NATIONALE
DE ZEEUW
HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets.
Geen koersverliezen bij »n Beleggings-Polis
TWEEDE BLAD.
Violet Vaughan
tel waarborgfonds. De leiding van ruik
een fonda zou dan bi} de Nederland scha
Middenstandsbank kunnen berusten, ter
wijl credieten zouden kunnen worden ver
leend volgens door het bestuur van zulk
een fonds te stellen algemeene regelen.
LEVENSVERZEKERING-BANK
ROTTERDAM
der „Nationale"
Uit de Provincie
Mocht het echter de bedoeling zijn, dat
in het geheel voor niet meer dan een be
drag van f 2 millioen aan middenstands-
bedrijven crediet zal worden verleend, dan
vreesden sommige leden, dat deze hulp
onvoldoende zal zijn. Meent de regeering,
dat dit bedrag toereikend is om in de be
hoefte te voorzien, of kan zij niet meer
beschikbaar stellen? Voorts rijst de vraag
of dit bedrag voor '34 wordt aangevraagd
met de bedoeling, dat het alleen voor dit
jaar zal dienen, zoodat ook in 1935 een
soortgelijk crediet zal worden aange
vraagd, dan wel of met dit bedrag voor
de eerstvolgende jaren zal moeten worden
volstaan.
Een aantal leden zagen in het wetsont
werp meer een hulpverleening aan de
Middenstandsbank, dan een steunen van
de Middenstandsbedrijven zelf. Zij vroe
gen zich af, of dit wetsontwerp inderdaad
ten goede zal komen aan den midden
stand in zijn geheel, en zij verwachtten
voorshands van het ontwerp weinig nut.
Verscheidene leden zouden gaarne van
de regeering vernemen, of het verleenen
van credieten uitsluitend zal geschieden
door tusschenkomst van de N e d e r-
landsche Middenstands
bank. Dit zouden zij zeer betreuren.
Uitsluiting van alle andere bankinstellin
gen zal h.i. leiden tot allerlei moeilijkhe
den, o.a. doordat de kantoren van de Mid
denstandsbank slechts in een beperkt aan
tal plaatsen gevestigd zijn. Zij vreesden
dat dientengevolge de bedrijven, welke in
die plaatsen gevestigd zijn, een voor
sprong zullen hebben boven andere. Het
zou h.i. beter zijn, indien de credieten
door middel van plaatselijk bekende bank
instellingen werden verstrekt. Ook de
Boerenleenbanken verleenen aan den Mid
denstand credieten; zal van haar bemid
deling geen gebruik worden gemaakt?
Andere leden merkten op, dat het voor
de hand ligt, dat de Regeering bij de be
oogde credietverstrekking gebruik maakt
van de Nederlandsche Middenstandsbank,
welke als centrale instelling daartoe het
aangewezen lichaam is.
Weer andere leden merkten op, dat
aan de bezwaren tegen credietverleening
uitsluitend door bemiddeling van de Mid
denstandsbank, wellicht tegemoet kan ge
komen worden door de mogelijkheid te
openen, dat ook door andere, plaatselijk
bekende, instellingen credieten kunnen
worden verleend, doch voor te schrijven
dat deze instellingen dit moeten doen in
overleg met de Middenstandsbank en met
inachtneming van de door haar te stel
len voorwaarden.
Welke controle zal de Regeering op de
credietverleening door de Middenstands
bank uitoefenen? Ligt het niet in de be
doeling, een commissie in te stellen om na
te gaan, aan welke bedrijven credieten
kunnen worden verleend?
Wat wordt, zoo vroegen verscheidene
leden, in het wetsontwerp bedoeld met
„volwaardige bedrijven"? Men vestigde
de aandacht op de moeilijkheden van al
lerlei middenstandsbedrijven in land- en
(tuinbouwstreken, welke overeenkomstig
plaatselijk gebruik vaak vrij belangrijke
credieten hebben verleend aan land- en
tuinbouwers. In normale omstandigheden
geschiedt terugbetaling daarvan, zoodra
de producten zijn geoogst en verkocht.
In verband met de lage prijzen der
producten kunnen deze debiteuren thans
echter hun schulden aan den midden
stand niet of slechts ten deele voldoen.
Zouden nu middenstandsbedrijven, welke
in dergelijke omstandigheden verkeeren,
niet als „volwaardig" worden besohouwd,
dan zouden tal van middenstanders, die
tengevolge van de crisis en buiten hun
schuld in moeilijkheden geraakt zijn, van
hulpverleening worden uitgesloten. Men
drong er op aan, met de belangen van de
ze catagorie rekening te houden.
Zullen, zoo werd verder gevraagd, be
drijven, welke door saneering (bijv. schul
denregeling) gezond te maken zijn, ook als
I nastonden Msdedeellna.
volwaardig beschouwd worden? Zou het
niet beter zijn, uit het desbetreffende ar
tikel de woorden „in liquiditeitsmoeilijk
heden geraakte, overigens echter volwaar
dige" geheel weg te laten? Bij de uitvoe
ring kon men voldoende waarborgen tref
fen, dat alleen hulp, die blijvende waarde
heeft, geboden zal worden.
Enkele leden knoopten aan de hier ge
stelde vragen nog deze andere vraag vast
of onder middenstandsbedrijven ook zui
len vallen de bedrijven van aannemers.
Ten slotte deed ook het laatste gedeelte
van de omschrijving van het ontworpen
artikel nog vragen rijzen. Welke „maat
regelen ter versterking van het Neder-
landsohe middenstandscrediet" heeft de
Regeering hier op het oog? De Memorie
van Toelichting spreekt van verbetering
der organisatie van het middenstands-
credietwezen, ten einde deze beter bestand
te doen zijn tegen de 'hoogere eischen,
waaraan zij tegenwoordig moet voldoen.
Op welke wijze zal deze verbetering wor
den bereikt?
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor da Zeeuwsche Eilanden.
'De meerderheid van de commissie voor
de Financiën kan zich niet vereenigen
met het voorstel van het bureau om tot
een maximum van f 1'50 toe te kennen
voor het uitkomen van Zeeland op de
land- en tuinbouwtentoonstelling in Sep
tember te Amsterdam.
De opmerking van het Bureau, dat de
bevordering van de belangen van den
landbouw geenszins behoort tot die aan
gelegenheden, waarvoor de Kamers van
Koophandel speciaal 'hebben zorg te dra
gen, moge in hare algemeenheid juist zijn,
men moge 'toch niet vergeten, wat juist in
Zeeland een bloeiend landbouwbedrijf be-
teekent voor handel, industrie, bankwe
zen, winkelstand enz. en hoe de Kamer
van Koophandel de belangen van den
landbouw dienende tóch ook den bloei van
alle genoemde bedrijven mede helpt bevor
deren. De afzet van land- en tuinbouw
producten is tegenwoordig meer dan
vroeger afhankelijk van de binnenlandsche
markt, het is een schitterende gelegen
heid hiervoor in Amsterdam reclame te
maken. Wil de deelname van Zeeland aan
de tentoonstelling tot standkomen dan zal
noodzakelijk zijn dat de Kamer van Koop
handel voor dit doel een bedrag van f 500
beschikbaar stelt. De meerderheid der
commissie stelt dan ook voor dit bedrag
aan het oomi'té te verleenen.
Over boord geslagen.
Van het Fransche stoomschip „Hermine"
van Antwerpen naar Havre is gisternacht
ter hoogte van Hoedekenskerke de ma
chinist over boord geslagen. Men heeft
nog getracht den man te redden, doch is
hierin niet geslaagd.
Door de politie te Koudekerke is
aangehouden en ter beschikking van de
Justitie te Middelburg gesteld zekere P. te
Koudekerke, als verdacht van diefstal.
Als verdaoht van het onttrekken van
goederen aan daarop gelegd 'beslag en be
dreiging van een ambtenaar, zijn door de
Justitie te Middelburg aangehouden,
zekere A. A. G., 19 jaar, werkman en G.
V. G., 25 jaar, eveneens werkman, 'beiden
Wonende te Aardenburg.
Door de Rechtbank <te Middelburg is
in vrijheid gesteld zekere K. H. S., wonen
de te Fredéburg, die onlangs door de
politie te Vdissingen werd aangehouden
en ter beschikking van de Justitie gesteld,
als verdaoht van oplichting gepleegd te
Vlissingen. 'S. is ter 'beschikking van de
Justitie te Arnhem gesteld, alwaar hij ook
nog het een en ander te goed had.
Middelburg. Gevonden voorwerpen. Be-
lastingmerk, Enkelaar, Noordsingel R 57;
Kinderarmband, Bur. van Pol.; Kinder-
taschje, L. Boaschoart, L. Vieledingel D
76; Kinderport., Bur. v. Pol.; Belasting-
merk, W'ondergem, Bur. v. Pol.; Kinder-
taschje, W. Roose, 'Karelsgang T44; Zil
veren broche, N. Goverse, Noordsingel S
177; Kinderhandschoen, A. v. d. Kam,
Jacob 'Catsstraat fl 92; Regenjas, Witte,
Kromme Weele K 101; Heerenrijwiel, J.
Priester, Noordsingel S 154; paar been
pijpen, Verbeek, Noordweg R lb; Belas-
tingmerfc, OH. v. Noppen, K. Heerengracht
M 283; paar handschoenen, Geerse, Wal
B 62; witte izlomerboed, Davidse, 'Oud Ara.
pad T 92; Kleedje, Bouwens, Volderijl-
laagte M 79; Vulpen, W. Loenhouts, K'in-
derzorg 8 42; Kinderport., 'S. Schellings,
Arm. Sohuitvlot Q 266; Verrekijker in
etui, 'Gem. veldwachter, St. Laurens;
Koningstang, W. Baas, Achter de 'Hout
tuinen Q 35; Rijlwielsleutel, Gem. veld
wachter, St. Laurens; Damesport. met
inh., Reijnierse, Noordsingel S 168; Zilv.
Collier. A. de Leeuw, Ara. Voetpad T 107;
Sleuteltje, Bur. v. Pol.; Belastingmerk, G.
Poortvliet, S éis weg R 140; Gummibal, J. v.
d. Wiele, L. Geere K 311; Regenjas, (M.
Verhage, Koudekerke B 175; Bal, M. van
Heupe, 'L. Singelstraat N 190; Kinderport,
met inh., Nijdam, Vlasmarkt L 8; Broche,
S. Leijtose, K. Heerengracht M 286; Belas
tingmerk, W. Dekker, ©t. Janstraat I 100;
Belastingmerk, A. de Nood, Sreeweg, 't
Zand 'D 193; Knipmes, Tollenaar, Bur. v.
Pol.; Mes, IHeijstek, Hendrikstraat W 65;
paar Dames Glacé Handschoenen, Juff.
J. Bostelaar, Veerscheweg T 257; Zilv.
Broche, J. v. Eijzeren, Jodengang R 236;
Dop van Radiateur, Wi'ltenberg, Noord-
weg S 223; Tompouce, Firma Feiji, L.
Burg N 164.
Vlissingen. Werkloosheid. Het
aantal werkloozen daalde van 1017 tot
969. Van deze zijn 158 bij de werkver
schaffing geplaatst.
Goes. Gisteravond hield de vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer voor Noord
en Zudd-Beveland in de Prins van Oranje
een niet druk bezochte algemeene vergade
ring. Voorzitter, de heer J. I. van Balle-
goyen de Jong.
De secretaris, de heer G. Houtekamer te
Kloetinge, 'brengt jaarverslag uit. Hier
aan ontleenen wij het volgende:
Op den 31en December 1932 stonden in
het ledenregister ingeschreven 243 perso
nen en organisaties. De stand op 31 Dec.
1933 was 218.
'Meer en meer blijkt, dat het instituut
van het informatiebureau der V.V.V, in
gang vindt, niet alleen voor hen, die naar
onze contreien komen, maar ook voor per
sonen uit eigen omgeving, die elders heen
willen.
Alom was in ons land merkbaar een
verhoogde reclame-oampagne om de land-
genooten te bewegen hun vacantie in eiigen
land door te 'brengen on in verband daar
mee moest N. en Z.-Beveland meer dan
ooit naar voren worden gebracht, opdat
onze streek ook haar aandeel zou krijgen.
Met alle kracht is hiernaar gestreefd. Het
te kort van '32 is ingehaald en het afge-
ltoopen jaar sluit met een batig saldo.
Dank zij vele relaties en connecties was
het vaak mogelijk propaganda te voeren,
zonder dat daarvoor uitgaven noodig wa
ren.
Medewerking is verleend aan de samen
stelling van het congresprogramma, waar
voor verschillende conferenties noodig wa
ren en waarbij een dag werd bestemd
voor 't bezoek aan Zuid-Beveland.
Met het oog op den bloeitijd der kersen-
boomgaarden verschenen in plaatselijke
en andere bladen opwekkende artikelen.
Er ia veel verkeer in die dagen geweest.
Propaganda-artikelen en foto's versche
nen in verschillende tijdschriften.
Evenals voor den bloeitijd maakte het
Bestuur propaganda voor het bezoek aan
de Bevelandsche kersenboomgaarden in
den VTUchten'tijd.
Later werd gelijke reclame gemaakt
voor het bezoek aan druivenkassen. Uit
dien tijd dateert ook het begin van rond
ritten door Z.-BevOland door een tou
ringcar-ondernemer uit Goes, die geregeld
eiken Dinsdagmiddag een rondrit door het
Goesche land deed, waartoe het idee was
uitgegaan van het Bestuur.
Routes en programma's werden vastge
steld voor scholen, die kennis wenschten
te maken met Beveland's nauturschoon.
In d'it opzicht is een toenemende belang
stelling merkbaar.
We verzochten, dat de extra-treinen
naar Zeeland ook te 'Goes zouden stoppen
voor het uitlaten en opnemen van. met die
treinen Tedzende toeristen.
Wij steunden het adres van het Comité
in N.-Beveland voor het verkrijgen van
een brugverbinding.
We namen deel in hef garantiefonds
der luohtvaartverbinding naar Zeeland en
hopen, dat de tijd niet al te ver meer zal
zijn, dat ook Go-es z'n vliegveld zal krij
gen. Het Bestuur dankt ten slotte allen
voor ondervonden steun en medewerking
De secretaris illustreert zijn verslag nog
met de voorlezing van enkele waardeeren-
de persartikelen en -dankbare brieven, alle
vol lof over het mooie Zuid-Beveland.
'Dhr de Kok vraagt naar de resultaten
van de wekelijksche rondritten door Zuid-
Beveland met de autobus van den heer
Van Fraassen.
'Do voorzitter antwoordt, dat de resul
taten zóó zijn, dat dezen zomer deze weke
lijksohe rit weer zal worden gemaakt.
Het verslag wordt onder dankzegging
aan den secretaris goedgekeurd.
De penningmeester, de heer G. Geysen,
brengt hierna financieel verslag uit. Ont
vangen is! f 906.77, uitgegeven f 780.60,
batig saldo f 126.17. Leze rekening wordt
Ingezonden Mededeeling.
VAN
WOENSDAG 11 APRIL 1034, Nr 100.
CREDIETVERLEENING
AAN DEN MIDDENSTAND.
Hst aangevraagde bedrag door
vele leden te klein geacht. Gaat
het om de Middenstandsbank of
om den Middenstand?
Aan het Voorloopig Verslag der Twee
de Kamer over het betreffende wetsont
werp wordt het volgende ontleend:
Door zeer vele leden werd de indiening
van dit wetsontwerp toegejuicht, al be
treurden zij, dat het niet eerder is inge
diend.
Enkele andere leden oordeelden, dat
het wetsontwerp, dat slechts door mid
del van credietverleening den midden
stand steun wil bieden, de kern van het
middenstandsprobleem niet raakt. De han
deldrijvende middenstand is veel te uit
gebreid en drukt daardoor als een looden
last op de samenleving. In plaats van te
trachten, bet groote aantal winkeliers zoo
veel mogelijk op de been te houden, zou
naar hun oordeel gestreefd moeten wor
den naar een andere ordening in het
maatschappelijk leven, waarbij aan vele
overbodige middenstanders een andere en
betere plaats in bet productieproces en
in de distributie gegeven werd. Dit voor
stel wijst h. i. dan oök in een verkeerde
richting; langs dezen weg kan geen wer
kelijke hulp verschaft worden.
De eerstbedoelde leden stelden tegen
over deze bezwaren dat de middenstand
dringend behoefte heeft aan steun, en dat
daarom ook deze bescheiden poging moet
worden toegejuicht. Men kan niet zeggen,
dat de bedrijven, welke thans in liquidi-
töitsmoeilijkheden verkeeren, doch over-
rigena een gezonde basis hebben, over
bodig zijn; integendeel, hun instandhou
ding is een nationaal belang.
Intusschen was bet verscheidenen leden
niet geheel duidelijk, welke uitvoering aan
het wetsontwerp gegeven zal worden. De
regeering wil vooreerst middenstandsbe
drijven, die op een hechten grondslag zijn
gevestigd en welker instandhouding uit
een oogpunt van algemeen belang aanbe
veling verdient, door een credietverlee
ning bijstaan. En in de tweede plaats wil
de Regeering de organisatie van het mid-
denstandscredietwezen verbeteren. Voor
dit tweeledig doel wil de Regeering een
memoriepost op de begrooting brengen, en
zij deelt daarbij mede, dat zij dit crediet
op ten hoogste f 2 millioen wenscht be
paald te zien.
Ten aanzien van de besteding van het
aangevraagde bedrag wenscht te Regee
ring, zoo deelt zij dan verder mede, zich
niet bij voorbaat aan bepaalde regelen te
binden. Hoe moet men zich nu echter de
werking van het te verleenen crediet voor
etellen? Is het de bedoeling uitsluitend
verliezen te dekken, of wil de Regeering
in het algemeen het middenstandscrediet
vergrooten? Komt voor 's Rijks kas de
credietverleening niet neer op een vorm
van subsidieverleening?
In de memorie van toelichting wordt
medegedeeld, dat zoowel de Midden-
standsraad als de Economische Raad de
Regeering van voorlichting hebben ge
diend. Is de Regeering bereid, zoo vroe
gen de hier aan het woord zijnde leden,
de Kamer in kennis te stellen van den in
houd der adviezen, welke deze colleges
hebben uitgebracht, althans haar rappor
ten ter griffie in te dienen ter inzage voor
de leden?
Hoe is de Regeering gekomen, zoo vroe
gen deze leden verder, tot een bedrag van
f 2 millioen? Daaraan moet ongetwijfeld
een becijfering ten grondslag liggen.
Wat is de reden, dat een memoriepost
is uitgetrokken en niet een post van f 2
millioen, welke niet geheel zou behoeven
te worden besteed? Het zou dan wellicht
doeltreffender zijn, zoo meenden sommige
leden, f 2 millioen uit te trekken voor het
doen van een storting in een op te rich-
FEUILLETON.
door E. J. WORBOISE.
42.) o—
„Ik voelde me ouwel," antwoordde Wil
liam. „Gisteravond vreesde ik, dat ik ziek
zou worden; in menig opzicht is er veel
van mijn krachten gevergd; er is den
laatsten tijd veel gebeurd, om mijn gees
telijk evenwicht te verstoren en gebrek
aan rust en een onplezierige reis deden de
rest. Vanmorgen beeft mijn hospita mij
niet op den gewonen tijd gewekt, doch
toen ik eenmaal op was, knapte ik weer
wat op en ik meende, dat het mijn plicht
was, zoo spoedig mogelijk hier te komen."
„Dat is alles heel mooi en wel, jonge
man, doch hoe kwam het, dat uw geeste
lijk evenwicht zich zoo verstoren liet?
Was het vrees voor zekere gevolgen of
de emoties van een hart dat zich met
schuld beladen weet, door een misstap,
waartoe de eigenaar zich zonder naden
ken leende?"
„Meneer Felixl" riep William uit, thans
geheel niet meer wetend, hoe hij het bad.
„Stellig is iemand, die het slecht met me
voor heeft, me vóór geweest in het doen
van zekere verklaringen, die ik besloten
had, u kenbaar te maken. In kan nauwe
lijks hopen, dat men mijn geval recht
heeft laten wedervaren."
„Ik kan niet inzien, dat uw „geval",
zooals u het gelieft te noemen, in wezen
verandert, onverschillig wie het aanhan
gig maakt. Het feit blijft immers hetzelf
de; ik weet waarlijk niet wat ervan te
zeggen, noch mag ik verwachten, dat de
zaak door uw verklaring minder ernstig
zou worden. Dat kan immers niet."
„Meneer Felix", riep William plotse
ling, als ging hem een licht op, „kan het
zijn, dat wij elkander misverstaan, en dat
u en meneer Ford doelen op iets dat pas
gebeurd moet zijn, terwijl ik wilde spre
ken over iets, dat reeds lang tot het verle
den behoort?"
„Kwam je gisteren niet bij me, om me
de een of andere fout te onthullen, die u
in moeite had gebracht?"
„Inderdaad; doch het betrof een fout,
jaren geleden begaan een zonde, die ik
wel zwaar heb moeten boeten. Ik wilde
met u spreken als vriend, en ook als
mijn meester, die recht heeft te weten,
wat voor personeel hij werkelijk onder
zich heeft."
„En alleen gelaten aoh, het was mijn
eigen schuld, doch ik vertrouwde u ook
ten volle! Ik vermoed, dat de verleiding
u te sterk is geworden en dat u zich daar
door vergreep aan hetgeen u zoo drin
gend scheen noodig te hebben. Waarom
mij niet gezegd, dat u in geldzorgen ver-
i keerde? Het was de daad van een krank
zinnige, de gedragsijjn die u volgde. Dat
moest toch uitkomen?"
„Meneer," zeide William heesch, ter
wijl zijn gelaat gloeide, „zeg mij, waar ik
van beschuldigd wordt; .want zoo zeker,
als er een God in den hemel is, weet ik
niet, waar u het over heeft."
„Jonge man, bezondig uw geweten niet
met een leugen," antwoordde de heer Fe
lix stug; „want met uitvluchten maakt u
de zaak niet beter en ik zal geen medelij
den met u hebben. Dan lever ik u over
aan het gerecht, zonder meer; het zal u
niet helpen, de onschuldige te spe
len."
„Ik vraag u nogmaals meneer, waar ik
van beschuldigd word? Noem mij mijln
misdaad zonder omwegen, ik eisch het,
onmiddellijk."
De heer Felix werd rood van boosheid;
hij begon te vreezen, dat hij met een door
trapten booswicht te maken had. Hij ant
woordde uit de hoogte: „Het stelen van
dertig pond, het stelen van het geld dat
hier op tafel lag, twee banknoten van tien
pond, een vijfpondsnoot van de bank van
Engeland en vijf gouden souvereinen."
„Ik heb ze nimmer aangeraakt, meneer
Felix; ik weet, dat ze er lagen; verschil
lende stapeltjes goudgeld, en een pak
bankpapier; maar ik sloeg er nauwelijks
acht op, omdat ik döor andere dingen
werd bezig gehouden."
„Wel, en Ford zeide me zoo juist, dat
u bekend had; dat is te zeggen, u had
toegegeven, dat u schuld had, en dat u mij
de waarheid zou zeggen."
„De heer Ford en ik hadden twee ge
heel verschillende zaken op het oog. Ik
dacht, dat hij ontdekt had, wat ik u wilde
mededeelen en ik poogde hem aan het
verstand te brengen, dat bij zich in gee-
nen deele met mijn persoonlijke aange
legenheden behoefde te bemoeien. Nu zie
ik welk misverstand er was."
„Dus u ontkent de tenlastelegging?"
„Absoluut! Ik weet niets van het geld."
„Denk er om, wat u zegt, het geld kan
opgespoord worden. De nummers van het
bankpapier zijn na te gaan."
„Gelukkig want daarmee kan mijn
onschuld aan het licht komen. Wie is er
nog meer in het vertrek geweest?"
„Niemand! Het geld was dienzelfden
middag aan mij afgedragen. Ik had het
niet geteld, maar Ford wel, evenals de
looper van Gannapie, die het bracht. Al
leen u of ik hebben het weg kunnen ne
men, maar natuurlijk behoef ik mijn
eigen geld niet te stelen. Het is eenvoudig
uitgesloten, een ander te verdenken. Want
aan tooveren doen we toch al lang niet
meer. Wie nam het, als u het niet deed?"
„Wie zal het zeggen?" riep William
vertwijfeld. „Maar ik deed het niet; ik
roep God tot getuige, dat mijn handen
rein zijn van 'dezen diefstal."
„Wat wilde u me gisteravond eigenlijk
komen vertellen?"
„U zult me tien goede honden, dat ik
zulks voor me houd voorloopig. Het ia
niet mogelijk, vast te stellen, hoe deze
zaak zal eindigen; onschuldig als ik ben,
moet di toch rekenen met de kans, dat
mijn naam door het slijk zal worden ge
haald en dat wil ik mijn familie bespanen.
Ik leef namelijk onder een aangenomen
naam, dat wil ik u wel zeggen".
De heer Felix slaakte een uitroep van
ontsteltenis. „Een aliasl" riep hij wan
hopig. „Jonge man, 't kan niet veel goeds
zijn, dat u hiertoe noopte".
„Inderdaad niet; 'het is alleen al jaren
geleden ik was pas- negentien jaar".
„Hoe heet u dan werkelijk?"
„Heit spijt me, maar u zult het billijken,
dat ik dit voor me hond. Als schande en
leed ine wacht, wil ik het alleen dragen.
Ik wil geen smet op mijn familie werpen".
„Zooals u wilt; u begrijpt wel, dat ik
genoodzaakt ben, nu u niet bekennen wilt,
om de zaak dn andere handen te geven.
Wees zoo goed uzelf hier voorloopig als
gevangene te beschouwen. Intusschen zal
ik de recherche waarschuwen, om uw wo
ning te doen doorzoeken, en ik moet u
laten fouilleeren. Kom, zeg de waarheid,
en ik ml er u niet hard om aanvallen".
„Ik heb niet anders dan de waarheid
gesproken!"
„U moet het zelf weten. Hiermede laat
u de laatste kans voorbijgaan".
(Wordt vervolgd.)