loeders H EN EERSTE BLAD DONDERDAG 28 JUNI 1934 DAGBLAD VOOR OE PROVINCIE ZEELAND 48e JAARGANG - No. 22S RG It". 9/ 59. 141. iEN GRATIS De motie-Tilanus en het staatsrecht. Buitenland. Binnenland. Belangrijkste Nieuws. Uit de Provincie ten 20, Volgers 18, jeskersen 16, Bruine Hollanders 2428, blad 16il 8, Suiker- bozen 1546, Roode tte Bessen 1017, perwten 68, Aardr ken 4. 30 u. nm.: Jucunda Moutot zonder dop Veiling van 26 n (exportveiling) B Kg. in het Veilingslokaal 739 te Rotterdam den de volgende prij- )n 1.602.65, Eend- nv. 275.000 stuks. 'm t! al. kt n. er or jk )n iet in n. euk, van aart veer een :ces uid- 25 28 cents; 5 cents Bloedzuiverings- Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Telef. 259. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs 12.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent. Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85. Bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. ZIJ, DIE ZICH THANS ABONNEE- REN ONTVANGEN DE NOG IN JUNI VERSCHIJNENDE NUMMERS GRATIS. De uitslag van de stemming over de motie-Tilanus, moet voor Minister Mar- chant een hevige teleurstelling zijn ge weest. Hij eindigde j.l. Vrijdag zijn dupliek in de Tweede Kamer met deze woorden: „Ik moet nog zien, dat de Kamer de motie aanneemt voor ik het geloof". Bij het debat was trouwens door den Minister zwaar geschut in stelling ge bracht. Hij ging tenslotte zelfs zoo ver, dat hij het stemmen van de motie-Tila nus in strijd verklaarde met juiste staats rechtelijke opvattingen, zooals die inzon derheid door de rechtsche partijen wor den beleden. De heer de Geer heeft toen onmiddel lijk van antwoord gediend en het tegen deel aangetoond. De „Nederlander", waarvan de heer de Geer de hoofdredactie voert, is hierop nog nader teruggekomen. „De Minister", aldus dit orgaan, „waag de zich hiermede op glad ijs. Op staanden voet kon hem dit duide lijk gemaakt worden door een herinne ring aan het gebeurde in het voorjaar 1917, waarbij de heer Marchant als Kamer lid een hoofdrol vervulde. De motie van den heer Tilanus c.s. luidde: „De Kamer, van oordeel, dat niet behoort te worden overgegaan tot toela ting van de schrijfwijze van de Neder- landsche taal", enz., „gaat over tot de orde van den dag". Op 4 Mei 1917 stelde de heer Marchant de volgende motie voor: „De Kamer van oordeel, dat de landstormjaarklasse 1908 niet behoort op te komen vóór de lich ting 1918, noodigt de Regeering- uit, de daarvoor noodige maatregelen te nemen, en gaat over tot de orde van den dag". Zooals men ziet, werd in beide moties slechts het gevoelen der Kamer uitge sproken. En beide malen in precies den zelfden vorm: „De Kamer van oor deel, dat niet behoort" enz. Vele antirevolutionairen stemden in 1917 vóór de motie-Marchant. De voorsteller had hen niet gewaarschuwd, dat dit met het anti-revolutionair staatsrecht streed. De motie werd aangenomen. Doch nu komt het beslissende element. De minister van oorlog, generaal Bos boom, legde de motie naast zich neer. Dit was zijn recht. Want de zaak behoorde tot zijn bevoegdheid. En in die dagen van hoogen ernst was het ook begrijpelijk. De heer Marchant was hiermee niet tevreden, vroeg een interpellatie aan en stelde op 10 Mei 1917 deze tweede motie voor: „De Kamer, gehoord den Minister van Oorlog, verklaart te betreuren, dat de Regeering gemeend heeft na de discussies en het besluit der Kamer van 4 Mei j.l. betreffende de oproeping der landstorm- jaarklasse 1908, haar voornemens te dien aanzien niet te moeten wijzigen, en gaat over tot de orde van den dag". Deze motie was heel wat méér dan het uitspreken van het gevoelen der Kamer. Zij beoogde de executie van de motie van 4 Mei. Omdat Minister Bosboom de motie van 4 Mei niet had uitgevoerd, moest hij door een motie van wantrouwen tot aftreden worden genoopt. Mr Lohman, die tegen de motie van 4 Mei geen staatsrechtelijk bezwaar had geopperd, hoewel hij er tegen stemde, maakte nu ernstig constitutioneel be zwaar. Hij zeide: „Wanneer wij op deze wijze te werk gaan, n.l., dat, wanneer de Kamer een motie heeft aangenomen en de minister buigt daarvoor niet, hij dan daarom zou moeten weggaan, dan is dat m.i. een ver krachting van onze constitutie." Sommige Kamerleden wilden de motie rechtvaardigen als een algemeen votum van wantrouwen in het beleid van den minister. Maar dit excuus sloeg Mr Loh man hun uit de hand. Dat beleid, zeide hij, „is hier niet aan de orde gesteld". „Wanneer men een votum van wantrou wen hieraan verbindt, dan kan dat al leen zijn in dezen zin, dat de voorsteller meent, dat, wanneer de Kamer een uit spraak heeft gedaan, niet over een prin cipe, maar over het eigenlijke militair beleid, de minister dan daarvoor moet buigen. Dit nu, mijnheer de voorzitter, strijdt met mijn constitutioneele beginse len en ik doe daaraan nooit mede." Aldus werd de tweede motie-Marchant op staatsrechtelijken grond bestreden. Niettemin werd ook zij aangenomen. En generaal Bosboom trad af. Het is wel merkwaardig, dat een be windsman, die als Kamerlid aldus tegen goede constitutioneele beginselen zondig de, thans deze laatste beginselen aan voerde, niet tegen een dwangmotie als die van 10 Mei 1917, maar tegen een onschuldige motie, als die van 4 Mei 1917, waartegen ook in dat jaar bij niemand staatsrechtelijk bezwaar rees. Het gaat toch wel wat ver, voor zich zelf het recht op te eischen, een minister weg te jagen, wanneer hij zich niet naar het uitgesproken gevoelen der Kamer ge draagt, en aan anderen zelfs het recht te ontzeggen, de Kamer haar gevoelen te laten uitspreken." In een volgend nummer werden nog de volgende woorden van Groen van Prin- sterer in herinnering gebracht: „De motie van orde strekt enkel ter openbaarmaking van het gevoelen der leden van de Kamer. Zij is het eenige middel waardoor, als er anders niet zou worden gestemd, het gevoelen van ieder lid, zonder dat iedereen een redevoering behoeft te houden, geconstateerd wordt. Zij verbindt niemand, zij maakt ieders meening, op een gegeven oogenblik, be kend. Iedereen is, zoo hij van dwaling overtuigd wordt, tot herroeping vrij. Zij heeft geenerlei staatsrechtelijke beteeke- nis dan haar z e d e 1 ij k e kracht." „Het is te hopen," zoo besloot de N e- d e r 1., „dat 's Ministers versch gewon nen inzicht in de spellingsbeginselen hechter gefundeerd is dan zijn visie op constitutioneele beginselen." De Theems stroomt weer vol. Tengevolge van de zware regenstormen is de hoeveelheid water, die door de Theems stroomt gisteren gestegen van 170 millioen gallons tot 400 millioen gallons. De minister voor de gezondheid ver klaarde evenwel, dat de gevallen regen nog onvoldoende was, om invloed te heb ben op den algemeenen toestand en dat even groote zuinigheid met water be- tiacht moet worden. De reizen van minister Barthou. In bet Engelsche lagerhuis deelde Si mon, in antwoord op een vraag mede, dat de Fransche minister van buiten- landsche zaken, Barthou, van 8 tot 10 Juli een bezoek aan Engeland zal bren gen. Van de gelegenheid van dit bezoek zal worden gebruik gemaakt, om eenige kwesties, welke zoowel voor Engeland als voor Frankrijk van belang zijn, te be spreken. Barthou is gistermorgen met den Arl- berg-expres door Boedapest gereisd. De politie bad uitgebreide voorzorgs maatregelen getroffen om eventueele de monstraties te verhinderen. De minister verliet den wagon echter niet en wilde niemand ontvangen. Incidenten hebben niet plaats gehad. In de Hongaarsehe openbare meening komt groote opgewondenheid tot uitdruk king over Barthou's besprekingen in Boekarest en Belgrado, en uit verschil lende plaatsen komt bericht, dat druk bezochte protest-betoogingen zijn gehou den, waarin het Hongaarsehe volk eens gezind en vastberaden stelling genomen heeft tegen de uitingen van den Fran- schen minister. Versterking van de Engelsche luchtvloot. In den loop van het debat in het Hoo- gerhuis over de Britsche luchtmacht be vestigde de minister voor de luchtvaart Londonderry het besluit van de Britsche regeering om ervoor te zorgen, dat de Britsche luchtvloot op één lijn komt te staan met de sterkste ter wereld. De Britsche regeering heeft besloten, dat de noodzakelijke maatregelen om een voldoende luchtbescherming te waarbor gen niet langer uitgesteld kunnen worden, aldus de minister. Havenstakinsonlusten in de Vereen. Staten. Dinsdag is het in verscheidene plaat sen langs de Galifornische kust tot ern stige stakingsonlusten gekomen. Kort na het bekend worden van de re sultaten der bemiddelings-onderhandelin- gen ter bijlegging van de reeds weken du- rrnde staking der havenarbeiders, school den duizenden stakers samen, die onte vreden waren over de hun inziens te ge ringe loontariefverbeteringen. De me nigte stroomde samen voor de wonin gen van ambtenaren bij de scheepvaart maatschappijen. De politie was niet in staat de opgewonden arbeiders te ver hinderen eenige huizen in brand te ste ken. Op de kaden wierpen de stakers spoor wegwagens van de rails en vernielden ze. In Oakland bestormden honderden een fabrieksgebouw, liepen de fabrieksbe- wakers onder den voet en stichtten brand in het gebouw. Ook in Los AngeleB hebben arbeiders menigten gedemonstreerd voor de woon huizen der werkgevers. Ook hier bestorm den zij de huizen, ofschoon deze ter be scherming tegen aanvallen verschanst waren met prikkeldraadversperringen. Spoedig stonden ook hier de huizen van de door de axbeiders meest gehate werk gevers in brand. Korte Berichten. i Uit Tokio wordt gemeld, dat het financieele schandaal zich nog steeds uitbreidt, zoodat de regeeringscrisis ieder oogenblik kan uitbreiden. H. M. DE KONINGIN IN ZWITSERLAND. Het is zeker geen toeval, schrijft het „Vaderland", dat de Koningin Brig heeft uitgezocht als vacantieoord, want H. M. kent Wallis zeer goed. Reeds op den avond van den dag van aankomst heeft de Koningin een wemde ling door Brig gemaakt en ook Maandag morgen werd nader kennis gemaakt met het schilderachtige stadje. Zonder eenig gezelschap wandelde H. M. door de kleine, romantische stad, waarover de bekoringen van het nabij ge legen Italië een poëtisch waas spreiden. Van straatje tot straatje wandelde de Koningin, door geen nieuwsgierigen las tig gevallen, zich blijkbaar verlustigend in den aanblik der oeroude edele gevels met balkonnen en torentjes en doordringend in de meest afgelegen en verdroomde boek jes van deze duizendjarige nederzetting aan den voet van den Simplon. H. M. wordt ook zeer door bet weer begunstigd, wat in Wallis net andersom moet worden opgevat als elders. Bij groote uitzondering dempte de hemel n.l. de laatste dagen bet anders perma nente licht van bet dalde warmte is daardoor zeer aangenaam afgenomen. In 't bijzonder interesseerde H. M. zich voor betgeen zich aan cultureele waarden sedert eeuwen in deze kleine stad heeft opgehoopt. Voorts maakte de Koningin Maandag een autotochtje, waarbij de eerste 14 km. van de Simplon-pas werden afgelegd om Berisal, 1000 m. boven Brig gelegen, te bereiken. Onderweg werd van het prach tige uitzicht over het dal genoten. In Berisal, dat thans intensief gekleurde Al penweiden vertoont en ook groote hellin gen met alpenrozen bezit, besloot de Ko ningin een poos te verblijven. Terwijl haar gezelschap een wandeling ging maken, koos de Koningin een plekje uit, waar zij' naar verf en penseel greep om te schil deren. Later betuigde H. M. haar groote tevre denheid over dezen middag. Terwijl zij om drie uur uit Brig vertrokken was, keerde zij eerst 's avonds om 8 uur terug, terwijl men zich onderweg in het bosch bij: Be risal aan meegenomen proviand te goed deed. Dinsdag werd door de Koningin rust gehouden. Zij verliet haar vertrekken in Hotel 'Gouronne et Pos'te niet. Naar men zegt wordt op 1 of 3 Juli, dus wanneer de Koningin zich voorbe reidt om naar Zinal verder te reizen, H. K. H. Prinses Juliana te Brig verwacht. ARBEIDSVOORWAARDEN IN DEN LANDBOUW. Crisis-organisatiebeschikking. f e Minister van Economjsche Zaken heeft bepaald, dat de georganiseerden bij J de stichting: Landbouw-Crisis-Organisa tie voor de verschillende provinciën en bij de stichting: Nederlandsche Turfcentrale gevestigd te Assen, verplicht zijn in de door de met de zaken van den landbouw belasten Minister te bepalen gevallen om trent de arbeidsvoorwaarden van hen, die bij; deze georganiseerden werkzaam zijn overleg te plegen met een van de navol- gende organisaties van werknemers, voor zoover hun arbeiders daarbij zijn aange sloten, en deze organisaties als zoodanig te erkennen: le Nederlandschen Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivel bedrijf, gevestigd te Utrecht; 2. Nederlandschen Christelijken Land- arbeidersbond, gevestigd te Utrecht. 3e Nederlandschen R. K. Landarbei- dersbond „St. Deus Dedit" gevestigd te Haarlem. De georganiseerden zijn verplicht door hen gesloten collectieve arbeidsovereen komsten getrouwelijk na te komen. Voorts zijn ze verplicht bij die arbeids geschillen, waarbij1 de met cle zaken van den landbouw belaste Minister dit wen- schelijk acht, arbitrage te aanvaarden van één of meer door den hiervoren ver melden Minister te benoemen arbiter(s). Minister Steenberghe. De Minister van Economische Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat hiji, behoudens tegenbericht, eiken Donderdag, te beginnen met 5 Juli 1934, des namiddags te 2 uur, aan het hoofd gebouw van het Departement van Econo mische Zaken, Bezuidenhoutscheweg 30, te 's Gravenhage allen zal ontvangen, die hem over zaken, voormeld departe ment betreffende, wenschen te spreken. Landarbeidersloonen. De Rijksbemiddelaar, de heer Bloemers, hield naar aanleiding van het ultimatum der landarbeidersorganisaties in Het Bildt, opnieuw een bespreking met par tijen te Leeuwarden. De aanwezige werkgevers verklaar den, overtuigd te zijn dat het overgroote deel der landbouwers geen bezwaar zal maken, dezelfde kxmen als het vorige jaar te betalen. Alleen wenschen zij zich daartoe niet contractueel te verbinden. Deze week zullen de arbeiders hun hou ding vaststellen. Het conflict in de mijnindustrie. Het Volksblad meldt, dat in een mani fest aan de mijnwerkers de algemeene Nederlandsche mijnwerkersbond onom wonden als zijn oordeel te kennen geeft, da't het conflict in de mijnindustrie nog niets van zijn scherpte verteren heeft. Vervolging tegen het Tweede Kamerlid I Jsselmuiden Naar wij vernemen heeft de curator in het faillissement van de stichting Rijn- strandbad te Arnhem aan den officier van justitie te Arnhem verzocht een vervol ging te willen instellen tegen het Tweede Kamerlid, den heer J. J. W. IJsselmui- den, in zijn kwaliteit van secretaris-pen ningmeester van genoemde stichting. Naar wij vernemen staat deze klacht in verband met de beschuldiging, dat de heer IJsselmuiden de andere crediteuren zou benadeeld hebben. Hij zelf had ook een vordering op de stichting. Invoer van garnalen naar Frankrijk. De heer Van de Bilt heeft aan den Minister van Economische Zaken de vol gende vragen gesteld 1. Is het juist, dat het contingent gar nalen (waaronder nog begrepen kreeften en langousten) voor invoer in Frankrijk voor het tijdvak van 1 Januari tot 30 Juni voor ons land is bepaald op 145.000 kg.? 2. Is de minister niet van oordeel, dat dit contingent, indien 'bepaald naar den gemiddelden invoer 19281932, belang rijk hooger bad moeten zijn 3. Kan de Minister ook meedeelen wat de oorzaken zijn, dat het toegestane con tingent zoo klein is, immers 145.000 kg. tegen België, met veel minder visscherij, 425.000 kg. 4. Heeft de Regeering, waar de dagbla den dit contingent reeds eind Januari pu bliceerden, tijdig stappen gedaan om voor ons land een hooger contingent te ver krijgen 5. Is het den Minister bekend, dat ons contingent reeds op 1 April was bereikt en is 'Z. Ex. bereid stappen te doen, die onze thans lamgeslagen export van gar nalen en de visscherij derzelve weer op de been zouden kunnen brengen. 6. Acht de Minister het niet gewenscht dat bij het voeren van besprekingen met het buitenland over vaststelling van con tingenten als dit ook rechtstreeks bij het vak betrokkenen aanwezig zijn? DE TWEEDE KAMER OVER HET SPELLINGCOMPROMIS. Naar de Telegr. vernam is Minister Marchant voornemens eerst het compro mis nog eens in den ministerraad ter sprake te brengen. Zulks zal geschieden in de zitting van het Kabinet, die Dins dag a.s. wordt gehouden, waarbij dan de uitspraak van de Kamer eveneens bespro ken zal kunnen worden. Eerst na deze ver gadering van den ministerraad zal beslist worden wat er gaat gebeuren met het com promis. Het feit, dat de Tweede Kamer zich tegen de invoering van het spelling-com promis heeft uitgesproken door het aan nemen van de motie-Tilanus, beteekent geenszins, dat het compromis nu van de baan is. De motie had geen andere strekking dan het gevoelen der Kamer aan de regeering kenbaar te maken. De regeering behoudt de bevoegdheid het spellingcompromis bij de onder haar ressorteerende instanties (het gaat hier voornamelijk om het open baar onderwijs) in te voeren. De minister kan dus de uitspraak van de Kamer naast zich neerleggen en toch gevolg geven aan zijn voornemen het com promis in September a.s. bij: het onder wijs in te voeren of het onderwijs de keus te laten tusschen de spelling De Vries en Te Winkel en het compromis. Binnenland. Wat gebeurt er met het spelling-com promis? De Koningin in Zwitserland. Het 60-millioenplan door de Eerste Kamer aangenomen. De Tweede Kamer over het Verkeersfonds. Classicale vergaderingen der Ned. Herv. Kerk. Buitenland. Staat Hitier achter de Stahlhelm? De reizen van Minister Barthou. Legt de Regeering zich bij de uitspraak neer, dan is de nieuwe spelling voor af- zienbaren tijd van de baan. Het is waar, zegt het „Vaderland" minister Marchants laatste woord in de discussie bij de interpellatie-TUanus is geweest, dat de Kamer „niet heeft te ma ken" met het compromis. Men moet hier echter o.i. aan een minder gelukkige uit lating denken, daar het niet aan te nemen is, dat de Minister, die verklaarde naar deze parlementaire discussie verlangd te hebben en die den interpellant breedvoe rig te woord Stond, in ernst van meening zou zijn, dat de Kamer met de nieuwe spelling niet te maken zou hebben. Waar bij nog komt, dat heel het parlementaire leven van dezen vrijzinnig-democratischen Minister vloekt met de opvatting, dat de oontroleerende taak van de Kamer niet zou insluiten het recht der Kamer om tegenover een besluit van den Minister, op een terrein waar de Regeering daartoe bevoegd is, haar meening uit te spreken. Wij, nemen dus aan, dat de Minister van 'Onderwijs zijn voornemen niet zal uit voeren, nu gebleken is, dat de Volksver tegenwoordiging in meerderheid tegenover hem staat. Bovendien staat vast, dat de meerderheid tegenover het nieuwste keu zesysteem der Regeering veel grooter 'is dan uit de stemming over de motie-Tila nus kon blijken. Immers, voorstanders van de nieuwe spelling, gelijk de heer K. ter Laan, moesten wel tegen deze motie stemmen, maar deze groep is even sterk tegen het keuze-stelsel, dat de bestaande verwarring bestendigt, vergroot en legali seert. 'Maar wat, indien minister Marchant dwars tegen de Kamer ingaat en doorzet? Dan wordt het Onderwijs en de school gaande jeugd het kind van de meer fas cistische dan democratische rekening. Dit is erg, maar hét kon nog erger. Immers, verder dan het Onderwijs zal deze proef zich niet uitstrekken. De andere departe menten, de Minister heeft het medege deeld, zullen afwachten; de officieele spel ling verandert dus niét, althans nog niet en de couranten zullen nu het zoo geloo- pen ie, geen oogenblik er aan denken, om ter wille van een ietwat hoofdigen Minis>- ter overstag te gaan. Het eenige resultaat zal zijn nóg meer gebrek aan eenheid, nóg grooter verwarring. Dit kan het Kabinet niet wenschen. Ook daarom vertrouwen wijl, dat met het inzicht der Kamer ter dege rekening zal worden gehouden. Nieuwe salarisregeling voor burge meesters, secretarissen, enz. Ged. Staten van Zeeland hebben aan de gemeentebesturen toegezonden een con- ceptregeling van de jaarwedden van bur gemeesters, secretarissen enz. D'e nu nog bestaande tijdelijke korting van 12.5 pet. voor burgemeesters, secretarissen, ontvan gers en ambtenaren van den burgerlijken stand en van 4 pet. voor de wethouders komt met ingang van 1 Januari 1935 te vervallen. Een nieuwe regeling op lager peil wordt voorgelegd. Ze luidt als volgt: aanvangswedde le kl.801 inw. 2e kl. 801-1200 inw. 3e kl. 1201-1600 inw. 4e kl. 1601-2300 inw. Se kl. 2301-3000 inw. 6e kl. 3001-4000 inw. 7e kl. 4001-S000 inw. 8e kl. 5001 en meer Zierikzee Goes Ter Neuzen Middelburg Vlissingen De aanvangswedde wordt verhoogd met vijf tweejaarlijksche verhoogingen voor de burgemeesters en secretarissen voor ge meenten van de le, 2e en 3e klasse met f 100, 4 en 5e klasse met f 150, 6e, 7e en 8e klasse met f 200, Zierikzee, Goes, Ter Neuzen, Middelburg en Vlissingen met f 200. Voor de ontvangers zijn deze ver hoogingen resp. f 60, f 90, f 120 en f 150. Verder wordt een kindertoeslag gege- burg. secr. ontv. weth. 950 950 290 50 1150 1150 340 70 1450 1450 390 90 1750 1750 490 115 2050 2050 635 150 2400 2400 780 190 2850 2850 980 235 3400 3400 1250 285 3800 3800 1850 45Ö 4200 4200 2350 900 4200 4200 2350 900 5600 5100 3450 1800 5600 5100 3450 1800

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 1