Minister Coiijn over de N.S.B. EERSTE BLAD. MAANDAG 12 FEBRUARI 1934 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND Dit nummer bestaat uit 2 bladen Buitenland Belangrijkste Nieuws. VERWAARLOOSDE VERKOUDHEDEN IMaqt ktcrtckd van Uur doke)b! Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Telef. 259. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs f2,50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent. Advertantiën: Gewono advertentlën 30 cent. per regel. Ingezonden Meüedeeüngen dubbel tarief. Handelsadvertentiën 25 cent per regel. Kleino Advsrtentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85. Bij contract belangrijke korting. Aan de rede van Minister Dr H. Coiijn, de vorige week in de Eerste Kamer ge houden, is het volgende ontleend: Ik kom nu op de houding, die de Re geering tegenover de Nationaal Socialis tische Beweging heeft aangenomen. Men heeft die houding naar het schijnt niet heelemaal begrepen. Van dat niet begrij pen legden ook enkele redevoeringen in deze Kamer getuigenis af. Toen in de Tweede Kamer deze zaak ter sprake kwam, heb ik zeer nadrukke lijk doen uitkomen, dat ik niet bereid was om uitsluitend op grond van een pro gramma en de daarbij behoorende toe lichting over te gaan tot het verbod aan ambtenaren om van zoodanige vereeni- ging deel uit te maken. Ik moest hebben, zoo heb ik toen gezegd, een objectief ge geven en dat objectief gegeven ontbrak destijds voor de Nationaal Socialistische Beweging. Twee uitlatingen had men aan gevoerd. Een daarvan luidde, dat de lei der vau die beweging op een vergadering gezegd zou hebben, „geef mij uw vuist" en de andere uitlating zou gebezigd zijn door een kringleider, die op een andere vergadering zou gesproken hebben van concentratiekampen, geloof ik. Dat waren de twee eenige voorbeelden, die in het debat als objectieve kenmerken aan de Regeering werden voorgehouden. Dat was mij niet genoeg. Op dien grond wenschte ik geen verbodsbepaling uit te vaardigen. Als ik dat deed, en ik ging dan eens zeer nauwkeurig alle verslagen van vergaderingen lezen, dan ben ik er niet zeker van of ook niet andere poli tieke partijen in Nederland van tijd tot tijd uitdrukkingen bezigen op een ver- gaaering, waardoor zij zouden vallen on der een dergelijk verbod. Daarom heb ik vastgehouden aan de objectieve kenmerken. Die had ik niet in het begin van November, die had ik wel in December. Men weet, dat de Regeering in Maart 1933 een voorschrift heeft uitgevaardigd, waarbij gezegd is geworden, dat het lid maatschap van de Nationaal Socialisti sche Beweging en van de burgerwachten niet vereenigbaar was en dat dus dege nen, die van beide lid waren, een keuze behoorden te doen voor het een of voor het ander. Daar is niet onmiddellijk werk van ge maakt. In meer dan één burgerwacht heeft men zich van dat voorschrift aanvanke lijk niet al te veel aangetrokken. Toen heeft de Regeering haar aandacht aan deze zaak geschonken en dat heeft ten gevolge gehad, dat er in één van de steden in Nederland einde November een ver gadering is belegd, waar 265 personen tegenwoordig waren, die tegelijk lid wa ren van de burgerwacht en lid der Natio naal Socialistische Beweging. En toen is op die bijeenkomst opgestaan de com mandant van een afdeeling der burger wacht, die tegelijkertijd was commandant van een zoogenaamde afweerafdeeling afdeelingen, die gezamenlijk geoefend worden van de N.S.B. Daar blijkt reeds uit, hoe juist het voorschrift was van het vorig Kabinet. Het feit, dat dezelfde man èn commandant van een deel der burgerwacht èn commandant van een deel der N.S.B. was, bewijst meer dan iets anders de onvereenigbaarheid van die beide, want de burgerwacht moet zijn een instrument, uitsluitend in handen der Overheid, dat de bevelen der Overheid onder alle omstandigheden gehoorzaamt en stelt boven elk ander bevel.: Ik zou van de burgerwachten in Nederland of van den vrijwilligen landstorm niets moeten heb ben, wanneer zij niet aan dien primairen eisch voldeden. Wat blijkt nu in die vergadering? De commandant van die beide afdeelingen doet daar een voorstel; hij zegt tegen zijn mede-vergaderden: laat ons besluiten om te bedanken voor de burgerwacht. Dat bewees reeds waar het hart van dien commandant lag. Die commandant was echter ook verstandig, want hij stelde voor: laat ons de burgerwacht verlaten, nu ons hart blijkbaar déér ligt. En toen, Mijnheer de Voorzitter, werd in die ver gadering medegedeeld, dat door den lei der der beweging een bevel gegeven was, dat die ontslagname niet zou mogen ge schieden en dat men lid van de burger wacht moest blijven in afwachting van een eventueel royement. Nu heeft die be trokken leider daarvan een verklaring gegeven: hij heeft getracht die houding te rechtvaardigen. Hij deed dat ongeveer als volgt: de Regeering heeft gezegd, dat het lidmaatschap van de burgerwacht en van de N.S.B. onvereenigbaar is, maar ik dat is de leider van de N.S.B. zie dat zoo, dat pij niet uw ontslag nemen moet. Want dan erkent gij die door de Regeering gedecreteerde onvereenigbaar heid als juist en die erkenning zou ver nederend zijn voor u; gij moet dus blij ven, in afwachting, dat men u ontslag geeft; dat is geen verzet tegen de Regee ring, dat is aan de Regeeringsregeling haar wettelijk verloop laten. Er zijn velen, die door die redeneering aan het twijfelen zijn gebracht, die zich de vraag hebben gesteld: maar zit daar toch niet een element van juistheid in? Er zijn anderen, die intusschen wel dege lijk het standpunt van de Regeering heb ben begrepen. Mijnheer de Voorzitter! Ik bezondig mij gewoonlijk niet aan het voorlezen van kranten, maar ik moet u nu toch even vergunning vragen een citaat voor te lezen, dat ik ontleen aan „De Nederlan der". Dit blad schrijft: „Deze misvatting is het bewijs van een zeer gebrekkig inzicht in de hoogheid van een Overheidsvoorschrift. De leiding ziet blijkbaar in zulk een voorschrift een opi nie als een andere en meent daarom, dat men er zich niet naar gedragen kan zon der er instemming mee te betuigen. Het publiekrechtelijk karakter van het voor schrift, hetwelk noopt er zich naar te gedragen, ook zoo men er niet mee in stemt, ontgaat aan de leiding; daarom zegt zij: wacht uw royement af. Maar dit royement is een straf op een verzuim. De legale burger heeft niet de keus tusschen gestraft worden en gehoorzamen; hij is verplicht te gehoorzamen en zoo hij dat niet doet, is hij in mora, handelt illegaal, onverschillig of op de ongehoorzaamheid een straf volgt of niet. Wat zou men zeggen van een dienst weigeraar anders dan uit wettelijk ge ëerbiedigd gewetensbezwaar die zeg gen zou: ik verkies de straf boven de op komst en handel dus niet illegaal door weg te blijven?" Mijnheer de Voorzitter! Zoo zag ook de Regeering de zaak en daarom vaardigde zij voor ambtenaren het verbod van lid maatschap van de Nationaal Socialisti sche Beweging uit. Maar wie nu nog eenigen twijfel mocht hebben aan de hand van de eerste reactie van den kant van de N.S.B., zal, naar het mij voorkomt, toch wel bekeerd zijn, wan neer hij op de tweede reactie acht geeft. Want er is nog een tweede uitlating van die zijde, na de eerste. Bij de eerste uit lating gold het de burgerwacht, thans, bij de tweede, gold het de ambtenaren. Als gij, zoo ongeveer was de inhoud dier tweede uitlating, bedankt voor de N.S.B., blijft uw nummer open; thans zijt gij de slaaf van een Regeering, die haar macht ontleent aan een corrupt bonzenstelsel; gij hebt aan mij een belofte gedaan; deze gelofte praevaleert boven de trouw aan een corrupte Regeering. Hierdoor wordt dus zeker wel bevestigd dat de opvatting, die de Regeering had van de verhoudingen op het tijdstip, dat zij het verbod uitvaardigde, volkomen juist was; vooral als men dan in aanmer king neemt, dat het hier niet gold het woord van een leider, zooals b.v. mijn woord in de antirevolutionnaire partij, of zcoals dat van den heer de Geer in de Christelijk-Historische Unie, of dat van den heer Aalberse in de Roomsch-Katho- lieke Staatspartij, maar dat het hier gold het woord van een man, die, naar het „Führerprinzip", in geen enkele omstan digheid mag worden weersproken, maar waaraan cadavergehoorzaamheid plicht is. De heer de Savornin Lohman: Mag ik u even interrumpeeren, dat spaart een repliek uit, dat u mij door dit laatste citaat volkomen heeft overtuigd? De heer Coiijn, Min. van Koloniën: Wat sindsdien plaats gevonden heeft, be vestigt dagelijks meer en meer, dat de Regeering te recht gehandeld heeft op de wijze als zij handelde. Ik behoef slechts te wijzen op den oproep van juristen om den leider van de beweging ter zijde te staan bij het hooghouden van het recht bij de komende Nederlandsche Sta- visky- Dreyfus-affaires, waarbij dan, ik zeg niet van de zijde van de leiding zelf, maar toch in de Utrechtsche omgeving namen gefluisterd worden van personen, die, indien ik ze hier noemde, ieder van u met stomme verbazing zouden ver vullen. Nu vraagt men: waarom niet het ver bod van ambtenaren uitgebreid voor de S.D.A.P. buiten de ambtenaren van De fensie. Ik hoop, dat men mij gelooven zal, dat wij dit niet nalaten omdat, zoo als in pamfletten medegedeeld wordt, wij bang zijn voor het roode gespuis. Welke fouten ik ook hebben mag, die fout hoop ik, dat men mij niet zal toerekenen. Maar, Mijnheer de Voorzitter, omdat de Regee ring vooralsnog van oordeel blijft, dat zij haar objectief standpunt, het standpunt van objectieve kenmerken, van een ob jectieven maatstaf, moet handhaven, wil zij niet zelf fascistische methoden toepas sen. De Regeering meent, dat wij in een rechtsstaat moeten blijven leven. Die ge dachte houdt in, dat de Regeering ook zich zelf behoort te houden aan de wet. Daaraan juist dankt ook een beweging als de N.S.B. de vrijheid, dat zij zoo on gestraft optreden kan op de wijze, als op het oogenblik geschiedt. Dat voorrecht deelt zij met de extréme partijen van links. Maar nu meene men niet, dat wij daar mede een passieve houding aannemen tegen welke uitersten ook. De Ministers, Mijnheer de Voorzitter, begeeren geen sa trapen te zijn, zij begeeren ook niet het Nederlandsche Volk te ringelooren, maar de Ministers zijn wel van meening, dat het gezag in het land met kracht behoort te worden gehandhaafd en met sterker middelen naarmate de aanvallen daarop van beide kanten toenemen. Daarom laat ik van achter de Regeeringstafel nog eens een woord van waarschuwing hooren. De Regeering weet natuurlijk niet alles. Er zullen in Nederland hier en daar wel eens bijeenkomsten plaats hebben en besprekin gen gehouden worden, waarvan wij niet of eerst achteraf hooren; maar ik durf toch wel te zeggen, dat de Regeering veel weet, dat de Regeering aardig op de hoog te is van hetgeen er in het land gebeurt; zóó goed op de hoogte, dat wij den vinger vrijwel voortdurend bij de pols hebben en dat de Regeering niet aarzelen zal om toe te slaan, wanneer dat noodzakelijk blijkt. Mijnheer de Voorzitter! Zij zal daar bij dan ook niemand ontzien. Van welke zijde het gevaar ook dreigt, de Regeering zal er front tegen maken en, als zij ver plicht wordt om te slaan, dan zal zij ook raak slaan. De Regeering hoopt intusschen dat dit niet noodig zal zijn, dat de nor male middelen, in een rechtstaat gebrui kelijk, voldoende zullen zijn om het gezag te handhaven op een wijze, die dan tege lijkertijd practisch antwoord geeft op de vraag, die gisteren door den heer Mendels is gesteld: wat ik versta onder de verhou ding van meerderheid en minderheid in het Nederlandsch Staatsbestel. Mijnheer de Voorzitter! De eerste spre ker van de vergadering van gisteren, de heer van Lanschot, is begonnen met een herinnering aan den titel van een bro chure, die ik, ik geloof in het laatste oor logsjaar, geschreven heb. „Sluit de gelede ren", droeg die brochure tot opschrift. Het is een woord, dat ook voor dezen tijd van pas is. De Regeering is waakzaam. De Regeering wil al haar krachten in spannen om haar taak tot welzijn van hef Nederlandsche volk te volbrengen. De Regeering zal niet terugschrikken voor ingrijpende maatregelen. Als zij nieuwe bevoegdheden noodig heeft, zal zij deze onbeschroomd aan de Staten-Gene- raal vragen. Wanneer het haar noodig voorkomt, in den loop dezer jaren, dat onze Grondwet aan een herziening moet worden onder worpen, waartoe zij op dit oogenblik de noodzakelijkheid niet ziet, dan zal zij ook daarvoor niet terugschrikken. Maar waar het bovenal om gaat in deze moeilijke tijden, dat is de eendrachtige samenwerking van Regeering, Staten- Generaal en het Nederlandsche volk, dat ik dan ook aan het slot van mijn rede toeroep: Sluit de gelederen! Weer een milUoenenschandaal in Frankrijk. Te Béziers in het departement Hérault is men een groote schandaal-affaire op het spoor gekomen. Het gaat hier om een frauduleus bank roet van een groote bouwonderneming, welke van de stad en de omliggende plaatsen opdrachten ontvangen heeft. De bedriegerijen moeten in de millioe- nen loopen. Verschillende bedienden der firma zou den bier persoonlijke voordeelen hebben getrokken, welke varieeren van vijtig tot honderdduizend francs en hooger. De staking in Frankrijk. De werkstaking te Parijs zal vandaag algemeen zijn. De christelijke federaties hebben baar leden bevel gegeven, er niet aan deel te nemen. Evenwel sluit bet meerendeel der patroons, in overleg met hun werklieden hun zaken om alle conflicten tusschen de werknemers onderling te voorkomen. De dagbladpers besloot de werkplaat sen gisteravond om 7 uur, voor 24 uur te sluiten. Parijs zal dus zonder kranten zijn. De algemeens staking heeft dus wel een ander karakter dan, wat de revolution- naire elementen bedoeld hebben. Voor een groot deel zal bet eenvoudig een rustdag zijn, om wrijving te voorkomen. Intusschen zal voor vele takken van openbare bedrijven de staking slechts symbolisch worden nagekomen, stakingen dus van één, vijf of vijftien minuten. In de buitenlandsche verbindingen zul len geen storingen voorkomen en de beurs wordt gewoon gehouden. Troebel Spanje. Vrijdagnacht heeft de Spaansche regee ring bijzondere voorzorgsmaatregelen ge troffen met bet oog op de stakingen, die aangekondigd zijn. De politieposten zijn versterkt. Ook werd een kabinetsraad gehouden, waarin, naar men aanneemt, beraadslaagd is over het handhaven van de openbare orde. De regeering moet voornemens zijn, den klei nen staat van beleg af te kondigen, indien de stakingen in bet bouwbedrijf door gaan. Dr Coiijn te Londen. De Nederlandsche minister-president dr H. Coiijn is Zaterdagmorgen te Lon den aangekomen. Bij de aankomst van den trein aan het Liverpoolstation was dr Coiijn een der eersten die uit den trein stapte. Hij glipte er reeds uit voor de trein goed en wel tot stilstand was gekomen. Snel verdween hij in een auto en ontsnapte op deze wijze met succes aan fotografen en intervie wers. De heer Coiijn had een onderhoud met minister Runciman, waarbij verschillende handelspolitieke vraagstukken besproken werden. De minister-president wordt vandaag weer te 'sGravenhage terugverwacht. Roosevelt aan het zuiveren. President Roosevelt heeft besloten tot een strenge zuiveringsactie van het van de vorige regeering overgenomen be stuursapparaat. Hij is begonnen met het annuleeren van alle overeenkomsten in zake de verzending van luchtpost in het binnenland, met de motiveering, dat ge gronde verdenking bestaat, dat bedrog en omkooperij heeft plaats gehad. Roosevelt beeft den minister van oorlog opgedragen voorloopig bet beheer over de luchtpost op zich te nemen. Verder beeft de president den minister van justitie verzocht terstond een vervol ging in te stellen tegen alle ambtenaren en firma's, die verdacht worden bij leger- leveranties de regeering te hebben bedro gen. Ten slotte beeft Roosevelt tot het Con gres een boodschap gericht, waarin hij scherpe maatregelen tegen gewetenlooze effectenmakelaars en strenge voorschrif ten zoowel voor het geven van adviezen aan cliënten als voor de speculatie in ef fecten, graan en katoen eischt. De koude in Amerika. Volgens de jongste berichten zijn als gevolg van de strenge koude, die in het Oosten en midden-Westen der Vereenigde Staten heerscht, 22 personen om het le ven gekomen. De scheepvaart in de havens ligt nage noeg geheel stil, daar het ijs op sommige plaatsen 20 a 30 c.M. dik is. Om de armen door deze vreeselijke koude heen te helpen zullen speciale maatregelen genomen worden. Vrijdagochtend wees de thermometer te New-York 24 gr. C. beneden nul. De toevluchtsoorden voor dakloozen zijn ge heel gevuld. Ook te Washington is het buitengewoon koud. Vrijdag was het 24 gr. beneden het vriespunt, zoodat het de koudste dag was sedert 1912. Verscheidene personen zijn doodgevroren. Voor de eerste maal sedert 60 jaren is het Ontario-meer toegevroren. De koude in Amerika is nog steeds zeer hevig. Tot dusver zijn 40 personen, in vijf staten, tengevolge van de koude overleden, waarvan 16 in den staat New-York. Ook Poléh door den storm geteisterd. Gedurende twee dagen heeft aan de Baltische kust en boven geheel Polen een orkaan gewoed, waardoor groote schade is aangericht. Er zijn talrijke dooden en gewonden te betreuren. Te Warschau zijn eenige hui zen verwoest en andere zwaar bescha digd. Voorts werden hoornen ontworteld, schoorsteenen afgerukt en vele ruiten in gedrukt. De H. Graf. Kerk te Jeruzalem. In de kerk van het Heilig Graf te Jeru zalem zijn scheuren ontdekt en op uit- noodiging van den Patriarch der stad zijn een Grieksch deskundige op gebied van oude monumenten en een autoriteit op het gebied van aardbevingen naar Je rusalem vertrokken. Tijdens de aardbeving van 1929 is een der muren gescheurd en stortte de hoofd koepel in. De schade werd hersteld, maar thans zijn opnieuw scheuren ontdekt. Binnenland. Massa-ontslag aan de mijnen. Zal minister Coiijn naar Indië vliegen? Belasting op radio-toestellen? Buitenland. Dr Coiijn te Londen. De koude in Amerika. Dö staking in Frankrijk. Ernstige onlusten in Oostenrijk. Ingezonden Mededeeling. Past op voor ernstige I gevolgen. - Siroop pi Fameï zuivert Uw II luchtwegen, doet ||l hoest bedaren |||i en maakt het slijm- los. ORIGINEELE FLACON THANS. GOK IN. KLEINS FLACONS afll& Kerkelijke oppositie de rug gebroken? Uit verschillende deelen van Duitsch- land komen berichten omtrent de ontbin ding en opheffing van plaatselijke groe pen van den Bond van Oppositioneele Geestelijken. Van betrouwbare zijde wordt echter verklaard, dat de opheffing geens zins vrijwillig is geschied, doch onder den druk der omstandigheden, evenals trouwens in Oost-Pruisen, waar de oppo sitioneele groep eveneens is opgeheven. In Aken werd op last van den politie- president, in overeenstemming met de geheime staatspolitie te Berlijn, kapelaan Joseph Leyendeeker in bewaring gesteld. D'e kapelaan zou zich 30 Januari 1.1 al te vrijmoedig over het beleid van dr Goeb- bels hebben uitgelaten. Het gesol met de Bulgaren. De Times-correspondent in Berlijn meldt, dat de Bulgaarsche tolk DUnovski, die de moeder van Dimitroff steeds heeft bijgestaan, gisteravond op bevel der re- geering Berlijn heeft verlaten. De regeering heeft dit bevel gegeven, wegens propaganda door Dunovs- ki in de buitenlandsche Maden ge maakt, ten behoeve van de Bulgaren. Hij zou onware dingen hebben verteld, het geen DUnovski ontkent. De geheime politie heeft te kennen ge geven, dat als de propaganda niet ge staakt wordt, de familie der gevangenen, ook het land zal moeten verlaten. Volgens Dunovski is de toestand der Bulgaren sedert zij in Berlijn zijn, er veel slechter op geworden. Zij zijn van elkaar gescheiden, en zitten opgesloten in cellen gelegen in de kelderverdieping van het gebouw der geheime politie. Deze cellen zijn zoo donker, dat lezen bijna niet mo gelijk is, en na donker geheel onmogelijk, omdat er g'een verlichting in is. Korte Berichten. Bij de tusschentijdsche verkiezingen voor het Lagerhuis te Cambridge, werd de conservatieve candidaat herkozen. Zijn meerderheid 'bleek echter sterk geslonken. Nadat de vorige maand strenge koude op IJsland heeft geheerseht, is thans een ongewoon warme temperatuur ingetreden. De sneeuw op de heuvels is zoo1 snel gesmolten, dat verscheiden© ri vieren buiten haar oevers zijn getreden en overstroomingen hebben veroorzaakt., waardoor groote schade is aangericht. 1 Op grond van herhaalde incidenten heeft de staatspolitie te Dusseldorf in het belang van de openbare orde een veror dening uitgevaardigd, volgens welke het aan confessi-oneele jeugdorganisaties tot nader order verboden is, in gesloten gele deren in het openhaar op te treden. Nadat sinds Februari van 't vorige jaar de officiëele cijfers betreffende den arbeidstoestand in Engeland van maand tot maand gunstiger geworden waren, is de werkloosheid van 18 December tot 22 Januari weder met 164.989 toegenomen. De ingenieurs, die de plannen heb ben onderzocht voor den Gihraltartunnel, hebben, bevestigd, dat de uitvoering van dit reusachtige werk niet op ernstige

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 1