Iteckdbuvcózcs
IVÖROL
GESTERILISEERDE
ruwe:
hu/d
MML
DUKOL
A Z IJ N
Financieële Berichten.
Radio-Nieuws.
Het Vrouwenhoekje
De Nederlandsche Tandpasta
Voor de jeugd.
ALSEMTEUGEN
poetst Uw tanden met
De knecht verbleekte, trachtte lach nog
ZIJN ER ZOO?
Schrale Lippen
Gesprongen Handen
ning in de Kastanjestraat van f380 aan
bankpapier, geborgen in een kastje. Een
belangrijk bedrag aan zilvergeld was on
aangeroerd gebleven.
Noodlottige onvoor
zichtigheid. Gisternacht wilde de
57-jarige stoker de K., in de machine
kamer van de ververij der fa. Bierens te
Dordrecht een drijfriem op een in bewe
ging zijnd vliegwiel leggen. Men waar
schuwde hem voor het gevaar, doch hij
ging met zijn werk door.
Plotseling werd hij door den drijfriem
gegrepen en hoevel de machine onmid-
delijk werd gestopt, bleek de dood reeds
te zijn ingetreden.
's Mans borstkas was totaal ingedrukt.
5 pet. leening Amsterdam.
Voor de emissie 5 pet. obligaties ge
meente Amsterdam, waarvoor gisteren de
inschrijving openstond, was groote be
langstelling' waar te nemen.
Naar men van emittenten verneemt, is
voor een zoodanig bedrag ingeschreven,
dat slechts een geringe toewijzing zal
kunnen plaats vinden.
Hervatting Duitsche transfer-
besprekingen.
Gisteravond zijn Nederlandsche onder
handelaars o.a. van het Departement van
Economische Zaken en van het Departe
ment van Financiën naar Berlijn ver
trokken ten einde heden nieuwe bespre
kingen te openen met vertegenwoordigers
van de Duitsche regeering met betrek
king tot de jongste Duitsche maatregelen
ten opzichte van de betalingsmogelijk
heden.
De Duitsche regeering heeft n.l. de Ne
derlandsche regeering doen weten dit
in antwoord op het Nederlandsche pro
test tegen de genomen maatregelen
dat zij het wel wenschelijk achtte één
en ander nog eens aan een nadere be
spreking te onderwerpen. Hierop zijn de
Nederlandsche regeeringsvertegenwoordi-
gers naar Berlijn vertrokken. Men ver
wacht, dat de besprekingen ongeveer 14
dagen zullen duren.
Stand van hedenmorgen 10 uur:
Licht op voor fietsers*
Zondag 4 u. 38 min.
Maandag 4 u. 39 min.
Programma van Maandag 15 Jan.
HUIZEN 301.5 M. N.G.R.V. 8.15—9.30
Con veert. 10.3011 Morgendienst. 11
11.30 Lezen van Ghr. Lectuur. 11.30>12
Weberiana. 12.1512.30 Gramof.muz.
12.302 Orgel Jan Zwart. 22.35 Voor
scholen. 2.352.45 Gramof.muz. 2.45
3.15 Wenken voor de keuken. 3.153.45
Knippen en siofyersisren. -<5 Bijbelle
zing. 56.30 Conceit. 6.30sing. 56.30 G
zing. 5—6.30 Concert. 6.3C—7 an 7.30—
8 Vragenuurtje. 5—-10 De Aiahemsche
Orkostvereeniging. 9C.3Q april.ar dhr G.
Smeenk. 10.30—11.30 Gamofplatencon-
cert,
HILVERSUM 1875 M. A.V.R.O. 8—10
Gramof.muz. 1010.15 Morgenwijding.
10.3011 Voorlezen door W. Hunsche.
1112 Orgelconcert. 1212.30 Lunch
concert. 2.303 Causerie. 34 en 4.15
4.30 Gramof.muz. 4.305.30 Causerie.
5.307.30 Concert. 7.308 Causerie. 8
8.30 Z.E. Gen. L. J. Snijders. 8.3011
Concert. 1010.45 Radio-tooneel. 11.101
12 Concert.
Eet Nederlandsch fruit.
Met instemming lazen we eenigen tijd
geleden een artikeltje in het „Alg. Han
delsblad", waarin door mevrouw Kap-
pijne van de Coppello-Wijgers een beroep
op de Nederlandsche Huisvrouwen wordt
gedaan om voorkeur te geven aan Ne
derlandsch fruit.
Ze herinnert aan de woorden, die H.
M. de Koningin den 9en September tot
de duizenden daar aanwezige Nederlan
ders richtte: „De nationale gedachte
bindt ons allen samen". Dat geldt echter
niet alleen, schrijft zij, ten opzichte van
geestelijke stroomingen, die de staatsorde
dreigen te verstoren, maar ook op ma
terieel gebied. Wij' moeten 'ons, heeft onze
Koningin gezegd, aanpassen aan de ge
wijzigde omstandigheden. Welnu, die
eischen de bescherming van onze eigen
producten tegen die uit den vreemde.
H)oe staat het nu bijvoorbeeld met de
vraag naar onze eigen appels? Meer dan
bedroevend I
En dan vertelt de inzendster, dat een
teler, wiens vrouw in haar dorp een
fruitwinkel drijft, haar meedeelde, dat
verleden winter haar klanten 20 cent
voor een pond eerste qualiteit goudrei-
netten te duur vonden, maar diezelfde
vrouwen betaalden voor een pond Ameri-
kaansche appels grif 35 cent!
In den tijd van de Louise bonne d'A-
vranche stonden op één dag te Utrecht op
de veiling twee wagons van die peren, uit
Duitschland ingevoerd. Is het wonder
dat onze kweekers dan wanhopig wor
den? En wat later lagen er 132.000 K.G.
appels uit Amerika in de Rotterdamsche
haven.
Als onze boeren en kweekers het
kostelijk fruit eens aan het vee moesten
voeren, dan zouden we ach en wee roepen
en dat schande vinden.
Maar dan is dat onze schuld, omdat wij
niet gedaan hebben, wat onze plicht is, in
de tegenwoordige omstandigheden nog
meer dan anders: de voorkeur geven aan
Nederlandsche vruchten.
Natuurlijk moeten onze Nederlandsche
kweekers dan zorgen voor goede kwali
teit, sorteering en verpakking en rede
lijke prijzen. Dat is hun plicht.
Enkele recepten.
Schapenvleesch met to
maten (4 personen). Benoodigd: 6 ons
mager schapenvleesch (tot poulet gesne
den), 60 gr. boter, 2 gr. aardappelen, 4
eetlepels dikke tomatenpuree, wat peper
en zout, 2 theelepels Maggi-aroma, een
eetlepel azijn.
Ingezonden Mededeeling.
Bereiding: Snipper 0.3 uien, laat <e in
i'oslaten pen gaar saso?8£.
Doe er het gewasschen vletseb bij, de
azijn, peper en tout. Laat alles zachtjes
een half uur smoren, Voeg er nu de to
maten bij, de in vieren gesneden aardap
pelen en zooveel water ais noodig is voor
de saus.
Laat alles samen nog een goed half
uur stoven. Roer er tenslotte de Maggi-
aroma door.
Kaassandwiches. 12 zéér dun
ne sneetjes casino-brood, 100 gr. (1 ons)
Edammer of Goudsche kaas, eenige
druppels Maggi's Aroma, ongeveer 50 gr.
(0,5 ons) boter.
Bedek 6 sneetjes brood met een daar
op passend plakje kaas (niet te dun),
druppel er iets Aroma over, leg er de an
dere sneetjes op, snijd rondom de korst
weg en verdeel elk dubbel sneetje in twee
gelijke stukjes. Bak die in de koekepan
met de heete boter aan weerskanten
goudbruin.
Gebraden appelen. 6 mooie
goudreinetten, 50 gram boter, 50 gram
sunmaid rozijnen, 30 gram suiker, fijne
kaneel, 1 eetlepel jam.
We wasschen de goudreinetten, maar
schillen ze niet, en steken er met de ap
pelboor de klokhuizen uit, de opening
vullen we op mei sunmaid rozijnen,
strooien er suiker en kaneel op en een
beetje jam, boven op elke appel leggen
wij een klontje boter. In een vuurvast
schoteltje doen we een theekopje water
en plaatsen hierin de appelen, waarna
het schoteltje ongeveer 20 minuten in den
oven geplaatst wordt.
Eenige wenken.
Dassen, die men wil opstrijken, ver
liezen bij deze bewerking dikwijls hun
goeden vorm. Als men twee stukjes car
ton in denzelfden vorm als de slippen
van de das uitsnijdt, en deze stukjes in
de das schuift, dan zal deze na het uit
strijken er als nieuw uitzien.
Van oude lakens maakt men
stof-, poets- of wrijfdoeken; ook knipt
men ze in nette, vierkante lapjes, haakt
daar kantjes omheen en bestemt die lap
jes dan als zakdoeken.
Ze kunnen ook dienst bewijzen als ver-
bandwindsels. Voor dat doel scheurt men
de goede, bruikbare stukken in 10 12
centimeter breede reepen; deze rolt men
netjes en stevig op en bergt ze stofvrij
weg.
Gevlekt tapijt. Men gebruike
hiervoor eens het nieuwe universeel mid
del Innova, een vloeibaar preparaat, dat
uitsluitend bij tapijtwinkeliers verkrijg
baar is.
Ingezonden Mededeeling.
Beste Nichtjes en Neefjesl
Jullie hebt zeker de vorige week wel
even moeten zoeken voor je ons hoekje
gevonden had.
We zijn nu weer in de gewone krant
terecht gekomen en dat is nu wel niet zoo
erg, maar het spijt me toch wel een
beetje.
Maar al hebben we nu niet meer
zoo'n mooi plaatsje, daarom kan de in
houd toch nog wel dezelfde blijven.
En nu nog iets over de verrassing die
ik jullie verleden week beloofd heb.
Eigenlijk was het een beetje voorbarig
van me, want ik wist niet eens of het wel
gelukken zou, maar het is toch voor
elkaar gekomen.
Het zijn nu weer de laatste prijsraad
sels, de volgende week worden er prijsjes
gegeven en nu ontving ik van de „Shell"
enkele bouwplaten.
Uüt is praciiv.ge /Liut nog mooier
dan dij wi het vorige jaar gekregen
hebben.
D;:.ze plaat brengt n.l. in beeld het
vliegveld ia Schiphol.
Wc hebben daar den laatsten tijd zoo
veel van gehoord, dat ik denk dat ieder
een Schiphol wel graag thuis wil hebben.
Er ia een flink3 plattegrond bij en
daarop komen dan de loods, een SheÜ-
pomp en enkele vliegtuigen.
Als jullie er nu maar voor zorgt, dat
ik de briefjes zoo spoedig mogelijk ont
vang, dan kunnen de prijswinnaars de
volgende week nog bekend gemaakt wor
den.
Maandag ontdekte ik dat er nog een
briefje was van ons oud-nichtje „Klap-
ïoos". Ze zal het wel vreemd gevonden
hebben, dat er Zaterdag niets voor haar
instond. Maar ik had het heusch niet eer
der gezien. Hartelijk dank voor de goede
wenschen, wederkeerig wensch ik haar
ook het beste toe.
Hier volgen de prijsraadsels.
I. Voor de grooteren.
Het geheel bestaat uit 54 letters.
27. 2. 42. 40 is een automerk.
Met een 7. 31. 8. 50 komt men vlug
vooruit.
Met een 51. 2. 8. 26. 42 fiets kun je lee-
lijk 14. 15. 23. 6. 44. 10.
Een 46. 38. 18. 23. 42. 28. 17. 47. 42
mag niet op den autoweg komen.
52. 37. 19. 5. 11. 29 en 17. 3. 25 rijden
naast de motor.
De prijzen zij!n om te 12. 43. 24. 21. 54
en te 1. 26. 31. 4. 41. 35.
Met een bouwplaat is ieder 1. 33. 53.
De vliegtuigen gebruiken op hun toch
ten 36. 9. 45. 30. 38. 16 van de 13. 20.
39. 48. 32.
II. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 25 letters.
Wie 10. 7. 13. 4. 24. 23. 13. 9 heeft een
feestdag.
Een 17. 12. 16. 6. 2. 16 is een fijne
lekkernij.
Een 21. 18. 5. 1. 14. 22 is een hond.
Een 8. 25. 15. 5. 22 is aan een vork.
Met een 25. 11, 19. 20 kun je iets vast
binden.
Een 8. 9. 3. 13 staat hoog boven de
aarde.
Hartelijke groeten van
TANTE DOLLIE.
WIE WAS DE DADER?
I.
Achter het huis van de Tensens ligt
een groote tuin. Een mooie tuin kan het
niet genoemd worden. Vader en Moeder
hebben hem zoo gehouden dat de kinde
ren er naar hartelust kunnen spelen en
de jongens, Arend en Tom, zouden hem
dan ook voor geen geld ter wereld willen
missen.
In 't midden was het grasveld, waar je
zoo heerlijk kon ravotten en waar dan
ook al menige vechtpartij geleverd was.
Vader deed ook wel eens mee en dan
hadden de jongens handen vol werk om
hem „neer te leggen", zooals zij dat
noemden.
Vooraan, het dichtst bij de huiskamer,
was het strand.
Het „strand" tenminste in de fantasie
van de kinderen; in werkelijkheid was
het niets anders dan een flinke zandbak,
waar Ina en Roeli een groot deel van de
zomerdagen doorbrachten met hun
schepjes en ander speelgoed.
Verder naar achteren was een breede
strook begroeid met struiken en heesters
van allerlei soort en eindelijk heelemaal
achteraan stonden nog een paar oude
boomen. In de andere hoek was het rots
tuintje van Arend; allerlei wilde bloem-
plantjes, die hij in de bosschen vond,
kregen daar een plaatsje, het mos en de
vetplantjes tierden welig tusschen de
steenen en in het midden, waar een kuil
uitgegraven was, stonden al een paar
hyacinten met hun gele trompetjes boven
op de stengels van de Lente te vertellen.
Aan deze kant was een rand voor bloe
men gehouden; alle mogelijke soorten kon
je er vinden en soms stonden ze wel wat
erg schots en scheef door elkaar.
Voor de schutting, heelemaal achterin,
had verleden jaar een rij zonnjb.önjen
geprijkt, de een nog grooter en geler dan
de ander.
Achter de schutting was cok nog iets
wat de jongenj zoo'n beetje als hun
eigendom beschouwden, namelijk het
bosch en de beek.
Menschen kw-tmen er niet veel, het
was maar een klein stukje en er liep
alleen een paadje door om in de tuinen
van de beide huizen te komen die daar
stonden
Nee, dat plekje zouden ze niet graag
missen, stel je voor dat ze 's zomers, als
het zoo warm was, geen beekje meer had
den om pootje te baden.
De deur in de schutting had van bin
nen en aan den buitenkant een grendel;
wie er uit ging moest de grendel aan den
buitenkant er op doen en wie er inkwam
aan den binnenkant. Gebeurde het dat
een van de kinderen thuiskwam en do
binnengrendel zat er op, wel een stapje
op een richel en ze konden er bij.
Vader alleen deed het op een andore
manier, hij stak zoo maar een van z'n
lange armen over de schutting en
de deur ging vanzelf open.
Hè, als de jongens dat ook eens kon
den. Veel boterhammen eten, zei Moeder
altijd, wat eigenlijk 'overbodig was, want
het gebeurde maar een heel enkel keer
tje, dat de boterhammenvoorraad niet
flink aangesproken werd.
Wie er niet bij konden waren Ina en
Roeli. En dat was ook juist de bedoeling.
Moeder moest er niet aan denken dat ze
zouden ontsnappen en in de beek terecht
komen. Gewoonlijk was er slechts heel
weinig water in, maar je kon toch nooit
weten, een ongeluk was gauw gebeurd.
In een van de huizen aan de achter
zijde, dat midden in een wèl mooi aan
gelegde en goed onderhouden tuin stond,
woonde Jan. En Jan was de vriend van
heel de familie. Als ventje van drie jaar
speelde hij al met de buurjongetjes op
het „strand" en sindsdien was het altijd
zoo gebleven; er ging geen dag voorbij
dat Jan niet bij de Tensens gezien werd.
De kinderen beweerden wel eens dat
Moeder Jan voortrok. Moeder had er
maar eens om gelachen en Jan een knip
oogje gegeven. „Niets van waar hoor; als
Jan ondeugend is, krijgt hij ook straf, net
zoo goed als jullie."
Onder het spelen had Moeder vaak
naar Jan gekeken. Al woonde ft# nu in
een deftig huis en droeg hij veel mooiere
kleeren dan haar jongens, die wat vaak
met een verstelde broek liepen, toch miste
hij veel. Want toen Jan nog maar een
paar weken oud was, gebeurde er iets
heel droevigs. Jans Moeder stierf en zijn
Vader, Dr Hagen, die alleen met zijn
zoontje achterbleef, had niet zoo heel
veel tijd om zich met het kleine kereltje,
dat geen andere broertjes of zusjes had,
bezig te houden.
Op zekeren dag was het gebeurd hoe
hij de deur opengekregen had was een
raadsel gebleven dat een klein ventje,
de bloote voetjes in sandaaltjes gestoken,
gekleed in een vuurrood pakje, heel par
mantig de tuin kwam binnenstappen
Arend en Ina, juist in een kibbelpartij,
bleven met wijd open monden zitten
Zoo'n vreemd jongetje, wat kwam die
hier doen?
Het vreemde jongetje trok zich niets
van de verbaasde gezichten aan. «Voor
den zandbak bleef hij staan; „ikke ben
Jan, en ikke kom hier spelen," zei hij en
meteen stapte hij over den rand en ging
midden in den zandbak zitten en toen
Moeder even later eens kwam kijken,
waren er drie, inplaats van twee kleuters
aan het spelen.
Van dien dag af was de vriendschap
gesloten. Met z'n drieën waren ze voor
het eerst naar school gegaan en daar ook
altijd bij elkaar gebleven.
De dokter vond het heerlijk, dat Jan
zoo'n prettig thuis had, waar hij altijd
moebt komen; een enkele keer kwam hij
zelf ook wel eens een praatje maken en
werd dan getroffen door den prettigen,
opgewekten toon, die er heerschte.
Het gebeurde ook wel eens dat de jon
gens bij Jan mochten spelen; ze vonden
het dan wel fijn, maar het spelen ging er
nooit zoo goed en meestal liep het op
ruzie uit.
(Wordt vervolgd.!
31.) o
Toch was dit voldoende om Jannes van
alle schuld vrij te pleiten. Immers deze
was thuis geweest toen Horsma kwam en
ook nog toen deze vertrokken was. Mis
dadig opzet van dien kant was dus onmo
gelijk. Wat hij niet vertelde, was hetgeen hij
zelf had waargenomen. Bij zijn val was hij
niet dadelijk bewusteloos geweest. Hij had
nog gezien, hoe iemand vlug "het touw, waar
hij tegen gebotst was, had doorgesneden. En
toen die persoon zich nog over hem heen-
boog had hij hem aan de stem herkend. Hij
kon zich niet vergissen, 't was Willem ge
weest, die gemompeld had: „Nou, dat is
goed aangekomen. Dirk kan tevreden zijn."
Denkelijk verkeerde de knecht in den waan,
dat het slachtoffer er toch niets meer van
merkte. En deze was er vandoor gegaan,
toen meester zich even bewogen had. Hors-
ma was vast besloten, dit als een diep geheim
te bewaren. Wel had even een moeilijkheid
gedreigd.
De burgemeester was daags daarna ge
komen om de bizonderheden te vernemen,
om zoodoende de laffe daders op te sporen,
en die hun gerechte straf te laten onder
gaan. Hij had gevraagd of meester ook ver
moedens had, maar beleefd doch dringend
had hij1 verzocht of hij die niet behoefde uit
te spreken, aangezien hij absoluut geen ge
rechtelijke vervolging wilde.
De burgemeester keek vreemd op, maar
zegde toe, de zaak blauw blauw te zullen
laten. Temeer toen hij vernam, dat Horsma
overtuigd was, dat als zijn vermoedens
waarheid waren, de daders in een ©ogen
blik van onbezonnenheid gehandeld had
den, en bij nadenken zelfs spijt zouden heb
ben. Even nog had de burgemeester gezin
speeld op de woorden door meester zelf
gebezigd, al was hij toen niet geheel toere
kenbaar. Horsma bleef bij zijn eenmaal in
genomen standpunt.
Zoo kwam het dat de politie én Dirk én
Willem ongemoeid liet.
En de schurken? Ze lachten wat in hun
vuistje, want ze meenden dat niemand
hun in staat van beschuldiging kon stellen
Meester Hbrsma zat nu den gang van
zaken nog eens te overdenken, toen er plot
seling op de deur van zijn kamer geklopt
werd.
Hé, wie zou daar zijn? Zijn patroon? Neen,
dat kon niet, de school was nog niet uit. Nu,
't deed er ook niet toe. Hij was blij, dat er een
prater kwam.
„Binnen", riep Horsma.
De deur ging open,' enhij kon zijn
oo'gen niet geloovendaar had je waar
lijk Willem, de knecht van boer Jansen.
Even gleed er een trek van misnoegen over
zijn gelaat. Ook maar een oogenblik. Hij had
immers vergeven? Nu mocht hij toch geen
haat meer koesteren?
Hij stond op reikte Willem gul de hand en
noodigde hem te gaan zitten, en zei: „Kom
Willem, dat is goed, dat je mij eens komt
opzoeken."
„Och ja," kwam 't op een vrij brutalen
toon; „Complement van de boer en Dirk, en
ik most es vragen hoe of 't met de meester
was."
„Jonge, wat een belangstelling, nu je ziet
't gaat best", meteen vestigde meester zijn
oogen doordringend op zijn bezoeker.
Deze ontweek dien blik, sloeg schuw de
oogen neer, terwijl een licht rood zijn gelaat
overtoog.
„Dit deugt niet", dac'ht Horsma, maar liet
niets merken.
Hij presenteerde zijn gast een sigaar, die
spoedig zat te dampen, daarbij overvloedig
prijzende de deugd van meesters sigaren. Zel
den rookte hij een sigaar en zoo'n beste had
hij nog maar weinig gehad.
Horsma glimlachte, maar antwoordde niet
op dit gesnap. Wel was het hem duidelijk, dat
er bij Willem weinig berouw was te con-
stateeren over 't kwaad door hem bedreven.
Dan zou hij 'hier niet durven zitten.
Wat was er nu toch met zulke menschen
aan te vangen. Daar begon de vent weer: „Ze
moesten zulke lage kerels, als die meester in
't bosch zoo te pakken gehad hebben, toch es
goed straffen. Die veldwachters zijn toch
maar geen knip voor den neus waard. Meester
weet zeker ook nog niets?"
„Jawel," was 't antwoord. „Ik weet er alles
van."
Verschrikt keek Willem op, ontmoette op
nieuw dien scherpen blik, sloeg al weer de
oogen neer, hakkelend kwam 't er uit: „Wie
wie is de dader?"
„Jij, Willem", riep meester met verheffing
van stem.
goed te houden en zei„Wie durft dat te
zeggen? Dan zal ik hem aanklagen bij de
justitie, wegens laster."
„Ik durf dat. En ga nu maar naar de
politie als je durft, 't Zal je bitter slecht be
komen".
Hij was nu weer kalm en zichzelf geheel
meester.
Bedaard vervolgde hij: „Luister nu eens
goed en zoodra ik een woord onwaarheid
spreek, kun je me in de rede vallen. Na mijn
val heb jij, het touw doorgesneden, je bent
zelfs nog bij me geweest, denkende, dat ik al
buiten westen was, woordelijk zei je toen deze
woorden„Nou, dat is goed aangekomen.
Dirk kan tevreden zijn." Toen ik even een be
weging maakte 'ben je er snel vandoor ge
gaan, zeker in de 'hoop dat ik je niet zou her
kennen. Je plannetje om Jannes om te koo-
pen is mislukt en daarom knapte je 't alleen
op. Natuurlijk weet ik heel goed, dat je onder
invloed van Dirk gehandeld hebt. De aanleg
ger van heel de zaak is Dirk."
't Was of Willem door den 'grond zonk, toen
'hij vernam dat meester Horsma hem zoo goed
doorzag. Hij wist niet, wat hij zeggen zou.
„En", zoo begon meester weer, „zeg nu
maar eens of 't niet zoo is."
„Meester, spaar mij terwille van mijn
ouders," riep Willem eensklaps uit.
„Je behoeft je dienaangaande heelemaal
niet bezorgd te maken. Wraaknemen mag ik
niet en zal ik niet. Trouwens, als ik da't ge
wild had, waren jullie al met de justitie in
aanraking geweest. Maar zeg nu eens, wat
heb je eigenlijk op mij tegen?"
In „De School met den
Bijbel" teekent Stemerding
den schoolmeester, die door
zijn velerlei besognes, over
dag lichamelijk en bijwijlen
ook met zijn geest in de
school is en die de avonden
wijdt aan het algemeen be
lang.
„Voor zijn vrouw was hij
niet veel meer dan een com
mensaal en voor zijn kinde
ren weinig anders dan de
man, die het brood voor hen
verdiende en ze eens driftig
afstrafte, als moeder het niet
alleen afkon.
Je hebt menschen, die zoo
veel tijd verijveren aan de
kerk, dat het priesterschap in
huis er angstwekkend onder
lijdt. Ook zijn er, die zich met
zulk een naarstigheid wijden
aan de belangen van staat
en maatschappij, dat het
huisgezin, 'twelk toch de cel
is van de gemeenschap, er
schandelijk door wordt ver
onachtzaamd.
Zij ijveren voor een hemel
op aarde en maken een hel
van hun huis."
Zijn er zoo?
Ja, zoo zijn er. Maar niet
alleen bij de onderwijzers.