Crisissteiii) aan den Landbouw. EERSTE BLAD. DONDERDAG 19 APRIL 1934 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 48e JAARGANG - No 167 Dit nummer bestaat uit 2 bladen Buitenland. Binnenland Belangrijkste Nieuws. Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Telef. 259. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. De Zeeuw Abonnementsprijs f?50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingun ?0.20. Losse nummers 5 cent. Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden mededseümgen 6C cent per regel. Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of moito ï"0.8b. Bij contract belangrijke korting. Minister Verschuur. Aan Mr T. J. Verschuur is door H. M. de Koningin om gezondheidsredenen eer vol ontslag verleend als Minister van Economische Zaken. Dit heengaan komt wel zeer ongelegen en het zal niet gemakkelijk zijn dezen bekwamen bewindsman te vervangen. Minister Verschuur zag zich een uiterst moeilijke taak toegewezen. Veelomvattend was zijn werkkring en ondankbaar boven dien. Het is toch geen kleine zaak in een crisistijd als we thans beleven, nu alles schijnt te kraken en te wankelen en het geheele bedrijfsleven tot op zijn grond vesten wordt geschokt, de sterk uiteen- loopende en vaak tegenstrijdige econo mische belangen te behartigen. En het werd er voor hem niet gemak kelijker op, nu ook hierbij het gewone verschijnsel zich voordeed, dat slechts be trekkelijk weinigen het algemeen belang in het oog hielden en dat zoowel bij land bouw als industrie de sterke neiging openbaar werd om ieder zijn eigen ka narie te redden. En ook ontbraken niet de onverant woordelijke criticasters, die, zonder reke ning te houden met de bijna bovenmen- schelijke taak dezen bewindsman op de schouders gelegd, elke gelegenheid aan grepen om afbrekende critiek te leveren, de bedoelingen van de regeering verdacht te maken en het voor te stellen alsof Minister Verschuur het op den onder gang van het bedrijfsleven gemunt had. Hoe is er b.v. niet gestookt onder de boeren, zelfs door mannen van uiterst rechtsche richting, om de crisismaatrege len impopulair te maken en de boeren tegen de regeering op te hitsen. Over het algemeen heeft de Staten- Goneraal het den deskundigen en steeds slagvaardigen Minister niet moeilijk ge maakt. Ook hier bleek trouwens weer, dat sommige lieden, zoowel van links als van rechts, sterker zijn in het agiteeren dan in het argumenteeren. En zonder goede argumenten viel er tegen den altijd uitstekend gedocumenteerden bewinds man weinig te bereiken. Het is nu niet de tijd om over den arbeid van Minister Verschuur de balans op te maken. Dat zal later mogelijk zijn als rustiger en gunstiger tijden aanbreken. Maar dat door den nu afgetreden be windsman zeer veel is gedaan, met name ook in het belang van land- en tuinbouw, is niet voor tegenspraak vatbaar. Minister Verschuur was een bekwaam regeerder en een harde werker, een man van grooten bedrijve, besoigne, memorie en directie. Hij heeft zichzelf niet ge spaard. Het landsbelang stond bij hem op den voorgrond. Om het landsbelang te dienen heeft hij gearbeid zoolang het mogelijk was. En om dezelfde reden heeft hij, zoodra bleek, dat zijn krachten momenteel voor zijn zware taak ontoereikend waren, zonder aarzelen zijn positie prijs gegeven en ontslag gevraagd. Zij de gedwongen rustperiode voor den heer Verschuur de voorbereiding tot nieu wen arbeid in 't belang van volk en vaderland. Waf Frankrijk antwoordt op Engelands ontwapeningsnota. Het Fransche antwoord op de Britsche nota van 28 Maart betreffende de ont wapening luidt als volgt: Per „note verbale" van 28 Maart, aan gevuld door een mededeeling van den mi nister van buitenlandsche zaken van 10 April Ibeeft de Britsche regeering de re geering der Fransche Republiek verzocht baar mede te deelen, of zij bereid is als grondslag voor een ontwapeningsconven tie bet Britsche memorandum van 29 Ja nuari 1934 te aanvaarden, zooals dit werd gewijzigd overeenkomstig de Duit- sebe voorstellen, waarvan Eden op 1 Maart aan de Fransche regeering mede deeling beeft gedaan. Op denzelfden dag, waarop de Britsche ambassadeur dezen stap deed, bevatte bet Duitscbe staatsblad de begrooting, welke de Duitscbe regeering op 12 Maart voor bet dienstjaar 1933'34 bad aangeno men. De bestudeering van deze begroo ting toonde onbetwistbaar voor de minis teries van oorlog, marine en luchtvaart een verhooging der uitgaven aan van 352 millioen mark. De Britsche regeering was niet minder getroffen dan de Fransche door de be langrijkheid van deze toeneming der uit gaven. Zij onderstreepte den ernst ervan door de demarche van haar ambassadeur te Berlijn bij den rijksminister van bui tenlandsche zaken. De uitleg, welke zij ontving, was minder een rechtvaardiging maar veeleer een bevestiging. In werke lijkheid wilde de Duitscbe regeering, zon der de resultaten van de geopende onder handelingen af te wachten, baar besluit opdringen om de herbewapening voort te zetten. Zij wil onverwijld niet slechts de kracht van baar leger, maar ook die ha- rer marine en luchtvloot vergrooten. Tegelijkertijd bekommert de Duitsche regeering zich er in bet minst niet om, de para-miiitaire organisaties, die voor oor logsdoeleinden kunnen worden gebruikt, te suppremeeren of voor civiele doelein den geschikt te maken. Deze staat van zaken schrijft de Fran scbe regeering baar plicht voor. Al vorens zelfs na te gaan of een accoord kan worden bereikt over een garantiestelsel om de onderteekening eener conventie mo gelijk te maken, welke de belangrijke her bewapening van Duitschland zou legali- seeren, dient Frankrijk zijn zorg voor de eigen veiligheid, waarvan bet die der ove rige mogendheden trouwens niet scheidt, op het eerste plan te plaatsen. De terug keer van Duitschland tot den Volkenbond die bet zoo plotseling verliet, had de ge legenheid kunnen zijn om althans een deel van Frankrijks bezorgdheid te doen ver dwijnen. De tegenwoordigheid van Duitschland in den Volkenbond zou evenzeer noodza kelijk zijn om een stelsel te verwezenlij ken, dat de uitvoering der conventie waar borgt. Op dit belangrijke punt echter ver mocht Eden geen enkele gunstige oplos sing uit Berlijn mee te brengen en bet stilzwijgen daaromtrent in de jongste me- dedeelingen is niet hoopgevend. De regeering der republiek kan in be ginsel niet afzien van de vervulling der door haar gestelde hoofdvoorwaarde. De ervaringen van den jongsten oorlog, waarvan Fankrijk, meer dan eenig ander land de verschrikkingen ondervond, leg gen het den plicht op voorzichtig te zijn. Zijn verlangen naar vrede mag niet wor den verward met een afstand doen van zijn verdediging. Het is de zaak der ontwapeningsconfe rentie haar werk weer op te vatten, dat niet in den steek mag worden gelaten op het punt, waar zij het had afgebroken toen zij de regeeringen uitnoodigde buiten haar om over te gaan tot gedachtenwisselingen, welke intusschen op niets zijn uitgeloopen. Frankrijk is gedurende alle onderhan delingen trouw gebleven en het wil trouw blijven zoowel aan de beginselen, waar door het in de centrale commissie steeds werd geïnspireerd, als aan het pact van den Volkenbond, dat een waarborg is voor den wereldvrede. Dagen van spanning In Griekenland. I Het officieele Grieksohe telegraaf-agent- schap meldt: Eenige Atheensche bladen hebben ge ruchten in omloop gebracht, waarin het heet, dat men op belangrijke gebeurtenis sen gesproken wordt over ontbinding van het parlement en zelfs over het uit roepen eener dictatuur zich moet voor bereid houden. Deze geruchten, die ook reeds naar het buitenland werden geseind, zijn valsch. Waar is alleen, dat de houding der op positie en de felle perscampagne van de leiders der oppositie tegen de regeering, een zekere politieke spanning hebben te weeggebracht. Dank zij echter de kalme, doch vastbe raden houding der regeering is intusschen de toestand wederom aanmerkelijk opge klaard, zoodat boven gesignaleerde ge ruchten zonder meer als fantasie kunnen worden beschouwd. De strijd in de Duitsche kerk. De Kerkeraad van de Evangelische ge meente in Dahlem (Berlijn), waar ds Nie- möller staat, verspreidt in den vorm van een stroobiljet „mededeelingen", gericht „an alle Haushaltungen", waarin aller eerst melding wordt gemaakt van een brief, welken de Kerkeraad van den evan- gelischen bisschop van Berlijn beeft ont vangen. In dezen brief, gedateerd 4 April, staat te lezen: „Het besluit van den 24en Maart 1934 tot negeeren van den maat regel van den landsbisschop van den lOen Februari, volgens hetwelk ds Niemöller op wachtgeld wordt gesteld, alsmede van den maatregel van den 16en Maart, waar bij verboden wordt om aan ds Niemöller kerken en andere gebouwen van de ge meente ter beschikking te stellen, is een open oproer tegen de kerkelijke orde. Ik verwacht vóór Zaterdag 7 April een ver klaring, waaruit ondubbelzinnig blijkt, dat de maatregelen zijn opgevolgd," Inplaats van de verwachte verklaring van onderwerping af te leggen, heeft de vertegenwoordiging van de gemeente Dah lem daarop een besluit genomen, hetwelk uitdrukkelijk wordt gekenschetst als een antwoord op de beschuldiging van op roer, In dit besluit komt o.a. het vol gende voor: „De beteekenis en het doel van alle kerkelijke orden is de verkondiging van het Woord Gods. Wij weten, dat als we reldlijke noodzakelijkheid, ook een uiter lijke orde in de kerk moet beerschen. Nochtans kan in de Evangelische Kerk niet een formeele gehoorzaamheid jegens alle maatregelen van een kerkelijke over heid bindend zijn, maar de gehoorzaam heid aan bet Woord Gods en aan de be palingen en maatregelen welke daarop rusten. Wij zijn niet in oproer tegen de kerkelijke orde, maar wij beschermen de kerkelijke orde in overeenstemming met onzen ambtseed. Naar onze overtuiging is het niet evangelisch kerkelijke orde als met geweld aan een gemeente, een predi kant, dien zij wenscht te behouden, wordt afgenomen, als deze afzetting geschiedt zonder dat de predikant zelf of zijn ge meente is gehoord en als deze afzetting plaats vindt op grond van wetten en ver ordeningen, welke een uitvloeisel zijn van een hiërarchische opvatting van het ambt van bisschop en dientengevolge in tegen spraak met de confessie van de Evange lische Kerk zijn. Bovendien druischen zij tegen de Constitutie in en hebben der halve geen rechtskracht. De gemeente ziet zich derhalve genoopt bij haar vroeger besluit te blijven. Moskou dreigt. Onlangs hebben wij melding gemaakt van een verklaring van Washington, hier op neerkomende dat Amerika Rusland credieten zou weigeren, zoolang laatstge noemde staat aan Amerika geen behoor lijke overeenkomst voorslaat betreffende de terugbetaling van de oude Russische schulden. Uit Moskou wordt thans ge meld, dat deze verklaring Moskou heeft verrast en dat „Za Indoestrialisaatsioe", het officieel orgaan van het Commissa riaat van de Zware Industrie, dreigt den handel met Amerika af te breken. Het blad geeft te verstaan, dat de Sovjet-re geering machinerieën, die zij' noodig heeft, inplaats van in Amerika, in Enge land of Duitschland zal koopen. Korte Berichten. Trotzki is nog steeds te Barbizon en heeft nog geen uitwijzigingsbevel ont vangen. Hij zou één a twee dagen tijd krijgen zich op zijn vertrek voor te berei den. Mussolini heeft met Starhemberg, den leider der Oostenrijksche Heim- wehren, een langdurig onderhoud gehad. i De Japansche pers meldt, dat het bezoek, hetwelk een Amerikaansch eska der in Juni a.s, aan Jokohama zou bren- gen, door de Amerikaansche autoriteiten om technische redenen is afgezegd. Het aantal werkloozen in Zwitser land is in de maand Maart belangrijk verminderd. Bij de arbeidsbeurzen waren op bet einde van Maart slechts 17,000 werkzoekenden ingeschreven, tegen 91.000 einde Februari. In het Witte Huis bevestigt men, dat Roosevelt aan het Congres nog in deze zitting een boodschap zal richten over de schulden. De boodschap zal, naar men gelooft, veeleer den vorm hebben van een rapport, dat dien van een verzoek om wetgevende maatregelen. De Prins en de Koningin-Moeder. De verjaardag van den Prins wordt dit maal niet feestelijk gevierd, in verhand met den rouw, schrijft (Mr J.) B(elin- fan)te in „De Vrijheid", om een legende recht te zetten, die zich, naar ons gebleken is, gevormd heeft aangaande de verhou ding tusschen de overledene en den Prins, op grond van deels onjuiste, deels ver keerd begrepen berichten, in enkele bladen tijdens het overlijden en de begrafenis. Men meent dan vooreerst, dat de Prins bij het overlijden van de Koningin-Moeder niet aanwezig is geweest. Hieruit en uit de omstandigheid, dat bij bij de begrafenis niet in den grafkelder is gedaald, wordt dan afgeleid, dat de verhouding tusschen hem en de Koningin-Moeder min of meer gespannen zou zijn geweest. Dit nu was, naar ons uit zeer goede bron bekend is, hoegenaamd niet het go- val. Integendeel. De Prins hield veel van de Koningin-Moeder, die van haar kant hem gaarne zag. De Prins is ook wel de gelijk tijdens de laatste oogenblikken van de Koningin-Moeder hij haar geweest. Hij is dadelijk daarop vertrokken om verschil lende noodzakelijke regelingen te treffen. Zijn niet afdalen in den grafkelder was eenvoudig een uitvloeisel van het proto col, dat voorschrijft, dat zulks alleen door de naaste familieleden geschiedt. Alleen deze zijn dan ook in den grafkelder met de kist meegegaan; ten onrechte wordt be weerd, dat ook een andere, verre bloed verwant zou zijn meegegaan, Wij vertrouwen, dat na het bovenstaan de aan de uiteraard voor den Prins zeer onaangename praatjes een einde zal ko men. Lager werkloozencljfer. De directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling deelde mede, dat de werkloos- beid onder de 593.000 leden van ingevol ge het Werkloosheidsbesluit 1917 gesub sidieerde vereenigingen in de week van 26 tot en met 31 Maart 1934 heeft be dragen 24.8 pet. In de vorige verslagpe riode (5 tot en met 10 Maart j.l.) bedroeg bet percentage 25.4, de werkloosheid is dus in den loop van drie weken gedaald met 0.6 pet. In de overeenkomstige week van het jaar 1933 bedroeg de werkloos heid 29.4 pet. Het aantal ingeschreven werkzoeken den is sedert 10 Maart 1934 gedaald met 15.225, het aantal werkloozen met 14.637. Vergeleken met 25 Maart 1933 is het aan tal bij de organen der arbeidsbemidde ling ingeschreven personen verminderd met 21.156. Gedaalde salarissen bij kantoorbedienden. De Nederlandsche Vereen, van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden heeft een onderzoek ingesteld naar de daling der salarissen van haar leden. Het gemiddelde salaris van de kantoor bedienden van den leeftijdsgroep van 15 tot 17 jaar is gedaald met 20.3 pet.; van 18 tot 20 jaar met 31.5 pet.; van 21 tot 24 jaar met 34.3 pet.; van 25 tot 29 jaar met 25 pet.; van 30 tot 39 jaar met 15 pet., en van 40 jaar en ouder met 10 pet. Het gemiddelde salaris van de kantoor bedienden van 24 jaar in de 5 grootste steden van ons land blijft beneden de f 100 in de maand. Het bestuur van bovengenoemde ver- eeniging ijvert dan ook voor een salaris van f 180O op 25-jarigen, dat is op huw baren leeftijd. Lasten op de consumenten gelegd. Voorwaarden voor industrieel her stel. De positie der landarbeiders. Verschenen is de Memorie van Ant woord der Tweede Kamer op het Voor- loopig Verslag nopens de wetsontwerpen inzake: Wijziging en verhooging van het tien de hoofdstuk der Rijksbegrooting van het dienstjaar 1933 (wijziging verhooging en invoeging van artikelen in verband met de instelling van het landbouw-crisis- fonds) vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het landbouw crisisfonds voor het dienstjaar 1933, vast stelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het landbouw-crisisfonds voor het dienstjaar 1934. Aan deze Memorie wordt het volgende ontleend: De noodzakelijkheid te kiezen tusschen vernietiging van een aantal productenen het tegen iederen prijs verkoopen dezer producten, alsmede het feit, dat het uit de markt nemen van een surplus boven de binnenlandsche behoefte, de binnen- landsche markt voor volkomen ineen storting behoedt en dus prijsverhoogend werkt, zijn factoren waarvan de invloed niet In geld ls uit te drukken. Ten aanzien van den last, welke in totaal tengevolge van de steunmaatrege len op de consumenten is gelegd, merkt de Minister op, dat zich hierbij dezelfde moeilijkheden voordoen, als bij de bepaling van exportverliezen. Een juiste bepaling toch van den last, welke op de consumenten wordt gelegd, zou slechts te bereiken zijn, indien men daarbij o.a. een vergelijking kon maken tusschen de prijzen, welke de consument momenteel betaalt en die welke zouden zijn betaald, indien geen steunmaatrege len voor den landbouw zouden zijn ge nomen, waarbij er dan rekening mede gehouden zou moeten worden, dat ook in dat geval de landbouwers op andere wijze zouden moeten worden geholpen en ook daarvoor geld noodig zou zijn geweest, dat door de ingezetenen zou moeten wor den opgebracht. De Minister zet vervolgens uiteen, dat er onderscheid bestaat tusschen de crisis- politiek met betrekking tot den landbouw eenerzijds en industrie, scheepvaart en andere takken van bedrijf anderzijds. Het landbouwbedrijf kan zich veel min der dan het industriëele bedrijf door in terne aanpassing aan de nadeelige gevol gen van een prijsval onttrekken. Geheel onjuist is de voorstelling, als zou de regeering zich er niet om bekom meren, of talrijke, op zichzelf gezonde in dustriëele en scheepvaartondernemingen moeten verdwijnen, terwijl zij den land bouw zonder meer voor verlies zou behoe den. Evenmin als de Regeering land- en tuinbouw laat ten onder gaan, zoo min heeft zij ook andere onmisbare gedeelten van ons productie-apparaat aan den on dergang prijs gegeven. Eerste voorwaarde voor industri eel herstel ie verlaging van ons kos- Binnenland. Memorie van Antwoord op de begrooting voor bet landbouwcrisisfonds. De Tweede Kamer beeft de wetsontwer pen: „Instelling, afschaffing, verhoo ging of verlaging van invoerrechten" en „Onteigening ter verbreeding van het Kanaal van Zuid-Beveland" aange nomen. De Eerste Kamer keurde de Indische en Surinaamsche begrootingen goed. De Commissaris der Koningin in Utrecht benoemd. De grenskwestie tusschen Goes en Kloe- tinge. Gemeenteraad van Middelburg. Buitenland. De strijd in de Duitsche kerk. Het antwoord van Frankrijk aan Enge land. ten- en prijspeil en de Regeering is ten volle bereid volgens de lijnen, reeds eer der uitgestippeld daartoe mede te wer ken. Inderdaad legt de Regeering daar bij, naast versobering op ander gebied, ook oy de noodzakelijkheid van loonsverla ging den nadruk. Doch zij zal niet na laten, te doen wat in haar vermogen ligt om het dragen dezer offers zooveel mo gelijk te verlichten, in de eerste plaats door maatregelen tot vermindering der kosten van levensonderhoud. Dat de landbouwsteun de dalende be weging, welke deze kosten vertoonden, tijdelijk onderbroken en een geringe stij ging veroorzaakt heeft, is niet te wijten aan een innerlijke tegenstrijdigheid in het regeeringsbeleid, maar aan een nood zakelijke correctie, op de onevenredige daling, waarvan de prijzen der inheem- sche voedingsmiddelen, vergeleken met de prijzen van andere goederen (en dien sten), welke in het budget voorkomen, onderhevig waren. Nu deze correctie is aangebracht, zal aan een verdere, zooveel mogelijk evenredige daling alle aandacht worden gewijd. Hoever de verlaging van loo- nen en kosten in ons land zal moe ten gaan, is niet bij benadering aan te geven. Dit zal voor een groot deel af hangen van de toekomstige ontwikkeling van den economischen toestand en van de economische politiek in de ons om ringende landen. Het vraagstuk van credietverlee- ning aan de industrie heeft 'sMi nisters aandacht. De gewestelijke pogin gen in die richting worden door hem met sympathie gevolgd. Het opleggen van een verplichting aan gesteunde landbouwbedrijven om hun be hoefte aan gereedschappen en machines uitsluitend bij de Nederlandsche industrie te betrekken, voor zoover die het benoo- digde kan leveren, gaat de Minister te ver. Voor den Minister staat het vast, dat opheffing van den landbouwsteun thans catastrophale gevolgen met zich zou slee pen. Dit beteekent echter niet, dat de landbouw blijvend op den huldigen steun zou kunnen blijven rekenen. De tendenz naar een lager levensniveau zal ook de landbouw moeten volgen, Dat „de" landbouw nog steeds een kwij nend bestaan lijdt, kan de Minister niet toegeven. Hij zet uiteen, hoe het landbouwbedrijf weer een, zij het krap, sluitende rekening heeft. Dit kan helaas nog niet worden gezegd van het tuinbouwbedrijf. De Minister vestigt er ook de aandacht op, dat om te kunnen concurreeren neer drukking van de binnenlandsche prijzen onzer landbouwproducten geenszins nood zakelijk is, waar vrijwel geen der ons omringende landen zijn prijzen onbe schermd laat. Zoo blijft de productieprijs als eenige richtprijs over. Beperking van de teelt tot daarvoor geschikte gronden wordt zoo veel mogelijk nage streefd. De bodemverdeeling van ons land heeft ons voorbestemd om een belangrijken agrarischen export te hebben en vooral in dezen tijd zal al het mogelijke in het werk moeten worden gesteld om dien export te behouden, zij het tijdelijk door liet brengen van eenige offers. Er is terecht op gewezen, dat het hooge peil, waarop de kosten van levens onderhoud zich in ons land nog be vinden, veel meer dan in de prijzen der levensmiddelen, waarvan na de aanvan kelijke diepe daling een zekere stijging onvermijdelijk was, in de te geringe da ling der overige kosten zijn voornaamste oorzaak vindt. Met name geldt dit voor de hooge prijzen in de beschutte bedrijven en voor de distributiekosten. Bij den gedachtengang van den minister is geen plaats voor individueelen steun, maar slechts voor steun aan den land bouw in het algemeen. Dat de grondprij zen en de pachten tengevolge van de steunmaatregelen als algemeen verschijn sel weer omhoog zouden gaan, is niet

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 1