'n Barstende Hoofdpijn Uit de Provincie. volgen dan dat we verzekerd worden van den steun van het Rijk. Èr ie langdurig gecorrespondeerd tusschen Ged. Staten en het Rijk. Dit wil een derde in de kosten betalen, mits aan de gestelde voorwaar' den wordt voldaan. Er schuilt niets achter het voorstel. Het is eenvoudig een herstellen van iets, wat over het hoofd is gezien. Wanneer in de toekomst het water- schap voor het onderhoud zou moeten gaan zorgen, zou vanzelf de overeenkomst gewijzigd moeten worden. Het bedrag van f 0.56 is zeer laag. Moet er over 15 of 20 jaar weer verbe tering worden aangebracht, dan gaan we weer met den Minister praten. Het voorstel wordt z. h. st. aangeno men. Uitvoering Ambtenarenwet 1920. Het voorstel tot wijziging van het Amb tenarenreglement Zeeland 1928 gaf tot discussie in de afdeelingen aanleiding. Zoo is o.a. op een desbetreffende vraag ge antwoord, dat Ged. Staten het te ver gaand achten, om ook het uitsteken van Lepaalde vlaggen van woningen van ambtenaren, geen dienstwoningen zijnde, te verbieden. Verder dat het aanleggen van een lijst van verboden onderscheidingsteekenen bezwaren heeft, en het beter is ieder ge val op zichzelf te beschouwen. Naar aanleiding van opmerkingen over het niet opnemen van een verbod inzake bet vloeken of bezigen van ruwe taal, meenden Ged. Staten, dat dit niet aan de orde is. Een lid van het college heeft tegen opname principieel geen bezwaar, een ander lid meent, dat het reglement hier reeds in voorziet en aangeeft, hoe een ambtenaar zich tijdens zijn diensttijd heeft te gedragen. Een wensch oin den leeftijdsgrens voor pensionneering op 65 inplaats van 70 jaar te stellen, zal eerst aan de Commissie van Overleg moeten worden voorgelegd. Dhr Van 't Hoff heeft destijds ge pleit voor een voorstel om don leeftijd om met pensioen te gaan te bepalen op 65 jaar. Devoorzitter zegt, dat dit buiten de orde is. Een dergelijk voorstel kan bij de begrooting worden gedaan. Dhr Boender heeft een zekere te genstrijdigheid ontdekt in de artikelen be treffende de handelingen van het scheids gerecht bij niet-eervol ontslag. Dhr S t i e g e r antwoordt, dat dhr Boender twee zaken door elkaar haalt. Van tegenstrijdigheid is geen sprake. Al les wordt zooveel mogelijk bij het scheids gerecht ondergebracht. Dhr Boender stelt voor in art. 35, 7e lid, de woorden: „zooveel mogelijk" te handhaven, welke woorden op advies van de commissie van georganiseerd overleg zijn geschrapt. De voorzitter zegt, dat Ged. Sta ten dat overnemen. Dhr Dieleman komt daartegen op. Dhr De B a a r e dringt er op aan het advies van georganiseerd overleg te volgen. Anders verzwakken we de positie van dit college. Dhr Dieleman sluit zich als voor zitter van georganiseerd overleg daarbij aan. Door de schrapping van de woor den: „zooveel mogelijk" wordt de positie van de ambtenaren versterkt. Het admi nistratief orgaan móet dan rekening hou den met het scheidsgerecht. Spr. stelt voor de woorden: „zooveel mogelijk" te schrap pen. Dit wordt aangenomen met 29 tegen 12 stemmen. Het voorstel wordt aangenomen. Personeel op arbeidscontract. Naar aanleiding van verschillende op merkingen over het voorstel inzake voor schriften voor indienstneming van perso neel op arbeidsovereenkomst, deelen Ged. Staten nog mede, dat naar hun meening in het algemeen het loon tijdens het ver lof moet worden doorbetaald. Er kunnen echter gevallen voorkomen, waarbij het wellicht eenerzijd3 onredelijk zou zijn, het gevraagde verlof niet te verleenen, an derzijds even onredelijk het loon over den tijd van het verlof te blijven betalen; men denke b.v. aan de mogelijkheid, dat een geëmployeerde der Provincie tijdelijk als adviseur of in dienst van een andere pu bliekrechtelijke of privaatrechtelijke cor- roratie optreedt. Ged. Staten stellen daarom prijs op behoud van de woorden „als regel". By art. 7 wil dhr De B a a r e den termijn van zes maanden brengen op één maand, zooals bij het Rijk. Zes maanden is wat lang. Dan kunnen allerlei misver standen ontstaan. Dhr S t i e g e r vindt zes maanden niet zoo lang. Maar een maand is wel wat kort. Dhr de Baare wijst er op, dat ook het Rijk toch deze bepaling heeft. Dhr S t i e g e r zegt, dat Ged. Staten dit overnemen. Dhr de Baare wil art, 11 (de loons- bepaling) toepassen, zooals bij het Rijk geschiedt. Nu willen Ged. Staten het loon bepalen. Spr. geeft de voorkeur aan het handhaven van de collectieve contracten van de betrokken vakgroep. Dhr S t i e g e r zegt, dat gevallen als deze weinig voorkomen. Ged. Staten wil len de loonbepaïing aan zich houden. Dhr de Baare wil uit een oogpunt van rechtszekerheid de rijksregeling vol gen. Dhr Stieger wijst op de practijk. Elk geval moet afzonderlijk bekeken worden. Spr. noemt b.v. de opzichters bij de wegen. Dhr Kodde zegt, dat de redactie van Ged. Staten van art. 14 ten opzichte van werk op Zondag hem niet bevredigt- De Zondag ie Gods dag. Alle met-noodzake lijke werk moet vermeden. De redactie van Ged. Staten spreekt alleen van het kunnen bijwonen van de godsdienstoefe ning. Spr. stelt voor art. 14 zóó te lezen, dat alleen strikt noodzakelijk werk moet worden verricht. Dhr v. d. Wart heeft voldoende ver trouwen in Ged. Staten, dat ze alleen ar beid zullen laten verrichten, als het strikt noodzakelijk is. Spr. acht het amende ment-Kodde onnoodig. Dhr Stieger meent, dat Ged. Staten hetzelfde voorstellen als dhr Kodde. Zij hebben de redactie van het ambtenaren reglement gevolgd. Dhr Kodde heeft geen wantrouwen tegenover Ged. Staten. Er kan later een ander college van Ged. Staten komen. De zaak moet objectief worden geregeld en vastliggen in een reglement. Spr. hand haaft zijn amendement. Dhr Stieger wijst er nog eens op, dat er practisch geen verschil bestaat tusschen de beide voorstellen. Er zijn nu eenmaal diensten, die niet stopgezet kun nen worden. Dhr v. d. Wart acht ook het amende ment-Kodde niet voldoende. Ook over het begrip „uiterste noodzaak" is verschil van meening. Dan moet radicaal alle ar beid worden verboden. Dhr Kodde wijst op brand, dijkval, overstrooming, gevallen, waarbij gewerkt moet worden. Een volkomen juiste redac tie is niet te vinden, maar de zijne vindt spr. toch de beste. Het voorstel-Kodde wordt verworpen met 34 tegen 7 st. (vóór de Stk. Geref. en de heeren Dominicus, Sonke en de Jonge). Bij art. 17 stelt dhr Adriaanse een wijziging voor inzake het verleenen van vacantie en om te schrappen, dat het verlof alleen wordt gegeven, als de be langen van den dienst het toelaten. Dhr de Baare vreest, dat het gevolg van het voorstel van Ged. Staten zal kun nen zijn, dat iemand zijn verlof verspeelt. Dhr Stieger handhaaft het voorstel. Met de belangen van den dienst moet vóór alles gerekend worden. Dhrn Adriaanse, de Baare en Goossens verdedigen het voorstel- Adriaanse, dat mogelijk maakt, verlof later te nemen, als de dienst dit noodig maakt. Ged. Staten nemen dit over. Dhr Staverman stelt voor een jaar- lijksch verlof van acht dagen zooveel mogelijk achter elkaar te nemen. Op voorstel van den heer Paap wijzigt dhr Staverman dit als volgt: als regel acht zooveel mogelijk achtereenvolgende dienstdagen. Dhr Stieger zegt, dat Ged. Staten hiertegen geen overwegende bezwaren hebben. Dhr de Baare wil een verlof van 12 dagen, zooals het Rijk dit geeft Dhr Stieger vindt acht dagen vol doende voor iemand, die b.v. zes maan den in dienst is. Dhr de Baare wil dan bepalen een maximum van twaalf dagen. Ged. Staten nemen ook dit over. Bij art. 20 wil dhr de Baare ver plichte (en niet als regel) doorbeta ling van loon bij verlof. Dhr Stieger zegt, dat Ged. Staten ook dezen regel willen handhaven. Maar er zijn uitzonderingsgevallen. Bij art. 21 wil dhr Kodde niet absoluut vastleggen, dat bij ziekte en ongeval loon wordt doorbetaald Men kan een ongeval krijgen, dat met het werk niets te maken heeft. Spr. stelt voor te schrappen de woorden „bij ongeval" en voor ongevallen een aparte regeling treffen. Dit amendement wordt niet voldoende ondersteund. Dhr Van 't Hoff wil niet bij voorbaat elk ongeval van betaling uitschakelen. Wel zou hij willen, dat Ged. Staten het recht hadden bij sommige ongevallen loon niet uit te keeren. Dhr Staverman merkt op, dat ziek te en ongeval niet te scheiden zijn. Dhr Kodde stelt een bepaling voor, in art. 23, dat het personeel verplicht is het Staatsgezag te eerbiedigen en verboden is te vloeken en onzedelijke taal te ge bruiken. Dhr v. d. Wart vraagt, waarom Ged. Staten een dergelijke bepaling niet heb ben voorgesteld. Dhr Stieger antwoordt, dat Ged. Staten in art. 35 van het Ambtenaren- reglement voldoende bevoegdheid hebben om in zulke gevallen op te treden. Ook is er het Burg. Wetboek nog. Dhr Kodde begrijpt niet, waarom het Rijk dan een dergelijke bepaling voor zijn personeel invoerde. Het Ambtenaren reglement geldt hier niet. Dhr Stieger erkent dit laatste. Maar de algemeene wetsbepalingen gelden wel. Dhr Adriaanse zegt, dat dhr Kodde een open deur intrapt. We moeten Ged. Staten vertrouwen schenken. Dit college zal in de bedoelde gevallen wel optreden. Dhr Kodde handhaaft zijn amende ment. We moeten hier het recht beschrij ven. Zoo noodig moet op korten termijn kunnen worden gehandeld. Het voorstel-Kodde wordt verworpen met 29 tegen 12 st. Het geheele reglement wordt aangeno- j men z.h.st. Opnemen Kasgeld. J Het voorstel om in 1934 tot f 2.000.000 aan kasgeld te mogen opnemen, onder vond in de afdeelingen geen bestrijding of bespreking. Z.h.st. aangenomen. Conversie van geldleeningen. Inzake het voorstel tot conversie van geldleeningen is op een desbetreffende vraag in een der afdeelingen, geant woord, dat het voorstel de machtiging in houdt aan Ged. Staten om tot conversie over te gaan, Z.h.st. aangenomen. Risico-garantie drinkwatervoorzie ning van Zeeuwsch-Vlaanderen. Het voorstel om aan de N.V. Waterlei ding-Mij. „Zeeuwsch-Vlaanderen" een risico-garantie van ten hoogste f 200.000 toe te kennen, gaf in alle afdeelingen aanleiding tot breedvoerige besprekingen In de eerste plaats zijn ernstige bezwa ren geuit tegen de verplichte aansluiting, waarop leden van Ged. Staten o.a. ant woordden, dat de verplichte aansluiting ook elders door het Rijk als voorwaarde is gesteld. De beslissing blijft ten deze echter bij de gemeenteraden. De verplichte aansluiting zal soepel worden toegepast. Als de gemeenteraden besluiten de verplichte aansluiting niet in te voeren, dan zal de gemeente een be- paaldq waterafname moeten garandee ren. In nauw verband met het vorige is ge handeld over de tarieven. Hierbij is vanwege Ged. Staten opge merkt, dat bij verplichte aansluiting de rendabiliteit verzekerd is. De tarieveD zullen tot de laagste behooren van de ge heele provincie. Zij zullen pas juist wor den vastgesteld, als de gemeenteraden tot uitvoering van het plan hebben beslo ten. Ook de aard en de capaciteit van de waterwinplaats maakten een onderwerp van bespreking uit. Dit gaf aanleiding tot de opmerking van de zijde van Ged. Staten, dat omtrent de door de tegenstan ders uitgesproken twijfel met betrekking tot de vraag of er water in voldoende hoe veelheid zal zijn, door de deskundigen na herhaald intensief onderzoek is uitge maakt, dat er bij normale ontwikkeling van het bedrijf voor 30 jaar voldoende water is. De mogelijkheid blijft over om in de streek nieuwe putten te maken, en bij onverwachte opbloei van het econo misch leven kan een duiker door de Schelde naar Noord-Brabant worden ge legd. Van verschillende zijden is de actie tegen de drinkwaterleiding van Z.-Vlaan- deren gevoerd, besproken. O.a. is nog opgemerkt, dat de bevolking schuw wordt gemaakt. Zeeuwsch-Vlaan deren wil alles hebben, maar niet beta len. Het vroegere plan was te groot, dit plan heet nu te klein en daarom is men er tegen. Van de zijde van Ged. Staten wordt betoogd, dat 't in deze periode van neergang do juiste tijd is het werk aan te vatten en wel op de eerste plaats, omdat de prijzen van materialen en grond thans laag zijn, en vervolgens omdat er een zeer geschikt object van werkverschaf fing in moet worden gezien. Het zou on rechtvaardig zijn, indien de Staten aan Zeeuwsch-Vlaanderen de garantie wei gerden, die zij aan andere deelen der provincie verleenden. Eerst als de verliezen zijn opgeloopen tot f 100.000 moet de provincie bijsprin gen. Deze verliezen zijn echter berekend op f 23.000. Meer dan 60 pet. der woningen in Z. Vlaanderen vallen in de klassen van f 7 f 15 per jaar. Dhr van Dalsum zegt, dat de N.V. is opgericht door zes burgemeesters, niet handelende als burgemeesters, maar als personen. De waterleiding is niet bestaanbaar ais er geen voldoende watervoorraad is. De oude vennootschap is moeten wor den ontbonden, o.a. omdat er geen vol doende watervoorraad is. Dit is erkend door het Rijksbureau voor drinkwater voorziening. Er zal ook geen voldoende druk op het water zijn. Er is niet meer water dan wat er valt. Het tekort aan water is ook erkend door de Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg mij., de Spoorweg-mij. MechelenTer- neuzen, de ingenieurs die de waterleiding voor St. Nicolaas hebben aangelegd, de Minister, onder wien het rijksbureau voor drinkwatervoorziening ressorteert en die een nader onderzoek gelastte 1 op grond van een geheim gehouden rapport de ervaring van de bevolking (bij een brand te Hulst is gebleken, dat een welput niet voldoende water bevat) en door prof. van Baren. De heeren van het Rijksbureau weten wel, hoe de zaak in elkaar zit, maar ze handelen er niet naar. Spr. heeft hen uii- genoodigd om zijn stellingen in vergade ringen te weerleggen, maar men heeft hem doodgezwegen. Toch zou door weer legging de zaak voor 90 pet. zijn gered. Men wil toch doorzetten. Spr. ziet hier in officieele hoogmoed van de heeren des kundigen. Het gaat hier niet om het wensche- lijke. Dat komt hier niet eens aan de orde. want de mogelijkheid is er niet. Ook is het kapitaal van de N.V. te klein. De Prov. Staten zouden bij aanneming van het voorstel geen ernstig besluit ne men, maar de bestaande agitatie levendig houden. Spr. dringt er op aan het voorstel niet aan te nemen. Dhr Goossens staat met gemengde gevoelens tegenover het voorstel. De ver plichte aansluiting is een ernstig be zwaar. Maar toch zit daar aohter een agitatie van hen, die aan Zeeuwsch- Vlaanderen de gemakken en voordeelen van den tegenwoordigen tijd willen ont houden. Et is door sommigen een men taliteit gekweekt, die meer dan beden kelijk is. Spr. laakt vooral het optreden van den heer Van Dalsum, die de actie voor Wa terleiding toeschrijft aan een aantal bur gemeesters. Men heeft deze laatsten selfs beleedigd. Maar at verdienen hulde. Het gevolg van da oppositie tegen de waterleiding is geweest, dat vele ge meenteraden woordbreuk hebben ge pleegd en van nieuw af aan begonnen moest worden. Men zegt wel eens, dat Zeeuwsch- Vlaanderen zoo stiefmoederlijk wordt be deeld, maar waarom gaat men dan af breken, wat anderen willen opbouwen? Waarom gaat men dan elke verbetering afkeuren? Men heeft door de actie tegen de waterleiding bereikt, dat industrieën niet in Zeeuwsch-Vlaanderen werden gevestigd. Spr. is ook niet voor verplichte aan sluiting. Maar we moeten nu de knoop doorhakken, want anders is de zaak voor tientallen van jaren verkeken. We moe ten letten op het groote belang der zaak. Laten de Prov. Staten een stukje achter stelling van Zeeuwsch-Vlaanderen nu uit de wereld helpen. Dhr H a m e 1 i n k (S.D.) zegt ook, dat de bevolking kopschuw is gemaakt. Zoo gaat het altijd, als er voor Zeeuwsch- Vlaanderen verbeteringen worden aan hangig gemaakt. Spr. laakt het gehalte van de bestrijding. Als hij spreekt van opzettelijke misleiding, wordt hij door den voorzitter tot de orde geroepen. Dhr Hamelink wil dan in het midden laten of dhr Van Dalsum zelf weet, dat zijn beweringen onjuist zijn. In ieder ge val wordt het tijd, dat de zaken eens bij hun naam genoemd worden. Spr. laakt het, dat dhr v. Dalsum beschouwingen over een waterwinplaats te Sluis heeft toegepast op de tegenwoordige. Spr. is volkomen gerust over den wa tervoorraad voor het tegenwoordige plan. Er is vroeger door de bestrijders gezegd: de watervoorraad is te klein voor al de gemeenten. Maar nu er een beperkt plan is komt men toch met dezelfde bezwaren. Spr. meent, dat er achter de. bestrijding wat anders zit. Destijds is er een oommissie aan hel werk geweest, die tot taak had, al de te gen de waterleiding aangevoerde bezwa ren te onderzoeken. Maar bepaalde hee ren kwamen niet ter vergadering en zon den ook hun bezwaren niet schriftelijk in. Ze gingen liever het land in om de be volking kopschuw te maken, wat gemak kelijker ging, omdat er zooveel conserva tisme zit. Spr. brengt hulde aan Mr Dieleman, die voor de zaak der waterleiding zoo veel deed en hoopt, dat Zeeuwsch-Vlaan deren spoedig van de zegeningen der wa terleiding zal genieten. Spr. kent aan de beschouwingen van den heer Van Dalsum geen waarde toe, omdat hij een leek is. Laat hij niet spre ken over dingen, waarvan hij geen ver stand heeft. Dhr M o e 1 k e r aarzelt hoe te stem men, omdat de houding van de bevolking zoo onzeker is. De verplichte aansluiting, hoe onaangenaam ook, is noodig om het plan te doen slagen. Over het tarief is Spr. niet zoo erg gerust, omdat het ook elders is gebleken, dat het later moest worden verhoogd. Spr. zou voor het voor stel stemmen, als er maar 55 pet. van de bevolking voor was. Dhr Sonke is voorstander van de waterleiding en zal voorstemmen. We moeten kiezen tusschen waterleiding met verplichte aansluiting of geen waterlei- ding. De tegenstanders van de waterleiding zeggen, dat Terneuzen per jaar f 60.000 zal moeten opbrengen. Maar als Spr. eens berekent, hoeveel men per jaar in Terneuzen aan lucifers uitgeeft, zal dit ongeveer f 10.000 zijn. Denk dan eens aan tabak, sigaren en cigaretten! We moeten rekenen per perceel. Fen uitgaaf van 2% cent per dag per gezin voor water is toch niet te houg. Na de groote voordeelen van de water leiding te hebben uiteengezet, zegt Spr. te zullen voorstemmen, in het vertrouwen, dat de verplichte aansluiting soepel zal worden toegepast. Dhr Van Klinken heeft vertrou wen in de adviezen van de deskundigen, die voor Schouwen-Duiveland juist zijn gebleken. Maar Spr. is tegen verplichte aansluiting, die voor den middenstand en de mindere man drukkend zal zijn. In Schouwen-Duiveland werd stuk voor stuk het water uit de regen- en welputten afgekeurd. Zoo dwong men de menschen tot aansluiting. Dhr den Boer wijst er op, dat de mindere man ook zonder waterleiding bij droogte veel geld kwijt is om water te koopen. Bij waterleiding heeft men dan in ieder geval goed water. Dhr Kodde vraagt, of de risico- garantie niet te groot risico voor de pro vincie beteekent. Dhr H e y b o e r ontwikkelt ook be zwaren tegen de verplichte aansluiting, die Spr. noemt een aantasting van de per soonlijke vrijheid. Spr. is ook niet ge rust op de waterwinplaats. Wat moet er gebeuren als er eens watertekort komt? Een duiker door de Schelde is financieel onmogelijk. Spr. is het eens met het adres van zeven raadsleden uit Terneuzen, waarin financieele bezwaren tegen het plan worden ontwikkeld. Spr. voorziet groote financieele gevaren. Dhr Kalle pleit voor aanneming van het voorstel. Spr. wijst op de belangen van de industrie. Ook zijn nu de prijzen van de benoodigde materialen laag en kunnen we door den aanleg de werkloosheid be strijden. Dhr Bosselaar heeft zich ook af gevraagd, of we met aanneming van het voorstel Zeeuwsch-Vlaanderen een dienst bewijzen. Spr. meent echter van wel. De bezwaren wil Spr. niet te hoog aanslaan. Er zijn nn eenmaal altijd mensehen, die de verbeteringen pu waardeeren als se er jf* Kun. die U kwelt en belet te werken? Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwartier voelt Ge de hoofdpijn wegtrekken als mist voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis. Vannacht kunnen ze te pas komen bii Hoofdpijn, Kiespijn, Ze nuwpijn, Spierpijn. Slechts 50 cent per 12 stuks. Overal verkrijgbaar. Dhr v. d. W a r t is principieel voor de waterleiding, maar betreurt, dat hier geen deskundigen zijn, die de rapporten der deskundigen kunnen beoordeelen. Dhr Paap vraagt, hoe de N. V. de zaak zal exploiteeren. Moet de Provincie ook garant zijn voor een geldleening? Dhr Van Bommel van Vlo ten verdedigt het voorstel. Spr. stelt volle vertrouwen in de adviezen der des kundigen. De verplichte aansluiting is een be zwaar. Ged. Staten erkennen dat. Maar ze is noodzakelijk voor de financiering van de N. V. De betrokken gemeenten zijn garant voor de leening. Maar daartoe is verplich te aansluiting als waarborg noodig. De verplichte aansluiting is niet bij zonder bezwaarlijk voor de arbeiders. Men hoopt de menschen geleidelijk te kunnen overtuigen en dat dwang niet veel noodig zal zijn. Dhr Van Dalsum citeert uit een werk van de heeren Steenhuis en Krul allerlei beschouwingen over den grond waterstand van Zeeuwsch-Vlaanderen. Devoorzi tter onderbreekt hem en vraagt of hij het geheele boek gaat voorlezen. Dhr Van Dalsum: Slechts een en kele bladzijde. Spr. houdt vol, dat er geen voldoende water zal zijn. Dhr Hamelink verzekert, dat in de betrokken gemeenten een meerderheid voor de waterleiding is. De bezwaren van dhr Van Dalsum acht Spr. ongegrond. Dhr M o e 1 k e r verklaart te zullen voorstemmen. Dhr Kodde gelooft, dat de strekking van het voorstel niet is te overzien. De Prov. Staten geven een deel van hun be voegdheid prijs. Het voorstel wordt aangenomen met 35 tegen 6 stemmen. Hierna pauze. Goes. De collecte voor het crisis-comité heeft deze week opgebracht f 58.31. Gisteravond hield de A.R. Kiesver- eeniging een flink bezochte vergadering. Nadat enkele huishoudelijke zaken waren afgedaan, hield Mr Krans een referaat over Fascisme en Nat. Socialisme. Eerst werd een breed overzicht gegeven van de ontwikkeling en de beteekenis van het Fascisme in Italië en het Nat. Socialisme in Duitschland. Daarna werd stilgestaan bij de Fascistische bewegingen in ons land, speciaal bij de Nat. Soc. Beweging onder leiding van Ir Mussert. Aan de hand van het programma dezer partij en andere officieele geschriften werd deze beweging principieel getoetst en als in strijd met de Christelijke levensbeschou wing afgewezen. Met groote belangstel ling werd naar dit wei-doordachte en sterk gedocumenteerde referaat geluis terd. Van de geboden gelegenheid om vragen te stellen werd door verschillen de aanwezigen gebruik gemaakt. Bij de beantwoording had Mr Krans gelegen heid sommige punten nog nader te ver duidelijken en te wijzen op de noodzake lijkheid van bestudeering van de Antire volutionaire beginselen. Het was een leerzame avond. Nadat de voorzitter den referent dank had gebracht voor het gebodene werd de vergadering, die uitstekend geslaagd is, door Ds v. d. Vegt met dankzegging ge sloten. In de laatstgehouden vergadering van de afd. van den Ned. Chr. Vrouwen bond werd gelegenheid gegeven goederen mee te brengen voor een kerstgave aan hen die daaraan behoefte hebben. Velen hadden aan deze uitnoodiging gevolg ge geven. Een prachtige collectie nieuwe goederen werd bijeengebracht, waarmee tal van gezinnen kunnen worden verblijd. Op verzoek van het bestuur deelen wu mede, dat meerdere goederen gaarne door de bestuursleden worden in ontvangst ge nomen. Van de niet-aanwezige leden zul len er allicht zijn die met vreugde iets voor dit doel willen afstaan. Ooatkapalla, Ook hiar ia veal van hat ija geprofiteerd. Deer da werkzaamheden

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 2