DE ZEEUW
ONDER VALSGHE VERDENKING
TWEEDE BLAD.
Uit de Provincie
Zoeklichtjes.
De winterdienst op den
vol ontslag als onderwijzeres aan de open
bare lagere school alhier te verkenen aan
Mej. J. Hegberg;
Hierna komt ïn behandeling de gemeen
te-begroeting voor 1934. De heer Kouse
maker zegt verheugd te zijn, dat geen be-
lastingverhooging noodzakelijk da, wat z.i.
te danken is aan het uitstekende belas
tingstelsel. Hij merkt op, dat de meest
wisselende inkomsten (de gemeentefonds-
belasting) slechts 1/10 deel uitmaken van
alle belastingen.
VAN
•g *K '9961 H3H0.ID0 9 OVGflHA
OE NIEUWE POLITIEKE
CONSTELLATIE.
„De T ij d (R.-K.) ergert er zich
eenigszins over, dat de liberale pers thans
vlotter meewerkt dan voorheen en dat
zelfs de instelling van een commissie
voor de defensie-besparing „geen pauze
termag te veroorzaken in het koor der
liberale jubeltonen", hoewel vroeger tegen
zulke commissies gewaarschuwd werd,
daar men de bezuiniging zelf ter hand
moest nemen.
„Het komt ons voor, merkt de Neder
lander hierbij op, dat dit nu juist een
der goede vruchten is van de nieuwe
politieke constellatie. Het noodkabinet
van abnormale samenstelling werd ge
vormd, opdat de te nemen maatregelen
zouden worden gedragen door een zoo
groot mogelijk deel van het parlementen
van de publieke opinie.
Indien zich thans een zekere goodwill
tegenover het kabinet vertoont ook onder
hen, van wie men dit vroeger niet zoo
gewend was, dan is dit precies wat be
oogd werd en wat door den bitteren
ernst van den tijd wordt vereischt. Wij
kunnen ons daarover dan ook slechts
verheugen.
Dat het kabinet hierdoor verwend zal
worden, behoeven wij overigens niet te
vreezen. Want de groei, dien de dage
lijks toenemende nood aan het extremis
me brengt, is oorzaak, dat het kabinet
van politiek-ongeschoolde en -onkundige
zijde bestreden wordt op een wijze als
vroeger zelden gezien werd. Nog dezer
dagen durfde een schijnbaar beschaafd
man op een openbare vergadering te
zeggen, dat twee leden van het kabinet
naar een concentratiekamp moesten ge
stuurd worden.
Wij beleven een crisis, niet (hierover
zijn wij het nu wel ééns) in den gewonen
zin van een economische inzinking waar
op straks een normaal herstel volgt, maar
in dien emstigen zin waarin men ook
wel spreekt van de groote crisis in
iemands persoonlijk leven, indien door
schokkende gebeurtenissen voor hem
alles anders wordt dan tevoren en een
nieuwe bladzijde wordt opgeslagen, ter
wijl het onzeker is, hoe de getroffene
dit zal dragen en zich daarnaar zal weten
te voegen.
In deze spanning is er voor allen, die
van goeden wil zijn en die voldoende
publieke scholing hebben om de nood
lottige overmacht der feiten en den ge
weldigen. omvang van de vraagstukken
waarvoor wij staan, te beseffen, alle aan
leiding zich nauw aaneen te sluiten en
zonder rancune, wantrouwen of vooroor
deel eikaars daden te heoordeelen en el
kaar zoover doenlijk te steunen.
EINDE VAN DEN ZOMERTIJD.
Wij herinneren er aan, dat de zomer
tijd zal eindigen den 8sten October te drie
uur in den voormiddag, zoodat in den
nacht van Zaterdag 7 op Zondag 8 Oc
tober de klokken één uur moeten worden
achteruitgezet.
Suikersmokkelaars. Den
laatsten tijd wordt, naar de Telegr. meldt,
weer veel gesmokkeld in het grensgebied
van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.
Woensdagnacht werd in de Belgische
grensgemeente Overslag een auto aange
houden, die ongeveer 1500 kilo suiker
bevatte.
Nadat eenige schoten op den met groo
te vaart rijdenden wagen waren gelost,
kon deze tot stilstand worden gebracht.
De chauffeur koos daarna het hazenpad
en verdween in de duisternis.
Gisternacht is weer een goede vangst
gedaan, door het in beslag nemen van
de auto van zekeren P., die eenige dui
zenden kilogrammen suiker vervoerde.
Ook hierbij werd van de vuurwapenen
gebruik gemaakt.
FEUILLETON.
Vrij naar het Engelsch.
155) o—
Laatstgenoemde keek verbaasd, toen
hij de ernstige gezichten der heeren zag;
doch hij dacht, dat het Charles betrof.
Zijn vader hielp hem echter spoedig uit
den droom.
„Hamisch, we hebben het over Arthur.
Beide deze heeren hebben als hun geloof
uitgesproken..."
„Een oogenblik, Channing", zeide de
heer Huntley. „Ik verzocht je, mij geheel
buiten deze aangelegenheid te houden."
„Al goed, maar 't verandert niets aan
de zaak", antwoordde de ander haastig.
„Hamish, de heer Galloway heeft als zijn
opinie uitgesproken, dat jij in zooverre
een aandeel hebt genomen in die droeve
aangelegenheid, dat jij het geld aan hem
hebt toegezonden om Arthur te ont
lasten."
„Inderdaad!" zeide Hamish; en hij nam
hetzelfde air aan, min of meer spottend
dat de heer Galloway zoo juist had af
geschilderd als de bejegening, hem te
Prov. Stoombootdienst. De win
terdienstregeling van den Provincialen
Stoombootdienst is niet belangrijk ge
wijzigd. Alleen op don middag is een
bootreis uitgevallen. De laatste boot van
halftien uit Breskens, is boven aller ver
wachting ook in den winterdienst opge
nomen.
Des Zondags wordt een reis minder
gedaan.
Met ingang van 9 October a.s. wordt
de openstelling van het telegiaaf- en tele
foonstation te 's-Heer Abtsker'ke op werk
dagen gewijzigd en gebracht op 821 u.
Een ïeelij'ke vergissing. In
de Maandag gehouden vergadering van
den Gemeenteraad van Oudelande deelde
de voorzitter mede een schrijven van den
inspecteur van de belastingen te 'hebben
ontvangen, waarin gemeld werd, dat de
gemeente over bet afgeloopen jaar f 1235
te veel gemeen'tefondsbelasting bad ont
vangen, welk bedrag den 4en October te
rugbetaald moest worden benevens nog
f112 en f46 te veel genoten personeels
belasting.
Allen waren verbaasd over deze schro
melijke vergissing. Op vele posten moest
bezuinigd worden, 'teneinde aan het ver
zoek van den Inspecteur te voldoen.
Middelburg. De gisteren, gehouden col
lecte en speldjesverkoop ten bate van het
plaatselijk crisis-comité heeft opgebracht
f 1326.53.
Vlissingen. Woensdag is bier voor het
plaatselijk crisis-comité f 1013.16 gecollec
teerd.
J. G. van N i f t r i k. t Te Den
Haag is de heer J. G. van Niftrik, oud
directeur der Vlissingsche gasfabriek, op
69-jarigen leeftijd overleden.
Op 5 September 1905 tot lid van den
gemeenteraad gekozen, werd de heer Van
Niftrik terzelfder tijd door den raad op
den wethouderszetel geplaatst. Hij bleet
toen wethouder van openbare werken
tot 1913.
Van 1913 tot October 1924 was hij lid
der Provinciale Staten van Zeeland en
van 1913 tot September 1917 lid van Ged.
Staten.
Nauwelijks afgetreden als lid van dit
college koos men hem weder in den ge
meenteraad en tot wethouder van finan
ciën. In 1919 wisselde hij dezen zetel met
dien van wethouder van openbare wer
ken en bleef als zoodanig werkzaam tot
hij tengevolge van een in den raad aan
genomen motie, ontslag nam als wethou
der en raadslid.
Goes. Er schijnt tegenwoordig in de
stad een persoon rond te loopen met min
der goede 'bedoelingen. De vorige week
zijn reeds verscheidene meisjes lastig ge
vallen op straat en Woensdagavond moes't
het weer 'n meisje ontgelden, dat van het
Ravelijn langs het plantsoen naar den
Westsingel liep. Op het hulpgeroep van
het kind heeft het sujet zich uit de voeten
gemaakt. De politie is van een en ander
op de hoogte en let op.
Kloeiinge. Donderdag vergaderde de
raad dezer gemeente voltallig. Een schrij
ven van de Prov. Commissie uit de S. D.
A. P. inzake werkverschaffing en steun
regeling, wordt voor kennisgeving aam-
genomen.
Voorstel van B. en W. om afwijzend te
beschikken op het verzoek van. de buurt-
vereeniging De Tol om plaatsing van een
straatlantaarn. Zij' hebben den toestand
ter plaatse in oogenschouw genomen en
hoewel men niet in het licht baadt kan
geconstateerd, dat men er zich wel behel
pen kan. De heer Kousemaker zegt, dat
het verzoek eigenlijk is om verplaatsing
van den lantaarn bij de leiding. Het is
nu een bewoonde straat geworden en wat
meer verlichting zou wel op zijn plaats
zijn.
B. en W. lichten nog toe dat wanneer
het verzoek zou worden ingewilligd er nog
meerdere plaatsen in de gemeente zijn
waar de verlichting verbeterd kan wor
den, doch dat dit uit financieel oogpunt
niet wenschelijk is. Het voorstel wordt
hierna met algemeene stemmen aangeno
men. Voorstel van B. en W. om in ver
band met de daling van het leerlingen
aantal en géhoord de inspecteur van het
lager onderwijs in de inspectie Goes:
a. met ingang van 1 Januari 1934 eer
beurt gevallen. „De heer Galloway deed
me de eer, mij deze zijn meening reeds
eerder kenbaar te maken, herinner ik
mij."
„Wés het van jou afkomstig, Hamish?"
vroeg zijn vader, terwijl er een strenge
trek over zijn gelaat gleed.
„Neen, dat was het n i e t", antwoord
de deze nadrukkelijk. De heer Huntley
wendde zich om en keek den jongeman
veelbeteekenend aan. In zijn hart was hij
er van overtuigd, dat Hamish niet op
recht was op dat oogenblik.
„Ik heb het geld niet gestuurd en ik
weet evenmin, wie het dan wèl deed",
zeide Hamish met stemverheffing. „Doch,
nu we het er toch over hebben, willen
de heeren mij misschien wel veroorloven,
als mijn meening uit te spreken, dat als
men eens met even grooten ijver zocht
in de richting van Arthurs onschuld, als
men er thans op aanstuurt, hem de
schuld in de schoenen te schuiven, dat
hij dan misschien reeds lang van alle
verdenking gezuiverd was."
Dat deze steek voor den heer Gallo
way was bedoeld, was duidelijk. De heer
Huntley antwoordde echter voor hem; en
zoo de anderen er op verdacht waren
geweest, zouden zij in zijn wederwoord
ook bedektelijk een dieperen zin hebben
bevroed: „Jij schijnt in ieder geval wel
b. met ingang van 1 April 1934 idem
als onderwijzer aan den beer J. A. Rijn
berg.
B. en W. deelen mede, dat het aantal
leerlingen der o.J. school in die mate is
gedaald, dat vanaf 1 Januari 1934 slechts
4 leerkrachten voor rekening van het rijk
mogen komen, zoodat dus 2 voor reke
ning der gemeente zouden komen. Na in
gewonnen advies van den inspecteur zijn
zij tot de conclusie gekomen, dat aan het
tegenwoordige aantal leerlingen (152) wel
door 4 leerkrachten onderwijs kan wor
den gegeven, ook omdat vermeerdering
van het aantal leerlingen in de eerste
jaren niet is te verwachten. Als algemeen
principe geldt dat de laatst aangestelde
'het eerst wordt ontslagen.
De voorzitter leest daarna het rapport
van den inspecteur voor, waaruit blijkt,
dat deze het zeer goed mogelijk acht, dat
door 4 leerkrachten onderwijs wordt ge
geven zonder 'het onderwijs te schaden.
Ook het handwerkonderwijs kan goed door
één onderwijzeres verzorgd worden bij
een goede indeeling van 'het lesrooster.
De voorzitter wil, vooral ook omdat van
zekere zijde dezer dagen beweerd wordt,
dat B. en W. het openbaar onderwijs te
genwerken, mededeelen 'hoe zijl tot hun
voorstel zijn gekomen.
Op verzoek van B. en W. is de inspec
teur in hunne vergadering gekomen oim
te bespreken, wie van de leerkrachten met
1 Januari 1934 ontslagen zou moeten
worden wegens de daling van het aantal
leerlingen. Bij die bespreking is toen ook
gehandeld over de boventallige leerkracht.
De inspecteur heeft toen medegedeeld, dat
ook door het ontslaan van de boventallige
leerkracht geen nadeel aan het onderwijs
zal worden toegebracht en dat het hand
werkonderwijs goed door één onderwijze
res kan worden verzorgd. Voorts heeft
hij nog medegedeeld, 'dat de wachtgelders
wel spoedig geplaatst zouden worden,
vooral ook omdat het reeds spoedig be
kend zou zijn.
De heer Straub zou over deze zaalk eerst
liever in besloten zitting beraadslagen wat
door den heer KousemaJker wordt onder
steund.
Hierna wordlt de openbare vergadering
geschorst.
Na heropening zegt de heer Kousema
ker, dat hij eerst graag een beslissing van
den Raad wil of één leerkracht voor reke
ning van de gemeente wordt gehouden. De
voorzitter meent, da't dit voorstel niet kan
worden 'behandeld.
De heer Straub zou het voorstel willen
aanhouden tot de volgende vergadering.
De heer Buitenhuis is ook voor aan
houding. Het zou kunnen zijn, da't de
raad besloot één leerkracht voor rekening
der gemeente te nemen, en dat hij' een
onderwijzeres zou willen. Dan zou door
aanneming van het voorstel van B. en
W. zulks niet kunnen.
Op voorstel van den voorzitter wordt
thans geen besluit genomen. Van de be
sprekingen zal een relaas aan den in
specteur worden gezonden. Deze zal ver
zocht worden de kwestie nog eens te ko
men bespreken desnoods in een vergade
ring van den Raad.
Het voorstel om als leerkrachten aan
den cursus 1933-1934 voor vervolgonder
wijs te benoemen het onderwijzend perso
neel der o.'l. schooi, zal op voorstel van
den heer Buitenhuis worden behandeld
na de begrooting.
Tot leden der commissie van advies
voor do werkverschaffing voor het tijdVak
15 Oct. 193315 Oct. 1934 worden na
eenige stemming benoemd de heeren W.
N. van Liere, R. Buitenhuis, G. Kouse
maker en W. Nieuwdorp.
De heer Kousemaker informeerde nog
waarom door B. en W. dezelfde personeD
zijn aanbevolen als verleden jaar. De
voorzitter antwoordde 'hierop, dat de 'heer
Straub kennis gegeven heeft geen lid dier
commissie te willen zijn, terwijl ook de
heer Zweedij'k zulks verleden jaar heeft
medegedeeld, en dat de heer Hoogstraat®
te bezet is. De heer Kousemaker merk't
nog op, dat wanneer een raadslid tot lid
van een dergelijke oommissie benoemd
wordt, 'hij zedelijk verplicht is die be
noeming aan te nemen.
De voorzitter geeft hierna een over
zicht van de 'kosten der werkverschaffing
in 1933.
een vast geloof te hebben in zijn on
schuld."
„Een vast en heilig geloof", verklaarde
Hamish, elk woord langzaam en duide
lijk uitsprekend. „Vader", en hij wend
de zich met zekeren hartstocht tot dezen
„zet toch eens en vooral alle verden
king tegen Arthur op zij. Ik zou met
mijn leven voor hem instaan."
„Dan beschermt hij een ander", riep de
heer Galloway uit. „Het een of het ander
Hamish, je weet er meer van. Wie is
het?"
Een blos steeg den aangesprokene
naar het gelaat, doch hij antwoordde op
denzelfden spottenden toon van zooeven.
„Neen", zeide hij, „ik kan u niets naders
mededeelen.
Hij verliet het vertrek terwijl hij sprak
en de heeren gingen uiteen. „Het scheen
wel, al zou men tot middernacht con-
fereeren, dat men toch niet tot een tast
baar resultaat zou komen. De heer Gal
loway haastte zich naar huis.
„Ik moet ook vertrekken", merkte de
heer Huntley op. Desniettegenstaande
volgde hij zijn gastheer naar de andere
kamer.
„Te Borcette verzekerde je me, dat je
ten volle van Arthur'B onschuld over
tuigd was; je hebt me zelfs uitgelachen,
dat ik aan hem twijfelde."
De heer Strauh stelt voor den post
subsidie aan de Burgerwacht van f 50 te
brengen op f 25, welk voorstel door den
heer Kousema'ker wordt ondersteund. De
voorzitter zegt, dat de financiën van de
Burgerwacht niet rooskleurig zijn en dat
deze wellicht zal moeten bijdragen in de
nieuw gemaakte schietbaan. Hij zou daar
om gaarne zien de post voor 1934 te hou
den. Bij' de begrooting 1935 kan dan over
vermindering worden gesproken.
De post blijft met 4 tegen 3 stemmen
(de heer Kousemaiker, Straub en Zwee
dij'k) gehandhaafd.
De heer Kousemaker vraagt naar den
post voor de 24-uurs telefoondienst. De
voorzitter zegt, dat zulks ook in verband
staat met de opheffing van het hulppost-
kantoor. De heer Kousemaker vindt het
toch wel van- belang, dat wanneer zulks
no'odig is des nachts getelefoneerd kan
worden. De voorzitter zegt, dat dan bij
naburige menschen wel getelefoneerd mag
worden.
De heer Buitenhuis vraagt of de post
onderhoud van straten en pleinen Wel vol
doende is. De voorzitter zegt van wel. In
1935 zal een gedeelte van de schoolstraat
worden herstraat.
De heer Kousemaker merkt bij den post
pompen en riolen op, dat het wel wen
schelijk is om het rioolstelsel eens goed
na te zien. Vooral hij de Kerk is het niet
in orde. De heer Eversdijk merkt op, dat
dit eigendom is van het Rijk. De voor
zitter zegt de aandacht van het rijk hierop
te 'zullen vestigen.
De heer Hoogstraate vindt de post voor
den aanleg van een 'trottoir aan den Mo
lenweg nogal 'hoog.
De voorz. zegt, dat de weg daar slecht
is en dat het voor de ingezetenen aan dien
weg van belang is dat een trottoir gelegd
wordt. De bedoeling is trottoirtegels,
wat toet goedkoopste is.
De toeer Kousemaker zegt, dat toij ver
leden jaar toeeft aangedrongen op aanleg
van1 een trottoir in de Nieuwstraat. Hij
zou elk jaar een stukje wi'Heni aanleggen.
De 'heer Hooigstraate vindt een aanleg van
een trottoir aan een weg waar zulks niet
noodzakelijk is overbodig.
De toeer Kousemaiker dringt aan om de
aanleg te doen uitvoeren biji wijze van
werkverschaffing. De toeer Van Lieie
xnerkt op dat verleden zulks ook is ge
schied, doch dat hij daarover niet te
vreden is.
De post wordt toierna overgebracht
naar hoofdstuk IX, omdat het werk bij
wijze van werkverschaffing zal worden
uitgevoerd.
(De toeer Buitenhuis wil toet openbaar
vervolgonderwijs doen vervallen, omdat
toet met dit onderwijs altijd een tobben is.
Het is duur.
De heer Straub is het eens met den
heer Buitenhuis en vindt die uitgaaf ge
zien het geringe aantal leerlingen niet ge
motiveerd.
De heer Van Liere zon het onderwijs
gaarne behouden en vraagt of het niet
mogelijk is het vereischte aantal leerlin
gen te vertooogen.
'Ook 'de voorzitter 'beaamt dat de op
komst bij het vervolgonderwijs veel te
wenschen overlaat.
De verordening betreffende het vervolg
onderwijs zal in de volgende vergadering
in 'dien zin worden gewijzigd, dat het aan
tal leerlingen zal worden verhoogd.
De heeren Buitenhuis en Straub zou
den de post werkverschaffing willen ver-
'hoogen, omdat deze wel wat laag is. Op
voorstel van den heer Buitenhuis wordt
de post met f400 verhoogd en gebracht
op f2600.
De heer Kousemaker hoopt, dat 'hem nu
niet als vorigejaar verwijten naar zijn
hoofd worden geslingerd inzake loon enz.
bij' werkverschaffing.
De voorzitter antwoordt hierop: „Doe
wel en zie niet om."
De begroeting wordt hierna met alge
meene stemmen vastgesteld op een eind
cijfer van f 60789.72, onvoorziene uitga
ven f2142.74.
Tot leerkrachten bij 'het vervolgonder-
„Ik ben nog precies dezelfde meening
toegedaan de jongen is even onschul
dig aan den diefstal als jij en ik."
„En toch sluit je je aan bij Galloway,
dat hij en Hamish er de hand in hadden,
dat het geld terecht is gekomen."
De heer Huntley legde de hand op den
arm van zijn vriend. „Mijn beste Chan
ning, alles wat jij en ik kunnen doen
is de zaak te laten rusten. We tasten
toch in het duister, en wat zullen we nog
langer verder zoeken, om misschien nog
verder van den juisten weg af te dwa
len?"
Ze hadden in de gang op en neer ge-
loopen, en stonden thans stil voor de
huiskamerdeur. Daar kwam Judith uit
de keuken met een brief in haar hand
ze scheen zoo'n haast te hebben, dat
zij de beide heeren bijna omver liep,
waren dezen niet op zijde gegaan om
haar doortocht te verleenen.
„O, o, dat geheugen van me, meneer
Arthur. Hier is een brief aan uw adres,
die juist bezorgd werd toen het rijtuig
met uw ouders kwam aanrijden. Ik stak
hem in mijn boezelaar en nu eerst denk
ik er aan bij het uithalen van mijn zak
doek."
„Zoo, is hij daar eindelijk?" riep Ar
thur, doelend op het schrijven van Roland
Yorke,
Br van Poelje toeeft er over geklaagd,
dat toet Rijk de gemeenten meer en meer
in haar recht tot belastingheffing heeft
beperkt. Ook van anderen 'kant hoorde ik
een dergelijke 'klacht.
Nu ia dat voor de gemeenten, die door
het Rij'k tot tal van uitgaven zijn genoopt,
inderdaad lastig.
Maar aan den anderen kant: stel eens
dat er geen beperking was. Dan zou 't
voor de belastingbetalers, die nu al zoo
onbarmhartig worden aangepakt, 'heele-
maal niet meer om te harden zijn.
Gelukkig maar, dat er nu een zekere
natuurlijke beperking is, die dwingt om
de oplossing van de moeilijkheden te zoe
ken niet in de nog verdere uitbreiding der
belastingen, inaar dn de beperking der
uitgaven.
Wij hebben knappe regeerders.
Maar als in de gouden jaren de voor-
deelige saldi waren gespaard, inplaata
van ze op de nieuwe rekening over te
brengen, dan zou het er nu in vele ge
meenten heel wat beter uitzien!
OPMERKER.
wijs worden aangewezen het personeel
der o.'l. school.
Bij: de rondvraag informeert de 'heer
Straub naar den 'toestand van de Peper
straat. De voorzitter zegt dat verbeterin
gen worden aangebracht.
De voorzitter sluit hierna de vergade
ring en dankt de leden voor de aange
name wijze waarop deze begrooting is be
handeld.
De heer Buitenhuis dankt den voor
zitter voor de wijze waarop deze 'de be
sprekingen heeft geleid en ook voor 't ver
strekken van een. uittreksel uit die begroo-
ting aan elk der raadsleden, wat voor hen
een beter overzicht 'heeft gegeven. De an
dere leden sluiten zich 'hierbij aan.
Schors. Verplaatst van het spoorweg
station Vlake naar het station Kruinin-
'gen-Ici3eke de arbeider-telegrafist W.
Vissöher en de arbeider-rangeerders A.
Houtman en M. Sinke; van Vlake naar
Waddenoyen de arbeider-rangeerder H.
Looijs.
Biezelinge. Do bijeenkomst ter instal
latie van het nieuw 'benoemde hoofd van
de Ghr. Herv. school, den heer J. P. Cor
nells, overgekomen van Almker'k, werd
door den voorzitter, dlhr J. Smaliegange,
met gebed geopend. Alle bestuursleden
van de sohoolvereeniging waren tegen
woordig. De voorzitter heette vervolgens
dien heer Cornells welkom met zijn echt-
genoote en kinderen. Spr. hoopte dat men
in het nieuw benoemde hoofd een per
soonlijkheid mag aantreffen, iemand 'die
weet waaruit zijn kracht te putten is, die
zal streven naar goede samenwerking met
bestuur, ouders en personeel en dat Hij,
van Wien alle heil te wachten is, den ar
beid zal zegenen.
Bericht van verhindering was ingeko
men van den inspecteur van 'het Rij'ks-
sohooltoezic'ht en den inspecteur van C.
V. O. Ook het dagelijkseh bestuur der ge
meente kon niet aanwezig zijn. Persoon
lijk riohtte de secretaris zich daarna tot
het nieuw benoemde 'hoofd en diens ge
zin, spr. wenisctote hem een gezegeniden
arbeid toe.
Namen® de kinderen voerde de heer
Taal, onderwijzer, het woord. Hij- verwel
komde het nieuwe hoofd en 'hoopt dat de
kinderen ook dezen hoofdonderwijzer,
evenals d'hr v. d. Hoek, alle achting zul
len toedragen en gehoorzaam zijn. Onder
'leiding van den heer van Balsem werd
het nieuwe hoofd door de schoolkinderen
een 'daarbij passend welkomstlied toege
zongen, waarna deze onderwijzer zelf het
woord voerde en hoop op een prettige
samenwerking uitsprak.
De penningmeester, dhr de Jonge,
hoopte op dezelfde wijze als voorheen
met 'dhr van der Hoek op volle samen
werking.
Nadat nog de heeren Bieren®, v. d. Vrie
en Verhuist gesproken hadden, dankte de
'heer Gornelis alle sprekers. Hij 'hoopt ook
'hier 'het moeilijke werk onder biddend op
zien tot God' te beginnen. Hij' verzocht ver
der medewerking van bestuur en perso
neel en steun van de ouders voor de op
voeding hunner kinderen.
Geëischt wordt volstrekte getooorzaam-
„Is hij werkelijk vertrokken?" vroeg
Tom.
„Ja, 'tis er heusch van gekomen", ant
woordde Arthur, wiens blik haastig over
de blaadjes gleed. „Hij heeft passage ge
nomen op de „Africa". Laat me nu even
met rust Tom. Wat een lange brief!"
Men liet Arthur in vrede aan zijn lec
tuur, rond den haard geschaard over al
les en nog wat pratend; de heer en me
vrouw Channing, de heer Huntley, Wil
liam Yorke, Hamish en Constance. Plot
seling slaakte Arthur een kreet, die
ieders aandacht op hem vestigde. Hij was
van zijn stoel opgerezen, zijn gelaat ver
ried de uiterste spanning en verwarring,
zijn lippen waren wit en doodsbleek.
„Wat is er, Arthur?" riepen allen door
een.
„Roland het schip Roland" en
daarop zweeg hij weer, niet in staat een
woord uit te brengen.
„Is het verongelukt? Schipbreuk ge
leden?" riep Annabel vlug. „Vergaan en
Roland verdronken!" Arthur zonk
machteloos op zijn stoel neer en bedekte
het gelaat met zijn handen.
(Wordt vervolgd.)