DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
HET ADRES
A. WILKING
Violet Vaughan
"HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
Voor den Zondag
Uit de Provincie
Land- en Tuinbouw.
Wat er deze week voorviel
FEUILLETON.
VAN
ZATERDAG 12 MEI 1934, Nr 186.
JEZUS EN ZIJN VOLK.
Ik ben de deur der sohapen.
Johannes 10 7b.
De goede Herder en Zijn schapen. Je
zus en Zijn volk.
Welke schoone trekken ontleent de
Schrift aan de verhouding tusschen her
der en schaap, om te doen zien, wie Jezus
is voor allen, die Hem volgen en die Hij
leidt.
's Nachts brengt de herder zijne scha
pen in de schaapskooi, dat is een een
voudige vierkante ruimte in de open
lucht, die ingesloten wordt door een om
heining, een soort muur, opgetrokken van
stukken steen.
De schaapskooi heeft slechts één nau-
wen uit- en ingang, zonder deur en daar
voor houdt de herder gedurende den
nacht de wacht.
Er is gevaar voor roovers en voor de
wilde dieren.
Maar de herder waakt, de schapen
kunnen rusten.
Die herder kan dus zeggen: ik ben de
deur der schapen.
Dat woord neemt Jezus nu in geheel
eenigen zin over, om er mede te teeke
nen, wie Hij voor Zijn volk is.
Dat volk leeft onder de wakende zorg
van Zijn oog.
Hij is de deur der schapen; Hij bevei
ligt en bewaart ze, zoodat zij kunnen zeg
gen: veilig in Jezus' hoedel
Hij is de deur der schapen; door Hem
moeten ze uitgaan, om weide te vinden en
ingaan, om veilig te kunnen rusten.
Dat ingaan is het ingaan door het
Woord in Zijn werk.
Wie Jezus als den goeden Herder wil
kennen, wie in Hem het leven en den
vrede zoekt, rust voor zijn hart, die moet
naar het Woord.
De Schrift is het, die van Hem getuigt
en hoe meer wij Hem zoeken in de
schoonheid van het Woord, des te dier
baarder zal ons die goede Herder worden.
Jezus is de deur der schapen.
Zij gaan ook door Hem uit. Hij zal
hen geleiden naar grazige weiden, Hij
voert hen zachtkens naar wateren der
rust.
Jezus' schapen komen in de schaaps
kooi binnen door de deur, dat is door
Hem. Zij gaan ook door de deur uit.
Ze klimmen niet over de omheining, ze
dringen Hem ook niet op zij. Zij' zien
tot Hem op als Hun Herder, hun goede
Herder, en ze luisteren naar Zijn stem en
letten op Zijn wenken.
Want ze weten één ding heel zeker:
Hij, de goede Herder, stelt Zijn leven voor
de schapen!
Lijst van werkverschaf
fingen. De Minister van Sociale Zak
ken 'heeft goedgevonden, ten behoeve van
de toepassing der Ziektewet, aan de lijst,
Waarop vermeld staat de werkverschaf-
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
door E. J. WORBOISE.
64) -o
„Vind je ook niet, Arthur?"
„Stellig vader; desalniettemin geef ik
Kitty volkomen gelijk. Die man staat me
niet aan, en ik zou geen zaken met hem
willen doen".
Kitty wierp met voldoening het hoofdje
in den nek. Echter was er geen tijd meer
voor een antwoord, want reeds werd de
heer Ford aangediend.
Was het Abraham Ford of zijn tweeling
broeder? Dezelfde ingevallen wangen en
het beenige, grauwe gezicht, dezelfde klei
ne, troebele oogen met den sinisteren blik;
deze heer Ford echter droeg het haar an
ders, het was krullend en bovendien was
hij bezitter van een stel keurige bakke
baarden, terwijl de nederige boekhouder
van de firma Metcalfe glad geschoren was.
Dan was deze heer Ford keurig gekleed,
in een costuum naar de laatste mode, van
een der beste kleermakers van Londen. In
zijn smettelooze overhemd glinsterden di
amanten knoopjes en ook droeg hij een
kostbaren ring.
fingen, welke met subsidie van het Rijk
worden uitgevoerd, toe te voegen o.a. de
navolgende gemeenten: Burgh (van 1 Mei
1934 ai), Ellewoutsdijk, 's-Heerenhoek,
Kruiningien, Oostlburg en Tholen.
'In vrijheid gesteld. De
drie Gebr. F. te Westkapelle, die dezer
dagen door de politie werden voorgeleid
I aan de Justitie te Middelburg, als verdacht
van mishandeling, gepleegd op hiin va
der, zijn wederom in vrijheid gesteld.
'Ir H. van Oordt t Te Scheve-
ningon is op ruim 09-jarigen leeftijd over
leden dhr Ir H. van Oordt, die van 1 Oct.
1912 tot 1 Oct. 1930 hoofdingenieur-direc
teur van den Rijks-Waterstaat in de di
rectie Zeeland was en te Middelburg
woonde. De overledene heeft een groot
aandeel gehad in de werken tot verbete
ring van de haven van Vlissingen en Bres-
kens en den bouw van de schutsluizen te
Hansweert en Wemeldinge.
De overledene was Ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw en Offi
cier in de Orde van Oranje-Nassau.
De Minister van Waterstaat brengt
ter kennis, dat aan G. Eofchardt te Krui-
ningen de bevoegdheid om motorrijtuigen
te besturen is ontzegd, ingevolge vonnis
van het kantongerecht te Middelburg, ge
durende een termijn van drie maanden,
ingegaan 26 April 1.1.
Krabbendijke. Vrijdag vergaderde de
Raad. Tegenwoordig 5 leden. Afwezig de
beeren Welleman en Gebraad.
De voorzitter spreekt een woord van
welkom tot dhr Haverhoek na zijn ziekte
en teekent hem als een trouw bezoeker der
vergaderingen. Dhr Haverhoek diankt
voor deze welwillende woorden.
De voorzitter stelt voor de steunrege
ling geleidelijk stop te zetten. Wordt alzoo
besloten. Een verzoek van dhr Linden-
berg om tegemoetkoming in de kosten we
gens opname in het ziekenhuis vanwege
een besmettelijke ziekte, werd aangeno
men. Het ambtenarenreglement wordt ge
wijzigd en aangevuld. B. en W. stellen
voor tot aanleggen van electrisch licht in
het gemeentehuis en de secretarie door
gas te verwarmen. Na eenige bespreking
aangenomen.
Bij de rondvraag vestigt dhr Vogelaar
de aandacht op het feit, dat het College
van B. en W. buiten den Raad om, be
zwaren heeft ingebracht bij Ged. Staten
tegen het besluit om een belasting te hef
fen op de gebouwde eigendommen in de
nieuwe Krabbendijke-polder. Volgens dhr
Vogelaar is niets tegen die belasting te
doen. Het is wet geworden en goedge
keurd.
De voorzitter en de wethouders dienen
van antwoord. Volgens dhr Vogelaar is
het billijk, dat de gemeente in de polder-
lasten mee betaalt, nu goede wegen en
meer dergelijke dingen het den menschen
gemakkelijk maken. Door het College van
B. en W. werd betoogd, dat de gemeente
zwaar belast is met ailes en allerlei.
Daarom is getracht deze last ongedaan
te mafcen. Daarna sluiting.
Veere. De beëediging van den onlangs
benoemden burgemeester, dhr D. Huinink,
zal a.s. Dinsdag plaats vinden.
Caiijnsplaat. De besturen van de pol
ders Oud- en Nieuw-Noord-Beveland heb
ben de volgende voordracht voor ontvan
ger-griffier opgemaakt: 1. M. Tazelaar,
2. J. van der Weele Pz., 3. C. J. Kole.
Poortvliet. De ingelanden van het Wa
terschap Poortvliet kwamen in algemeens
vergadering bijeen onder voorzitterschap
van den dijkgraaf E. C. W. A. Geuze.
■Onder de ingekomen stukken was o.a.
een schrijven van het Calamiteuze Water
schap iScherpenisse, dat over 1934/'35
door Poortvliet en Malland geen bijdrage
zal behoeven te worden betaald, voor
kennisgeving aangenomen. Een gedeelte
van den 'Hoogkadeweg lang 125 M., werd
van het Rijk in onderhoud overgenomen
voor een afkoopsom van f 375, of een
jaarlijksohe vergoeding van f 18.75 per
jaar. Besloten werd het bestuur te mach
tigen om het oude Stoomgemaal zoo mo
gelijk op 'te ruimen en de 'ketel en ma
chines voor den sloop te verknopen.
Nadat bet jaarverslag was behandeld,
Opmerkelijk was echter, dat deze me
neer Ford ook de slechte gewoonte had
om op zijn vingers te kluiven en zijn na
gels te bijten. De andere Ford was nu
maar een nederig employé uit de City,
doch deze heer bewoonde een keurig apar-
tement op bet beste gedeelte van Bishop's
Road.
„Goeden avond, mijnbeer Paullett, dag
daime".
De stem geleek zoo op dien van den
boekhouder, dat men met de band op bet
hart zou getuigen, dat hij het was, die ge
sproken had. Daar kwam bij, dat deze
meneer Ford, zijn keurig pak, en zijn
moeien ring ten spijt, zich in het minst
niet als een man van beschaving deed on
derkennen. Dat „dame" verried hem on
middellijk. Geen 'heer zal een jong meisje
ooit op die wijze aanspreken.
„U komt me zeker opzoeken in verband
met die aandeelen, waarvan mijn zaak
waarnemer sprak?" vroeg de heer Paul
lett.
„Inderdaad, meneer. Ik dacht, dat het
maar het beste was, even bij u op te loe
pen, omdat ik morgen misschien niet in
de gelegenheid ben, meneer Fortescue te
ontmoeten. Ik 'heb zaken in de stad".
„Juist. U hebt zeker reeds besloten, ze
te nemen? Dan zal ik het den heer For
tescue laten weten. U weet, dat al mijn
zaken over hem gaan".
Daarna volgde een kort zakengesprek,
werden de diverse rekeningen 'zonder
'hoofdelijke stemming onveranderd goed
gekeurd, en wel als volgt. De Polders
Poortvliet, Malland, Priestermeet, Bartel-
meet, Nieuw Strijen en Klaas van Steen-
land, in ontvangsten f 45173, 08, uitgaven
f26115.03, goed slot f 19058.65; Water
schap ontvangsten f4269.40'/s; uitgaaf
f2728.34, goed slot f 1541.061/». Bemaling
ontvangsten f 18543.99, uitgaven f 7159.63,
goed slot f 11386.36; Polder Pluimpot ont
vangsten f 110.11, uitgaven f 79.32, goed
slotf 30.79 Polder Smaalzij ontvangsten
f 140.22, uitgaven f72.57, goed slot f 73.65,
Polder Baars'dijk ontvangsten f 95.03, uit
gaven f 50.29, goed slot f44.79.
De begrootingen werden na eenige be
spreking vastgesteld als volgt: De 'zes
groote polders in ontvangst en uitgaaf op
f 43347.70. Waterschap en ontvangst en
uitgaaf f 4545.14V2. Exploitatie bemaling
ontvangsten en uitgaven op f 21725.28.
Polder Smaalzij in ontvangst en uitgaven
op f 113.72. Polder Baarsdijk in ontvangst
en uitgaaf f 92.45; Polder Pluimpot in
ontvangst en uitgaaf op f 125.80.
Op voorstel van dhr N. v. d. Maas,
welk voorstel door 'het bestuur werd over
genomen, werd met algem. stemmen beslo
ten in dit dienstjaar f 8000 af te lossen op
de nieuwe E'lectrische bemaling. Wegens
periodieke aftreding van dhr M. W. Kloet,
werden als candidaten 'gesteld 1. M. W.
Kloet, 2. Anth. Elenbaas, 3. J. A. van
Nieuwenhuyzen. Een voorstel van dhr
Boogaart tot invoering van bet enkelvou
dig stemrecht, werd met 92 tegen 5 stem
men verworpen. Daarna sluiting.
Brufnisse. Loop der bevolking. Ingeko
men: W. Kleppe van iHellevoetsluis; J. G.
de Ronde van 'Zwijndrecbt; K. Koalsie en
gezin van 'Hellovoetstuis; G. de Raat van
Oude Tonge; D. van der Est en gezin van
NumansdoTp; J. 'Hage van Schildwolde;
K. S'tol'lenwerk van Kleef; A. W. 'Haeck
van O. en W. Souburg; iM. 0. M: Gast van
Ellemeet, totaal 17 personen.
Vertrokken: J. Jumelet naar Weecrt; A.
J. F'lobi'l en kinderen naar Nieuwer-
Amstel; A. Hanse en gezin naar St. Phi-
lipsland; L. van den Berg naar Nieu-
werkerk; A. Hage naar Tilburg, totaal 9
personen.
Chr. Boeren- en Tuindersbond.
De provinciale afd. Zeeland van den
Chr. Boeren- en Tuindersbond in Neder
land kwam Woensdag te Ziérikzee in al-
gemeene vergadering bijeen in het Herv.
Vereenigingsgebouw. De voorz., de heer
G. P. Vogelaar van Krabbendijke, opende
op de gebruikelijke wijze en heette de tal
rijke aanwezigen hartelijk welkom. In 't
bijzonder den Commissaris der Koningin,
den heer G. v. d. Putte, lid van Ged. Sta
ten, het Tweede Kamerlid dhr G. v. d.
Heuvel, en den heer ir Zwagerman.
In zijn 'openingswoord wees de voorz.
op de nog steeds moeilijke omstandig
heden, waarin land- en tuinbouw verkee-
ren, niettegenstaande de genomen steun
maatregelen.
Toch moeten we onze regeering dank
baar zijn voor al hetgeen ze voor land
en tuinbouw doet en is het onze roeping
en plicht onze volle medewerking te ver-
leenien bij het uitvoeren van de genomen
maatregelen, opdat Christus' naam niet
gelasterd maar geëerd worde.
Ook moeten wij onze organisaties,
waarbij we krachtens ons beginsel behoo-
ren steunen, ook omdat onze regeering in
overleg met de organisaties de maatrege
len bespreekt die genomen moeten war
den. Hoe sterker onze organisaties zijn,
hoe meer invloed er is. Door samenwer
king bereikt men veel. Ook de arbeiders
hebben zich in grooten getale georgani
seerd en ook met hen moet contact ge
zocht worden. Hiervan is men niet over
al voldoende overtuigd. Het oude liberale
beginsel moet er uit, want recht gaat bo
ven macht. Het loonvraagstuk is niet het
waaruit bleek, dat 'de heer Ford zich even
zoo goed schriftelijk tot den millionair had
kunnen wenden, zoo meende Kitty. De
heer Ford had daarna heen behooren te
gaan. Doch hij bleef rustig zitten en ze
kon toen welhaast ook niet anders, dan
hem een kopje thee aan te bieden en daar
bij bleef het niet, want de heer Ford ver
zwolg het eene kopje na het andere, in
één slok werkte hij het vocht naar binnen,
of het een medicijn gold, die men zoo
spoedig mogelijk doorslikt. En onderwijl
sprak hij over theaters en opera's.
Zelfs oom Arthur kon ten langen leste
zijn ongeduld niet weer houden. „We
weten totaal niets van de menschen en
stukken, waar u het over heeft", merkte
hij op. „Mijn vader brengt liefst de avon
den rustig thuis door, en ik heb tegen
het tooneel principiëele bezwaren."
De heer Ford, een oogblik uit het veld
geslagen, bestaarde strak zijn kopje, dat
hij op drie vingers balanceerde, en zeide
toen, met naar wat Kitty vond, zijn „olie
achtige stem", want hij had 2 stemmen
een nederige, zacht streelende en een,
waarin dreiging school. „En wat, me
neer, kunnen uw bezwaren tegen het too
neel zijn. Mij dunkt uit een goed stuk
kan men de beste, hemelsche deugden
leeren".
„Die heb jij er in ieder geval niet uit
opgestoken", dacht Kitty hatelijk.
,)Deugden en meneer Ford zullen wei-
eenige punt, maar erkenning van elkan
ders rechten zou meer samenwerking ge
ven. Spr. stelde de verhouding van Boaz
tot zijn arbeiders den aanwezigen tot
voorbeeld.
Uit het jaarverslag van den secr. dhr
J. A. Dominicus blijkt dat ondanks cri
sis en malaise de afd. zich in bloei mag
verheugen.
Oost-Zeeuwsoh-Ylaanderen staat aan
de spits. In Zuid- en Noord-Beveland is
nog weinig leven te constateeren, In Tho
len is nog geen vaste voet gekregen.
Voorts zijn er vele commissies waarin ook
G.B.T.B.-leden zitting hebben. Verder
wijdt Spr. eenige woorden aan de Jon
geren-Actie en doet mededeeling van de
plannen van den Nationalen Bond, welke
verder in Middelburg besproken zullen
wiarden.
Het verslag van den penningmeester,
dhr Oele van Wemeldinge sluit ook weer
over 1933 met een batig saldo.
In afwijking van de agenda wordt eerst
het woord gegeven aan Ir Zwagerman,
tot het houden van zijn lezing over: Cri-
siszuivelwet en Rundveebeperking, waar
van wij reeds eenige weken geleden ver
slag geven. Hierop volgde eenige bespre
king. Wegens andere werkzaamheden
moest Ir Zwagerman nu de vergadering
verlaten.
De voorz. werd bij acclamatie herkozen.
Evenzoo tot leden van het Hoofdbe
stuur de heeren Vogelaar en Dominicus.
Als afgevaardigden van de Prov. Org.
naar de jaarvergadering te Middelburg
werden benoemd de heeren A. M. den
Boer en A. Dalebout.
Dhr v. d. Heuvel hield nu een bezielen
de toespraak over den groei van den
Bond en de daaruit voorvloeiende uitbrei
ding van werkzaamheden, welke straks
op de bondsvergadering nader besproken
zal worden.
Ook de Commissaris der Koningin
spreekt eenige hartelijke en. ernstige
woorden. Speciaal een woord van dank
aan dhr Zwagerman voor zijn hoogstaan
de rede. Spr. zegt het op prijs te stellen,
zulk een consulent in onze provincie te
hebben. Voorts komt hij terug op de
woorden van den voorz. en secr., dat de
land- en tuinbouw veel van hun vrijheid
verloren hebben. Doch in 't buitenland is
dat veel erger.
Daar is geen vrijheid van geloofsover
tuiging en die hebben wij wel. Dat is
veel meer waard. Boven de stoffelijke
gaan de geestelijke goederen. Dan kunnen
wij zeggen: Rust mijn ziej, uw God is Ko
ning.
Het slotwoord werd door Ds Gerritsen,
Ned. Herv. Pred. te Zierikzee, gesproken.
Spr. wijst op de doelstelling van den
Bond en wel erkenning, toepassing en
uitbreiding der Chr. beginselen ook op het
terrein van land- en tuinbouw. Dus hier is
contact tusschen Christelijk en sociaal.
Wij moeten waken niet eenzijdig te wor
den.
Voorbeeld: De rijke dwaas uit de Heilige
Schrift. Wij zouden zeggen: Dat is een
verstandige boer, die zijn bedrijf zoo mo
dern en technisch mogelijk inrichtte.
Dit was op zichzelf niet kwaad, maar
wel, dat hij eenzijdig den nadruk legde
op het maatschappelijke.
Nu zegt God: Gij dwaas. Morgen zult
gij sterven. Gij hebt met alles gerekend,
maar niet met God.
God openbaart zich nu in de crisis
moeilijkheden. Door de crisis heen moeten
we daarom zoeken naar God. Het geeste
lijke moet boven alles uitgaan. Wij moe
ten bereid zijn om Gods Woord uit te
dragen en in den strijd te volharden op
alle terrein des levens*
De voorz. zegt allen sprekers dank voor
hun ernstige woorden en voorts alle be
zoekers dezer vergadering voor hun op
komst. Ds Gerritsen eindigt met dank
zegging.
Nadat een gemeenschappelijke maaltijd
was gehouden volgde een! rijtoer door
Schouwen, waaraan door velen werd
deelgenomen.
Ingezonden Mededeeling.
nig met elkaar gemeen hebben, zou ik
denken."
„Och", zeide Arthur Paullett, die geen
lust had, dit onderwerp met den onaan-
genamen bezoeker te bediscussiëeren, „u
zult me toegeven, dat het tooneel nu
niet de plaats is, waar men gaarne zou
willen sterven."
„Lieve tijd, meneer, neen!" zeide de heer
Ford, den spreker met groote oogen aan
starend. „Maar wie denkt er nu aan
doodgaan!" Hij stond haastig op, want
dit was een onderwerp, dat hij boven
alles schuwde. Er was geen beter middel
om hem weg te jagen dan hiermede. Bij
het afscheid veroorloofde hij zich, Kitty's
handje zoolang vast in de zijne te hou
den, tot deze ongeduldig terugtrad; iqe-
neer Arthur liet hem uit en kon niet
nalaten aan de deur nog op te merken,
„we moeten allen sterven, meneer Ford,
en denk er aan, na den dood volgt het
oordeel!"
De heer Ford trad naar buiten in den
donkeren nacht. We zullen niet trachten
zijn gedachten te raden. Maar Arthur
Paullett ging rechtstreeks naar zijn kamer
en somber vroeg hij zich af: „O God,
wanneer zal 'tvoor mij licht en vrede
zijn? Nog een korte wijle en mijn ziel
zal haar sterfelijk omhulsel hebben ver
laten. Waarheen? Waarheen? Zal het in
de buitenste duisternis zijn, waar nimmer
het licht schijnt? Of zal het de hemelsche
Moeilijk, maar ook heerlijk is het in
dezen verwarden en somberen tijd He
melvaartsfeest te mogen vieren. We heb
ben het deze week weer gedaan en zijn er
weer aan herinnerd, dat onze Heere Jezus
Christus nu gezeten is aan 's Vaders rech
terhand, Welk een bemoediging geeft 't om
te weten, dat wij zulk een machtigen
Heiland in den hemel heblben, als we, zoo
als nu onder beangstigende omstandig
heden leven en vaak geen uitweg uit de
moeilijkheden meer zien. Hèm is gegoven
allo macht in hemel en op aarde.
Met den Hemelvaartsdag behooren
colk verschillende Bondsdagen, sport- en
zangwedstrijden enz. weer tot het verle
den. Dat onze jongelingen weer zulke wel
geslaagde, bezielende Bondsdagen hiel
den, stemt in het bijzonder tot groote
blijdschap. Met dankbaarheid mogen we
constateeren, dat aan hen goede, prin-
cipieele leiding wordt gegeven, zoodat ze
te midden van allerlei fascistische en
andere stroomingen, niet in het onzekere
behoeven rond te tasten.
Daartegenover maakte de Vrijheids
bond, die dezer dagen ook in algemeene
vergadering bijeen kwam, een ietwat an
deren indruk. Het schijnt wel, dat men
daar en wellicht niet zonder reden
bevreesd ia aan de Nationaal-Socialis-
tische beweging terrein te zullen moeten
verliezen. Maar men merkt daar zoo wei
nig van een principieel verzet. Van
daar ook, dat er van zoo'n vergadering
zöo weinig kracht uitgaat.
Aan Minister Marchant komt de eer
toe, dat hij voor een oogenblik de aan
dacht van de politieke en crisisvragen
heeft afgeleid door de invoering van een
nieuwe spelling niet 1 Sept. a.s. voor te
schrijven. Men kan van meening verschil
len over de vraag, of dit nu juist iets1 is,
waaraan we in dezen veelbewogen tijd
dringende 'behoefte hebben! Zonder be
zwaar had deze kwestie nog wel een poos
je op afdoening kunnen wachten.
Uit een deel van Amerika en uit Roe
menië komen berichten omtrent groote
droogte, die oorzaak zal zijn van een be
langrijke vermindering van den graan
voorraad. Dit verdient zeker wel onze
aandacht. Immers er is alle reden voor
de vraag, of dit misschien een straf is
op de voedselvernietiging, die de laatste
jaren op zoo groote schaal is toegepast.
Van belang is ook de economische strijd
die is ontbrand tusschen Japan en En
geland.
Men kent de voorgeschiedenis van 'dit
nu acute conflict. Door de onmenschelij'k
lage loonen, welke de Japansche industrie
betaalt, en evenzeer door de ontwaar
ding 1 met meer dan zestig procent
van de Japansche yen, was Japan in staat
de Europeesche en Amerikaansohe pro
ducenten langzaam maar onweerstaan
baar van de markten terug te dringen.
Dit is niet alleen voor Engeland 'het
geval, onze eigen koloniën en ons eigen
land worden of werden met Japansche
producten overstroomd; onze textielindu
strie in Twente, evenzeer als die van
Lancashire, wordt door de Jlapanstóble
concurrentie met ondergang bedreigd.
Er zijn dan ook reeds heel wat onder
handelingen tusschen Engeland en Japan
gevoerd, maar die zijn doodgeloopen.
Nu is Engeland tot maatregelen over
gegaan.
Tot dusverre zijn nog slechts maatrege
len voor de textielgoederen genomen,
maar de Engelsche regeering is er zich
ten volle van bewust, dat de concurrentie
zich ook tot andere producten uitstrekt,
en overweegt derhalve welke tariefmaat
regelen ook daarvoor kunnen genomen
worden.
In Engelsche kringen ziet men 'heel good
in, dat Tokio tegenmaatregelen tegen de
Engelsche goederen en zelfs represailles
kan toepassen. Maar dit waagt men er op.
zonneschijn zijn, waarin zij zich koesteren
zal. O, dat ik wist, dat mijn ziel gered
was! God zij mij, zondaar, genadig!"
HOOFDSTUK XXIIX.
De heer Coliier vond zijn huishouden
in groote ontsteltenis. Dokter Dalton, de
huisarts, had verklaard, dat William
Warneford hoogst ernstig ziek was, het
was geen hersenkoorts, maar iets, dat
minstens evenzeer te vreezen was. De
zieke was er niet op vooruitgegaan sinds
den ochtend. Met gesloten oogen woelde
hij onrustig in zijn bed, somtijds om
water vragend, dan weer met zwakke
stem zich verontschuldigend om den last,
dien hij veroorzaakte.
In de zitkamer trof de heer Collier,
naast Violet, zijn broer Edgar, een jonge
man, die ook al in rechten studeerde en
de belofte gegeven had van bijzonderen
aanleg. Hij was van meening, dat de fa
milie Warneford onverwijld in kennis
gesteld diende te worden. Met groote be
langstelling luisterde hij verder naar de
bevindingen van zijn broer bij den heer
Paullett en hij vroeg, of de squire op zijn
beurt tot een zelfde houding te bewegen
zou zijn.
„Dat zullen we af moeten wachten",
antwoordde de heer Collier. „Violet, wat
is jouw meening?"
(Wordt vervolgd.)