Gemengd Nieuws. Qoesche Penkrassen. Gemeenteraad van Goes Amice, De rede, die den heer Van der Voort van Zijp hier enkele weken geleden voor de N. S. B. heeft gehouden heeft nogal wat stof opgejaagd. De scherpe wijze, waarop hij zich uit liet over de Joden, die leidende functies bij de S. D. A. P. vervullen en waaronder natuurlijk ook vallen de roode ex-wet houders van Amsterdam, wier optreden mede ter sprake werd gebracht, heeft dermate de aandacht getrokken, dat een lid van de Tweede Kamer aan den Mi nister van Binnenlandsche Zaken nadere inlichtingen heeft gevraagd. Het antwoord dat deze bewindsman daarop gegeven heeft was nu niet bepaald aangenaam voor den heer Van der Voort van Zijp. Hij dankt dit voor een deel aan den Kringleider, die het noodig achtte het verslag in „De Zeeuw", waarin van de gehouden rede en het antwoord op de gestelde vragen een korte samenvatting werd gegeven, aan te vullen met enkele gedeelten uit een stenogram, waaruit dui delijk bleek, dat de inhoud van de rede niet verkeerd was weergegeven. De Minister heeft niet nagelaten, zijn zienswijze over dit optreden van een amb tenaar kenbaar te maken en wat ik niet verwacht had de heer v. d. Voort van Zijp is blijkbaar overstag gegaan en heeft beloofd voortaan voorzichtiger te zullen zijn. Gelukkig maar voor hem, dat we hier nog in het vrije Nederland wo nen en niet in een staat, waar de N. S. denkbeelden in toepassing worden ge bracht. Onhandig kan men overigens de N. S. B. niet noemen. Men heeft in die kringen de gewoonte, dat in openbare vergaderin gen alleen schriftelijke vragen mogen ge steld worden. Dat heeft dit voordeel, dat 't publiek nooit precies weet, welke vragen gesteld worden en dat men zooals te Goes gebeurde, al te lastige vragen eenvoudig onbeantwoord kan laten. Zoo als gezegd, onhandig is het niet, maar een bewijs van kracht zal men er toch niet in kunnen zien. Intusschen zit men van andere zijde ook niet stil. De A. R. Kiesvereeniging hield onlangs oen vergadering, waarin Mr Krans het fascistische streven van alle kanten heeft belicht en waarbij dui delijk werd aangetoond, welke ernstige gevaren er bij doorwerking en toepassing van deze beginselen dreigen. Ook de C. H. Unie heeft in een vergadering van haar Centrale Kiesvereen. dit onderwerp aan de orde gesteld en zeer terecht werd ook daar geconcludeerd, dat, wat de fascisti sche groepen willen, in strijd moet wor den geacht met de Christelijke beginselen. Het is goed, dat dergelijke stroomingen in ons volksleven principieel worden be licht, omdat een deel van ons volk, en met name de jeugd, zich vaak al te ge makkelijk door schoonschijnende leuzen laat misleiden. De laatste weken heeft de jeugd zich ook hier in het algemeen meer voor het ijs geïnteresseerd dan voor de politieke vraagstukken. Volkomen verklaarbaar is dat. Maar nu is het met de ijspret, die meestal niet lang duurt, weer gedaan. Velen zullen dat wel betreuren, maar er zijn ook tal van menschen, die meer dan dankbaar .zijn, dat de felle koude gewe ken is. Onder drukkende omstandigheden gaan toch niet zoo weinigen het einde van het jaar tegemoet. Het is overal donker. Niet alleen bij de werkloozen, die zich wel het zwaarst getroffen zullen voelen, maar ook bij anderen, die met zorgen en moei ten van allerlei aard te worstelen hebben. Mede daarom valt het toe te juichen, dat ook hier, evenals in andere plaatsen, waar men aan den oproep van de Evan gelische Alliantie gehoor geeft, het nieuwe jaar zal worden aangevangen met een Week der Gebeden, waarin Christenen van diverse kerkelijke richtingen samen werken. In den oproep voor deze gebeds week wordt er terecht op gewezen, dat in dezen tijd de wereld aan niets zoozeer be hoefte heeft, als aan het geloovig gebed. „De oude vastigheden zijn, globaal ge zien, verdwenen. De vaste gang van za ken is op ruwe wijze gestoord. De gedach te dringt zich aan ons op, of niet de ge- 'heele toestand van welvaart, die ten grondslag ligt aan de nieuwe cultuur, zal verdwijnen. Wij hebben allen een blik geslagen in den afgrond. En duizenden zijn er reeds in verzwolgen". Ondanks dit alles behoeft echter de Christen niet te vreezen, omdat, al is de wereld van gedaante veranderd, de groote „vastigheden" van God en Christus blijven bestaan, en de weg naar boven altijd openblijft. Het is eigenlijk jammer, dat er niet eerder de aandacht op gevestigd is, dat deze Week der Gebeden weer plaats zal vinden. Naar ik vernam is dit een gevolg van het feit, dat niet precies vaststond of het de eerste dan wel de tweede week van het nieuwe jaar zou zijn. Was het eerder bekend geweest, dat deze gebeds week steeds in de eerste volle week van het nieuwe jaar wordt gehouden, dan had men daar mee kunnen rekenen en pogin gen kunnen doen om die week zooveel mogelijk vrij te houden, zooals dat ook in andere plaatsen wel gebeurt. Toch twij fel ik niet, of er zal ook nu weer voor deze samenkomsten veel belangstelling zijn. Terwijl ik dit briefje schrijf, zijn onze vroede vaderen in den Gemeenteraad be zig met het behandelen van de begrooting voor 1934. Dat is geen prettige bezigheid, vooral niet, omdat er zooveel posten zijn, die reeds van te voren vaststaan en waar aas, ook al praat men honderd uit, in de gegeven omstandigheden nieta te veran deren valt. In de eerste plaats zijn er de uitgaven voor werkloozenzorg, waarmee zeer groo te bedragen gemoeid zijn en waarop toch niet kan worden beknibbeld. En dan hebben we de Ziekenhuis-„surprise". Zoo als ik een vorig maal al schreef, is de ziekenhuiskwestie in dien zin beslist, dat de lasten van deze inrichting, die veel meer een gewestelijk dan een plaatselijk karakter draagt, voor rekening komen van de Goesche belastingbetalers. En het zijn waarlijk geen kleine lasten. We mogen er als belastingbetalers, dunkt me, wel op rekenen, dat het Gasthuisbestuur ernst met de zaak zal maken en zal trachten de tekorten tot een minimum terug te bren gen; maar ook al wordt dit gedaan, dan staan we toch voor het feit, dat de ge meente momenteel een groote post voor het ziekenhuistekort op de begrooting heeft te brengen. Ge hebt zeker de opmerkingen van de financieels commissie wel gelezen giste ren? Daarin komt een uitdrukking voor, die, naar ik hoop, niet weergeeft de mee ning van de meerderheid van den Raad. Als het gaat over de verschillende bezui nigingsmogelijkheden, dan verklaart de minderheid van de commissie, dat zij bij zondere maatregelen niet noodig acht, aangezien er een sluitende begrooting is. Inderdaad, Amice, de begrooting is sluitend gemaakt, maar hoe? Door de be lastingen zoo ongeveer tot de uiterste grens op te voeren en op de burgerij las ten te leggen, die voor velen niet te dra gen zijn. Het gaat er in ons stadje wel heel erg donker uitzien, wanneer een der gelijke belastingdruk als zóó normaal be schouwd wordt, dat bijzondere bezui nigingsmaatregelen althans voorloopig niet noodzakelijk worden geacht. Ik hoop dan ook, Amice, dat èn de Ge meenteraad, èn het ziekenhuisbestuur door daden zal toonen, dat ingrijpende bezuini ging, waar mogelijk, dringend geboden is. Als ge dit briefje ontvangt behoort het jaar 1933 weer zoo ongeveer tot het ver leden. Ik wensch u bij den aanvang van den nieuwen tijdkring, naar oud-Hollandsche zede, veel heil en zegen. VERITAS. De voorzitter antwoordt den heer Vermaire, dat reeds nu personen, die pensioengerechtigd zijn, ontslag moeten aanvragen. De Commissaris van Politie en de Gemeente-ontvanger vallen daar buiten. Werd hier geen commissaris van poli tie benoemd, dan zou de burgemeester hulp-officier van justitie worden en het werk van den commissaris moeten over nemen. Spr. zou daarvoor moeten bedan ken en den volgenden dag zijn ontslag als burgemeester indienen. Weth. van M e 11 e zegt, dat de om zetbelasting op gas niet aan de afnemers in rekening zal worden gebracht. De di recteur van de gasfabriek en spr. als voorzitter van de gascommissie hadden er geen bezwaar tegen om de winst voor één maal in zijn geheel in de gemeentekas te storten, aangezien de reserve tot boven de f 70.000 is gestegen. Door allerlei om standigheden kon geen vergadering der gascommissie worden belegd. Dhr Crucq acht dit antwoord niet bevredigend. Het bedrijf is verzwaard door overname van de gasfabriek Oost- einde. Weth. Goedbloed meent, dat B. en W. zich geluk kunnen wenschen met de besprekingen in den Raad. Inzake 't Gasthuis moet bedacht, dat dit een onverplichte uitgaaf is. We moeten alleen overwegen of we het tekort kun nen betalen. Het standpunt, dat dhr v. d. Wart alleen aan den 'Oudsten wethou der toeschreef, is dat van het geheele college van B. en W. Het idee van dhr Eckhardt is te over wegen. Spr. zou daaraan de voorkeur ge ven boven het idee om er een gemeente ziekenhuis van te maken. De fin. commissie heeft gezegd: we moeten naar beneden, we moeten bezuini gen. Daarvan zijn ook B. en W. overtuigd gezien de reeds aangebrachte bezuinigin gen. B. en W. huldigen allerminst de mee ning, dat alleen 1934 slecht zal zijn. Er valt van de toekomst niets te zeggen, noch ten goede, noch ten kwade. Met de kwestie der middenstandswo ningen zijn B. en W. niet te optimistisch geweest. Deze huizen staan nog slechts 4 a 5 maanden leeg. De kwestie van huurverlaging voor ar beiderswoningen is nog maar in voorbe reiding in de regeeringsbureaux. We mogen dankbaar zijn, gezien de omstandigheden, dat de begrooting slui tend is. Tegen het voorstel van de meerderheid der fin. commissie heeft Spr. het be zwaar, dat de hoogere ambtenaren zwaar der worden getroffen dan de lagere. De salarissen zijn hier niet overdre ven hoog en mogen geen sluitpost zijn. We moeten daarop niet verder korten, zoolang men nog onverplichte uitgaven doet, als bijv. het bewaarschool-onderwijs. Waar het verschil met het voorstel van B. en W. zóó gering is, gelooft Sprdat de Raad dit laatste wel zal aannemen. Spr. erkent, dat hij in 1927 voorgesteld heeft 8% pCt. pensioenpremie voor de ambtenaren te heffen. Dit geschiedde op zedelijke gronden. Bovendien heeft Spr. na 1927 ook wel wat geleerd. Dhr S i m 0 n s is verbaasd over de me- dedeeling van den voorzitter inzake de uitkomst van het voorstel van de meer derheid der fin, commissie, en betreurt, dat B. en W. op het rapport der. fin. oomm. geen tegenrapport hebben inge diend. Spr. trekt nu het voorstel der meerderheid van de fin. oomm. in. Overigens blijft Spr. met B. en W. van meening verschillen over den economi- schen toestand. Volgens spr. zullen nu pas de klappen komen. Ook dhr v. d. Wart komt op tegen de uitlating van weth. Goedbloed, dat we al leen met dit oogenblik hebben te rekenen. We moeten aan de toekomst denken. De voorzitter zegt, dat eerst is overwogen, den gasprijs met V2 cent te verhoogen. Maar dit idee is prijsgegeven en daarvoor in de plaats is gekozen het storten van de geheele winst in de ge meentekas. Dhr v. d. W a r t blijft nog de voorkeur geven aan de 8% pet. pensioenpremie. Dhr G r u c q erkent, dat de belasting druk in Goes zwaar is, maar zij, die het minst geleden hebben, klagen wel eens 't hardst. Dhr d e R 0 0 wijst er op, dat het B. A. toch altijd nog eigen inkomsten heeft en we hier betrekkelijk weinig werkloozen hebben en toch is onze huishouding hier zoo duur. We moeten daarom de uiterste zuinig heid betrachten. Spr. is er nog niet zoo heel gerust op, dat de begrooting reëel sluit. Voor het Gasthuistekort is f 20.000 uitgetrokken. Maar het opgeloopen tekort tot 1 Jan. 1933 bedraagt f 76.000. Daar voor zal een leening moeten worden ge sloten op korten termijn. De voorzitter merkt op, dat mis schien een andere oplossing zal kunnen worden gevonden. B. en W. zullen hier over overleg plegen met Ged. Staten. Dhr d e R o o blijft erbij, dat f 20.000 voor het Gasthuistekort voor 1934 te wei nig zal zijn. Spr. zal nu accoord gaan met het voorstel van B. en W. inzake salaris verlaging, maar het zal wel noodig zijn, verder te gaan. Dhr Visscher is overtuigd, dat hij niet te optimistisch is. Het Gasthuistekort zal per 1 Jan. 1935 f 100.000 bedragen, maar daarvan zal dan op dien datum f40.000 gedekt zijn (f20.000 op de be grooting 1933, en f 20.000 op de begroo ting 1934). Dit is niet onbevredigend. De aigemeene beschouwingen worden nu gesloten. Artikelsgewijze behandeling. De voorzitter merkt op, dat op de be groeting voor den keuringsdienst van waren is bezuinigd volgens voorschriften uit Den Haag. Mej. Snijders is vertrokken er is een analysts minder en in een vaca ture voor scheikundige wordt niet voor zien. Ook Ged. Staten drongen op bezui niging aan. Dhr d e R 0 0 stelt voor den post schrijf- en bureau-behoeften van f 875 te bren gen op f 700. Dhr G r u c q komt daartegen op. Dhr Visscher vraagt, waarop n u bezuinigd kan worden. Krijgen we dan straks niet een aanvullende begrooting? Dhr de Roo zegt, dat als de wil tot bezuiniging er is, de uitgaven wel omlaag kunnen gebracht worden. Voorts wil spr. niet verder gaan dan tot wat in 1932 is uitgegeven. Weth. Goedbloed zegt, dat het ge middelde over vijf jaar is genomen. B. en W. bezuinigen reeds zooveel mogelijk. Dhr Visscher noemt deze bezuini ging een slag in de lucht, om een indruk naar buiten te maken. Dhr de Roo protesteert daartegen. Ook in het kleine moet worden versoberd. Het voorstel is geen bewijs van wantrou wen. De voorzitter: dat weet ik nog zoo net niet. Over het voorstel-de Roo staken de stemmen (zes tegen zes). Dhr d e R 0 0 stelt dan voor op ad vies van weth. Goedbloed verminde ring van f 1, als principiëele uitspraak voor volstrekte soberheid. Met alg. st. aangenomen. Dhr de Roo heeft verschillende van deze voorstellen en wil daarmede evenzoo handelen, om telkens staking van stem men te voorkomen. Dhr Eckhardt dringt aan op bezui niging bij de verlichting. Hier is nog wel wat te bezuinigen. (De post verlichting en verwarming bedroeg vorig jaar f 450 en nu f 1000). Dhrn Eckhardt en de Roo wil len de straatverlichting des avonds vroe ger dooven. (De post straatverlichting bedroeg vo rig jaar f 9900 en nu f 10700.) Dit verzoek zal worden overwogen. Dhr G r u c q wil den post subsidie burgerwacht verminderen. Ook dhr de Roo vraagt inichtingen. Rekening en begrooting van de burgerwacht zullen worden opgevraagd. De post wordt aangenomen (tegen de S.D.A.P.'ers). Dhr G r u c q wil voor de functie van marktmeester geen afzonderlijke beloo ning uittrekken. Spr. heeft gehoord, dat de tegenwoordige met pensioen gaat. Dit werk geschiedt in gemeentetijd. Andere leden steunen dit voorstel. De voorzitter zegt overweging toe, als er een vacature ontstaat. Nu is het een bestaande toestand. In antwoord op een vraag van dhr v. d. Wart zegt de voorzitter, dat en kele scholen straks zouden moeten wor den verbouwd, gezien de komende ver andering in het leeilingental, maar men kan zich behelpen, zoodat de verbouwing niet zal worden uitgevoerd. Het zou ook absurd zijn, als een bezuini ging op onderwijs andere uitgaven ten gevolge had. Dhr Visscher merkt op, dat de fin commissie gevraagd heeft om overleg ging van de rekeningen der muziekkorp sen. De voorzitter zegt toe, dat B. en W. die zullen opvragen. Ook zal een verslag worden gevraagd van de commissie tot werkverruiming op N.- en Z.-Beveland. Vrijwel niemand weet, wat deze commissie uitvoert. Dhr Simons wil ook de subsidie van Vreemdelingenverkeer verminderen, al thans die vereeniging aansporen tot meer activiteit. Spr. heeft gehoord, dat ze zoo wat op haar rug ligt. Dhr de Roo geeft den heer Simons den raad als lid de vergaderingen trouw te bezoeken. Bij den post marktgelden vraagt dhr de Roo waarom B. en W. deze gelden niet willen verhoogen. De voorzitter: Om de menschen niet weg te jagen. Dhr d e R o o is daarover niet ongerust. Spr. stelt voor de marktgelden met 20 pet te verhoogen voor de buitenmenschen. Dhr Visscher wil deze menschen niet zoo zwaar belasten. We moeten het marktwezen bevorderen. De voorzitter stelt voor B. en W. uit te noodigen met een voorstel te komen. Dhr d e R o o dringt dan op spoed aan. Dit wordt toegezegd. Dhr G r u c q stelt voor het maximum batig saldo van de gasfabriek te bepalen op f 13000 en het hedrag, dat het batig saldo de f 13000 te boven gaat, in het gasbedrijf te laten. Weth. Goedbloed wil zich niet bin den voor de toekomst. Dhr Visscher wil vastleggen, dat niet alles in de gemeentekas moet vloeien. Na eenige discussie wordt het voorstel- Crucq aangenomen. Ook wordt gesproken over den auto mobielvrachtwagen voor den reinigings dienst. De kosten hiervan worden per jaar ge raamd op f 1350, terwijl bij niet-aan- schaffing van de auto de dienst zal wor den belast met f 1935 per jaar, omdat o.a. een man meer noodig zal zijn. Een auto brengt dus bezuiniging. Dhr Simons acht de berekening van de auto te geflatteerd. Er is niet gespro ken van verzekering, wegenbelasting, olie en benzine. Dhr d e R 0 o is van dezelfde meening. Dhr Eckhardt zegt, dat de paarden tegenwoordig spotgoedkoop zijn. Dhr d e R o o stelt aanhouding voor. Dhr Visscher wil deze bezuiniging met beide handen aangrijpen. Dhrn Simons en Hollestelle noemen de berekening foutief. Dhr Eckhardt wil particuieren lo- ten inschrijven. Dh r G r u c q vindt dit absoluut ver keerd. Dhr Si m 0 n s stelt voor den post voor loopig te schrappen in afwachting van het nader onderzoek naar de bezetting van de gemeentediensten. Weth. v. M e 11 e komt daartegen op. Het voorstel tot schrapping wordt aan genomen met 7 tegen 5 stemmen. (Dhr v. d, Wart had te half zes de vergadering verlaten en dhr Jonkers was te zes uur binnengekomen.) De begrooting wordt hierna z.h.st. aan genomen. Een administratieve wijziging in de verordening op de personeele belasting wordt aangenomen. De rondvraag levert niets op. De voorzitter wenscht de leden alles goeds toe bij de jaarswisseling. Dhr Eckhardt dankt hiervoor met we- derkeerigen geukwensch den voorzitter, alsmede voor zijn leiding bij de behande ling van de begrooting. De vergadering wordt te kwart over zes gesloten. De brand in de telefoon centrale te Amsterdam. De ge arresteerde, maar weer in vrijheid ge stelde monteur W. S. heeft aan het Volk een en ander medegedeeld over zijn werk zaamheden in de Amsterdamsche tele fooncentrale op den dag, dat de brand in de splitsingskamer van de centrale is uitgebroken. Wij waren met de ploeg, die dienst heeft van 9 tot 6 uur, toen de brand uit brak, niet in de splitsingskamer aan het werk, maar in een vertrek, dat parterre is gelegen. Zoodra het onheil werd ge meld, stoof een inspecteur, vergezeld van nog iemand, naar boven. Niemand dacht er over, om zijn kleeren te gaan halen, die op de derde étage waren opgeborgen. Ik ook niet, al heeft men mij dat in de kranten als een bewijs van schuld aan gerekend. Ik wist veel te goed, wat een brand in de splitsingskamer beteekent. Daarom vloog ik naar een telefoontoestel om via een directe lijn de centrale Cen trum te waarschuwen. Ik kreeg geen ge hoor, althans niet direct en belde toen centrale Zuid op. Daar werd wel direct geluisterd. Met wien ik gesproken heb, weet ik niet. Ik gaf alleen de brandmel ding door met verzoek de brandweer te waarschuwen. Ook daarna zijn wij allen beneden ge bleven, 'Omdat onze aanwezigheid in de parterrezaal noodig was. Die parterre zaal vormt het brandgevaarlijkste gedeel te van het bedrijf. De vierkante zekerin gen zijn niet te vertrouwen. Op last van den heer Stuve moest het geheele bedrijf worden stopgezet, en wij kregen opdracht alle hoofdverzekeringen van de eerste voorschakelaars los te draaien. Ook nadat deze opdracht was uitge voerd, zijn wij beneden gebleven. Zoolang de brandweer in de splitsingskamer aan wezig was, kon niemand van ons daar iets uitrichten. Wij hebben gewacht op orders. Om negen uur moesten wij ons melden. Van blijven uit nieuwsgierigheid, zooals ook al is beweerd, was geen sprake. Om negen uur, aldus S. verder, ben ik met emmer en dweil aan het werk gegaan zonder order af te wachten, omdat ik weet hoe schadelijk water is voor het telefoon bedrijf. Toen om tien uur het geheele ge bouw moest worden ontruimd, ben ik nog met enkele anderen gebleven om het wa ter in de kabelkamers op te ruimen. Om twaalf uur konden we naar huis. Ik was doodmoe. 's Nachts om halfdrie haalde de re cherche mij weer van huis. Ik zei tegen m'n vrouw: „tot straks", niet wetende, dat men zoo lang noodig zou hebben om te begrijpen, dat ik volkomen onschuldig ben. S. legde er nog den nadruk op, dat hij in geen enkel opzicht voorstander is van sabotage. Zij wilden voor de grap gaan „spoken". Te Slan Salanky in Tsjecho Slovakije wilden twee jongelui een grap uithalen, die helaas een tragisch einde vond. De jongelui wilden hun bu ren aan het schrikken maken, door er te gaan „spoken". Zij sloegen witte lakens om en maakten hun gezicht zwart, waar na zij. eenige buren uit hun woning lok ten. In twee gevallen ging de schrik der 's avonds aldus door de jongens opge schrikte buren in vroolijkheid over, toen zij den toeleg ontdekten. Toen de jongens evenwel aan het derde huis belden de woning van den dorps notaris gilde het dienstmeisje dat de deur opende, luid van ontzetting. De notaris, die dacht met roovers te doen te hebben, omdat hij juist een be langrijk bedrag aan geld in huis had, trok zijn revolver en loste eenige schoten waardoor beide jongens werden getroffen en in elkaar zakten. De één was op slag dood, terwijl de ander tijdens het vervoer naar het ziekenhuis aan zijn verwondin gen overleed. DE ECONOMISCHE POSITIE DER BIETSUIKER. Voordracht J. M. van Bommel van Vloten In de 21 dezer plaats gehad hebbende vergadering ter gelegenheid van de In dische landbouwweek, die te Wageningen gehouden werd, hield de heer J. M. van Bommel van Vloten een voordracht over „De economische positie van de bietsui ker". Spr. begon met er op te wijzen, dat van een eigenlijke, afzonderlijke bietsui kerpositie niet gesproken kan worden, evenmin als van een speciale rietsuiker positie. Er is alleen een aigemeene sui kerpositie en de verhouding van de sui kerproductie in de verschillende landen tot deze aigemeene suikerpositie is beslis send voor de bestaansmogelijkheid van de suikerindustrie in het betrokken land. Hij constateert nadrukkelijk, dat de Nederlandsche suikerindustrie haar be staansmogelijkheid heeft bewezen. Thans wordt de bestaansmogelijkheid der in dustrie in de onderscheidene productie gebieden niet meer bepaald door den kostprijs, maar door de mate waarin de regeeringen in staat en bereid zijn be scherming te verleenen. De gemiddelde bescherming der riet- suikerproduceerende landen (zonder Ja va) becijfert spr. op omstreeks f 6.50, die van de bietsuiker op f 13.50 per 100 k.g. geproduceerde suiker. Er is dan ook vol gens spr. geen strijd tusschen riet- en bietsuiker, maar een aigemeene strijd tusschen alle suikerproducenten. Wan neer deze aigemeene bescherming zou wegvallen zou in tal van landen de pro ductie beperkt worden, terwijl de con sumptie ten gevolge van de daling van den suikerprijs in de geprotegeerde lan den zou stijgen. De wereldmarktprijs zou dientengevolge een stijging ondergaan Spr. gaat na welke gebieden onder die omstandigheden de productie zouden kunnen volhouden en komt daarbij; tot de conclusie, dat ook Nederland daartoe zou behooren. Hij! meent daarmee het be staansrecht van de Nederlandsche pro ductie te hebben aangetoond. Bij de beoordeeling van het suiker- vraagstuk generaliseert men hier te lan de te veel, men kijkt te eenzijdig naar den kostprijs op Java, die laag is ten gevolge van zeer goedkoope arbeidskrachten, de hooge suikeropbrengst per oppervlakte- eenheid en de zeer gunstige kapitaalspo sitie der suikerondernemingen. De Nederlandsche producenten ontken nen dan ook, dat de kostprijs van Java beslissend moet zijn voor het voortbe staan van hun eigen industrie. Spr. wijst op de berichten, waaruit zou blijken, dat er plannen zouden be staan om de bietenteelt te doen staken en de Nederlandsche markt met Javasuiker te voorzien. Het argument, dat naar zijn meening hierbij den doorslag mag geven, zou kunnen zijn de overtuiging, dat in de toekomst hier te lande geen loonende suikerproductie meer mogelijk zou zijn. Spr. meent het tegendeel te hebben aan getoond, maar beroept zich nog op het Chadbourne-plan. De daaraan deelne mende suikerproducenten nemen aan, dal het normale prijspeil, dat met het Chad bourne-plan wordt nagestreefd, corres pondeert met den Nederlandschen kost prijs. Niettegenstaande bij het tot stand komen van de Chadbourne-over eenkomst van geenerlei afschaffing van bescherming werd gesproken, zou Neder land onbeschermd tegen den toen vastge- stelden normalen suikerprijs kunnen blij ven produceeren.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 6