DE ZEEDW
N ATIO N ALE
Beleggingstarief!
Jssmm,
Voetpaden
MIJNHA
NTER1933
N HERDER
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcb.
"-doek
DSON 5/7
EEUW
koll"
gtekerke.
emuiden.
oll".
to mobiel.
3
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
Bab Fenwicks verloving.
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provincie
Zoekilchtjes.
MIDDELBURG
MOS
ide-doeken
amber 1933.
imber 1933.
YEN Jz.
Brieven uit Middelburg.
FEUILLETON
LEVENSVERZEKERING-BANK rotterdam
Vraagt
Veiligste
belegging
tabletten
VERSTOPPING
:antie-certiflcaat,
ledsttöm. Rijks-
in.
EST Goes,
RADIWOLL".
zeer veel Luxe,
nu voor
antie.
len van particu-
1 compleet.
LEEREN IN
LYCIRENAI
ODIRENAK
ratie zonder
ichting.
SOES.
Zenuw- en
rraag er naar bij
EST - Goes.
UM te Kapelle
VEMBER 1933,
e herberg van
Kapelle, krach-
rkoopen:
ERF, aan de
apelle, groot 1
n eigenaar P.
Der 1933.
)ecember 1933.
?en bij den
- en tevreden-
in profiteeren 1
!ST - Goes.
ischrijving:
[.IJK ARMBE-
>r 3 jaren, in-
er 1934 tot 24
JW- EN WEI-
onder de ge-
Kapelle, Kat-
Jdinge.
t opgave van
ïaren, worden
t 14 November
Notaris E. C.
bs, alwaar no-
verkrijgbaar
alle concur-
en beschrijving
s toegezonden.
ir Automobielen
TEL. 60
VAN
ZATERDAG 4 NOV. 1933, Nr 80.
Het was deze week 12% jaar geleden,
dat Jhr Mr J. W. Quarles van Ufford het
ambt van Commissaris der Koningin in
Zeeland aanvaardde. Men heeft in den
geest van den jubilaris gehandeld, door
aan dit feit vooraf geen bijzondere rucht
baarheid te geven en zich van feestbetoon
te onthouden. Toch mag ook weer bij
deze gelegenheid met groote dankbaar
heid worden getuigd van het zeer vele,
dat onze Commissaris in dit achtste
deel van een eeuw voor onze pro
vincie heeft gedaan en van de groote
toewijding, waarvan zijn arbeid blijk geeft.
Helaas heeft ook hij ons Gewest wel eens
in bloeiender toestand gezien dan nu. Ook
Zeeland wordt door de crisis zwaar ge
troffen en het valt steeds moeilijker in
het beleid van provincie en gemeenten
de eindjes aan elkaar te knoopen.
Over de crisis zal Minister Verschuur,
onze Minister van Economische Zaken,
dien we bijna den voedseldictator van
Nederland kunnen gaan noemen, voor de
radio weer het woord voeren. Zeker niet
om ons nog nieuws daarover te vertel
len, maar meer om ons te wijzen op den
ernst van den toestand en den plicht tot
het brengen van offers.
In Duitschland is de verkiezingscam
pagne in vollen gang. Hitler, Von Papen,
Goehring, Goebbels en zoovele anderen,
trekken er geregeld op uit, om duizenden
en nog eens duizenden kiezers toe te
spreken en ze op te wekken straks hun
„Ja" op het stembiljet in te vullen.
Hitier weet de Duitschers wel te pak
ken. Het feit, dat inderdaad het buiten
land in gebreke is gebleven de belofte
van ontwapening na te komen, maar
Duitschland in de positie van vernederde
wil laten, heeft Hitier niet weinig koren
op den molen gebracht. Hij heeft er han
dig gebruik van gemaakt. De groote meer
derheid der Duitschers volgt trouw den
Führer en zoolang het tegen vijanden
buiten de grenzen gaat, blijven onderlinge
meeningsverschillen het langst uit.
In Engeland heeft men gemeenteraads
verkiezingen gehad en merkwaardig was
dat dit keer weer de arbeiderspartij een
groote overwinning behaalde. De wind is
daar dus blijkbaar gedraaid en van fas
cisme heeft men daar nog geen last. Daar
is de Engelschman wel te nuchter en te
democratisch voor.
In Palestina is de toestand door het
optreden der Arabieren tegen de Joden
dreigend. Van Engelsche zijde zijn dan
ook krachtige en ingrijpende maatrege
len genomen.
Japan, het land, dat tegenover China
en den Volkenbond al een heel laakbare
houding heeft aangenomen, schijnt het
initiatief te hebben genomen voor een
vredesconferentie te Tokio. Dat nu zoo
iets van Japan uitgaat, treft wel bijzon
der. Zou het misschien in angst zitten
voor Rusland, dat juist dezer dagen con
tact gezocht en gevonden heeft met
Amerika?
CLXXXV.
Amice,
Het Nationaal-Socialisme heeft ook in
Zeeland zijn intrede gedaan. Op 1 No
vember 1.1., den dag van Allerheiligen,
trad „kameraad" A. J. O. Swemmelaar in
het Concertgebouw te Vlissingen voor de
vergaderde menigte op. De zaal was vrij
wel bezet, vooral met jongelieden, die,
al of niet met een oranjeband om den
linkerbovenarm, als ordebewaarders fun
geerden. Ook zagen wij heel wat politie
in, doch vooral buiten de zaal.
De orde werd evenwel geenszins ver
stoord. De leden der verschillende Staats
partijen, die toch zeker in de zaal aan
wezig waren, lieten de fiolen des poli-
1)
o
(Vrij naar het Engelsch.)
HOOFDSTUK I.
Kapitein Fenwick had een zwak voor
den naam Mary. Naar zijn smaak was die
naam buitengewoon verkieselijk en hij zei:
„Noem haar Mary. Ja, natuurlijk, ze
moet Mary genoemd worden", toen zijn
dochter geboren was.
Mevrouw Fenwick voelde zich zeer ge
vleid door deze keuze, want die naam
was ook de hare, maar toch voorzag ze,
dat de aanwezigheid van twee Mary Fen
wicks aanleiding zou geven tot vele com
plicaties, als „welke Mary?" en „Oude
Mary of jonge Mary?", en daarom werd
juffrouw Mary Fenwick nog lang nadat
ze kon loopen en praten ja, zelfs nog toen
ze al kon lezen en schrijven, Baby ge
noemd.
Maar toen er een gouvernante kwam
op Combe en de kinderkamer tot leer-
vertrek werd verheven, begon men een
geschikten naam, die geen verwarring zou
geven, te zoeken voor bet kind.
Alle afkortingen van Mary passeerden
de revue.
„Moll?" Neen, er waren zooveel melk-
tleken toorns, die over hunne hoofden
werden uitgegoten, rustig en gelaten over
zich heen gaan.
Op het podium was een drietal vlaggen
waarin het Oranje domineerde, op smaak
volle wijze aangebracht. Op de middel
ste vaan prijkte een portret van onze
Koningin. Deze uiterlijke hulde bleef ech
ter op zichzelve. In de redevoering werd
niet veel gewaagd van de liefde en den
eerbied voor onze Landsmoeder. Wellicht
was dit ook maar het beste, n.l. om de
genegenheid voor H.M. niet voor een be
paalde partij op te eischen.
Op handige wijze werd voorkomen,
dat al te vurige politieke tegenstanders
de zaal zouden binnendringen. Aan ieder,
die toegang vroeg, werd zijn naam ge
vraagd en, bij accoordbevinding, op een
oranje-toegangskaart ingevuld. Een vol
gende suppoost scheurde het deel van de
kaart af, waarop de naam voorkwam en
behield dat. Een labelletje diende dan als
bewijs van toegang. Zoo kwam men al de
namen der aanwezigen op eenvoudige ma
nier te weten.
Den antirev. wethouder van Vlissingen,
die blijkbaar was uitgenoodigd, werd op
hoffelijke wijze een plaats op de eerste
rij aangewezen. Een ander vooraanstaand
Vlissinger zette zich naast hem neder.
En voorts schikten zich vogels van di
verse pluimage, waaronder bestuursleden
van den Bond voor Nationaal Herstel op
Walcheren, om den spreker te hooren.
Het Bestuur, uitsluitend saamgesteld
uit jonge en zeer jonge menschen, trad
na den spreker binnen. Laatstgemelde,
eveneens een jongeman met een gebrild,
scherp gezicht, begon met doordringende
stem, op zeer vrijmoedige wijze zijn rede
uit te spreken. Het was een felle aanval
op Liberalen, Roomsch-Katholieken, An
tirevolutionairen (dit slechts in 't voorbij
gaan) en voornamelijk op de Sociaal-De
mocraten, wier inconsequente handelin
gen op onmeedoogende wijze werden ge
striemd. Nu en dan trok een lachje over
de luisterende aangezichten, wanneer de
spreker, soms op geestige wijze, met name
de S.D.A.P. geeselde, doch aantrekkelijk
was het gesprokene geenszins. Het was
een neerhalen van zijn tegenstanders
vaak op minachtende manier, om zich-
zelven er bovenop te praten, op de wijze
van den hooghartigen Farizeeër, die op
den stakkerigen tollenaar uit de hoogte
neerziet.
De uiteenzetting van het leidend be
ginsel der Nationaal-Socialistische Partij
was pover en beperkte zich tot eenige al
gemeenheden. Het kwam hierop neer, dat
voor het zedelijk en het lichamelijk wel
zijn van een volk noodig is een krach
tig Staatsbestuur, zelfrespect van de na
tie, tucht, orde, solidariteit van
alle bevolkingsklassen en het voorgaan
van het algemeen (nationaal) belang
boven het groepsbelang en van het
groepsbelang boven het persoonlijk be
lang.
Men weet het: evenals in Duitschland
zal de almachtige Staat over alles do-
mineeren, over Maatschappij, Kerk,
School en ook over den enkelen mensch.
Zijn vuist zal alles neerslaan wat zich
nog tegen den algemeenen Staatswil ver
zet. Alleen zal dit niet op Marxistische
wijze gaan, doch op Fascistische, dicta
toriale manier.
Of men van de Fascistische kat of van
den Marxistischen kater wordt gebeten,
is ons vrijwel hetzelfde. Ook gaat de zelf
verblinding heel vèr. Onder gelach der
vergadering aan wie deze gewaagde
exclamatie toch blijkbaar wat al te ver
ging voorspelde spreker, dat Musso
lini volgend jaar den Nobelprijs voorden
vrede zou krijgen, omdat hij ruim 500
millioen lire 13 cents) minder had
geraamd voor de Defensie. Wanneer de
spreker op onbarmhartige wijze aantoon
de, hoe de S.D.A.P.,die den boycot van
Duitsche waren uitriep, diezelfde Duitsche
producten uitloofde als premies voor de
„Arbeiderspers" en hoe een socialistische
bank met S.-D. voormannen als Oudegeest
als commissarissen, de gelden belegde in
Petroleummaatschappijen en Duitsche
wapenfabrieken, waar nog andere din
gen worden vervaardigd als haarnaalden,
och dan zei hij waarschijnlijk wel de
waarheid, doch wij verkiezen een positief
verweer boven een negatief. Aan Fascis
ten en Socialisten beiden ontbreekt het
positief fundament, G.ods Woord en Gods
meisjes op de boerderij, die Molly hee-
ten. „May?" Neen, een veel te zachte
naam voor zoo'n Robbedoes. „Polly" was
heelemaal onmogelijk en over „Maymy"
viel niet eens te spreken. Als twee „Ma
ries' dan te veel van bet goede waren,
zooals mevrouw Fenwick beweerde, dan
zou het kleine meisje tot het eind van
haar levensdagen Baby blijven.
Maar juffrouw Fenwick hield er een
eigen meening op na.
„Niets geen baby", zei ze, „daar ben ik
nu zoo langzamerhand aan ontgroeid. Ik
wil geen baby zijn, maar ik zal Bab hee-
ten, net of ik eigenlijk Barbara gedoopt
was, zooals Bab in Burton."
Het spreekstertje was een eenig kind,
een zeer autocratische jonge dame, wier
beslissingen zooal niet geheel en al het
huishouden regeerden, er toch zeer zeker
grooten invloed op hadden. Sinds dien
heette ze Bab en op haar twee en twin
tigste was ze nog Bab.
Het was op een Septembernamiddag
toen juffrouw Fenwick, vergezeld van
vier harer vrienden, in haar moeders ka
mer binnentrad.
Deze kamer was een zonnig, gezellig
hoekje van het huis en mevrouw Fen
wicks speciaal terrein. Ze had er wel haar
stempel op weten te drukken, met haar
werk en haar snuisterijen, haar boeken,
bloemen ea haar schilderijen; met een
Ingezonden Modedsellng.
ia. x :i xr.~
Ordinantie. En daarom zijn beiden een
wolk, die voorbijtrekt.
Nu iets over een bijeenkomst van an
deren aard.
Vorige week is het nieuwe kerkgebouw
der Gereform. gemeente te Middelburg
plechtig in gebruik genomen. Het moet
dienen als bedehuis der talrijke gemeen
teleden in en buiten Middelburg, van wie
blijkt, dat zij bereid zijn voor hun eere-
dienst groote offers te brengen in deze
zoo ongunstige tijdsomstandigheden. Het
kerkgebouw telt niet minder dan 1550
plaatsen en op den avond der ingebruik
neming waren ongeveer 2000 personen
uit Walcheren en Zuid-Beveland aan
wezig.
Het was een goede gedachte van den
dienstdoenden predikant den aanwezigen
burgemeester der hoofdstad de zegenbede
uit Psalm 134 te laten toezingen. Immers
hieruit bleek, dat men de Overheid, als
Gods dienares, wilde eeren en haar, bij
haar in deze dagen zoo moeilijke taak,
Gods onmisbaren zegen toebidden.
Ook de Burgemeester toonde in zijn
dankwoord op dezen zegen grooten prijs
te stellen en het te waardeeren, dat een
zoo talrijk gehoor het voorrecht op prijs
stelt, dat men in tegenstelling met
Rusland en andere landen rustig en
ongestoord zijn God mag dienen in alle
godzaligheid en eerbaarheid. Het is «en
alleszins verblijdend verschijnsel, dat ook
op ons eiland de prediking des Woords
nog door zoo velen in eere wordt ge
houden.
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
UIT HET ROODE KAMP.
In een polemiek in de „Sociaal-Demo
craat" tusschen de heeren G. van Veen
en den redacteur van dit blad J. v. d.
Wijk, laat de heer Van Veen zich o.m.
als volgt over de vrije meeningsuiting
in de socialistische pers uit:
„Ik houd er geen waarheid op na voor
„Handelsblad" eenerzijds en „Volk" an
derzijds. De waarheid is voor mij an
ders dan voor U één en ondeelbaar.
Ik schrijf dus in „Het Handelsblad" pre
cies zooals ik in „Het Volk" zou schrij
ven... als ik daarvoor plaats kreeg. Het
zou een lang verhaal worden, als ik eens
vertelde, hoe de Marxistische „democra
ten" er immer op uit zijn geweest ons
monddood te maken. Als wij niet zoo
trouw waren geweest in .onze socialisti
sche gevoelens, waren we al uit de partij
geweest. Alle geestigheid die „Teunis
Vijgeblad" over de diepste waarheden van
het Christendom heeft uitgestort, hebben
wij verdragen... ter wille van het socia
lisme. Als mijn vrouw mij vol veront
waardiging zoo menig schunnig stukje
in de Notenkraker wees, heb ik steeds
gezegd: „Zou je denken, dat de proleta
rische baby groot kan worden, zonder
groene luiers te maken?"
Intusschen ik herhaal: ik zou niet
veel te schrijven hebben en een zeer
klein publiek" bereiken, als ik slechts van
een proletarisch podium zou mogen spre
ken. Bovendien heb ik Zwertbroek b.v.
mijn diensten aangeboden, heb zelfs een
syllabus ingezonden van voor arbeiders
gehouden en zeer gewaardeerde lezingen.
Hij heeft mij zelfs geen antwoord waar
dig gekeurd, deze „democraat". Wie
neemt van mijn soort notitie in het socia
listische kamp, als hij er buiten kan?
De overprikkelde machtsgevoelens wor
den evengoed op den partijgenoot uitge
leefd als op „de vijandige klasse".
Kolenprijzen in Zeeland.
Dezer dagen werd aan Zijne Excellen
tie den Minister van Binnenlandsche Za
ken het volgende adres verzonden.
Ondergeteekenden, J. Joibse te Aagte-
kerke, L. P. van Oorschot te Vlissingen,
G. Philipse te 's Heer Arendskerke, A. P.
Bil te Sint Annaland en J. A. de Rijcke
te Oosterland, vormende het bestuur van
de „Federatie van Gomité's inzake de Ko
lenprijzen in Zeeland", bij welke Federa
tie ca. 20.000 leden zijh aangesloten, heb
ben de eer het volgende onder Uwe aan
dacht te brengen:
dat zij kennis hebben genomen van de
bepalingen der Kolenconventie, die ten
zeerste een belemmering vormen voor de
bij bovengenoemde Federatie aangesloten
Kolenbonden en Coöperaties om hun ze
genrijk werk voor de bevolking te vol
brengen;
dat deze bepalingen o.m. inhouden dat
de vereenigingen niet meer de prijzen
mogen vaststellen waarvoor de brand
stoffen aan haar leden geleverd kunnen
worden, en deze Conventie een systeem
van klantenbescherming heeft ingevoerd,
waardoor iedere Kolenvereeniging ge
noodzaakt wordt van dezelfde mijnen de
brandstoffen te betrekken als zij in 1932
deed; dat bovendien geen grooter kwan
tum mag worden afgenomen dan over
1932 het geval was.
Door deze beperkende bepalingen wor
den de belangen van haar leden ten zeer
ste geschaad, ze zijn tevens een aanslag
op de vrijheid en een aantasting van het
bestaan harer vereenigingen.
Bovendien kunnen geen organisaties
worden gesticht, die op coöperatieven
grondslag haar kolen willen inkoopen.
Voorts meenen zij er op te moeten wijL
zen, dat het systeem van klantenbescher
ming in strijd moet worden geacht te zijn
met de belangen der Nederlandsche In
dustrie, daar ook buitenlandsche mijnen
bij deze conventie zijn aangesloten, en er
dus geen vermeerdering van afzet der
Nederlandsche mijnen kan plaats vinden;
In de afdeelingen der Tweede Kamer
is naar het mij voorkomt terecht gewe
zen op de geweldige verschillen tusschen
de prijzen, welke de producenten van ge
steunde agrarische producten voor bun
waren ontvangen en die, welke het pu
bliek ten slotte moet betalen.
Als voorbeeld werd gewezen op de con-
sumptiemelk die bij den boer 5% cent
kost, terwijl ze in de steden voor 12 cent
wordt verkocht.
Op deze wijze moet de consument veel
betalen zonder dat de producent er van
geniet.
Hier zit inderdaad een fout.
Het spreekt vanzelf, de distribuant
moet ook leven en aan de distributie wor
den hooge eischen gesteld.
Maar als de producent nog niet de helft
ontvangt van wat de consument betaalt,
dan is de strijkstok toch wel wat al te
kleverig.
OPMERKER.
TEGEN
Bij Apoth. co Drogisten
dat bet bun voorts onbegrijpelijk voor
komt, dat de Nederl. Staatsmijnen in de
Conventie h(iar medewerking hebben ver
leend de coöp. Vereenigingen en Kolen-
bonden aan bovengenoemde bepalingen
te binden.
Zij meenen in bet bovenstaande aanlei
ding te vinden Uwe Excellentie eerbiedig
te verzoeken die maatregelen te willen
nemen, waardoor haar organisaties wor
den vrijgesteld van de Conventiebepalin
gen en als voorheen volkomen vrijheid
behouden haar zegenrijke taak voor een
zeer groot deel der Zeeuwsche bevolking
te blijven vervullen.
De verbreeding van
het kanaal door Zuid-Be
vel a n d. Gaarne verwijzen wij naar
de advertentie in dit nummer, waarin een
belangrijke openbare vergadering op
Maandag 6 Nov. a.s. te Hansweert aan
gekondigd wordt. Het bekende Kamerlid,
de heer J. M. Krijger, zal daar spreken
over de verbreeding van het kanaal door
Zuid-Beveland, welk plan van verschillen-
lende zijden vooral uit Brabant
wordt aangevallen. Het is zeker toe te
juichen, dat nog eens duidelijk de nood
zakelijkheid van deze verbreeding wordt
uiteengezet. Daarom wekken wij op tot
druk bezoek.
Domburg. Woensdagavond had alhier
in de tearoom Rosendaal de eerste lezing
plaats van het twaalfde seizoen van de
„Winterclub Domburg". De voorzitter, de
heer L. J. van Voorthuysen, heette de zeer
talrijke bezoekers welkom en memoreerde
de droevige oorzaak van de afwezigheid
van het bestuurslid Mej. R. M. Wichers
Ingezonden Mededeeling.
lang gezicht trad de jonge Mary Fenwick
dit heiligdom binnen.
Haar vier vrienden liepen op vier
pooten en volgden haar op de hielen. Z9
waren niets op hun gemak; ze wisten,
dat er iets niet in orde was, want Bab
sloeg met een zweep tegen haar Tweed-
rok op een manier, die ze niet begre
pen en waar ze niets van moesten heb
ben. Ze was geen grillige of onredelijke
meesteres, ze was altijd goed gemutst als
een jong hondje; haar hand, die, in een
leelijke, verweerde handschoen gestoken,
de zweep vast hield, wist rechtvaardig en
onbevooroordeeld aan te halen en te
straffen.
„Niets kan juffrouw Fenwick uit haar
humeur brengen", snoefde Becket in de
bediendenkamer.
„Wat zou haar ook uit haar humeur
moeten brengen?" wierp bet nieuwe
meisje tegen. „Ze is rijk en gezond en
heeft geen man of meester, die baar iets
weigeren kan."
En toch, ondanks rijkdom en gezond
heid en het gebrek aan een man die haar
iets weigeren zou, was juffrouw Fenwick
pit haar humeur. Ze kwam haar moeders
kamer binnen, haar wenkbrauwen ge
fronst, haar bruine oogen ernstig, haar
lippen stijf opeen geklemd. Mevrouw Fen
wick, gekleed voor haar dagelijksche rij-
toertje, cat aan tafel te schrijven. Ze
maakte de zin af, waar ze aan bezig was,
zonder zich van de binnenkomende iets
aan te trekken; toen keek ze naar de
bonden en schudde het hoofd.
„Die mogen hier niet binnen, Bab," zei
ze. „Niet al die honden in deze kamer.
Ik heb geen bezwaar tegen Dan en Ve
nom, maar Jan en Fritz moet je buiten de
kamer houden; daar stel ik mijn grens."
Moeder en dochter konden uitstekend
met elkander overweg, in vele opzichten
waren ze meer vriendinnen dan moeder
en kind. Het moge vreemd klinken, doch
het gebeurde maar zelden, dat juffrouw
Fenwick een steun 1 een raadgeefster,
een beschermster, een moeder in het kort
noodig had; r.:; voelde heelemaal geen
behoefte om te «huilen onder moeders
vleugels. Ze kon best op eigen beenen
staan, meende ze.
„Ik zal ze zoo naar buiten sturen, moe
der. Ik ga zelf ook weer terug, maar ik
moet u even spreken." Ze stak de hand
in de zak van haar mantel en haalde er
een dikken brief uit te voorschijn. „Daar",
zei ze, die komt van Stanhope Peel en
het is er al weer één."
Op dat oogenblik ging een rijtuig, dat
zooeven de stal verlaten had, voorbij het
venster en hield voor de voordeur stil.
Mevrouw Fenwick echter merkte het
niet; haar handschoenen gleden op den
grond, ze vergat de honden en trad op
haar dochter toe.
,,'tls toch niet waar, Bab? Van mijn
heer Peel? D'at spijt me."
„Ik kan bet toch niet helpen!"
De spreekster bad eerlijke, open oogen
en haar woorden gingen recht op het doel
af. Ze was erom bekend, dat ze nimmer
een blad voor haar mond nam.
„Neen kind, dat weet ik wel; maar
daarom is bet niet minder onaange
naam."
„Hm; geloof maar niet dat het om óiij
te doen is. Zooveel geeft hij niet om mei"
En mevrouw Fenwick geloofde haar,
schoon ze het zich moeilijk kon voorstel
len, dat iemand niet om Bab zou geven.
Daar stond ze, terwijl ze met gefronste
blikken den brief in baar hand bekeek.
Ze was aantrekkelijk om te zien, met haar
slanke, rechte gestalte en baar lief ge
zichtje, omgeven met een krans van blon
de krullen. En dat ondanks haar weinig
meisjesachtig costuum dat uit een dikke,
stevige stof vervaardigd was en meer ge
schikt scheen voor een arbeidster in een
fabriek, dan voor een meisje van stand.
Bab gaf er niet zooveel om, hoe ze eruit
zag; als haar kleermaker er maar voor
zorgde, dat haar costuum haar niet in
hasj bewegingen hinderde, was ze tevre
den.
(Wordt vervolgd.)