Uit de Provincie Bab Fenwicks verloving. Ingezonden Mededeellng. FEUILLETON. „Och, ze kibbelen zoo. We konden maar Wordt vervolgd.) de Kok O2, G. HoogestegerG. P. Vo gelaar Jz. 2—0; P. v. LiereM. v. Hek ken 02; B. MagielseD. Smallegange 20, P. GornelisseL. Tigchelaars 02, J. de JongeG. de Hhmer 02; G. v. de SandeG. L. de Wilde 11, H. H. SteynmeyerL. v. Gilst 11, A. Romijn J. Staal 02. Uitslag 146 voor Krabbendijke. Vrijdag j.l. had bij de gebruikelijke repetitie van het Harmoniegezelschap Euphonia een intieme huldiging plaats van den heer F. X. Mannhardt, onder directeur van dit gezelschap, die daarvan thans sinds 45 jaar lid is. Ter eere van dit feit heeft de heer P. de Rooij te Vlis- singen, die sinds een tweetal jaren direc teur van het gezelschap is, een marsch gecomponeerd, dien hij de F.X.-Marsch heeft genoemd. Het spreekt vanzelf, dat de leden dezen keurigen en vlotten marsch, die vooraf buiten medeweten van den heer Mann hardt om was ingestudeerd, met animo hebben uitgevoerd om hun erkentelijk heid te betuigen voor al hetgeen de heer Mannhardt voor Euphonia heeft gedaan. Zaterdagavond hield de afd. Goes van het Ned. Jongel. Verbond in haar ge bouw alhier de eerste gezellige jeugd- avond in dit seizoen. Velen hadden aan den oproep gehoor gegeven, w.o. ook vele niet-leden en enkele jonge dames. Toe spraken, muziek, voordrachten enz. vul den den avond, terwijl een verversching werd rondgediend. Het is een zeer goed geslaagde avond geworden. Ook Zondag avond waren van de niet-leden, welke Za terdagavond waren geweest, weer velen opgekomen. Wolphaartsdijk. Vrijdagavond hield de kort geleden opgerichte Arja-club „Groen van Prinsterer" alhier haar eerste ge wone vergadering. Een reglement werd besproken en aangenomen. Het bestuur werd uitgebreid met twee leden, de da mes M. Bliek en P. Heijnsdijk. Vijf nieuwe leden traden tot de club toe, terwijl twee heeren zullen verzocht worden om als adviseurs de club met raad en daad bij te staan. Oudelande. Gisterenavond omstreeks 7 uur ontstond brand in stroo- en vlas- klampen op de hofstede van den heer A. Bruggeman. Met een slang op de water leiding werd het vuur bestreden om te verhinderen dat een 6-tal korenhoopen, welke slechts pl.m. 30 meter van de klampen liggen mede een prooi der vlammen werden. De landbouwschuur welke ook slechts pl.m. 30 meter van het vuur verwijderd staat bleef, dank zij de gunstige windrichting, gespaard. Nieuwdorp. Zaterdagavond werd alhier de eerste vergadering gehouden in de a.s. winter-campagne van den Ring West- Zuid-Beveland en Noord-Beveland van J. V. op G. G. De vergadering was goed bezocht. Een tweetal onderwerpen werden behandeld, n.l. „Gezag en Jeugd" en „Elia", welke werden ingeleid door de vereenigingen van Nieuwdorp en Heinkenszand. Op beide inleidingen volgde een geanimeerde bespreking. Door ds Beukema werd de vergadering op gebruikelijke wijze geslo ten. Krabbendijke. Donderdag vergaderde de Landbouwvereen. E. M. M., afd. der Z. L. M., onder voorzitterschap van dhr A. P. Wouterse. Er ontspon zich nog al eenige discussie over de Garantie-verdee ling der bieten. Tot bestuursleden werden herkozen bij acclamatie dhrn A. J. P. Kakebeeke en G. A. van Nieuwenhuijze. Tot secretaris penningmeester werd bij acclamatie her kozen dhr G. Tollenaar. Het was juist 20 jaar geleden dat de heer G. Tollenaar deze functie bekleedde. Volgens den heer Tollenaar waren deze 20 jaren voor hem een mooie en leerzaame tijd. Prettig was de samenwerking met de verschillende mede-bestuursleden. Het waren echter ernstige tijden voor de vereeniging. In 1914 kwam de wereldoorlog. Uit deze pe riode herinnerde hij zich nog het werk dat door de vereeniging is gedaan. De veilingsvereeniging werd als onderafdee- ling opgericht. De prijzen der producten liepen voortdurend op, zoodat men over het financieele gedeelte wel tevreden kon zijn. Nu in deze tijden met den overvloed der producten as er veel geklaag. Nu komen weer van regeeringswege allerlei maatregelen. In deze periode is ook de Z. L. M. gereorganiseerd en door tijdig de bakens te verzetten wist het bestuur het zoo te regelen, dat deze vereeniging bij de Z. L. 'M. bleef aangesloten. Ook wees hij op het zijns inziens verkeerde door confessioneele vereenigingen. Waarom niet alle vakgenooten in één vereeniging? nirtg en werkverschaffing is uiterst moei lijk. Uitgegaan is van de vaststaande ge gevens over de eerste 8 maanden van 1933, waarin een zeer ongunstig tijdvak (het eerste 'halfjaar) is verdisconteerd. Rekening is gehouden met de sedert 1 October eenigsZins verlaagde steunnor- men voor de ongeorganiseerden, terwijl voor de gehuwden ook een andere wijze van berekening is vastgesteld, waarvan lagere uitgaven het gevolg zullen zijn. Beide posten staan met elkaar in het nauwste verband. Plannen voor werkver schaffing, waarbij uitdieping der Vesten ernstig de aandacht vraagt, zijn thans in overweging. Belastingverhooging dient zoo lang mo gelijk te worden voorkomen, daar de be lastingen reeds zeer hoog zijn, terwijl het Rijk voor 1934 weer hoogere lasten aan de bevolking oplegt. De beschouwingen van B. en W. zoo melden zij ten slotte zijn achterhaald door het rondschrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken nopens de Rijksbijdragen in de kosten van steun- verleening en werkverschaffing geduren de 1934. 'De daarin aangekon digde maatregelen zullen ten gevolge hebben, dat de Ge meente in 1934 rond f 47500 aan Rijksbijdragen zal missen. B. en W. beraden zich over de tot dekking van dit verlies noodige maatregelen, en zullen hun gevoelen te dezer zake zoo spoedig mogelijk nader kenbaar maken. GEWESTELIJKE ORGANISATIE ZEE LAND VAN PATRIMONIUM. Rede van den heer C. Smeenk, lid der Tweede Kamer. Zaterdag hield de gewestelijke organi satie Zeeland van Patrimonium te Mid delburg een openbare vergadering, waar in de heer G. Smeenk, lid der Tweede Kamer en voorzitter van het Verbond Pa trimonium, een rede hield over het on derwerp: „Bewogenheid en vastheid". ie voorzitter, de heer W. A. den Hol lander, opende de vergadering op de ge bruikelijke wijze en sprak zijn blijdschap uit over deze groote opkomst. De boven zaal van het Militair Tehuis was geheel bezet. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op den heer Mr R. M. van Dussel- dorp, lid van Uedep. Staten, de burge meesters van Middelburg, Domburg, Koudekerke, Sint Laurens, e.a., verder enkele wethouders, raadsleden enz. De heer Smeenk begon met er op te wijzen, dat Nederland de laatste halve eeuw een betrekkelijk groote mate van welvaart heeft genooten. Er is veel be reikt op het gebied van sociale wetgeving, onderwijs, Woningbouw, en organisato risch gebied. Van 1320 tot 1820 is de bevolking van Europa slechts van 100 tot 200 millioen gestegen. Het welvaartspeil was laag, oorlog, honger en pestilentie dunden de bevolking. Er was een kleine stabiele pro ductie. Toen is gekomen een groote ont wikkeling van het bedrijfsleven, helaas in de 19e eeuw gepaard met veel ellende en sociale misstanden, gevolg van het opzij schuiven van Gods ordinantiën. Toch is in de 19e eeuw de grondslag gelegd voor een welvaart, waarin ons volk zich later mocht verheugen. Van 1820 tot 1900 steeg de bevolking van Europa van 200 tot 400 millioen. Ze leefde op een hooger welvaartspeil dan vorige generaties. Deze welvaart had in hoofdzaak vier oorzaken: ten eerste de groote ontwikke ling van den landbouw, waarbij Spr. te vens opmerkt, dat het onjuist is te bewe ren, dat Nederland een agrarische staat is, daar 32 pet. van de loontrekkenden in de nijverheid werkzaam is, ten twee de de groei van onze industrie, ten derde onze internationale en binnenscheep vaart, en ten vierde de band met Indië. Helaas bevinden we ons nu in groote economische moeilijkheden. Als oorzaken daarvan noemt Spr. de noodlottige gevol gen van den oorlog, het dwaze verdrag van Versailles, de wanverhouding tus- schen loonen en prijzen in stad en platte land en het streven van verschillende vol ken om in eigen behoeften te voorzien. Van grooten zegen voor de maatschap pij is de arbeidersbeweging geweest, al moet betreurd, dat in haar is ingedron gen de macht van het socialisme. Geluk Vrij naar het Engelsch. 12). o— „Wie moet er thuis gebracht?" vroeg de jonge man, die zijn paard inhield, ter wijl hij in de duisternis trachtte te on derscheiden, wie er aan het hek stonden. „O is u het, mevrouw Fenwick en Bab, stap dan maar in, plaats voor drie is er niet, dan zal ik wel loopen". „Neen Jack, neem jij Baib maar mee, ik wil graag nog even in de lucht zijn, na die rumoerige vergadering. En ik moet toch even naar Eliza, de portier zei me, dat de baby het weer niet zoo goed maakte". Mevr. Fenwick verdween in de richting van de portierswoning, bezwaard over haar dochters tekortkomingen, terwijl de laatste bij Jack op het rijtuigtje klom. In haar hart voelde Bab wel, dat ze een standje verdiende, eerder dan een goed woordje over haar vergeetachtigheid. „Laat die goede Pickles niet zoo hard draven, Jack", reide ze berouwvol, an ders kun je ma siat vargeven hebben voor wa thuis sijs". kig hebben we hier te lande een krachtig ontwikkelde Christelijke arbeidersbewe ging. We leven niet meer in de liberale maatschappij. Het arbeidscontract is er en blijft er en het beschikkingsrecht op den eigendom is veel beperkt geworden. Er is organisatorische ontwikkeling ge komen, zoowel voor de arbeiders, mid denstanders als werkgevers. De overheid treedt meer en meer met de organisaties in contact. Helaas zijn er ook schaduwzijden van dit georganiseerde maatschappijleven. We hebben gekregen een opkomst van be langengroepen, wat een der redenen is dat de conferenties te Genève e.a. zoo weinig succes hebben. Toch wil men gelukkig niet terug naar de oude toestanden. In dit verband be spreekt dhr Smeenk ook het fascisme en het nationaal socialisme. Dit brengt in den grond der zaak weinig nieuws. Het is de consekwentie van het staats-absoiutis- me (de heerschappij van den Staat over het menschelijk leven). Helaas doorzien sommige Christenen dit niet, zooals er ook Christenen waren, die niet direct de beginselen der Fransche revolutie onder kenden. Het is nu weer bij het fascisme hetzelf de geknutsel als in de 18e en 19e eeuw, toen men het gezag poogde te handhaven met terzijdestelling van de Goddelijke be ginselen. Men wil nu den Staat alles doen overheerschen en een eind maken aan alle sociale organisaties. Deze moeten or ganen van den Staat worden. Neen, in de lijn van het fascisme kunnen we niet gaan. Dan is het gedaan met de waar achtige geestelijke vrijheid. Daarin past niet de democratie, de gezonde volksin vloed. We leven in een merkwaardigen tijd, vol stroomingen en economischen neer gang. Het is moeilijk om het evenwicht te bewaren. Er is in breede kringen veel teleurstelling, veel dat men niet verklaren kan. Als wij echter aanvaarden het Woord Gods, dan hebben wij vastheid. Zeker, ook de Christen weet niet, wat de toekomst brengen zal. Als Nederland blijft ingesloten en aangewezen op zelf voorziening, dan is aan econojnischen teruggang niet te ontkomen. Dat moeten wij ons goed realiseeren. Dan moeten wij komen op lager peil. Voor dit aanpas singsproces, waarbij1 .ook de sociale orga nisaties gemoeid zijn, hebben we noodig sociale leiders met principieel inzicht en economische kennis. Het zal in de toekomst ook gaan om de juiste verhouding tusschen de politieke en sociale organisaties, tusschen maat schappij en Staat. De sociale organisaties moeten uitbannen alle eenzijdig najagen van groepsbelangen. Waarlijk Christe lijke persoonlijkheden moeten zich kun nen ontplooien, die het wagen durven met het Evangelie van Jezus Cristas. De overheid heeft ook in dezen tijd te waken dat het recht niet wordt geschon den en moet tegen elkander afwegen het recht van de groep en dat van de ge meenschap. Tegenover de Overheid moet staan een krachtig ontwikkeld organisa tieleven. De Christen moet op alle gebied zijn profetische taak verstaan. Hij moet de geestelijke krachten in het volksleven op wekken en versterken. De moeilijkheden zijn groot. Maar toch wordt de Christen niet moedeloos. Hij staat op vasten bodem. Wat is er terecht gekomen van het rationalisme en de so ciaal-democratie? Laten wij voorttrekken in het vaste geloof, dat Jezus Christus geen half werk heeft gedaan. Hij is de redder van den enkeling, maar ook van de schepping. Daarom gaan wij met ge- loofsoptimisme voort met ons werk. Op deze rede, die met onverdeelde aan dacht was gevolgd, volgde nog bespre king, waaraan een viertal personen deel nam. O.a. werd nog nader gevraagd naar het nationaal-socialisme en werd gewe zen op de toestanden op het Zeeuwsche platteland, waar vaak nog het econo misch liberalisme regeert. Nadat de heer Smeenk in den breede de gestelde vragen had beantwoord en de voorzitter een kort slotwoord had ge sproken, ging de spreker voor in dankge bed. Patrimonium kan op een welgeslaagde vergadering terugzien. Dien geheelen middag was voor Jack een kwelling geweest, zooals slechts een mensch in zijn positie gekweld kon wor den; hij had zichzelf trachten te overtui gen, dat hij alles te donker inzag. Daarna had hij slag moeten leveren tegen zijn ge kwetst gevoel van eigenwaarde, dat hem inblies, een meisje, dat hem zoo behan delde, verder links te laten liggen. Hij had zich ingespannen geduld te oefenen maar hij was niet geduldig; en voor de eerste maal kwam de wensch in hem op, dat hij Gomhe den rug had toegekeerd, toen het nog tijd was. En toch, 'de eerste opmerking van de berouwvolle boeteling deed al zijn veront waardiging, al zijn boos humeur vervlie- den als sneeuw voor de zon; alleen al door het geluid van haar stem verdwenen al zijn sombere gedachten. Zij zat naast hem, samen deelden zij denzelfden reis deken enoch, hoe lief had hij haar, hoe zou hij ooit boos op haar kunnen zijn! „Kom Jack, wees nu alsjeblieft weer ge woon tegen me", smeekte de slem naast hem. „Ben je van plan me een blauw oog te bezorgen met je linkerschouder? Het spijt me heusch zoo, dat ik onze afspraak vergat, ik ging „Och Bab, dat heb ik ook wel begrepen; en ik heb me best vermaakt vanmiddag". Gelukkig, het schikt nogal met zijn bui, Een particuliere booidienst Vlissingen Terneuzen? Te Terneuzen heeft zich een combi natie gevormd, die zich tot de Prov. Sta ten van Zeeland gericht heeft met een schrijven, waarin zij mededeelt, het ver voer van passagiers en goederen te wil len bewerkstelligen op het traject Terneu zenVlissingen, zoodra deze lijn door den Prov. Stoombootdienst op de Wester- Schelde zou worden stopgezet. Zij zou tevens geneigd zijn om in dat geval twee der overcompleet komende booten, waar mede de provincie thans den dienst uit oefent, over te nemen. Alle N.S.F, en Philipstoestellen zijn voorzien van electrodynamische luidspre kers. Vanaf 137,50. Hoofdagent: J. M Polderman, Goes. (Adv.) Het vervoer op de provin ciale veerdiensten op de Wee- terscheid e. De A.N.W.B. en de K.N.A.C ontvingen van Gedeputeerde Staten van Zeeland bericht, dat een na dere regeling van de bevrachting van stukgoederen in vrachtauto's op het veer HansweertWalsoorden in onderzoek is en dat wordt vertrouwd, dat deze aange legenheid bevredigend zal worden opge lost. Voorts zal met een nieuwe wijze van bevrachting van auto's een proef worden genomen, waarmede naar wordt verwacht aan de bezwaren ten opzichte van het ge bruik van beurtvaartadressen zal worden tegemoet gekomen. Bij het laden van auto's over den kop van het schip, gelijk te Vlissingen en Breskens, heeft dat college geen bezwaar, dat de passagiers de auto's niet verlaten, doch dat de bepaling, dat alleen de chauf feur in de auto mag blijven in elk geval behoort te worden gehandhaafd bij lading langs de zij in het belang van de veilig heid van de inzittenden. De verbinding Oost Z. - Vlaanderen-overig Neder land. In de Vrijdag gehouden raadsver gadering te Hulst stelde de heer E. Lockefeer voor er bij Ged. Staten op aan te dringen te willen bevorderen, dat aan beide zijden van de Westerschelde de inloophavens tot stand komen voor de verbinding van uit Oost-Zeeuwsch-Vlaan- deren, zonder aan te geven waar de in loophavens moeten komen. Het schrijven van Ged. Staten over inloophavens was hem geheel uit het hart gegrepen. De voorzitter zeide, dat hij het schrij ven van Ged. Staten aan Provinciale Staten over de verbinding van Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen met overig Neder land niet erg gelukkig vond. Wat Ged Staten zeggen over de verbinding Graauw-Ossendrecht heeft niets te ma ken met de kwestie der inloophavens. Dat wat nu bestaat, maar blijven moet, vond spr. geen redeneering. Het argument, dat het nieuwe zijn bestaansreden nog bewij zen moet, is een zwak argument. Het schrijven van Ged. Staten is niet geluk kig. Een ongelukkig argument is ook, dat er over niets anders mag gedacht worden dan over de bestaande verbindin gen. Tegen aandringen op inloophavens is op zich zelf geen bezwaar. Maar de zaak van het Z.-Vl. Kanalen-Comité moe ten wij er buiten laten. Laten we aan dringen op het tot standkomen van in loophavens, maar in het midden laten waar deze moeten komen. Aldus werd z. h. st. besloten, nadat de heer Lockefeer nog gezegd had het schrijven van Ged. Staten wel gelukkig te achten, maar er niet verder over te willen discussieeren. Een hondenslaohter? De zer dagen deed men bij de politie te Ter neuzen aangifte dat door een slager ter plaatse inplaats van kalfsvleesch, hooa- denvleesch zou zijn verkocht. De slager hierover gehoord, ontkende zulks te heb ben gedaan, doch wel kwam vast te staan, dat hij een „vet hondje" van een ingezetene te Terneuzen had weten te bemachtigen en het diertje had geslacht. Dit zou echter gebeurd zijn na het tijdstip waarop klagers van hem kalfsvleesch hadden gekocht. Goes. Danswedstrijd op 17 Nov. 1933: Resp. Goes II en Krabbendijke: L. Dek kerJ. Zeevaart 02, J. MangeA. D. overdacht Bab verlicht. „Dat doet me ge noegen. „Wie waren er?" „De Hayters en Elton en nog een paar". „Dat trof je dan", zeide ze hartelijk. „Ik ben heel blij, dat je me niet erg ge mist hebt". „Ja, de middag was bijzonder aange naam", zeide Jack nogmaals. Hij zat nu niet langer met zijn schouder naar haar toegewend, doch keek naar haar profiel, waarvan de zachte lijnen door het maan licht werden omstraald. „Weet je, hoe ik me werkelijk voelde, Baib?" zeide hij plotseling zacht. „Tracht je dan voor te stellen, dat je bovenop een schutting met prikkeldraad zit en dat be neden je aan weerszijden een paar bloed honden staan te blaffen. Neen, lach er niet om, prettig is dat heusch niet. Ik lachte niet, dat kan ik je wel verzekeren, en dat ik de golfbal zulke harde meppen gaf, was heusch niet omdat heit spel het eischte". Ze keek langs hem heen. „Wat een sterren zijn er vanavond he", zeide ze, alsof dit een ongewoon feit was; doch de maan staat naar regen, let er maar op, Jack". „Ik zou wel eens willen weten, wat ze van ons denken, Bab", zeide hij, terwijl hij een blik op het uitspansel wierp. Zou den ze ons hier beneden wel ooit au se rieus kunnen nemen? Ze zien er niet naar uit met hun getwinkel; dan mag ik de maan liever, die geeft nimmer van die knipoogjes naar onze goede, oude aarde; met haar groot, open oog werpt ze een diepen blik op het leven, dait ze beschijnt" Bab bewoog zich onrustig; voor iemand die pas beweerd bad, dat ze „er meer dan genoeg van had" was die vlugge, zachte stem misschien vervelend; maar toch voelde zij zich, als Jack over de maan begon, niet op haar gemak". „Ik vind, dat de maan in September altijd zoo vreemd van kleur is", zeide ze vlug; „ze doet me denken aan een gloei ende cent of aan een bedorven ei". Daarna begon ze te fluiten in de hoop, Jack toch maar uit die dwaze stemming te trekken, straks zou hij nog lust krijgen haar te kussen. Ze wist wel, dat het met tertijd daartoe moest komen, doch ze vond het beter, dat tijdstip zoo ver mogelijk ts verschuiven; later zouden ze wel verder zien. Nog steeds keek Jack haar op die gevaarlijke manier aan. Daar schoot haar iets te binnen: „Waar om ben je eigenlijk niet op de vergadering van het bazaxcomité gekomen? Ze had den je noodig om een program voor mar- mergroepen voor ze te maken". „Had j ij me noodig, Bab?" niet tot een resultaat komen". „Maar had j ij me noodig, Bab? Heb je me wel ooit noodig? Als ik morgen aan den dag eens weg ging, en het was een tijdlang slecht en nat weer, zoodat je niet naar buiten kon, zou je me dan mis schien missen en wenschen dat ik er was?" „Maar waarom zou je heengaan, Jack? Je hebt toch geen zaken in Londen op het oogenblik, en je hoeft toch stellig niet terug, voor het hof van Assises uiteen gaat? Bij de bazar hebben ze je hulp ook noodig —i je hebt er trouwens geen woord van gezegd dat je weg moest". „Herinner je je nog, dat we vroeger wilde rozen gingen plukken en dat ik dan eerst de doorns van den steel sneed, dat je je niet prikken kon? En dan was het je gewoonte, zoodra je je handen vol had, weg te loopen en mij te laten staan". „Je was altijd goedhartig", merkte Bab vlug op. „Neen, neen, het kwam wel door mijn hart, maar niet omdat het zoo goed was. Toen ik in die dagen de doornen afsneed, was het me niet om de rozen te doen, maar nu wil ik mijn deel hebben, Bab, nu moet ik ook wat van de rozen hebben. Liefste, ik houd zooveel van je, ik heb je...."-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 2