I Voor f10.000
DE ZEEUW
ONDER VALSCHE VERDENKING
IVÖROL
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provincie
peVtedeclondsclw
L
-EVENSVERZEKERING-BANK F
ROTTERDAM
f 1015,23 's-jaars J
FEUILLETON.
Brieven uit Middelburg.
Zoekliohtjes.
Jnoaiandsn MtatiadssHng,
NATION Al
L E
verkrijgt een 65-jarige man
-y een lijfrente van
VAN
ZATERDAG 14 OCTOBER 1933, Nr 12.
D'eze week stond wel bijzonder in het
teeken van storm en ramp. Een storm van
groote kracht trok over West-Europa en
richtte allerwegen groote schade aan. Een
veenbrand in Drente en tal van andere
branden verwoestten bezittingen van
groote waarde. En een vliegongeluk was
oorzaak, dat vier militairen op een tra
gische wijze om het leven kwamen. Het
zijn weer even zoovele herinneringen, dat
have en goed, zelfs ons leven verganke
lijk zijn, zoodat we daarop ons betrouwen
zeker niet kunnen stellen.
Ook op economisch gebied zijn we
nog steeds niet tot normale toestanden
teruggekeerd. Het schijnt zelfs wel, dat
het abnormale langzamerhand normaal
wordt. Er loopen nu weer ernstige ge
ruchten 1 al worden ze dan nog van
officieele zijde voorbarig genoemd, maar
uit ervaring weten we, wat dat betee-
kent dat ons een niet-geringe crisis
heffing op vleesch en suiker wacht. Daar
mede worden dan weer twee artikelen, die
in het gezin tot de belangrijke gerekend
mogen worden, beduidend duurder ge
maakt.
De woorden van onze regeering. dat we
terug moeten naar een lageren levens
standaard krijgen door al deze prijsver-
hoogingen van levensmiddelen toch wel
een eigenaardigen klank.
Het is alles prijsregeling, teeltregeling,
productiebeperking en dwangmaatregelen,
wat de klok slaat. Stap voor stap komen
we waar velen tot voor kort zeiden niet te
willen komen, n.l. tot autarkie en plan
matige productie.
Ook internationaal gezien, is alles ver
warring en onrust, wat we waarnemen.
De veertiende Volkenbondsvergadering
heeft wel weer vergaderd, zij het dan, dat
niet vele openbare samenkomsten zijn ge
houden. Nederland mocht eenig succes
boeken op zijn pogingen om een oplossing
te vinden in het vluchtelingenprobleem.
Maar verder valt er ook al niet veel van
het Volkenbondswerk te vertellen. En van
een geest van verzoening en verbroede
ring, zooals de Volkenbond toch bedoelt,
valt helaas weinig te bespeuren.
Als om strijd vindt de een al moord
dadiger gifgas uit dan de ander en met
angst en vreeze vraagt men zich af, welk
een toekomst wij en onze kinderen tege
moet gaan.
Met Duitscbland is nog allerminst over
eenstemming verkregen over de bewape
ningskwestie, zoodat men in sommige
kringen al gaat spreken van een crisis.
En ais we tenslotte Japan en Rusland
noemen, dan moeten we belaas opmerken,
dat tusschen die beide een alleronaange
naamste stemming bestaat.
De beschuldigingen vliegen over en
weer. Moskou publiceert documenten,
waaruit blijken moet, dat Japan in Mand-
sjoekoeo plannen smeedt om de rechten
van Rusland op den Oost-Chineeschen
spoorweg te onteigenen. Tokio verklaart,
dat deze documenten een bolschewistisch
verzinsel zijn en dreigt zelfs met een af
breken der diplomatieke betrekkingen met
Rusland, als de communistische macht
hebbers de vervalsching niet erkennen en
verontschuldigingen aanbieden. Waarop
Moskou met een reeks bewijzen komt, wel
ke de schuld van Japan onomstootelijk
moeten vaststellen. Uit Tokio volgt dan
de mededeeling, als antwoord aan Mos
kou, dat de relaties nog niet verbroken
zijn, zoodat de wereld momenteel „nog
niet" voor het feit van een officieelen
oorlog tusschen Japan en Rusland staat.
Hoe lang dit „nog niet" zal duren, is
wel heel onzeker.
De naderende wintertijd is voor een
oorlog minder geschikt. Maar als de len
te aanbreekt moet men wel het ergste
vreezen. Zoowel van Russische als van
Japansche zijde bereidt men zich langs
de Siberische grenzen op den strijd voor.
En intusschen stijgen de aandeelen in
de wapenindustrie!
Vrij naar het Engelsch.
161) _o-
Ze klapte in de handen, ,en, terwijl
haar kleur kwam en ging, .zeide ze: „O
papa, u hebt er over gesproken?"
„Ja Ik was trouwens niet de eenige,
die hem verdacht, dat kan jk je verze»
keren."
„En wat zeide hij; hoe pam hij het
geval op?"
„Hij zeide droogjes, dat hij ons allen
zeer verplicht was. Ik geloof, dat men
iemand als Hamish niet uit .zijn humeur
kan brengen."
„Dus u is nu weer goede maatjes met
hem papa? U hebt geen hekel meer aan
hem?" vroeg ze bedeesd.
„I'k heb nooit een hekel aan hem ge
had. Zelfs niet toen ik hem verdacht, al
deed ik er mijn best voor. Zoo, maak
nu maar, dat je bij je tante komit."
HOOFDSTUK LVI.
De gebroken inktpot.
Dat gebroken inktfleschje, dat Bywater
met zich ronddroeg, brandde hem even
CLXXXII.
Amice,
„Niet in tweeën, doch in éénen. Dit
was de leus van Dr Kuyper, toen in 1894
de voorstellen tot uitbreiding van het
kiesrecht aan de orde waren.
Niet in éónen, doch in tweeën. Dit is
de leus, door B. en W. van Middelburg
aangeheven bij hare incidenteele pogin
gen tot bezuiniging. De geschiedenis van
den laatsten tijd is daar om zulks te be
wijzen. Eerst hadden we eene gehalveerde
bezuiniging bij de bediening der stads
bruggen. Daarna het door B. en W. voor
gestelde en door de meerderheid van den
Raad geaccepteerde terugbrengen van het
Openbaar Vervolgonderwijs op de helft
Eindelijk de door B. en W. min of meer
in uitzicht gestelde vermindering van het
aantal gemeentegeneesheeren. wanneer er
een vacature als zoodanig ontstaat door
een eventueel vertrek van den jongsten
titularis. t
Er is de laatste jaren in het gemeente
bestuur van Middelburg eene conserva
tieve houding merkbaar, niettegenstaande
allerlei zoogenaamde vooruitstrevende
klanken. Laat staan wat staat, laat zitten
wat zit. En als, mede tengevolge van de
steeds verminderde draagkracht van het
belastingbetalend publiek, de nood dringt
om te bezuinigen, dan zet men zich schrap
om zooveel mogelijk nog op die bezuini
ging te bezuinigen. Voeg daarbij de blijk
baar in den laatsten tijd door de S.D.A.P.
aangenomen apatische houding, die er op
gericht is zich zoo weinig mogelijk aan
koud water te branden en het laat maar
waaien-systeem toe te passen, teneinde, in
afwachting van de nader vast te stellen
tactiek, zoo weinig mogelijk kiezers te ont
stemmen, dan is het te verstaan, dat bij
de linksche raadsmeerderheid van Mid
delburg de dood in den pot is en het wel
lijkt dat krachtige pogingen om de ge-
meentefinanciën te saneeren, van haar
niet kunnen worden verwacht.
De burgemeester noemde, onder aller
lei voorbehoud, een som van f 40 a f 50000
die nog moet worden gevonden, wil men
de begrooting sluitend maken. We krijgen
zoo den indruk, dat dit bedrag nog wel
wat geflatteerd zal zijn. Ook weten wij
niet, of de lagere uitkeering uit het ge
meentefonds door het Rijk, die nu al wel
vaststaat, al zal die ook min of meer sa
menhangen met de draagkracht der ge
meenten, in gemelde halve ton reeds is
verdisconteerd. Het schijnt de bedoeling
te zijn zich, zij het waarschijnlijk voor de
laatste maal, nog eens te redden met het
reservefonds van het Electrisch bedrijf,
doch men mag zich wel ernstig afvragen,
of het, nu de crisis zich nog wel over
eenige jaren zal uitstrekken, wel ge-
wenscht is dit spaarpotje radicaal op te
soupeeren en te denken: Na ons komt de
zondvloed.
Het komt ons voor, dat de eerste jaren
naar een sluitende begrooting koers moet
worden gezet, zonder eenige ver
hooging der gemeentebe
lastingen, welke ook.
Nu het Rijk de citroen hoe langer hoe
meer uitperst, zal de gemeente de weinige
droppelen, die nog aanwezig zijn, moeten
sparen. Bovendien is deze vrucht lang
zoo sappig niet als vroeger, m.a.w. de
draagkracht der belastingbetalende burge
rij' wordt hoe langer hoe minder. Een ge
meente als Middelburg, waar op de ver
schillende belastingen, behalve op het per
soneel, reeds de hoogste opcenten worden
geheven, kan toch moeilijk de opcenten
op de personeele belasting b.v. van 150
op 200 brengen. Er zijn toch 'grenzen en
de belastingaanslagen, waarin de opcen-
tenverhoogingen van het voorjaar zijn
verdisconteerd, beginnen tè drukkend te
worden om met nieuwe opcentenverhoo-
gingen te kunnen komen.
Evenals Mr Marchant de rijksuitgaven
voor het onderwijs onmeedoogend aan
tast, zullen de gemeentebesturen dit moe
ten doen. Sinds 1860 is op de onderwijs
uitgaven niet gespaard. Het was prof. Op-
zoomer, die het destijds uitsprak: Verbeter
het onderwijs en de gevangenissen en
krankzinnigengestichten zullen leegloo-
pen. Het antwoord daarop is bekend.
Men vreest voor de opheffing van een
aantal openbare scholen, boven en behal
ve de éénmansschooltjes.
In Walcheren zijn reeds een aantal
openbare scholen opgeheven. Is het ge
zeer in zijn zak, als het Roland het bank
biljet had gedaan. Hij was er nog niet
toegekomen, om openlijk zijn klacht bij
het schoolhoofd in te dienen, wat hierin
zijn oorzaak vond, dat hij ondanks alle
bewijsstukken nog twijfelde, of hij den
waren schuldige te pakken had. En het
zou een erge blunder zijn, wanneer hij
met zijn beschuldiging voor den dag kwam
en het bleek tenslotte, dat Gerald Yorke
toch niets met het geval te maken had.
We verlieten Bywater op dien avond,
toen hij op zijn kamertje de stukken van
het fleschje in elkaar paste. Den morgen
daarop het was eveneens na den dag,
dat Rolands brief zooveel stof had opge
jaagd, hield Bywater Gerald Yorke
staande, toen de jongens de school uit
stoven na de ochtendles.
„HaJlo Yorke, ik zei je, dat ik je nog
een laatste kans zou geven, wat ik bij
deze doe", begon hij. „Als je nu toegeeft,
dat jij de man was, die mijn koorhemd
naar de maan heeft geholpen, zal ik ver
der de zaak laten rusten. Op mijn eere
woord. Je zult er nooit meer iets van
hooren".
Gerald wond zich op. „Hoor eens hier,
mijnheer Bywater", antwoordde hij boos,
„als je me nu nog eens met je geklets
aankomt, maak ik van mijn rechten als
senior gebruik om je op de straflijst te
halte van het onderwijs er door gedaald?
Na jaren lang de onbetwistbare heer-
scheres te zijn geweest; na geruimen tijd
de voorstanders der bijz. school gedwon
gen te hebben, behalve de kosten voor hun
eigen scholen te dragen, ook nog mee te
betalen in de kosten van het openhaar
onderwijs, is dit onderwijs thans „in het
defensief". Eenerzijds kan de concurrentie
met het Bijz. Onderwijs niet meer wor
den volgehouden. Anderzijds komen, voor
al in de groote steden, de ouders de Open
bare school opeischen voor de S. D. A. P.
Het „Christendom boven geloofsver
deeldheid" is op vele plaatsen overgegaan
in het „Heidendom boven ongeloofsver
deeldheid". Geen wonder, dat men zich
ontzet afvraagt: Wat moet er van de
openbare school worden?
Laat men de Staatszorg voor het onder
wijs loslaten en die overgeven aan hen
op wie in de allereerste plaats de plicht
rust om voor opvoeding èn onderwijs hun
ner kinderen zorg te dragen. De vrije
school regel, de Openbare uitzondering!
De vrije school voor heel de Natiel
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
NIET HUILEN MET DE WOLVEN IN
HET BOSCH.
Een der slechtste dingen, die men in
dezen tijd doen kan, zegt „De Nederlan
der", is door mooie onvervulbare beloften
te willen concurreeren met de fascisten.
In vroeger jaren deed men dit wel met
de socialisten; gewoonlijk tot eigen scha
de en in elk geval met het gevolg, dat
verwachtingen werden opgewekt, die niet
konden worden bevredigd.
Ook thans verdient dit afkeuring.
In een vergadering van den Vrijheids
bond te Zwolle werd dezer dagen gecon
stateerd, dat duizenden uit de liberale ge
lederen deserteeren naar het fascisme. Er
werd aan toegevoegd, dat dit niet noodig
is. „In den Vrijheidsbond kunnen de mal
contenten vinden een vrijwel geheele be
vrediging van hun verlangens".
Dit is wel een zeer royale toezegging.
Men zou er bijna „malcontent" voor wor
den. Want zulk een kans krijgt 'n mensch
in zijn leven weinig.
Intusschen vreezen wij, dat de malcon
tenten, die hierdoor voor den Vrijheids-
hond gewonnen worden of blijven, een
bittere ontgoocheling tegemoet gaan. En
de Vrijheidsbond zelf, inzoover hij leden
op dien grond behoudt, evenzeer.
Wij leven in onzen tijd nu eenmaal bij'
uitstek in het teeken van niet-bevredigde
verlangens. Factoren, buiten onzen wil
liggende, bepalen het aldus-. Slechts wie
geenerlei politieke verantwoordelijkheid
draagt en zijn „gemeenschapszin"
slechts toont door hen, die deze verant
woordelijkheid wèl dragen, in hun taak
plaatsen. Het is
Gerald hield plotseling op. Tom Chan-
ning ging voorbij, en hij was er nimmer
op gesteld geweest, dat anderen hem over
die inktgeschiedenis hoorden praten. Op
hetzelfde oogenblik kwam er van de an
dere zijde een troep jongens, die Tom bij
zijn nadering uitfloot, terwijl Tod Yorke,
die zich onder hen bevond, er nog een
schepje op deed met de een of andere
vleiende opmerking over gestolen bank
noten. Niet als gewoonlijk ging Tom er
op in. Hij» toonde niet de minste veront
waardiging of half onderdrukte woede,
waarvan zijn kwelgeesten zoo plachten te
genieten. Hij bleef stilstaan en nam zijn
scho-olpetje vriendelijk dankend af als
gold het een ovatie, die men hem had
toegebracht. Gerald Yorke en Bywater
keken stom verbaasd bij deze ongedachte
wending van zaken. Ze konden dan ook
geen flauw vermoeden hebben van het
groote geheim, dat Tom met zich om
droeg. Hij kon zich nu de weelde veroor-
looven om eens te glimlachen!
„Wel, het is nu ruim vier maanden ge
leden, dat je koorhemd den geest gaf',
ging Gerald geprikkeld voort, toen de
jongens buiten gehoorsafstand waren, en
altijd loop je er nog maar over te zaniken.
Men zou gaan denken', dat het de een
of andere bijzondere reliqnie gold, die
te bemoeilijken- kan beloven wat hij wil.
Een ernstige politieke partij behoort
'daaraan, dunkt ons, niet mee te doen.
Misschien was het niet zoo kwaad be
doeld en heeft men slechts willen zeggen,
dat het staatkundig streven van den Vrij
heidsbond door de fascisten vaak mis
duid wordt. Maar dan zal men toch zijn
woorden nauwkeuriger moeten kiezen,
de geciteerde passage kwam voor in een
officieus communiqué van het te Zwolle
verhandelde - want ontkend kan niet
worden, dat de verleiding tot concurreeren
thans dreigt en dat sommigen er voor be
zwijken, evenals men vroeger er voor be
zweken is tegenover het socialisme.
Daartegen nu dient onder alle partijen
gewaakt te worden.
Wij behooren karakter genoeg te heb
ben om onszelf te zijn.
Het vele, dat verwerpelijk of onbekookt
is in het streven van het fascisme, moeten
wij als verwerpelijk of onbekookt aandui
den. En zoo er iets goeds in mocht zijn,
inzoover oude waarheden weder iets
■scherpeT worden belicht, moeten wij dit
uitspreken op grond van eigen diepe over
tuiging, niet om wind uit de zeilen te
nemen aan anderen.
Niet huilen dus met de wolven in het
bosch.
Alleen 1 voorzoover dit mogelijk is
honig puren ook uit Mussert's bloem
DICTATORIAAL OF DEMOCRATISCH.
In de rede, door den Duitschen Minis
ter Dr Goebbels te Genève gehouden voor
de buitenlandsche journalisten, moest ook
de democratie ter sprake komen, daar hij
hier sprak in een kring, waar men over
het algemeen nog aan een democratisch
staatsbestuur vasthoudt. Onder democrat
tie dan te verstaan een bestuursvorm,
waarin op een of andere wijze aan het
vol'k invloed wordt 'toegekend op het
staatsbeleid, wat in dictatoriaal geregeer
de landen niet het geval is.
Dr Goebbels betoogde dienaangaande,
dat Duitscbland thans de ware of, zoo
als hij het noemde, 'n veredelde demo
cratie deelachtig is, omdat het volt aan
de re'geering de opdracht geeft om te re-
geeren en meer niet. Verder wil het volt
niet gaan, want het wil niet zelf regee-
ren, maar goed geregeerd worden.
Dit is niet anders, zegt de „Standaard",
dan het oude 'kunstmiddeltje van de leer
d'er volkssoevereiniteit, waarmee beurte
lings de heerschappij' der massa en het
zuivere despotisme van -den vorst met ge
lijke kracht werd verdedigd, al naarmate
het uitkwam.
Zoo deden het aan 'het eind der acht
tiende eeuw Frederik de Groote en Joseph
II, en in de negentiende eeuw de beide
Napoleons. Zij' rechtvaardigden hun des
potisme met een beroep op den volkswil.
Niet anders doet het thans Dr Goebbels
ten 'bate van Hitler met zijh veredelde
democratie.
Het ie het oudé liedje; een woordenspel
en niets meer.
Heizelfde 'geldt van een volk, dat niei
zelf regeeren wil, maar goed 'geregeerd
wil worden. Het is uiteraard een zeer ver
standig volk, dat zoo spreekt. Een volk,
dat zichzelf regeert, is niet anders dan
onzin; een volk moet worden geregeerd
en dan natuurlijk goed.
Het is alleen maar de vraag, hoe dat
goede regeeren is te verkrijgen. En daar
bij stuit men dan aanstonds op de kwestie
of zulks beter geschiedt, wanneer een dic
tator met zijn 'gunstelingen de regeer
macht in handen heeft, zonder dat het
volk daarop eenigen invloed of controle
verloren is geraakt. Zou je nu maar
niet eens eindigen met dat gezaag over
zoo'n futiliteit. Men wordt er .zeeziek
van."
„Nu, dan zullen we zien, wat er van
'komt als je er zoo over denkt", ant
woordde Bywater koeltjes het ,was zijn
voorrecht, zich nimmer op te winden.
„Maar ik waarschuw je, dat jk mijn be
wijzen heb, Yorke, ik heb lang gewacht,
maai nu is de ontbrekende schakel, waar
ik zoo lang naar uitzag, er ook. Als je
dus koppig wilt zijn, is het je eigen
schuld. Straks ga ik naar Pye".
„Doe, wat je niet laten kunt."
„Dat zal ik zeker, reken er op. Ik zal
je openlijk in beschuldiging stellen^ piet
de bewijzen erbij". v
„Geluk ermee 1 Die bewijzen van jou
zullen inslaan. Maar later zal het slecht
met je afloopen, vrind, ik laat niet met
ime sollen."
Driftig schoof Gerald zijn tegenstander
op zijde en stormde naai huis, om zijn
boterham op te eten.
Doch Bywater liet zich door geen drei
gementen uit het veld slaan. Zijn vast
houdendheid was bekend genoeg. Na bet
ontbjjt, de lessen waren dien dag al
vroeg begonnen, ging hjj naar de kathe
draal om zjjn taak als koorlid te ver
vullen. i
In de hoofdstad gebeuren naar het
schijnt ongelooflijke dingen.
Een troepje stakende stucadoors oefent
ijverig geholpen door een aantal werk-
looze politieke geestverwanten een zoo
danige terreur uit, dat het voor de werk
willigen niet wel mogelijk is hun dage-
lijkschen arbeid te verrichten.
En daar blijft het nog niet bij.
Niet alleen werkwilligen maar b.v. ook
middenstanders die niet met de stakers
sympathiseeren en weigeren hen te steu
nen, worden geterroriseerd en gemoles
teerd.
Zooiets is toch onduldbaar.
Het is te verstaan dat de Overheid lie
ver geen geweld gebruikt, maar als het
noodig is zooals het bier het geval schijnt
te zijn blijkens nergens weersproken be
richten, dan is ingrijpen en krachtig in
grijpen noodzakelijk.
Als het niet anders kan, dan moet de
Communisten maar eens op zeer gevoe
lige wijze aan het verstand worden ge
bracht dat daden van terreur en molesta
tie in Nederland niet worden geduldl
Voor zachte heelmeesters is hier geen
plaats.
OPMERKER.
uitoefent, dan wanneer het volk door zijn
vertegenwoordigers daarop recbtmatigen
■invloed kan doen gelden.
Voor een politiek mondig geworden
volk is het antwoord niet twijfelachtig.
Een dictatoriaal bewind moge als tijde
lijke maatregel bij; noodtoestand heilzaam
kunnen werken, als duurzame Tegeeringis-
vorm is 'het steeds een verderf geweest
voor het volksleven.
Dat heeft de geschiedenis met onmis
kenbare duidelijkheid 'geleerd.
Kapalle. Helt fanfarecorps „Ons Ge
noegen" hield een bijeenkomst van be
stuur en leden met hunne resp. vrouwen.
Deze bijeenkomst was belegd, om officieel
afscheid te nemen van den gewezen direc-
aeur den heer A. W. van Dijke te Ierseke,
die na een diensttijd van 25 jaren met het
oog1 op zijn leeftijd, zich genoodzaakt zag
ontslag te nemen.
De heer van Dijke met zijn Echtgenoot®
op deze bijeenkomst uitgenoodigd, werd
bij zijn binnenkomen verwelkomd door
een lustige fanfare, waarna de voorzitter,
dlhr Blok, het woord nam om den afgetre
den Directeur te danken voor het vele,
dat deze voor „'Ons Genoegen" heeft ge
daan. In die 25 jaren heeft hij van „Ons
Genoegen'" 'gemaakt, wat er van tie imaken
was. Veel tijd en moeite heeft hij hiervoor
over gehad, mlet een toewijding, 'die door
Bestuur en 'leden isteeds op zeer hoogen
prijs gesteld zijn. Om dhr van Dijke een
blij'vend aandenken aan „Ons Genoegen"
te geven, werd hem een fraaie electrische
lamp aangeboden, terwijl Mevrouw van
Dijke een mooie schilderij' in lijst werd
geoffreerd. Beiden toonden zeer erkente
lijk te zijn voo»r deze bewijzen van waar-
POOS 20 CT-TUBE 55 EN 60 CT.
'En na den dienst, toen allen in de
school verzameld waren, verloor hij dan
ook geen seconde. Nauwelijks was de
heer Pye aan zijn katheder gezeten, of hij
trad naar voren, ten bewijze, dat hij
iets te zeggen had. Het kwam er nogal
stuntelig uit: „Om u te dienen meneer,
ifc geloof dat ik eindelijk ontdekt heb,
wie mijn koorhemd met inkt gesmeerd
heeft". j
De achtbare heer Pye, wien deze ge
beurtenis reeds bijna aan de herinnering
was ontsnapt, moest even tijd nemen,
om zich het geval voor ,den geest te
balen. „O, inderdaad!" zeide hij pinde»
lijk op nogal cynischen toon „je
meent, dat je uitgevonden hebt, wie de
dader was?"
„Inderdaad, meneer; en ifc ben ,er ta
melijk zeker van. Ik denk, dat het
Gerald Yorke is geweest"
Gerald Yorkel Een van de seniors!"
herhaalde de meester, Bywater ©en door-
horenden blik toewerpend.
(Wordt vervolgd.)