Onderwijs Gemengd Nieuws Openbare Verkoopingen en Verpachtingen DE HEER JAN80NIU8 UIT DE 8. D. A. P. dering op de rtAarwgoedlng niet toe te passen. waning, terwfll man juist bazig tni met het uitzenden van een omroepprogram ma. Reeds geruimen tijd was in deze om geving een geheime zender werkzaam, welke des Zondagsmorgens uitzond op korte golf van ongeveer 100 meter. Het programma bestand grootendeels uit gra- mofoonplaten en enkele gezangen liede ren. In een onderhoud met de „Leeuwarder Courant" heeft de heer J. G. Jansonius, burgemeester van Leeuwarderadeel, en lid van de Prov. Staten van Friesland, die, zooals gemeld, bedankte als lid van de SJD.A.P., en rijn mandaat ter beschik king van de partij stelde, de volgende redenen voor rijn bedanken aangegeven. „Er is", aldus de heer Jansonius, „in de partij een zeer nauw contact gekomen tusschen de politieke beweging en de vak beweging. En hoe groot voorstander ik ook ben van de vakbeweging, ik acht zoo'n nauw contact absoluut verkeerd. Dit mag geen beteekenis hebben in de dagen van hoogconjunctuur, maar in tij den van daling openbaren de bezwaren zich wel. Men weet, welk een geweldigen strijd het overal kost om de loonen van het Overheidspersoneel, door de financi eel? omstandigheden noodzakelijk gewor den, te verlagen. En nu deed zich bijna altijd het geval voor, dat de sociaal democraten in de vertegenwoordigende lichamen optraden als de pleitbezorgers van het personeel in Overheidsdienst. Voor de democratie en het parlementaire stelsel in het algemeen is dit funest. De bewijzen daarvoor zijn talrijk. Men denke b.v. aan Amsterdam, waar drie bekwame S.-D. Raadsleden wegens meeningsver- schil met de Federatie moesten bedan ken, en wat er gebeurd is met de Staten van Groningen en voorts aan de bekende Zaandamsche kwestie. Ik kan zooiets niet anders zien dan als een bevordering van het fascisme, waarvan ik als democraat een groot tegenstander ben. Het is na tuurlijk niet de bedoeling, maar door zulk optreden krijgt het fascisme een voedings bodem. Voorts meen ik, dat de partij niet dui delijk en onomwonden genoeg de muite rij op de „De Zeven Provinciën" heeft veroordeeld. Vele leden der S.D.A.P. heb ben weliswaar deze muiterij afgekeurd, maar de partij had toch stelling kunnen en moeten nemen in deze zaak. Ten opzichte van het hoofd van den Staat schiet men in de S.D.A.P. ook te kort, Vooral het negeeren van het Staats hoofd bij de opening der Staten-Generaal keur ik af. De partij spaart te veel de kool en de geit inzake het standpunt der legaliteit. Ik vind het verkeerd, dat men zich niet dadelijk en onomwonden en voor ieder mensch verstaanbaar heeft geplaatst op het standpunt der legaliteit. De verschillende regeeringsdaden en daden van gemeentebesturen gedaan in de ernstige tijdsomstandigheden worden veel te scherp gecritiseerd. Ook ik neem niet alle regeeringsdaden voor mijn reke ning, maar dat er in dezen tijd harde maatregelen noodig zijn, staat vast. Een zoo scherpe critiek heeft mijn sympathie niet. Dit zijn wel de voornaamste redenen, welke mij na veel inwendigen strijd tot uittreden noopten." De heer J. L. Rijkse te Goes is ge slaagd voor het practijkexamen in Boek houden, afgenomen door het Instituut voor Handelswetenschappen te Leiden. Wachtgelders bij 't Bijz. Onderwijs. Naar we vernemen is door den Minister van Onderwijs aan de 'bestu ren van alle gesubsidieerde bijzondere scholen een circulaire gericht, waarin hij in verband met de wet van 29 December 1933 tot wijziging van de L.O.-wet 1020 de aandacht vestigt op de veranderde 'be palingen ten aanzien van de verplichting tot herplaatsing van wachtgelders. Thans is de verplichting tot herplaat sing niet meer beperkt tot de wachtgel ders van de eigen school of van een an dere onder bestuur van deze instelling of vereeniging staande school, doch alge meen, imet dit voorbehoud, dat zij tegen over een bepaalde leerkracht vervalt, het zij wegens door 'het 'bestuur aan te duiden bezwaren, verband 'houdende met de rich ting van bet onderwijs, hetzij wegens an dere gewichtige redenen een en ander, wat de laatste twee gronden betreft, ter beoordeeling van den Minister. Teneinde zooveel mogelijk te voorko men, dat de geregelde gang van het on derwijs door de bezwaren aan het her plaatsen van wachtgelders verbonden, zal worden gestoord, heeft de Minister de volgende maatregel vastgesteld. Indien aan een bijzondere school een vacature onts'taat in 'bet onderwijzend personeel, welke inoet worden vervuld en waarin niet wordt voorzien hetzij door overplaatsing, hetzij door benoeming van een leerkracht, wier salaris reeds in aan merking komt voor rijksvergoeding, zal 'helt schoolbestuur 'hiervan onverwijld schriftelijk kennis geven aan het departe ment met mededeeling van de riohting van bet onderwijs der school (bijv. Roomsch Kath.,, Ned. Herv., Geref., Neu traal), alsmede van de eventueele eischen, waaraan de 'te benoemen leerkracht zal moeten voldoen en met verzoek een op gaaf te ontvangen van voor de school be noembare wachtgelders. Indien bij plotselinge ontstentenis van een leerkracht onmiddellijke plaatsver vanging noodig en een wachtgelder niet aanstonds beschikbaar is, kan in de tijde lijke waarneming door een niet-wacht- gelder worden voorzien, dooh aanvanke lijk voor niet langer dan 10 dagen. In dat geval kan voor deze eerste tien dagen der vervanging gerekend worden op een gun stige beschikking op het overeenkomstig het derde Jid van art. 97 der L.O.-wet 1680 in te Menden verzoek ota de vermin Inmiddels behoort echter te worden ge tracht een wachtgelder te krijgen, opdat, indien de afwezige leerkracht niet binnen die 10 dagen zijn werk in de school heeft hervat, overeenkomstig de bedoeling van den wetgever een wachtgelder de plaats van den afwezige kan bezetten. Is een wachtgelder benoemd, hetzij voor tijdelijk of vast, dan zal daarvan binnen 24 uur bericht moeten worden gezonden aan het Departement. Tevens verwacht de minister van de schoolbesturen onmiddellijk bericht wan neer de tijdelijke werkzaamheid van een wachtgelder ia geëindigd. Indien de schoolbesturen hieraan stipt de hand hou den, wordt volgens den minister bereikt, dat vanwege zijn departement op elk ge- wenscht oogenblik kan worden meege deeld, welke wachtgelder» voor tijdelijke hulp beschikbaar zijn. SLAAFSCHE ONDERWORPENHEID. De leider als God geëerd en gediend. Zeker is 't niet alles nacht en nevel in het nationaal-socialistische Duitschland, zoo als dart soms wordt voorgesteld, schrijft de r.-k. „Utrechtsche Courant". Er wordt echter wel van bovenaf in het Duitsche volk een loodlottige mentaliteit aangekweekt, een mentaliteit, waar mede wellicht het Duitsche karakter zich tijdelijk kan verzoenen, doch die voor an dere volken even onaanvaardbaar als on begrijpelijk wordt. Zoo verscheen in de gelijkgeschakelde „Deutsche Metallarbeiterszeitung" korte lings onder den titel „Der Führer hat recht" een artikel, waarin het heet: „Wanneer wij ons dezen zin eigen ma ken, dan eerst zijn wij het gelukkigste volk, dat door de heele wereld benijd wordt. Wij hebben de verantwoordelijk heid voor ons lot op 12 November in han den van onzen leider gelegd, ons lot in voor- en tegenspoed met dart van den lei der verbonden. Wat hebben wij nog meer te doen dan te zeggen: „De leider heeft gelijk in alles wat hij doet!"? Waarlijk, ons geloof en ons vertrouwen kan niet mooier tot uiting worden ge bracht, onze dankbaarheid jegens den leider kan niet welsprekender zijn, dan dat deze zin gemeengoed van het volk wordt. Blind vertrouwen in den leider, onvoorwaardelijke toewijding aan den leider: „Hij zorgt, dat het in orde komt, wij behoeven niet beangst te zijnl" aldus bidt een kind vol vertrouwen tot zijn God; zoo ook ziet een volk van zestig millioen menschen op tot zijn leider en weet het, dat zijn lot in goede handen ligt." Er ligt iets diep weerzinwekkends in de wijze, waarop hier hert feilbare inzicht van. een mensch zoo ongeveer wordt gelijk gesteld met de raadsbesluiten der God delijke Voorzienigheid. Wanneer wij even doordenken op de geestesgesteldheid, welke aan die woorden ten grondslag ligt, komen wij vanzelf tot een duidelijk begrip van het ernstige ge vaar, dat in een stelsel, van ten dusdanige mentaliteit doordrenkt, schuilt. Daarin is geen plaats voor denkbeelden, welke af wijken van die der machthebbers. Het heeft als noodzakelijk gevolg de vervlak king van het gansche maatschappelijk leven, omdat het tot hoogste ideaal heeft het volk in zijn daden en zijn denken slaaf en zonder zelfverantwoording te doen na volgen, wat het van boven af als alleen zaligmakend wordt voorgehouden en op gelegd. Het moge bepaalde bestaande misrtoe- srtanden uitroeien, het ontneemt den mensch het recht een persoonlijkheid te zijn, ook in het openbare leven. Slechts slavennaturen kunnen op den duur met een dergelijk stelsel genoegen nemen. De moeilijke reis van het s. s. „S t. P h i 1 i p s 1 a n d". Over de moeilijke reis van het s.s. „St. Phi- lipsland" dat op reis van Kopenhagen naar Grangemouth in de Noordzee door een orkaan werd overvallen en Zaterdag nacht door de sleepboot „Witte Zee" van L. Smit en Go.'s Internationale Sleep dienst den Nieuwen Waterweg is binnen gesleept, vernamen wij nog het volgende. Zaterdag 13 Januari om 6 uur is de „St. Philipsland" van Kopenhagen ver trokken. Zondagavond was men Skagen gepasseerd en met de stijive bries in den rug vorderde de reis naar Grangemouth snel. Maandagavond stak echter een storm op met een kracht van 7 tot 8 en men moest een drijfanker uitwerpen om het schip met den kop op de woelige golven te houden. Dinsdag klaarde het weer wat op maar des avonds nam de wind plotseling zoo in kracht toe dat gevoegelijk van een orkaan bon worden gesproken. Men heeft het schip toen met den achterkant op den wind gedraaid. Het stampte hevig op de meters hooge golven. Tegen middernacht voelde men plotseling een schok. Vermoe delijk is het schip toen op een onder wa ter drijvend voorwerp gestooten. De ma chine sloeg door en men constateerde dat de schroef was ofgebroken. Onmid- delijk is naar de reederij om assistentie geseind, waarop de „Witte Zee" is uit gevaren die het schip, dat gedurende 48 uur stuurloos op de Noordzee moest drij ven, Zaterdagmiddag bij kalmer weer be reikte. Geheime zender ontdekt. Zondagmorgen is te Voorst bij den radio- handelaar 8. een inval gedaan in diens Vooral dezen Zondagmorgen was het een varieerend programma, terwijl de ontvangst overal goed was. Juist had men een gramofoonplaat afgedraaid, toen ge sommeerd werd door twee marechaussees der brigade Zutphen, vergezeld van den gemeenteveldwachter ter plaatse en een ambtenaar der P. T. T. uit Den Haag, welke de peilingen verricht had, om open te doen. Een der aanwezigen zat nog voor het omroepapparaat, toen de politie reeds binnen was. Een complete zendinstallatie werd in beslag genomen en proces-verbaal opge maakt wegens het zonder vergunning uitzenden. De verdachte branden te Amsterdam en Haarlem. Gisteravond te ruim half zeven heeft de ontsnapte verzekeringsagent De Bakker, die sedert twee dagen door de politie werd gezocht, zich eigener beweging aan gemeld bij het bureau Overtoom te Am sterdam. Tot den Inspecteur van Dienst, den heer Gemmeke, zeide hij, niet naar het bureau Raampoort te zijn gegaan, waaruit hij is ontvlucht, doch naar het bureau Overtoom, omdat hij daar steeds goed is behandeld. De Bakker erkende Zondagmiddag een bezoek te hebben ge bracht aan het Persbureau Vaz Dias, waar hij een brief had afgegeven. Waar hij van Zaterdagochtend tot Maandagavond heeft vertoefd wenschte hij onder geen beding te zeggen. Dit waarschijnlijk om zijn vrienden niet in moeilijkheden te brengen. Hij hield vol, onschuldig te zijn aan de brandstichtin gen en hierbij op eenigerlei wijze betrok ken te srijn. Zooals wij reeds meldden zijn door de Haarlemsche Rechtbank, Brunner en Hin, resp. verdacht van uitlokking van brandstichting en brandstichting door de Haarlemsche Rechtbank In vrijheid gesteld. De Commissaris van de 10e Sectie van Amsterdam, de heer Pijper, had echter de aanhouding van Hin gevraagd in ver band met de vermoedelijke brandstich ting in perceel Anjelierstraat 40. Hin is na zijn ontslag uit het Htuis van Bewa ring te Amsterdam, overgebracht naar het bureau Raampoort waar hij in poli- tiebewaring werd gesteld. Een gevecht mot smok kelaars in de straten van M a>a s t r i o h t. In de buurt van de Markt te Maastricht wordt het den laat- sten tijd beslist gevaarlijk voor wande laars, in verband met de herhaaldelijk voorkomende vuurgevechten, die daar plaats hebben met smokkelaars. Zaterdagavond te half 10 ontstond wederom zoo'n vuurgevecht, in de Hoen derstraat nabij de Markt. Een gesignaleerde smokkelaarsauto, ko mende van de Belgische grens, en bela den met eenige duizenden K.G. suiker, werd onder vuur genomen en wel zooda nig, dat het voorste chassis geheel door leefd was met kogels. Tengevolge daarvan botste de auto te gen de poort op van een aldaar gelegen graanmagazijn en kwam zoo tot stilstand. De smokkelaar was evenwel gevlogen, zoodat alleen de auto kon worden in be slag genomen. Ruiten ingooien per auto. De politie te 's Gravenhage heeft aangehouden den 21-jarigen A. H., den 27-jarigen J. de V. en den 21-jarigen E. E., die in een auto de stad rondreden. Uit louter baldadigheid hebben zij onder- dehand gedurende een tweetal nachten ruiten van perceelen in de omgeving van het Statenkwartier en Duinoord met straatklinkers ingegooid. Hert baldadige drietal is in bewaring gesteld. De auto is in beslag genomen. Brand. Zondagmiddag omstreeks drie uur, is brand uitgebroken in den hooiberg van den landbouwer F. v. d. Stok te Vlist bij Haastrecht. De bewoners, die hun middagslaap deden, werden ge wekt, waarna onmiddellijk begonnen werd de op stal staande koeien in veilig heid te brengen, aangezien er groot ge vaar voor de woning bestond, temeer waar de hooiberg op slechts enkele me tera van het huis staat. De Vlistersche brandweer werd ge waarschuwd, die met een motorspuit ener giek het vuur aanpakte. De hooiberg, die half gevuld was, stond spoedig in lichte laaie, terwijl een aangrenzende schuur mede in vlammen opging. Na onderzoek is gebleken, dat zeer waarschijnlijk een kind van v. d. St. met lucifers gespeeld heeft en den berg in brand gestoken. Bij het lossnijden v&n de koeien heeft de eigenaar v. d. St. zich zoodanig aan het oog verwond doordat het mes uit schoot dat hij wellicht voor goed zijn rechteroog zal moeten missen. Stoomschip gezonken. Volgens een Lloyd's telegram is het Ne- derlandsche s.s. „Brian", van de Kon. Nederl. Stoomb. Mij. te Amsterdam, op de reis van Guayaquil naar Cristobal met 688 tons stukgoed, waarvan het meeren- deel vermoedelijk bestaat uit koffie en ivoorpalmnoten, Zondag in het Panama kanaal door onbekende oorzaak lek ge sprongen. Nadat men tevergeefs had ge tracht het schip aan den grond te zetten, is het gezonken. Er vallen geen znen- echenlevens te betreuren. Bruine sneeuw. In den naeht van den 15en op den 16en December viel te Montreal in Canada een eigenaardige bruine sneeuw. Geleerden van de Mac- Gill-universiteit zijn van meening, dat deze bruine kleur werd veroorzaakt door een of andere niet geïdentificeerde vulea- nische uitbarsting. Bij onderzoek bleek de sneeuw te be staan uit kwarts, veldspaath en mica in zeer kleine korreltjes, die volgens de ge leerden ongetwijfeld vulcaniscbe asch zijn. De onderzoekers kunnen echter de juiste bron niet aangeven. Men wijst er op, dat na de uitbarsting van de Kraka- tau in 1883 nog drie jaar stofdeeltjes, af komstig van de uitbarsting, door de lucht zweefden. Het is dus mogelijk, dat de asch, die te Montreal is gevallen, ver scheidene maanden oud is. Hoe sommige personen geld trachten te „verdie- n e n". Uit Amsterdam meldt men eenige treffende staaltjes hoe sommige personen door eigenaardige en bedenkelijke trucs geld trachten te „verdienen". Iemand wenschte zijn piano te verkoo- pen en plaatste daartoe een advertentie. Naar aanleiding daarvan verscheen iemand bij den verkooper en vroeg of hij het instrument eens mocht bespelen. Dit werd natuurlijk gaarne toegestaan. De gegadigde verklaarde zich uiterst tevre den over de piano, vroeg naar den prijs en verklaarde dat hij eigenlijk niet voor zich zelf doch voor een ander kwam. Hij zeide voorts, dat de prijs hem wel eenigs- zins te bescheiden voorkwam en vroeg of hij de piano ook eens van binnen mocht zien. Vanzelfsprekend vond de eigenaar zulks goed. De man bekeek de piano van binnen en zeide het instrument erg vuil te vinden. Of hij even den stofzuiger mocht hebben, dan zou hij de piano even schoon maken. Dit geschiedde; toen de evoluties met den stofzuiger waren be ëindigd, vroeg tot verbazing van den eigenaar de pseudo-gegadigde een zeker bedrag voor het schoonmaken van de pia no, er aan toevoegend dat de eigenaar dit wel kon leggen op den prijs, dien hij voor de piano vroeg. Bovendien zou, nu de piano van binnen was schoongemaakt, degene voor wien de man kwam, het in strument des te eerder koopen. Men be taalde tenslotte den man voor het schoon maken, doch de eigenlijke kooper moet nog komen. Het andere geval, dat zich eveneens in de hoofdstad afspeelde, was het vol gende: Onlangs verscheen bij een bewoonster in een der straten van plan-West een man, die zeide van de Gasfabriek te ko men. Hij droeg een pet, zooals de beamb ten van het gasbedrijf plegen te dragen. Hij zeide even de gasleiding te komen na zien en bekeek ook een gasstel. Hij ver klaarde dat dit niet in orde was. De be woonster verzekerde dat het stel uitste kend brandde. Dat kon wel, zeide de man, docht het gasstel was toch niet volgens de voorschriften; hij zou over enkele da gen wel even terugkomen. De bewoonster, eenigszins ongerust dat er wellicht toch iets niet in orde was, stelde de gasfabriek van een en ander op de hoogte. Iemand kwam van de gasfabriek, bekeek het stel en zeide, dat het wel degelijk in orde was. Voorts zeide deze beambte, dat er nie mand vanwege het gasbedrijf naar de be wuste bewoonster was gezonden. Intus- schen kwam de man, die beloofd had te zullen terug komen, inderdaad terug. Hij werd begrijpelijkerwijze door de bewoon ster niet erg vriendelijk ontvangen en toen kwam uit, dat de man een en ander maar had beweerd, omdat hij wilde trachten aan de bewoonster een nieuw gasstel te verknopen. Een en ander doet zien, hoe men moet oppassen voor personen die zich onder bedriegelijke voorwendsels bij het publiek vervoegen, om dit geld uit den zak te kloppen. AANKONDIGING VAN VERGADERIN GEN ENZ. TE GOES. Jan. 25 Filmavond Vereen. Alg. Wetensch. Belangen. 20 Chr. Winterlezing. 29 Ledenverg. Patrimonium. 29 Jaarverg. Aid. N.C.G.B. 30 Alg. verg. Bond van oud-leerlingen Land- en Tuinbouwcursussen. 31 Jaarverg. Chr. Kantoor- en Han delsbedienden. Febr. 1 Jaarverg. afd. Prot. Chr. B. v. Sp. en Tr.personeel. 9 Uitvoering „Hosanna", Schutters hof. 14 Generale repetitie Chr. Gemengd Koor. 15 Uitvoering Chr. Gemengd Koor. 16 Verg. Chr. Vrouwenbond. 22 Java Soemha-film der Geref. Kerken 27 Declamatie-avond vereen. Alg. We tensch. Belangen. Mrt. 2 Chr. WinteTlezing. Jan. 25 Middelburg, huizen en erven, v. d. Harst. 30 Oostkepelle, kaphout „Eikenoord", Blaupot ten Cate. 31 Lewedorp, woonhuis en inboedel, v. Dissel. Febr. 1 's Heer Hendrikskinderen, bouw land, v. Dissel. 1 Wemeldinge, Landbouwersinspan, Kram. 8 Boraeele, afbraak haven, P. de Wilde. 8 Waarde, afbraak haven, P. de Wilde. 5 Nisee, Hofstede, Verbiet. 0 Goes, 8 woonhuizen met tuinen en 0 perc. Bouwterrein, Jonkers. 7 Middelburg, Ter Hooge, hakhout, Blaupot. 14 's Gravenpolder, Woonhuis en Erf. v. Dissel. 15 Nisse, hofstede, Verbist. 15 Wemeldinge, Huis, Schuur, Boom gaarden, v. Dissel. 10 Geersdijk, Landbouwersinspan, Oele. 23 Wissekerke, boereninspan, Heijboer. 28 Middelburg, inspan „Araestein", Terpstra. Goes, Woonhuis en Schuur, v. Dissel. Maart. 2 Kortgene, Boereninspan, Heijboer. BRIEVEN OVER OPVOEDING. CX. Wat moet ik voor mijn dochter doen? Wel, zorgvolle vader en moeder, alles wat goed isl Dat moet ge doenl Ja, ja, natuurlijk! Heel graag zelfs. Maar mijn dochter wordt grooter en ik denk wel eens aan de tijd, dat ze voor zich zelf zal moeten zorgen. Aan de tijd, wanneer het ouderlijk huis er niet meer zal zijn voor haar. Wat kan ik daarvoor doen? Stellig, dat is een vraag, die in de te genwoordige tijd past. Vroeger klemde die vraag niet zoo erg. Toen was er minder reden voor. Toen alle lieve en goede en gezonde meisjes de kans kregen, in het huwelijk te treden, ontbrak de sprekende noodzakelijkheid voor die vraag. Maar nu de onwedersprekelijke statis tieken uitwijzen, dat er zoo vele honder den en duizenden nooit de kans zullen krijgen, hierboven genoemd, nu worden de zaken anders. Die vele honderden zul len straks op zich zelf zijn aangewezen. Ze zullen alleen door het leven moeten. En daarmee hebben te rekenen! O, zeker! Het is volkomen waar: verle gen te zitten met een man is in menig ge val erger dan zonder een man! Beter nog: het is zoo goed, zich aan onzen God over te geven en toe te ver trouwen: Hij weet alleen, wat het beste is. En aan Zijn hand geleid gaan we altijd veilig! Ook onze kinderen. Ook onze groo- tere meisjes, tot de vrouwelijke leeftijd gekomen. Daar wenschen we niets af te doen. Dat willen we als Gods rijkste ze gen voorop zetten zelfs. En nooit verge ten. Gods nabijheid en zegen alleen is het die werkelijk rijk en gelukkig maakt! Maar toch hebben we te rekenen met gevallen, als boven bedoeld. En met volle en diepe ernst te rekenen. En wat kunnen we dan voor onze groote dochters doen? Natuurlijk voeden onze moeders ze op tot goede huishoudsters. Of ze straks een huwelijk aangaan of niet; dat is in elk geval een zaak die zeker is: het huis be stieren en de huishoudelijke zorgen mo gen ze niet vreemd zijn. Want dat is nu eenmaal echt vrouwelijk: de inrichting en de verzorging van de gezinsbezigheden blijven haar allereerst en bovenal toever trouwd, volkomen terecht. Dat is naar haar aard niet alleen, het is ook haar lust en begeerte, een stukje van haar ideaal. Maar dat wil niet zeggen, dat ze daarin nu zou moeten opgaan! Dat we dan aan het eind zijn. Gelukkig niet! Vooral niet voor diegenen, die geen hu welijk aangaan. Daar zijn nog heel wat echt vrouwelijke bezigheden, waarin ze zich volkomen thuis en op haar gemak gevoelen kan. Waaraan ze zich geven kan met al de liefde van haar rijke hart. Waarin ze een heerlijke levensroeping zien mag en ook vinden kan. Ja, niet minder dan een Goddelijke roeping. Wat is God toch vrijs en goed en rijk, die het alzoo bestierd heeft! Ziet ge dat wel, vaders en moeders? Al is misschien aan uw eerste wensch niet voldaan! Een heerlijke roeping van Godswege kan er in gelegen zijn, als hulp in de huishouding tot een zegen gesteld te mo gen worden voor een gezin, dat onmoge lijk buiten die gewaardeerde hulp kan. 0, ze wordt wel eens te weinig gewaardeerd, helaas het is waarl Maar in vele gevallen toch hoogelijk en hartelijk gewaardeerd! In elk geval bij God geprezen! Al zou de menschelijke schatting te kort schieten. Laat ons er dan ook nooit laag op neer zien! „Wees een zegen", dat geldt ook hier. En dan het onvolprezen werk der zie kenverpleging! Onbetaalbaar gewoon! Een heerlijk voldoening gevende arbeid voor onze groote en volwassen meisjes. Lief debetoon van de hoogste soort, achttien- karaats-goudl Al wordt het niet altijd als zoodanig betaald. Heerlijk vrouwelijk werk, tot rijke zegen gesteld. Echt tot vol doening ook van velen. Vergeet niet het werk der 'opvoeding en tot onderwijs vooral aan de kleinere kin deren. In het gezin 1 In de kleuterschool! In de lagere klassen (inzonderheid) van onze grootere scholen! In de huishoud scholen! Ik erken het: ik noem nog niet eens al les! Maar ik wilde toch wijzen op zoo heerlijke gelegenheden, waarbij uw groo te dochters uitnemend een levensroeping kunnen vinden, passend bij haar aard en aanleg. En ik wees daarop, om ook uw oog wat af te wenden van die „posities", welke we beter aan den jongeling en den man kunnen overlaten. En ik meen, dat die beperking niet on-Christelijk is. OPVOEDER.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 6