NATIONALE DE ZEEUW HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets. Geen koersverliezen bij »n Beleggings-Polis TWEEDE BLAD. Violet Vaughan tel waarborgfonds. De leiding van ruik een fonda zou dan bi} de Nederland scha Middenstandsbank kunnen berusten, ter wijl credieten zouden kunnen worden ver leend volgens door het bestuur van zulk een fonds te stellen algemeene regelen. LEVENSVERZEKERING-BANK ROTTERDAM der „Nationale" Uit de Provincie Mocht het echter de bedoeling zijn, dat in het geheel voor niet meer dan een be drag van f 2 millioen aan middenstands- bedrijven crediet zal worden verleend, dan vreesden sommige leden, dat deze hulp onvoldoende zal zijn. Meent de regeering, dat dit bedrag toereikend is om in de be hoefte te voorzien, of kan zij niet meer beschikbaar stellen? Voorts rijst de vraag of dit bedrag voor '34 wordt aangevraagd met de bedoeling, dat het alleen voor dit jaar zal dienen, zoodat ook in 1935 een soortgelijk crediet zal worden aange vraagd, dan wel of met dit bedrag voor de eerstvolgende jaren zal moeten worden volstaan. Een aantal leden zagen in het wetsont werp meer een hulpverleening aan de Middenstandsbank, dan een steunen van de Middenstandsbedrijven zelf. Zij vroe gen zich af, of dit wetsontwerp inderdaad ten goede zal komen aan den midden stand in zijn geheel, en zij verwachtten voorshands van het ontwerp weinig nut. Verscheidene leden zouden gaarne van de regeering vernemen, of het verleenen van credieten uitsluitend zal geschieden door tusschenkomst van de N e d e r- landsche Middenstands bank. Dit zouden zij zeer betreuren. Uitsluiting van alle andere bankinstellin gen zal h.i. leiden tot allerlei moeilijkhe den, o.a. doordat de kantoren van de Mid denstandsbank slechts in een beperkt aan tal plaatsen gevestigd zijn. Zij vreesden dat dientengevolge de bedrijven, welke in die plaatsen gevestigd zijn, een voor sprong zullen hebben boven andere. Het zou h.i. beter zijn, indien de credieten door middel van plaatselijk bekende bank instellingen werden verstrekt. Ook de Boerenleenbanken verleenen aan den Mid denstand credieten; zal van haar bemid deling geen gebruik worden gemaakt? Andere leden merkten op, dat het voor de hand ligt, dat de Regeering bij de be oogde credietverstrekking gebruik maakt van de Nederlandsche Middenstandsbank, welke als centrale instelling daartoe het aangewezen lichaam is. Weer andere leden merkten op, dat aan de bezwaren tegen credietverleening uitsluitend door bemiddeling van de Mid denstandsbank, wellicht tegemoet kan ge komen worden door de mogelijkheid te openen, dat ook door andere, plaatselijk bekende, instellingen credieten kunnen worden verleend, doch voor te schrijven dat deze instellingen dit moeten doen in overleg met de Middenstandsbank en met inachtneming van de door haar te stel len voorwaarden. Welke controle zal de Regeering op de credietverleening door de Middenstands bank uitoefenen? Ligt het niet in de be doeling, een commissie in te stellen om na te gaan, aan welke bedrijven credieten kunnen worden verleend? Wat wordt, zoo vroegen verscheidene leden, in het wetsontwerp bedoeld met „volwaardige bedrijven"? Men vestigde de aandacht op de moeilijkheden van al lerlei middenstandsbedrijven in land- en (tuinbouwstreken, welke overeenkomstig plaatselijk gebruik vaak vrij belangrijke credieten hebben verleend aan land- en tuinbouwers. In normale omstandigheden geschiedt terugbetaling daarvan, zoodra de producten zijn geoogst en verkocht. In verband met de lage prijzen der producten kunnen deze debiteuren thans echter hun schulden aan den midden stand niet of slechts ten deele voldoen. Zouden nu middenstandsbedrijven, welke in dergelijke omstandigheden verkeeren, niet als „volwaardig" worden besohouwd, dan zouden tal van middenstanders, die tengevolge van de crisis en buiten hun schuld in moeilijkheden geraakt zijn, van hulpverleening worden uitgesloten. Men drong er op aan, met de belangen van de ze catagorie rekening te houden. Zullen, zoo werd verder gevraagd, be drijven, welke door saneering (bijv. schul denregeling) gezond te maken zijn, ook als I nastonden Msdedeellna. volwaardig beschouwd worden? Zou het niet beter zijn, uit het desbetreffende ar tikel de woorden „in liquiditeitsmoeilijk heden geraakte, overigens echter volwaar dige" geheel weg te laten? Bij de uitvoe ring kon men voldoende waarborgen tref fen, dat alleen hulp, die blijvende waarde heeft, geboden zal worden. Enkele leden knoopten aan de hier ge stelde vragen nog deze andere vraag vast of onder middenstandsbedrijven ook zui len vallen de bedrijven van aannemers. Ten slotte deed ook het laatste gedeelte van de omschrijving van het ontworpen artikel nog vragen rijzen. Welke „maat regelen ter versterking van het Neder- landsohe middenstandscrediet" heeft de Regeering hier op het oog? De Memorie van Toelichting spreekt van verbetering der organisatie van het middenstands- credietwezen, ten einde deze beter bestand te doen zijn tegen de 'hoogere eischen, waaraan zij tegenwoordig moet voldoen. Op welke wijze zal deze verbetering wor den bereikt? Kamer van Koophandel en Fabrieken voor da Zeeuwsche Eilanden. 'De meerderheid van de commissie voor de Financiën kan zich niet vereenigen met het voorstel van het bureau om tot een maximum van f 1'50 toe te kennen voor het uitkomen van Zeeland op de land- en tuinbouwtentoonstelling in Sep tember te Amsterdam. De opmerking van het Bureau, dat de bevordering van de belangen van den landbouw geenszins behoort tot die aan gelegenheden, waarvoor de Kamers van Koophandel speciaal 'hebben zorg te dra gen, moge in hare algemeenheid juist zijn, men moge 'toch niet vergeten, wat juist in Zeeland een bloeiend landbouwbedrijf be- teekent voor handel, industrie, bankwe zen, winkelstand enz. en hoe de Kamer van Koophandel de belangen van den landbouw dienende tóch ook den bloei van alle genoemde bedrijven mede helpt bevor deren. De afzet van land- en tuinbouw producten is tegenwoordig meer dan vroeger afhankelijk van de binnenlandsche markt, het is een schitterende gelegen heid hiervoor in Amsterdam reclame te maken. Wil de deelname van Zeeland aan de tentoonstelling tot standkomen dan zal noodzakelijk zijn dat de Kamer van Koop handel voor dit doel een bedrag van f 500 beschikbaar stelt. De meerderheid der commissie stelt dan ook voor dit bedrag aan het oomi'té te verleenen. Over boord geslagen. Van het Fransche stoomschip „Hermine" van Antwerpen naar Havre is gisternacht ter hoogte van Hoedekenskerke de ma chinist over boord geslagen. Men heeft nog getracht den man te redden, doch is hierin niet geslaagd. Door de politie te Koudekerke is aangehouden en ter beschikking van de Justitie te Middelburg gesteld zekere P. te Koudekerke, als verdacht van diefstal. Als verdaoht van het onttrekken van goederen aan daarop gelegd 'beslag en be dreiging van een ambtenaar, zijn door de Justitie te Middelburg aangehouden, zekere A. A. G., 19 jaar, werkman en G. V. G., 25 jaar, eveneens werkman, 'beiden Wonende te Aardenburg. Door de Rechtbank <te Middelburg is in vrijheid gesteld zekere K. H. S., wonen de te Fredéburg, die onlangs door de politie te Vdissingen werd aangehouden en ter beschikking van de Justitie gesteld, als verdaoht van oplichting gepleegd te Vlissingen. 'S. is ter 'beschikking van de Justitie te Arnhem gesteld, alwaar hij ook nog het een en ander te goed had. Middelburg. Gevonden voorwerpen. Be- lastingmerk, Enkelaar, Noordsingel R 57; Kinderarmband, Bur. van Pol.; Kinder- taschje, L. Boaschoart, L. Vieledingel D 76; Kinderport., Bur. v. Pol.; Belasting- merk, W'ondergem, Bur. v. Pol.; Kinder- taschje, W. Roose, 'Karelsgang T44; Zil veren broche, N. Goverse, Noordsingel S 177; Kinderhandschoen, A. v. d. Kam, Jacob 'Catsstraat fl 92; Regenjas, Witte, Kromme Weele K 101; Heerenrijwiel, J. Priester, Noordsingel S 154; paar been pijpen, Verbeek, Noordweg R lb; Belas- tingmerfc, OH. v. Noppen, K. Heerengracht M 283; paar handschoenen, Geerse, Wal B 62; witte izlomerboed, Davidse, 'Oud Ara. pad T 92; Kleedje, Bouwens, Volderijl- laagte M 79; Vulpen, W. Loenhouts, K'in- derzorg 8 42; Kinderport., 'S. Schellings, Arm. Sohuitvlot Q 266; Verrekijker in etui, 'Gem. veldwachter, St. Laurens; Koningstang, W. Baas, Achter de 'Hout tuinen Q 35; Rijlwielsleutel, Gem. veld wachter, St. Laurens; Damesport. met inh., Reijnierse, Noordsingel S 168; Zilv. Collier. A. de Leeuw, Ara. Voetpad T 107; Sleuteltje, Bur. v. Pol.; Belastingmerk, G. Poortvliet, S éis weg R 140; Gummibal, J. v. d. Wiele, L. Geere K 311; Regenjas, (M. Verhage, Koudekerke B 175; Bal, M. van Heupe, 'L. Singelstraat N 190; Kinderport, met inh., Nijdam, Vlasmarkt L 8; Broche, S. Leijtose, K. Heerengracht M 286; Belas tingmerk, W. Dekker, ©t. Janstraat I 100; Belastingmerk, A. de Nood, Sreeweg, 't Zand 'D 193; Knipmes, Tollenaar, Bur. v. Pol.; Mes, IHeijstek, Hendrikstraat W 65; paar Dames Glacé Handschoenen, Juff. J. Bostelaar, Veerscheweg T 257; Zilv. Broche, J. v. Eijzeren, Jodengang R 236; Dop van Radiateur, Wi'ltenberg, Noord- weg S 223; Tompouce, Firma Feiji, L. Burg N 164. Vlissingen. Werkloosheid. Het aantal werkloozen daalde van 1017 tot 969. Van deze zijn 158 bij de werkver schaffing geplaatst. Goes. Gisteravond hield de vereeniging voor Vreemdelingenverkeer voor Noord en Zudd-Beveland in de Prins van Oranje een niet druk bezochte algemeene vergade ring. Voorzitter, de heer J. I. van Balle- goyen de Jong. De secretaris, de heer G. Houtekamer te Kloetinge, 'brengt jaarverslag uit. Hier aan ontleenen wij het volgende: Op den 31en December 1932 stonden in het ledenregister ingeschreven 243 perso nen en organisaties. De stand op 31 Dec. 1933 was 218. 'Meer en meer blijkt, dat het instituut van het informatiebureau der V.V.V, in gang vindt, niet alleen voor hen, die naar onze contreien komen, maar ook voor per sonen uit eigen omgeving, die elders heen willen. Alom was in ons land merkbaar een verhoogde reclame-oampagne om de land- genooten te bewegen hun vacantie in eiigen land door te 'brengen on in verband daar mee moest N. en Z.-Beveland meer dan ooit naar voren worden gebracht, opdat onze streek ook haar aandeel zou krijgen. Met alle kracht is hiernaar gestreefd. Het te kort van '32 is ingehaald en het afge- ltoopen jaar sluit met een batig saldo. Dank zij vele relaties en connecties was het vaak mogelijk propaganda te voeren, zonder dat daarvoor uitgaven noodig wa ren. Medewerking is verleend aan de samen stelling van het congresprogramma, waar voor verschillende conferenties noodig wa ren en waarbij een dag werd bestemd voor 't bezoek aan Zuid-Beveland. Met het oog op den bloeitijd der kersen- boomgaarden verschenen in plaatselijke en andere bladen opwekkende artikelen. Er ia veel verkeer in die dagen geweest. Propaganda-artikelen en foto's versche nen in verschillende tijdschriften. Evenals voor den bloeitijd maakte het Bestuur propaganda voor het bezoek aan de Bevelandsche kersenboomgaarden in den VTUchten'tijd. Later werd gelijke reclame gemaakt voor het bezoek aan druivenkassen. Uit dien tijd dateert ook het begin van rond ritten door Z.-BevOland door een tou ringcar-ondernemer uit Goes, die geregeld eiken Dinsdagmiddag een rondrit door het Goesche land deed, waartoe het idee was uitgegaan van het Bestuur. Routes en programma's werden vastge steld voor scholen, die kennis wenschten te maken met Beveland's nauturschoon. In d'it opzicht is een toenemende belang stelling merkbaar. We verzochten, dat de extra-treinen naar Zeeland ook te 'Goes zouden stoppen voor het uitlaten en opnemen van. met die treinen Tedzende toeristen. Wij steunden het adres van het Comité in N.-Beveland voor het verkrijgen van een brugverbinding. We namen deel in hef garantiefonds der luohtvaartverbinding naar Zeeland en hopen, dat de tijd niet al te ver meer zal zijn, dat ook Go-es z'n vliegveld zal krij gen. Het Bestuur dankt ten slotte allen voor ondervonden steun en medewerking De secretaris illustreert zijn verslag nog met de voorlezing van enkele waardeeren- de persartikelen en -dankbare brieven, alle vol lof over het mooie Zuid-Beveland. 'Dhr de Kok vraagt naar de resultaten van de wekelijksche rondritten door Zuid- Beveland met de autobus van den heer Van Fraassen. 'Do voorzitter antwoordt, dat de resul taten zóó zijn, dat dezen zomer deze weke lijksohe rit weer zal worden gemaakt. Het verslag wordt onder dankzegging aan den secretaris goedgekeurd. De penningmeester, de heer G. Geysen, brengt hierna financieel verslag uit. Ont vangen is! f 906.77, uitgegeven f 780.60, batig saldo f 126.17. Leze rekening wordt Ingezonden Mededeeling. VAN WOENSDAG 11 APRIL 1034, Nr 100. CREDIETVERLEENING AAN DEN MIDDENSTAND. Hst aangevraagde bedrag door vele leden te klein geacht. Gaat het om de Middenstandsbank of om den Middenstand? Aan het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer over het betreffende wetsont werp wordt het volgende ontleend: Door zeer vele leden werd de indiening van dit wetsontwerp toegejuicht, al be treurden zij, dat het niet eerder is inge diend. Enkele andere leden oordeelden, dat het wetsontwerp, dat slechts door mid del van credietverleening den midden stand steun wil bieden, de kern van het middenstandsprobleem niet raakt. De han deldrijvende middenstand is veel te uit gebreid en drukt daardoor als een looden last op de samenleving. In plaats van te trachten, bet groote aantal winkeliers zoo veel mogelijk op de been te houden, zou naar hun oordeel gestreefd moeten wor den naar een andere ordening in het maatschappelijk leven, waarbij aan vele overbodige middenstanders een andere en betere plaats in bet productieproces en in de distributie gegeven werd. Dit voor stel wijst h. i. dan oök in een verkeerde richting; langs dezen weg kan geen wer kelijke hulp verschaft worden. De eerstbedoelde leden stelden tegen over deze bezwaren dat de middenstand dringend behoefte heeft aan steun, en dat daarom ook deze bescheiden poging moet worden toegejuicht. Men kan niet zeggen, dat de bedrijven, welke thans in liquidi- töitsmoeilijkheden verkeeren, doch over- rigena een gezonde basis hebben, over bodig zijn; integendeel, hun instandhou ding is een nationaal belang. Intusschen was bet verscheidenen leden niet geheel duidelijk, welke uitvoering aan het wetsontwerp gegeven zal worden. De regeering wil vooreerst middenstandsbe drijven, die op een hechten grondslag zijn gevestigd en welker instandhouding uit een oogpunt van algemeen belang aanbe veling verdient, door een credietverlee ning bijstaan. En in de tweede plaats wil de Regeering de organisatie van het mid- denstandscredietwezen verbeteren. Voor dit tweeledig doel wil de Regeering een memoriepost op de begrooting brengen, en zij deelt daarbij mede, dat zij dit crediet op ten hoogste f 2 millioen wenscht be paald te zien. Ten aanzien van de besteding van het aangevraagde bedrag wenscht te Regee ring, zoo deelt zij dan verder mede, zich niet bij voorbaat aan bepaalde regelen te binden. Hoe moet men zich nu echter de werking van het te verleenen crediet voor etellen? Is het de bedoeling uitsluitend verliezen te dekken, of wil de Regeering in het algemeen het middenstandscrediet vergrooten? Komt voor 's Rijks kas de credietverleening niet neer op een vorm van subsidieverleening? In de memorie van toelichting wordt medegedeeld, dat zoowel de Midden- standsraad als de Economische Raad de Regeering van voorlichting hebben ge diend. Is de Regeering bereid, zoo vroe gen de hier aan het woord zijnde leden, de Kamer in kennis te stellen van den in houd der adviezen, welke deze colleges hebben uitgebracht, althans haar rappor ten ter griffie in te dienen ter inzage voor de leden? Hoe is de Regeering gekomen, zoo vroe gen deze leden verder, tot een bedrag van f 2 millioen? Daaraan moet ongetwijfeld een becijfering ten grondslag liggen. Wat is de reden, dat een memoriepost is uitgetrokken en niet een post van f 2 millioen, welke niet geheel zou behoeven te worden besteed? Het zou dan wellicht doeltreffender zijn, zoo meenden sommige leden, f 2 millioen uit te trekken voor het doen van een storting in een op te rich- FEUILLETON. door E. J. WORBOISE. 42.) o— „Ik voelde me ouwel," antwoordde Wil liam. „Gisteravond vreesde ik, dat ik ziek zou worden; in menig opzicht is er veel van mijn krachten gevergd; er is den laatsten tijd veel gebeurd, om mijn gees telijk evenwicht te verstoren en gebrek aan rust en een onplezierige reis deden de rest. Vanmorgen beeft mijn hospita mij niet op den gewonen tijd gewekt, doch toen ik eenmaal op was, knapte ik weer wat op en ik meende, dat het mijn plicht was, zoo spoedig mogelijk hier te komen." „Dat is alles heel mooi en wel, jonge man, doch hoe kwam het, dat uw geeste lijk evenwicht zich zoo verstoren liet? Was het vrees voor zekere gevolgen of de emoties van een hart dat zich met schuld beladen weet, door een misstap, waartoe de eigenaar zich zonder naden ken leende?" „Meneer Felixl" riep William uit, thans geheel niet meer wetend, hoe hij het bad. „Stellig is iemand, die het slecht met me voor heeft, me vóór geweest in het doen van zekere verklaringen, die ik besloten had, u kenbaar te maken. In kan nauwe lijks hopen, dat men mijn geval recht heeft laten wedervaren." „Ik kan niet inzien, dat uw „geval", zooals u het gelieft te noemen, in wezen verandert, onverschillig wie het aanhan gig maakt. Het feit blijft immers hetzelf de; ik weet waarlijk niet wat ervan te zeggen, noch mag ik verwachten, dat de zaak door uw verklaring minder ernstig zou worden. Dat kan immers niet." „Meneer Felix", riep William plotse ling, als ging hem een licht op, „kan het zijn, dat wij elkander misverstaan, en dat u en meneer Ford doelen op iets dat pas gebeurd moet zijn, terwijl ik wilde spre ken over iets, dat reeds lang tot het verle den behoort?" „Kwam je gisteren niet bij me, om me de een of andere fout te onthullen, die u in moeite had gebracht?" „Inderdaad; doch het betrof een fout, jaren geleden begaan een zonde, die ik wel zwaar heb moeten boeten. Ik wilde met u spreken als vriend, en ook als mijn meester, die recht heeft te weten, wat voor personeel hij werkelijk onder zich heeft." „En alleen gelaten aoh, het was mijn eigen schuld, doch ik vertrouwde u ook ten volle! Ik vermoed, dat de verleiding u te sterk is geworden en dat u zich daar door vergreep aan hetgeen u zoo drin gend scheen noodig te hebben. Waarom mij niet gezegd, dat u in geldzorgen ver- i keerde? Het was de daad van een krank zinnige, de gedragsijjn die u volgde. Dat moest toch uitkomen?" „Meneer," zeide William heesch, ter wijl zijn gelaat gloeide, „zeg mij, waar ik van beschuldigd wordt; .want zoo zeker, als er een God in den hemel is, weet ik niet, waar u het over heeft." „Jonge man, bezondig uw geweten niet met een leugen," antwoordde de heer Fe lix stug; „want met uitvluchten maakt u de zaak niet beter en ik zal geen medelij den met u hebben. Dan lever ik u over aan het gerecht, zonder meer; het zal u niet helpen, de onschuldige te spe len." „Ik vraag u nogmaals meneer, waar ik van beschuldigd word? Noem mij mijln misdaad zonder omwegen, ik eisch het, onmiddellijk." De heer Felix werd rood van boosheid; hij begon te vreezen, dat hij met een door trapten booswicht te maken had. Hij ant woordde uit de hoogte: „Het stelen van dertig pond, het stelen van het geld dat hier op tafel lag, twee banknoten van tien pond, een vijfpondsnoot van de bank van Engeland en vijf gouden souvereinen." „Ik heb ze nimmer aangeraakt, meneer Felix; ik weet, dat ze er lagen; verschil lende stapeltjes goudgeld, en een pak bankpapier; maar ik sloeg er nauwelijks acht op, omdat ik döor andere dingen werd bezig gehouden." „Wel, en Ford zeide me zoo juist, dat u bekend had; dat is te zeggen, u had toegegeven, dat u schuld had, en dat u mij de waarheid zou zeggen." „De heer Ford en ik hadden twee ge heel verschillende zaken op het oog. Ik dacht, dat hij ontdekt had, wat ik u wilde mededeelen en ik poogde hem aan het verstand te brengen, dat bij zich in gee- nen deele met mijn persoonlijke aange legenheden behoefde te bemoeien. Nu zie ik welk misverstand er was." „Dus u ontkent de tenlastelegging?" „Absoluut! Ik weet niets van het geld." „Denk er om, wat u zegt, het geld kan opgespoord worden. De nummers van het bankpapier zijn na te gaan." „Gelukkig want daarmee kan mijn onschuld aan het licht komen. Wie is er nog meer in het vertrek geweest?" „Niemand! Het geld was dienzelfden middag aan mij afgedragen. Ik had het niet geteld, maar Ford wel, evenals de looper van Gannapie, die het bracht. Al leen u of ik hebben het weg kunnen ne men, maar natuurlijk behoef ik mijn eigen geld niet te stelen. Het is eenvoudig uitgesloten, een ander te verdenken. Want aan tooveren doen we toch al lang niet meer. Wie nam het, als u het niet deed?" „Wie zal het zeggen?" riep William vertwijfeld. „Maar ik deed het niet; ik roep God tot getuige, dat mijn handen rein zijn van 'dezen diefstal." „Wat wilde u me gisteravond eigenlijk komen vertellen?" „U zult me tien goede honden, dat ik zulks voor me houd voorloopig. Het ia niet mogelijk, vast te stellen, hoe deze zaak zal eindigen; onschuldig als ik ben, moet di toch rekenen met de kans, dat mijn naam door het slijk zal worden ge haald en dat wil ik mijn familie bespanen. Ik leef namelijk onder een aangenomen naam, dat wil ik u wel zeggen". De heer Felix slaakte een uitroep van ontsteltenis. „Een aliasl" riep hij wan hopig. „Jonge man, 't kan niet veel goeds zijn, dat u hiertoe noopte". „Inderdaad niet; 'het is alleen al jaren geleden ik was pas- negentien jaar". „Hoe heet u dan werkelijk?" „Heit spijt me, maar u zult het billijken, dat ik dit voor me hond. Als schande en leed ine wacht, wil ik het alleen dragen. Ik wil geen smet op mijn familie werpen". „Zooals u wilt; u begrijpt wel, dat ik genoodzaakt ben, nu u niet bekennen wilt, om de zaak dn andere handen te geven. Wees zoo goed uzelf hier voorloopig als gevangene te beschouwen. Intusschen zal ik de recherche waarschuwen, om uw wo ning te doen doorzoeken, en ik moet u laten fouilleeren. Kom, zeg de waarheid, en ik ml er u niet hard om aanvallen". „Ik heb niet anders dan de waarheid gesproken!" „U moet het zelf weten. Hiermede laat u de laatste kans voorbijgaan". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 5