ik blijf bij
Land- en Tuinbouw
Ingezonden Stukken
Radio-nieuws
Hef Vrouwenhoekje
Dammen
stand natuurlijk 'an rechtstreeksohen te
rugslag ondervindt.
De belastingen zijn tot het uiterste op
gedreven; zelfs wordt in deze gemeente
op aandrang van Ged. Staten nog.
een precario-recht ingevoerd; opnieuw
wordt voorgesteld 5 pot op de loonen en
salarissen van het gemeentepersoneel te
korten en nog andere maatregelen te tref
fen.
De belastingopbrengst daalde echter
met 42 pet. en de begrooting is niet slui
tend te krijgen. Nu de tekorten zich op
stapelen en de gemeente totaal onmach
tig is zichzelf te helpen, wordt een beroep
op het Rijk gedaan.
Veertig-jario beslaan der Rijkslandbouw-
winterschool te Goes.
Maandag a.s. zal het, zooals reeds ge
meld, veertig jaar geleden zijn, dat de
Rijks Landbouwwinterschool te Goes ge
opend werd. Het was dus in het jaar
1893, dat de lessen aan deze onderwijs
inrichting een aanvang namen, d.w.z.
midden in den slechten tijd.
Het ging den boerenstand in de tach
tiger jaren waarlijk niet voor den wind.
Dat ook de Regeering zich daarvan be
wust was, blijkt wel hieruit, dat een
Staatscommissie werd ingesteld, die
omtrent den slechten toestand van den
landbouw een onderzoek had in te stel
len.
In haar rapport vinden we o.m. ver
meld, dat „een belangrijk middel om de
„crisis zoo goed mogelijk het hoofd te
„bieden, is, dat de landbouwer ontwik
keld worde, dat hij zich leere aanpas
sen aan de veranderde toestanden, dat
„hem wetenschappelijke vakkennis worde
„bijgebracht, die hij zoo noodig heeft
„voor de rationeele uitoefening van zijn
„bedrijf."
Goed landbouwonderwijs werd als een
uitstekend middel beschouwd om de cri
sis te helpen door komen.
De moeilijkheid was echter dit onder
wijs op stapel te zetten. Immers leer
krachten waren er niet.
Inmiddels was in Zeeland wijlen de
heer I. G. J. Kakebeeke, die zich in Wa-
geningen het diploma van landbouwkun
dige verworven had en toentertijd secre
taris der Z.L.M. was, met ingang van 1
Maart 1893 tot Rijkslandbouwleeraar be
noemd. Met alle kracht ijverde deze er
van meet af voor om te Goes een land
bouwwinterschool te krijgen, waarbij de
inspecteur van het Middelbaar Onder
wijs, de heer F. B. Löhnis, hem ten volle
heeft gesteund.
Dank zij de medewerking van het Rijk
en het Gemeentebestuur van Goes, kon
October 1893 de school in de voormalige
bank van leening worden geopend. Direc
teur ervan werd de heer Kakebeeke voor
noemd en leeraren de heeren Ter Haar en
Van der Vliet, veearts te Kruiningen.
Het landbouwonderwijs in Zeeland kon
dus een aanvang nemen. 18 leerlingen
zouden het volgen, van wie 13 uit Zuid-
Beveland, 3 uit Schouwen, 1 uit Noord-
Brabant en 1 uit O. Z.-Vlaanderen. Het
begin was er.
Het ligt voor de hand, dat de stroom
van leerlingen het grootst was van uit
Zuid-Beveland. Niettemin kwamen toch
in den loop der jaren ook meer leerlin
gen uit andere deelen der provincie de
school bezoeken, behoudens dan uit Z.
Vlaanderen, van waar het aantal zich tot
slechts enkelen bepaalde.
Er zijn jaren geweest, dat het met het
leerlingental niet bepaald schitterend ge
steld was. Daarentegen zijn er ook jaren
aan te wijzen, waarin er zooveel belang
stelling was, dat de eerste klasse zelfs
moest worden gesplitst.
Zoowel onder den heer Kakebeeke
welke tot Jan. 1926 Directeur is geweest
als onder zijn opvolger, den heer
Stevens, is bij voortduring, mede dank
ook de toewijding der overige leeraren,
uitnemend onderricht gegeven, dat aan
de eischen der praktijk en van den tijd
voldeed.
September 1913 was wederom een be
langrijke datum voor de school. Toen
toch werd het nieuwe gebouw aan het
Ravelijn betrokken, hetgeen mede door
vernieuwde medewerking van het ge
meentebestuur van Goes, mogelijk was.
Nog weer later werd een aanbouw in
gebruik genomen voor motorendemon
straties, waarmede het onderwijs weer
in niet geringe mate gediend was.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Mijnheer de Redacteur,
In uw blad van 21 Oct. j.l. schrijft
„Metellus" in zijn brief nr CLXXXIII
o.a.:
„In Vlissingen, waar de toestand der
gemeentelijke financiën ongeveer dezelf
de, alhtans niet beter is als in Middel
burg, lijkt het ons, dat men meer door
drongen is, van den ernst van den toe
stand. Dit blijkt uit de houding van som
mige raadsleden der linkerzijde bij de op
heffing van het vervolgonderwijs; dit
blijkt vooral uit de houding van B. en W
van Vlissingen bij de salariskwe" .ie.
Werden reeds verleden jaar de sar
rissen en loonen met 3 pet. verlaagd
thans stellen B. en W. opnieuw een kor
ting voor van 5 pet. In Middelburg werd
het verleden jaar wel beweerd, dat de
loonen te Vlissingen hooger zijn dan die
te Middelburg, doch dat wil er bij ons
nog zoo niet in en zou met cijfers moeten
worden bewezen. In Middelburg Is op de
salarissen en loonen van ambtenaren en
werklieden, die na 1 Oct. 1925 zijn be
noemd, nog hoegenaamd niets gekort
en wat de salarissen, enz. betreft van de
ambtenaren en werklieden, die vóór 1925
werden aangesteld, hun is alleen de pen
sioenkorting opgelegd, die zij zeiven
eigenlijk moesten betalen, doch welke be
taling de gemeente als een extra dou
ceurtje van hen overnam, terwijl hun sa
laris tot heden hetzelfde bleef. Het is
wonderlijk, dat deze regeling tot heden
nog altijd gehandhaafd bleef."
M. de R., wat „Metellus" hier neer
schrijft lijkt mij absurd. Te Vlissingen
zijn verleden jaar de salarissen en
loonen met 3 pet. verlaagd. Dit „verleden
jaar" dient te worden vervangen door;
„per 1 Januari 1933". Daarnaast wordt
gesteld, dat aan de Middelburgsche amb
tenaren en werklieden alleen de pen
sioenkorting werd opgelegd. Blijkbaar
weegt deze laatste korting maar 8V2
pet.) niet op tegen de 3 pet. verlaging (tij
delijke crisiskorting) te Vlissingen. 't Zit
hem blijkbaar in de benaming. Feit is
echter, dat;
te Vlissingen sedert 1 Januari 1933 van
de ambtenaren en werklieden werd in
gehouden 3 pet. (tijdelijke crisiskorting),
terwijl daar tot op heden nog niets wordt
verhaald wegens pensioensbijdragen, en
dat
te Middelburg van deze personen werd
ingehouden: sedert 1 Mei 1932 5V!é pet.
(verhaal voor weduwen- en weezenpen-
sioen), en bovendien sedert 1 Jan. 1933
nog 3 pet. (verhaal voor eigen pensioen).
(Volledigheidshalve zij hierbij vermeld
dat personeel, aangesteld na October 1925
nog niet werd gekort, omdat dit perso
neel direct bij aanstelling de 8V2 pet.
moest betalen.)
De uitdrukking: „terwijl hun salaris
tot heden hetzelfde bleef" is theoretisch
juist, maar dat geldt eveneeer voor het
Vhssingsche personeel.
Het staat onomstootelijk vast, dat de
daadwerkelijke korting op de salarissen
en loonen te Middelburg 8 maanden eer
der werd ingevoerd en zeer belangrijk
hoof. w was en is dan die te Vlissingen.
„Metellus" zegt ook nog dat het er bij'
hem niet in wil, dat de loonen te Vlis
singen hooger zijn dan die te Middel
burg, en dat deze bewering met cijfers
zou moeten worden bewezen. Dit te be
wijzen in een ingezonden stuk is niet een
voudig, ook al met het oog op de plaats
ruimte, maar wanneer „Metellus" de be
treffende verordeningen van de beide
gemeenten naast elkaar legt, zal hij de
waarheid van die bewering in een en
kele oogopslag kunnen zien. Vergelijkt hij'
daarna nog eens nog de betreffende to
taal-posten van de begrootingen dier ge
meenten, dan zal hij tevens zien, dat
er ook nog belangrijke verschillen zijn
aan te wijzen in het aantal ambtenaren.
U, mijnheer de redacteur, dankend voor
de plaatsruimte,
Hoogachtend,
J. PH. KOENE.
Voorzitter Onderafd. „Walcheren" v.
d. Ned. Bond v. Gem.-ambtenaren.
Middelburg, 25 Oct. 1933.
Onderschrift van Metellus:
Het ingezonden stuk van den heer
Koene bewijst voor de zooveelste maal,
hoe weinig animo er is in sommige amb
tenaarskringen om in het algemeen be
lang een offer te brengen. Waar binnen
kort zoowel in het georganiseerd overleg
als in den gemeenteraad alle gelegen
heid zal zijn deze kwestie van alle zijden
te bezien, kunnen wij hier kort zijn.
De inzender geeft toe, dat sinds 1 Octo
ber 1925 te Middelburg aangestelde amb
tenaren enz. in hun salaris nog met
geen cent zijn gekort. Is dit in den
tegenwoordigen tijd wel juist? Vooral als
men let op de herhaalde kortingen
door het Rijkspersoneel reeds on
dergaan en nog te ondergaan. Het ge
meentepersoneel, dat vóór 1 October 1925
is benoemd, geniet sinds 1 Mei 1932 geen
premievrij pensioen meer. Dit douceurtje
is sindsdien door den Raad in twee tempo's
ingetrokken. Het salaris bleef theore
tisch en practisch hetzelfde. Wan
neer b.v. in Amsterdam het douceurtje
van vacantietoeslag en vrij reis
kosten wordt teruggenomen, wordt
dan het salaris gewijzigd? Had het
Middelburgsch gemeentepersoneel gewild
dat de ongelijkheid tusschen zijn twee
deelen, wat het vrij pensioen betreft, had
b 1 ij v e n bestaan? Was er eenige aan
leiding om het personeel op ongelijke
wijze te behandelen? Is het onderscheid
in salaris tusschen Rijks- en Gemeente
personeel van dien aard, dat het eerste
3 4 maal in zijn salaris moet worden
gekort en het laatste in het geheel niet?
Immers het premievrij pensioen is een
voordeeltje boven het salaris. Het is
mogelijk, dat b.v. op de secretarie te
Vlissingen meer personeel is dan te Mid
delburg. Wat heeft dit met het salaris
van doen? Een ieder moet toch zeker
gedurende zijn vollen werkdag arbeiden.
Zijn er in Vlissingen niet minder diena
ren van politie dan te Middelburg? Dit
kan ten gevolge hebben, dat in laatst-
gemelde plaats het g e t a 1 agenten wordt
verlaagd, doch niet, dat het salaris
der Vlissingsche agenten wordt ver
hoogd.
De fout zit hierin, dat te Middelb' rg
de Raad te lang met werkelij" salaris-
v«ff1aging heeft gewacht, dan. zij dsn
tegenstand van een deel van hetjracon-
tebestuur. Was dit eerder geschie I, men
had er zich, gezien de, destijds daicnt!:-.
prijzen van voedingsartikelen e.a., ge
makkelijker bij aangepast, dan thans,
nu de prijzen stijgende zijn.
Ingezonden Mededeellng.
Ippwsl!
E Ostermann Co s Handel Mij. N V., Amsterdam
Fabrieken te Jutphaas bij Utrecht
En ten slotte: Waarom moeten de amb
tenaren alleen worden gesauveerd boven
a 1 de andere bevolkingskringen, die
reeds lang hun inkomsten in veel be
langrijker mate hebben zien dalen en
voor het ongewijzigd salaris der amb
tenaren mede moeten betalen?
Crisiscomité Goes.
Aan onze ingezetenen,
Op Donderdag 2 November a.s. zal,
eenals het vorige jaar, door ons Crisis-
comité weer een inzameling gehouden
worden aan de huizen der ingezetenen tot
het in ontvangst nemen van nog in goe
den staat zijnde gedragen kleeding.
Bij de schoonmaak, die nu achter den
rug is, zal door velen wel een en ander
terzijde gelegd zijn, dat voor ons crisis
comité nog uitmuntend te pas kan komen.
Mocht ge dat nog niet gedaan hebben,
och wees dan zoo goed uw voorraad nog
eens na te men met het oog op onzen
rondgang.
Wij bevelen onze inzameling zeer in uw
belangstelling aan.
Indien u, hetgeen u voor ons wilt be
stemmen, gereed zoudt willen leggen, dan
zou dit het werk van onze inzamelaars
zeer vergemakkelijken en bespoedigen.
Wilt u s.v.p. hiermee rekenen?
Bij voerbaar dank voor uw medewer
king.
Namens het Crisis-Comité,
A. L. Van MELLE, Voorzitter.
A. TH. VERBIST, Secr.-penn.
Programma van Maandag 30 October.
HUIZEN, 1875 M. N.C.R.V. 8.15—
0.30 Concert. 10.3011 Ds Diederiks,
Ned. Herv. pred. te Hilversum. 1111.30
Lezen Chr. Lectuur. 11.3012 Gramof.-
muziek. 12.302 Orgelconcert Jan Zwart.
22.35 Voor scholen. 2.353.15 Herfst-
beplanting van den tuin. 3.153.45 Knip
pen en naaien. 45 Bijbellezing. 55.15
Jo Vincent-kwartet. 5.155.45 en 66.30
N.C.R.V.-orgel. 6.30—7 en 7.30—8 Vra
genuurtje. 810.30 Concert ter inleiding
van den Hervormingsdag.
De dochters over haar moeders.
In het „Algemeen Handelsblad" staan
eenige geestige regelen, welke de manier
weergeven, waarop een zoon over zijn
vader en een meisje over baar moeder
denkt.
Op tienjarigen leeftijd is de zoon er
heilig van overtuigd, dat zijn vader over
al verstand van heeft.
Onze meisjes vinden moeder haar reu-
zenscbat, knal, knap, geweldig.
Op 15 jaar wil het den zoon voorko
men, dat hij met zijn vader niet zoo heel
veel verschilt wat intellect en levenswijs
heid betreftl
Bij de meisjes doen zich de verschijnse
len voor, dat ze zeggen, o! ul toen u jong
was, die ouë stijve tijd, u mocht immers
niets, en u vond alles maar goed. Of wel
ze staan soms stom verbaasd, dat moe
der sommige dingen ook weet en geleerd
heeft.
Op 20 jaar verbeeldt de zoon zich, dat
hij alles veel beter weet dan vader, die
soms pas 45 of zoo ongeveer is.
Een dochter van 18 denkt zich reeds de
wereld te kennen, kan geen vergissingen
maken; acht zich gerechtigd haar oor
deel over moeders gedragingen te vel
len.
Als ze wat ouder is geworden, en als
zij een levensdoel heeft aanvaard, gaat 't
wel een ietsje benedenwaarts.
Komt een zekere factor, de liefde, in
haar leven, dan wordt ze vaak weer 't
kleine meisje, dat in moeder alles zag.
Dan is moeder de eerste die de symp
tomen ontdekt. Moeder mag 'tangsten en
vreezen medeleven.
Dan komt er een nieuwe phase in de
verhouding van moeder en kind. Het jonge
meisje gaat zich gewichtiger voelen, soms
ouder en de moeder mag vaak remmend
optreden voor al te grooten ernst en te
ruggetrokkenheid of 't stormachtig haken
naar 't eigen nestje.
Dan vindt de dochter in moeder meer
dan ooit haar vriendin, dan vindt moe
der bij haar kleine zorgen en beslomme
ringen, een steun in 't dochtertje, dat zich
gerechtigd acht nu als a.s. huisvrouwtje,
kennis van zaken te bekomen of te bezit
ten.
En later, op 2530-jarigen Jeeftijd,
zelf gehuwd, moeder van een klein of
groot gezin, dan zullen menigmaal de
dochter de woorden ontvallen: moeder
had toch gelijk, maar dat besef je pas,
als je zelf getrouwd en moeder bent.
Enkele recepten.
Vlug bereide panviscb.
1 pond koude aardappelen; 1 pond
ontgrate visch; 2 uien; X theelepel peper;
X eetlepel mosterd; 1 Maggi's bouillon
blokje, opgelost in 1 d.L. kokend water;
50 gram (2% afgestreken eetlepel) boter.
Laat in een ijzeren potje de boter heet
worden, doe er de koude aardappelen in
en laat die goudbruin bakken, nu en dan
de pan schuddende.
Leg er de ontgrate visch op, de fijnge
snipperde uien, den mosterd, de peper en
den bouillon. Laat alles zachtjes met el
kaar doorbakken, maar blijf voortdurend
met een pannekoekmes in het mengsel
hakken en roeren tot tenslotte alles tot
een gelijk moes is geworden, lichtbruin
van kleur.
Appelen en banaan. Schil
zes appelen van middelsoort grootte, haal
de klokhuizen er uit en snijd ze in dunne
plakjes. Pel drie bananen en snijd ze
eveneens in dunne plakjes. Leg de vruch
ten laag om laag in een met boter inge-
vetten vuurvasten schotel, bestrooi elk
laagje met wat suiker en besprenkel het
met gesmolten boter; giet over de boven
ste laag H d.L. kokend water, leg een
deksel op den schotel en zet de vruchten
een half uurtje in een niet te heeten oven;
neem het deksel er af en laat ze nog tien
minuten in den oven bakken. Ge kunt de
vruchten zóó of met custard of room er
bij geven.
Druivengelei. De druiven (al
leen gave vruchten te gebruikenI) worden
goed gewasschen en van de steeltjes ge
plukt. Dan voegt men op ieder K.G.
vrucht®a 2 d.l. water toe, en laat dit te
zamen op een zeer getemperd vuur een
half uur koken, waarna de massa door
een neteldoekschen lap wordt uitgeperst.
Dit moet zorgvuldig geschieden, opdat er
geen vocht verloren gaat. Het vocht meten
en op iederen liter sap 650 gram suiker
toevoegen, opnieuw op het vuur zetten
en zachtjes, zonder deksel, laten inkoken
tot geleidikte, die heet in de goed schoon
ingemaakte potjes wordt gedaan. Deze na
bekoeling afsluiten op de gewone manier.
Kaas bewaren.
Wie een hekel heeft aan de „onsjes"
gesneden kaas, keert er dikwijls toch
weer naar terug, omdat het zoo moeilijk
is een stuk kaas, vooral jonge kaas, voor
het oog en den smaak eenigen tijd goed
te houden. Open bewaard, gaat de kaas
„glimmen" en droogt daarbij uit. Onder
de stolp gaat zij, zoolang de fabrikant ons
niet wil helpen door de glazen of kristal
len stolp bovenin, als een broodtrommel,
met een paar gaatjes te perforeeren, al
zeer gauw schimmelen. Een proef van een
paar maanden 'heeft mij een eenvoudig en
zeer succesvol middel geleerd. Door naast
de kaas, onder de stolp, een klein, b.v.
tafelzoutvaatje te plaatsen, niet gevuld
met Cerebos- of een ander droog tafel
zout, maar met gewoon keukenzout
dat naar men weet hygroscopisch is, d. i.
vocht aantrekkend uit de omringende
lucht, blijft de kaas, welke aan tafel dage
lijks gesneden wordt, tot het laatst toe
gevrijwaard voor schimmelen. Als bewijs
dat zij dit dankt aan het zout naast haar,
geldt afdoend, dat dit na betrekkelijk kor
ten tijd tot pekel in het vaatje is opgelost,
schrijft „De Huishouding".
Peau de Suède.
Het „Hbld" geeft de volgende „tien ge
boden" voor peau de Suède schoeisel:
1. Draag ze zoo weinig mogelijk bij
vochtig weer of als de straten modderig
zijn.
2. Zijn ze op straat vuil en nat gewor
den, laat ze dan rustig drogen, liefst op
spanners of opgevuld met proppen po
reus papier, om ze later met een harden,
zindelijken borstel uit te schuieren.
3. Verwijder de vlekken, die dan nog
zijn achtergebleven met een rubber- of
ijzerborsteltje.
4. Zorg er voor, dat nooit vet- of olie
vlekken op de schoenen komen.
5. Is dit toch geschied, probeer dan die
vlekken weg te krijgen met benzine of
tetra.
6. Draag bij lichte peau de Suède schoe
nen kousen in dezelfde of bijpassende
tint.
7. Kies dit schoeisel in goede kwaliteit,
neem anders voor het geld dat ge kunt of
wilt besteden, liever schoenen van ge
woon leer.
8. Als gij de schoenen niet draagt, vul
ze dan op met proppen vloeipapier of zet
er spanners in; ze blijven dan in hun
model.
9. Bewaar ze altijd op een droge plek.
10. Bedenk, dat kale plekken in peau
de Suède ontstaan door slijtage, niet
meer te verwijderen zijn. Laat in zoo'n
geval het schoeisel door den vakman
„glad" maken.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P Mons, Weslerstr.
221, Amsterdam.
Probleem 326.
Auteur A. Deurloo, Nieuwdorp.
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Zwart 9 sch. op: 7, 9, 15, 16, 17, 19,
20, 24, 26 en dam op 35.
Wit 11 sch. op 18, 27, 28, 29, 33, 34,
37, 38, 40, 44 en 50.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
October-problemen voor 7 Nov. in te
zenden aan bovenstaand adres.
Nog te vermelden.
Goede oplossingen ontvangen van J.
Geelhoed, Zoutelande.
Om den Meestertitel.
„Zuiderling"
(wit)
1. 32—28
2. 34—29
3. 40X29
D. H. Möllenkamp
(zwart)
18—23
23X34
20—24
Een weinig gespeelde zet, die echter
wel goed is. Meermalen hebben wij par
tijen behandeld, waaruit bleek, dat het
voor wit niet doenlijk is voortdurend ruit
32 open te houden, zoodat zwart later
steeds eveneens het centrum kan bezet
ten. Het doel van den tekstzet is wit's
flankspelopening te verbreken.
4. 29X20 15X24
5. 39—34 10—15
Indien zwart dit wenscht kan hij onder
gunstige omstandigheden weer tot flank-
spel geraken door 2429 en op wit 34 X
23 zwart 1722. Indien wit 33X24 slaat
speelt zwart 19X39 en 1218, voortgezet
met 1823. In beide gevallen heeft zwart
schijf 15 in het spel gebracht.
6. 34—30
12—18
7. Mr~3Q
7—12
8. 50—44
17—21
9. 31—26
14—20
10. 26X17
12X21
11. 37—31
11—17
12. 31—26
20—25
13. 41—37
25X34
14. 39X30
5—10
15. 44—39
10—14
16. 30—25
17—22
17. 26X17
22X11
Zonder voordeel voor een van beiden is
het middenspel begonnen, waarbij zwart
echter wel grooter gemak van spelen
heeft, doordat de geheele rechtervleugel
nog moet worden opgebracht.
18. 46—41 11—17
19. 36—31 6—11
20. 41—36 17—21
21. 37—32 21—26
22. 31—27 18—23
23. 42—37 11—17
24. 28—22
Om de klaverbladvorming door zwart
1721 tegen te gaan. Op 2722 zou
zwart 1621, 2127 en 23X41 spelen.
24. 17X28
25. 33X22 8—12
(Wordt vervolgd.)
Uit de partij.
1 2 3 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
45
47 48 49 50
Er werd gespeeld: Zwart 1923, wit
3328. Zwart kan nu niet 1419 we
gens wit 2822, 26X17 en 3429.
Op zwart 1319 volgt:
1. 28—22 17 X 28
2. 26X17 11X22
3. 31—26 22X31
4. 26—21 16X27
5: 37X26 28X37
6. 42X4
Zwart heeft dus slechts 1520 en 13
X24, waarna hij zwak staat aan beide
vleugels.