'n Barstende Hoofdpijn
Uit de Provincie.
volgen dan dat we verzekerd worden van
den steun van het Rijk. Èr ie langdurig
gecorrespondeerd tusschen Ged. Staten en
het Rijk. Dit wil een derde in de kosten
betalen, mits aan de gestelde voorwaar'
den wordt voldaan.
Er schuilt niets achter het voorstel. Het
is eenvoudig een herstellen van iets, wat
over het hoofd is gezien.
Wanneer in de toekomst het water-
schap voor het onderhoud zou moeten
gaan zorgen, zou vanzelf de overeenkomst
gewijzigd moeten worden.
Het bedrag van f 0.56 is zeer laag.
Moet er over 15 of 20 jaar weer verbe
tering worden aangebracht, dan gaan we
weer met den Minister praten.
Het voorstel wordt z. h. st. aangeno
men.
Uitvoering Ambtenarenwet 1920.
Het voorstel tot wijziging van het Amb
tenarenreglement Zeeland 1928 gaf tot
discussie in de afdeelingen aanleiding. Zoo
is o.a. op een desbetreffende vraag ge
antwoord, dat Ged. Staten het te ver
gaand achten, om ook het uitsteken van
Lepaalde vlaggen van woningen van
ambtenaren, geen dienstwoningen zijnde,
te verbieden.
Verder dat het aanleggen van een lijst
van verboden onderscheidingsteekenen
bezwaren heeft, en het beter is ieder ge
val op zichzelf te beschouwen.
Naar aanleiding van opmerkingen over
het niet opnemen van een verbod inzake
bet vloeken of bezigen van ruwe taal,
meenden Ged. Staten, dat dit niet aan
de orde is. Een lid van het college heeft
tegen opname principieel geen bezwaar,
een ander lid meent, dat het reglement
hier reeds in voorziet en aangeeft, hoe
een ambtenaar zich tijdens zijn diensttijd
heeft te gedragen. Een wensch oin den
leeftijdsgrens voor pensionneering op 65
inplaats van 70 jaar te stellen, zal eerst
aan de Commissie van Overleg moeten
worden voorgelegd.
Dhr Van 't Hoff heeft destijds ge
pleit voor een voorstel om don leeftijd
om met pensioen te gaan te bepalen op
65 jaar.
Devoorzitter zegt, dat dit buiten
de orde is. Een dergelijk voorstel kan bij
de begrooting worden gedaan.
Dhr Boender heeft een zekere te
genstrijdigheid ontdekt in de artikelen be
treffende de handelingen van het scheids
gerecht bij niet-eervol ontslag.
Dhr S t i e g e r antwoordt, dat dhr
Boender twee zaken door elkaar haalt.
Van tegenstrijdigheid is geen sprake. Al
les wordt zooveel mogelijk bij het scheids
gerecht ondergebracht.
Dhr Boender stelt voor in art. 35,
7e lid, de woorden: „zooveel mogelijk" te
handhaven, welke woorden op advies van
de commissie van georganiseerd overleg
zijn geschrapt.
De voorzitter zegt, dat Ged. Sta
ten dat overnemen.
Dhr Dieleman komt daartegen op.
Dhr De B a a r e dringt er op aan
het advies van georganiseerd overleg te
volgen. Anders verzwakken we de positie
van dit college.
Dhr Dieleman sluit zich als voor
zitter van georganiseerd overleg daarbij
aan. Door de schrapping van de woor
den: „zooveel mogelijk" wordt de positie
van de ambtenaren versterkt. Het admi
nistratief orgaan móet dan rekening hou
den met het scheidsgerecht. Spr. stelt voor
de woorden: „zooveel mogelijk" te schrap
pen.
Dit wordt aangenomen met 29 tegen
12 stemmen.
Het voorstel wordt aangenomen.
Personeel op arbeidscontract.
Naar aanleiding van verschillende op
merkingen over het voorstel inzake voor
schriften voor indienstneming van perso
neel op arbeidsovereenkomst, deelen Ged.
Staten nog mede, dat naar hun meening
in het algemeen het loon tijdens het ver
lof moet worden doorbetaald. Er kunnen
echter gevallen voorkomen, waarbij het
wellicht eenerzijd3 onredelijk zou zijn, het
gevraagde verlof niet te verleenen, an
derzijds even onredelijk het loon over den
tijd van het verlof te blijven betalen; men
denke b.v. aan de mogelijkheid, dat een
geëmployeerde der Provincie tijdelijk als
adviseur of in dienst van een andere pu
bliekrechtelijke of privaatrechtelijke cor-
roratie optreedt. Ged. Staten stellen
daarom prijs op behoud van de woorden
„als regel".
By art. 7 wil dhr De B a a r e den
termijn van zes maanden brengen op één
maand, zooals bij het Rijk. Zes maanden
is wat lang. Dan kunnen allerlei misver
standen ontstaan.
Dhr S t i e g e r vindt zes maanden
niet zoo lang. Maar een maand is wel wat
kort.
Dhr de Baare wijst er op, dat ook
het Rijk toch deze bepaling heeft.
Dhr S t i e g e r zegt, dat Ged. Staten
dit overnemen.
Dhr de Baare wil art, 11 (de loons-
bepaling) toepassen, zooals bij het Rijk
geschiedt. Nu willen Ged. Staten het loon
bepalen. Spr. geeft de voorkeur aan het
handhaven van de collectieve contracten
van de betrokken vakgroep.
Dhr S t i e g e r zegt, dat gevallen als
deze weinig voorkomen. Ged. Staten wil
len de loonbepaïing aan zich houden.
Dhr de Baare wil uit een oogpunt
van rechtszekerheid de rijksregeling vol
gen.
Dhr Stieger wijst op de practijk.
Elk geval moet afzonderlijk bekeken
worden. Spr. noemt b.v. de opzichters
bij de wegen.
Dhr Kodde zegt, dat de redactie van
Ged. Staten van art. 14 ten opzichte van
werk op Zondag hem niet bevredigt- De
Zondag ie Gods dag. Alle met-noodzake
lijke werk moet vermeden. De redactie
van Ged. Staten spreekt alleen van het
kunnen bijwonen van de godsdienstoefe
ning. Spr. stelt voor art. 14 zóó te lezen,
dat alleen strikt noodzakelijk werk moet
worden verricht.
Dhr v. d. Wart heeft voldoende ver
trouwen in Ged. Staten, dat ze alleen ar
beid zullen laten verrichten, als het strikt
noodzakelijk is. Spr. acht het amende
ment-Kodde onnoodig.
Dhr Stieger meent, dat Ged. Staten
hetzelfde voorstellen als dhr Kodde. Zij
hebben de redactie van het ambtenaren
reglement gevolgd.
Dhr Kodde heeft geen wantrouwen
tegenover Ged. Staten. Er kan later een
ander college van Ged. Staten komen.
De zaak moet objectief worden geregeld
en vastliggen in een reglement. Spr. hand
haaft zijn amendement.
Dhr Stieger wijst er nog eens op,
dat er practisch geen verschil bestaat
tusschen de beide voorstellen. Er zijn nu
eenmaal diensten, die niet stopgezet kun
nen worden.
Dhr v. d. Wart acht ook het amende
ment-Kodde niet voldoende. Ook over het
begrip „uiterste noodzaak" is verschil
van meening. Dan moet radicaal alle ar
beid worden verboden.
Dhr Kodde wijst op brand, dijkval,
overstrooming, gevallen, waarbij gewerkt
moet worden. Een volkomen juiste redac
tie is niet te vinden, maar de zijne vindt
spr. toch de beste.
Het voorstel-Kodde wordt verworpen
met 34 tegen 7 st. (vóór de Stk. Geref.
en de heeren Dominicus, Sonke en de
Jonge).
Bij art. 17 stelt dhr Adriaanse een
wijziging voor inzake het verleenen van
vacantie en om te schrappen, dat het
verlof alleen wordt gegeven, als de be
langen van den dienst het toelaten.
Dhr de Baare vreest, dat het gevolg
van het voorstel van Ged. Staten zal kun
nen zijn, dat iemand zijn verlof verspeelt.
Dhr Stieger handhaaft het voorstel.
Met de belangen van den dienst moet
vóór alles gerekend worden.
Dhrn Adriaanse, de Baare en
Goossens verdedigen het voorstel-
Adriaanse, dat mogelijk maakt, verlof
later te nemen, als de dienst dit noodig
maakt.
Ged. Staten nemen dit over.
Dhr Staverman stelt voor een jaar-
lijksch verlof van acht dagen zooveel
mogelijk achter elkaar te nemen.
Op voorstel van den heer Paap wijzigt
dhr Staverman dit als volgt: als regel
acht zooveel mogelijk achtereenvolgende
dienstdagen.
Dhr Stieger zegt, dat Ged. Staten
hiertegen geen overwegende bezwaren
hebben.
Dhr de Baare wil een verlof van 12
dagen, zooals het Rijk dit geeft
Dhr Stieger vindt acht dagen vol
doende voor iemand, die b.v. zes maan
den in dienst is.
Dhr de Baare wil dan bepalen een
maximum van twaalf dagen.
Ged. Staten nemen ook dit over.
Bij art. 20 wil dhr de Baare ver
plichte (en niet als regel) doorbeta
ling van loon bij verlof.
Dhr Stieger zegt, dat Ged. Staten
ook dezen regel willen handhaven. Maar
er zijn uitzonderingsgevallen.
Bij art. 21 wil dhr Kodde niet absoluut
vastleggen, dat bij ziekte en ongeval loon
wordt doorbetaald Men kan een ongeval
krijgen, dat met het werk niets te maken
heeft. Spr. stelt voor te schrappen de
woorden „bij ongeval" en voor ongevallen
een aparte regeling treffen.
Dit amendement wordt niet voldoende
ondersteund.
Dhr Van 't Hoff wil niet bij voorbaat
elk ongeval van betaling uitschakelen.
Wel zou hij willen, dat Ged. Staten het
recht hadden bij sommige ongevallen
loon niet uit te keeren.
Dhr Staverman merkt op, dat ziek
te en ongeval niet te scheiden zijn.
Dhr Kodde stelt een bepaling voor,
in art. 23, dat het personeel verplicht is
het Staatsgezag te eerbiedigen en verboden
is te vloeken en onzedelijke taal te ge
bruiken.
Dhr v. d. Wart vraagt, waarom Ged.
Staten een dergelijke bepaling niet heb
ben voorgesteld.
Dhr Stieger antwoordt, dat Ged.
Staten in art. 35 van het Ambtenaren-
reglement voldoende bevoegdheid hebben
om in zulke gevallen op te treden. Ook
is er het Burg. Wetboek nog.
Dhr Kodde begrijpt niet, waarom
het Rijk dan een dergelijke bepaling voor
zijn personeel invoerde. Het Ambtenaren
reglement geldt hier niet.
Dhr Stieger erkent dit laatste. Maar
de algemeene wetsbepalingen gelden wel.
Dhr Adriaanse zegt, dat dhr Kodde
een open deur intrapt. We moeten Ged.
Staten vertrouwen schenken. Dit college
zal in de bedoelde gevallen wel optreden.
Dhr Kodde handhaaft zijn amende
ment. We moeten hier het recht beschrij
ven. Zoo noodig moet op korten termijn
kunnen worden gehandeld.
Het voorstel-Kodde wordt verworpen
met 29 tegen 12 st.
Het geheele reglement wordt aangeno- j
men z.h.st.
Opnemen Kasgeld. J
Het voorstel om in 1934 tot f 2.000.000
aan kasgeld te mogen opnemen, onder
vond in de afdeelingen geen bestrijding
of bespreking.
Z.h.st. aangenomen.
Conversie van geldleeningen.
Inzake het voorstel tot conversie van
geldleeningen is op een desbetreffende
vraag in een der afdeelingen, geant
woord, dat het voorstel de machtiging in
houdt aan Ged. Staten om tot conversie
over te gaan,
Z.h.st. aangenomen.
Risico-garantie drinkwatervoorzie
ning van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het voorstel om aan de N.V. Waterlei
ding-Mij. „Zeeuwsch-Vlaanderen" een
risico-garantie van ten hoogste f 200.000
toe te kennen, gaf in alle afdeelingen
aanleiding tot breedvoerige besprekingen
In de eerste plaats zijn ernstige bezwa
ren geuit tegen de verplichte aansluiting,
waarop leden van Ged. Staten o.a. ant
woordden, dat de verplichte aansluiting
ook elders door het Rijk als voorwaarde
is gesteld.
De beslissing blijft ten deze echter bij
de gemeenteraden.
De verplichte aansluiting zal soepel
worden toegepast. Als de gemeenteraden
besluiten de verplichte aansluiting niet
in te voeren, dan zal de gemeente een be-
paaldq waterafname moeten garandee
ren.
In nauw verband met het vorige is ge
handeld over de tarieven.
Hierbij is vanwege Ged. Staten opge
merkt, dat bij verplichte aansluiting de
rendabiliteit verzekerd is. De tarieveD
zullen tot de laagste behooren van de ge
heele provincie. Zij zullen pas juist wor
den vastgesteld, als de gemeenteraden
tot uitvoering van het plan hebben beslo
ten.
Ook de aard en de capaciteit van de
waterwinplaats maakten een onderwerp
van bespreking uit. Dit gaf aanleiding
tot de opmerking van de zijde van Ged.
Staten, dat omtrent de door de tegenstan
ders uitgesproken twijfel met betrekking
tot de vraag of er water in voldoende hoe
veelheid zal zijn, door de deskundigen na
herhaald intensief onderzoek is uitge
maakt, dat er bij normale ontwikkeling
van het bedrijf voor 30 jaar voldoende
water is. De mogelijkheid blijft over om
in de streek nieuwe putten te maken, en
bij onverwachte opbloei van het econo
misch leven kan een duiker door de
Schelde naar Noord-Brabant worden ge
legd.
Van verschillende zijden is de actie
tegen de drinkwaterleiding van Z.-Vlaan-
deren gevoerd, besproken.
O.a. is nog opgemerkt, dat de bevolking
schuw wordt gemaakt. Zeeuwsch-Vlaan
deren wil alles hebben, maar niet beta
len. Het vroegere plan was te groot, dit
plan heet nu te klein en daarom is men
er tegen. Van de zijde van Ged. Staten
wordt betoogd, dat 't in deze periode van
neergang do juiste tijd is het werk aan te
vatten en wel op de eerste plaats, omdat
de prijzen van materialen en grond thans
laag zijn, en vervolgens omdat er een
zeer geschikt object van werkverschaf
fing in moet worden gezien. Het zou on
rechtvaardig zijn, indien de Staten aan
Zeeuwsch-Vlaanderen de garantie wei
gerden, die zij aan andere deelen der
provincie verleenden.
Eerst als de verliezen zijn opgeloopen
tot f 100.000 moet de provincie bijsprin
gen. Deze verliezen zijn echter berekend
op f 23.000.
Meer dan 60 pet. der woningen in Z.
Vlaanderen vallen in de klassen van f 7
f 15 per jaar.
Dhr van Dalsum zegt, dat de N.V.
is opgericht door zes burgemeesters,
niet handelende als burgemeesters, maar
als personen.
De waterleiding is niet bestaanbaar ais
er geen voldoende watervoorraad is.
De oude vennootschap is moeten wor
den ontbonden, o.a. omdat er geen vol
doende watervoorraad is. Dit is erkend
door het Rijksbureau voor drinkwater
voorziening.
Er zal ook geen voldoende druk op het
water zijn. Er is niet meer water dan wat
er valt.
Het tekort aan water is ook erkend
door de Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg
mij., de Spoorweg-mij. MechelenTer-
neuzen, de ingenieurs die de waterleiding
voor St. Nicolaas hebben aangelegd, de
Minister, onder wien het rijksbureau voor
drinkwatervoorziening ressorteert en die
een nader onderzoek gelastte 1 op grond
van een geheim gehouden rapport de
ervaring van de bevolking (bij een brand
te Hulst is gebleken, dat een welput niet
voldoende water bevat) en door prof. van
Baren.
De heeren van het Rijksbureau weten
wel, hoe de zaak in elkaar zit, maar ze
handelen er niet naar. Spr. heeft hen uii-
genoodigd om zijn stellingen in vergade
ringen te weerleggen, maar men heeft
hem doodgezwegen. Toch zou door weer
legging de zaak voor 90 pet. zijn gered.
Men wil toch doorzetten. Spr. ziet hier
in officieele hoogmoed van de heeren des
kundigen.
Het gaat hier niet om het wensche-
lijke. Dat komt hier niet eens aan de orde.
want de mogelijkheid is er niet. Ook is
het kapitaal van de N.V. te klein.
De Prov. Staten zouden bij aanneming
van het voorstel geen ernstig besluit ne
men, maar de bestaande agitatie levendig
houden.
Spr. dringt er op aan het voorstel niet
aan te nemen.
Dhr Goossens staat met gemengde
gevoelens tegenover het voorstel. De ver
plichte aansluiting is een ernstig be
zwaar. Maar toch zit daar aohter een
agitatie van hen, die aan Zeeuwsch-
Vlaanderen de gemakken en voordeelen
van den tegenwoordigen tijd willen ont
houden. Et is door sommigen een men
taliteit gekweekt, die meer dan beden
kelijk is.
Spr. laakt vooral het optreden van den
heer Van Dalsum, die de actie voor Wa
terleiding toeschrijft aan een aantal bur
gemeesters. Men heeft deze laatsten selfs
beleedigd. Maar at verdienen hulde.
Het gevolg van da oppositie tegen de
waterleiding is geweest, dat vele ge
meenteraden woordbreuk hebben ge
pleegd en van nieuw af aan begonnen
moest worden.
Men zegt wel eens, dat Zeeuwsch-
Vlaanderen zoo stiefmoederlijk wordt be
deeld, maar waarom gaat men dan af
breken, wat anderen willen opbouwen?
Waarom gaat men dan elke verbetering
afkeuren? Men heeft door de actie tegen
de waterleiding bereikt, dat industrieën
niet in Zeeuwsch-Vlaanderen werden
gevestigd.
Spr. is ook niet voor verplichte aan
sluiting. Maar we moeten nu de knoop
doorhakken, want anders is de zaak voor
tientallen van jaren verkeken. We moe
ten letten op het groote belang der zaak.
Laten de Prov. Staten een stukje achter
stelling van Zeeuwsch-Vlaanderen nu uit
de wereld helpen.
Dhr H a m e 1 i n k (S.D.) zegt ook, dat
de bevolking kopschuw is gemaakt. Zoo
gaat het altijd, als er voor Zeeuwsch-
Vlaanderen verbeteringen worden aan
hangig gemaakt. Spr. laakt het gehalte
van de bestrijding. Als hij spreekt van
opzettelijke misleiding, wordt hij door
den voorzitter tot de orde geroepen.
Dhr Hamelink wil dan in het midden
laten of dhr Van Dalsum zelf weet, dat
zijn beweringen onjuist zijn. In ieder ge
val wordt het tijd, dat de zaken eens bij
hun naam genoemd worden. Spr. laakt
het, dat dhr v. Dalsum beschouwingen
over een waterwinplaats te Sluis heeft
toegepast op de tegenwoordige.
Spr. is volkomen gerust over den wa
tervoorraad voor het tegenwoordige plan.
Er is vroeger door de bestrijders gezegd:
de watervoorraad is te klein voor al de
gemeenten. Maar nu er een beperkt plan
is komt men toch met dezelfde bezwaren.
Spr. meent, dat er achter de. bestrijding
wat anders zit.
Destijds is er een oommissie aan hel
werk geweest, die tot taak had, al de te
gen de waterleiding aangevoerde bezwa
ren te onderzoeken. Maar bepaalde hee
ren kwamen niet ter vergadering en zon
den ook hun bezwaren niet schriftelijk
in. Ze gingen liever het land in om de be
volking kopschuw te maken, wat gemak
kelijker ging, omdat er zooveel conserva
tisme zit.
Spr. brengt hulde aan Mr Dieleman,
die voor de zaak der waterleiding zoo
veel deed en hoopt, dat Zeeuwsch-Vlaan
deren spoedig van de zegeningen der wa
terleiding zal genieten.
Spr. kent aan de beschouwingen van
den heer Van Dalsum geen waarde toe,
omdat hij een leek is. Laat hij niet spre
ken over dingen, waarvan hij geen ver
stand heeft.
Dhr M o e 1 k e r aarzelt hoe te stem
men, omdat de houding van de bevolking
zoo onzeker is. De verplichte aansluiting,
hoe onaangenaam ook, is noodig om het
plan te doen slagen. Over het tarief is
Spr. niet zoo erg gerust, omdat het ook
elders is gebleken, dat het later moest
worden verhoogd. Spr. zou voor het voor
stel stemmen, als er maar 55 pet. van de
bevolking voor was.
Dhr Sonke is voorstander van de
waterleiding en zal voorstemmen. We
moeten kiezen tusschen waterleiding met
verplichte aansluiting of geen waterlei-
ding.
De tegenstanders van de waterleiding
zeggen, dat Terneuzen per jaar f 60.000
zal moeten opbrengen. Maar als Spr.
eens berekent, hoeveel men per jaar in
Terneuzen aan lucifers uitgeeft, zal dit
ongeveer f 10.000 zijn. Denk dan eens aan
tabak, sigaren en cigaretten!
We moeten rekenen per perceel. Fen
uitgaaf van 2% cent per dag per gezin
voor water is toch niet te houg.
Na de groote voordeelen van de water
leiding te hebben uiteengezet, zegt Spr. te
zullen voorstemmen, in het vertrouwen,
dat de verplichte aansluiting soepel zal
worden toegepast.
Dhr Van Klinken heeft vertrou
wen in de adviezen van de deskundigen,
die voor Schouwen-Duiveland juist zijn
gebleken. Maar Spr. is tegen verplichte
aansluiting, die voor den middenstand en
de mindere man drukkend zal zijn. In
Schouwen-Duiveland werd stuk voor
stuk het water uit de regen- en welputten
afgekeurd. Zoo dwong men de menschen
tot aansluiting.
Dhr den Boer wijst er op, dat de
mindere man ook zonder waterleiding bij
droogte veel geld kwijt is om water te
koopen. Bij waterleiding heeft men dan
in ieder geval goed water.
Dhr Kodde vraagt, of de risico-
garantie niet te groot risico voor de pro
vincie beteekent.
Dhr H e y b o e r ontwikkelt ook be
zwaren tegen de verplichte aansluiting,
die Spr. noemt een aantasting van de per
soonlijke vrijheid. Spr. is ook niet ge
rust op de waterwinplaats. Wat moet er
gebeuren als er eens watertekort komt?
Een duiker door de Schelde is financieel
onmogelijk. Spr. is het eens met het adres
van zeven raadsleden uit Terneuzen,
waarin financieele bezwaren tegen het
plan worden ontwikkeld. Spr. voorziet
groote financieele gevaren.
Dhr Kalle pleit voor aanneming van
het voorstel. Spr. wijst op de belangen van
de industrie. Ook zijn nu de prijzen van
de benoodigde materialen laag en kunnen
we door den aanleg de werkloosheid be
strijden.
Dhr Bosselaar heeft zich ook af
gevraagd, of we met aanneming van het
voorstel Zeeuwsch-Vlaanderen een dienst
bewijzen. Spr. meent echter van wel. De
bezwaren wil Spr. niet te hoog aanslaan.
Er zijn nn eenmaal altijd mensehen, die
de verbeteringen pu waardeeren als se er
jf*
Kun.
die U kwelt en belet te werken?
Neem een "AKKERTJE" en binnen
een kwartier voelt Ge de hoofdpijn
wegtrekken als mist voor de zon.
Heb steeds AKKER-CACHETS in
huis. Vannacht kunnen ze te pas
komen bii Hoofdpijn, Kiespijn, Ze
nuwpijn, Spierpijn. Slechts 50 cent
per 12 stuks. Overal verkrijgbaar.
Dhr v. d. W a r t is principieel voor de
waterleiding, maar betreurt, dat hier geen
deskundigen zijn, die de rapporten der
deskundigen kunnen beoordeelen.
Dhr Paap vraagt, hoe de N. V. de
zaak zal exploiteeren. Moet de Provincie
ook garant zijn voor een geldleening?
Dhr Van Bommel van Vlo
ten verdedigt het voorstel. Spr. stelt
volle vertrouwen in de adviezen der des
kundigen.
De verplichte aansluiting is een be
zwaar. Ged. Staten erkennen dat. Maar ze
is noodzakelijk voor de financiering van
de N. V.
De betrokken gemeenten zijn garant
voor de leening. Maar daartoe is verplich
te aansluiting als waarborg noodig.
De verplichte aansluiting is niet bij
zonder bezwaarlijk voor de arbeiders. Men
hoopt de menschen geleidelijk te kunnen
overtuigen en dat dwang niet veel noodig
zal zijn.
Dhr Van Dalsum citeert uit een
werk van de heeren Steenhuis en Krul
allerlei beschouwingen over den grond
waterstand van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Devoorzi tter onderbreekt hem
en vraagt of hij het geheele boek gaat
voorlezen.
Dhr Van Dalsum: Slechts een en
kele bladzijde.
Spr. houdt vol, dat er geen voldoende
water zal zijn.
Dhr Hamelink verzekert, dat in
de betrokken gemeenten een meerderheid
voor de waterleiding is. De bezwaren van
dhr Van Dalsum acht Spr. ongegrond.
Dhr M o e 1 k e r verklaart te zullen
voorstemmen.
Dhr Kodde gelooft, dat de strekking
van het voorstel niet is te overzien. De
Prov. Staten geven een deel van hun be
voegdheid prijs.
Het voorstel wordt aangenomen met 35
tegen 6 stemmen.
Hierna pauze.
Goes. De collecte voor het crisis-comité
heeft deze week opgebracht f 58.31.
Gisteravond hield de A.R. Kiesver-
eeniging een flink bezochte vergadering.
Nadat enkele huishoudelijke zaken waren
afgedaan, hield Mr Krans een referaat
over Fascisme en Nat. Socialisme. Eerst
werd een breed overzicht gegeven van de
ontwikkeling en de beteekenis van het
Fascisme in Italië en het Nat. Socialisme
in Duitschland. Daarna werd stilgestaan
bij de Fascistische bewegingen in ons
land, speciaal bij de Nat. Soc. Beweging
onder leiding van Ir Mussert. Aan de
hand van het programma dezer partij en
andere officieele geschriften werd deze
beweging principieel getoetst en als in
strijd met de Christelijke levensbeschou
wing afgewezen. Met groote belangstel
ling werd naar dit wei-doordachte en
sterk gedocumenteerde referaat geluis
terd. Van de geboden gelegenheid om
vragen te stellen werd door verschillen
de aanwezigen gebruik gemaakt. Bij de
beantwoording had Mr Krans gelegen
heid sommige punten nog nader te ver
duidelijken en te wijzen op de noodzake
lijkheid van bestudeering van de Antire
volutionaire beginselen.
Het was een leerzame avond.
Nadat de voorzitter den referent dank
had gebracht voor het gebodene werd de
vergadering, die uitstekend geslaagd is,
door Ds v. d. Vegt met dankzegging ge
sloten.
In de laatstgehouden vergadering
van de afd. van den Ned. Chr. Vrouwen
bond werd gelegenheid gegeven goederen
mee te brengen voor een kerstgave aan
hen die daaraan behoefte hebben. Velen
hadden aan deze uitnoodiging gevolg ge
geven. Een prachtige collectie nieuwe
goederen werd bijeengebracht, waarmee
tal van gezinnen kunnen worden verblijd.
Op verzoek van het bestuur deelen wu
mede, dat meerdere goederen gaarne door
de bestuursleden worden in ontvangst ge
nomen. Van de niet-aanwezige leden zul
len er allicht zijn die met vreugde iets
voor dit doel willen afstaan.
Ooatkapalla, Ook hiar ia veal van hat
ija geprofiteerd. Deer da werkzaamheden