DE ZEEUW
DERDE BLAD
Staten-Generaal.
Uit de Provincie
VAN
ZATERDAG 11 NOV. 1933, Nr 37.
TWEEDE KAMER.
De ministers Colijn en Oud aan het
woord.
Nadat gisteren eerst enkele andere pun
ten waren behandeld, was de beurt aan
de Regeering om haar beleid te verdedi
gen.
Er was voor deze redevoeringen zeer
veel belangstelling. De tribunes waren
overvol.
De minister-president, de
heer G o 1 ij n, behandelt eerst enkele af
zonderlijke punten en komt dan tot meer
algemeen het regeeringsbeleid rakende
zaken.
Devaluatie van den gulden is
een kwestie die in het centrum der be
langstelling staat. Om voor armen en ver
drukten iets te kunnen doen, is behoud
van een gezond muntwezen noodzakelijk;
■dit is in het buitenland duidelijk gebleken.
Waar is ooit een beheerschte depreciatie
van den muntstandaard voorgekomen?
Beheersching van depreciatie is overal 'n
mislukking gebleken en zou dit zeker in
ons land zijn. De herhaaldelijk gegeven
verzekering, dat regeering en JNederland-
sche Bank, den gouden standaard 'hand
haven, is al niet voldoende gebleken tegen
over de geldbehoeften hier te lande. Zon
der die handhaving zou Nederland, dat
meer in- dan uitvoert, zooveel meer voor
zijn invoer moeten betalen. Depreciatie
zou ook geen oplossing zijn van het schul
denprobleem. Wie bewijst voorts, dat de
stijging der prijzen gelijken tred zal hou
den met de waardevermindering der
munt? Schuldeisdhers zullen in groote
mate moeten afschrijven. Kapitaalverlies
moet worden aanvaard. Dat ziet men
overal als gevolg van depreciatie. Overal
zijn de kwade zijden ernstiger dan de
voordeelen.
Groote voorzichtigheid blijft dus ge
boden, ook ter wille van de koloniale be
langen. De import van Engeland, met zijn
depreciatie, naar Java b.v. is vrijwel weg;
die van ons land heeft zich ten deele we
ten te handhaven. De vergelijkende ex
portcijfers wijzen in dezelfde richting
teruggang b.v. in de Vereen. Staten tot
34 pet., Duitschland 56.1, Engeland 50,
Nederland rond 45 pet.; bepaalde conclu
sies t. o. v. den export zijn voor depre
ciatie niet te trekken.
De regeering moet vasthouden aan den
gouden standaard, ter handhaving vooral
van een sluitende begrooting, in het be
lang ook van het armere deel der bevol
king.
Lang is volgehouden, dat de crisis een
conjunctueel verschijnsel is. 'Spr. moet
daar tegen opkomen, en bestrijdt den heer
Albarda, die meende, dat we al weer
eenigszins in de stijgende lijn zouden zijn.
We hebben te realiseeren, dat we met fun-
damenteele veranderingen in de econo
mie der wereld te maken hebben. Bevol
kingsaanwas, productiecijfers van allerlei
landen, enz., zijn hier de groote factoren.
Nederland heeft tot het laatste toe ge
wezen op de juistheid zijner economische
beginselen om tenslotte geheel alleen te
Kijven staan en' in een weg te worden
drongen, dien het een verkeerden weg
acht: het ingrijpen van de staatsmacht in
het economische productieproces. We
moeten aannemen, dat we, door de tarief
muren toestanden hebben verkregen, die
zich voor langen tijd hebben vastgezet en
niet gemakkelijk zijn te veranderen. Men
denke zich in, van hoeveel belang dit is
voor onze industrie, onze scheepvaart, on
zen handel. Men moet zich afvragen of we
niet slechts te helpen zijn door redding
van Boven.
Zonder export kan Nederland niet le
ven, willen we niet 'teruggaan tot het le
venspeil van het midden van de vorige
eeuw. Een wijziiging onzer tot nu toe ge
volgde handelspolitiek is echter
noodzakelijk; dit valt niet te ontkennen.
Van maand tot maand, soms van week tot
week, gebeuren er dingen, welke ons no
pen onze houding te herzien. De vraag is
gewoonlijk, wat het buitenland van onze
productie w'il afnemen. Dit is weer van
regelrechten invloed op de leiding onzer
binnenlandsche productie. Er is gespro
ken over een golf van wantrouwen in ons
land t. o. v. de fabricatie van vleeschwa-
ren. De regeering is overtuigd dat alle
wantrouwen op dit gebied ongemotiveerd
is. Daartoe is er trouwens teveel en veel
zijdige controle. Rechtspraak in crisis-
aangelegeriheden" is in voorbereiding. Een
commissie van onderzoek heeft de regee
ring niet noodig, maar ze is ter gerust
stelling tot instelling er van bereid.
Wat de tegenwoordige heffingen betreft,
bedenke men, dat verscheiden levensmid
delen toch nog goedkooper zijn dan in '13;
doch spr. erkent, dat er zware lasten op
de bevolking drukken. Spr. wijst er op,
dat er veelal belangrijke verschillen zijn
tusschen de loonen in de industrie en ten
platfelande. Bij de crisismaatregelen
wordt overleg gepleegd met 'belanghebben
de bedrijven; maar de controle en de uit
voering mo'eten blijven bij de regeering. De
rcmerinT kan niet medewerken tot wet
telijke verlaging van hypotheekrente; en
de crastandi^hefdir. werken trouwens zel
ve in die richting.
Tot het oprichten van een industrie-
bank, ziet de regeering voor het oogen-
blik geen reden; de buitenlandsche erva
ringen zijn niet gunstig met een dergelijke
„stroppenbank".
Wat betreft de samenwerking tusschen
Nederland en Indië, de wederzijdsohe hulp
moet beperkt blijven. Indië heeft de we
reldmarkt noodig, wat blijkt b.v. uit de
suikerpositie. Nederland kan maar 1/3
van de Indische suikerproductie opnemen.
Intusachen wordt gedaan, wat gedaan kan
worden; bepaalde plannen zijn reeds door
de ministers van Koloniën en van Eco
nomische Zaken gemaakt en den G.-G.
voorgelegd.
Wat de werkloosheidsbestrij
ding betreft, handhaaft de regeering
haar standpunt. Spr. verwijst naar de
Mem. v. Antwoord, waar een bedrag van
60 millioen is genoemd, b.v. voor de uit
te voeren werken. 'Het verwerken van dit
bedrag zal technisch moeilijk zijn en bij
zondere maatregelen vereischen, voorop
gezet dat er geen nieuwe bezwaren op
doemen. Bovendien zullen er nog belang
rijke bedragen moeten worden geleend om
Indië te financieren en onbeperkt is de
leeningscapaoiteit van Nederland niet. Met
groot genoegen ziet de regeering hoe veel
verschillende organen doen voor de jeugd
werkloosheid. Ze zal inmiddels doen on
derzoeken, in hoever de werklooze jeugd
arbeid kan worden verschaft.
Wat aangaat hetgeen er is gezegd over
het optreden van S. D.»A. P. en vakver-
eenigingen, had spr. van den heer Albar
da een ander geluid gehoopt. Deze heeft
geen argumenten gegeven tegenover de
Mem. van Antwoord. Bestaan de aanlei
dingen voor de regeeringsmaatregelen
niet meer, dan kunnen deze worden her
zien.
De regeering heeft alleen gewaarschuwd
en den ambtenaar herinnerd aan zijn ge
bondenheid, vooral in dezen tijd. Er wa
ren teekenen, dat deze waarschuwing noo
dig is. Een catechismus van wat wel en
wat niet geoorloofd is, is niet te geven. De
leden der regeering zijn zeker vol gebre
ken, maar er is nog geen plaats voor hen
in Meerenberg. Spr. is inmiddels bereid,
in de circulaire het woord „actie" te ver
vangen door „agitatie". Men valle niet
leden van het kabinet te dezer zake aan,
doch make dan den leider, spreker, tot
slachtoffer.
Wat de fascistische s t r o o -
m i n g e n betreft, er is nogal geopereerd
met het woord; revolutionair. Maar dat
begrip is zeer verschillend. Zoo hechten
spr.'s partijgenooten er een heel andere
beteekenis aan dan b.v. de beer Snee
vliet. Wanneer op grond van haar pro
gram de Nat. Socialistische partij zcii
moeten worden gebracht op de lijst der
voor ambtenaren verboden vereenigingen,
dan zou hetzelfde gelden voor de sociaal
democraten.
Optreden is direct alleen geboden al9
de orde wordt verstoord, of het legale ge
zag aangerand.
Houdt een organisatie zich daarbuiten
dan zal ze geen last ondervinden. Aan de
andere zijde was het uniformverbod het
gevolg van het standpunt der regeering.
Mocht het verhaal worden gepropageerd,
dat de regeering de nat.-socialistische be
weging zou goedkeuren, dan zal ze haar
houding nader moeten overwegen.
Spr. betoogt, dat een conflict tusschen
Kamer en regeering zeker zou strekken
tot uitbreiding van den bloei d-r fascis
tische partijen in Nederland.
Ten aanzien van het gesprokene over
een corpo rati even staat ver
wijst spr. naar de Memorie van Ant
woord; spreekt men daarover, dan denkt
men aan D'uitschland en Italië, en die
gedachte heeft de regeering in de Mem.
van Antwoord beslist afgewezen De gees
telijke eenheid, door den heer Wester
man bedoeld, is alleen op het kerkhof te
vinden, en niet overeenkomstig den aard
van ons volk.
De oogen mogen niet worden gesloten
voor de vele ontevredenheid in ons land
over allerlei zaken, maatregelen en toe
standen. Het zou niet onmogelijk wezen,
dat die heterogene elementen samenkwa
men in één machtigen stroom. Daarom is
er een taak voor de regeering zoowel als
het parlement: het volk door dezen niterst
zwaren tijd heen te leiden en niet te wij
ken voor ondoordachte leuzen van dezen
tijd. Spr. verwijst o.m. naar de bedrijfs-
raden wet en art. 198 Grondwet. Maar
wat niet gedragen wordt door de volks
overtuiging, kan nooit tot leven worden
gewekt door eenigerlei actie.
Het kabinet beseft, welk een ontzaglijke
taak het heeft. Het weet, niet iedereen
te kunnen bevredigen. Het kan b.v. niet
den heer Kersten bevredigen en ook niet
anderen, die zich van meet of tegenover
het kabinet stellen. Het kabinet wil zoo
hard werken, dat de moedeloosheid geen
tijd heeft, ons hart binnen te dringen. Het
is zich bewust van de afhankelijkheid van
den zegen van boven en het voert als de
vies: „Laat mij verteerd worden, als ik
slechts nuttig ben".
De Minister van Financiën,
de heer Oud, is het er mede eens, dat
de toestand niet somberder moet worden
voorgesteld dan zij inderdaad is. Maar
daartoe bestaat voor de regeering geen
reden. Spr. verdedigt de politiek der re
geering ten opzichte van het leening-
fonds en betoogt, dat ook de Miljoenen
nota niet te somber is gesteld. De crisis
uitgaven zijn geworden uitgaven voor
den gewonen dienst. tZou onverantwoor
delijk zijn, anders te handelen en het ver
heugt spr., dat de Kamer dit in groote
meerderheid heeft ingezien en dat de ver
gelijking met de oorlogs-crisisjaren is
teruggewezen.
Spr, is den heer Schouten erkentelijk
voor diens verklaring, dat de gemeenten
hebben te bedenken, dat het Rijk er niet
beter voorstaat dan zij. Ook de gemeen
ten hebben zich sterk te beperken. De
circulaire aan de gemeenten is opge
steld in overleg tusschen de ministers
van Binnenlandsche Zaken, van Sociale
Zaken en spr. De gemeenten hebben de
crisis-uitgaven ter bestrijding der werk
loosheid zooveel mogelijk te bestrijden
uit den gewonen dienst. Voor het Rijk
en gemeenten beide geldt: men regeert
tegenwoordig niet voor zijn pleizier, en
men moet met straffe hand de teugels
houden.
Er zullen maatregelen moeten worden
genomen om door werkverschaffing en
werkverruiming de werkloosheidskosten
zooveel mogelijk te beperken.
Spr. schetst de moeilijkheden, verbon
den aan opheffing van het leeningfonds
en het vinden van een samenstel van
belastingen met ongeveer dezelfde op
brengst, in dezen onzekeren tijd, evenals
het scheppen eener juiste verdeeliug van
belastingen.
Vervolgens betoogt spr. de noodzake
lijkheid der maatregelen van de regee
ring inzake salarisverlaging. Het is zon
derling, dat sommigen het voorstellen
als zou de regeering die voor haar plei
zier hebben genomen. Alles is gedaan
om het overleg tot zijn recht te doen
komen; doch de financiëele politiek der
regeering behoort niet te worden behan
deld in het georganiseerd overleg, doch
in het parlement.
Het zal spr. aangenaam zijn, door wij
ziging van art. 38 der Inkomstenbelas
tingwet tegemoet te komen aan de be
hoeften der groote gezinnen, maar
dan moet de opbrengst der inkomsten
belasting van dien aard zijn, dat het to
taal ervan niet daalt.
Wat de opcenten op den suiker
accijns betreft, die zouden oorspronke
lijk voor een jaar gelden, doch de toe
stand is nog slechter geworden. Men
vertrouwe spr. in diens verklaring, dat,
als er belastingverlaging mogelijk is, de
suikeraccijns daar in de eerste plaats voor
in aanmerking komt.
Voor allen zal de uiterste zelfbeperking
plicht zijn. Dit zegt spr. mèt den hoer
Schouten. De vaste wil is er bij de re
geering om een sluitend budget te be
reiken, daarbij de consequenties trekkend
uit gewijzigde omstandigheden.
De vergadering wordt te 6 uur ver
daagd tot Dinsdag a.s. één uur.
C. L. Dorst, f Te Stavenisse is
in den leeftijd van ruim 71 jaar over
leden de heer C. L. Dorst. De overledene
heeft verschillende functies in het maat
schappelijk leven bekleed. Hij was o.a.
een reeks van jaren lid van den raad,
voorzitter van de Calamiteuze polders
Oud Kempers Hofstede en Moggershil,
president-kerkvoogd van de Ned. Herv.
Kerk en tot aan zijn verscheiden lid van
den raad van toezicht der Coöperatieve
Boerenleenbank.
Middelburg. Vrijdagavond werd de be
kende propaganda-vergadering gehouden
van het G. N. V., onder leiding van den
voorzitter van den Ghr. Besturenbond al
hier, dhr P. Meliefste, die de sprekers de
heeren Goote en de Groot hartelijk wel
kom heet, alsmede de Ghr. Zangvereen.
van N. en St, Joosland en de Mondhar
monicaclub (jeugdafd. v. Patrimonium),
benevens de talrijk opgekomen belangstel
lenden.
Alsnu verkrijgt de heer Goote (vrijge
stelde van den Alg. Ned. Ghr. Ambte-
naarsbond) het woord over: Een nieuw
front.
Na 't Marxisme hebben we in onze da
gen 't verschijnsel van fascisme en natio-
naal-socialisme. Deze beweging ziet hij
als een gevaar, voor de Chr. vakbewe
ging, voor de vrijheid van Godsdienst en
onderwijs en komt voort uit hetzelfde re
volutionair beginsel als socialisme en li
beralisme.
Hij besluit met een krachtigen oproep
tot beginselstudie en aaneensluiting in
den strijd voor de Ghr. beginselen tegen
de revolutie-ideeën.
De heer de Groot (vrijgestelde Spoor-
en Tramwegpers.) spreekt over de oude
strijd en komt tot de conclusie, dat noch
het fascisme, noch het nationaal-socia-
lisme in staat zal zijn, blijvenden opbou-
wenden arbeid te verrichten, daar elke
dieperen geestelijken ondergrond ont
breekt.
Wij als Christelijke Vakbeweging willen
zijn nationaal en sociaal.
De vergadering had groote waardee
ring voor de verschillende zangnummers
van de reeds genoemde Chr. Zangvereen.
en het optreden der Mondharmonicaclub.
Het was een uitnemend geslaagde verga
dering.
Vlissingen. Luther-herdenking.
Gisteravond werd in de Groote of St. Ja-
cobskerk een Luther-herdenkingsdienst
gehouden, bij welken dienst predikanten
van verschillende kerken het woord voer
den.
Ds v. d. Ban, doopsgez. predikante,
opende de zeer druk bezochte samen
komst. Ds Nolte, Luth. predikant, sprak
over: „Hervorming in Christus", ds Vis
boek, Ned. Herv. pred., over: „Het onge
loof en wij", terwijl ds Wiersinga, Geref.
pred., het slotwoord sprak.
Ellewoufsdijk. Als lid van den Raad
heeft bedankt dhr J. H. Klooster. Zijn op
volger op de lijst- is dhr J, Platschorre.
's-ftrevsnpoldw. Gisteravond verga
derde de gemeenteraad. Afwezig met
kennisgeving dhr Vermue. Een schrijven
was ingekomen van den Minister van
Sociale Zaken, waaruit valt af te leiden
dat de steun aan de werkverschaffing
over 1033 zal zijn 25 Op het bekende
verzoek van de Vereen. „Nienebokos"
wordt afwijzend beschikt. Het voorstel
van B. en W. om de kosten verbonden
aan het volgen van cursussen voor werk-
loozen, die te Goes zullen gehouden wor
den, te vergoeden, wordt aangenomen.
Alleen kan er slechts aan 0 personen
vergoed worden. 17 personen hebben zich
aangemeld. Op voorstel van B. en W.
werd besloten met December in samen
werking met verschillende gemeenten
met werkverschaffing als delfwerk in den
poel aan te vangen. Dhr Verhulst betwij
felt of steunregeling niet goedkooper uit
komt. De steunregeling zou met Februari
in kunnen gaan. Dhr Schouten zegt: an
ders ben jij er altijd voor als het de
gemeente maar geld kost en nu niet. Dhr
Verhulst merkt op, dat hij nooit de ge
meente op kosten heeft gejaagd, maar
steeds gepleit heeft voor de werkloozen,
die het noodig hebben. Hij zag boven
dien liever, dat dit werk gebeurde aan
den Koedijk, dan hadden de burgers van
's-Gravenpolder er profijt van. Bovendien
als wij dien kant opgaan, moeten wij in
't vervolg gaan aannemen het onderhoud
van bieten en ojuin. Dhr Oele had ook
liever gezien, dat het hier geprobeerd
was. Zoo'n uitgave is het niet voor de
pachters (i/b gedeelte). Het had toch in
de lijn gelegen eerst hier te onderhande
len. Daarna wordt het voorstel tot wijzi
ging van het ambtenarenreglement aan
genomen. Een schrijven van het Burg.
Armbestuur, dat geen termen aanwezig
acht om de salarissen te verlagen, wordt
besproken. B, en W. stellen voor alleen
dat van den secr.-penningm. te brengen
op f250. Dhr Verhulst wil ellen gelijke
lijk verlagen, dit wordt verworpen met
1 stem van den voorsteller. Het bestuur
zal hiervan kennis krijgen.
De post toeslag op pensioen van Mevr.
de Wed. van Ingen—Schouten en Me
vrouw de Wed. Glerum zal onderzocht
worden, benevens het onderhoud van het
Gemeentehuis en een volgende maal be
handeld. Daarna sluiting.
lerseke. Woensdag- en Donderdag
avond vierde de zangvereeniging „Excel
sior" alhier haar veertigjarig jubileum
met het geven van een uitvoering in de
concertzaal Nolet. Deze avonden slaag
den beiden schitterend. Een zeer rijk pro
gramma, ook van het kinderkoor der
vereeniging werd goed uitgevoerd. Toe
spraken hielden de voorzitter dhr M. J.
Steketee en de voorzitter van den Zeeuw-
schen Zangersbond dhr Flipse van Wis-
senkerke. Dhr A. de Dreu, oud-directeur
en oprichter der vereeniging werd hoog
gefeteerd door toespraak en applaus. De
huidige directeur dhr Tamminga en Mej.
Brante, pianiste, ontvingen bloemen. De
zaal was beide malen vol en het publiek
enthousiast. Burgemeester Gunning feli
citeerde ook de vereeniging. Jongedames
hielden een collecte voor 't crisis-comité,
die aardig wat opbracht. Verschillende
vereenigingen, o.a. uit Goes, woonden de
uitvoering bij en verleenden hun mede
werking.
Vrouwenpolder. Door eenige léden der
beide Meisjesvereenigingen alhier is on
der leiding van het plaatselijk comité voor
„De Zeeuwsche Beker" een bedrag gecol
lecteerd van f 130,35. (Belangeloos be
licht.)
Zonnemaire. Per 1 October was de
Kerkvoogdij der Ned. Herv. Gem. niet
in staat baar ambtenaren bun salaris uit
te betalen wegens gebrek aan contanten.
Zulks ondanks bet feit, dat de kerk be
zitster is van een 30 H.A. bouwland en
een bedrag op het Grootboek. Maar als
de pachters niet of heel gebrekkig be
talen, kan het bestuur evenmin aan zijn
verplichtingen voldoen. Toen schijnt de
„sterke man" te hulp geroepen te zijn.
Dit had tot gevolg, dat de gebruikers
der landerijen aangeschreven werden op
korten termijn het achterstallige te ko
men aanzuiveren, of althans de sterk ver
minderde pachten te voldoen. En het
hielp! In Nov. konden de bedienaars der
kerk hun salaris beuren. (Z. Nsb.)
0. en W.-Souburg. De Ghr. Besturen
bond hield Donderdagavond een propa-
gamda-avond onder voorzitterschap van
den heer M. G. v. d. Putte. Deze vergade
ring was druk bezocht.
Als sprekers traden op de beer K. de
Boer te Utrecht, met het onderwerp: „Een
nieuw front" en de beer F. P. Fuijikschot
te Amsterdam, met bet onderwerp „De
oude strijd".
Dit nieuwe front waartegen thans slag
moet worden geleverd, is het Nat.-Socia-
lisme, dat door den eersten spreker in den
breede werd uiteengezet en waarbij 'duide
lijk werd aangetoond, dat dit door den
Christen niet kan worden aanvaard.
'Door den 2en spreker werd aangetoond,
dat de „strijd" moet worden gevoerd met
geestelijke wapenen. Door het C. N. V.
dient hiertegen stelling te worden geno
men. Het kan dit ook omdat het het ge
loof aan zijn zijde heeft.
Ds Kuiper, die een slotwoord zou spre
ken, werd verhinderd. Ter afwisseling
werden enkele voordrachten ten beste ge
geven. Na een slotwoord van den voor
zitter besloot D® 'Spijkerboer deze ver
gadering met dankgebed.
Nieuw- en St. Joosland. Dezer dagen
had alhier de beproeving plaats van de
„Motorbrandspuit", in orde gebracht 'door
dhr C. v. cl. Linden alhier. Tegenwoordig
waren o.a. B. en "W., enkele raadsleden,
de adviseur, de heer Agterberg, Comman
dant der Brandweer te Vlissingen en veel
publiek. Do proef slaagde volkomen.
Na ruim 2 jaar met de Motorbrand
spuit 'gesukkeld te hebben, vertrouwt men
nu daarmede klaar te zijn.
Oud-Vossemeer. In de dezer dagen ge
houden raadsvergadering werd geïnstal
leerd het nieuwbenoemde raadslid dhr
G. van Dienst. Benoemd werd tot wet
houder dhr A, C. HeijboeT met 8 stem
men, terwijl dhr G, van Dienst 2 stemmen
verkreeg. Afwezig waren de heeren Daane
on Mees.
BEGROOTING BINNENLANDSCHE
ZAKEN.
Memorie van Antwoord.
Verschenen is de Memorie van Ant
woord op het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer nopens Hoofdstuk V der
RijksbegTooting 1934.
De waardeering en het vertrouwen, in
den aanvang van het Voorloopig Verslag
uitgesproken, stemmen den Minister tot
dank en zijn voor hem een gewaardeerde
steun bij het volbrengen van de op hem
rustende taak.
Het vraagstuk van den Zomertijd
heeft de belangstelling van den Minister
en hij sluit zijn oogen niet voor de be
zwaren, aan de huidige regeling verbon
den.
Terecht wordt er in het Voorloopig
Verslag op gewezen, dat het vraagstuk
der lijkverbranding ligt op het ge
bied der principieele tegenstellingen,
waardoor een behandeling op dit oogen-
blik minder gewenscht kan worden ge
noemd, Intusachen is de discongruentie
tusschen wet en praktijk op dit punt een
zaak, die de aandacht van den Minister
heeft. Hij zegt ernstige overweging van
deze aangelegenheid toe, waarbij overleg
met zijn ambtgenoot van Justitie moet
plaats hebben.
Behoorlijke toepassing der Zondags
wet ia een zaak, die den Minister ter
harte gaat. Zijn aandacht blijft op dit
punt gevestigd.
Ten aanzien van de opmerkingen be
treffende openbare dansgele
genheden geeft de Minister de verze
kering van een behoorlijke toepassing der
desbetreffende bepalingen, waartoe hij de
medewerking van zijn ambtgenoot van
Sociale Zaken behoeft.
Inderdaad kan niet worden ontkend,
dat van het bemiddelingsbureau voor
plaatsing van wachtgelders tot voor
kort niet voldoende activiteit uitging. Mei
ingang van 1 October j.l. is daarin ver
betering gebracht.
Met betrekking tot de Kieswet deelt
de Minister mede, dat het in zijn voot-
nemen ligt de in het Voorloopig Verslag
gemaakte opmerkingen ernstig te overwe
gen en van het resultaat daarvan te doen
blijken ter gelegenheid van de voorzie
ning, die de Kieswet toch op enkele de
tails behoeft.
Met betrekking tot de b u r g e r w a c h-
ten en den B.V.L. wordt verzekerd, dat
de overheid hierin geen elementen duldt,
die geen volledigen waarborg bieden voor
trouw aan het wettige gezag.
Een wettelijke regeling van de maat
regelen tot bescherming van de bevolking
tegen aanvallen uit de lucht is in
voorbereiding in een interdepartemen
tale commissie, waarin ook het Departe
ment van Defensie is vertegenwoordigd.
De Minister acht het thans van weinig
nut de financieele verhouding
tusschenhetRijkendeprovin-
c i n aan een nadere beschouwing te on
derwerpen, daar de toestand van 's Rijks
financiën zich a priori tegen een herzie
ning in een voor het Rijk ongunstigen zin
verzet.
Het verheugt den Minister, dat de vraag
is opgeworpen, of het geen moeilijkheden
medebrengt, dat Gedeputeerde
Staten uit hoofde van wettelijke be
palingen meermalen moeten oordeelen
over zaken, waarbij de provincie in meer
dere of mindere mate als belanghebben
de moet worden beschouwd. Dit punt
toch is een probleem, waar de Minister
zijn bijzondere belangstelling aan wijdt.
Van een stelselmatige herziening van
onze gemeentelijke indeeling verwacht de
Minister geen heil.
Meer dan in andere jaren is aandacht
besteed aan benoeming, optreden en ge
dragingen van burgemeesters. Ten
zeerste begrijpelijk. In deze tijden toch is
meer dan ooit noodig een krachtige ge-
zagshandhaving, gepaard aan tact en be
leid en begrip voor de moeilijkheden,
waarmede bijna alle bevolkingsgroepen
te kampen hebben. Deze situatie stelt
hooge eischen aan hen, die zoo centraal
als plaatselijk, met de handhaving van
het gezag zijn belast. Wanneer de Kamer
dan ook in dit verband bijzondere aan
dacht wijdt aan de burgemeesters, vindt
zij den Minister geheel aan haar zijde.
Ter zake van de klacht over p a r t ij -
d i g h e i d bij voordrachten tot burge
meestersbenoemingen, merkt de Minister
op, dat vóór gaat de geschiktheid voor
het ambt.
Wat betreft de combinatie van burge
meesterschap en Kamerlid
maatschap, meent de Minister in het
algemeen, dat de buitengewoon groote
toeneming van bemoeiingen van den bur
gemeester, gepaard gaande met den even
eens steeds drukker wordenden werk
kring van Kamerleden, meer en meer be
zwaren tegen deze combinatie van func
ties doen rijzen. Erkennende, dat er waar
de is to hechten aan de uitspraak van de
kiezers, die een burgemeester ter volks
vertegenwoordiging afvaardigen, wil de
Minister toch opmerken, dat zijnerzijds
niet te verwachten is, dat benoemingen