Hitier zijn doel be reikt. Hij is thans geklommen tot de hoog ste sport van de politieke ladder. Een groote macht is in zijn handen gelegd. Maar groot is ook de verantwoordelijkheid die hij draagt. Wij denken hierbij o.a. aan het optreden van de machthebbers in Duitschland tegenover de kerken, waar van men het eigen recht niet wil erken nen en die geheel onder de macht van den staat worden gebracht. Dat is althans het streven. Zij het aan de kerken gege ven, manmoedig stand te houden en de goede belijdenis niet los te laten. Hitier is een groot man en de Nat. Soc. partij heeft een ontzaglijken invloed. Maar deze macht en invloed zijn toch altijd betrek kelijk, wijl tijdelijk. En als de naam van Hitier zal zijn vergaan en als dé'Nat Soc. partij niet meer gedacht wordt, dan zal nog groot zijn de Naam van Jezus, die ondanks alles zijn kerk in stand zal hou den. 9 Augustus j.l. 'besloten hierop geen be slissing te nemen, alvorens uit do door belanghebbenden overgelegde gegevens on- oinstootelijk vast staat, dat in deze ge meente in de bovenbedoelde bedrijven moet worden gesproken van een noodtoestand. Aan de door B. en W. gedane uitnoodi- ging aan 39 personen om de noodige ge gevens uiterlijk 23 Augustus 1934 te wil len verstrekken, hebben naar B. en W. meedeelen. 22 personen gehoor gegeven, terwijl slechts een gering aantal een meer of minder volledig exploitatie-overzicht heeft overgelegd. Om uit deze 'betrekkelijk weinige ge gevens te concludeeren of er in deze ge meente sprake is van een noodtoestand was zeer moeilijk. In een onvoltallige ver gadering van B. en W. staakten te dien opzichte de stemmen, zoodat geen beslis sing gevallen is. Aangezien vóór 1 September 1934 door den Raad een beslissing genomen moet worden, leggen B. en W. de toegezonden bescheiden over. Indien (het voorstel van de drie raads- wicht in goud waard. Juffrouw Durnford sprak met zooveel warmte en geestdrift, dat Ruth graag ver der gevraagd zou hebben, maar haar aan dacht werd afgeleid door het landschap rondom haar. Een grijze kloosterkapel, waartoe een schilderachtige poort toe gang verleende, tusschen popperige klei ne huisjes met typische oude geveltjes. Het geheel zag er zoo bekoorlijk en vre dig uit, in zij'n omlijsting van groen lea ver, beschenen door de ondergaande zon, die langs goud omrande wolken, zijn stram ien uitgoot, dat Ruth een kreet van be wondering slaakte. „O, hoe prachtig, juffrouw Durnford!" riep ze verrukt uit. „Ja, het is een mooi oud gebouw," ant woordde haar gezellin „en rustig ook." „Het staat zoo ver van den hoofdweg af. We zijn nog altijd in Dishorough, moet je weten. Maar daar bij dien hoek begint Sheppert/oto. Kijk eens goed uit. Daar zajn de huisjes, die bijl de Dene hehooren, waar Gompton en zijn vrouw en Benton en zijtn dochter wonen. Benton is de tuin man en de bedienden beweren, dat An dries en Martha Benton een paar zullen worden. Hij woont bij de Bentons in, weet je. Martha is een knap meisje. Ze is nu waschmeisje en ik zou haar niet graag missen, zooals ik haar vader al eens verteld héb." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 5