Jeuk, MAANDAG 16 OCTOBER 1933 Buitenland D D D Geneesmiddel Belangrijkste Nieuws. Binnenland. üitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchöque en Girorokoning 44455. Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Tclcf. 250. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Ve Zeeuw Abonnementsprijs f 2.50 per kwartaal, weekabonnementea voor Middelburg, Goes en Vlissingen 10.20. Losse nummers 5 seat. AdvertcntiSn 30 cent per regel. ïngesoudon medodcclingen 00 cent per regel. Kleins Advortentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, .bij vooruitbetaling. Onder letter of motto 0.85. Bij contract belangrijke koriing. i», JW W*. JUWVMWBt DE WIJZIGING DER AMBTENAREN WET. De bedoeling excessen te weren. Geen doodende uniformiteit. Aan de memorie van antwoord inzake het ontwerp tot wijziging van de Ambte narenwet ontleenen wij: De ministers stellen zich de werkzaam heid der rejfeering, is het ontwerp wet geworden, voor op den voet van het vol gende: Bij het bestaan van elf provinciën, 1076 gemeenten en eenige duizenden water schappen, veenschappen en veenpolders is het uiteraard onmogelijk, de rechts- positieregelen, door al deze lichamen voor hun personeel getroffen, op éénmaal te bezien. Zulks acht de regeering ook niet noodig. Immers haar doel is slechts, excessen te weren en af te snijden. Van een exces meent zij te mogen spreken ingeval een door generlei omstandigheid gemotiveerd of gerechtvaardigd, onrede lijk verschil in de rechtspositie, meer in het bijzonder ten aanzien van de salari- eering, van overheidspersoneel wordt aangetroffen. De bemoeiing der regeering, welke zich voorstelt successievelijk alle regelingen te bezien, zal dan ook slechts incidenteel geschieden. Zijn eenmaal de feiten geconstateerd, zoo zal op de gebruikelijke wijze met het bestuur van het desbetreffende lichaam overleg worden geopend over de noodzaak of wenschelijkheid om de desbetreffende regeling aan te vullen, te wijzigen of in te trekken. Ten volle zal aan het betrokken lichaam de gelegen heid worden geboden zijn standpunt toe te lichten. Het is evenwel duidelijk, dat de be slissing berust bij het rijksge- z ag, dat de uitsluitende verantwoordelijk heid daarvoor draagt. Is n a, en zoo mogelijk i n, overleg met het betrokken bestuur tot een wijziging besloten, zoo zal dit bestuur daarover het voorgeschreven plaatselijk overleg hebben te hooren. Ook daarna bestaat nog de mogelijkheid tot nadere rugge spraak tusschen dit bestuur en de regee ring in verband met eventueele in dit overleg gemaakte opmerkingen. Blijft een bestuur ook na het met de regeering gevoerd overleg weigerachtig om de door de regeering noodig geachte wijziging of aanvulling in de regeling aan te brengen en acht de regeering ook na de voorlichting van Ged. Staten en voormeld bestuur deze niettemin noodig, dan geschiedt deze wijziging of aanvul ling door de Kroon. In dat geval kan het plaatselijk overleg niet meer worden ingeschakeld. De ministers hebben de stellige ver wachting, dat gevallen, waarin op laatst genoemde wijze zal moeten worden op getreden, uiterst sporadisch zullen voor komen. Voorts verwachten zij, dat van de wetswijziging, versterkt door het in grijpen in enkele zeer excessieve geval len, een heilzame preventieve werking zal uitgaan, waardoor ook zonder direc te bemoeienis der regeering vele besturen eigener beweging tijdig er toe zullen overgaan, hun rechtspositieregelingen aan te passen, indien daarin onverdedig bare bepalingen voorkomen. Geenszins ligt het dus in het voor nemen der regeering om door deze haar te verleenen bevoegdheid tot ingrijpen te geraken tot een starre, doodende uni formiteit, tot een algemeen stelsel van bezoldiging van het overheidspersoneel in zijn geheelen omvang. De vaststelling der regelingen blijft in handen der besturen van de publiekrech telijke lichamen, die daarbij volledig rekening kunnen houden (en dit behoo- ren te doen) met de plaatselijke omstan digheden. Deze regelingen behoeven geenerlei goedkeuring. Als een zeer ernstig bezwaar moet vol gens de bestrijders van het ontwerp wor den beschouwd de omstandigheid, dat aan de regeering groote bevoegdheden worden verleend, zonder dat de Volks vertegenwoordiging in staat zal zijn een deugdelijke controle te oefenen op de wijze, waarop daarvan gebruik wordt gemaakt. De ministers deelen deze mee ning niet. Eer omgekeerd is het, zooals terecht door andere leden wordt opgemerkt, als een voordeel te beschouwen, dat het, onder de vigeur van het gewijzigd ont werp, aan de Volksvertegenwoordiging mogelijk zal zijn, haar gewone controlee- rende taak ten aanzien van de daden der regeering, met de gebruikelijke mid delen, thans ook tot de rechtspositie regelingen der lagere openbare organen uit te strekken. De vraag, of de regeering bij haar in grijpen ook zal overgaan tot het bevor deren van verhooging van door haar te laag geachte salariëe- r i n g, wordt in beginsel niet ontkennend beantwoord, alhoewel in dezen tijd van dalende conjunctuur en daarmede ge paard gaande nog steeds voortdurende daling van het algemeen loonpeil, te dezen aanzien minder spoedig van een exces zal kunnen worden gesproken. Ten aanzien van het hooren van de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken ter zake van dit wetsontwerp wordt opgemerkt, dat de regeering van gelijke meening is als de leden, die te kennen gaven, dat van een verplichting daartoe geen sprake is. De vraag, of over dit ontwerp de be sturen van gemeenten en provinciën zijn gehoord, moet ontkennend worden be antwoord. De regeering achtte zulk een voorlichting minder noodig, daar de con crete feiten voor haar het uitgangspunt bij haar voorstellen tot wetswijziging ge vormd hebben. Gevraagd wordt, of de bemoeiing der regeering zich ook zal richten tot andere onderwerpen dan de salarisregelingen. Het ligt voor de hand, dat onder de huidige tijdsomstandigheden de regeering voor namelijk het oog gevestigd zal houden op de bezoldigingsregelingen en op de daarmede samenhangende financiëele onderdeelen der regeling van de rechts positie. Desniettemin zal die bemoeiing zich zoo noodig ook uitstrekken over andere onderdeelen. Bij de uitvoering der wet zal indien het voorstel het „Staatsblad" mag berei ken aandacht worden geschonken aan den wenk van de leden, die in het bij zonder aandrongen op het tot stand brengen van een algemeen geldende sa larisschaal voor burgemeesters, secreta rissen en ontvangers. De regeering is voornemens deze zaak in nadere over weging te nemen, al moge reeds thans worden opgemerkt, dat op dit terrein niet in de eerste plaats de groote ver schillen liggen, die tot het ontwerpen van deze voordracht hebben aanleiding gegeven. DUITSCHLAND TREEDT UIT DEN VOLKENBOND EN VERLAAT DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE. Rijksdag ontbonden en nieuwe verkiezingen. Voor de vertegenwoordigers der pers verklaarde Zaterdag de Duitsche rijks kanselier, Adolf Hitler, dat Duitschland uit den Volkenbond treedt en de ontwa peningsconferentie verlaat. De rijkspresident heeft bij decreet van 14 October den Duitscben rijksdag ont bonden en tegen 12 November nieuwe verkiezingen uitgeschreven, om bet Duit sche volk gelegenheid te geven, in de be langrijke kwesties, welke bet lot der Duitsche natie beslissen, zijn meening te zeggen. Dit alles is bet gevolg van Duitschlands vernederende vooruitzichten ter ontwape- nings-conferentie. Hitier zegt in zijn oproep tot bet Duit sche volk o.a.: „Vervuld van den oprechten wensch het werk van den vredelievenden, inner- lijken opbouw van onzen staat, zijn poli tiek en economisch leven, door te voeren, hebben zich vroegere Duitsche regeerin gen in het vertrouwen op een toewijzing van een waardige gelijkberechtiging, be reid verklaard, in den Volkenbond te tre den en aan de ontwapeningsconferentie deel te nemen. Door de bewuste weigering van een werkelijke, moreele en volkomen gelijkbe rechtiging van Duitschland werd bet Duitsche volk en zijn regeering ten diep ste vernederd. Daar de Duitsche rijksregeering hierin een onrechtvaardige en onwaardige dis- crimatie van het Duitsche volk ziet, is zij niet in staat, onder zulke omstandigheden als rechtlooze natie en volk van de tweede klasse aan de onderhandelingen deel te nemen Als kanselier van het Duitsche volk en leider der nationaal-socialistische bewe ging, ben ik overtuigd, dat het gansche volk als één man achter de regeering en deze beslissing zich zal scharen. In een proclamatie, welke de Duitsche regeering tot het Duitsche volk gericht heeft, verklaart zij, dat de regeering, in volkomen overeenstemming met het volk, een politiek van vrede blijft volgen. De Duitsche rijksregeering verklaart zich bereid ook het laatste Duitsche ma chinegeweer te vernietigen en den laatsten man uit het leger te ontslaan, indien de andere volken hetzelfde doen. Eerst zal nog het huidige „parlement" bijeenkomen om aan deze demonstratie der Duitsche regeering tegenover de ge- heele wereld zijn sanctie te geven, om al dus te toonen, dat het geheele Duitsche volk onvoorwaardelijk achter de regeering staat. Het opzienbarende besluit der Duitsche regeering beteekent practisch natuurlijk, dat het Verdrag van Versailles als opge heven wordt beschouwd. Dat Duitschland zich niet langer aan de ontwapeningsbe palingen van het vredesverdrag gebon den acht, en tot herbewapening zal overgaan, nu de anderen niet tot het peil van het over wonnen Duitschland willen ontwapenen. We komen dus in een tijd van span ning. Dat de toestand ernstig is behoeven we niet meer te herhalen. De reactie in Parijs, Londen, Washing ton en Rome is geheel, zooals men na een dergelijk schokkend en sensationeel feit mocht verwachten: men ziet de somber ste perspectieven in de bewapening, men zinspeelt op een nieuwen oorlog. Moge de tegenpartij zich bezinnen op den ver- schri'kkelijken toestand, waarin Europa ■dreigt te vervallen. Dat Duitschland Genève verlaten heeft, beteekent geenszins, dat alle onderhande lingen met Berlijn afgebroken zijn. Men zal zioh echter op een anderen grondslag moeten plaatsen. Het voldongen feit zal niet meer ongedaan kunnen gemaakt wor den. Zaterdagavond heeft Hitier een radio rede gehouden ter bespreking van de be kende maatregelen der rijksregeering. Daarin zei hij o.a.: De vroegere Duitsche regeering is in vol vertrouwen tot den Volkenbond toe getreden in de hoop, in den bond een forum te vinden voor een rechtvaardig afwegen van de belangen der volken en voor een oprechte verzoening, in het bij zonder tusschen de vroegere tegenstan ders. Een degradatie tot lid zonder gelijke rechten van een dergelijk instituut of een dergelijke conferentie is voor een eer- lievende natie van 65 millioen menschen en voor een niet minder eerlievende re geering een niet te verdragen verdee moediging. Veiligheid is voor Duitschland geen minder recht dan de veiligheid voor an dere naties. De bewuste degradatie van ons volk, welke daarin gelegen is, dat aan ieder volk ter wereld een natuurlijk recht toe gestaan wordt, doch slechts aan Duitsch land alleen wordt onthouden is voor ons onverdraaglijk. De Duitsche regeering is diep vervuld van de overtuiging, dat haar beroep op de heele Duitsche natie de wereld zal bewij zen, dat de liefde tot den vrede van de regeering, evenals haar opvatting van eer volkomen in overeenstemming zijn met ■den wensch naar vrede en het eerbegrip van het geheele volk. Indruk ie Genève. Geheel onverwacht werd te Genève be kend, dat de Duitsche regeering zich uit den volkenbond en uit de ontwapenings conferentie terugtrekt. Dat dit besluit voor hen, die de hoop op een internationale toenadering nog niet opgegeven hebben, 'diep betreurd wordt, is wel duidelijk. Men zal verstandig doen den toestand niet reeds als al te tragisch en geheel hopeloos te beschouwen. In de eerste plaats blijft nog steeds de moge lijkheid open, dat de ontwapeningsconfe rentie thans datgene doen zal, waarop reeds' zoo menigmaal was aangedrongen, n.l. het opstellen van een ontwapenings conventie. En in de tweede plaats bestaat nog de mogelijkheid, dat het viermogendheden- pact thans zal beginnen te werken, zoo als voor het geval van een mislukking der Geneefsche ontwapeningsbesprekingen uitdrukkelijk voorzien is. Ongetwijfeld zal Mussolini trachten den gang van zaken in deze richting te leiden, doch het is waarschijnlijk, dat hij daarbij op den te genstand van Frankrijk zal stuiten. Op de vraag, welke regeering het meest voor 'deze trage ontwikkeling van den in ternationalen toestand verantwoordelijk is te achten, zou veel te zeggen zijn. De tergende houding van Frankrijk en Engeland is natuurlijk van grooten in vloed op het besluit der Duitsche regee ring geweest. Toch is het niet te billijken, dat de Duitsche regeering thans reeds haar ge duld heeft laten varen. Ontstemming In Frankrijk. Te Parijs is men verontwaardigd over het feit, dat plotseling den bodem wordt ingeslagen aan de toch al zwakke ver wachtingen, die nog op Genève waren gesteld. De gansche wereld zal inzien, dat Frankrijk niet ten onrechte op zijn hoede is geweest, zeggen de opgewonden commentaren. In een deel der pers wordt gezegd, dat niets Duitschland kan ontheffen van de verplichtingen van het verdrag van Ver sailles, met name van die der militaire clausules en wordt er nadruk op gelegd, dat Frankrijk door niemand en niets zioh moet laten weerhouden van den plicht, het vaderland te beschermen. Ingezonden Mededeeling. Wanneer gi) last hebt van Ekzeem. Open Beenen, Dauw worm, Zweren ei andere huid aandoening, zendt dan een briefkaart en U ontvangt gratis een monsterflacon D.D.Dde vloeistof die in de huidporiën dringt en de ziektekiemen doodt. Enkele druppels doen de hevigste jBuk i ondragelijkste pijn bedaren. Adres: Comp. Amsterdam. tegen HUIDAANDOENINGEN Meening van Minister De Graeff. Naar aanleiding van de berichten om trent het uittreden van Duitschland uit den Volkenbond heeft de redacteur van het Ned. Corr. Bureau in een onderhoud met den minister van buitenlandsche za ken, Jhr de Graeff, die dezer dagen uit Genève teruggekeerd is, de vraag gesteld of de kwestie van de Joodsohe vluchte lingen, waartoe door Nederland het ini tiatief genomen is, er toe kan hebben bij gedragen, dat Duitschland zich in Genève geïsoleerd ging gevoelen. De Minister antwoordde hierop, dat zulks naar zijn meening volkomen uitge sloten is. De houding van Duitschland in zake de Joodsche vluchtelingen is zeer begrijpend en zeer correct geweest en ook de verhouding met de Duitsche delegatie heeft niets te wensohen overgelaten. Voor zoover er gevoeligheden aan Duitsche zij de kunnen bestaan, zou dit alleen het ge val kunnen zijn, naar aanleiding van de behandeling in de minderhedencommis^ sie, maar hier heeft Nederland niet aan deel genomen. In het algemeen zijn oordeel gevende over deze gebeurtenissen aarzelde de mi nister niet deze ontwikkeling uiterst be denkelijk te noemen voor den volkenbond en zijn arbeid. De ontwapeningsconferentie voor- loopig voor een week verdaagd. De Zondagmiddag bijeengekomen bu reauzitting der Ontwapenigsconferentie duurde gisteravond te 8 uur nog steeds voort. Naar verluidt maakt in hoofdzaak de tekst van de antwoord-nota aan Duitschland onderwerp van bespreking uit. Na ruim vier uur vergaderen werd de zitting pas tegen negen uur gisteravond gesloten. Het presidium heeft besloten, de •hoofdcommissie voor te stellen, de con ferentie gedurende een korte periode, on geveer een week, te verdagen. Naar verluidt, zou dit besluit vooral zijn genomen op aandringen van Italië en Amerika, die een gematigde houding zou den wensohen aan te nemen. In de bureauzitting is voorts de tekst vfastgesteldi van de antwoord-nota aan Duitschland. Naar van welingelichte zij de wordt vernomen, is de nota in zeer hoffelijfcen en zakelijken toon gebonden. Het proces te Berlijn. Vier buitenlandsche advocaten, die in verband met de behandeling van Dimi- troff zich in een brief beleedigend jegens de autoriteiten hebben uitgelaten, wer den Zaterdag uit de zaal verwijderd en naar het politiebureau gebracht. Dimitroff is met ingang van heden weder tot de zittingen toegelaten. Daarna werd als getuige de brand meester Puhle gehoord. De procureur-generaal stelde hem een vraag naar aanleiding van hetgeen een buitenlandsch journalist waargenomen zou hebben over het wegwerpen van brandbaar materiaal uit de zittingszaal. Getuige verklaart, dat hij daarvan niets heeft gezien. S.A. of S.S. mannen heeft hij niet gezien, in het bijzonder niet, toen de brandweer aankwam. Dr Sack zegt: U heeft aan een bespre king deelgenomen, welke door brand meester Gempp bijeengeroepen was. Daar moet, naar in het buitenland beweerd wordt, gezegd zijn: de brandweer is veel te laat gealarmeerd. Getuige antwoordt: een dergelijke be spreking heeft plaats gehad, doch dat brandmeester Gempp zich zoo heeft uit gelaten, is mij niet bekend. Dir Sack zegt verder: Brandmeester Gempp moet er over geklaagd hebben, dat de voorzitter van den rijksdag, mi nister-president Goering, nadrukkelijk verboden heeft het hoogste alarmsein te geven. Getuige: Ook een dergelijke uitlating is niet gedaan. Dr Sack: Dit is dus niet waar? Binnenland. Boter- en margarine-surrogaten belast. Het duurdere rundvleesch. Wijziging der ambtenarenwet. Buitenland. Duitschland treedt uit den Volkenbond en verlaat de ontwapeningsconferentie. Het proces te Berlijn. Getuige: Dat is een leugen. Daarop wordt de vroegere brandmees ter Gempp gehoord, wiens verhoor klaar blijkelijk met spanning werd verwacht. De voorzitter leest hem de voorstelling voor, welke in het communistische bruin- boek en in de buitenlandsche couranten is gegeven. Getuige verklaart: Ik ben reeds her haaldelijk over dit punt gehoord. Ik heb in beide gevallen deze beweringen klink klare nonsens genoemd. Ik heb ongeveer een kwartier, nadat ik als leider van het blusschingswerk bezig was, den minister-president Goe ring in gezelschap van enkele andere heeren aan de Zuidzijde gezien en ben naar hen toegegaan, om hen rapport uit te brengen. De minister-president vroeg mij, of ik den directeur van den rijksdag den heer Galle, had gezien. Dat is de eenige vaag, die hij tot mij heeft gericht. De voorzitter stelt getuige de vraag of hij van den minister-president of een anderen superieur een wenk of bevel heeft ontvangen in dien zin, dat hij niet al te vlug moest optreden. Getuige antwoordt: Dat is absoluut onzin. Er broeit wat in Oostenrijk. De Oostenrijksche monarchisten hebben een persconferentie bijeengeroepen, waar in hun leider kolonel Wolff verklaarde, dat Oostenrijk aan den vooravond van een belangrijke monarchistische actie staat. Men zal de republiek liquideeren. Wolff heeft aan bondskanselier dr Dolffuss een schrijven gericht, waarin hij eischt, dat de wetten, die den Habsbur- gers het verblijf in Oostenrijk verbieden, zullen worden ingetrokken en dat den Habsburgers vergunning zal worden ver leend zich weer in Oostenrijk te vestigen. Boycot van Duitsche goederen? Het Amerikaansche vakverbond heeft de boycot afgekondigd ten opzichte van goederen uit landen, waar de arbeiders zich niet vrij mogen organiseeren. Een later bericht spreekt alleen van Duitschland, daar dit de vrije vakorga nisaties verbiedt. Korte Berichten. De nieuwe regeering in Spanje heeft een amnestie-ontwerp opgesteld, dat te gelegenertijd aan de nieuwe cortes ter goedkeuring zal worden voorgelegd. De amnestie zal zoo verstrekkend zijn als mogelijk is, doch niet van toepassing zijn op de militairen en beambten, die hebben deelgenomen aan den opstand van Augustus 1932. In September 1933 zijn in het politie district Düsseldorf 489 smokkelgevallen ontdekt en verhinderd. Hierbij werden in beslag genomen 7500 cigaretten, 100 boekjes cigarettenpapier, 1200 K.G. tabak, 500 K.G. koffie, 4500 K.G. granen, 400 K.G. andere waren. Verder werden 107 rijwielen, een motorrijwiel en 5 vracht wagens in beslag genomen. Alle Duitsche ingenieurs, werkzaam bij de Russische regeering, moeten, op last der sovjet-regeering terstond het land verlaten. Zij zullen worden vervangen door Fransche ingenieurs. Trekt minister Verschuur zich terug? Het te Roosendaal verschijnend blad „De Giondwet" wist mede te deelen. dat mr Verschuur voornemens zou zijn af te treden en dat hij dan vervangen zal wor- den, door dr Kortenhorst. Ter plaatse waar men hieromtrent allereerst op de hoo'gte zou moeten zijn, is van dergelijke voornemens echter niets bekend; Ambtenaren en de politiek. Ged. Staten van de provincie Gronin gen hebben aan de burgemeesters en wet houders der gemeenten in de provincie medegedeeld, dat zij van gevoelen zijn in overeenstemming met de regeering, dat de overwegingen, welke tot het opnemen van eenige bepalingen ten aanzien van de politieke gezindheid van de Rijksambte naren en van de wijze waarop van die ge zindheid blijk wordt gegeven, hebben ge leid 1 ook het vaststellen van soortge lijke bepalingen voor de ambtenaren der

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 1