3S.
euws.
Ingezonden Stukken
Burgerlijke Stand.
Marktberichten.
Advertentiën.
tiezingen zoo-
het vroegere
st als politieke
aangaven of
jjn de wind al
mieter kunnen
chedé in wer-
de vereeniging
zal daar een
kozen moeten
zien uit wel-
nd waait. Met
■Socialisten in-
hehben onder
op de som.
gesteld. Straks
.e Nat.-Soc. po-
de werkelijk-
OPMERKER.
lige veiling de
de laatste jaren
e productie om
noeg mee. Zou
den de geheele
an is het leed
ad reeds bij de
te Maastricht
ïenwerking met
ite veiling nog
t er zijn teleur-
regeeringscom-
de uitnoodiging
rgadering niet
espreking werd
n vakmenschen
nogmaals een
zal aanvragen,
;en van de ver
en. Mede door
landbouworga-
verwacht men
gunstig resul-
FERS.
wezen, zegt de
mding der libe-
ust bij de Win-
vereenstemming
die men van
■ne wil.
rdt nu gezegd:
yelke offers wij
dan offers zijn,
n, dat men en-
n voorgrond zet
eid.
id te vernemen
zijn.
delspolitiek, om-
herming is aan
schoof
elspolitiek werd
gevolg van een
Dor ieder bui
van het buiten-
niet meer wil
iring een andere
m voorheen. En
)ffer zijn, omdat
jhandel kunnen
:hool betreft: zij
precies als de
bare schooltjes
euwe bijzondere
eer worden ge-
n de omstandig-
nderwijs achter-
r vooruit,
ïzer liberale po-
maken.
behandeld dan
r liberalen doet
jksovereenkomst
rouw haar man
laat ons het
;elen. Over alle
gelijk denken
over die dingen
il van meening
'OUW.
ook de liberale
e r d r i e t g e-
im staaltje van
dezer dagen te
rnemen.
sleden is de heer
rijksveldwacht,
maanden overle-
een prachtigen
meester en de
taar gehecht,
van den heer
zoo opgewekt
baas heenging,
den hond ge-
roortdurend door
zoekend. Eten
fe
is
tot zich nemen,
krachten sterk
het arme dier
astorven. (Tel.)
a m m i n g. Te
^1 voor van kin-
-Jarig dochtertje
van dhr v, D. Het patientje is naar het
ziekenhuis te Utrecht overgebracht.
Huiselijke twist. Gisteren heeft
de arbeider Drenth te Drouwenermond
bij een huiselijken twist zijn 25-jarigen
zoon zoodanig met een mes verwond, dat
deze in ernstigen toestand naar het zie
kenhuis te Groningen moest worden ver
voerd. De dader is door de politie in ar
rest gesteld.
Nachtlichtje omgeworpen.
Door het omverwerpen van een nacht
lichtje dat bij het bed stond, brak gister
nacht brand uit in de woning van de
familie K. te Schildwolde (prov. Gr.). De
bewoners wisten zich tijdig te redden. De j
woning en het grootste deel van den in
boedel zijn verbrand. Verzekering dekt
de schade.
Roofoverval te Nieuwer-
Amstel opgehelderd. Men zal zich
herinneren, dat in den ochtend van 5
Maart j.l. onder de gemeente Nieuwer-
Amstel een brutale overval met beroo-
ving heeft plaats gehad ten huize van
den veekoopman H. J. Gels, tijdens diens
afwezigheid, waarbij geld en sieraden zijn
ontvreemd, nadat de daders de vrouw des
huizes ernstig hadden mishandeld, bloe
dend verwond en vastgebonden. De politie
van Nieuwer-Amstel is er thans in ge
slaagd de beide mannen, die den over
val hebben gepleegd, op het spoor te
komen.
Het zijn de Hagenaars O. en H., die
dezer dagen in het Huis van Bewaring
te Den Haag zijn opgesloten, als verdacht
van den overval met berooving aldaar
gepleegd op 12 Mei j.l., waarbij, in een
winkel aan den Rijswijkschen weg de
winkelier Blancke ernstig is mishandeld.
Gisterenmiddag heeft mevrouw Gels bij
confrontatie met deze beide mannen in
hen haar belagers pertinent herkend. Ook
een boomenrooier, die tijdens den overval
in de nabijheid van het huis had gewerkt,
herkende een der mannen.
De verdachten hebben nog niet bekend.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
In rechte lijn vooruitl
Aan de Ouders,
„Waarheen met m'n jongen, m'n doch
tertje, dat met een goed rapport de zesde
klasse der lagere school beëindigd heeft?"
Dat is een vraag, die bij menig ouder
om een antwoord dwingt. Immers, de
maatschappij wordt steeds gecompliceer
der, de eischen bij een overvloed van be
schikbare werkkrachten steeds meer op
gevoerd en de keus voor een juiste voor
bereiding al moeilijker.
De heer v. d. Tol te Rotterdam zegt in
een brochure hiervan het volgende:
„Wat is nu het bijzonder aantrekkelijke
dat de U. L. O.-school in dit opzicht voor
deze ouders heeft?
In de eerste plaats is het wel het rus
tige gevoel, dat in het ouderhart gewekt
wordt door de overtuiging, dat de U. L.
O.-school in rechte lijn is de voortzetting
van de lagere sc'hool. De doelbewuste lei
ding van den onderwijzer, die tevens pae-
dagoog, dat is opvoeder, is, blijkt van de
grootste beteekenis voor de karaktervor
ming onzer U. L. O.-leerlingen. Dat voor
onze Christenouders de Christelijke U. L.
O.-school juist om deze 'behoudende en
vormende tendenz een bijzondere beko
ring heeft, behoeft in dit verband wel
nauwelijks te worden betoogd.
Toegelaten kunnen worden die leerlin
gen, die de zesde klasse eener lagere
school met vrucht hébben doorloopen.
Het spreekt vanzelf, dat leerlingen,
wier aanleg een stuk onder de middel
maat blijft, voor voortgezet onderwijs niet
geschikt zijn.
Voor het overige echter is de U. L. O.-
school de school, waar het onderwijs en
het eindexamen (bekend als het M. U.
L. O.-examen) zoo ingericht zijn, dat zoo
wel met de belangen van de gewoon-be-
gaafden, als met die van de minder- of
meer-begaafden rekening kan worden ge
houden.
Een extra voor-opleiding is niet noodig.
Toch mag in dit verband wel op één
zaak gewezen worden.
Zooals men weet, is er een streven om
o.m. mogelijk te maken, dat in klasse
vijf en zes van de lagere school weer
Fransch als leervak ingevoerd wordt. In
afwachting van de definitieve wettelijke
vrijheid zijn thans reeds aan tal van
sdholen Fransche cursussen verbonden.
Nadrukkelijk zij den ouders aangeraden,
hun kinderen, voor zoover ze bestemd zijn
voor voortgezet onderwijs, aan deze cur
sussen te laten deelnemen.
Behalve de vakken der lagere school
zijn in het leerplan eener U. L. O.-school
opgenomen:
a. Talengroep: Fransch, Hoogduitsoh
en Engelsch.
b. de Wis- en Natuurkundegroep: Re
kenen, Algebra, Meetkunde en Natuur
kunde.
c. de Handelskennisgroep: Boekhouden
en Handelsrekenen.
Het spréékt vanzelf, dat op een Chris
telijke U. L. O.-school bovendien aan het
onderwijs in de Gewijde, Kerk- en Zen
dingsgeschiedenis volle aandadht besteed
wordt.
De vraag wordt meermalen gedaan: Is
het onderwijs in al deze vakken voor alle
leerlingen verplichtend gesteld?
Met de beantwoording van deze vraag
komen we tot een andere eigenaardigheid
der U. L. O.-school, n.l. deze, dat bij haar
inrichting rekening kan worden gehou
den met: primo: de plaatselijke behoeften;
secundo: den bijzonderen aanleg der leer
lingen".
Dat zeer veel ouders reeds het belang
van het U. L. 0. inzagen blijkt wel uit den
enormen groei der laatste jaren. In Jan.
1930 bedroeg het aantal leerlingen op de
U. L. O.-sc'holen 57000, in J an. 1933 ruim
75.000.
Aan het M. U. L. O.-examen namen deel
in de laatste vijf jaar achtereenvolgens:
5387, 5826, 6272, 7189 en 8428 leerlingen,
terwijl zich voor 1934 een nog grooter ge
tal aangaf, zoodat de regelingscommissie
moeite heeft om voldoende examinatoren
"te vin den 1
Bedenke verder ieder, dat de nieuw-
voorgestelde opleiding voor onderwijzer
(-es) het bezit van het M. U. L. 0.-diplo
ma zoo al niet verplicht, dan toch zeer
wenschelijk zal stellen.
Voeg daarbij, dat het M. U. L. O.-diplo
ma den bezitters een keur van voorrech
ten biedt (lijst op aanvrage bij onderge-
teekende gaarne beschikbaar), dan zal
ieder ernstig ouder toch zeker niet de
U. L. O.-school bij voorbaat voor zijn kind
negeeren, maar nota nemen van de bij
zondere beteekenis van dezen tak van on
derwijs, die èn voor de verdere studie op
H. B. S., Gymnasium, Handelsschool,
Kweekschool enz., èn als voorbereiding
voor kantoor en handel al meer de be
geerde school blijkt te zijn, die in rechte
lijn vooruit bouwt op de lagere school.
Ten slotte geef ik U nog in overweging,
wat Ds P. J. Steinz van Goes eenige jaren
geleden schreef:
„Het wil mij voorkomen, dat vele ouders
niet op de hoogte zijn van de voordeelen,
die het U. L. O.-onderwijs biedt, vooral
voor die leerlingen, die straks geen aca
demische studie zullen volgen.
Voor het practische leven en den toe
gang tot velerlei werkkring biedt de U.
L. O.-opleiding uitnemende gelegenheid.
Maar ook voor die jongens en meisjes,
die straks gymnasium of H. B. S. bezoe
ken gaan, is een jaar U. L. O.-onderwijs
van groote beteekenis. Ze raken wat thuis
in verschillende leervakken, zoodat ze niet
als het ware worden overstroomd door
nieuwe leerstof.
En wat voor ons, Christenouders, toch
wel het zwaarste weegt op de Christelijke
U. L. O.-scholen: de jongens en meisjes
blijven in de sfeer van het Evangelie, wat
in den overgangsleeftijd toch van zoo bij
zondere beteekenis is".
Tot mondelinge en schriftelijke voor
lichting is ondergeteekende steeds gaarne
bereid.
Het Hoofd der Ghr. U. L. O.-school
Westwal 34 B, Goes,
H. C. VAN DONK.
UIT HET ZEEUWSCH VERLEDEN
door A. M. Wessels.
Het Goesche Gilde der Leeggangers.
't Is zeker algemeen bekend, dat de gil
den, vereenigingen waren van personen,
die hetzelfde ambacht of bedrijf uitoefen
den. Maar wat dan te denken van het
gilde, hier boven genoemd, dat eenmaal te
Goes bestond? Leegloopen kan men toch
(niet precies ,een ambacht noemen; de
werkloozen zouden dit niet gaarne be
amen.
Onlangs werd bij een stempellokaal de
opmerking gemaakt: ,,'t Gilde der leeg-
gangers is weer herleefd".
Natuurlijk kon ik hiermee niet accoord
gaan, want er is een hemelsbreed verschil
tusschen de Goesche leeggangers van de
vorige eeuwen en de hedendaagsche
werkloozen. Laat mij dit duidelijk mogen
maken.
Sommigen zagen in de oprichting van
het Goesche Leeggangersgilde niets an
ders dan de ziekelijke neiging, om mee
te doen aan de overdreven beweging tot
het vormen van allerlei zoodanige ver
eenigingen. Niets is echter minder waar.
En evenmin is het juist, als een schrijver
beweert, dat bedoeld gilde oorspronkelijk
een kerkelijke instelling zou geweest zijn,
wat deze afleidde uit de omstandigheid,
dat het een tijdlang „kruisbroedersgilde"
werd genoemd.
In 1579 voerde de vereeniging den
naam van „leeggangersgilde" en in 1580
den naam van „Poorterije-gilde". Eer ik
ever dit gilde verder uitweid, dient een
antwoord gegeven op de vraag, wat was
oorspronkelijk een gilde?
De Frankische vorsten stelden in de
verschillende deelen van hun gebied amb
tenaren aan, in 't begin niets meer dan
rechters, later ook in regeeringszaken
voor hun meester optredende. Toen be
doelde vorsten langzamerhand al meer en
meer van hun macht verloren, matigden
hun ambtenaren zich steeds meer macht
aan, en de villa's of dorpen, hun door den
koning tot verblijf aangewezen, verklaar
den zij tot hun eigendom.
Van dien tijd af lieten deze heerèn zich
door bun onderhoorigen „schotgelden",
d.w.z. een belasting betalen, die berekend
werd naar het aantal gemeten en die niet
werd omgeslagen over de hoofden elk af
zonderlijk, maar over de erven.
Naarmate een erf dus uit meer ge
meten bestond, moest men ook meer schot
betalen.
De bewoners van een erf, die hetzelfde
bedrijf uitoefenden, betaalden een gelijk
aandeel in dit „schot". Zulke bewoners
vormden dus één lichaam, dat gelde of
gilde genoemd werd. Uit het voorgaande
blijkt, dat men gilden aanvankelijk alleen
vond op de erven, tot een villa behoorende
en dus van den koning afkomstig. Het
waren z.g. „Koningshoeven".
Maar ook de kloosters gingen nu het
zelfde doen, wat de heeren der villa's de
den, n.l. schot heffen van hun bezittin
gen, op dezelfde wijze omgeslagen. Men
trof dus toen ook gilden aan in de kloos
ters en op de kloosterhoeven.
Nu bezat het klooster der kruisbroeders,
staande aan de Beestenmarkt te Goes,
uitgebreide bezittingen, niet alleen in het
ambacht Goes, maar zelfs „in Holland,
Overmaas en Abbenbroek". En op de hoe
ven, op deze goederen aanwezig, pasten
de kloosterlingen den reeds genoemden
maatregel toe.
Alzoo vormden de opgezetenen der
Kloosterhoeven „het kruisbroedersgilde",
zoodat men bezwaarlijk kan volhouden,
dat dit een kerkelijke instelling was. Dan
zou men b.v. thans iedereen, die een stuk
land van de een of andere kerk pacht, een
kerkelijk persoon moeten noemen.
Toen de villa's zich begonnen uit te
breiden tot steden, doordat van het plat
teland er zich veel volk vestigde, nam
ook het aantal gilden toe. Elk dier gilden
leefde naar eigen gebruiken en wetten.
Natuurlijk gaf dit aanleiding tot een
groote verwarring, waarom er naar ge
streefd werd, al de afzonderlijke gilden
samen te smelten tot één groot gilde ion-
der één wet.
Daartoe moesten al de onderdeelen hun
toestemming geven, wat ze gereedelijk de
den, omdat aan de samensmelting de
voorwaarde verbonden was, dat het ééne
algemeene gilde zou aangemerkt worden
als leenman van den heer, met al de ver
plichtingen, maar ook al de rechten, aan
den staat van leenman verbonden.
Tot die rechten beboordt b.v. dat het
gilde zelf zijn eigen huishouding regelde.
Thans noemt men de vereeniging van
personen, die hier is bedoeld, een ge
meente, maar dat was in het verleden
het geval niet. De meest voorkomende
benaming was „poorterije", doch de oud
ste „comannengilde". Met „comannen"
schijnen kooplieden bedeeld te zijn, of
schoon de poorterij volstrek' u'et alleen
uit kooplieden bestond. Uit net boven
staande blijkt voldoende, dat de poorterij
een staatkundig gilde was en geenszins
een ambachtsvereeniging.
Nu laat zich vragen, hoe het komt, dat
te Goes alleen het kruisbroedersgilde met
den naam „poorterije" genoemd werd. Dit
schijnt daaruit voort te komen, dat dit gil
de zeer rijk en alzoo zeer machtig was,
zoodat het wel niet de geheele gemeente
vormde, maar toch het invloedrijkste deel
daarvan.
En nu de naam „leeggangers". De
historieschrijver Dr Piccardt van Goes
zegt, dat het hier besproken gilde „het
eerst van alle te niet ging, misschien cm
dat bij vermeerderden arbeid en lust daar
toe geen leeggangers genoeg meer over
bleven of moed hadden om zich alzoo te
doen kennen".
Hierin ga ik met den vorigen archiva
ris van onze stad niet accoord. De naam
„leeggangers" heeft m.i. met leegloopen
hoegenaamd niets uit te staan.
Hij' luidde oorspronkelijk, en niet pas
na 1579, „ledigmannen" en de woningen
dezer menschen heetten „ledighuizen".
Wanneer een vrij' man, zijn eigen, vrije
bezittingen aan een heer opdroeg, om ze
van dezen weer in leen te ontvangen,
waardoor hiji de bescherming van den
leenheer verwierf, dan kreeg de leenman
den naam van „ledigman". Dit beduidde,
dat hij „ledig, los en onbezwaard" was
van alle leenverplichtingen ten opzichte
van anderen, dan zijn eigen leenheer.
Dit stemt volkomen overeen met wat ik
betoogde, n.l. dat de poorterij leenman
was van één heer, dus ook „ledig" tegen
over anderen. Dat men de Goesche ledig
mannen later leeggangers en zelfs leeg-
loopers ging noemen, kwam eenvoudig
hierdoor dat men de oorsprong van de
ware benaming niet kende.
0.- en W.-Souburg. Vrijdagmiddag ver
gaderde de Raad. De voorz. zegt dat een
dankbetuiging van H. M. de Koningin is
ingekomen voor het verzonden telegram
van rouwbeklag.
Tot controleur bij' de werkloozen is door
B. en W. benoemd dhr A. Poortvliet.
De lantaarns branden nu beter op tijd
en naar de laatst plaats gehad hebben
de brandblussching is een onderzoek in
gesteld.
De heer v. Soelen zegt, dat in verband
met een uitlating zijnerzijds over den
plaats gehad hebbenden brand hij van de
brandweercommissie 'n verzoek heeft ont
vangen haar vergadering te willen bijwo
nen. Is dat verzoek van B. en W. uitge
gaan of van de commissie?
De voorz. antwoordt dat dit niet van
B. en W. afkomstig is.
Tot plaatsvervangend gemeente-secre
taris wordt benoemd dhr G. G. Mantz;
eveneens tot ambtenaar van den Burg.
Stand. Hij' wordt als zoodanig beëedigd.
Beroep onderwijzer P. G. J. Smith.
Dhr Suurmond zegt, dat als hij' meer
had geweten en was hem voldoende het
standpunt van den heer Inspecteur mede
gedeeld, hij tegen dit ontslag had ge
stemd. De A.R. fractie is thans er tegen
om in beroep te gaan bij' de Kroon. Ook
gelooft hij niet dat het onderwijs gediend
zou zijn als er op dit ontslag werd terug
gekomen.
De heer Goedbloed is het geheel eens
met de zienswijze van Ged. Staten en dus
ook tegen het in beroep gaan door den
Raad.
Het advies destijds gegeven door het
hoofd der school gaf geen voorkeur voor
ontslag van eenig persoon en diens mee
ning was dat een mannelijke leerkracht
als waarnemend hoofd de voorkeur ver
diende. Ook is onwaar dat er vanwege
de houding van den betrokken onderwij
zer kinderen van de school zijn afge
nomen en naar een andere openbare
school zijn verplaatst.
Spr. zal er tegen stemmen om in be
roep te gaan.
Dhr de Priester zegt namens zijn frac
tie, dat hij achter het voorstel van B. i
en W. staat. Het zou aan de eer van den
Raad komen als men op dit voorstel terug
kwam. De argumenten van B. en W. zijn
evenwel niet al te sterk naar zijn mee
ning. Het zou ook niet in het belang van
bet onderwijs zijn als straks deze leer
kracht terug zou komen en een ander zou
moeten worden ontslagen.
De voorzitter antwoordt dhrn Suur
mond en Goedbloed dat B. en W. hun
voorstel handhaven. Dat het voorstel niet
objectief zou zijn bestrijdt hij.
Dhr v. Soelen kan zich er volkomen
mee vereenigen om in beroep te gaan. Als
het inderdaad waar was dat de krachten
even sterk waren, zou hij dit niet doen.
Doch nu is het in het belang van het on
derwijs dat het ontslag gehandhaafd
wordt, aangezien het hier de minste leer
kracht geldt.
Dhr Goedbloed is het hiermede in het
geheel niet eens.
Dhr Lorier is van meening dat er thans
een geheel nieuwe wending is gekomen.
De krachten zijn wèl gelijkwaardig te
noemen, wat vroeger anders is voorge
steld.
Na de conferentie met den Inspecteur
is dit hem duidelijk gebleken. Spr. is te
gen het in beroep gaan.
Dhr de Priester bestrijdt de zienswijze
van dhrn Lorier en Goedbloed. Hij her
haalt dat het onderwijs met het besluit
van Ged. Staten niet is gediend.
Het voorstel van B. en W. om in be
roep te gaan wordt aangenomen met de
stemmen van de heeren Suurmond en
Lorier en Goedbloed tegen.
Dhr Leenhouts legt de verklaring af,
dat het hem alleen te doen is om een
principieele beslissing te verkrijgen, meer
niet.
Werkverschaffing. De voor
zitter deelt mede, dat aan het aan te leg
gen rijwielpad veel arbeid door werkloo
zen kan worden verricht en stelt den
Raad voor vergunning te verleenen om
deze hierbij te werk te stellen en een des
betreffend verzoek in dit verhand te doen.
Nadere cijfers zullen zoo spoedig moge
lijk worden overgelegd. Het natuurschoon
zal zoo veel mogelijk worden ontzien en
indien noodig zal bijplanting plaats heb
ben. De raad kan thans in zijn geheel met.
het voorstel medegaan.
Adres A. Bosschaart inzake verbouwing.
B. en W. zijn van oordeel, dat het hier
nieuwbouw betreft en aansluiting aan de
waterleiding dus verplicht is. De heer
Suurmond zegt, dat er nog geen aanvraag
om te mogen bouwen is en wil wachten
met beslissen tot dat deze er officieel is.
Spr. is er tegen, dat bij dezen bouw aan
sluiting aan de waterleiding verplichtend
is. Als er aan een oud gebouw het water
goed is, blijft dit toch zoo als verbouw
heeft plaats gehad.
De voorzitter zegt dat na inzending der
teekening bleek, dat het verzoek geen ver
bouw kan worden genoemd, doch nieuw
bouw is.
Dhr Leenhouits komt tot een geheel an
dere conclusie.
Dhr de Priester is het eens met de hee
ren Suurmond en Leenhouts, dat B. en W.
een verkeerde houding hebben aangeno
men. Het adres is voorbarig. Spr. stelt
voor, dit adres voor kennisgeving aan te
nemen. Aldus besloten.
Verbetering Nieuwe Vlissingsche weg.
B. en W. stellen voor om enkele strooken
grond aan te doen koopen door de Pro
vincie voor dit doel. Hieraan moet de ge
meente alsdan 25 pet. bijdragen.
Dhr Jansen zegt, dat door een eige
naar een veel ite 'hooge prijs wordt ge
vraagd voor een perceeltje in tegenstel
ling met anderen. Hierover zal nog wor
den onderhandeld zegt de voorzitter.
Rondvraag. Dhr Lorier vraagt waarom
er menschen uit andere gemeenten zijn te
werk gesteld bij het hoornen rooien. Dit
kan toch wel door ingezetenen geschie
den?
De voorzitter antwoordt, dat het rooien
in den koop was inbegrepen. De Provincie
■had hier de beslissing.
Dhr Louwerse bespreekt de geweldige
stofp'laag in den Padweg bij wind. De
voorzitter antwoord, dat er weinig aan te
doen zal zijn.
Dhr de Priester vraag of het geen tijd
is om de bestrating in de Burgtstraat
door te trekken, daar er thans aan heide
zijden is gebouwd geworden. De voorzitter
zegt toe, dit punt in overweging te zullen
nemen.
Dhr Jansen wil wijziging in de uren,
■dat de lantaarns branden en voor het
zelfde geld enkele lichtpunten meer aan
brengen.
De voorzitter zegt, dat het laatste niet
wordt toegestaan.
Dhr Goedbloed verzoekt wijziging aan
te willen brengen in de rioleering in het
Koopmansvoefpad. Weth. Cysouw zegt,
dat dit technisch niet mogelijk is. Als er
weer materiaal beschikbaar komt zal er in
voorzien worden. Hierna volgt geheime
zifting.
Van 17—24 Mei.
VLISSINGEN. Ondertrouwd: P. Lems,
31 j. en C. Asard, 27 j.; N. A. Kieboom,
24 j. en A. Matthijssen, 26 j.; M. van
Reems, 25 j. en M. J. Vlegels, 23 j.; C.
J. Stroo, 27 j. en C. Kuijpers, 24 j.; B.
C. C. Wösten, 32 j. en W. M. E. Manse,
21 jaar.
Getrouwd: H. Kosten, 30 j. en H. de
Boo van Uijen, 26 j.; H. de Jong, 23 j.
en M. Castel, 23 j.; J. M. de Quartel, 31
j. en C. A. E. Dekker, 28 j.; J. Mulder,
25 j. en A. C. Kokelaar, 26 j.; C. Reinlfoudt,
22 j. en J. Houmes, 19 j.; B. van Liere,
34 j. en J. Mesu, 24 J.; H. Tongelet, 35
j. en I. I. E. Baumann, 32 J.; C. Castel,
31 j. en N. Visser, 22 j.
Bevallen: T. Mondeel, geb. Robels, z.;
M. Naerebout, geb. Adriaanse, z.; M. J.
Broere, geb. Bok, d.; L. Schets, geb. Da-
vidse, z.; P. Gilde, geb. Gabriëlse, d.;
C. de Voogd, geb. Kesteloo, d.; M. Germing
geb. von Glinski, z.; D. M. Fregeres, geb.
Langendoen, d.; G. Weijts, geb. de Waard
(levenl.)
Overleden: C. Roelse, 67 j., vrouw van
D, de Hamer; W. C. Berwald, 56 j., vrouw
van A. J. Kamermans; J. de Nooijer, 70
j., man van N. Marteijn; G. Schol, 33 j.,
vrouw van M. Beekes; J. R. E. Heersma,
43 j., man van J. M. C. J. van de Woestijne.
(Vliss. Crt.)
MIDDELBURG. Veiling van 25 Mei.
Blauwe aardappelen f 1f 1.08, blauwe
8586 ct., Bevelanders 56 ct. alles per
25 k.g.; aardbeien 32114, kruisbessen 3,
tomaten 3857, spinazie 210, poste
lein 710, moskrul 25 doperwten 33
37, peulen 2232, snijbiet 2—3, zuring
3—5j, nieuwe aardappelen 1016, po
ters I 6—14, II 2—11, III 2—5, drielin
gen 9 ct. alles per k.g.; peen 2,512,5,
prei 12,5, uien 1,52, selderie 23,5,
peterselie 2,53,5, rabarber 35, radij's
12, rammenas 1,53 ct. alles per bos;
bloemkool 317, andijvie 12,5, kropsla
11,5, witte komkommers 712, groene
6, brocolie 3,56 ct. alles per stuk.
1 ioenen 1220, balroos 48, lupinen
8, kruidnagels 23, aculei 28, koren
bloem 16, pyrahsiecum 710, iris 57,
meidoorn 5, margriet 9, goudenregen 10
ct. alles per bos; pioenen 1622, madelie
ven 34, Engelsch gras 12 ct. alles per
10 stuks, cactus 25, geraniums 413,
hang geranium 6—9, primula 15, coleus
8, fradescantia 10 ct. alles per pot.
GOES. Veilingsvereeniging Zuid-Beve
land. Kleine veiling van 25 Mei 1934.
Aardbeien 3092, Peulen 50, Postelein
1219, Spinazie 514, Nieuwe Aardap
pelen 14'15, Oude Aardappelen 4.90
5, alles per 100 Kg.; Bloemkool 918,
id. lie soort 38, Witte Komkommers 6
41, Groene idem 68, Kropsla 0.50
1.90, Kipeieren 1.90, alles per 100 stuks;
Wortelen 6-11, Rammenas 4,20, Radijs
0.702.20, Rabarber 1.303.90, Sjalotten
1.90—2.20, Prei 5, Selderij 0.90—1.80,
Pieterselie 1.30, Bloemen: Lathyrus 4, id.
Irissen 7, id. Rozen 7, id. Pioenrozen 10
'17, alles per 100 bos; id. Pioenrozen
615 per 100 pot.
KAPELLE, 25 Mei 1934. Groote vei
ling. Kruisbessen 5.105.60 per 100 Kg.
Kleine veiling: Aardbeien 4650, Pos
telein 1619 beiden per Kg.; Bloemkool
817, Kropsla 0.701.20 beiden per 100
stuks. t*
Stand van hedenmorgen 10 u.:
Stand van gistermiddag 3 u.: 768.
Licht op voor fietsen:
Zondag 9 u. 30 min.
Maandag 9 u. 31 min.
Heden overleed tot onze
diepe droefheid, na een kort
stondig lijden, onze zeer ge
liefde Zoon en Broeder
PIETER,
in den leeftijd van bijna 26
jaren.
Zijn diepbedroefde Ouders
en Broeder:
W. VAN DULLEMEN.
J. P. VAN DULLEMEN—
FELIUS.
I. J. E. VAN DULLEMEN.
Goes, 25 Mei 1934.
Met groot leedwezen geven
wij kennis van het overlijden
van onzen geachten collega,
den heer
PIETER VAN DUIiLEISEN.
Wij blijven hem in vriend
schap gedenken.
Het Personeel van den
Raad van Arbeid te Goes.
Goes, 25 Mei 1934.
Aan allen, die van hun deel
neming deden blijken na het over
lijden van onze geliefde Zuster
MARIA CORNELIA VAN DEN
ENDE,
betuigen wij langs dezen weg onzen
oprechten dank.
Uit aller naam:
F. J. VAN DEN ENDE.
Kamperland, 24 Mei 1934.