DE ZEEDW N ATIO N ALE Beleggingstarief! Jssmm, Voetpaden MIJNHA NTER1933 N HERDER HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcb. "-doek DSON 5/7 EEUW koll" gtekerke. emuiden. oll". to mobiel. 3 TWEEDE BLAD. Wat er deze week voorviel Bab Fenwicks verloving. HET ADRES A. WILKING Uit de Provincie Zoekilchtjes. MIDDELBURG MOS ide-doeken amber 1933. imber 1933. YEN Jz. Brieven uit Middelburg. FEUILLETON LEVENSVERZEKERING-BANK rotterdam Vraagt Veiligste belegging tabletten VERSTOPPING :antie-certiflcaat, ledsttöm. Rijks- in. EST Goes, RADIWOLL". zeer veel Luxe, nu voor antie. len van particu- 1 compleet. LEEREN IN LYCIRENAI ODIRENAK ratie zonder ichting. SOES. Zenuw- en rraag er naar bij EST - Goes. UM te Kapelle VEMBER 1933, e herberg van Kapelle, krach- rkoopen: ERF, aan de apelle, groot 1 n eigenaar P. Der 1933. )ecember 1933. ?en bij den - en tevreden- in profiteeren 1 !ST - Goes. ischrijving: [.IJK ARMBE- >r 3 jaren, in- er 1934 tot 24 JW- EN WEI- onder de ge- Kapelle, Kat- Jdinge. t opgave van ïaren, worden t 14 November Notaris E. C. bs, alwaar no- verkrijgbaar alle concur- en beschrijving s toegezonden. ir Automobielen TEL. 60 VAN ZATERDAG 4 NOV. 1933, Nr 80. Het was deze week 12% jaar geleden, dat Jhr Mr J. W. Quarles van Ufford het ambt van Commissaris der Koningin in Zeeland aanvaardde. Men heeft in den geest van den jubilaris gehandeld, door aan dit feit vooraf geen bijzondere rucht baarheid te geven en zich van feestbetoon te onthouden. Toch mag ook weer bij deze gelegenheid met groote dankbaar heid worden getuigd van het zeer vele, dat onze Commissaris in dit achtste deel van een eeuw voor onze pro vincie heeft gedaan en van de groote toewijding, waarvan zijn arbeid blijk geeft. Helaas heeft ook hij ons Gewest wel eens in bloeiender toestand gezien dan nu. Ook Zeeland wordt door de crisis zwaar ge troffen en het valt steeds moeilijker in het beleid van provincie en gemeenten de eindjes aan elkaar te knoopen. Over de crisis zal Minister Verschuur, onze Minister van Economische Zaken, dien we bijna den voedseldictator van Nederland kunnen gaan noemen, voor de radio weer het woord voeren. Zeker niet om ons nog nieuws daarover te vertel len, maar meer om ons te wijzen op den ernst van den toestand en den plicht tot het brengen van offers. In Duitschland is de verkiezingscam pagne in vollen gang. Hitler, Von Papen, Goehring, Goebbels en zoovele anderen, trekken er geregeld op uit, om duizenden en nog eens duizenden kiezers toe te spreken en ze op te wekken straks hun „Ja" op het stembiljet in te vullen. Hitier weet de Duitschers wel te pak ken. Het feit, dat inderdaad het buiten land in gebreke is gebleven de belofte van ontwapening na te komen, maar Duitschland in de positie van vernederde wil laten, heeft Hitier niet weinig koren op den molen gebracht. Hij heeft er han dig gebruik van gemaakt. De groote meer derheid der Duitschers volgt trouw den Führer en zoolang het tegen vijanden buiten de grenzen gaat, blijven onderlinge meeningsverschillen het langst uit. In Engeland heeft men gemeenteraads verkiezingen gehad en merkwaardig was dat dit keer weer de arbeiderspartij een groote overwinning behaalde. De wind is daar dus blijkbaar gedraaid en van fas cisme heeft men daar nog geen last. Daar is de Engelschman wel te nuchter en te democratisch voor. In Palestina is de toestand door het optreden der Arabieren tegen de Joden dreigend. Van Engelsche zijde zijn dan ook krachtige en ingrijpende maatrege len genomen. Japan, het land, dat tegenover China en den Volkenbond al een heel laakbare houding heeft aangenomen, schijnt het initiatief te hebben genomen voor een vredesconferentie te Tokio. Dat nu zoo iets van Japan uitgaat, treft wel bijzon der. Zou het misschien in angst zitten voor Rusland, dat juist dezer dagen con tact gezocht en gevonden heeft met Amerika? CLXXXV. Amice, Het Nationaal-Socialisme heeft ook in Zeeland zijn intrede gedaan. Op 1 No vember 1.1., den dag van Allerheiligen, trad „kameraad" A. J. O. Swemmelaar in het Concertgebouw te Vlissingen voor de vergaderde menigte op. De zaal was vrij wel bezet, vooral met jongelieden, die, al of niet met een oranjeband om den linkerbovenarm, als ordebewaarders fun geerden. Ook zagen wij heel wat politie in, doch vooral buiten de zaal. De orde werd evenwel geenszins ver stoord. De leden der verschillende Staats partijen, die toch zeker in de zaal aan wezig waren, lieten de fiolen des poli- 1) o (Vrij naar het Engelsch.) HOOFDSTUK I. Kapitein Fenwick had een zwak voor den naam Mary. Naar zijn smaak was die naam buitengewoon verkieselijk en hij zei: „Noem haar Mary. Ja, natuurlijk, ze moet Mary genoemd worden", toen zijn dochter geboren was. Mevrouw Fenwick voelde zich zeer ge vleid door deze keuze, want die naam was ook de hare, maar toch voorzag ze, dat de aanwezigheid van twee Mary Fen wicks aanleiding zou geven tot vele com plicaties, als „welke Mary?" en „Oude Mary of jonge Mary?", en daarom werd juffrouw Mary Fenwick nog lang nadat ze kon loopen en praten ja, zelfs nog toen ze al kon lezen en schrijven, Baby ge noemd. Maar toen er een gouvernante kwam op Combe en de kinderkamer tot leer- vertrek werd verheven, begon men een geschikten naam, die geen verwarring zou geven, te zoeken voor bet kind. Alle afkortingen van Mary passeerden de revue. „Moll?" Neen, er waren zooveel melk- tleken toorns, die over hunne hoofden werden uitgegoten, rustig en gelaten over zich heen gaan. Op het podium was een drietal vlaggen waarin het Oranje domineerde, op smaak volle wijze aangebracht. Op de middel ste vaan prijkte een portret van onze Koningin. Deze uiterlijke hulde bleef ech ter op zichzelve. In de redevoering werd niet veel gewaagd van de liefde en den eerbied voor onze Landsmoeder. Wellicht was dit ook maar het beste, n.l. om de genegenheid voor H.M. niet voor een be paalde partij op te eischen. Op handige wijze werd voorkomen, dat al te vurige politieke tegenstanders de zaal zouden binnendringen. Aan ieder, die toegang vroeg, werd zijn naam ge vraagd en, bij accoordbevinding, op een oranje-toegangskaart ingevuld. Een vol gende suppoost scheurde het deel van de kaart af, waarop de naam voorkwam en behield dat. Een labelletje diende dan als bewijs van toegang. Zoo kwam men al de namen der aanwezigen op eenvoudige ma nier te weten. Den antirev. wethouder van Vlissingen, die blijkbaar was uitgenoodigd, werd op hoffelijke wijze een plaats op de eerste rij aangewezen. Een ander vooraanstaand Vlissinger zette zich naast hem neder. En voorts schikten zich vogels van di verse pluimage, waaronder bestuursleden van den Bond voor Nationaal Herstel op Walcheren, om den spreker te hooren. Het Bestuur, uitsluitend saamgesteld uit jonge en zeer jonge menschen, trad na den spreker binnen. Laatstgemelde, eveneens een jongeman met een gebrild, scherp gezicht, begon met doordringende stem, op zeer vrijmoedige wijze zijn rede uit te spreken. Het was een felle aanval op Liberalen, Roomsch-Katholieken, An tirevolutionairen (dit slechts in 't voorbij gaan) en voornamelijk op de Sociaal-De mocraten, wier inconsequente handelin gen op onmeedoogende wijze werden ge striemd. Nu en dan trok een lachje over de luisterende aangezichten, wanneer de spreker, soms op geestige wijze, met name de S.D.A.P. geeselde, doch aantrekkelijk was het gesprokene geenszins. Het was een neerhalen van zijn tegenstanders vaak op minachtende manier, om zich- zelven er bovenop te praten, op de wijze van den hooghartigen Farizeeër, die op den stakkerigen tollenaar uit de hoogte neerziet. De uiteenzetting van het leidend be ginsel der Nationaal-Socialistische Partij was pover en beperkte zich tot eenige al gemeenheden. Het kwam hierop neer, dat voor het zedelijk en het lichamelijk wel zijn van een volk noodig is een krach tig Staatsbestuur, zelfrespect van de na tie, tucht, orde, solidariteit van alle bevolkingsklassen en het voorgaan van het algemeen (nationaal) belang boven het groepsbelang en van het groepsbelang boven het persoonlijk be lang. Men weet het: evenals in Duitschland zal de almachtige Staat over alles do- mineeren, over Maatschappij, Kerk, School en ook over den enkelen mensch. Zijn vuist zal alles neerslaan wat zich nog tegen den algemeenen Staatswil ver zet. Alleen zal dit niet op Marxistische wijze gaan, doch op Fascistische, dicta toriale manier. Of men van de Fascistische kat of van den Marxistischen kater wordt gebeten, is ons vrijwel hetzelfde. Ook gaat de zelf verblinding heel vèr. Onder gelach der vergadering aan wie deze gewaagde exclamatie toch blijkbaar wat al te ver ging voorspelde spreker, dat Musso lini volgend jaar den Nobelprijs voorden vrede zou krijgen, omdat hij ruim 500 millioen lire 13 cents) minder had geraamd voor de Defensie. Wanneer de spreker op onbarmhartige wijze aantoon de, hoe de S.D.A.P.,die den boycot van Duitsche waren uitriep, diezelfde Duitsche producten uitloofde als premies voor de „Arbeiderspers" en hoe een socialistische bank met S.-D. voormannen als Oudegeest als commissarissen, de gelden belegde in Petroleummaatschappijen en Duitsche wapenfabrieken, waar nog andere din gen worden vervaardigd als haarnaalden, och dan zei hij waarschijnlijk wel de waarheid, doch wij verkiezen een positief verweer boven een negatief. Aan Fascis ten en Socialisten beiden ontbreekt het positief fundament, G.ods Woord en Gods meisjes op de boerderij, die Molly hee- ten. „May?" Neen, een veel te zachte naam voor zoo'n Robbedoes. „Polly" was heelemaal onmogelijk en over „Maymy" viel niet eens te spreken. Als twee „Ma ries' dan te veel van bet goede waren, zooals mevrouw Fenwick beweerde, dan zou het kleine meisje tot het eind van haar levensdagen Baby blijven. Maar juffrouw Fenwick hield er een eigen meening op na. „Niets geen baby", zei ze, „daar ben ik nu zoo langzamerhand aan ontgroeid. Ik wil geen baby zijn, maar ik zal Bab hee- ten, net of ik eigenlijk Barbara gedoopt was, zooals Bab in Burton." Het spreekstertje was een eenig kind, een zeer autocratische jonge dame, wier beslissingen zooal niet geheel en al het huishouden regeerden, er toch zeer zeker grooten invloed op hadden. Sinds dien heette ze Bab en op haar twee en twin tigste was ze nog Bab. Het was op een Septembernamiddag toen juffrouw Fenwick, vergezeld van vier harer vrienden, in haar moeders ka mer binnentrad. Deze kamer was een zonnig, gezellig hoekje van het huis en mevrouw Fen wicks speciaal terrein. Ze had er wel haar stempel op weten te drukken, met haar werk en haar snuisterijen, haar boeken, bloemen ea haar schilderijen; met een Ingezonden Modedsellng. ia. x :i xr.~ Ordinantie. En daarom zijn beiden een wolk, die voorbijtrekt. Nu iets over een bijeenkomst van an deren aard. Vorige week is het nieuwe kerkgebouw der Gereform. gemeente te Middelburg plechtig in gebruik genomen. Het moet dienen als bedehuis der talrijke gemeen teleden in en buiten Middelburg, van wie blijkt, dat zij bereid zijn voor hun eere- dienst groote offers te brengen in deze zoo ongunstige tijdsomstandigheden. Het kerkgebouw telt niet minder dan 1550 plaatsen en op den avond der ingebruik neming waren ongeveer 2000 personen uit Walcheren en Zuid-Beveland aan wezig. Het was een goede gedachte van den dienstdoenden predikant den aanwezigen burgemeester der hoofdstad de zegenbede uit Psalm 134 te laten toezingen. Immers hieruit bleek, dat men de Overheid, als Gods dienares, wilde eeren en haar, bij haar in deze dagen zoo moeilijke taak, Gods onmisbaren zegen toebidden. Ook de Burgemeester toonde in zijn dankwoord op dezen zegen grooten prijs te stellen en het te waardeeren, dat een zoo talrijk gehoor het voorrecht op prijs stelt, dat men in tegenstelling met Rusland en andere landen rustig en ongestoord zijn God mag dienen in alle godzaligheid en eerbaarheid. Het is «en alleszins verblijdend verschijnsel, dat ook op ons eiland de prediking des Woords nog door zoo velen in eere wordt ge houden. Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST UIT HET ROODE KAMP. In een polemiek in de „Sociaal-Demo craat" tusschen de heeren G. van Veen en den redacteur van dit blad J. v. d. Wijk, laat de heer Van Veen zich o.m. als volgt over de vrije meeningsuiting in de socialistische pers uit: „Ik houd er geen waarheid op na voor „Handelsblad" eenerzijds en „Volk" an derzijds. De waarheid is voor mij an ders dan voor U één en ondeelbaar. Ik schrijf dus in „Het Handelsblad" pre cies zooals ik in „Het Volk" zou schrij ven... als ik daarvoor plaats kreeg. Het zou een lang verhaal worden, als ik eens vertelde, hoe de Marxistische „democra ten" er immer op uit zijn geweest ons monddood te maken. Als wij niet zoo trouw waren geweest in .onze socialisti sche gevoelens, waren we al uit de partij geweest. Alle geestigheid die „Teunis Vijgeblad" over de diepste waarheden van het Christendom heeft uitgestort, hebben wij verdragen... ter wille van het socia lisme. Als mijn vrouw mij vol veront waardiging zoo menig schunnig stukje in de Notenkraker wees, heb ik steeds gezegd: „Zou je denken, dat de proleta rische baby groot kan worden, zonder groene luiers te maken?" Intusschen ik herhaal: ik zou niet veel te schrijven hebben en een zeer klein publiek" bereiken, als ik slechts van een proletarisch podium zou mogen spre ken. Bovendien heb ik Zwertbroek b.v. mijn diensten aangeboden, heb zelfs een syllabus ingezonden van voor arbeiders gehouden en zeer gewaardeerde lezingen. Hij heeft mij zelfs geen antwoord waar dig gekeurd, deze „democraat". Wie neemt van mijn soort notitie in het socia listische kamp, als hij er buiten kan? De overprikkelde machtsgevoelens wor den evengoed op den partijgenoot uitge leefd als op „de vijandige klasse". Kolenprijzen in Zeeland. Dezer dagen werd aan Zijne Excellen tie den Minister van Binnenlandsche Za ken het volgende adres verzonden. Ondergeteekenden, J. Joibse te Aagte- kerke, L. P. van Oorschot te Vlissingen, G. Philipse te 's Heer Arendskerke, A. P. Bil te Sint Annaland en J. A. de Rijcke te Oosterland, vormende het bestuur van de „Federatie van Gomité's inzake de Ko lenprijzen in Zeeland", bij welke Federa tie ca. 20.000 leden zijh aangesloten, heb ben de eer het volgende onder Uwe aan dacht te brengen: dat zij kennis hebben genomen van de bepalingen der Kolenconventie, die ten zeerste een belemmering vormen voor de bij bovengenoemde Federatie aangesloten Kolenbonden en Coöperaties om hun ze genrijk werk voor de bevolking te vol brengen; dat deze bepalingen o.m. inhouden dat de vereenigingen niet meer de prijzen mogen vaststellen waarvoor de brand stoffen aan haar leden geleverd kunnen worden, en deze Conventie een systeem van klantenbescherming heeft ingevoerd, waardoor iedere Kolenvereeniging ge noodzaakt wordt van dezelfde mijnen de brandstoffen te betrekken als zij in 1932 deed; dat bovendien geen grooter kwan tum mag worden afgenomen dan over 1932 het geval was. Door deze beperkende bepalingen wor den de belangen van haar leden ten zeer ste geschaad, ze zijn tevens een aanslag op de vrijheid en een aantasting van het bestaan harer vereenigingen. Bovendien kunnen geen organisaties worden gesticht, die op coöperatieven grondslag haar kolen willen inkoopen. Voorts meenen zij er op te moeten wijL zen, dat het systeem van klantenbescher ming in strijd moet worden geacht te zijn met de belangen der Nederlandsche In dustrie, daar ook buitenlandsche mijnen bij deze conventie zijn aangesloten, en er dus geen vermeerdering van afzet der Nederlandsche mijnen kan plaats vinden; In de afdeelingen der Tweede Kamer is naar het mij voorkomt terecht gewe zen op de geweldige verschillen tusschen de prijzen, welke de producenten van ge steunde agrarische producten voor bun waren ontvangen en die, welke het pu bliek ten slotte moet betalen. Als voorbeeld werd gewezen op de con- sumptiemelk die bij den boer 5% cent kost, terwijl ze in de steden voor 12 cent wordt verkocht. Op deze wijze moet de consument veel betalen zonder dat de producent er van geniet. Hier zit inderdaad een fout. Het spreekt vanzelf, de distribuant moet ook leven en aan de distributie wor den hooge eischen gesteld. Maar als de producent nog niet de helft ontvangt van wat de consument betaalt, dan is de strijkstok toch wel wat al te kleverig. OPMERKER. TEGEN Bij Apoth. co Drogisten dat bet bun voorts onbegrijpelijk voor komt, dat de Nederl. Staatsmijnen in de Conventie h(iar medewerking hebben ver leend de coöp. Vereenigingen en Kolen- bonden aan bovengenoemde bepalingen te binden. Zij meenen in bet bovenstaande aanlei ding te vinden Uwe Excellentie eerbiedig te verzoeken die maatregelen te willen nemen, waardoor haar organisaties wor den vrijgesteld van de Conventiebepalin gen en als voorheen volkomen vrijheid behouden haar zegenrijke taak voor een zeer groot deel der Zeeuwsche bevolking te blijven vervullen. De verbreeding van het kanaal door Zuid-Be vel a n d. Gaarne verwijzen wij naar de advertentie in dit nummer, waarin een belangrijke openbare vergadering op Maandag 6 Nov. a.s. te Hansweert aan gekondigd wordt. Het bekende Kamerlid, de heer J. M. Krijger, zal daar spreken over de verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland, welk plan van verschillen- lende zijden vooral uit Brabant wordt aangevallen. Het is zeker toe te juichen, dat nog eens duidelijk de nood zakelijkheid van deze verbreeding wordt uiteengezet. Daarom wekken wij op tot druk bezoek. Domburg. Woensdagavond had alhier in de tearoom Rosendaal de eerste lezing plaats van het twaalfde seizoen van de „Winterclub Domburg". De voorzitter, de heer L. J. van Voorthuysen, heette de zeer talrijke bezoekers welkom en memoreerde de droevige oorzaak van de afwezigheid van het bestuurslid Mej. R. M. Wichers Ingezonden Mededeeling. lang gezicht trad de jonge Mary Fenwick dit heiligdom binnen. Haar vier vrienden liepen op vier pooten en volgden haar op de hielen. Z9 waren niets op hun gemak; ze wisten, dat er iets niet in orde was, want Bab sloeg met een zweep tegen haar Tweed- rok op een manier, die ze niet begre pen en waar ze niets van moesten heb ben. Ze was geen grillige of onredelijke meesteres, ze was altijd goed gemutst als een jong hondje; haar hand, die, in een leelijke, verweerde handschoen gestoken, de zweep vast hield, wist rechtvaardig en onbevooroordeeld aan te halen en te straffen. „Niets kan juffrouw Fenwick uit haar humeur brengen", snoefde Becket in de bediendenkamer. „Wat zou haar ook uit haar humeur moeten brengen?" wierp bet nieuwe meisje tegen. „Ze is rijk en gezond en heeft geen man of meester, die baar iets weigeren kan." En toch, ondanks rijkdom en gezond heid en het gebrek aan een man die haar iets weigeren zou, was juffrouw Fenwick pit haar humeur. Ze kwam haar moeders kamer binnen, haar wenkbrauwen ge fronst, haar bruine oogen ernstig, haar lippen stijf opeen geklemd. Mevrouw Fen wick, gekleed voor haar dagelijksche rij- toertje, cat aan tafel te schrijven. Ze maakte de zin af, waar ze aan bezig was, zonder zich van de binnenkomende iets aan te trekken; toen keek ze naar de bonden en schudde het hoofd. „Die mogen hier niet binnen, Bab," zei ze. „Niet al die honden in deze kamer. Ik heb geen bezwaar tegen Dan en Ve nom, maar Jan en Fritz moet je buiten de kamer houden; daar stel ik mijn grens." Moeder en dochter konden uitstekend met elkander overweg, in vele opzichten waren ze meer vriendinnen dan moeder en kind. Het moge vreemd klinken, doch het gebeurde maar zelden, dat juffrouw Fenwick een steun 1 een raadgeefster, een beschermster, een moeder in het kort noodig had; r.:; voelde heelemaal geen behoefte om te «huilen onder moeders vleugels. Ze kon best op eigen beenen staan, meende ze. „Ik zal ze zoo naar buiten sturen, moe der. Ik ga zelf ook weer terug, maar ik moet u even spreken." Ze stak de hand in de zak van haar mantel en haalde er een dikken brief uit te voorschijn. „Daar", zei ze, die komt van Stanhope Peel en het is er al weer één." Op dat oogenblik ging een rijtuig, dat zooeven de stal verlaten had, voorbij het venster en hield voor de voordeur stil. Mevrouw Fenwick echter merkte het niet; haar handschoenen gleden op den grond, ze vergat de honden en trad op haar dochter toe. ,,'tls toch niet waar, Bab? Van mijn heer Peel? D'at spijt me." „Ik kan bet toch niet helpen!" De spreekster bad eerlijke, open oogen en haar woorden gingen recht op het doel af. Ze was erom bekend, dat ze nimmer een blad voor haar mond nam. „Neen kind, dat weet ik wel; maar daarom is bet niet minder onaange naam." „Hm; geloof maar niet dat het om óiij te doen is. Zooveel geeft hij niet om mei" En mevrouw Fenwick geloofde haar, schoon ze het zich moeilijk kon voorstel len, dat iemand niet om Bab zou geven. Daar stond ze, terwijl ze met gefronste blikken den brief in baar hand bekeek. Ze was aantrekkelijk om te zien, met haar slanke, rechte gestalte en baar lief ge zichtje, omgeven met een krans van blon de krullen. En dat ondanks haar weinig meisjesachtig costuum dat uit een dikke, stevige stof vervaardigd was en meer ge schikt scheen voor een arbeidster in een fabriek, dan voor een meisje van stand. Bab gaf er niet zooveel om, hoe ze eruit zag; als haar kleermaker er maar voor zorgde, dat haar costuum haar niet in hasj bewegingen hinderde, was ze tevre den. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5