3S. euws. Ingezonden Stukken Burgerlijke Stand. Marktberichten. Advertentiën. tiezingen zoo- het vroegere st als politieke aangaven of jjn de wind al mieter kunnen chedé in wer- de vereeniging zal daar een kozen moeten zien uit wel- nd waait. Met ■Socialisten in- hehben onder op de som. gesteld. Straks .e Nat.-Soc. po- de werkelijk- OPMERKER. lige veiling de de laatste jaren e productie om noeg mee. Zou den de geheele an is het leed ad reeds bij de te Maastricht ïenwerking met ite veiling nog t er zijn teleur- regeeringscom- de uitnoodiging rgadering niet espreking werd n vakmenschen nogmaals een zal aanvragen, ;en van de ver en. Mede door landbouworga- verwacht men gunstig resul- FERS. wezen, zegt de mding der libe- ust bij de Win- vereenstemming die men van ■ne wil. rdt nu gezegd: yelke offers wij dan offers zijn, n, dat men en- n voorgrond zet eid. id te vernemen zijn. delspolitiek, om- herming is aan schoof elspolitiek werd gevolg van een Dor ieder bui van het buiten- niet meer wil iring een andere m voorheen. En )ffer zijn, omdat jhandel kunnen :hool betreft: zij precies als de bare schooltjes euwe bijzondere eer worden ge- n de omstandig- nderwijs achter- r vooruit, ïzer liberale po- maken. behandeld dan r liberalen doet jksovereenkomst rouw haar man laat ons het ;elen. Over alle gelijk denken over die dingen il van meening 'OUW. ook de liberale e r d r i e t g e- im staaltje van dezer dagen te rnemen. sleden is de heer rijksveldwacht, maanden overle- een prachtigen meester en de taar gehecht, van den heer zoo opgewekt baas heenging, den hond ge- roortdurend door zoekend. Eten fe is tot zich nemen, krachten sterk het arme dier astorven. (Tel.) a m m i n g. Te ^1 voor van kin- -Jarig dochtertje van dhr v, D. Het patientje is naar het ziekenhuis te Utrecht overgebracht. Huiselijke twist. Gisteren heeft de arbeider Drenth te Drouwenermond bij een huiselijken twist zijn 25-jarigen zoon zoodanig met een mes verwond, dat deze in ernstigen toestand naar het zie kenhuis te Groningen moest worden ver voerd. De dader is door de politie in ar rest gesteld. Nachtlichtje omgeworpen. Door het omverwerpen van een nacht lichtje dat bij het bed stond, brak gister nacht brand uit in de woning van de familie K. te Schildwolde (prov. Gr.). De bewoners wisten zich tijdig te redden. De j woning en het grootste deel van den in boedel zijn verbrand. Verzekering dekt de schade. Roofoverval te Nieuwer- Amstel opgehelderd. Men zal zich herinneren, dat in den ochtend van 5 Maart j.l. onder de gemeente Nieuwer- Amstel een brutale overval met beroo- ving heeft plaats gehad ten huize van den veekoopman H. J. Gels, tijdens diens afwezigheid, waarbij geld en sieraden zijn ontvreemd, nadat de daders de vrouw des huizes ernstig hadden mishandeld, bloe dend verwond en vastgebonden. De politie van Nieuwer-Amstel is er thans in ge slaagd de beide mannen, die den over val hebben gepleegd, op het spoor te komen. Het zijn de Hagenaars O. en H., die dezer dagen in het Huis van Bewaring te Den Haag zijn opgesloten, als verdacht van den overval met berooving aldaar gepleegd op 12 Mei j.l., waarbij, in een winkel aan den Rijswijkschen weg de winkelier Blancke ernstig is mishandeld. Gisterenmiddag heeft mevrouw Gels bij confrontatie met deze beide mannen in hen haar belagers pertinent herkend. Ook een boomenrooier, die tijdens den overval in de nabijheid van het huis had gewerkt, herkende een der mannen. De verdachten hebben nog niet bekend. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie In rechte lijn vooruitl Aan de Ouders, „Waarheen met m'n jongen, m'n doch tertje, dat met een goed rapport de zesde klasse der lagere school beëindigd heeft?" Dat is een vraag, die bij menig ouder om een antwoord dwingt. Immers, de maatschappij wordt steeds gecompliceer der, de eischen bij een overvloed van be schikbare werkkrachten steeds meer op gevoerd en de keus voor een juiste voor bereiding al moeilijker. De heer v. d. Tol te Rotterdam zegt in een brochure hiervan het volgende: „Wat is nu het bijzonder aantrekkelijke dat de U. L. O.-school in dit opzicht voor deze ouders heeft? In de eerste plaats is het wel het rus tige gevoel, dat in het ouderhart gewekt wordt door de overtuiging, dat de U. L. O.-school in rechte lijn is de voortzetting van de lagere sc'hool. De doelbewuste lei ding van den onderwijzer, die tevens pae- dagoog, dat is opvoeder, is, blijkt van de grootste beteekenis voor de karaktervor ming onzer U. L. O.-leerlingen. Dat voor onze Christenouders de Christelijke U. L. O.-school juist om deze 'behoudende en vormende tendenz een bijzondere beko ring heeft, behoeft in dit verband wel nauwelijks te worden betoogd. Toegelaten kunnen worden die leerlin gen, die de zesde klasse eener lagere school met vrucht hébben doorloopen. Het spreekt vanzelf, dat leerlingen, wier aanleg een stuk onder de middel maat blijft, voor voortgezet onderwijs niet geschikt zijn. Voor het overige echter is de U. L. O.- school de school, waar het onderwijs en het eindexamen (bekend als het M. U. L. O.-examen) zoo ingericht zijn, dat zoo wel met de belangen van de gewoon-be- gaafden, als met die van de minder- of meer-begaafden rekening kan worden ge houden. Een extra voor-opleiding is niet noodig. Toch mag in dit verband wel op één zaak gewezen worden. Zooals men weet, is er een streven om o.m. mogelijk te maken, dat in klasse vijf en zes van de lagere school weer Fransch als leervak ingevoerd wordt. In afwachting van de definitieve wettelijke vrijheid zijn thans reeds aan tal van sdholen Fransche cursussen verbonden. Nadrukkelijk zij den ouders aangeraden, hun kinderen, voor zoover ze bestemd zijn voor voortgezet onderwijs, aan deze cur sussen te laten deelnemen. Behalve de vakken der lagere school zijn in het leerplan eener U. L. O.-school opgenomen: a. Talengroep: Fransch, Hoogduitsoh en Engelsch. b. de Wis- en Natuurkundegroep: Re kenen, Algebra, Meetkunde en Natuur kunde. c. de Handelskennisgroep: Boekhouden en Handelsrekenen. Het spréékt vanzelf, dat op een Chris telijke U. L. O.-school bovendien aan het onderwijs in de Gewijde, Kerk- en Zen dingsgeschiedenis volle aandadht besteed wordt. De vraag wordt meermalen gedaan: Is het onderwijs in al deze vakken voor alle leerlingen verplichtend gesteld? Met de beantwoording van deze vraag komen we tot een andere eigenaardigheid der U. L. O.-school, n.l. deze, dat bij haar inrichting rekening kan worden gehou den met: primo: de plaatselijke behoeften; secundo: den bijzonderen aanleg der leer lingen". Dat zeer veel ouders reeds het belang van het U. L. 0. inzagen blijkt wel uit den enormen groei der laatste jaren. In Jan. 1930 bedroeg het aantal leerlingen op de U. L. O.-sc'holen 57000, in J an. 1933 ruim 75.000. Aan het M. U. L. O.-examen namen deel in de laatste vijf jaar achtereenvolgens: 5387, 5826, 6272, 7189 en 8428 leerlingen, terwijl zich voor 1934 een nog grooter ge tal aangaf, zoodat de regelingscommissie moeite heeft om voldoende examinatoren "te vin den 1 Bedenke verder ieder, dat de nieuw- voorgestelde opleiding voor onderwijzer (-es) het bezit van het M. U. L. 0.-diplo ma zoo al niet verplicht, dan toch zeer wenschelijk zal stellen. Voeg daarbij, dat het M. U. L. O.-diplo ma den bezitters een keur van voorrech ten biedt (lijst op aanvrage bij onderge- teekende gaarne beschikbaar), dan zal ieder ernstig ouder toch zeker niet de U. L. O.-school bij voorbaat voor zijn kind negeeren, maar nota nemen van de bij zondere beteekenis van dezen tak van on derwijs, die èn voor de verdere studie op H. B. S., Gymnasium, Handelsschool, Kweekschool enz., èn als voorbereiding voor kantoor en handel al meer de be geerde school blijkt te zijn, die in rechte lijn vooruit bouwt op de lagere school. Ten slotte geef ik U nog in overweging, wat Ds P. J. Steinz van Goes eenige jaren geleden schreef: „Het wil mij voorkomen, dat vele ouders niet op de hoogte zijn van de voordeelen, die het U. L. O.-onderwijs biedt, vooral voor die leerlingen, die straks geen aca demische studie zullen volgen. Voor het practische leven en den toe gang tot velerlei werkkring biedt de U. L. O.-opleiding uitnemende gelegenheid. Maar ook voor die jongens en meisjes, die straks gymnasium of H. B. S. bezoe ken gaan, is een jaar U. L. O.-onderwijs van groote beteekenis. Ze raken wat thuis in verschillende leervakken, zoodat ze niet als het ware worden overstroomd door nieuwe leerstof. En wat voor ons, Christenouders, toch wel het zwaarste weegt op de Christelijke U. L. O.-scholen: de jongens en meisjes blijven in de sfeer van het Evangelie, wat in den overgangsleeftijd toch van zoo bij zondere beteekenis is". Tot mondelinge en schriftelijke voor lichting is ondergeteekende steeds gaarne bereid. Het Hoofd der Ghr. U. L. O.-school Westwal 34 B, Goes, H. C. VAN DONK. UIT HET ZEEUWSCH VERLEDEN door A. M. Wessels. Het Goesche Gilde der Leeggangers. 't Is zeker algemeen bekend, dat de gil den, vereenigingen waren van personen, die hetzelfde ambacht of bedrijf uitoefen den. Maar wat dan te denken van het gilde, hier boven genoemd, dat eenmaal te Goes bestond? Leegloopen kan men toch (niet precies ,een ambacht noemen; de werkloozen zouden dit niet gaarne be amen. Onlangs werd bij een stempellokaal de opmerking gemaakt: ,,'t Gilde der leeg- gangers is weer herleefd". Natuurlijk kon ik hiermee niet accoord gaan, want er is een hemelsbreed verschil tusschen de Goesche leeggangers van de vorige eeuwen en de hedendaagsche werkloozen. Laat mij dit duidelijk mogen maken. Sommigen zagen in de oprichting van het Goesche Leeggangersgilde niets an ders dan de ziekelijke neiging, om mee te doen aan de overdreven beweging tot het vormen van allerlei zoodanige ver eenigingen. Niets is echter minder waar. En evenmin is het juist, als een schrijver beweert, dat bedoeld gilde oorspronkelijk een kerkelijke instelling zou geweest zijn, wat deze afleidde uit de omstandigheid, dat het een tijdlang „kruisbroedersgilde" werd genoemd. In 1579 voerde de vereeniging den naam van „leeggangersgilde" en in 1580 den naam van „Poorterije-gilde". Eer ik ever dit gilde verder uitweid, dient een antwoord gegeven op de vraag, wat was oorspronkelijk een gilde? De Frankische vorsten stelden in de verschillende deelen van hun gebied amb tenaren aan, in 't begin niets meer dan rechters, later ook in regeeringszaken voor hun meester optredende. Toen be doelde vorsten langzamerhand al meer en meer van hun macht verloren, matigden hun ambtenaren zich steeds meer macht aan, en de villa's of dorpen, hun door den koning tot verblijf aangewezen, verklaar den zij tot hun eigendom. Van dien tijd af lieten deze heerèn zich door bun onderhoorigen „schotgelden", d.w.z. een belasting betalen, die berekend werd naar het aantal gemeten en die niet werd omgeslagen over de hoofden elk af zonderlijk, maar over de erven. Naarmate een erf dus uit meer ge meten bestond, moest men ook meer schot betalen. De bewoners van een erf, die hetzelfde bedrijf uitoefenden, betaalden een gelijk aandeel in dit „schot". Zulke bewoners vormden dus één lichaam, dat gelde of gilde genoemd werd. Uit het voorgaande blijkt, dat men gilden aanvankelijk alleen vond op de erven, tot een villa behoorende en dus van den koning afkomstig. Het waren z.g. „Koningshoeven". Maar ook de kloosters gingen nu het zelfde doen, wat de heeren der villa's de den, n.l. schot heffen van hun bezittin gen, op dezelfde wijze omgeslagen. Men trof dus toen ook gilden aan in de kloos ters en op de kloosterhoeven. Nu bezat het klooster der kruisbroeders, staande aan de Beestenmarkt te Goes, uitgebreide bezittingen, niet alleen in het ambacht Goes, maar zelfs „in Holland, Overmaas en Abbenbroek". En op de hoe ven, op deze goederen aanwezig, pasten de kloosterlingen den reeds genoemden maatregel toe. Alzoo vormden de opgezetenen der Kloosterhoeven „het kruisbroedersgilde", zoodat men bezwaarlijk kan volhouden, dat dit een kerkelijke instelling was. Dan zou men b.v. thans iedereen, die een stuk land van de een of andere kerk pacht, een kerkelijk persoon moeten noemen. Toen de villa's zich begonnen uit te breiden tot steden, doordat van het plat teland er zich veel volk vestigde, nam ook het aantal gilden toe. Elk dier gilden leefde naar eigen gebruiken en wetten. Natuurlijk gaf dit aanleiding tot een groote verwarring, waarom er naar ge streefd werd, al de afzonderlijke gilden samen te smelten tot één groot gilde ion- der één wet. Daartoe moesten al de onderdeelen hun toestemming geven, wat ze gereedelijk de den, omdat aan de samensmelting de voorwaarde verbonden was, dat het ééne algemeene gilde zou aangemerkt worden als leenman van den heer, met al de ver plichtingen, maar ook al de rechten, aan den staat van leenman verbonden. Tot die rechten beboordt b.v. dat het gilde zelf zijn eigen huishouding regelde. Thans noemt men de vereeniging van personen, die hier is bedoeld, een ge meente, maar dat was in het verleden het geval niet. De meest voorkomende benaming was „poorterije", doch de oud ste „comannengilde". Met „comannen" schijnen kooplieden bedeeld te zijn, of schoon de poorterij volstrek' u'et alleen uit kooplieden bestond. Uit net boven staande blijkt voldoende, dat de poorterij een staatkundig gilde was en geenszins een ambachtsvereeniging. Nu laat zich vragen, hoe het komt, dat te Goes alleen het kruisbroedersgilde met den naam „poorterije" genoemd werd. Dit schijnt daaruit voort te komen, dat dit gil de zeer rijk en alzoo zeer machtig was, zoodat het wel niet de geheele gemeente vormde, maar toch het invloedrijkste deel daarvan. En nu de naam „leeggangers". De historieschrijver Dr Piccardt van Goes zegt, dat het hier besproken gilde „het eerst van alle te niet ging, misschien cm dat bij vermeerderden arbeid en lust daar toe geen leeggangers genoeg meer over bleven of moed hadden om zich alzoo te doen kennen". Hierin ga ik met den vorigen archiva ris van onze stad niet accoord. De naam „leeggangers" heeft m.i. met leegloopen hoegenaamd niets uit te staan. Hij' luidde oorspronkelijk, en niet pas na 1579, „ledigmannen" en de woningen dezer menschen heetten „ledighuizen". Wanneer een vrij' man, zijn eigen, vrije bezittingen aan een heer opdroeg, om ze van dezen weer in leen te ontvangen, waardoor hiji de bescherming van den leenheer verwierf, dan kreeg de leenman den naam van „ledigman". Dit beduidde, dat hij „ledig, los en onbezwaard" was van alle leenverplichtingen ten opzichte van anderen, dan zijn eigen leenheer. Dit stemt volkomen overeen met wat ik betoogde, n.l. dat de poorterij leenman was van één heer, dus ook „ledig" tegen over anderen. Dat men de Goesche ledig mannen later leeggangers en zelfs leeg- loopers ging noemen, kwam eenvoudig hierdoor dat men de oorsprong van de ware benaming niet kende. 0.- en W.-Souburg. Vrijdagmiddag ver gaderde de Raad. De voorz. zegt dat een dankbetuiging van H. M. de Koningin is ingekomen voor het verzonden telegram van rouwbeklag. Tot controleur bij' de werkloozen is door B. en W. benoemd dhr A. Poortvliet. De lantaarns branden nu beter op tijd en naar de laatst plaats gehad hebben de brandblussching is een onderzoek in gesteld. De heer v. Soelen zegt, dat in verband met een uitlating zijnerzijds over den plaats gehad hebbenden brand hij van de brandweercommissie 'n verzoek heeft ont vangen haar vergadering te willen bijwo nen. Is dat verzoek van B. en W. uitge gaan of van de commissie? De voorz. antwoordt dat dit niet van B. en W. afkomstig is. Tot plaatsvervangend gemeente-secre taris wordt benoemd dhr G. G. Mantz; eveneens tot ambtenaar van den Burg. Stand. Hij' wordt als zoodanig beëedigd. Beroep onderwijzer P. G. J. Smith. Dhr Suurmond zegt, dat als hij' meer had geweten en was hem voldoende het standpunt van den heer Inspecteur mede gedeeld, hij tegen dit ontslag had ge stemd. De A.R. fractie is thans er tegen om in beroep te gaan bij' de Kroon. Ook gelooft hij niet dat het onderwijs gediend zou zijn als er op dit ontslag werd terug gekomen. De heer Goedbloed is het geheel eens met de zienswijze van Ged. Staten en dus ook tegen het in beroep gaan door den Raad. Het advies destijds gegeven door het hoofd der school gaf geen voorkeur voor ontslag van eenig persoon en diens mee ning was dat een mannelijke leerkracht als waarnemend hoofd de voorkeur ver diende. Ook is onwaar dat er vanwege de houding van den betrokken onderwij zer kinderen van de school zijn afge nomen en naar een andere openbare school zijn verplaatst. Spr. zal er tegen stemmen om in be roep te gaan. Dhr de Priester zegt namens zijn frac tie, dat hij achter het voorstel van B. i en W. staat. Het zou aan de eer van den Raad komen als men op dit voorstel terug kwam. De argumenten van B. en W. zijn evenwel niet al te sterk naar zijn mee ning. Het zou ook niet in het belang van bet onderwijs zijn als straks deze leer kracht terug zou komen en een ander zou moeten worden ontslagen. De voorzitter antwoordt dhrn Suur mond en Goedbloed dat B. en W. hun voorstel handhaven. Dat het voorstel niet objectief zou zijn bestrijdt hij. Dhr v. Soelen kan zich er volkomen mee vereenigen om in beroep te gaan. Als het inderdaad waar was dat de krachten even sterk waren, zou hij dit niet doen. Doch nu is het in het belang van het on derwijs dat het ontslag gehandhaafd wordt, aangezien het hier de minste leer kracht geldt. Dhr Goedbloed is het hiermede in het geheel niet eens. Dhr Lorier is van meening dat er thans een geheel nieuwe wending is gekomen. De krachten zijn wèl gelijkwaardig te noemen, wat vroeger anders is voorge steld. Na de conferentie met den Inspecteur is dit hem duidelijk gebleken. Spr. is te gen het in beroep gaan. Dhr de Priester bestrijdt de zienswijze van dhrn Lorier en Goedbloed. Hij her haalt dat het onderwijs met het besluit van Ged. Staten niet is gediend. Het voorstel van B. en W. om in be roep te gaan wordt aangenomen met de stemmen van de heeren Suurmond en Lorier en Goedbloed tegen. Dhr Leenhouts legt de verklaring af, dat het hem alleen te doen is om een principieele beslissing te verkrijgen, meer niet. Werkverschaffing. De voor zitter deelt mede, dat aan het aan te leg gen rijwielpad veel arbeid door werkloo zen kan worden verricht en stelt den Raad voor vergunning te verleenen om deze hierbij te werk te stellen en een des betreffend verzoek in dit verhand te doen. Nadere cijfers zullen zoo spoedig moge lijk worden overgelegd. Het natuurschoon zal zoo veel mogelijk worden ontzien en indien noodig zal bijplanting plaats heb ben. De raad kan thans in zijn geheel met. het voorstel medegaan. Adres A. Bosschaart inzake verbouwing. B. en W. zijn van oordeel, dat het hier nieuwbouw betreft en aansluiting aan de waterleiding dus verplicht is. De heer Suurmond zegt, dat er nog geen aanvraag om te mogen bouwen is en wil wachten met beslissen tot dat deze er officieel is. Spr. is er tegen, dat bij dezen bouw aan sluiting aan de waterleiding verplichtend is. Als er aan een oud gebouw het water goed is, blijft dit toch zoo als verbouw heeft plaats gehad. De voorzitter zegt dat na inzending der teekening bleek, dat het verzoek geen ver bouw kan worden genoemd, doch nieuw bouw is. Dhr Leenhouits komt tot een geheel an dere conclusie. Dhr de Priester is het eens met de hee ren Suurmond en Leenhouts, dat B. en W. een verkeerde houding hebben aangeno men. Het adres is voorbarig. Spr. stelt voor, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. Verbetering Nieuwe Vlissingsche weg. B. en W. stellen voor om enkele strooken grond aan te doen koopen door de Pro vincie voor dit doel. Hieraan moet de ge meente alsdan 25 pet. bijdragen. Dhr Jansen zegt, dat door een eige naar een veel ite 'hooge prijs wordt ge vraagd voor een perceeltje in tegenstel ling met anderen. Hierover zal nog wor den onderhandeld zegt de voorzitter. Rondvraag. Dhr Lorier vraagt waarom er menschen uit andere gemeenten zijn te werk gesteld bij het hoornen rooien. Dit kan toch wel door ingezetenen geschie den? De voorzitter antwoordt, dat het rooien in den koop was inbegrepen. De Provincie ■had hier de beslissing. Dhr Louwerse bespreekt de geweldige stofp'laag in den Padweg bij wind. De voorzitter antwoord, dat er weinig aan te doen zal zijn. Dhr de Priester vraag of het geen tijd is om de bestrating in de Burgtstraat door te trekken, daar er thans aan heide zijden is gebouwd geworden. De voorzitter zegt toe, dit punt in overweging te zullen nemen. Dhr Jansen wil wijziging in de uren, ■dat de lantaarns branden en voor het zelfde geld enkele lichtpunten meer aan brengen. De voorzitter zegt, dat het laatste niet wordt toegestaan. Dhr Goedbloed verzoekt wijziging aan te willen brengen in de rioleering in het Koopmansvoefpad. Weth. Cysouw zegt, dat dit technisch niet mogelijk is. Als er weer materiaal beschikbaar komt zal er in voorzien worden. Hierna volgt geheime zifting. Van 17—24 Mei. VLISSINGEN. Ondertrouwd: P. Lems, 31 j. en C. Asard, 27 j.; N. A. Kieboom, 24 j. en A. Matthijssen, 26 j.; M. van Reems, 25 j. en M. J. Vlegels, 23 j.; C. J. Stroo, 27 j. en C. Kuijpers, 24 j.; B. C. C. Wösten, 32 j. en W. M. E. Manse, 21 jaar. Getrouwd: H. Kosten, 30 j. en H. de Boo van Uijen, 26 j.; H. de Jong, 23 j. en M. Castel, 23 j.; J. M. de Quartel, 31 j. en C. A. E. Dekker, 28 j.; J. Mulder, 25 j. en A. C. Kokelaar, 26 j.; C. Reinlfoudt, 22 j. en J. Houmes, 19 j.; B. van Liere, 34 j. en J. Mesu, 24 J.; H. Tongelet, 35 j. en I. I. E. Baumann, 32 J.; C. Castel, 31 j. en N. Visser, 22 j. Bevallen: T. Mondeel, geb. Robels, z.; M. Naerebout, geb. Adriaanse, z.; M. J. Broere, geb. Bok, d.; L. Schets, geb. Da- vidse, z.; P. Gilde, geb. Gabriëlse, d.; C. de Voogd, geb. Kesteloo, d.; M. Germing geb. von Glinski, z.; D. M. Fregeres, geb. Langendoen, d.; G. Weijts, geb. de Waard (levenl.) Overleden: C. Roelse, 67 j., vrouw van D, de Hamer; W. C. Berwald, 56 j., vrouw van A. J. Kamermans; J. de Nooijer, 70 j., man van N. Marteijn; G. Schol, 33 j., vrouw van M. Beekes; J. R. E. Heersma, 43 j., man van J. M. C. J. van de Woestijne. (Vliss. Crt.) MIDDELBURG. Veiling van 25 Mei. Blauwe aardappelen f 1f 1.08, blauwe 8586 ct., Bevelanders 56 ct. alles per 25 k.g.; aardbeien 32114, kruisbessen 3, tomaten 3857, spinazie 210, poste lein 710, moskrul 25 doperwten 33 37, peulen 2232, snijbiet 2—3, zuring 3—5j, nieuwe aardappelen 1016, po ters I 6—14, II 2—11, III 2—5, drielin gen 9 ct. alles per k.g.; peen 2,512,5, prei 12,5, uien 1,52, selderie 23,5, peterselie 2,53,5, rabarber 35, radij's 12, rammenas 1,53 ct. alles per bos; bloemkool 317, andijvie 12,5, kropsla 11,5, witte komkommers 712, groene 6, brocolie 3,56 ct. alles per stuk. 1 ioenen 1220, balroos 48, lupinen 8, kruidnagels 23, aculei 28, koren bloem 16, pyrahsiecum 710, iris 57, meidoorn 5, margriet 9, goudenregen 10 ct. alles per bos; pioenen 1622, madelie ven 34, Engelsch gras 12 ct. alles per 10 stuks, cactus 25, geraniums 413, hang geranium 6—9, primula 15, coleus 8, fradescantia 10 ct. alles per pot. GOES. Veilingsvereeniging Zuid-Beve land. Kleine veiling van 25 Mei 1934. Aardbeien 3092, Peulen 50, Postelein 1219, Spinazie 514, Nieuwe Aardap pelen 14'15, Oude Aardappelen 4.90 5, alles per 100 Kg.; Bloemkool 918, id. lie soort 38, Witte Komkommers 6 41, Groene idem 68, Kropsla 0.50 1.90, Kipeieren 1.90, alles per 100 stuks; Wortelen 6-11, Rammenas 4,20, Radijs 0.702.20, Rabarber 1.303.90, Sjalotten 1.90—2.20, Prei 5, Selderij 0.90—1.80, Pieterselie 1.30, Bloemen: Lathyrus 4, id. Irissen 7, id. Rozen 7, id. Pioenrozen 10 '17, alles per 100 bos; id. Pioenrozen 615 per 100 pot. KAPELLE, 25 Mei 1934. Groote vei ling. Kruisbessen 5.105.60 per 100 Kg. Kleine veiling: Aardbeien 4650, Pos telein 1619 beiden per Kg.; Bloemkool 817, Kropsla 0.701.20 beiden per 100 stuks. t* Stand van hedenmorgen 10 u.: Stand van gistermiddag 3 u.: 768. Licht op voor fietsen: Zondag 9 u. 30 min. Maandag 9 u. 31 min. Heden overleed tot onze diepe droefheid, na een kort stondig lijden, onze zeer ge liefde Zoon en Broeder PIETER, in den leeftijd van bijna 26 jaren. Zijn diepbedroefde Ouders en Broeder: W. VAN DULLEMEN. J. P. VAN DULLEMEN— FELIUS. I. J. E. VAN DULLEMEN. Goes, 25 Mei 1934. Met groot leedwezen geven wij kennis van het overlijden van onzen geachten collega, den heer PIETER VAN DUIiLEISEN. Wij blijven hem in vriend schap gedenken. Het Personeel van den Raad van Arbeid te Goes. Goes, 25 Mei 1934. Aan allen, die van hun deel neming deden blijken na het over lijden van onze geliefde Zuster MARIA CORNELIA VAN DEN ENDE, betuigen wij langs dezen weg onzen oprechten dank. Uit aller naam: F. J. VAN DEN ENDE. Kamperland, 24 Mei 1934.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 3