DE ZEEUW
I VO ROL
ONDER VALSCHE VERDENKING
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
HET ADRES
A. WILKING
Binnenland.
Zoeklichtjes.
Brieven uit Middelburg,
pe Hedec&mdsclm Jandpasta
VAN
ZATERDAG 28 OCTOBER 1933, Nr 24.
Wat wel bijzondere vermelding ver
dient, is dat de Eerste Kamer de omzet
belasting zonder hoofdelijke stemming
beeft aangenomen. Alle leden, ook de so
ciaal-democraten, waren het er dus over
eens, dat deze belasting, waaraan zoo vele
bezwaren zijn verbonden, niet kan worden
gemist. Weer een bewijs van vruchtbare
samenwerking tusschen regeering en par
lement.
Ook de Tweede Kamer, die nu tot 7
November kracht verzamelt voor de be-
grootingsdebatten, werkte in haar laatste
zittingen op spoedbestelling. De wijziging
der ambenarenwet, waardoor van rijks
wege meer controle kan worden uitge
oefend op de bezoldiging van bet perso
neel van die provinciën en gemeenten,
welke haar roeping niet voldoende ver
staan, is, na een gloedvolle verdediging
van Minister de Wilde, aangenomen. In
aansluiting hieraan richtte deze Minis
ter zich met een krachtige circulaire tot
de colleges van Gedep. Staten, om vol
doende toezicht uit te oefenen op de ge
meentebesturen, teneinde de financiën der
gemeente gezond te houden.
Dat een Minister, die voorheen zoo fier
opkwam voor de autonomie der gemeen
ten iets dergelijks moet doen, bewijst wel,
dat de financieele toestand er zeer drei
gend uitziet, en óók, dat er helaas ge
meentebesturen zijn, die zich hun verant
woordelijkheid niet bewust zijn.
Verder zij gemeld, dat het wetje, waar
over het vorige kabinet is gestruikeld,
slechts weinig gewijzigd, door de Tweede
Kamer is aangenomen. Het kan verkee-
renl
Het blijkt uit verschillende feiten, dat
het deze regeering in dezen roerigen tijd
ernst is met de handhaving van het ge
zag'. Zoo heeft zij dezer dagen de rijks
ambtenaren verboden deel te nemen aan
publieke demonstraties tegen regeerings-
maatregelen. Zij is blijkbaar van meening,
dat de ambtenaren voldoende gelegenheid
hebben door middel van hun organisaties
op te komen voor hun belangen.
In Duitschland is de verkiezingscam
pagne begonnen. Natuurlijk onder gansch
andere omstandigheden dan wij kennen.
Er is slechts één partij, die zich mag la
ten hooren. Andere meeniugen worden
ten eenenmale onderdrukt. De Rijksdag
ontbinding en -verkiezing zijn dan ook niet
anders dan een vertooning. Wat het re
ferendum betreft, de beslissing over de
vraag, of het Duitsche volk accoord gaa'
met de regeering, die Volkenbond en Ont
wapeningsconferentie vaarwel zei, ook
daarvan is de uitslag niet twijfelachtig.
Daar hebben de andere groote mogend
heden het wel naar gemaakt.
Hitier en zijn trawanten zijn er reeds
op uitgetrokken, om de houding der Duit
sche regeering tegenover tienduizenden te
verdedigen.
Inmiddels is de Ontwapeningsconfe
rentie, zooals te begrijpen was, verdaagd.
Voorloopig tot 4 December, maar waar
schijnlijk tot nog lateren datum. Het is
op ontwapeningsgebied donkerder dan
ooit.
In Frankrijk is weer eens het kabinet
gevallen. Men verwondere zich daarover
niet, want het gebeurt soms meermalen
per jaar. Intusschen zijn de financieele
moeilijkheden, die daar ook heel groot
zijn, nog niet opgelost.
CLXXXIV.
Amice,
Blijkens het verslag van het Bestuur
der Godshuizen te Middelburg over 1932
bedraagt het nadeelig saldo van het Gast
huis over dat jaar de som van f 48.357,
tegen f 58.670.05 over 1931. Er is dus
FEUILLETON.
Vrij naar het Engelsch.
171) _o_
„Dat zou best zoo kunnen zijn. Ze deden
wel erg geheimzinnig. Dat zij den waren
schuldige in bescherming namen, was
klaar als de dag; en de eenige gevolgtrek
king, die daaruit te trekken was, wees jou
als den dader aan. Maar meneer Hamish,
er waren nog andere daadzaken recht
streeks jou betreffend, die tegen je ge
tuigden. „Waar kwam het geld vandaan,
waarmede je enkele van je lastige schuld-
eischers bevredigen kon, juist in dien
tijd?"
Nogmaals, evenals den eersten keer, dat
ze gedaan werd, bracht de gemaakte op
merking den jongen man in verlegenheid.
Klaarblijkelijk was de blos, die hem lang
zaam naar het gelaat steeg, er niet een
van schaamte, hoe had hij anders terzelf
der tijd zoo fijntjes kunnen glimlachen?
„En toch heb ik me niet met eens an
ders goed verrijkt," merkte Hamish op.
„Meneer Huntley en hij sloeg de oogen
op en keek den ander recht in de oogen
hoe nauwkeurig moet u mij en mijn aan-
gelegenheden langen tijd hebben gadege
slagen."
eenige vooruitgang merkbaar, in dien
zin, dat het tekort ruim tienduizend gul
den lager is geworden. Dit wijst althans
op eenige verbetering in het geldelijk re
sultaat, doch 't is nog lang niet, waar we
wezen moeten. Zonder tekort schijnt men
niet te kunnen werken, immers ook in
Goes wordt het blijvend tekort ook op tien
mille geraamd, wat voor Middelburg op
f 20.000 per jaar zou neerkomen, indien
men naar de bevolking rekent. Doch
en vooral in de dagen, die wij doorleven,
zal men in het Middelburgsche Gasthuis
toch verder op betere financieele resul
taten bedacht moeten zijn. Het is uitge
sloten, dat een gemeente met de finan
cieele krachten van Middelburg telken
jare een halve ton gouds op zij1 zou moe
ten leggen om het tekort van haar Zie
kenhuis te dekken. Gevolg daarvan zou
zijn, dat op tal van andere nuttige, zelfs
onmisbare posten op onverantwoordelijke
wijze zou moeten worden bezuinigd en
hierdoor op heel wat noodige dingen zou
moeten worden beknibbeld in strijd met
het algemeen belang. Er wordt op de der
de klasse-afdeelingen te veel toegélegd en
het aantal eerste- en tweede-klasse-pa
tiënten is veel te gering, dan dat de op
deze klassen te maken winst tegen bet
verlies op de derde klasse zou kunnen
opwegen. Menschen die hun patiënten in
de eerste klasse laten verplegen zijn er
bijna niet meer. In heel Zeeland, zoo
werd onlangs verteld, was dezer dagen
geen enkele 1ste klasse-patiënt in eenig
ziekenhuis te vinden. Het blijft onze over
tuiging, dat de traktementen in het
bizonder van heeren doctoren naar be
neden moeten, wil het tekort op de Zie
kenhuizen ook maar eenigszins belang
rijk dalen. En wanneer het waar mocht
zijn, dat de verpleegprijzen in een con
fessioneel ziekenhuis in onze naaste om
geving binnen niet al te langen tijd be
langrijk zullen worden verlaagd, dan zal
men in het Middelburgsche Ziekenhuis
wel heel spoedig tot andere maatregelen
moeten overgaan.
Van algemeene bekendheid is, dat
sinds eenige tientallen jaren te Middel
burg bestaat de vereeniging „Uit het Volk
Voor het Volk", die zich, nevens min
der bekende doeleinden, voornamelijk ten
doel stelt het geven van leiding aan ver
schillende volksfeesten. Op dit gebied kan
niet ontkend worden dat deze Vereeni
ging haar sporen heeft verdiend. Wel
mag niet ontkend dat de Vereeniging
voor zich het monopolie heeft opgeëischt
bij het leiding geven aan nationale fees
ten. We herinneren ons dat in 1907, toen
de Koninklijke familie Middelburg kwam
bezoeken ons heugt nog de schitteren
de verlichting van de Abdij met vetpotjes
en de toenmalige burgemeester Jhr
van den Brandeler vertegenwoordigers
uit de verschillende rangen en kringen
der burgerij bij zich aan huis noodigde,
ten einde te overwegen wat er bij het a.s.
hoog bezoek aan feestelijkheden zou moe
ten geschieden, de vertegenwoordiger van
Uit het VolkVoor het Volk leukweg me
dedeelde dat deze Vereeniging, ouder ge
woonte, zelve voor dit alles wel zou zor
gen, waarop de Burgemeester moest reti-
reeren en de verschillende vertegenwoor
digers der burgerij konden afdruipen.
Zulke gebeurtenissen maken toch wel
een minder aangenamen indruk en het is
dan ook niet te verwonderen, dat er her
haaldelijk stemmen zijn opgegaan, die
aandrongen op het oprichten eener Oran-
jevereeniging, zulks te meer als men
meent op te merken, dat de vereeniging
Uit het VolkVoor het Volk bij een ver
jaring van een der leden van het Kon.
Huis niet al te diligent was. Zoo is men
dan bezig, op 't voorbeeld van vele andere
plaatsen in ons Vaderland, o.a. te Goes,
waar een bloeiende Oranjevereeniging
bestaat, ook te Middelburg zulk eene
(neutrale) vereeniging op te richten. Deze
zou zich dan alleen kunnen bezighouden
met alle feestelijkheden, die ons Konink
lijk Huis betreffen en een ruimeren kring
kunnen beslaan dan de Vereeniging Uit
het VolkVoor het Volk uitteraard om
vatten kan.
Van harte hopen wij, dat de pogingen
eener dergelijke vereeniging mogen sla
gen en de Oranjeliefde, die steeds bij het
overgroote deel van het Zeeuwsche volk
in ruime mate aanwezig was, als daartoe
De aangesprokene keek het raam uit.
„Misschien, dat ik daarvoor wel mijn be
doelingen had, jongeman".
„Ik verdiende dat geld", zeide Hamish
thans blijkbaar voornemens, terwille van
die „bedoelingen" een tip van den sluier
op te lichten „op een eerlijke en eervolle
manier, door eigen arbeid en noeste vlijt".
De heer Huntley zette groote oogen op.
„Door eigen arbeid en noeste vlijt? Ben
je soms schoenmaker geworden?"
„Geen schoenmaker, meneer", lachffe
Hamish, „maar boekenmaker. „De waar
heid isdoch wilt u me belooven, mijn
geheim te bewaren
„Natuurlijk, daar heb je in dit geval
recht op!"
„De kwestie is, dat ik het voor het
oogenblik nog niet bekend wil zien wor
den. Den laatsten tijd heb ik mij aan lite-
rairen arbeid gewijd. Pope verschafte mij
een introductie voor een der grootste Lon-
dansche uitgevers en ik stuurde hem ©en
paar artikeltjes. Zij vielen in den smaak en
werden gedrukt; echter op voorwaarde,
dat ik vooreerst geen honorarium eischte.
Al spoedig dreigde ik met staking, als dat
lang zoo moest doorgaan en toen werd
me betaling toegewezen. Mij eerste ver
diensten heb ik aangewend, om de lastige
crediteuren tot zwijgen te brengen. En
later kon ik makkelijk alles afdoen."
De heer Huntley zat Hamish aan te
staren, of hij zijn ooren niet gelooven kon.
Het was echter de zuivere waarheid. Toen
aanleiding en gelegenheid is, weder in
ruime mate moge gezien worden.
Oogstmaand is weder een heel eind ge
vorderd en de tijd om te slachten en te
oogsten genaakt of is reeds gekomen voor
onze landbouwende en veetelende bevol
king. In dezen hoek van ons vaderland
worden, zoo wij het wèl hebben, geen
oogstfeesten gehouden. Daarvoor moet
men zijn in den Gelderschen Achterhoek
of verder nog over de Duitsche grenzen,
waar onlangs, in tegenwoordigheid van
Hitier, een half millioen Duitsche land
bouwers te zamen kwamen. In het Gel-
dersche werd in vroeger jaren het slach
ten van een koe of varken aangegrepen
om eens goed te eten en te drinken. Of
dit nog zoo is, weten we niet, doch het
zou niet onmogelijk zijn dat de drukkende
levensomstandigheden daarop een on-
gunstigen invloed uitoefenden. Het ver
zamelen, zoo mogelijk, van een winter
voorraad, waartoe de neiging zelfs den
eekhoorns en anderen in het wild levende
dieren is ingeschapen, is, vooral op het
platteland, in vollen gang. In de steden is
dit vaak anders. Ook ontbreken daartoe
dikwijls de middelen, vooral wanneer,
zooals nu, de prijzen bedenkelijk naar bo
ven gaan. Het is te hopen en te wen-
schen, dat in den komenden winter het
getal werkloozen, dat nu reeds abnor
maal hoog is, niet verder moge stijgen
en geen gebrek aan geldmiddelen in de
publieke kassen oorzaak moge zijn dat de
tot heden verleende steun eenigszins be
langrijk zal moeten worden verminderd.
Vriendschappelijk groetend, t.t.
METELLUS.
EEN SLECHT VOORBEELD.
Onder dit kopje schrijft de Stan
daard:
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben in de toelichting tot de provinciale
begrooting voor 1934 aan de Staten het
volgende medegedeeld:
„Ten aanzien van de salarissen van het
„provinciaal personeel is aanvankelijk,
„met het oog op den aJgemeenen economi-
,schen toestand, door ons een verdergaan
de tijdelijke korting overwogen. Nu even-
„wel het vraagstuk der salarieering van
„het overheidspersoneel in een nieuw sta-
„dium is gekomen door het bij' Koninklij
ke Boodschap van 14 Augustus 1933 in
gediende wetsontwerp tot wijziging en
„aanvulling van de artikelen 125 en 126
„der Ambtenarenwet 1929 (Gedrukte
„Stukken Tweede Kamer, Zitting 1933,
„no. 248) en de instelling der commissie-
schouten in verband daarmede, meenen
„wij op dit oogenblik nog een afwachten-
„de houding te moeten aannemen.
„Wij stellen ons echter voor. om U in
„1934 dienaangaande een nader voorstel
„te doen in den vorm hetzij van een alge-
„meene herziening, hetzij van een verder
gaande tijdelijke korting, en dit voorstel,
„zoo eenigszins mogelijk, in Uw eerste
„gewone zitting van 1934 aanhangig te
„maken."
Hieruit spreekt een verkeerd be
leid.
Het wetsontwerp tot wijziging van de
Ambtenarenwet i inmiddels door de
Tweede Kamer aanvaard 1 is niet in
gediend om de lagere publiekrechtelijke
organen van hun taak met betrekking tot
de regeling van de salarissen hunner
ambtenaren geheel of ten deele te ont
lasten, maar met het doel het ingrijpen
van het Rijksgezag mogelijk te maken, nu
Pope op ze'keren gedenkwaardigen zomer
avond Hamish, Arthur en Constance den
schrik op het lijf joeg met zijn bezoek aan
eerstgenoemde, omdat men vreesde, dat
een bezoeker met minder welkome bedoe
lingen zich kwam aandienen, kwam hij in
werkelijkheid om Hamish mede te deelen,
dat de uitgever zijn pennevruchten voor
taan zou honoreeren.
„Maar hoe kon je nog tijd vinden, om
te schrijven?" riep de heer Hun'tley, nog
steeds niet over zijn verbazing heen. „'Op
kantoor kon je daar toch geen gelegenheid
voor •vinden?'"
„En weten ze daar thuis niets van?"
„Ze wisten, dat ik 's nacht opzat, doch
waarvoor, dat was niet bekend. Ik paste
namelijk de truc toe, om iederen avond
de kantoorregisters mee naar mijn kamer
te nemen, om hen op een dwaalspoor te
'brengen, als men mijn nachtbraken ont
dekken mocht. En dat gebeurde, want
Judith's scherpe oogen hadden al gauw
bespeurd, dat mijn kaars des avonds lan
ger (bleef branden, dan strikt noodig was,
om mij te ontkleeden, en ze had visioenen,
dat ik het huis nog in brand zou steken.
Ik heb haar toen geraden, om de regen
ton goed vol te houden, om dadelijk
bluschwater bij de hand te hebben."
„Wel wel dus je hebt nu een aardige
bijverdienste?" j
„In zekeren zin wel. Tot dusver waren
het meest korte verhandelingen en essays,
waar ik ine aan waagde, doch op het
Ingeronden Medodselfng.
gebleken is, dat niet alle lagere organen
doen wat hun verantwoordelijkheid vor
dert, tengevolge waarvan hier en daar
uitwassen zijn ontstaan. Uit de toelichting
op het wetsontwerp was dit aanstonds
duidelijk voor iederen ter zake kundige.
De Commissie-Schouten is uitsluitend in
het leven geroepen om de Regeering te
adviseeren over de regelen, welke, bij de
toetsing van en het eventueel ingrijpen
in de salarisregeling der lagere publieke
organen, in acht behooren te worden ge
nomen.
Gedeputeerde Staten doen daarom ten
onrechte een beroep op de indiening van
dit ontwerp en de instelling der genoem
de commissie. Zij mogen op grond daar
van niet een afwachtende houding aan
nemen. Zij hebben zelf te beoordeelen wat
of uit hun taak en verantwoordelijkheid
voortvloeit. Als zij uitspreken, dat met het
oog op den algemeenen economischen toe
stand een verdergaande tijdelijke korting
aanbeveling verdient iets wat wij thans
niet bespreken dan behooren zij te
handelen overeenkomstig hun zienswijze
en is alle afwachten op de aangevoerde
gronden afkeurenswaardig. Te
meer is dit afkeurenswaardig in een Col
lege van Gedeputeerde Staten, dat o.m
tot taak heeft toezicht uit te oefenen op
de Gemeentebesuren.
Voor een goed werkend, doeltreffend
toezicht is eerste eisch, dat het or
gaan met het toezicht belast een goed
voorbeeld geeft.
Wij leven thans in een tijd, waarin
velen, ook gemeentebesturen, de hoogste
wijsheid zien in het wachten op anderen,
in het wachten op het ingrijpen van de
Regeering, ten einde zelf aan de verant
woordelijkheid voor een onaangenaam
werk te ontkomen.
Bovenal in zulk een tijd moeten G e d e
puteerdeStaten toonen, dat zij hun
eigen verantwoordelijkheid verstaan en
ten volle wenschen te dragen.
Met het oog daarop geven Gedeputeer
de Staten van Zuid-Holland een slecht
voorbeeld.
Te hopen is, dat zij nog tijdig op den
goeden weg terugkeeren.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
Salarissen van burgemeesters,
secretarissen, enz.
Ged. Staten van Groningen hebben aan
de gemeentebesturen een omzendbrief ge
zonden, waarin gezegd wordt, dat in ver
band met de sedert 1932 nog slechter ge
worden oeconomische omstandigheden en
den ongunstigen toestand der financiën
in onderscheidene gemeenten, bij hen
het voornemen bestaat om op de jaar-
oogenblik ben ik aan een omvangrijk werk
bezig. Als het klaar is en verschijnt, zal
ik ze thuis er mee verrassen. U ziet dus,
meneer, als er nergens een plaatsje voor
me is, kan ik altijd als schrijver mijn
kost nog verdienen."
Het was den heer Huntley nauwelijks
mogelijk, de gevoelens, die hem bestorm
den, onder woorden te brengen. Zoo één,
dan waardeerde hij de waarde van die
stille vlijt onderkende hij, wat zulks
van degenen, die ze geduldig beoefent, te
zeggen heeft. Zijn 'hart ging uit naar den
jongen man. „Ik geloof dat ik je toch
maar aanbevelen zal voor Bartletts baan
tje", zeide hij ten laatste zoo onverschil
lig mogelijk, doch zijn glinsterende blik
sprak van iets anders.
„Is dat nog c -ergeven?" vroeg Ha
mish.
„Neen. En de benoeming van den nieu
wen functionaris rust geheel in mijn han
den. Zou de betrekking je aanstaan?"
„Hm", antwoordde Hamish doodern
stig, „de vraag is, zou ik wel rechtscha
pen genoeg zijn, om ze te vervullen?"
De heer Huntley schudde zijn vuist.
„Als je me dat ooit weer voor de voeten
werpt, meneer, dan zal ik zal ik ik
zou je aanraden goede vrienden met me
te Mijven, ook om andere redenen", dreig
de hij.
Hamish lachte. „Nu, de betrekking
lijkt me prachtig."
„En het huis, dat do directeur tot zijn
Wonderlijke hervormers loopen er toch
rond in ons lieve vaderland.
In het „Orgaan van de Vrije Tribunes
in Nederland" is aan de orde gesteld het
vraagstuk van de jeugd en de crisis.
Er is gelegenheid gegeven een ant
woord te geven op de vraag: waarheen
met de jeugd?
Een zekere meneer Van der Kley, lee-
raar in het Staatsrecht te Amsterdam,
komt met een schitterend idee, namelijk:
staatspensioen op 50-jarigen leeftijd aan
alle mannelijke en vrouwelijke personen,
met het verbod om productieven arbeid
te verrichten".
Dat daaraan nog niemand gedacht
heeft! D'e zaak is toch zoo eenvoudig!
Mij dunkt, deze ontdekker behoorde
in aanmerking te komen voor een
eerepensioen!
OPMERKER.
wedden van de burgemeesters, secretaris
sen en ontvangers een verder gaande
korting toe te passen dan die, vastgesteld
bij besluit van 21 Juli 1932.
Dat college deelt mede, dat het in de
bedoeling ligt, die verdere korting te doen
ingaan 1 Januari en deze te doen be
dragen:
a. voor hen, die gehuwd zijn en voor
hen, die gehuwd zijn geweest, 6]/2 pet.
van de eerste f2000 en 9 pet. van de rest
van de jaarwedde; en
b. voor hen, die ongehuwd zijn en nim
mer gehuwd zijn geweest 7% pet. van
de eerste f1000 en 10 pet. van de rest
van de jaarwedde.
Deze korting zal, behoudens nadere tus-
schentijdsche wijziging, tot 31 December
1935, dus twee jaren, gelden, terwijl de
bestaande pensioengrondslagen zullen
blijven gehandhaafd.
Het ligt verder in het voornemen de
jaarwedden van de wethouders een tijde
lijke korting vast te stellen, welke geheel
overeenkomt met vorengenoemde korting.
Ridderkerk aan den grond.
Blijkens de toelichting die B. en W.
van Ridderkerk op de ingediende ge-
meentebegrooting hebben gegeven, zit ook
deze gemeente in financieel opzicht, hope
loos aan den grond.
De begrooting 1934, zegt de „Rott.",
sluit met een totaal tekort van niet min
der dan f 568.532,71. Het nadeelig saldo
van de rekening 1932 en het geschatte
nadeelig slot van 1933 werden op de be
groeting van 1934 gebracht.
Het tekort, dat vermoedelijk in 1934
zal ontstaan, wordt op f 166.719,51 ge
schat.
Als de groote oorzaak, die tot dezen
noodtoestand heeft geleid wordt genoemd
de werkloosheid.
In Ridderkerk, een gemeente van 15
duizend inwoners, staan 1833 werkloozen
ingeschreven, wat wil zeggen, dat 38 pet.
der bevolking op steun uit de overheids
kassen is aangewezen, terwijl de midden-
DOOS 20 CT-TUBE 55 EN 60 CT.
woning heeft kan ook je goedkeuring weg
dragen?" knikte de heer Huntley.
„Mooier kan het niet. Maar ik zal hard
moeten werken, eer ik het geheel gemeu
bileerd heb 'tis haast een paleis!"
„Maar 'het zou nog best kunnen, dat de
een of andere goede geest je de middelen
verschafte!" riep de heer Huntley.
Ze werden gestoord, voor Hamish kon
antwoorden. Ellen, die met haar tante de
stad in was geweest, kwam in groote op
winding het vertrek binnen.
„O papa! zulk heerlijk nieuws! Charles
Channing is weer terug, en
Ze zweeg plotseling, toen ze bemerkte,
dat er nog een toehoorder was. Hamish
rees op om haar te begroeten. Hij nam
haar hand, drukte die even, en ging toen
weer terug naar zijn plaats aan den haard
Ellen was bij de tafel blijven staan, haar
uitgelatenheid was plotseling verdwenen
en had plaats gemaakt voor een groote
bedeesdheid.
„Je zult spoedig een bezoek krijgen van
moeder en Constance", merkte Hamish
op. „Ik hoorde van zekere aangelegenhe
den spreken, waarin de persoon van me
juffrouw Huntley een rol speelde. We zul
len Constance niet lang meer behouden."
(Wordt vervolgd.)