Uit de Provincie
Kerknieuws
Gemengd Nieuws
Uit den Goeschen Raad.
ver «s5®ir-r» <f*.ï bohr'- n d~ ..btblifc»
van de giften vp.u m«>nschtievende mede
burgers bestaat. Moet een dergelijke ver-
eeniging eer secretaresse hebben, die
f 5000 verdient, want welke secretaresse
geniet een dergelijk salaris? Indien een
bezoldigde secretaresse noodig is, moet
het dan juist de echtgenoote van een
wethouder zijn, die een salaris trekt, dat
door giften is bijeengebracht?
Gemeld wordt nog, dat de heer Abra
hams om nadere inlichtingen gevraagd,
woigerde zich over deze zaak uit te laten,
liet bestuur van Trein 8.28 zal hierover
nadere mededeelingen doen.
GERUCHTMAKENDE N. S. B.-
.ONTHULLINGEN".
Minderwaardige strijdmiddelen. Er wordt
maar op los gefantaseerd.
De Nat. Soc. Beweging heeft blijkbaar
een aantal fantasten in dienst, wier taak
het is allerlei sensationeele geruchten te
verspreiden, teneinde op die wijze een
zekere stemming te kweeken en het pu
bliek onrustig te maken, en zoodoende
eenige winst voor de „beweging" te krij
gen.
Bij gebrek aan innerlijke kracht tracht
men op die wijze iets te bereiken.
Onder de Mussert-volgelingen, die tel
kens met nieuwe onthullingen komen,
neemt een zekere Roelofsen een eerste
plaats in.
Enkele dagen geleden kwam hij met
zeer sensationeele berichten omtrent
knoeierijen bij de Varkenscentrale, waar
bij echter al dadelijk gebleken is, dat hij
er maar op los gepraat heeft en dat zon
der twijfel van opzettelijke misleiding kan
worden gesproken.
Ook omtrent den brand in de Amster-
damsche telefooncentrale heeft hij aller
lei onthullingen gedaan omtrent een re
volutionairen aanslag, waaromusnt een
xekere van Zilfhout hem zou hebben in
gelicht
Wat is nu echter gebleken?
Voor de petitie heeft van Zilfhout ver
klaard nimmer met Roelofsen gesproken
te hebben over eenigen aanslag op een
telefoonkantoor of telegraafkantoor in
Rotterdam of Amsterdam.
Roelofsen bevestigde dit in
zijn verhoor door de politie.
Er is slechts sprake geweest van aan
vallen op politiebureaux, het Bruine Huis,
het Duitsche consulaat en voorts van
wapensmokkelarij en van het onbruik-
baarmaken van een bepaald omschreven
object, n.l. den z.g. Parijschen kabel in
de Raadhuisstraat, welke aldaar in de
nabijheid van den Coolsingel enkele me
ters diep onder den grond en vlak tegen
over het dag en nacht bezette politiepost
huis van het Raadhuis ligt.
Van Zilfhout beweerde, dat hij al deze
plannen zou hebben vernomen van een
door hem met name genoemden persoon
X, aan wien hij na zijn ontslag uit de
gevangenis boodschappen zou hebben
overgebracht van medegevangenen. De
identiteit van dezen X was aan de politie
precies bekend, omdat men er eenigen
tijd geleden achtergekomen was, dat hij
Inderdaad met de strafgevangenis in con
tact stond.
Toen X door de politie werd verhoord,
ontkende hij niet alleen ooit de hem in
de schoenen geschoven beweringen ge
daan te hebben, doch hij hield zelfs vol
van Zilfhout in het geheel niet te kennen,
hetgeen geheel juist bleek te zijn, aan
gezien van Zilfhout, die beweerde meer
dere malen met dezen X in aanmerking
geweest te zijn, hem niet kon herkennen
toen X, te midden van een 6-tal andere
lieden geplaatst, aan hem werd vertoond.
Van Zilfhout, die vanaf 19 October tot
half Januari j.l. ziek is geweest en in
dien tijd geen contact met Roelofsen heeft
gehad, verklaart voorts, omstreeks half
October aan Roelofsen gezegd te hebben,
dat, nu de zaak in Rotterdam was mis
lukt door de waakzaamheid van de poli
tie, de actie naar Amsterdam zou worden
verplaatst. Roelofsen beweert dit bericht
omstreeks Sinterklaas te hebben doorge
geven. De politie heeft echter nimmer een
dergelijk bericht ontvangen. Het is ove
rigens onbegrijpelijk waarom Roelofsen
eerst anderhalve maand later een derge
lijke mededeeling aan de politie zou heb
ben overgebracht.
Er is alle reden om aan te nemen, dat
van Zilfhout de aanslagplannen zelf ver
zonnen heeft om op die manier van Roe
lofsen geld los te krijgen. Toen er in Rot
terdam niets gebeurde en van Zilfhout
bevreesd was, dat hij geen geld zou krij
gen als zijne voorspellingen niet uitkwa
men, verplaatste hij, om tijd te winnen,
het tooneel van den strijd naar Amster
dam.
Het is zeer waarschijnlijk, dat het fan
tastische verhaal omtrent de onbruikbaar-
making van een telegraafkabel naar Pa
rijs, gelegen op een toevallig dag en nacht
bewaakte plek, en de mededeeling, dat
„de actie" naar Amsterdam zou worden
verplaatst, bij sommige N.S.B.-leden toen
men van den brand in de Centrale ver
nam, de gedachte heeft teweeg gebracht,
dat dit nu die bedoelde actie was.
Het schijnt nu niet bepaald een hoog
staand gezelschap te zijn, dat Ir Mussert
bij zijn reformatie-plannen moet steunen.
VALSCHE BESCHULDIGING TEGEN
PROF. BERGER.
Het onderzoek heeft uitgemaakt, dat de
beschuldiging volstrekt onwaar is.
Op de vragen van den heer Hermans
in verband met in een vergadering van de
N.S.B. op 18 Januari te Rotterdam jegens
den hoofdinspecteur van de volksgezond
heid prof. dr Berger geuite beschuldigin
gen, hir <p nreskommds dtl deze hoofd
ambtenaar ten gerieve van den heer
Zwanenberg te Oss, het hoofd van den
keuringsdienst te Delft beïnvloed zou heb
ben zijn wettelijke verplichtingen met be
trekking tot de uitvoering van de vleesch-
keuringswet, na te laten, welke beschul-
diging tevens voorkomt in „Volk en Va
derland" van 27 Januari heeft minister
Slotemakor de Bruïne, het volgende ge
antwoord:
De ondergeteekende heeft kennis ge
nomen van het verslag van een vergade
ring van de N.S.B., dat voorkomt in het
Dagblad van Rotterdam, volgens welk
verslag in die vergadering de veterinair
hoofdinspecteur van de volksgezondheid,
prof. dr H. C. L. E. Berger door zekeren
Roelofsen er van is beschuldigd, dat hij
ten gerieve van den heer Zwanenberg te
Oss het hoofd van den vleeschkeurings-
dienst te Delft er van zou hebben terug
gehouden zijn wettelijken plicht met be
trekking tot de uitvoering van de vleesch-
keuringswet te vervullen. Het is den on-
dergeteekende bekend, dat Roelofsen de
zelfde beschuldiging heeft doen opnemen
in het blad „Volk en Vaderland" van 27
Januari 1934.
De ondergeteekende is in het bezit van
een afschrift van de in tegenwoordigheid
van twee getuigen aan voornoemden
hoofdinspecteur op 26 Januari 1934 door
het hoofd van den gemeentelijken vleeseh-
keuringsdienst van Delft afgelegde ver
klaring, blijkens welke die beschuldiging
volstrekt onwaar is. Die verklaring luidt
als volgt:
Ondergeteekende, dr M. Verkerk, hoofd
van den gemeentelijken vleeschkeurings-
dienst te Delft, verklaart, dat het abso
luut in strijd met de waarheid is, dat de
veterinair hoofdinspecteur van de volks
gezondheid, belast met het toezicht op de
naleving van de vleeschkeuringswet, hem
inzake een aangelegenheid van ondeug
delijk vleesch of een den natuurlijken
dood gestorven koe zou belemmerd heb
ben zijn verplichtingen te dien aanzien
uit te voeren.
Met betrekking tot een geval, waarop
volgens een verslag in het „D'agblad van
Rotterdam", een zekere H. Roelofsen,
spiekende voor de Nationaal Socialisti
sche beweging doelt, verklaart onderge
teekende nadrukkelijk, dat prof. dr Berger
zich in deze aangelegenheid niet tot hem
gewend heeft, middellijk noch onmiddel
lijk, derhalve hem ook niet de woorden
heeft toegevoegd: „mond dicht of er uit",
noch eenige andere uitdrukking van deze
tendenz".
De ondergeteekende heeft, gelijk na het
vorenstaande vanzelf spreekt, geen enkele
aanleiding tot het nemen van maatrege
len ten aanzien van dezen hoofdambte
naar. Wel keurt hij ten strengste af, dat
dergelijke beweringen worden geuit en
verspreid.
In antwoord op de vraag wat gedaan
zal worden om dezen hoofdambtenaar
reoht te laten wedervaren deelt de onder
geteekende mede, dat de stukken in han
den van den minister van Justitie zijn.
Boor de hierboven beantwoorde vragen
heeft de ondergeteekende de gelegenheid
gekregen, dezen verdienstelijken en on-
kreukbaren ambtenaar recht te latein we
dervaren. Dit was hem te meer welkom,
omdat later nog weer een nieuwe beschul
diging van dezelfde zijde tegen den heer
Berger is geuit, die den ondergeteekende
even onwaar is gebleken.
Goes. De collecte voor het crisis-comité
bracht deze week f 55,02 op.
Wemeldinge. Gistermiddag is het Bel
gische sleepschip „Anthonius", schipper
Meijer, geladen met kolen en bestemd voor
Antwerpen, hij het binnenkomen op een
meerstoel geloopen, waardoor het schip in
de zij ernstige schade bekwam en water
maakte. Onmiddellijk is bergingsmateri
aal van Hoogenboezem v. d. Tak langs
zij gekomen en zal een noodreparatie wor
den aangebracht.
Wolfaartsdijk. Zondagavond hield het
Geref. Jeugdverhand in de Geref. kerk al
hier zijn vierde wintervergadering onder
leiding van zijn voorzitter, Ds van Hei
ningen. Behalve de vier jeugdvereenigin-
gen waren ook verschillende belangstel
lenden, opgekomen. Het lid der J. V., A.
Reinhoudt, behandelde het onderwerp:
„Het verbond Gods en ons Geref. Jeugd
werk". Van de kleine M. V. deelde het lid
Betje Verhage een en ander mede over
den vader der Afscheiding: Ds H. de
Koek. Op beide onderwerpen volgde be
spreking, terwijl men door muziek en
zang zorgde voor aangename afwisseling.
Meiiskerke. In de laatstgehouden Raads
vergadering was afwezig met kennisge
ving dhr J. Francke.
De voorzitter wenscht den Raad en Se
cretaris Gods zegen in 1934 toe en roept
aller medewerking in voor den verderen
arbeid.
Weth. Jakobsen dankt voor deze woor
den en hrengt wederkeerig i ook in ver
band met het feit, dat de burgemeester
zijn 6Qsten jaardag vierde een heil-
wensch uit en bood tevens namens den
Raad epn bloemenmand aan.
De voorzitter, zichtbaar verrast, zeide 1
dank voor dit blijk van vriendschap en
waardeering.
Ingekomen stukken: Van Ged. Staten
was goedkeuring ontvangen op de nieuwe
bouwverordening en op de ingediende ge
meenterekening 1932.
Nu volgde verkiezing lid Bu,
bestuur. Aftredend dhr E. de Koi«j. Mede
aanbevolen was A. J. Huysman.
Namens de A. R. fractie zegt dhr de
Buck, dat de A R. 'rstctie nr-j haar ver
klaring handhaaft, afgelegd bij de vorige
aftreding. Zij waardeert het, dat iemand
is mede aanbevolen uit de A. R. bevol
kingsgroep. Gelet op de vorige verklaring
zal ze de herkiezing van dhr de Korte
mede bevorderen. Herkozen dhr de Korte
met alg. st.
Een verzoek van de Boaz-sohool om een
voorschot kraohtena art, 104 lager onder
wijswet 1020, in totaal f 528,90. Goedge
vonden.
Op een verzoek van den Polder Wal
cheren wordt gunstig beschikt, om een ge
deelte sprink bij de begraafplaats te ver-
koopen en een gedeelte voetpad in sectie
D no. 638, resp. voor f 0.15 en f 0.20 per
c.A. Een regeling wordt getroffen volgens
welke de obligatiehouders van gemeente-
leeningen de nieuwe couponbelastig moe
ten betalen.
Rondvraag. Dhr Huysman vraagt wat
de gerooide hoornen hebben opgebracht en
dhr Spruyt vraagt in welken vorm de
aangeplante hoornen moeten opgroeien.
De voorzitter zegt, dat de boomen hebben
opgebracht f 111,75 en dat nieuwe boomen
zullen kort gehouden worden (topvorm).
Hierna sluiting.
De Raad bleef nog eenigen tijd gezellig
bijeen, omdat de jarige Burgemeester aan
deze bijeenkomst een tractatie verbond.
Voetbal.
Seraoskerke (W.). Zaterdagmiddag ging
Serooskerke 1 op bezoek naar Veere 2
voor het spelen van een competitie-wed
strijd Z. V. B. Ruststand 01. Eindstand
03, zoodat de winstpunten voor Seroos
kerke 1 waren.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te MastenbroekZwoller
kerspel, A. Hakkesteeg te Kortenhoef.
Aangenomen naar Anjum, J. G. H.
Vermaat te Ommelanderwijk.
Bedankt voor Nieuwe Tonge, I. Kievit
te Baaxn.
Geref. Kerken.
Aangenomen naar Bozum. W. Wier-
sma, cand. te Sneek.
Herst. Evang. Luth. Gemeente.
Beroepen te Gorinchem, Dt P. Boen
dermaker te Hilversum.
DE CRISISINKOMSTENBELASTING.
De „Nederlander", instemmend met
het denkbeeld om een crisis-inkomstenbe
lasting te heffen, wijst op moeilijkheden.
„Er zijn heele reeksen van gevallen
van „inkomstenvermeerdering" denkbaar
waarin deze extra heffing als onbillijk
zal worden gevoeld. Daarop is reeds ge
wezen in de memorie van toelichting van
het in September 1932 ingediende ont
werp tot heffing van opcenten op de ge
meentefondsbelasting (zitting 1932—'33
nr 141). En wij1 mogen dan ook verschil
lende briefschrijvers, die ons hun klach
ten zonden, naar die memorie verwijzen.
Zij zullen dan zien, dat de door hen ge
stelde gevallen reeds daar zijn bespraken,
en dat destijds hierin aanleiding gevon
den werd voorshands van deze heffing af
te zien.
De gevallen, in de memorie van 1932
genoemd, zijn o.a. de volgende: Iemand
kan een nieuwen werkkring krijgen,
waaraan hoogere inkomsten zijn verbon
den, doch ook een hoogere levensvoet en
daardoor hooger uitgaven. Een tevoren
bedongen lijfrente kan ingaan. Jonge
menschen kunnen na het vergelijkings
jaar voor het eerst in de verdiensten ko
men, zoodat hun inkomen louter „ver
meerdering" is. Men kan tegen een laag
salaris in een voorloopige betrekking ge
weest zijn, b.v. als medisch assistent, en
later zijn eigenlijke practijk zijn begon
nen. Een ondernemer kan in het vergelij
kingsjaar de eerste moeilijke en weinig
winstgevende periode van zijn nieuwe
zaak hebben doorgemaakt. Een ander
kan in datzelfde jaar toevallig een slech
ten tijd in zijn bedrijf hebben gehad, of,
is hij loontrekkend, zonder werk zijn ge
weest. Een minderjarige met eigen ver
mogen, waarvan zijn ouders het vrucht
genot hebben, terwijl hij daartegenover
kost en inwoning geniet, kan meerder
jarig geworden zijn en thans de opbrengst
van dit vermogen zijn „nieuw" inko
men als kostgeld aan zijn ouders uit-
keeren.
Een limitatieve 'opsomming van al deze
gevallen en vele andere in de wet
schijnt vrijwel uitgesloten. En voor een
algemeene clausule, als de wet op de oor
logswinstbelasting bevatte, laat de onder
havige materie geen plaats.
In de wet op de oorlogswinstbelasting
was n.l. de extra-heffing beperkt tot een
inkomstenvermeerdering ten gevolge van
den oorlogstoestand. Daarbij kon tegen
bewijs worden toegelaten. De wet deed
dit dan ook in deze bepaling: „Iedere ver
meerdering van inkomen of winst wordt
geacht een gevolg van den oorlogstoe
stand te zijn, indien en voorzoover het
tegendeel niet aannemelijk is gemaakt."
In de onderhavige materie daarentegen
moet de extra-heffing verbonden worden
aan een vermeerdering von inkomen on
danks de crisis. Daarbij kan van „tegen
bewijs" geen sprake zijn. Zoodra een
extra-heffing gegrond wordt niet op een
inkomstenvermeerdering uit een bepaalde
oorzaak, zoodat men het bestaan van die
oorzaak kan betwisten, maar op het ob
jectieve feit, van de inkomstenvermeerde
ring zelve, valt de mogelijkheid van te
genbewijs vanzelf weg. Want het objec
tieve feit kan niet ontkend worden.
Ziedaar de moeilijkheid v ;:_-
hangign ontwerp, ïe&sad mSi
dat hij na volbrachte studie een verant
woordelijke functie kreeg in dienst van
een bepaalde firma. Hij begon met een
bescheiden salaris van f 3000, dat sinds
1931 geleidelijk steeg en bestemd is ver
der te stijgen. Zijn collega, die 10 jaar
vroeger in dienst trad, heeft een veel hoo
ger salaris, alleen omdat hij ouder is, en
zal door de nieuwe heffing veel minder
ernstig worden getroffen dan onze brief
schrijver, uitsluitend omdat hij zijn car
rière eerder begon,
Dit voorbeeld kan, aan de hand van
wat boven geschreven werd, met vele an
dere aangevuld worden. Meerdere daar
van kwamen ons dan ook onder de oogen.
Het zal gewenscht zijn, naar een oplos
sing te zoeken, al zal dit niet gemakkelijk
gaan.
De éénige inkomstenvermeerdering, die
het ontwerp vrij stelt, is een erfenis of
legaat (art. 13). Deze vrijstelling spreekt
dan ook vanzelf, daar het ontwerp anders
zou beteekenen een verhooging van de
successiebelasting. Er aan toegevoegd zou
nog kunnen worden een schenking, voor
zoover daarvan schenkingsrechten zijn
betaald.
Ter toelichting van dit artikel 13 wordt
geschreven: „Deze bepaling zal voorko
men, dat het doel der wet wordt voorbij
gestreefd". Dit is volkomen juist. Maar
er zijn, zooals bleek, tal van andere geval
len, waarin het doel der wet evenzeer zou
worden voorbijgestreefd.
Er is een artikel in het ontwerp, dat
misschien reeds beoogt een begin van op
lossing te geven. Het is artikel 23, het
welk bepaalt, dat, indien iemand van
meening is, dat zijn aanslag „naar het
beginsel der wet" niet, of tot een lager
bedrag had moeten worden opgelegd, hij
bij het gerechtshof te Arnhem kan ver
zoeken dien aanslag te vernietigen of
te verlagen.
Beteekenen deze woorden „naar bet be
ginsel der wet" wellicht: „naar de ratio
der wet", zoodat alle gevolgen, die „het
doel der wet voorbijstreven", op deze wij
ze ongedaan kunnen worden gemaakt?
Uit de memorie van toelichting blijkt
het niet. En zeker zou aldus aan het Arn-
hemsche gerechtshof wel in zeer sterke
mate een stukje fiscale wetgeving worden
gedelegeerd. Want niet alleen geldt het
hier een groot aantal gevallen van zeer
uiteenloopenden aard, maar ook bevinden
zich daaronder tal van grensgevallen,
waarover verschillend kan worden ge
dacht. Dit geheele terrein zonder nadere
aanduiding aan de rechterlijke macht
over te laten, ware niet onbedenkelijk."
Politie-inval in een
speelhol. De laatste weken werd de
politie van het bureau Raampoort te Am
sterdam opgebeld door vrouwen, die ver
telden, dat hun mannen bun geld ver
speelden in een z.g. gokhuis aan de Prin
segracht 551 in 'n sousterrain. Verschil
lende keeren werd er bij gezegd, dat de
mannen, die er hun geld verspeelden,
steuntrekkenden waren. Ook vroeg men
de politie om hieraan een einde te maken,
waaraan zij gisteravond gevolg heeft ge
geven.
Plotseling verscheen er voor het per
ceel een „overvalauto" van de politie met
een detachement agenten. Bij. de komst
der politie waren er vijftien mannen aan
wezig. Eenigen trachtten te vluchten om
via een plaatsje de straat te bereiken. De
politie was hierop evenwel voorbereid en
had buiten ook enkele agenten op post
gezet. Toen de politie binnenkwam werd
er niet gespeeld, men had blijkbaar nog
juist tijd gehad de kaarten en het geld op
te bergen. Alle aanwezigen werden met
politie-auto's naar het bureau overge
bracht, alsmede de eigenaar van het
speelhol, die deftig in bontjas gekleed
ging. Aan het bureau werd allen een ver
hoor afgenomen, waarbij twee personen
bekenden, dat ze gespeeld en verloren
hadden. De houder zelf ontkende alles. Er
is komen vast te staan, dat er avonden
waren, dat er f3000 verloren werd. Pro
ces-verbaal is opgemaakt.
Revolversmokkelarij.
Vorige week heeft 't socialistische „Volks
blad" zijn abonné's vergast op een in
drukwekkend verhaal over revolversmok
kelarij, die tusschen Roosendaal en de
Schelde op groote schaal bedreven zou
worden. Het „Dagbl. v. N.-Br." heeft een
onderzoek ingesteld bij de autoriteiten in
de grensgemeenten Putte, Ossendrecht,
Huybergen en Woensdrecht.
Daarbij is gebleken, dat de Volksblad-
berichtgever in groote mate zijn fantasie
heeft laten werken.
Binnen het hierboven beschreven ge
bied is sedert vorig jaar, door de desbe
treffende ambtenaren, zoowel rijks- als
politioneele, niet één smokkelaar aange
houden welke in het bezit van revolvers
bleek te zijn.
In Putte deelde men mede, dat daar
vorig jaar slechts één proces-verbaal ge
vallen was wegens het smokkelen van wa
pens.
Het Volksblad-bericht werd als abso
luut overdreven gekwalificeerd. Berich
ten als deze verwekken een totaal verkeer
den indruk in de hoogere ambtelijke we
reld en de ongerustheid bij het publiek,
dat diets gemaakt wordt, als zou zoowat
iedereen met een revolver op zak loopen.
Het politietoezicht over de grens is in
dit verband even scherp als ten onzent en
er bestaat regelmatig en innig contact,
waaromtrent in 1933 een overeenkomst
tusschen beide landen getroffen is.
Men noemde de voorstelling van zaken
van het „Volksblad" als zouden regelma
tig en per keer veertig tot vijftig wapens
over de grpno gesmokkeld worden, „ge
woonweg nonsens". Eerder nam men aan,
dat den beriohtgever wat op den mouw
gespeld was geworden; ook wat het ver
voer naar de Nederlandsche groote ste
den betreft, Zoo wees men er ons op, dat
reeds geruimen tijd aan de groote rivier
overgangen door rijksambtenaren con
trole uitgeoefend wordt op het doorgaan
de verkeer, zoodat, ware er sprake van
wapensmokkolarij als het „Volksblad"
doet voorkomen, zulks ongetwijfeld toch
minstens éénmaal geconstateerd had moe
ten worden. En zelfs dat is niet geschied.
In de grensstreek, zoo deelde men ons
te Hoogerheide mede, worden dagelijks
honderden aangehouden en heel vaak
zelfs aan den lijve gevisiteerd, maar nog
nimmer is bij ook maar één aangehou
dene een wapen aangetroffen, laat staan
meerdere.
Te Huijbergen werden ontelbare smok
kelaars den laatsten tijd aangehouden,
met allerlei artikelen, maar nooit waren
daaronder revolvers of andere wapenen.
Het bericht kwalificeerde men dan ook
hier als louter sensatie.
Stopzetting van knoopen-
fabriek. Zaterdag kreeg het gebeele
personeel van de 'knoopenfabriek van de
firma Güppertz te Zaltbommel ontslag.
De fabriek zal voorloopig stopgezet wor
den. Oorzaak zijn de groote voorraad en
de 'groote concurrentie van het 'buiten
land.
Hoofdzakelijk werkten er meisjes en in
vele gezinnen werd ook nog wat verdiend
met het opzetten der knoopen op "kaarten.
Veel „overzichtelijks" leverde de Raads
vergadering van gisteren niet op.
De gewijzigde bouwverordening ging er
zonder eenige discussie door. Ook de
garage-verordening ontmoette geen be
zwaar in den Raad, nadat de voorzitter
op een vraag van den heer Jonkers had
verzekerd, dat B. en W. deze verordening
met tact en beleid zouden toepassen, en
vooral daar, waar het geheel vrijstaande
garages betrof, de noodige soepelheid zou
den betrachtten. 'Goes kreeg van het Prov.
Bestuur een complimentje, aangezien het
een van de eerste gemeenten is, die een
dergelijke verordening beeft vastgesteld.
Deze 'twee verordeningen werden dus
„op z'n Goesch" behandeld.
Anders ging 'het met de nieuwe Gast-
huisverordening, die tusschen de vorige
en deze vergadering onderworpen was
aan de beoordeeling van de den vorigen
keer benoemde drie nieuwe bestuursleden
en van drie personen, die van dit bestuur
nog geen deel uitmaken, maar volgens B.
en W. daarin wel benoemd zullen worden I
Het gevolg van deze beoordeeling was, dat
weer verschillende veranderingen werden
aangebracht. O.a. zal nu toch weer een lid
van het bestuur maar dan onbezoldigd
secretarie moeten zijn.
De behandeling van deze verordening
hield zóó lang op, dat de voorzitter zich
de uitdrukking liet ontvallen „We zeilen
in de richting van een naburige gemeen
tel" Wie die gemeente is, achten we ge
noegzaam bekend1
De drie aftredende regentessen 'hadden
den Raad verzocht in het nieuwe Gast-
huisbestuur ook weer een of meer dames
te benoemen. De heer Jonkers maakte
daarvan een voorstel. Volgens hem moest
een van de gekozenen uit de burgerij een
dame zijn. Maar de meerderheid voelde er
niets voor, om dit vast te leggen. De
dames 'hebben in de verordening gelijke
rechten als de heeren, zoo werd door B. en
W. opgemerkt. Er zal alleen naar de meest
geschikte personen worden gezocht. Toch
doet het dan wel eenigszins eigenaardig
aan, dat onder de zes personen, die B. en
W. geschikt achten, niet één dame is. Ons
Dag. Bestuur is niet bijzonder complimen
teus tegenover de dames I
De heer Simons 'kwam met een ander
voorstel. Hij wilde 'het aantal Raadsleden
regenten van twee op drie brengen, waar
bij dan de uitgesproken bedoeling voorzat
om een 'lid der R.K.-fractie als regent te
benoemen. De Raad verwierp ook dit
voorstel.
Was dit om dezelfde reden gebeurd als
bij het voorstel-Jonkers, dan zou dat vol
komen te billijken zijn. Het is zeker niet
wensehelij'k, vast te leggen, dat een R.K.
Raadslid per sé regent moét zijn. Het zou
op een bepaald moment mogelijk zijn, dat
de R.K.-fractie eens niet 'n bij uitstek ge
schikt man kon leveren, terwijl die in een
van de andere fracties wel werd gevonden.
Maar niet kunnen wij ons vereenigen
met het betoog van de heeren de Roo en
Visscher. Volgens hen kan en mag een
Roomsch-Katholiek geen lid van het Gast-
huisbestuur zijn, omdat er hier ter plaat
se een R.K. Ziekenhuis bestaat en een
R.K. Gasthuisbestuurder, wiens sympa
thieën uitgaan naar het 'R.K. Ziekenhuis,
niet met hart en ziel 'zich zal geven aan
de neutrale inrichting.
Zie, dat is toch wel een hoogst eigen
aardige en bedenkelijke redeneering en het
verbaast ons werkelijk dat niet één van de
C.H. of A.R. 'heeren tegen deze wijsheid
van links protest heeft aangeteekend.
Want hadden die beide heeren gelijk,
dan zou niet één A. R. of G. H. man meer
wethouder, Gedeputeerde of Minister van
onderwijs kunnen zijn, omdat hij krach
tens zijn beginsel voorstander is van
Christelijk onderwijs en dus de belangen
van het openb. onderwijs niet voldoende
zal behartigen. Dan zouden ook in plaat
sen, waar een Prot. Chr. Ziekenhuis be
staat en die zijn er verschillende
geen A. R. of C. H. personen rey
gen zijn van een gemeentelijk zie.
Men kan zoo wel doorgaan.
Gelukkig denken linksche heeren in an
dere gemeenten niet zoo benepen als in
Goes.