Hare Majesteit Koningin Emma overleden
DINSDAG 20 MAART 1934
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
48a JAARGANG - No.
2 Augustus 1858 20 Maart 1934
Binnenland.
EPEËEN,
Buitenland.
3TL la&g-
[tthija te
s ver-
de Vos,
aan de
le, alhier
ICHT.
20 Mrt:
Z.O. tot
tot be-
mvanko-
|u.:
uur 738.
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Telef. 250.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
De Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën: Gewone advertentiën 30 cent per
regel. Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief.
Handelsadvertentiën 25 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0,85,
Bij contract belangrijke korting.
„Mijn kracht en wijsheid zoek
ik hij den Almachtigen en Alwij-
zen God".
Hedenmorgen te kwart voor 8 is
Hare Majesteit de Koningin-Moeder
op 76-jarigen leeftijd overleden.
Deze dag is een dag van rouw.
In de eerste plaats voor de Konink
lijke Familie, die een dierbare doode
betreurt.
Maar voorts ook voor ons geheele
volk.
Want zooals de '«verleden Vorstin
baar volk liefhad, zoo had ook Konin
gin Emma een groote plaats in het
hart van haar volk.
Adelheid, Emma Wilhelmina The-
resia werd 2 Augustus 1858 te Arol-
sen geboren als, gerekend naar de
volgorde van den leeftijd, de derde der
kinderen van vorst George Victor van
Waldeck Pyrmont en prinses Helena
van Nassau, een strenge vrouw van
groote intelligentie, die alles in het
werk stelde om haar kinderen onder
haar persoonlijke leiding en met hulp
van bekwame leeraren een veelzijdige
ontwikkeling deelachtig te doen wor
den. Prinses Emma voelde zich, wat
haar studies betreft, vooral aangetrok
ken tot de geschiedenis; haar karak
tereigenschappen deden haar echter in
nog grootere mate belangstelling koes
teren voor sociaal werk. In het lenigen
van den nood van zieken en behoefti-
gen vond zij haar grootste voldoening
en ook op lateren leeftijd heeft zijl, in
haar nieuw gekozen staat, meermalen
gelegenheid gevonden om daarvan te
doen blijken.
Zij had in het Slot Arolsen een zon
nige en blijde jeugd en zij was in wijL
den omtrek geëerd en bemind omdat
zij was. een vriendelijke helpster voor
behoeftigen, een troost voor lijdenden.
Maar niet al te lang zoul hare jeugd
duren. Immers:
Daar was een grijze Koning,
Die heersohte in het land bij de zee,
Hij reed daarheen waar de bergen zijn,
En hij bracht een jong bruidske mee.
Ja, zoo was het.
Koning Willem III, sinds 1 Juni
1877 weduwnaar, trok naar het hof te
Waldeck Pynnont om daar in de lief
tallige Prinses Emma een nieuwe le
vensgezellin te vinden.
Een extra-nummer van de Staats
courant maakte op 1 October 1878 de
verloving bekend. Op 19 October d.a.v.
gaven de Staten-Generaal de bijl de wet
vereischte toestemming tot het hu
welijk.
Op verzoek van den Koning belastte
Dr Laurens Reynhart Beynen, die
sinds kort was afgetreden als rector
van het Gymnasium te Den Haag, zich
met de eervolle taak, de toen twintig
jarige prinses van voorlichting te die
nen omtrent het land, dat van nu af
aan haar vaderland zou zijn. De hoog
bejaarde doctor vertoefde te dien ein
de enkele maanden te Arolsen en ook
zijn dochter, die hem in verband met
zijn leeftijd naar het Duitsche grondge
bied had vergezeld, werd spoedig toe
gelaten tot de Prinses, die zich uiterst
leergierig toonde en in korten tijd de
Nederlandsche taal eenigermate leerde
spreken.
Slechts kort was de tijd der verlo
ving: in den namiddag van 7 Januari
1879 had nadat de daartoe ver
eischte formaliteiten door den Opper
kamerheer van den Koning, Mr. G. Th.
Baron van Lijnden van Sandenburg,
waren verricht de huwelijksvoltrek
king plaats, in tegenwoordigheid van
een vrij groot gezelschap vorstelijke
personen en hoogwaardigheidsbeklee-
ders, waartoe a.m., behalve de vorste
lijke familie Van Waldeck, Prins Wil
lem von Wied, schoonzoon van Prins
Frederik der Nederlanden, Prins Au
gust von Wurtemburg, als vertegen
woordiger van Keizer Willem I, de
voorzitters der Eerste en Tweede Ka
mer van Nederland, de vice-president
van den Raad van State, de minister
van Buitenlandsche Zaken en de direc
teur van het Kabinet des Konings, be
hoorden. Bij de kerkelijke inzegening,
in de kapel van het slot van Arolsen,
trad de hofprediker Scipio als voor
ganger op.
Drie dagen na de huwelijksvoltrek
king vertrok het Koninklijk echtpaar
per extra-trein naar Nederland; bij
het passeeren van de grens bij Olden-
zaal geschiedde de eerste begroeting
door de Nederlandsche autoriteiten.
Het eerste bezoek aan de hoofdstad
had eerst 21 April plaats; de intocht in
Den Haag een week later, aangezien
deze vertraagd waren door het over
lijden, in Luxemburg, van Prins Hen
drik, den broeder des Konings. De re
sidentie begroette de jonge Koningin
met warme geestdrift en vooral aan de
ontvangst van het Koninklijk echtpaar
in het Gebouw van Kunsten en Weten
schappen hebben degenen, die daarbij
aanwezig mochten zijn, onvergetelijke
herinneringen bewaard.
Groot was, op 31 Aug. 1880, de weer
klank in het geheele land van de tij
ding, dat Koningin Emma in het Pa
leis te 's Gravenhage het leven had ge
schonken aan een dochter. De blijde
mare verspreidde zich door de bijzon
dere maatregelen, welke de ook in dien
tijd reeds actieve persvertegenwoor
digers hadden genomen, in een oog
wenk over geheel Europa. De dynastie
der Oranje's, ernstig bedreigd door de
slagen, die dit Huis getroffen hadden
het overlijdensbericht van den
Prins van Oranje kwam een half jaar
na den dood van Prins Hendrik uit
Parijs, terwijl toen reeds vaststond,
dat ook de eenig overgebleven zoon
van den Koning, Prins Alexander
geen lang leven beschoren zou zijn
kon als gered worden beschouwd.
Herinnerd moge worden aan de
boodschap van den Koning aan de
Staten-Generaal, bij welker lezing, op
dien vreugdevollen dag, menigeen het
hart is volgeschoten:
„Het is voor ons een groote vreug
de" aldus ving de boodschap aan
„U de blijde tijding te kunnen mede-
deelen, dat Hare Majesteit de Ko
ningin, Onze beminde Gemalin heden
middag bevallen is van een Prinses.
Wij zijn overtuigd, dat de Eerste en
Tweede Kamer der Staten-Generaal
van harte deelen in de gevoelens, die
deze heugelijke gebeurtenis bij Ons op
wekt en met Ons dankbaar den zegen
erkennen, die door den Allerhoogste
aan Ons Huis en het Vaderland is ge
schonken.
En hiermede, Mijne Heeren, bevelen
wij U in Gode's heilige bescherming.
WILLEM."
Voor Koningin Emma braken
schoon zij zich gedragen wist door de
toegenegenheid en aanhankelijkheid
van het volk, dat haar had leeren ken-
ken en waardeeren als een vorstin, die
rechtschapenheid aan eenvoud paarde
moeilijke jaren aan, toen de gezond
heidstoestand van haar gemaal lang
zaam achteruit ging en eindelijk zorg
wekkend werd.
Tot aan zijn verscheiden op 23 No
vember 1890 betoonde zij zich de lieve
gade en trouwe verpleegster, die door
haar gestadige en opofferende zorgen,
niet alleen de laatste dagen van den
Koning verlichtte, maar zich tevens
een zoo mogelijk nog diepere genegen
heid in het hart van het Nederland
sche volk wist te verwerven.
De proclamatie waarmede zij! tijdens
de ziekte van den Koning het regent
schap aanvaardde, toonde reeds met
hoeveel ernst de Vorstin haar zware
taak opvatte.
Maar zij stond daarbij niet alleen.
Mijne kracht en wijsheid, zoo ver
klaarde zij, zoek ik bij! den Almachti
gen en Al wijzen God.
En dat is geen ijdele frase gebleken.
Op 24 November wendde Koningin
Emma zich 'opnieuw tot het volk met
de mededeeling dat het Gode behaagd
had haren geliefden en geëerbiedigden
Gemaal Koning Willem den Derden tot
zich te nemen, om dan te vervolgen:
De Kroon is door zijn afsterven, dat
ons allen met diepen rouw vervult,
overgegaan op Mijne beminde Dochter
Wilhelmina Helena Paulina Maria.
Haar Troon vinde zijnen hechten
steun in de innige trouw en verknocht
heid van het Nederlandsche Volk aan
het Huis van Oranje.
Moge de Almachtige God de gebeden
verhooren, die tot Hem opgezonden
worden voor onze Koningin Wilhel
mina; Hij neme Haar onder Zijne hei
lige hoede en bescherming.
Krachtens de wet ben Ik, gedurende
Hare minderjarigheid, geroepen als
Regentes van het Koninkrijk het Ko
ninklijk gezag voor Haar waar te ne
men.
Vertrouwende op Hem, in Wiens
hand het lat is der Vorsten en Volke
ren, neem Ik de Mij toevertrouwde
regeeringstaak op Mij met de bede dat
hare vervulling in allen deele moge
strekken tot heil van Land en Volk en
tot bevestiging van het Koninkrijk."
Koningin Emma heeft zich door haar
groote gaven van geest en gemoed, van
deze taak gekweten op een wijze, die
het best kan worden weergegeven door
het woord van Staatsraad A. P. W.
Gort van der Linden, oud-premier tij
dens de oorlogsjaren en oud-minister
van justitie, tijdens het regentschap
van de Koningin-Moeder, neergeschre
ven in het „Gedenkboek, dat ter gele
genheid van haar zeventigsten ver
jaardag en vijftigjarig Nederlander
schap is uitgegeven:
„De Koningin-Moeder! In den loop
der tijden heeft deze naam een eigen
beteekenis gekregen.
Zij, die evenals ik het voorrecht had
den, als minister samen te werken
met de Koningin-Moeder, toen zij Re
gentes was 'of later Haar mochten be
naderen in moeilijke omstandigheden
en bewogen tijden, zij weten, wat zij
geweest is voor Haar nieuw gekozen
vaderland.
De Koningin-Moeder heeft ons volk
liefgekregen, want zij zag in ons volk,
zijn zeden en gewoonten, bijna alleen
het waardevolle en het goede: spiegel
beeld van Haar eigen gemoed. Zij heeft
Haar liefde betoond door Haar trouw
medeleven met allen, die Haar dien
den, door Hare onvermoeide belang
stelling in ziekenverpleging, in weten
schap en kunst en door Haar stille
hulp in nood. En ons volk heeft Hare
liefde met liefde vergolden.
Moge ons volk zijn Koningin-Moeder
nog lang behouden en steeds met
dankbaarheid gedenken den zegen,
dat deze hooge vrouw uit den vreemde
tot ons kwam."
Naast haar regentschap wijdde de
Koningin-Moeder zich in volle over
gave en met groote bekwaamheid aan
de vorming van haar dochter; het ge
ringste had in de 'opvoeding van Ko
ningin Wilhelmina, die eenmaal tot de
hoogste plaats in den Staat geroepen
zou worden, haar toegewijde aandacht.
Zij was het zelf, die haar dochter tien
jaren lang onderwees in Bijbelsche Ge
schiedenis envaardigheid met de
naaldl
De reizen naar de hoofdsteden der
provincies, opdat deze haar dochter
zouden kunnen begroeten, werden even
zoovele spontane demonstraties van
Oranjeliefde van de zijde der bevol
king; zij deed ook haar kind kennis
maken met de vreemde hoven en liet
haar tegenwoordig zijn bij: de ont
vangst van buitenlandsche vorsten.
Was het te verwonderen, dat het
Nederlandsche volk, toen Koningin
Wilhelmina meerderjarig was gewor
den, van zijn groote dankbaarheid
voor hetgeen Koningin Emma tijdens
haar regentschap gedaan had, getui
genis wilde afleggen? Het deed dit in
den vorm van een geldelijk geschenk
en het moge een bewijs te meer zijn
van de groote sympathie en genegen
heid, die van de Koningin-Moeder uit
ging naar de zieken en misdeelden, dat
zij het haar geschonken geld ter be
schikking stelde voor 't oprichten van 't
Sanatorium „Oranje-Nassau Oord" bij
Renkum, waar tuberculoselijders wor
den opgenomen en verpleegd. De her
innering aan het regentschap wordt
mede levendig gehouden door de
plechtige onthulling op 23 September
1905, door Koningin Wilhelmina van
een monument op het Regentesseplein
te 's Gravenhage.
Het moge, biji de droefheid, die het
volk gevoelt, nu deze beminde figuur
voor altijd is heengegaan, tot troost
strekken, dat het der Koningin- Moe
der beschoren is geweest, in de jaren
na haar regentschap ten volle te mo
gen ervaren, hoe ook Koningin Wil
helmina, die Zij op binnenlandsche
reizen en bij feestelijke gelegenheden
meermalen vergezeld heeft, alsook
Haar kleinkind, Prinses Juliana, het
hart der natie gevonden hebben. Het
grootsche huldebetoon der Koningin
ter gelegenheid van haar vijf-en-twin
tig-jarig regeeringsjubileum, in 1923
gebracht, was daarvan wel het spre
kend bewijs, nog slechts kört geleden
zoo overtuigend herhaald bij de nog
in aller herinnering levende en zoo
diepe nawerking uitoefenende betoo
ging in het Olympisch Stadion te Am
sterdam.
Hare Majesteit Koningin Emma is
gestorven.
Met droefheid in het hart staat ons
volk bij de doodsbaar van deze Vorstin,
een edelvrouwe in den besten zin vein
het woord.
Met droefheid.
Maar de droefheid is met dankbaar
heid gemengd.
Dankbaar gedenken wij in deze da
gen den grooten zegen dien God in Ko
ningin Emma aan ons volk heeft ge
schonken.
Dankbaar gedenken wijl, wat zij is
geweest voor onze Koningin en haar
Huis, voor wat Zij als Vrouw, Moeder
en Vorstin is geweest voor het geheele
Nederlandsche volk.
ïd,
VISSER
No. 8.
HET OVERLIJDEN VAN
HARE MAJESTEIT KONINGIN EMMA.
De laatste a ogen blikken van
Koningin Emma. Groote be
langstelling in Den Haag.
Het eerste bulletin hedenmorgen om
trent den toestand van H. M. de Konin
gin-Moeder luidde: De nacht was rustig,
doch het laatste half uur is de toestand
sterk achteruit gegaan en wordt hopeloos
geacht.
Het tweede bulletin luidde:
Hedenmorgen om kwart voor acht is
H. M. rustig ingeslapen. Aan het sterfbed
bevonden ziöh de Koningin, Prinses Juli
ana en de Vorst van Waldeck.
De nacht in het paleis van H. M. de
Koningin-Moeder werd in alle rust door
gebracht. Het paleis lag geheel in het
duister, geen lichtschijn blonk door de
gordijnen heen. Langzamerhand werd ook
de belangstelling minder.
Het voorplein werd geheel verlaten,
de lantaarns werden gedoofd en niets wees
er op, dat de nacht eenige verandering
zou brengen.
De Koningin en de Prinses bleven den
nacht in het paleis doorbrengen, ook Dt
De Jong was aanwezig.
Langzamerhand begon de dageraad
te gloren en nog was er niets, dat er op
wees, dat de kalmte en rust welke over
bet Voorhout lagen, zoo spoedig gestoord
zouden worden.
Eenige minuten voor half acht werden
de gordijnen opgetrokken en begon het
paleis weer te leven.
Precies half acht reed een auto het
voorplein op. De Vorst von Waldeck stap
te uit en ging het paleis binnen.
Direct achter 'hem aan kwam Prins
Hendrik.
1 Het feit, daJt zoowel de Vorst von Wal
deck als Prins Hendrik op 'dit ongewoon
I uur ten paleize verschenen, gaf het nog
schaarsche publiek aanleiding om te ver
moeden, dat er in de ziekte van H. M.
een ernstige wending was gekomen.
Dit vermoeden werd zekerheid, toen
omstreeks 10 min. over half acht een
communiqué werd uitgegeven, waarin
melding werd gemaakt van een rustigen
nacht, maar dat in het laatste half uur
de toestand zoodanig was verergerd, dat
de dokter de patiënte had opgegeven.
Nauwelijks was dit bulletin bekend ge
worden, toen Prins Hendrik het paleis
verliet en zich per auto naar het Noord
einde begaf. Hij had afscheid van H. M.
de Koningin-Moeder genomen.
Bij het ziekbed, dat het sterfbed was
geworden, vertoefden de dokter, H. M.
Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana
en de Vorst von Waldeck.
De belangstelling van het publiek nam
gestadig toe.
Spoedig ging de droeve mare door de
menigte: „De Koningin-Moeder is over
leden". Diepe verslagenheid teekende zich
op aller gelaat af. Als een loopend vuur
tje ging 'het bericht door Den Haag.
Dadelijk na het vernemen van de droe
ve tijding werd van vele huizen en gebou
wen de vlag halfstok geheschen.
Om half negen werd de dood van H. M.
de Koningin-Moeder door alle zenders
omgeroepen.
Ten teeken van rouw zijn verschillende
Kamers van de Haagsche Rechbtank
welke heden zitting hadden voor een
kwartier geschorst.
Op de in de paleizen liggende registers
werd druk geteekend.
Onder de eersten die op deze wijze van
hun deelneming deden blijken, bevonden
zich de heer en mevrouw Golijn, terwijl
voorts hun handteekening plaatsten de
president van het Permanente Hof van
Justitie, verschillende rechters van dit
Hof, vele gezanten, luitenant-generaal
Seyffort, chef van den Generalen Staf,
alsmede tal van andere hooge militairen
en oud-militairen.
Verder door den oud-president van het
Permanente Hof van Intern. Justitie, Ir
Damme, Directeur van de P.T.T., ver
scheiden directeuren van de Rijksdien
sten, de oud-minister van Oorlog dhr
Bosboom, R. Zuiderhof, voorzitter van de
Rekenkamer, verscheidene Staatsraden,
D's Weiter, oud-hofpredikant.
Bij de paleizen was groote belangstel
ling van het publiek.
In den namiddag werd het steeds druk
ker bij het paleis.
De Residentie die steeds zoo meeleeft
met het Koninklijk Gezin, waar het fees
telijke gelegenheden betreft, geeft thans
ook weer blijk van een intens meeleven
met het gezin, dat door een zoo droevig
lot getroffen is.
Verschillende dames en heeren van de
hofhouding hebben den nacht in het pa
leis doorgebracht en toen de dokter van
meening was; dat het einde niet ver meer
was, werden zij in de gelegenheid gesteld
van. H. M. afscheid te nemen.
Ook de dokter en de beide verpleeg
sters waren bij het sterven aanwezig.
De doodstrijd duurde kort en was niet
hevig.
De Koningin, de Prinses en de Vorst
von Waldeck hieven nog geruimen tijd in
het paleis. Toen reden zij naar het paleis
Noordeinde.
De Koningin zag er bleek en slecht uit,
maar schonk de menigte die de vorstelijke
personen eerbiedig groette, een vriende
lijken glimlach.
Inmiddels was de Koninklijke Stan
daard van het paleis half stok geheschen
en waren alle gordijnen neergelaten.
Vanmiddag om 2 uur had in de sterf
kamer een rouwdienst plaats, welke bijL
gewoond werd door alle leden van de
hofhouding.
Met de directie van de Begrafenison
derneming van Immerzeel, die met de
bijzetting van het stoffelijk overschot van
H. M. Koningin Emma is belast, zijn
hedenmorgen voorloopige besprekingen
gevoerd. Jhr. Mr. Schimmelpenninck
heeft zich vanmorgen met den directeur
naar Delft begeven.
Een aantal gezanten van vreemde mo
gendheden heeft een bezoek van rouw
beklag afgelegd bij den Minister van Bui
tenlandsche Zaken.
Ten teeken van rouw zijn bij' de ver
schillende departementen de gordijnen
neergelaten.
Geruchten over het heengaan van
Von Papen.
Volgens de in iSaarbrücken verschijnen
de „Deutsche Erei'heit", zijn de dagen van
Von Papen's vice-kanseliersehap 'geteld.
Men beschuldigt hem van monarchistische
actie en reeds maanden staat de vice-kan-
selier onder toezicht van de geheime
staatspolitie. Thans zou Von Papen bij
zijn nationaal-socialistische superieuren
moeite doen om de functie van 'gezant bij
het Quirinaal te Rome te verkrijgen. De
benoeming zou, wanneer geen onverwachte
'dingen gebeuren, voor de deur staan.
Dat een 'gezant mettertijd 'hoofd van een
ministerie word't, aldus het blad, is nietS
buitengewoons, doch wanneer een vice-
'kanselier gezant wordt, kan men gevoege
lijk van een degradatie spreken. Voor Von
Papen beteekent de functie van gezant bij
den Italiaanschen koning een verbanning.
Geen toetreding van Rusland tot den
Volkenbond.
Naar uit Moskou wordt gemeld, verkla
ren de Russische officieele instanties, dat
de berichten, als zou de Sovjetregeering
besloten hebben in September toe te tre
den tot den Volkenbond, onjuist zijn.
Ook uit Rome meldde Reuter gisteren:
Hier is geen bevestiging ontvangen van
het bericht, dat er onderhandelingen in
gezet zouden zijn over de toetreding van
Sovjet-Rusland tot den Volkenbond.