DE ZEEUW TWEEDE BLAD HET ADRES A. WILKING Violet Vaughan "HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct Voor den Zondag Uit de Provincie Land- en Tuinbouw. Wat er deze week voorviel FEUILLETON. VAN ZATERDAG 12 MEI 1934, Nr 186. JEZUS EN ZIJN VOLK. Ik ben de deur der sohapen. Johannes 10 7b. De goede Herder en Zijn schapen. Je zus en Zijn volk. Welke schoone trekken ontleent de Schrift aan de verhouding tusschen her der en schaap, om te doen zien, wie Jezus is voor allen, die Hem volgen en die Hij leidt. 's Nachts brengt de herder zijne scha pen in de schaapskooi, dat is een een voudige vierkante ruimte in de open lucht, die ingesloten wordt door een om heining, een soort muur, opgetrokken van stukken steen. De schaapskooi heeft slechts één nau- wen uit- en ingang, zonder deur en daar voor houdt de herder gedurende den nacht de wacht. Er is gevaar voor roovers en voor de wilde dieren. Maar de herder waakt, de schapen kunnen rusten. Die herder kan dus zeggen: ik ben de deur der schapen. Dat woord neemt Jezus nu in geheel eenigen zin over, om er mede te teeke nen, wie Hij voor Zijn volk is. Dat volk leeft onder de wakende zorg van Zijn oog. Hij is de deur der schapen; Hij bevei ligt en bewaart ze, zoodat zij kunnen zeg gen: veilig in Jezus' hoedel Hij is de deur der schapen; door Hem moeten ze uitgaan, om weide te vinden en ingaan, om veilig te kunnen rusten. Dat ingaan is het ingaan door het Woord in Zijn werk. Wie Jezus als den goeden Herder wil kennen, wie in Hem het leven en den vrede zoekt, rust voor zijn hart, die moet naar het Woord. De Schrift is het, die van Hem getuigt en hoe meer wij Hem zoeken in de schoonheid van het Woord, des te dier baarder zal ons die goede Herder worden. Jezus is de deur der schapen. Zij gaan ook door Hem uit. Hij zal hen geleiden naar grazige weiden, Hij voert hen zachtkens naar wateren der rust. Jezus' schapen komen in de schaaps kooi binnen door de deur, dat is door Hem. Zij gaan ook door de deur uit. Ze klimmen niet over de omheining, ze dringen Hem ook niet op zij. Zij' zien tot Hem op als Hun Herder, hun goede Herder, en ze luisteren naar Zijn stem en letten op Zijn wenken. Want ze weten één ding heel zeker: Hij, de goede Herder, stelt Zijn leven voor de schapen! Lijst van werkverschaf fingen. De Minister van Sociale Zak ken 'heeft goedgevonden, ten behoeve van de toepassing der Ziektewet, aan de lijst, Waarop vermeld staat de werkverschaf- Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST door E. J. WORBOISE. 64) -o „Vind je ook niet, Arthur?" „Stellig vader; desalniettemin geef ik Kitty volkomen gelijk. Die man staat me niet aan, en ik zou geen zaken met hem willen doen". Kitty wierp met voldoening het hoofdje in den nek. Echter was er geen tijd meer voor een antwoord, want reeds werd de heer Ford aangediend. Was het Abraham Ford of zijn tweeling broeder? Dezelfde ingevallen wangen en het beenige, grauwe gezicht, dezelfde klei ne, troebele oogen met den sinisteren blik; deze heer Ford echter droeg het haar an ders, het was krullend en bovendien was hij bezitter van een stel keurige bakke baarden, terwijl de nederige boekhouder van de firma Metcalfe glad geschoren was. Dan was deze heer Ford keurig gekleed, in een costuum naar de laatste mode, van een der beste kleermakers van Londen. In zijn smettelooze overhemd glinsterden di amanten knoopjes en ook droeg hij een kostbaren ring. fingen, welke met subsidie van het Rijk worden uitgevoerd, toe te voegen o.a. de navolgende gemeenten: Burgh (van 1 Mei 1934 ai), Ellewoutsdijk, 's-Heerenhoek, Kruiningien, Oostlburg en Tholen. 'In vrijheid gesteld. De drie Gebr. F. te Westkapelle, die dezer dagen door de politie werden voorgeleid I aan de Justitie te Middelburg, als verdacht van mishandeling, gepleegd op hiin va der, zijn wederom in vrijheid gesteld. 'Ir H. van Oordt t Te Scheve- ningon is op ruim 09-jarigen leeftijd over leden dhr Ir H. van Oordt, die van 1 Oct. 1912 tot 1 Oct. 1930 hoofdingenieur-direc teur van den Rijks-Waterstaat in de di rectie Zeeland was en te Middelburg woonde. De overledene heeft een groot aandeel gehad in de werken tot verbete ring van de haven van Vlissingen en Bres- kens en den bouw van de schutsluizen te Hansweert en Wemeldinge. De overledene was Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en Offi cier in de Orde van Oranje-Nassau. De Minister van Waterstaat brengt ter kennis, dat aan G. Eofchardt te Krui- ningen de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen is ontzegd, ingevolge vonnis van het kantongerecht te Middelburg, ge durende een termijn van drie maanden, ingegaan 26 April 1.1. Krabbendijke. Vrijdag vergaderde de Raad. Tegenwoordig 5 leden. Afwezig de beeren Welleman en Gebraad. De voorzitter spreekt een woord van welkom tot dhr Haverhoek na zijn ziekte en teekent hem als een trouw bezoeker der vergaderingen. Dhr Haverhoek diankt voor deze welwillende woorden. De voorzitter stelt voor de steunrege ling geleidelijk stop te zetten. Wordt alzoo besloten. Een verzoek van dhr Linden- berg om tegemoetkoming in de kosten we gens opname in het ziekenhuis vanwege een besmettelijke ziekte, werd aangeno men. Het ambtenarenreglement wordt ge wijzigd en aangevuld. B. en W. stellen voor tot aanleggen van electrisch licht in het gemeentehuis en de secretarie door gas te verwarmen. Na eenige bespreking aangenomen. Bij de rondvraag vestigt dhr Vogelaar de aandacht op het feit, dat het College van B. en W. buiten den Raad om, be zwaren heeft ingebracht bij Ged. Staten tegen het besluit om een belasting te hef fen op de gebouwde eigendommen in de nieuwe Krabbendijke-polder. Volgens dhr Vogelaar is niets tegen die belasting te doen. Het is wet geworden en goedge keurd. De voorzitter en de wethouders dienen van antwoord. Volgens dhr Vogelaar is het billijk, dat de gemeente in de polder- lasten mee betaalt, nu goede wegen en meer dergelijke dingen het den menschen gemakkelijk maken. Door het College van B. en W. werd betoogd, dat de gemeente zwaar belast is met ailes en allerlei. Daarom is getracht deze last ongedaan te mafcen. Daarna sluiting. Veere. De beëediging van den onlangs benoemden burgemeester, dhr D. Huinink, zal a.s. Dinsdag plaats vinden. Caiijnsplaat. De besturen van de pol ders Oud- en Nieuw-Noord-Beveland heb ben de volgende voordracht voor ontvan ger-griffier opgemaakt: 1. M. Tazelaar, 2. J. van der Weele Pz., 3. C. J. Kole. Poortvliet. De ingelanden van het Wa terschap Poortvliet kwamen in algemeens vergadering bijeen onder voorzitterschap van den dijkgraaf E. C. W. A. Geuze. ■Onder de ingekomen stukken was o.a. een schrijven van het Calamiteuze Water schap iScherpenisse, dat over 1934/'35 door Poortvliet en Malland geen bijdrage zal behoeven te worden betaald, voor kennisgeving aangenomen. Een gedeelte van den 'Hoogkadeweg lang 125 M., werd van het Rijk in onderhoud overgenomen voor een afkoopsom van f 375, of een jaarlijksohe vergoeding van f 18.75 per jaar. Besloten werd het bestuur te mach tigen om het oude Stoomgemaal zoo mo gelijk op 'te ruimen en de 'ketel en ma chines voor den sloop te verknopen. Nadat bet jaarverslag was behandeld, Opmerkelijk was echter, dat deze me neer Ford ook de slechte gewoonte had om op zijn vingers te kluiven en zijn na gels te bijten. De andere Ford was nu maar een nederig employé uit de City, doch deze heer bewoonde een keurig apar- tement op bet beste gedeelte van Bishop's Road. „Goeden avond, mijnbeer Paullett, dag daime". De stem geleek zoo op dien van den boekhouder, dat men met de band op bet hart zou getuigen, dat hij het was, die ge sproken had. Daar kwam bij, dat deze meneer Ford, zijn keurig pak, en zijn moeien ring ten spijt, zich in het minst niet als een man van beschaving deed on derkennen. Dat „dame" verried hem on middellijk. Geen 'heer zal een jong meisje ooit op die wijze aanspreken. „U komt me zeker opzoeken in verband met die aandeelen, waarvan mijn zaak waarnemer sprak?" vroeg de heer Paul lett. „Inderdaad, meneer. Ik dacht, dat het maar het beste was, even bij u op te loe pen, omdat ik morgen misschien niet in de gelegenheid ben, meneer Fortescue te ontmoeten. Ik 'heb zaken in de stad". „Juist. U hebt zeker reeds besloten, ze te nemen? Dan zal ik het den heer For tescue laten weten. U weet, dat al mijn zaken over hem gaan". Daarna volgde een kort zakengesprek, werden de diverse rekeningen 'zonder 'hoofdelijke stemming onveranderd goed gekeurd, en wel als volgt. De Polders Poortvliet, Malland, Priestermeet, Bartel- meet, Nieuw Strijen en Klaas van Steen- land, in ontvangsten f 45173, 08, uitgaven f26115.03, goed slot f 19058.65; Water schap ontvangsten f4269.40'/s; uitgaaf f2728.34, goed slot f 1541.061/». Bemaling ontvangsten f 18543.99, uitgaven f 7159.63, goed slot f 11386.36; Polder Pluimpot ont vangsten f 110.11, uitgaven f 79.32, goed slotf 30.79 Polder Smaalzij ontvangsten f 140.22, uitgaven f72.57, goed slot f 73.65, Polder Baars'dijk ontvangsten f 95.03, uit gaven f 50.29, goed slot f44.79. De begrootingen werden na eenige be spreking vastgesteld als volgt: De 'zes groote polders in ontvangst en uitgaaf op f 43347.70. Waterschap en ontvangst en uitgaaf f 4545.14V2. Exploitatie bemaling ontvangsten en uitgaven op f 21725.28. Polder Smaalzij in ontvangst en uitgaven op f 113.72. Polder Baarsdijk in ontvangst en uitgaaf f 92.45; Polder Pluimpot in ontvangst en uitgaaf op f 125.80. Op voorstel van dhr N. v. d. Maas, welk voorstel door 'het bestuur werd over genomen, werd met algem. stemmen beslo ten in dit dienstjaar f 8000 af te lossen op de nieuwe E'lectrische bemaling. Wegens periodieke aftreding van dhr M. W. Kloet, werden als candidaten 'gesteld 1. M. W. Kloet, 2. Anth. Elenbaas, 3. J. A. van Nieuwenhuyzen. Een voorstel van dhr Boogaart tot invoering van bet enkelvou dig stemrecht, werd met 92 tegen 5 stem men verworpen. Daarna sluiting. Brufnisse. Loop der bevolking. Ingeko men: W. Kleppe van iHellevoetsluis; J. G. de Ronde van 'Zwijndrecbt; K. Koalsie en gezin van 'Hellovoetstuis; G. de Raat van Oude Tonge; D. van der Est en gezin van NumansdoTp; J. 'Hage van Schildwolde; K. S'tol'lenwerk van Kleef; A. W. 'Haeck van O. en W. Souburg; iM. 0. M: Gast van Ellemeet, totaal 17 personen. Vertrokken: J. Jumelet naar Weecrt; A. J. F'lobi'l en kinderen naar Nieuwer- Amstel; A. Hanse en gezin naar St. Phi- lipsland; L. van den Berg naar Nieu- werkerk; A. Hage naar Tilburg, totaal 9 personen. Chr. Boeren- en Tuindersbond. De provinciale afd. Zeeland van den Chr. Boeren- en Tuindersbond in Neder land kwam Woensdag te Ziérikzee in al- gemeene vergadering bijeen in het Herv. Vereenigingsgebouw. De voorz., de heer G. P. Vogelaar van Krabbendijke, opende op de gebruikelijke wijze en heette de tal rijke aanwezigen hartelijk welkom. In 't bijzonder den Commissaris der Koningin, den heer G. v. d. Putte, lid van Ged. Sta ten, het Tweede Kamerlid dhr G. v. d. Heuvel, en den heer ir Zwagerman. In zijn 'openingswoord wees de voorz. op de nog steeds moeilijke omstandig heden, waarin land- en tuinbouw verkee- ren, niettegenstaande de genomen steun maatregelen. Toch moeten we onze regeering dank baar zijn voor al hetgeen ze voor land en tuinbouw doet en is het onze roeping en plicht onze volle medewerking te ver- leenien bij het uitvoeren van de genomen maatregelen, opdat Christus' naam niet gelasterd maar geëerd worde. Ook moeten wij onze organisaties, waarbij we krachtens ons beginsel behoo- ren steunen, ook omdat onze regeering in overleg met de organisaties de maatrege len bespreekt die genomen moeten war den. Hoe sterker onze organisaties zijn, hoe meer invloed er is. Door samenwer king bereikt men veel. Ook de arbeiders hebben zich in grooten getale georgani seerd en ook met hen moet contact ge zocht worden. Hiervan is men niet over al voldoende overtuigd. Het oude liberale beginsel moet er uit, want recht gaat bo ven macht. Het loonvraagstuk is niet het waaruit bleek, dat 'de heer Ford zich even zoo goed schriftelijk tot den millionair had kunnen wenden, zoo meende Kitty. De heer Ford had daarna heen behooren te gaan. Doch hij bleef rustig zitten en ze kon toen welhaast ook niet anders, dan hem een kopje thee aan te bieden en daar bij bleef het niet, want de heer Ford ver zwolg het eene kopje na het andere, in één slok werkte hij het vocht naar binnen, of het een medicijn gold, die men zoo spoedig mogelijk doorslikt. En onderwijl sprak hij over theaters en opera's. Zelfs oom Arthur kon ten langen leste zijn ongeduld niet weer houden. „We weten totaal niets van de menschen en stukken, waar u het over heeft", merkte hij op. „Mijn vader brengt liefst de avon den rustig thuis door, en ik heb tegen het tooneel principiëele bezwaren." De heer Ford, een oogblik uit het veld geslagen, bestaarde strak zijn kopje, dat hij op drie vingers balanceerde, en zeide toen, met naar wat Kitty vond, zijn „olie achtige stem", want hij had 2 stemmen een nederige, zacht streelende en een, waarin dreiging school. „En wat, me neer, kunnen uw bezwaren tegen het too neel zijn. Mij dunkt uit een goed stuk kan men de beste, hemelsche deugden leeren". „Die heb jij er in ieder geval niet uit opgestoken", dacht Kitty hatelijk. ,)Deugden en meneer Ford zullen wei- eenige punt, maar erkenning van elkan ders rechten zou meer samenwerking ge ven. Spr. stelde de verhouding van Boaz tot zijn arbeiders den aanwezigen tot voorbeeld. Uit het jaarverslag van den secr. dhr J. A. Dominicus blijkt dat ondanks cri sis en malaise de afd. zich in bloei mag verheugen. Oost-Zeeuwsoh-Ylaanderen staat aan de spits. In Zuid- en Noord-Beveland is nog weinig leven te constateeren, In Tho len is nog geen vaste voet gekregen. Voorts zijn er vele commissies waarin ook G.B.T.B.-leden zitting hebben. Verder wijdt Spr. eenige woorden aan de Jon geren-Actie en doet mededeeling van de plannen van den Nationalen Bond, welke verder in Middelburg besproken zullen wiarden. Het verslag van den penningmeester, dhr Oele van Wemeldinge sluit ook weer over 1933 met een batig saldo. In afwijking van de agenda wordt eerst het woord gegeven aan Ir Zwagerman, tot het houden van zijn lezing over: Cri- siszuivelwet en Rundveebeperking, waar van wij reeds eenige weken geleden ver slag geven. Hierop volgde eenige bespre king. Wegens andere werkzaamheden moest Ir Zwagerman nu de vergadering verlaten. De voorz. werd bij acclamatie herkozen. Evenzoo tot leden van het Hoofdbe stuur de heeren Vogelaar en Dominicus. Als afgevaardigden van de Prov. Org. naar de jaarvergadering te Middelburg werden benoemd de heeren A. M. den Boer en A. Dalebout. Dhr v. d. Heuvel hield nu een bezielen de toespraak over den groei van den Bond en de daaruit voorvloeiende uitbrei ding van werkzaamheden, welke straks op de bondsvergadering nader besproken zal worden. Ook de Commissaris der Koningin spreekt eenige hartelijke en. ernstige woorden. Speciaal een woord van dank aan dhr Zwagerman voor zijn hoogstaan de rede. Spr. zegt het op prijs te stellen, zulk een consulent in onze provincie te hebben. Voorts komt hij terug op de woorden van den voorz. en secr., dat de land- en tuinbouw veel van hun vrijheid verloren hebben. Doch in 't buitenland is dat veel erger. Daar is geen vrijheid van geloofsover tuiging en die hebben wij wel. Dat is veel meer waard. Boven de stoffelijke gaan de geestelijke goederen. Dan kunnen wij zeggen: Rust mijn ziej, uw God is Ko ning. Het slotwoord werd door Ds Gerritsen, Ned. Herv. Pred. te Zierikzee, gesproken. Spr. wijst op de doelstelling van den Bond en wel erkenning, toepassing en uitbreiding der Chr. beginselen ook op het terrein van land- en tuinbouw. Dus hier is contact tusschen Christelijk en sociaal. Wij moeten waken niet eenzijdig te wor den. Voorbeeld: De rijke dwaas uit de Heilige Schrift. Wij zouden zeggen: Dat is een verstandige boer, die zijn bedrijf zoo mo dern en technisch mogelijk inrichtte. Dit was op zichzelf niet kwaad, maar wel, dat hij eenzijdig den nadruk legde op het maatschappelijke. Nu zegt God: Gij dwaas. Morgen zult gij sterven. Gij hebt met alles gerekend, maar niet met God. God openbaart zich nu in de crisis moeilijkheden. Door de crisis heen moeten we daarom zoeken naar God. Het geeste lijke moet boven alles uitgaan. Wij moe ten bereid zijn om Gods Woord uit te dragen en in den strijd te volharden op alle terrein des levens* De voorz. zegt allen sprekers dank voor hun ernstige woorden en voorts alle be zoekers dezer vergadering voor hun op komst. Ds Gerritsen eindigt met dank zegging. Nadat een gemeenschappelijke maaltijd was gehouden volgde een! rijtoer door Schouwen, waaraan door velen werd deelgenomen. Ingezonden Mededeeling. nig met elkaar gemeen hebben, zou ik denken." „Och", zeide Arthur Paullett, die geen lust had, dit onderwerp met den onaan- genamen bezoeker te bediscussiëeren, „u zult me toegeven, dat het tooneel nu niet de plaats is, waar men gaarne zou willen sterven." „Lieve tijd, meneer, neen!" zeide de heer Ford, den spreker met groote oogen aan starend. „Maar wie denkt er nu aan doodgaan!" Hij stond haastig op, want dit was een onderwerp, dat hij boven alles schuwde. Er was geen beter middel om hem weg te jagen dan hiermede. Bij het afscheid veroorloofde hij zich, Kitty's handje zoolang vast in de zijne te hou den, tot deze ongeduldig terugtrad; iqe- neer Arthur liet hem uit en kon niet nalaten aan de deur nog op te merken, „we moeten allen sterven, meneer Ford, en denk er aan, na den dood volgt het oordeel!" De heer Ford trad naar buiten in den donkeren nacht. We zullen niet trachten zijn gedachten te raden. Maar Arthur Paullett ging rechtstreeks naar zijn kamer en somber vroeg hij zich af: „O God, wanneer zal 'tvoor mij licht en vrede zijn? Nog een korte wijle en mijn ziel zal haar sterfelijk omhulsel hebben ver laten. Waarheen? Waarheen? Zal het in de buitenste duisternis zijn, waar nimmer het licht schijnt? Of zal het de hemelsche Moeilijk, maar ook heerlijk is het in dezen verwarden en somberen tijd He melvaartsfeest te mogen vieren. We heb ben het deze week weer gedaan en zijn er weer aan herinnerd, dat onze Heere Jezus Christus nu gezeten is aan 's Vaders rech terhand, Welk een bemoediging geeft 't om te weten, dat wij zulk een machtigen Heiland in den hemel heblben, als we, zoo als nu onder beangstigende omstandig heden leven en vaak geen uitweg uit de moeilijkheden meer zien. Hèm is gegoven allo macht in hemel en op aarde. Met den Hemelvaartsdag behooren colk verschillende Bondsdagen, sport- en zangwedstrijden enz. weer tot het verle den. Dat onze jongelingen weer zulke wel geslaagde, bezielende Bondsdagen hiel den, stemt in het bijzonder tot groote blijdschap. Met dankbaarheid mogen we constateeren, dat aan hen goede, prin- cipieele leiding wordt gegeven, zoodat ze te midden van allerlei fascistische en andere stroomingen, niet in het onzekere behoeven rond te tasten. Daartegenover maakte de Vrijheids bond, die dezer dagen ook in algemeene vergadering bijeen kwam, een ietwat an deren indruk. Het schijnt wel, dat men daar en wellicht niet zonder reden bevreesd ia aan de Nationaal-Socialis- tische beweging terrein te zullen moeten verliezen. Maar men merkt daar zoo wei nig van een principieel verzet. Van daar ook, dat er van zoo'n vergadering zöo weinig kracht uitgaat. Aan Minister Marchant komt de eer toe, dat hij voor een oogenblik de aan dacht van de politieke en crisisvragen heeft afgeleid door de invoering van een nieuwe spelling niet 1 Sept. a.s. voor te schrijven. Men kan van meening verschil len over de vraag, of dit nu juist iets1 is, waaraan we in dezen veelbewogen tijd dringende 'behoefte hebben! Zonder be zwaar had deze kwestie nog wel een poos je op afdoening kunnen wachten. Uit een deel van Amerika en uit Roe menië komen berichten omtrent groote droogte, die oorzaak zal zijn van een be langrijke vermindering van den graan voorraad. Dit verdient zeker wel onze aandacht. Immers er is alle reden voor de vraag, of dit misschien een straf is op de voedselvernietiging, die de laatste jaren op zoo groote schaal is toegepast. Van belang is ook de economische strijd die is ontbrand tusschen Japan en En geland. Men kent de voorgeschiedenis van 'dit nu acute conflict. Door de onmenschelij'k lage loonen, welke de Japansche industrie betaalt, en evenzeer door de ontwaar ding 1 met meer dan zestig procent van de Japansche yen, was Japan in staat de Europeesche en Amerikaansohe pro ducenten langzaam maar onweerstaan baar van de markten terug te dringen. Dit is niet alleen voor Engeland 'het geval, onze eigen koloniën en ons eigen land worden of werden met Japansche producten overstroomd; onze textielindu strie in Twente, evenzeer als die van Lancashire, wordt door de Jlapanstóble concurrentie met ondergang bedreigd. Er zijn dan ook reeds heel wat onder handelingen tusschen Engeland en Japan gevoerd, maar die zijn doodgeloopen. Nu is Engeland tot maatregelen over gegaan. Tot dusverre zijn nog slechts maatrege len voor de textielgoederen genomen, maar de Engelsche regeering is er zich ten volle van bewust, dat de concurrentie zich ook tot andere producten uitstrekt, en overweegt derhalve welke tariefmaat regelen ook daarvoor kunnen genomen worden. In Engelsche kringen ziet men 'heel good in, dat Tokio tegenmaatregelen tegen de Engelsche goederen en zelfs represailles kan toepassen. Maar dit waagt men er op. zonneschijn zijn, waarin zij zich koesteren zal. O, dat ik wist, dat mijn ziel gered was! God zij mij, zondaar, genadig!" HOOFDSTUK XXIIX. De heer Coliier vond zijn huishouden in groote ontsteltenis. Dokter Dalton, de huisarts, had verklaard, dat William Warneford hoogst ernstig ziek was, het was geen hersenkoorts, maar iets, dat minstens evenzeer te vreezen was. De zieke was er niet op vooruitgegaan sinds den ochtend. Met gesloten oogen woelde hij onrustig in zijn bed, somtijds om water vragend, dan weer met zwakke stem zich verontschuldigend om den last, dien hij veroorzaakte. In de zitkamer trof de heer Collier, naast Violet, zijn broer Edgar, een jonge man, die ook al in rechten studeerde en de belofte gegeven had van bijzonderen aanleg. Hij was van meening, dat de fa milie Warneford onverwijld in kennis gesteld diende te worden. Met groote be langstelling luisterde hij verder naar de bevindingen van zijn broer bij den heer Paullett en hij vroeg, of de squire op zijn beurt tot een zelfde houding te bewegen zou zijn. „Dat zullen we af moeten wachten", antwoordde de heer Collier. „Violet, wat is jouw meening?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 5