Iteckdbuvcózcs IVÖROL GESTERILISEERDE ruwe: hu/d MML DUKOL A Z IJ N Financieële Berichten. Radio-Nieuws. Het Vrouwenhoekje De Nederlandsche Tandpasta Voor de jeugd. ALSEMTEUGEN poetst Uw tanden met De knecht verbleekte, trachtte lach nog ZIJN ER ZOO? Schrale Lippen Gesprongen Handen ning in de Kastanjestraat van f380 aan bankpapier, geborgen in een kastje. Een belangrijk bedrag aan zilvergeld was on aangeroerd gebleven. Noodlottige onvoor zichtigheid. Gisternacht wilde de 57-jarige stoker de K., in de machine kamer van de ververij der fa. Bierens te Dordrecht een drijfriem op een in bewe ging zijnd vliegwiel leggen. Men waar schuwde hem voor het gevaar, doch hij ging met zijn werk door. Plotseling werd hij door den drijfriem gegrepen en hoevel de machine onmid- delijk werd gestopt, bleek de dood reeds te zijn ingetreden. 's Mans borstkas was totaal ingedrukt. 5 pet. leening Amsterdam. Voor de emissie 5 pet. obligaties ge meente Amsterdam, waarvoor gisteren de inschrijving openstond, was groote be langstelling' waar te nemen. Naar men van emittenten verneemt, is voor een zoodanig bedrag ingeschreven, dat slechts een geringe toewijzing zal kunnen plaats vinden. Hervatting Duitsche transfer- besprekingen. Gisteravond zijn Nederlandsche onder handelaars o.a. van het Departement van Economische Zaken en van het Departe ment van Financiën naar Berlijn ver trokken ten einde heden nieuwe bespre kingen te openen met vertegenwoordigers van de Duitsche regeering met betrek king tot de jongste Duitsche maatregelen ten opzichte van de betalingsmogelijk heden. De Duitsche regeering heeft n.l. de Ne derlandsche regeering doen weten dit in antwoord op het Nederlandsche pro test tegen de genomen maatregelen dat zij het wel wenschelijk achtte één en ander nog eens aan een nadere be spreking te onderwerpen. Hierop zijn de Nederlandsche regeeringsvertegenwoordi- gers naar Berlijn vertrokken. Men ver wacht, dat de besprekingen ongeveer 14 dagen zullen duren. Stand van hedenmorgen 10 uur: Licht op voor fietsers* Zondag 4 u. 38 min. Maandag 4 u. 39 min. Programma van Maandag 15 Jan. HUIZEN 301.5 M. N.G.R.V. 8.15—9.30 Con veert. 10.3011 Morgendienst. 11 11.30 Lezen van Ghr. Lectuur. 11.30>12 Weberiana. 12.1512.30 Gramof.muz. 12.302 Orgel Jan Zwart. 22.35 Voor scholen. 2.352.45 Gramof.muz. 2.45 3.15 Wenken voor de keuken. 3.153.45 Knippen en siofyersisren. -<5 Bijbelle zing. 56.30 Conceit. 6.30sing. 56.30 G zing. 5—6.30 Concert. 6.3C—7 an 7.30— 8 Vragenuurtje. 5—-10 De Aiahemsche Orkostvereeniging. 9C.3Q april.ar dhr G. Smeenk. 10.30—11.30 Gamofplatencon- cert, HILVERSUM 1875 M. A.V.R.O. 8—10 Gramof.muz. 1010.15 Morgenwijding. 10.3011 Voorlezen door W. Hunsche. 1112 Orgelconcert. 1212.30 Lunch concert. 2.303 Causerie. 34 en 4.15 4.30 Gramof.muz. 4.305.30 Causerie. 5.307.30 Concert. 7.308 Causerie. 8 8.30 Z.E. Gen. L. J. Snijders. 8.3011 Concert. 1010.45 Radio-tooneel. 11.101 12 Concert. Eet Nederlandsch fruit. Met instemming lazen we eenigen tijd geleden een artikeltje in het „Alg. Han delsblad", waarin door mevrouw Kap- pijne van de Coppello-Wijgers een beroep op de Nederlandsche Huisvrouwen wordt gedaan om voorkeur te geven aan Ne derlandsch fruit. Ze herinnert aan de woorden, die H. M. de Koningin den 9en September tot de duizenden daar aanwezige Nederlan ders richtte: „De nationale gedachte bindt ons allen samen". Dat geldt echter niet alleen, schrijft zij, ten opzichte van geestelijke stroomingen, die de staatsorde dreigen te verstoren, maar ook op ma terieel gebied. Wij' moeten 'ons, heeft onze Koningin gezegd, aanpassen aan de ge wijzigde omstandigheden. Welnu, die eischen de bescherming van onze eigen producten tegen die uit den vreemde. H)oe staat het nu bijvoorbeeld met de vraag naar onze eigen appels? Meer dan bedroevend I En dan vertelt de inzendster, dat een teler, wiens vrouw in haar dorp een fruitwinkel drijft, haar meedeelde, dat verleden winter haar klanten 20 cent voor een pond eerste qualiteit goudrei- netten te duur vonden, maar diezelfde vrouwen betaalden voor een pond Ameri- kaansche appels grif 35 cent! In den tijd van de Louise bonne d'A- vranche stonden op één dag te Utrecht op de veiling twee wagons van die peren, uit Duitschland ingevoerd. Is het wonder dat onze kweekers dan wanhopig wor den? En wat later lagen er 132.000 K.G. appels uit Amerika in de Rotterdamsche haven. Als onze boeren en kweekers het kostelijk fruit eens aan het vee moesten voeren, dan zouden we ach en wee roepen en dat schande vinden. Maar dan is dat onze schuld, omdat wij niet gedaan hebben, wat onze plicht is, in de tegenwoordige omstandigheden nog meer dan anders: de voorkeur geven aan Nederlandsche vruchten. Natuurlijk moeten onze Nederlandsche kweekers dan zorgen voor goede kwali teit, sorteering en verpakking en rede lijke prijzen. Dat is hun plicht. Enkele recepten. Schapenvleesch met to maten (4 personen). Benoodigd: 6 ons mager schapenvleesch (tot poulet gesne den), 60 gr. boter, 2 gr. aardappelen, 4 eetlepels dikke tomatenpuree, wat peper en zout, 2 theelepels Maggi-aroma, een eetlepel azijn. Ingezonden Mededeeling. Bereiding: Snipper 0.3 uien, laat <e in i'oslaten pen gaar saso?8£. Doe er het gewasschen vletseb bij, de azijn, peper en tout. Laat alles zachtjes een half uur smoren, Voeg er nu de to maten bij, de in vieren gesneden aardap pelen en zooveel water ais noodig is voor de saus. Laat alles samen nog een goed half uur stoven. Roer er tenslotte de Maggi- aroma door. Kaassandwiches. 12 zéér dun ne sneetjes casino-brood, 100 gr. (1 ons) Edammer of Goudsche kaas, eenige druppels Maggi's Aroma, ongeveer 50 gr. (0,5 ons) boter. Bedek 6 sneetjes brood met een daar op passend plakje kaas (niet te dun), druppel er iets Aroma over, leg er de an dere sneetjes op, snijd rondom de korst weg en verdeel elk dubbel sneetje in twee gelijke stukjes. Bak die in de koekepan met de heete boter aan weerskanten goudbruin. Gebraden appelen. 6 mooie goudreinetten, 50 gram boter, 50 gram sunmaid rozijnen, 30 gram suiker, fijne kaneel, 1 eetlepel jam. We wasschen de goudreinetten, maar schillen ze niet, en steken er met de ap pelboor de klokhuizen uit, de opening vullen we op mei sunmaid rozijnen, strooien er suiker en kaneel op en een beetje jam, boven op elke appel leggen wij een klontje boter. In een vuurvast schoteltje doen we een theekopje water en plaatsen hierin de appelen, waarna het schoteltje ongeveer 20 minuten in den oven geplaatst wordt. Eenige wenken. Dassen, die men wil opstrijken, ver liezen bij deze bewerking dikwijls hun goeden vorm. Als men twee stukjes car ton in denzelfden vorm als de slippen van de das uitsnijdt, en deze stukjes in de das schuift, dan zal deze na het uit strijken er als nieuw uitzien. Van oude lakens maakt men stof-, poets- of wrijfdoeken; ook knipt men ze in nette, vierkante lapjes, haakt daar kantjes omheen en bestemt die lap jes dan als zakdoeken. Ze kunnen ook dienst bewijzen als ver- bandwindsels. Voor dat doel scheurt men de goede, bruikbare stukken in 10 12 centimeter breede reepen; deze rolt men netjes en stevig op en bergt ze stofvrij weg. Gevlekt tapijt. Men gebruike hiervoor eens het nieuwe universeel mid del Innova, een vloeibaar preparaat, dat uitsluitend bij tapijtwinkeliers verkrijg baar is. Ingezonden Mededeeling. Beste Nichtjes en Neefjesl Jullie hebt zeker de vorige week wel even moeten zoeken voor je ons hoekje gevonden had. We zijn nu weer in de gewone krant terecht gekomen en dat is nu wel niet zoo erg, maar het spijt me toch wel een beetje. Maar al hebben we nu niet meer zoo'n mooi plaatsje, daarom kan de in houd toch nog wel dezelfde blijven. En nu nog iets over de verrassing die ik jullie verleden week beloofd heb. Eigenlijk was het een beetje voorbarig van me, want ik wist niet eens of het wel gelukken zou, maar het is toch voor elkaar gekomen. Het zijn nu weer de laatste prijsraad sels, de volgende week worden er prijsjes gegeven en nu ontving ik van de „Shell" enkele bouwplaten. Uüt is praciiv.ge /Liut nog mooier dan dij wi het vorige jaar gekregen hebben. D;:.ze plaat brengt n.l. in beeld het vliegveld ia Schiphol. Wc hebben daar den laatsten tijd zoo veel van gehoord, dat ik denk dat ieder een Schiphol wel graag thuis wil hebben. Er ia een flink3 plattegrond bij en daarop komen dan de loods, een SheÜ- pomp en enkele vliegtuigen. Als jullie er nu maar voor zorgt, dat ik de briefjes zoo spoedig mogelijk ont vang, dan kunnen de prijswinnaars de volgende week nog bekend gemaakt wor den. Maandag ontdekte ik dat er nog een briefje was van ons oud-nichtje „Klap- ïoos". Ze zal het wel vreemd gevonden hebben, dat er Zaterdag niets voor haar instond. Maar ik had het heusch niet eer der gezien. Hartelijk dank voor de goede wenschen, wederkeerig wensch ik haar ook het beste toe. Hier volgen de prijsraadsels. I. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 54 letters. 27. 2. 42. 40 is een automerk. Met een 7. 31. 8. 50 komt men vlug vooruit. Met een 51. 2. 8. 26. 42 fiets kun je lee- lijk 14. 15. 23. 6. 44. 10. Een 46. 38. 18. 23. 42. 28. 17. 47. 42 mag niet op den autoweg komen. 52. 37. 19. 5. 11. 29 en 17. 3. 25 rijden naast de motor. De prijzen zij!n om te 12. 43. 24. 21. 54 en te 1. 26. 31. 4. 41. 35. Met een bouwplaat is ieder 1. 33. 53. De vliegtuigen gebruiken op hun toch ten 36. 9. 45. 30. 38. 16 van de 13. 20. 39. 48. 32. II. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 25 letters. Wie 10. 7. 13. 4. 24. 23. 13. 9 heeft een feestdag. Een 17. 12. 16. 6. 2. 16 is een fijne lekkernij. Een 21. 18. 5. 1. 14. 22 is een hond. Een 8. 25. 15. 5. 22 is aan een vork. Met een 25. 11, 19. 20 kun je iets vast binden. Een 8. 9. 3. 13 staat hoog boven de aarde. Hartelijke groeten van TANTE DOLLIE. WIE WAS DE DADER? I. Achter het huis van de Tensens ligt een groote tuin. Een mooie tuin kan het niet genoemd worden. Vader en Moeder hebben hem zoo gehouden dat de kinde ren er naar hartelust kunnen spelen en de jongens, Arend en Tom, zouden hem dan ook voor geen geld ter wereld willen missen. In 't midden was het grasveld, waar je zoo heerlijk kon ravotten en waar dan ook al menige vechtpartij geleverd was. Vader deed ook wel eens mee en dan hadden de jongens handen vol werk om hem „neer te leggen", zooals zij dat noemden. Vooraan, het dichtst bij de huiskamer, was het strand. Het „strand" tenminste in de fantasie van de kinderen; in werkelijkheid was het niets anders dan een flinke zandbak, waar Ina en Roeli een groot deel van de zomerdagen doorbrachten met hun schepjes en ander speelgoed. Verder naar achteren was een breede strook begroeid met struiken en heesters van allerlei soort en eindelijk heelemaal achteraan stonden nog een paar oude boomen. In de andere hoek was het rots tuintje van Arend; allerlei wilde bloem- plantjes, die hij in de bosschen vond, kregen daar een plaatsje, het mos en de vetplantjes tierden welig tusschen de steenen en in het midden, waar een kuil uitgegraven was, stonden al een paar hyacinten met hun gele trompetjes boven op de stengels van de Lente te vertellen. Aan deze kant was een rand voor bloe men gehouden; alle mogelijke soorten kon je er vinden en soms stonden ze wel wat erg schots en scheef door elkaar. Voor de schutting, heelemaal achterin, had verleden jaar een rij zonnjb.önjen geprijkt, de een nog grooter en geler dan de ander. Achter de schutting was cok nog iets wat de jongenj zoo'n beetje als hun eigendom beschouwden, namelijk het bosch en de beek. Menschen kw-tmen er niet veel, het was maar een klein stukje en er liep alleen een paadje door om in de tuinen van de beide huizen te komen die daar stonden Nee, dat plekje zouden ze niet graag missen, stel je voor dat ze 's zomers, als het zoo warm was, geen beekje meer had den om pootje te baden. De deur in de schutting had van bin nen en aan den buitenkant een grendel; wie er uit ging moest de grendel aan den buitenkant er op doen en wie er inkwam aan den binnenkant. Gebeurde het dat een van de kinderen thuiskwam en do binnengrendel zat er op, wel een stapje op een richel en ze konden er bij. Vader alleen deed het op een andore manier, hij stak zoo maar een van z'n lange armen over de schutting en de deur ging vanzelf open. Hè, als de jongens dat ook eens kon den. Veel boterhammen eten, zei Moeder altijd, wat eigenlijk 'overbodig was, want het gebeurde maar een heel enkel keer tje, dat de boterhammenvoorraad niet flink aangesproken werd. Wie er niet bij konden waren Ina en Roeli. En dat was ook juist de bedoeling. Moeder moest er niet aan denken dat ze zouden ontsnappen en in de beek terecht komen. Gewoonlijk was er slechts heel weinig water in, maar je kon toch nooit weten, een ongeluk was gauw gebeurd. In een van de huizen aan de achter zijde, dat midden in een wèl mooi aan gelegde en goed onderhouden tuin stond, woonde Jan. En Jan was de vriend van heel de familie. Als ventje van drie jaar speelde hij al met de buurjongetjes op het „strand" en sindsdien was het altijd zoo gebleven; er ging geen dag voorbij dat Jan niet bij de Tensens gezien werd. De kinderen beweerden wel eens dat Moeder Jan voortrok. Moeder had er maar eens om gelachen en Jan een knip oogje gegeven. „Niets van waar hoor; als Jan ondeugend is, krijgt hij ook straf, net zoo goed als jullie." Onder het spelen had Moeder vaak naar Jan gekeken. Al woonde ft# nu in een deftig huis en droeg hij veel mooiere kleeren dan haar jongens, die wat vaak met een verstelde broek liepen, toch miste hij veel. Want toen Jan nog maar een paar weken oud was, gebeurde er iets heel droevigs. Jans Moeder stierf en zijn Vader, Dr Hagen, die alleen met zijn zoontje achterbleef, had niet zoo heel veel tijd om zich met het kleine kereltje, dat geen andere broertjes of zusjes had, bezig te houden. Op zekeren dag was het gebeurd hoe hij de deur opengekregen had was een raadsel gebleven dat een klein ventje, de bloote voetjes in sandaaltjes gestoken, gekleed in een vuurrood pakje, heel par mantig de tuin kwam binnenstappen Arend en Ina, juist in een kibbelpartij, bleven met wijd open monden zitten Zoo'n vreemd jongetje, wat kwam die hier doen? Het vreemde jongetje trok zich niets van de verbaasde gezichten aan. «Voor den zandbak bleef hij staan; „ikke ben Jan, en ikke kom hier spelen," zei hij en meteen stapte hij over den rand en ging midden in den zandbak zitten en toen Moeder even later eens kwam kijken, waren er drie, inplaats van twee kleuters aan het spelen. Van dien dag af was de vriendschap gesloten. Met z'n drieën waren ze voor het eerst naar school gegaan en daar ook altijd bij elkaar gebleven. De dokter vond het heerlijk, dat Jan zoo'n prettig thuis had, waar hij altijd moebt komen; een enkele keer kwam hij zelf ook wel eens een praatje maken en werd dan getroffen door den prettigen, opgewekten toon, die er heerschte. Het gebeurde ook wel eens dat de jon gens bij Jan mochten spelen; ze vonden het dan wel fijn, maar het spelen ging er nooit zoo goed en meestal liep het op ruzie uit. (Wordt vervolgd.! 31.) o Toch was dit voldoende om Jannes van alle schuld vrij te pleiten. Immers deze was thuis geweest toen Horsma kwam en ook nog toen deze vertrokken was. Mis dadig opzet van dien kant was dus onmo gelijk. Wat hij niet vertelde, was hetgeen hij zelf had waargenomen. Bij zijn val was hij niet dadelijk bewusteloos geweest. Hij had nog gezien, hoe iemand vlug "het touw, waar hij tegen gebotst was, had doorgesneden. En toen die persoon zich nog over hem heen- boog had hij hem aan de stem herkend. Hij kon zich niet vergissen, 't was Willem ge weest, die gemompeld had: „Nou, dat is goed aangekomen. Dirk kan tevreden zijn." Denkelijk verkeerde de knecht in den waan, dat het slachtoffer er toch niets meer van merkte. En deze was er vandoor gegaan, toen meester zich even bewogen had. Hors- ma was vast besloten, dit als een diep geheim te bewaren. Wel had even een moeilijkheid gedreigd. De burgemeester was daags daarna ge komen om de bizonderheden te vernemen, om zoodoende de laffe daders op te sporen, en die hun gerechte straf te laten onder gaan. Hij had gevraagd of meester ook ver moedens had, maar beleefd doch dringend had hij1 verzocht of hij die niet behoefde uit te spreken, aangezien hij absoluut geen ge rechtelijke vervolging wilde. De burgemeester keek vreemd op, maar zegde toe, de zaak blauw blauw te zullen laten. Temeer toen hij vernam, dat Horsma overtuigd was, dat als zijn vermoedens waarheid waren, de daders in een ©ogen blik van onbezonnenheid gehandeld had den, en bij nadenken zelfs spijt zouden heb ben. Even nog had de burgemeester gezin speeld op de woorden door meester zelf gebezigd, al was hij toen niet geheel toere kenbaar. Horsma bleef bij zijn eenmaal in genomen standpunt. Zoo kwam het dat de politie én Dirk én Willem ongemoeid liet. En de schurken? Ze lachten wat in hun vuistje, want ze meenden dat niemand hun in staat van beschuldiging kon stellen Meester Hbrsma zat nu den gang van zaken nog eens te overdenken, toen er plot seling op de deur van zijn kamer geklopt werd. Hé, wie zou daar zijn? Zijn patroon? Neen, dat kon niet, de school was nog niet uit. Nu, 't deed er ook niet toe. Hij was blij, dat er een prater kwam. „Binnen", riep Horsma. De deur ging open,' enhij kon zijn oo'gen niet geloovendaar had je waar lijk Willem, de knecht van boer Jansen. Even gleed er een trek van misnoegen over zijn gelaat. Ook maar een oogenblik. Hij had immers vergeven? Nu mocht hij toch geen haat meer koesteren? Hij stond op reikte Willem gul de hand en noodigde hem te gaan zitten, en zei: „Kom Willem, dat is goed, dat je mij eens komt opzoeken." „Och ja," kwam 't op een vrij brutalen toon; „Complement van de boer en Dirk, en ik most es vragen hoe of 't met de meester was." „Jonge, wat een belangstelling, nu je ziet 't gaat best", meteen vestigde meester zijn oogen doordringend op zijn bezoeker. Deze ontweek dien blik, sloeg schuw de oogen neer, terwijl een licht rood zijn gelaat overtoog. „Dit deugt niet", dac'ht Horsma, maar liet niets merken. Hij presenteerde zijn gast een sigaar, die spoedig zat te dampen, daarbij overvloedig prijzende de deugd van meesters sigaren. Zel den rookte hij een sigaar en zoo'n beste had hij nog maar weinig gehad. Horsma glimlachte, maar antwoordde niet op dit gesnap. Wel was het hem duidelijk, dat er bij Willem weinig berouw was te con- stateeren over 't kwaad door hem bedreven. Dan zou hij 'hier niet durven zitten. Wat was er nu toch met zulke menschen aan te vangen. Daar begon de vent weer: „Ze moesten zulke lage kerels, als die meester in 't bosch zoo te pakken gehad hebben, toch es goed straffen. Die veldwachters zijn toch maar geen knip voor den neus waard. Meester weet zeker ook nog niets?" „Jawel," was 't antwoord. „Ik weet er alles van." Verschrikt keek Willem op, ontmoette op nieuw dien scherpen blik, sloeg al weer de oogen neer, hakkelend kwam 't er uit: „Wie wie is de dader?" „Jij, Willem", riep meester met verheffing van stem. goed te houden en zei„Wie durft dat te zeggen? Dan zal ik hem aanklagen bij de justitie, wegens laster." „Ik durf dat. En ga nu maar naar de politie als je durft, 't Zal je bitter slecht be komen". Hij was nu weer kalm en zichzelf geheel meester. Bedaard vervolgde hij: „Luister nu eens goed en zoodra ik een woord onwaarheid spreek, kun je me in de rede vallen. Na mijn val heb jij, het touw doorgesneden, je bent zelfs nog bij me geweest, denkende, dat ik al buiten westen was, woordelijk zei je toen deze woorden„Nou, dat is goed aangekomen. Dirk kan tevreden zijn." Toen ik even een be weging maakte 'ben je er snel vandoor ge gaan, zeker in de 'hoop dat ik je niet zou her kennen. Je plannetje om Jannes om te koo- pen is mislukt en daarom knapte je 't alleen op. Natuurlijk weet ik heel goed, dat je onder invloed van Dirk gehandeld hebt. De aanleg ger van heel de zaak is Dirk." 't Was of Willem door den 'grond zonk, toen 'hij vernam dat meester Horsma hem zoo goed doorzag. Hij wist niet, wat hij zeggen zou. „En", zoo begon meester weer, „zeg nu maar eens of 't niet zoo is." „Meester, spaar mij terwille van mijn ouders," riep Willem eensklaps uit. „Je behoeft je dienaangaande heelemaal niet bezorgd te maken. Wraaknemen mag ik niet en zal ik niet. Trouwens, als ik da't ge wild had, waren jullie al met de justitie in aanraking geweest. Maar zeg nu eens, wat heb je eigenlijk op mij tegen?" In „De School met den Bijbel" teekent Stemerding den schoolmeester, die door zijn velerlei besognes, over dag lichamelijk en bijwijlen ook met zijn geest in de school is en die de avonden wijdt aan het algemeen be lang. „Voor zijn vrouw was hij niet veel meer dan een com mensaal en voor zijn kinde ren weinig anders dan de man, die het brood voor hen verdiende en ze eens driftig afstrafte, als moeder het niet alleen afkon. Je hebt menschen, die zoo veel tijd verijveren aan de kerk, dat het priesterschap in huis er angstwekkend onder lijdt. Ook zijn er, die zich met zulk een naarstigheid wijden aan de belangen van staat en maatschappij, dat het huisgezin, 'twelk toch de cel is van de gemeenschap, er schandelijk door wordt ver onachtzaamd. Zij ijveren voor een hemel op aarde en maken een hel van hun huis." Zijn er zoo? Ja, zoo zijn er. Maar niet alleen bij de onderwijzers.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1934 | | pagina 6