DE ZEEUW ONDER VALSGHE VERDENKING TWEEDE BLAD. Uit de Provincie Zoeklichtjes. De winterdienst op den vol ontslag als onderwijzeres aan de open bare lagere school alhier te verkenen aan Mej. J. Hegberg; Hierna komt ïn behandeling de gemeen te-begroeting voor 1934. De heer Kouse maker zegt verheugd te zijn, dat geen be- lastingverhooging noodzakelijk da, wat z.i. te danken is aan het uitstekende belas tingstelsel. Hij merkt op, dat de meest wisselende inkomsten (de gemeentefonds- belasting) slechts 1/10 deel uitmaken van alle belastingen. VAN •g *K '9961 H3H0.ID0 9 OVGflHA OE NIEUWE POLITIEKE CONSTELLATIE. „De T ij d (R.-K.) ergert er zich eenigszins over, dat de liberale pers thans vlotter meewerkt dan voorheen en dat zelfs de instelling van een commissie voor de defensie-besparing „geen pauze termag te veroorzaken in het koor der liberale jubeltonen", hoewel vroeger tegen zulke commissies gewaarschuwd werd, daar men de bezuiniging zelf ter hand moest nemen. „Het komt ons voor, merkt de Neder lander hierbij op, dat dit nu juist een der goede vruchten is van de nieuwe politieke constellatie. Het noodkabinet van abnormale samenstelling werd ge vormd, opdat de te nemen maatregelen zouden worden gedragen door een zoo groot mogelijk deel van het parlementen van de publieke opinie. Indien zich thans een zekere goodwill tegenover het kabinet vertoont ook onder hen, van wie men dit vroeger niet zoo gewend was, dan is dit precies wat be oogd werd en wat door den bitteren ernst van den tijd wordt vereischt. Wij kunnen ons daarover dan ook slechts verheugen. Dat het kabinet hierdoor verwend zal worden, behoeven wij overigens niet te vreezen. Want de groei, dien de dage lijks toenemende nood aan het extremis me brengt, is oorzaak, dat het kabinet van politiek-ongeschoolde en -onkundige zijde bestreden wordt op een wijze als vroeger zelden gezien werd. Nog dezer dagen durfde een schijnbaar beschaafd man op een openbare vergadering te zeggen, dat twee leden van het kabinet naar een concentratiekamp moesten ge stuurd worden. Wij beleven een crisis, niet (hierover zijn wij het nu wel ééns) in den gewonen zin van een economische inzinking waar op straks een normaal herstel volgt, maar in dien emstigen zin waarin men ook wel spreekt van de groote crisis in iemands persoonlijk leven, indien door schokkende gebeurtenissen voor hem alles anders wordt dan tevoren en een nieuwe bladzijde wordt opgeslagen, ter wijl het onzeker is, hoe de getroffene dit zal dragen en zich daarnaar zal weten te voegen. In deze spanning is er voor allen, die van goeden wil zijn en die voldoende publieke scholing hebben om de nood lottige overmacht der feiten en den ge weldigen. omvang van de vraagstukken waarvoor wij staan, te beseffen, alle aan leiding zich nauw aaneen te sluiten en zonder rancune, wantrouwen of vooroor deel eikaars daden te heoordeelen en el kaar zoover doenlijk te steunen. EINDE VAN DEN ZOMERTIJD. Wij herinneren er aan, dat de zomer tijd zal eindigen den 8sten October te drie uur in den voormiddag, zoodat in den nacht van Zaterdag 7 op Zondag 8 Oc tober de klokken één uur moeten worden achteruitgezet. Suikersmokkelaars. Den laatsten tijd wordt, naar de Telegr. meldt, weer veel gesmokkeld in het grensgebied van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Woensdagnacht werd in de Belgische grensgemeente Overslag een auto aange houden, die ongeveer 1500 kilo suiker bevatte. Nadat eenige schoten op den met groo te vaart rijdenden wagen waren gelost, kon deze tot stilstand worden gebracht. De chauffeur koos daarna het hazenpad en verdween in de duisternis. Gisternacht is weer een goede vangst gedaan, door het in beslag nemen van de auto van zekeren P., die eenige dui zenden kilogrammen suiker vervoerde. Ook hierbij werd van de vuurwapenen gebruik gemaakt. FEUILLETON. Vrij naar het Engelsch. 155) o— Laatstgenoemde keek verbaasd, toen hij de ernstige gezichten der heeren zag; doch hij dacht, dat het Charles betrof. Zijn vader hielp hem echter spoedig uit den droom. „Hamisch, we hebben het over Arthur. Beide deze heeren hebben als hun geloof uitgesproken..." „Een oogenblik, Channing", zeide de heer Huntley. „Ik verzocht je, mij geheel buiten deze aangelegenheid te houden." „Al goed, maar 't verandert niets aan de zaak", antwoordde de ander haastig. „Hamish, de heer Galloway heeft als zijn opinie uitgesproken, dat jij in zooverre een aandeel hebt genomen in die droeve aangelegenheid, dat jij het geld aan hem hebt toegezonden om Arthur te ont lasten." „Inderdaad!" zeide Hamish; en hij nam hetzelfde air aan, min of meer spottend dat de heer Galloway zoo juist had af geschilderd als de bejegening, hem te Prov. Stoombootdienst. De win terdienstregeling van den Provincialen Stoombootdienst is niet belangrijk ge wijzigd. Alleen op don middag is een bootreis uitgevallen. De laatste boot van halftien uit Breskens, is boven aller ver wachting ook in den winterdienst opge nomen. Des Zondags wordt een reis minder gedaan. Met ingang van 9 October a.s. wordt de openstelling van het telegiaaf- en tele foonstation te 's-Heer Abtsker'ke op werk dagen gewijzigd en gebracht op 821 u. Een ïeelij'ke vergissing. In de Maandag gehouden vergadering van den Gemeenteraad van Oudelande deelde de voorzitter mede een schrijven van den inspecteur van de belastingen te 'hebben ontvangen, waarin gemeld werd, dat de gemeente over bet afgeloopen jaar f 1235 te veel gemeen'tefondsbelasting bad ont vangen, welk bedrag den 4en October te rugbetaald moest worden benevens nog f112 en f46 te veel genoten personeels belasting. Allen waren verbaasd over deze schro melijke vergissing. Op vele posten moest bezuinigd worden, 'teneinde aan het ver zoek van den Inspecteur te voldoen. Middelburg. De gisteren, gehouden col lecte en speldjesverkoop ten bate van het plaatselijk crisis-comité heeft opgebracht f 1326.53. Vlissingen. Woensdag is bier voor het plaatselijk crisis-comité f 1013.16 gecollec teerd. J. G. van N i f t r i k. t Te Den Haag is de heer J. G. van Niftrik, oud directeur der Vlissingsche gasfabriek, op 69-jarigen leeftijd overleden. Op 5 September 1905 tot lid van den gemeenteraad gekozen, werd de heer Van Niftrik terzelfder tijd door den raad op den wethouderszetel geplaatst. Hij bleet toen wethouder van openbare werken tot 1913. Van 1913 tot October 1924 was hij lid der Provinciale Staten van Zeeland en van 1913 tot September 1917 lid van Ged. Staten. Nauwelijks afgetreden als lid van dit college koos men hem weder in den ge meenteraad en tot wethouder van finan ciën. In 1919 wisselde hij dezen zetel met dien van wethouder van openbare wer ken en bleef als zoodanig werkzaam tot hij tengevolge van een in den raad aan genomen motie, ontslag nam als wethou der en raadslid. Goes. Er schijnt tegenwoordig in de stad een persoon rond te loopen met min der goede 'bedoelingen. De vorige week zijn reeds verscheidene meisjes lastig ge vallen op straat en Woensdagavond moes't het weer 'n meisje ontgelden, dat van het Ravelijn langs het plantsoen naar den Westsingel liep. Op het hulpgeroep van het kind heeft het sujet zich uit de voeten gemaakt. De politie is van een en ander op de hoogte en let op. Kloeiinge. Donderdag vergaderde de raad dezer gemeente voltallig. Een schrij ven van de Prov. Commissie uit de S. D. A. P. inzake werkverschaffing en steun regeling, wordt voor kennisgeving aam- genomen. Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het verzoek van. de buurt- vereeniging De Tol om plaatsing van een straatlantaarn. Zij' hebben den toestand ter plaatse in oogenschouw genomen en hoewel men niet in het licht baadt kan geconstateerd, dat men er zich wel behel pen kan. De heer Kousemaker zegt, dat het verzoek eigenlijk is om verplaatsing van den lantaarn bij de leiding. Het is nu een bewoonde straat geworden en wat meer verlichting zou wel op zijn plaats zijn. B. en W. lichten nog toe dat wanneer het verzoek zou worden ingewilligd er nog meerdere plaatsen in de gemeente zijn waar de verlichting verbeterd kan wor den, doch dat dit uit financieel oogpunt niet wenschelijk is. Het voorstel wordt hierna met algemeene stemmen aangeno men. Voorstel van B. en W. om in ver band met de daling van het leerlingen aantal en géhoord de inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Goes: a. met ingang van 1 Januari 1934 eer beurt gevallen. „De heer Galloway deed me de eer, mij deze zijn meening reeds eerder kenbaar te maken, herinner ik mij." „Wés het van jou afkomstig, Hamish?" vroeg zijn vader, terwijl er een strenge trek over zijn gelaat gleed. „Neen, dat was het n i e t", antwoord de deze nadrukkelijk. De heer Huntley wendde zich om en keek den jongeman veelbeteekenend aan. In zijn hart was hij er van overtuigd, dat Hamish niet op recht was op dat oogenblik. „Ik heb het geld niet gestuurd en ik weet evenmin, wie het dan wèl deed", zeide Hamish met stemverheffing. „Doch, nu we het er toch over hebben, willen de heeren mij misschien wel veroorloven, als mijn meening uit te spreken, dat als men eens met even grooten ijver zocht in de richting van Arthurs onschuld, als men er thans op aanstuurt, hem de schuld in de schoenen te schuiven, dat hij dan misschien reeds lang van alle verdenking gezuiverd was." Dat deze steek voor den heer Gallo way was bedoeld, was duidelijk. De heer Huntley antwoordde echter voor hem; en zoo de anderen er op verdacht waren geweest, zouden zij in zijn wederwoord ook bedektelijk een dieperen zin hebben bevroed: „Jij schijnt in ieder geval wel b. met ingang van 1 April 1934 idem als onderwijzer aan den beer J. A. Rijn berg. B. en W. deelen mede, dat het aantal leerlingen der o.J. school in die mate is gedaald, dat vanaf 1 Januari 1934 slechts 4 leerkrachten voor rekening van het rijk mogen komen, zoodat dus 2 voor reke ning der gemeente zouden komen. Na in gewonnen advies van den inspecteur zijn zij tot de conclusie gekomen, dat aan het tegenwoordige aantal leerlingen (152) wel door 4 leerkrachten onderwijs kan wor den gegeven, ook omdat vermeerdering van het aantal leerlingen in de eerste jaren niet is te verwachten. Als algemeen principe geldt dat de laatst aangestelde 'het eerst wordt ontslagen. De voorzitter leest daarna het rapport van den inspecteur voor, waaruit blijkt, dat deze het zeer goed mogelijk acht, dat door 4 leerkrachten onderwijs wordt ge geven zonder 'het onderwijs te schaden. Ook het handwerkonderwijs kan goed door één onderwijzeres verzorgd worden bij een goede indeeling van 'het lesrooster. De voorzitter wil, vooral ook omdat van zekere zijde dezer dagen beweerd wordt, dat B. en W. het openbaar onderwijs te genwerken, mededeelen 'hoe zijl tot hun voorstel zijn gekomen. Op verzoek van B. en W. is de inspec teur in hunne vergadering gekomen oim te bespreken, wie van de leerkrachten met 1 Januari 1934 ontslagen zou moeten worden wegens de daling van het aantal leerlingen. Bij die bespreking is toen ook gehandeld over de boventallige leerkracht. De inspecteur heeft toen medegedeeld, dat ook door het ontslaan van de boventallige leerkracht geen nadeel aan het onderwijs zal worden toegebracht en dat het hand werkonderwijs goed door één onderwijze res kan worden verzorgd. Voorts heeft hij nog medegedeeld, 'dat de wachtgelders wel spoedig geplaatst zouden worden, vooral ook omdat het reeds spoedig be kend zou zijn. De heer Straub zou over deze zaalk eerst liever in besloten zitting beraadslagen wat door den heer KousemaJker wordt onder steund. Hierna wordlt de openbare vergadering geschorst. Na heropening zegt de heer Kousema ker, dat hij eerst graag een beslissing van den Raad wil of één leerkracht voor reke ning van de gemeente wordt gehouden. De voorzitter meent, da't dit voorstel niet kan worden 'behandeld. De heer Straub zou het voorstel willen aanhouden tot de volgende vergadering. De heer Buitenhuis is ook voor aan houding. Het zou kunnen zijn, da't de raad besloot één leerkracht voor rekening der gemeente te nemen, en dat hij' een onderwijzeres zou willen. Dan zou door aanneming van het voorstel van B. en W. zulks niet kunnen. Op voorstel van den voorzitter wordt thans geen besluit genomen. Van de be sprekingen zal een relaas aan den in specteur worden gezonden. Deze zal ver zocht worden de kwestie nog eens te ko men bespreken desnoods in een vergade ring van den Raad. Het voorstel om als leerkrachten aan den cursus 1933-1934 voor vervolgonder wijs te benoemen het onderwijzend perso neel der o.'l. schooi, zal op voorstel van den heer Buitenhuis worden behandeld na de begrooting. Tot leden der commissie van advies voor do werkverschaffing voor het tijdVak 15 Oct. 193315 Oct. 1934 worden na eenige stemming benoemd de heeren W. N. van Liere, R. Buitenhuis, G. Kouse maker en W. Nieuwdorp. De heer Kousemaker informeerde nog waarom door B. en W. dezelfde personeD zijn aanbevolen als verleden jaar. De voorzitter antwoordde 'hierop, dat de 'heer Straub kennis gegeven heeft geen lid dier commissie te willen zijn, terwijl ook de heer Zweedij'k zulks verleden jaar heeft medegedeeld, en dat de heer Hoogstraat® te bezet is. De heer Kousemaker merk't nog op, dat wanneer een raadslid tot lid van een dergelijke oommissie benoemd wordt, 'hij zedelijk verplicht is die be noeming aan te nemen. De voorzitter geeft hierna een over zicht van de 'kosten der werkverschaffing in 1933. een vast geloof te hebben in zijn on schuld." „Een vast en heilig geloof", verklaarde Hamish, elk woord langzaam en duide lijk uitsprekend. „Vader", en hij wend de zich met zekeren hartstocht tot dezen „zet toch eens en vooral alle verden king tegen Arthur op zij. Ik zou met mijn leven voor hem instaan." „Dan beschermt hij een ander", riep de heer Galloway uit. „Het een of het ander Hamish, je weet er meer van. Wie is het?" Een blos steeg den aangesprokene naar het gelaat, doch hij antwoordde op denzelfden spottenden toon van zooeven. „Neen", zeide hij, „ik kan u niets naders mededeelen. Hij verliet het vertrek terwijl hij sprak en de heeren gingen uiteen. „Het scheen wel, al zou men tot middernacht con- fereeren, dat men toch niet tot een tast baar resultaat zou komen. De heer Gal loway haastte zich naar huis. „Ik moet ook vertrekken", merkte de heer Huntley op. Desniettegenstaande volgde hij zijn gastheer naar de andere kamer. „Te Borcette verzekerde je me, dat je ten volle van Arthur'B onschuld over tuigd was; je hebt me zelfs uitgelachen, dat ik aan hem twijfelde." De heer Strauh stelt voor den post subsidie aan de Burgerwacht van f 50 te brengen op f 25, welk voorstel door den heer Kousema'ker wordt ondersteund. De voorzitter zegt, dat de financiën van de Burgerwacht niet rooskleurig zijn en dat deze wellicht zal moeten bijdragen in de nieuw gemaakte schietbaan. Hij zou daar om gaarne zien de post voor 1934 te hou den. Bij' de begrooting 1935 kan dan over vermindering worden gesproken. De post blijft met 4 tegen 3 stemmen (de heer Kousemaiker, Straub en Zwee dij'k) gehandhaafd. De heer Kousemaker vraagt naar den post voor de 24-uurs telefoondienst. De voorzitter zegt, dat zulks ook in verband staat met de opheffing van het hulppost- kantoor. De heer Kousemaker vindt het toch wel van- belang, dat wanneer zulks no'odig is des nachts getelefoneerd kan worden. De voorzitter zegt, dat dan bij naburige menschen wel getelefoneerd mag worden. De heer Buitenhuis vraagt of de post onderhoud van straten en pleinen Wel vol doende is. De voorzitter zegt van wel. In 1935 zal een gedeelte van de schoolstraat worden herstraat. De heer Kousemaker merkt bij den post pompen en riolen op, dat het wel wen schelijk is om het rioolstelsel eens goed na te zien. Vooral hij de Kerk is het niet in orde. De heer Eversdijk merkt op, dat dit eigendom is van het Rijk. De voor zitter zegt de aandacht van het rijk hierop te 'zullen vestigen. De heer Hoogstraate vindt de post voor den aanleg van een 'trottoir aan den Mo lenweg nogal 'hoog. De voorz. zegt, dat de weg daar slecht is en dat het voor de ingezetenen aan dien weg van belang is dat een trottoir gelegd wordt. De bedoeling is trottoirtegels, wat toet goedkoopste is. De toeer Kousemaker zegt, dat toij ver leden jaar toeeft aangedrongen op aanleg van1 een trottoir in de Nieuwstraat. Hij zou elk jaar een stukje wi'Heni aanleggen. De 'heer Hooigstraate vindt een aanleg van een trottoir aan een weg waar zulks niet noodzakelijk is overbodig. De toeer Kousemaiker dringt aan om de aanleg te doen uitvoeren biji wijze van werkverschaffing. De toeer Van Lieie xnerkt op dat verleden zulks ook is ge schied, doch dat hij daarover niet te vreden is. De post wordt toierna overgebracht naar hoofdstuk IX, omdat het werk bij wijze van werkverschaffing zal worden uitgevoerd. (De toeer Buitenhuis wil toet openbaar vervolgonderwijs doen vervallen, omdat toet met dit onderwijs altijd een tobben is. Het is duur. De heer Straub is het eens met den heer Buitenhuis en vindt die uitgaaf ge zien het geringe aantal leerlingen niet ge motiveerd. De heer Van Liere zon het onderwijs gaarne behouden en vraagt of het niet mogelijk is het vereischte aantal leerlin gen te vertooogen. 'Ook 'de voorzitter 'beaamt dat de op komst bij het vervolgonderwijs veel te wenschen overlaat. De verordening betreffende het vervolg onderwijs zal in de volgende vergadering in 'dien zin worden gewijzigd, dat het aan tal leerlingen zal worden verhoogd. De heeren Buitenhuis en Straub zou den de post werkverschaffing willen ver- 'hoogen, omdat deze wel wat laag is. Op voorstel van den heer Buitenhuis wordt de post met f400 verhoogd en gebracht op f2600. De heer Kousemaker hoopt, dat 'hem nu niet als vorigejaar verwijten naar zijn hoofd worden geslingerd inzake loon enz. bij' werkverschaffing. De voorzitter antwoordt hierop: „Doe wel en zie niet om." De begroeting wordt hierna met alge meene stemmen vastgesteld op een eind cijfer van f 60789.72, onvoorziene uitga ven f2142.74. Tot leerkrachten bij 'het vervolgonder- „Ik ben nog precies dezelfde meening toegedaan de jongen is even onschul dig aan den diefstal als jij en ik." „En toch sluit je je aan bij Galloway, dat hij en Hamish er de hand in hadden, dat het geld terecht is gekomen." De heer Huntley legde de hand op den arm van zijn vriend. „Mijn beste Chan ning, alles wat jij en ik kunnen doen is de zaak te laten rusten. We tasten toch in het duister, en wat zullen we nog langer verder zoeken, om misschien nog verder van den juisten weg af te dwa len?" Ze hadden in de gang op en neer ge- loopen, en stonden thans stil voor de huiskamerdeur. Daar kwam Judith uit de keuken met een brief in haar hand ze scheen zoo'n haast te hebben, dat zij de beide heeren bijna omver liep, waren dezen niet op zijde gegaan om haar doortocht te verleenen. „O, o, dat geheugen van me, meneer Arthur. Hier is een brief aan uw adres, die juist bezorgd werd toen het rijtuig met uw ouders kwam aanrijden. Ik stak hem in mijn boezelaar en nu eerst denk ik er aan bij het uithalen van mijn zak doek." „Zoo, is hij daar eindelijk?" riep Ar thur, doelend op het schrijven van Roland Yorke, Br van Poelje toeeft er over geklaagd, dat toet Rijk de gemeenten meer en meer in haar recht tot belastingheffing heeft beperkt. Ook van anderen 'kant hoorde ik een dergelijke 'klacht. Nu ia dat voor de gemeenten, die door het Rij'k tot tal van uitgaven zijn genoopt, inderdaad lastig. Maar aan den anderen kant: stel eens dat er geen beperking was. Dan zou 't voor de belastingbetalers, die nu al zoo onbarmhartig worden aangepakt, 'heele- maal niet meer om te harden zijn. Gelukkig maar, dat er nu een zekere natuurlijke beperking is, die dwingt om de oplossing van de moeilijkheden te zoe ken niet in de nog verdere uitbreiding der belastingen, inaar dn de beperking der uitgaven. Wij hebben knappe regeerders. Maar als in de gouden jaren de voor- deelige saldi waren gespaard, inplaata van ze op de nieuwe rekening over te brengen, dan zou het er nu in vele ge meenten heel wat beter uitzien! OPMERKER. wijs worden aangewezen het personeel der o.'l. school. Bij: de rondvraag informeert de 'heer Straub naar den 'toestand van de Peper straat. De voorzitter zegt dat verbeterin gen worden aangebracht. De voorzitter sluit hierna de vergade ring en dankt de leden voor de aange name wijze waarop deze begrooting is be handeld. De heer Buitenhuis dankt den voor zitter voor de wijze waarop deze 'de be sprekingen heeft geleid en ook voor 't ver strekken van een. uittreksel uit die begroo- ting aan elk der raadsleden, wat voor hen een beter overzicht 'heeft gegeven. De an dere leden sluiten zich 'hierbij aan. Schors. Verplaatst van het spoorweg station Vlake naar het station Kruinin- 'gen-Ici3eke de arbeider-telegrafist W. Vissöher en de arbeider-rangeerders A. Houtman en M. Sinke; van Vlake naar Waddenoyen de arbeider-rangeerder H. Looijs. Biezelinge. Do bijeenkomst ter instal latie van het nieuw 'benoemde hoofd van de Ghr. Herv. school, den heer J. P. Cor nells, overgekomen van Almker'k, werd door den voorzitter, dlhr J. Smaliegange, met gebed geopend. Alle bestuursleden van de sohoolvereeniging waren tegen woordig. De voorzitter heette vervolgens dien heer Cornells welkom met zijn echt- genoote en kinderen. Spr. hoopte dat men in het nieuw benoemde hoofd een per soonlijkheid mag aantreffen, iemand 'die weet waaruit zijn kracht te putten is, die zal streven naar goede samenwerking met bestuur, ouders en personeel en dat Hij, van Wien alle heil te wachten is, den ar beid zal zegenen. Bericht van verhindering was ingeko men van den inspecteur van 'het Rij'ks- sohooltoezic'ht en den inspecteur van C. V. O. Ook het dagelijkseh bestuur der ge meente kon niet aanwezig zijn. Persoon lijk riohtte de secretaris zich daarna tot het nieuw benoemde 'hoofd en diens ge zin, spr. wenisctote hem een gezegeniden arbeid toe. Namen® de kinderen voerde de heer Taal, onderwijzer, het woord. Hij- verwel komde het nieuwe hoofd en 'hoopt dat de kinderen ook dezen hoofdonderwijzer, evenals d'hr v. d. Hoek, alle achting zul len toedragen en gehoorzaam zijn. Onder 'leiding van den heer van Balsem werd het nieuwe hoofd door de schoolkinderen een 'daarbij passend welkomstlied toege zongen, waarna deze onderwijzer zelf het woord voerde en hoop op een prettige samenwerking uitsprak. De penningmeester, dhr de Jonge, hoopte op dezelfde wijze als voorheen met 'dhr van der Hoek op volle samen werking. Nadat nog de heeren Bieren®, v. d. Vrie en Verhuist gesproken hadden, dankte de 'heer Gornelis alle sprekers. Hij 'hoopt ook 'hier 'het moeilijke werk onder biddend op zien tot God' te beginnen. Hij' verzocht ver der medewerking van bestuur en perso neel en steun van de ouders voor de op voeding hunner kinderen. Geëischt wordt volstrekte getooorzaam- „Is hij werkelijk vertrokken?" vroeg Tom. „Ja, 'tis er heusch van gekomen", ant woordde Arthur, wiens blik haastig over de blaadjes gleed. „Hij heeft passage ge nomen op de „Africa". Laat me nu even met rust Tom. Wat een lange brief!" Men liet Arthur in vrede aan zijn lec tuur, rond den haard geschaard over al les en nog wat pratend; de heer en me vrouw Channing, de heer Huntley, Wil liam Yorke, Hamish en Constance. Plot seling slaakte Arthur een kreet, die ieders aandacht op hem vestigde. Hij was van zijn stoel opgerezen, zijn gelaat ver ried de uiterste spanning en verwarring, zijn lippen waren wit en doodsbleek. „Wat is er, Arthur?" riepen allen door een. „Roland het schip Roland" en daarop zweeg hij weer, niet in staat een woord uit te brengen. „Is het verongelukt? Schipbreuk ge leden?" riep Annabel vlug. „Vergaan en Roland verdronken!" Arthur zonk machteloos op zijn stoel neer en bedekte het gelaat met zijn handen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5