loeders
H
EN
EERSTE BLAD
DONDERDAG 28 JUNI 1934
DAGBLAD VOOR OE PROVINCIE ZEELAND
48e JAARGANG - No. 22S
RG
It".
9/
59.
141.
iEN
GRATIS
De motie-Tilanus en het
staatsrecht.
Buitenland.
Binnenland.
Belangrijkste Nieuws.
Uit de Provincie
ten 20, Volgers 18,
jeskersen 16, Bruine
Hollanders 2428,
blad 16il 8, Suiker-
bozen 1546, Roode
tte Bessen 1017,
perwten 68, Aardr
ken 4.
30 u. nm.: Jucunda
Moutot zonder dop
Veiling van 26
n (exportveiling) B
Kg.
in het Veilingslokaal
739 te Rotterdam
den de volgende prij-
)n 1.602.65, Eend-
nv. 275.000 stuks.
'm
t!
al.
kt
n.
er
or
jk
)n
iet
in
n.
euk,
van
aart
veer
een
:ces
uid-
25
28 cents; 5 cents
Bloedzuiverings-
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Telef. 259.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
Abonnementsprijs 12.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
ZIJ, DIE ZICH THANS ABONNEE-
REN ONTVANGEN DE NOG IN JUNI
VERSCHIJNENDE NUMMERS GRATIS.
De uitslag van de stemming over de
motie-Tilanus, moet voor Minister Mar-
chant een hevige teleurstelling zijn ge
weest.
Hij eindigde j.l. Vrijdag zijn dupliek in
de Tweede Kamer met deze woorden: „Ik
moet nog zien, dat de Kamer de motie
aanneemt voor ik het geloof".
Bij het debat was trouwens door den
Minister zwaar geschut in stelling ge
bracht. Hij ging tenslotte zelfs zoo ver,
dat hij het stemmen van de motie-Tila
nus in strijd verklaarde met juiste staats
rechtelijke opvattingen, zooals die inzon
derheid door de rechtsche partijen wor
den beleden.
De heer de Geer heeft toen onmiddel
lijk van antwoord gediend en het tegen
deel aangetoond.
De „Nederlander", waarvan de heer de
Geer de hoofdredactie voert, is hierop
nog nader teruggekomen.
„De Minister", aldus dit orgaan, „waag
de zich hiermede op glad ijs.
Op staanden voet kon hem dit duide
lijk gemaakt worden door een herinne
ring aan het gebeurde in het voorjaar
1917, waarbij de heer Marchant als Kamer
lid een hoofdrol vervulde.
De motie van den heer Tilanus c.s.
luidde: „De Kamer, van oordeel, dat niet
behoort te worden overgegaan tot toela
ting van de schrijfwijze van de Neder-
landsche taal", enz., „gaat over tot de orde
van den dag".
Op 4 Mei 1917 stelde de heer Marchant
de volgende motie voor: „De Kamer van
oordeel, dat de landstormjaarklasse 1908
niet behoort op te komen vóór de lich
ting 1918, noodigt de Regeering- uit, de
daarvoor noodige maatregelen te nemen,
en gaat over tot de orde van den dag".
Zooals men ziet, werd in beide moties
slechts het gevoelen der Kamer uitge
sproken.
En beide malen in precies den
zelfden vorm: „De Kamer van oor
deel, dat niet behoort" enz.
Vele antirevolutionairen stemden in 1917
vóór de motie-Marchant. De voorsteller
had hen niet gewaarschuwd, dat dit met
het anti-revolutionair staatsrecht streed.
De motie werd aangenomen.
Doch nu komt het beslissende element.
De minister van oorlog, generaal Bos
boom, legde de motie naast zich neer. Dit
was zijn recht. Want de zaak behoorde
tot zijn bevoegdheid. En in die dagen van
hoogen ernst was het ook begrijpelijk.
De heer Marchant was hiermee niet
tevreden, vroeg een interpellatie aan en
stelde op 10 Mei 1917 deze tweede motie
voor: „De Kamer, gehoord den Minister
van Oorlog, verklaart te betreuren, dat de
Regeering gemeend heeft na de discussies
en het besluit der Kamer van 4 Mei j.l.
betreffende de oproeping der landstorm-
jaarklasse 1908, haar voornemens te dien
aanzien niet te moeten wijzigen, en gaat
over tot de orde van den dag".
Deze motie was heel wat méér dan het
uitspreken van het gevoelen der Kamer.
Zij beoogde de executie van de motie
van 4 Mei.
Omdat Minister Bosboom de motie van
4 Mei niet had uitgevoerd, moest hij door
een motie van wantrouwen tot aftreden
worden genoopt.
Mr Lohman, die tegen de motie van 4
Mei geen staatsrechtelijk bezwaar had
geopperd, hoewel hij er tegen stemde,
maakte nu ernstig constitutioneel be
zwaar. Hij zeide:
„Wanneer wij op deze wijze te werk
gaan, n.l., dat, wanneer de Kamer een
motie heeft aangenomen en de minister
buigt daarvoor niet, hij dan daarom zou
moeten weggaan, dan is dat m.i. een ver
krachting van onze constitutie."
Sommige Kamerleden wilden de motie
rechtvaardigen als een algemeen votum
van wantrouwen in het beleid van den
minister. Maar dit excuus sloeg Mr Loh
man hun uit de hand. Dat beleid, zeide
hij, „is hier niet aan de orde gesteld".
„Wanneer men een votum van wantrou
wen hieraan verbindt, dan kan dat al
leen zijn in dezen zin, dat de voorsteller
meent, dat, wanneer de Kamer een uit
spraak heeft gedaan, niet over een prin
cipe, maar over het eigenlijke militair
beleid, de minister dan daarvoor moet
buigen. Dit nu, mijnheer de voorzitter,
strijdt met mijn constitutioneele beginse
len en ik doe daaraan nooit mede."
Aldus werd de tweede motie-Marchant
op staatsrechtelijken grond bestreden.
Niettemin werd ook zij aangenomen. En
generaal Bosboom trad af.
Het is wel merkwaardig, dat een be
windsman, die als Kamerlid aldus tegen
goede constitutioneele beginselen zondig
de, thans deze laatste beginselen aan
voerde, niet tegen een dwangmotie als
die van 10 Mei 1917, maar tegen een
onschuldige motie, als die van 4 Mei 1917,
waartegen ook in dat jaar bij niemand
staatsrechtelijk bezwaar rees.
Het gaat toch wel wat ver, voor zich
zelf het recht op te eischen, een minister
weg te jagen, wanneer hij zich niet naar
het uitgesproken gevoelen der Kamer ge
draagt, en aan anderen zelfs het recht
te ontzeggen, de Kamer haar gevoelen te
laten uitspreken."
In een volgend nummer werden nog
de volgende woorden van Groen van Prin-
sterer in herinnering gebracht:
„De motie van orde strekt enkel ter
openbaarmaking van het gevoelen der
leden van de Kamer. Zij is het eenige
middel waardoor, als er anders niet zou
worden gestemd, het gevoelen van ieder
lid, zonder dat iedereen een redevoering
behoeft te houden, geconstateerd wordt.
Zij verbindt niemand, zij maakt ieders
meening, op een gegeven oogenblik, be
kend. Iedereen is, zoo hij van dwaling
overtuigd wordt, tot herroeping vrij. Zij
heeft geenerlei staatsrechtelijke beteeke-
nis dan haar z e d e 1 ij k e kracht."
„Het is te hopen," zoo besloot de N e-
d e r 1., „dat 's Ministers versch gewon
nen inzicht in de spellingsbeginselen
hechter gefundeerd is dan zijn visie op
constitutioneele beginselen."
De Theems stroomt weer vol.
Tengevolge van de zware regenstormen
is de hoeveelheid water, die door de
Theems stroomt gisteren gestegen van
170 millioen gallons tot 400 millioen
gallons.
De minister voor de gezondheid ver
klaarde evenwel, dat de gevallen regen
nog onvoldoende was, om invloed te heb
ben op den algemeenen toestand en dat
even groote zuinigheid met water be-
tiacht moet worden.
De reizen van minister Barthou.
In bet Engelsche lagerhuis deelde Si
mon, in antwoord op een vraag mede,
dat de Fransche minister van buiten-
landsche zaken, Barthou, van 8 tot 10
Juli een bezoek aan Engeland zal bren
gen.
Van de gelegenheid van dit bezoek
zal worden gebruik gemaakt, om eenige
kwesties, welke zoowel voor Engeland als
voor Frankrijk van belang zijn, te be
spreken.
Barthou is gistermorgen met den Arl-
berg-expres door Boedapest gereisd.
De politie bad uitgebreide voorzorgs
maatregelen getroffen om eventueele de
monstraties te verhinderen. De minister
verliet den wagon echter niet en wilde
niemand ontvangen.
Incidenten hebben niet plaats gehad.
In de Hongaarsehe openbare meening
komt groote opgewondenheid tot uitdruk
king over Barthou's besprekingen in
Boekarest en Belgrado, en uit verschil
lende plaatsen komt bericht, dat druk
bezochte protest-betoogingen zijn gehou
den, waarin het Hongaarsehe volk eens
gezind en vastberaden stelling genomen
heeft tegen de uitingen van den Fran-
schen minister.
Versterking van de Engelsche luchtvloot.
In den loop van het debat in het Hoo-
gerhuis over de Britsche luchtmacht be
vestigde de minister voor de luchtvaart
Londonderry het besluit van de Britsche
regeering om ervoor te zorgen, dat de
Britsche luchtvloot op één lijn komt te
staan met de sterkste ter wereld.
De Britsche regeering heeft besloten,
dat de noodzakelijke maatregelen om een
voldoende luchtbescherming te waarbor
gen niet langer uitgesteld kunnen worden,
aldus de minister.
Havenstakinsonlusten in de Vereen.
Staten.
Dinsdag is het in verscheidene plaat
sen langs de Galifornische kust tot ern
stige stakingsonlusten gekomen.
Kort na het bekend worden van de re
sultaten der bemiddelings-onderhandelin-
gen ter bijlegging van de reeds weken du-
rrnde staking der havenarbeiders, school
den duizenden stakers samen, die onte
vreden waren over de hun inziens te ge
ringe loontariefverbeteringen. De me
nigte stroomde samen voor de wonin
gen van ambtenaren bij de scheepvaart
maatschappijen. De politie was niet in
staat de opgewonden arbeiders te ver
hinderen eenige huizen in brand te ste
ken.
Op de kaden wierpen de stakers spoor
wegwagens van de rails en vernielden ze.
In Oakland bestormden honderden een
fabrieksgebouw, liepen de fabrieksbe-
wakers onder den voet en stichtten brand
in het gebouw.
Ook in Los AngeleB hebben arbeiders
menigten gedemonstreerd voor de woon
huizen der werkgevers. Ook hier bestorm
den zij de huizen, ofschoon deze ter be
scherming tegen aanvallen verschanst
waren met prikkeldraadversperringen.
Spoedig stonden ook hier de huizen van
de door de axbeiders meest gehate werk
gevers in brand.
Korte Berichten.
i Uit Tokio wordt gemeld, dat het
financieele schandaal zich nog steeds
uitbreidt, zoodat de regeeringscrisis ieder
oogenblik kan uitbreiden.
H. M. DE KONINGIN IN
ZWITSERLAND.
Het is zeker geen toeval, schrijft het
„Vaderland", dat de Koningin Brig heeft
uitgezocht als vacantieoord, want H. M.
kent Wallis zeer goed.
Reeds op den avond van den dag van
aankomst heeft de Koningin een wemde
ling door Brig gemaakt en ook Maandag
morgen werd nader kennis gemaakt met
het schilderachtige stadje.
Zonder eenig gezelschap wandelde H.
M. door de kleine, romantische stad,
waarover de bekoringen van het nabij ge
legen Italië een poëtisch waas spreiden.
Van straatje tot straatje wandelde de
Koningin, door geen nieuwsgierigen las
tig gevallen, zich blijkbaar verlustigend in
den aanblik der oeroude edele gevels met
balkonnen en torentjes en doordringend in
de meest afgelegen en verdroomde boek
jes van deze duizendjarige nederzetting
aan den voet van den Simplon.
H. M. wordt ook zeer door bet weer
begunstigd, wat in Wallis net andersom
moet worden opgevat als elders.
Bij groote uitzondering dempte de hemel
n.l. de laatste dagen bet anders perma
nente licht van bet dalde warmte is
daardoor zeer aangenaam afgenomen.
In 't bijzonder interesseerde H. M. zich
voor betgeen zich aan cultureele waarden
sedert eeuwen in deze kleine stad heeft
opgehoopt.
Voorts maakte de Koningin Maandag
een autotochtje, waarbij de eerste 14 km.
van de Simplon-pas werden afgelegd om
Berisal, 1000 m. boven Brig gelegen, te
bereiken. Onderweg werd van het prach
tige uitzicht over het dal genoten. In
Berisal, dat thans intensief gekleurde Al
penweiden vertoont en ook groote hellin
gen met alpenrozen bezit, besloot de Ko
ningin een poos te verblijven. Terwijl haar
gezelschap een wandeling ging maken,
koos de Koningin een plekje uit, waar zij'
naar verf en penseel greep om te schil
deren.
Later betuigde H. M. haar groote tevre
denheid over dezen middag. Terwijl zij om
drie uur uit Brig vertrokken was, keerde
zij eerst 's avonds om 8 uur terug, terwijl
men zich onderweg in het bosch bij: Be
risal aan meegenomen proviand te goed
deed.
Dinsdag werd door de Koningin rust
gehouden. Zij verliet haar vertrekken in
Hotel 'Gouronne et Pos'te niet.
Naar men zegt wordt op 1 of 3 Juli,
dus wanneer de Koningin zich voorbe
reidt om naar Zinal verder te reizen, H.
K. H. Prinses Juliana te Brig verwacht.
ARBEIDSVOORWAARDEN IN DEN
LANDBOUW.
Crisis-organisatiebeschikking.
f e Minister van Economjsche Zaken
heeft bepaald, dat de georganiseerden bij J
de stichting: Landbouw-Crisis-Organisa
tie voor de verschillende provinciën en bij
de stichting: Nederlandsche Turfcentrale
gevestigd te Assen, verplicht zijn in de
door de met de zaken van den landbouw
belasten Minister te bepalen gevallen om
trent de arbeidsvoorwaarden van hen, die
bij; deze georganiseerden werkzaam zijn
overleg te plegen met een van de navol-
gende organisaties van werknemers, voor
zoover hun arbeiders daarbij zijn aange
sloten, en deze organisaties als zoodanig
te erkennen:
le Nederlandschen Bond van Arbeiders
in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivel
bedrijf, gevestigd te Utrecht;
2. Nederlandschen Christelijken Land-
arbeidersbond, gevestigd te Utrecht.
3e Nederlandschen R. K. Landarbei-
dersbond „St. Deus Dedit" gevestigd te
Haarlem.
De georganiseerden zijn verplicht door
hen gesloten collectieve arbeidsovereen
komsten getrouwelijk na te komen.
Voorts zijn ze verplicht bij die arbeids
geschillen, waarbij1 de met cle zaken van
den landbouw belaste Minister dit wen-
schelijk acht, arbitrage te aanvaarden
van één of meer door den hiervoren ver
melden Minister te benoemen arbiter(s).
Minister Steenberghe.
De Minister van Economische Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat hiji, behoudens tegenbericht, eiken
Donderdag, te beginnen met 5 Juli 1934,
des namiddags te 2 uur, aan het hoofd
gebouw van het Departement van Econo
mische Zaken, Bezuidenhoutscheweg 30,
te 's Gravenhage allen zal ontvangen,
die hem over zaken, voormeld departe
ment betreffende, wenschen te spreken.
Landarbeidersloonen.
De Rijksbemiddelaar, de heer Bloemers,
hield naar aanleiding van het ultimatum
der landarbeidersorganisaties in Het
Bildt, opnieuw een bespreking met par
tijen te Leeuwarden.
De aanwezige werkgevers verklaar
den, overtuigd te zijn dat het overgroote
deel der landbouwers geen bezwaar zal
maken, dezelfde kxmen als het vorige
jaar te betalen. Alleen wenschen zij zich
daartoe niet contractueel te verbinden.
Deze week zullen de arbeiders hun hou
ding vaststellen.
Het conflict in de mijnindustrie.
Het Volksblad meldt, dat in een mani
fest aan de mijnwerkers de algemeene
Nederlandsche mijnwerkersbond onom
wonden als zijn oordeel te kennen geeft,
da't het conflict in de mijnindustrie nog
niets van zijn scherpte verteren heeft.
Vervolging tegen het Tweede Kamerlid
I Jsselmuiden
Naar wij vernemen heeft de curator in
het faillissement van de stichting Rijn-
strandbad te Arnhem aan den officier van
justitie te Arnhem verzocht een vervol
ging te willen instellen tegen het Tweede
Kamerlid, den heer J. J. W. IJsselmui-
den, in zijn kwaliteit van secretaris-pen
ningmeester van genoemde stichting.
Naar wij vernemen staat deze klacht in
verband met de beschuldiging, dat de heer
IJsselmuiden de andere crediteuren zou
benadeeld hebben. Hij zelf had ook een
vordering op de stichting.
Invoer van garnalen naar Frankrijk.
De heer Van de Bilt heeft aan den
Minister van Economische Zaken de vol
gende vragen gesteld
1. Is het juist, dat het contingent gar
nalen (waaronder nog begrepen kreeften
en langousten) voor invoer in Frankrijk
voor het tijdvak van 1 Januari tot 30 Juni
voor ons land is bepaald op 145.000 kg.?
2. Is de minister niet van oordeel, dat
dit contingent, indien 'bepaald naar den
gemiddelden invoer 19281932, belang
rijk hooger bad moeten zijn
3. Kan de Minister ook meedeelen wat
de oorzaken zijn, dat het toegestane con
tingent zoo klein is, immers 145.000 kg.
tegen België, met veel minder visscherij,
425.000 kg.
4. Heeft de Regeering, waar de dagbla
den dit contingent reeds eind Januari pu
bliceerden, tijdig stappen gedaan om voor
ons land een hooger contingent te ver
krijgen
5. Is het den Minister bekend, dat ons
contingent reeds op 1 April was bereikt
en is 'Z. Ex. bereid stappen te doen, die
onze thans lamgeslagen export van gar
nalen en de visscherij derzelve weer op de
been zouden kunnen brengen.
6. Acht de Minister het niet gewenscht
dat bij het voeren van besprekingen met
het buitenland over vaststelling van con
tingenten als dit ook rechtstreeks bij het
vak betrokkenen aanwezig zijn?
DE TWEEDE KAMER OVER HET
SPELLINGCOMPROMIS.
Naar de Telegr. vernam is Minister
Marchant voornemens eerst het compro
mis nog eens in den ministerraad ter
sprake te brengen. Zulks zal geschieden
in de zitting van het Kabinet, die Dins
dag a.s. wordt gehouden, waarbij dan de
uitspraak van de Kamer eveneens bespro
ken zal kunnen worden. Eerst na deze ver
gadering van den ministerraad zal beslist
worden wat er gaat gebeuren met het com
promis.
Het feit, dat de Tweede Kamer zich
tegen de invoering van het spelling-com
promis heeft uitgesproken door het aan
nemen van de motie-Tilanus, beteekent
geenszins, dat het compromis nu van de
baan is.
De motie had geen andere strekking dan
het gevoelen der Kamer aan de regeering
kenbaar te maken. De regeering behoudt
de bevoegdheid het spellingcompromis bij
de onder haar ressorteerende instanties
(het gaat hier voornamelijk om het open
baar onderwijs) in te voeren.
De minister kan dus de uitspraak van
de Kamer naast zich neerleggen en toch
gevolg geven aan zijn voornemen het com
promis in September a.s. bij: het onder
wijs in te voeren of het onderwijs de keus
te laten tusschen de spelling De Vries en
Te Winkel en het compromis.
Binnenland.
Wat gebeurt er met het spelling-com
promis?
De Koningin in Zwitserland.
Het 60-millioenplan door de Eerste Kamer
aangenomen.
De Tweede Kamer over het Verkeersfonds.
Classicale vergaderingen der Ned. Herv.
Kerk.
Buitenland.
Staat Hitier achter de Stahlhelm?
De reizen van Minister Barthou.
Legt de Regeering zich bij de uitspraak
neer, dan is de nieuwe spelling voor af-
zienbaren tijd van de baan.
Het is waar, zegt het „Vaderland"
minister Marchants laatste woord in de
discussie bij de interpellatie-TUanus is
geweest, dat de Kamer „niet heeft te ma
ken" met het compromis. Men moet hier
echter o.i. aan een minder gelukkige uit
lating denken, daar het niet aan te nemen
is, dat de Minister, die verklaarde naar
deze parlementaire discussie verlangd te
hebben en die den interpellant breedvoe
rig te woord Stond, in ernst van meening
zou zijn, dat de Kamer met de nieuwe
spelling niet te maken zou hebben. Waar
bij nog komt, dat heel het parlementaire
leven van dezen vrijzinnig-democratischen
Minister vloekt met de opvatting, dat de
oontroleerende taak van de Kamer niet
zou insluiten het recht der Kamer om
tegenover een besluit van den Minister, op
een terrein waar de Regeering daartoe
bevoegd is, haar meening uit te spreken.
Wij, nemen dus aan, dat de Minister
van 'Onderwijs zijn voornemen niet zal uit
voeren, nu gebleken is, dat de Volksver
tegenwoordiging in meerderheid tegenover
hem staat. Bovendien staat vast, dat de
meerderheid tegenover het nieuwste keu
zesysteem der Regeering veel grooter 'is
dan uit de stemming over de motie-Tila
nus kon blijken. Immers, voorstanders
van de nieuwe spelling, gelijk de heer K.
ter Laan, moesten wel tegen deze motie
stemmen, maar deze groep is even sterk
tegen het keuze-stelsel, dat de bestaande
verwarring bestendigt, vergroot en legali
seert.
'Maar wat, indien minister Marchant
dwars tegen de Kamer ingaat en doorzet?
Dan wordt het Onderwijs en de school
gaande jeugd het kind van de meer fas
cistische dan democratische rekening. Dit
is erg, maar hét kon nog erger. Immers,
verder dan het Onderwijs zal deze proef
zich niet uitstrekken. De andere departe
menten, de Minister heeft het medege
deeld, zullen afwachten; de officieele spel
ling verandert dus niét, althans nog niet
en de couranten zullen nu het zoo geloo-
pen ie, geen oogenblik er aan denken, om
ter wille van een ietwat hoofdigen Minis>-
ter overstag te gaan. Het eenige resultaat
zal zijn nóg meer gebrek aan eenheid,
nóg grooter verwarring.
Dit kan het Kabinet niet wenschen.
Ook daarom vertrouwen wijl, dat met
het inzicht der Kamer ter dege rekening
zal worden gehouden.
Nieuwe salarisregeling voor burge
meesters, secretarissen, enz.
Ged. Staten van Zeeland hebben aan de
gemeentebesturen toegezonden een con-
ceptregeling van de jaarwedden van bur
gemeesters, secretarissen enz. D'e nu nog
bestaande tijdelijke korting van 12.5 pet.
voor burgemeesters, secretarissen, ontvan
gers en ambtenaren van den burgerlijken
stand en van 4 pet. voor de wethouders
komt met ingang van 1 Januari 1935 te
vervallen. Een nieuwe regeling op lager
peil wordt voorgelegd. Ze luidt als volgt:
aanvangswedde
le kl.801 inw.
2e kl. 801-1200 inw.
3e kl. 1201-1600 inw.
4e kl. 1601-2300 inw.
Se kl. 2301-3000 inw.
6e kl. 3001-4000 inw.
7e kl. 4001-S000 inw.
8e kl. 5001 en meer
Zierikzee
Goes
Ter Neuzen
Middelburg
Vlissingen
De aanvangswedde wordt verhoogd met
vijf tweejaarlijksche verhoogingen voor de
burgemeesters en secretarissen voor ge
meenten van de le, 2e en 3e klasse met
f 100, 4 en 5e klasse met f 150, 6e, 7e en
8e klasse met f 200, Zierikzee, Goes, Ter
Neuzen, Middelburg en Vlissingen met
f 200. Voor de ontvangers zijn deze ver
hoogingen resp. f 60, f 90, f 120 en f 150.
Verder wordt een kindertoeslag gege-
burg.
secr.
ontv. weth.
950
950
290
50
1150
1150
340
70
1450
1450
390
90
1750
1750
490
115
2050
2050
635
150
2400
2400
780
190
2850
2850
980
235
3400
3400
1250
285
3800
3800
1850
45Ö
4200
4200
2350
900
4200
4200
2350
900
5600
5100
3450
1800
5600
5100
3450
1800