DE ZEEUW
UNDER VALSCHE VERDENKING
TWEEDE BLAD.
Uit de Provincie
nterkachels
vgens,
terken. Club-
alle mod. hand-
>w., kantklossen,
tl. Sj. Hoekstra,
ires a. d. Rijks-
jjessch., M'burg.
7erken. Club-
alle mod. hand-
Iwerken, vlecht-
Hoekstra, Los-
,res a. d. Rijks-
sjessch., M'burg.
Iaardappel-
cen.
>op:
je en karren
ioter
ït
FEUILLETON
„Dank je", riep de heer Galloway gul
werkzaamheden voor de verkiezingen op
bracht en over de vuilnis heen geworpen.
V
Rieten dak door ratten
vernield
„Ik weet Jenkins, dat je hem van niets
hen In enkele straten had achtervolgd. Ze
werden uitgenoodigd mee te gaan naar
een politiebureau, waar ze werden ge
fouilleerd. Daarbij bleek, dat ze ruim-
Bdhoots waren voorzien mn portemon-
naies, vulpenhouders en andere zaken,
waarvan ze de herkomst niet konden op-
géven. De vijfde portemonnaie, die den
heer Dees werd vertoond bleek de zijne,
met het geld er nog in. De heetr Dees
(kreeg zijn portemonnaie weer terug, doch
de gearresteerde heeren weiden overge
bracht naar de gevangenis. (Tern, Crt.)
toeg&ng wordt verkregen tot oen wentel
trap in den toren, welke aan de Waddon
zee-rijde opzettelyk gesloten is gehouden
en aan de Usselraeerzijde van glas voor
zien is; naar boven gaande dwaalt de
blik dan alleen over het IJsselmeer.
>r de zaal:
a-tarwe,
at 9. 9. 10 goed-
SCHIERE, Grijpa-
mie".
Serooskerke (W.)
:h 100 cent
trippen 100
100
reuzel 100
tstr., Middelburg
zijn „De Hand-
tstr. 57, Goes.
1 Aandeel CoOp.
Zevenbergen, om
op te leveren.
JN, A 4, Krui-
IOP:
shine, Miele 24;
goed in orde.
Krabbendijke,
loedgelceurde
j5 aait ar we,
IE J.Hz., Grijps-
la. 2500 ter leen
Twen huis, door
ie overw. Goede
Br. M 1032, Bur.
Middelburg.
|iezing. Firma J.
JONEN, Kisten-
Telef. 277.
Lamsbout ƒ1;
fl; 6 p. Lams-
DE PAGTER,
77, Middelburg.
ïakerij, Groote
■kens- en Lams-
in prijzen- Pri
sm- Reuzel. Bel.
llESSEN, Korte
llburg.
Vergevorderd sei-
ieur uit. Beslist
J werken. GEBR.
lalhouderij, Mid-
id strekt:
ÏOUTEN SPEK,
lo cent per kilo.
fal, Middelburg.
gevraagd, voor
ing, iedere hoe-
ILEMKERK, Pa-
Prima Rundvl.:
ct., Rosbief, Rib
j voor 1.
IjNSE, Tel. 540,
felburg.
gevraagd: Hof-
iwen, gevraagd
lste hypotheek.
Ie weg), Middel-
ƒ29
2 Kussens 35
Tijk.
)OSTKAPELLE.
en zeld-
ïd- of Varkens-
k.g.
»fSE, Telef. 540,
lelburg.
LO
I of in ruil voor
3ureau van dit
jmden: Prachtig
[p. ƒ1; Dikke
Spek; 3 p. Run-
ent. H. C. FRE-
Middelburg.
sorteering Win-
Eskimopakjes,
Baby-artikelen,
■enstraat 813 te
t'.
1
b
ti
VAN
DINSDAG 20 SEPT. 1933. Nr 304.
UITKEERINGEN AAN HET
GEMEENTEFONDS.
De Nederlander (hoofdredacteur
Jhr Mr de Geer, oud-minister van Finan
ciën) schrijft:
Ingediend is een wetsontwerp tot kor
ting van de uitkeeringen aan de gemeen
ten uit het gemeentefonds.
Op één punt hebben wij tegen dat wets
ontwerp, reeds vóór de indiening, een
critiek zien oefenen die volmaakt on
juist is.
Gezegd wordt namelijk, dat door den
wetgever aan de gemeenten een bindende
toezegging is gedaan dat de uitkeering
gedurende vijf jaren niet zou worden ge
wijzigd.
Deze bewering nu, ook bij de totstand
koming van de Kortingawet 1932 verno
men, is uit de lucht gegrepen.
Zij berust op een misvatting van de be-
teekenis van de „vijf jaren", in de wet
genoemd.
Men zal dit het vlugst inzien, indien
men de betreffende regeling vergelijkt
met die van de wet van 1897.
In de uitkeeringawet van 1897 werd,
evenals in de thans vigeerende wet van
1929, aan elke gemeente toegekend een
bepaalde uitkeering per hoofd, welke het
resultaat was van een berekening geba
seerd op de draagkracht en de behoefte
der gemeente. In de wet van 1897 werd
die berekening voor eens en voor al ge
maakt. Geen latere herberekening zou
volgen. Het resultaat werd bevroren. Dit
werd achteraf als een fout gevoeld. In
den loop der jaren wijzigden zich immers
de toestanden in vele gemeenten. Men zou
daarom gaarne de oude berekeningsfor
mule met haar draagkracht en behoefte
factoren op grond van nieuwe gegevens
opnieuw hebben toegepast, ten einde tot
een nieuw resultaat te komen. Maar dit
verbood de wet. De berekeningsformule
had afgedaan; de ui'tkomst was blijvend.
„De vorm was stukgeslagen, nadat het
beeld gegoten was".
De wet van 1929 heeft die fout willen
vermijden en dus een bepaling opgeno
men, dat om dé vijf jaar op de basis der
oude formule een herberekening moest
worden gemaakt. Gewijzigde draagkracht
en behoeften van een gemeente zouden
aldus telkens tot een gewijzigd resultaat
leiden. De „vorm" werd bewaard en bleef
gereed, ten einde elke vijf jaar een nieuw
„beeld" te gieten.
Daarvan heeft men nu gemaakt, dat
binnen een vijfjarige periode de wet niet
gewijzigd zou mogen wordenl
Dit is door den wetgever uiteraard
geen oogenblik bedoeld.
Indien dan ook d i t juist ware, zou de
wet van 1897 nooit zijn mogen gewij
zigd worden. Want in die wet was de
uitkeering definitief, niet voor vijf, maar
voor alle levensjaren der gemeente toe
gekend.
Toch heeft niemand aan de mogelijk
heid van wijziging van die wet ooit ge
twijfeld-
Er is geen reden, andera te handelen
ten aanzien van de wet van 1929.
Naar beide wetten was natuurlijk
wijziging door den wetgever ten allen tijde
oirbaar. Hoe zou een wet bet ook ooit an
ders kunnen bepalen?
Het verschil tusschen beide wetten is
slechts, dat zonder wetswijzi-
g i n g onder de wet van 1897 de uitkee
ring steeds onveranderd gehandhaafd
bleef en onder de wet van 1929 de uit
keering door de administratie om de vijf
jaar herberekend md&t worden.
De wet van 1929 bracht dus niet méér,
maar minder stabiliteit der uitkeering
dan de wet van 1897.
WIJZIGING VAN HET PROGRAM VAN
BEGINSELEN DER A. R. PARTIJ.
Buitengewone Deputatenvergadering.
Gelijk bekend is werd ten aanzien van
de voorgestelde wijzigingen van het Pro
gram van Beginselen, met het oog op de
147)
Vrij naar het Engelsch.
„Dat is zijn zorg voor mij", zeide de
heer Galloway. „Hoe kan ik hem onder
zulke omstandigheden een standjo
geven?"
„Ik had geen rust meer, meneer, toen
ik eenmaal wist, in wat voor zorgvolle
omstandigheden mijn patroon verkeerde.
Hoe kan een kantoor instand blijven, als
er niemand is, om het in bedrijf te hou
den?"
„Doch gelukkig is er wel iemand," zeide
Arthur; en als hij zich een belooning ge-
wenseht had voor zijn zelfverloochening,
dan werd hem deze nu in ruime mate
toebedeeld, nu door zijn daad de armt
Jenkins tot rust was gebracht. „Als u het
me wilde toestaan, meneer", zeide Arthur,
zich flinkweg tot den heer Galloway wen
dende, dan zal ik gaarne mijn oude plaats
weder komen innemen, tot u op andert
wijze in de moeilijkheid hebt kunnen
voorzien."
vervroegd tijdstip, besloten, deze voorstal
len niet op de gewone Deputatenvergade
ring van het verloopen voorjaar, doch op
een in dit najaar samen te roepen buiten
gewone Deputatenvergadering in behan
deling te brengen. Van oordeel, dat voor
een weloverwogen beslissing nog eenige
tijd van rustige voorbereiding gewenscht
is, kwam bet Centraal Comité in zijn ver
gadering van 22 September j.l. tot de
overtuiging, dat het bijeenkomen dier De
putatenvergadering nog voor het einde
dezes jaars niet wel mogelijk is. Ander
zijds echter wordt langdurig uitstel niet
wenschelijk geacht, omdat uiteraard de
verschijning in boekvorm der toelichting
op het program, van de band van Dr H.
Colijn destijds in „Standaard"-artikelen
gepubliceerd, wacht op de beslissing der
partij ten aanzien van de wijzigingsvoor
stellen.
Daarom besloot het Centraal Comité
ernaar te stroven, dat die beslissing tot
siand zal komen op een D. V. in de eerste
helft van Januari 1934 te houden buiten
gewone Deputatenvergadering. De behan
deling en afdoening kunnen dan in do
bier volgende orde plaats hebben:
le. In eerste instantie komen de voor
stellen in behandeling in den vorm, waar
in ze ten vorigen jare bij de kiesvereni
gingen aanhangig zijn gemaakt en o.m.
bij circulaire van 30 Dec. 1932 ter ken
nis gebracht. De tekst dezer voorstellen
zal andermaal, vóór 30 September e.k.,
aan de kiesvereenigingen worden toege
zonden, thans ingevolge gedaan verzoek
vergezeld van een korte toelichting.
2e. Ten einde een breedere bespreking
mogelijk te maken dan in den regel op
een deputatenvergadering om des tijds
wille kan worden toegelaten en mede ter
bevordering van een goede bespreking der
wijzigingsvoorstellen in de kiesvereeni
gingen, zal de eerste behandeling plaats
hebben op een op Dinsdag 10 October
a.s., aanvang 11 uur v.m. te houden Cen-
tralen Convent.
De Kamer- en Statenkieskringcentrales
voor zoover deze niet gewoon zijn daarin
door periodieke verkiezing te voorzien,
wórdt verzocht, niet op de ontvangst der
voorstellen te wachten, doch aanstonds
haar afgevaardigden voor het Centralen
Convent aan te wijzen. Opgave van de
namen en woonplaatsen der afgevaardig
den (art. 36 Statuten) moet uiterlijk 4 Oc
tober e.k. bij het Bureau C. C., Dr Kuy-
perstraat 3, Den Haag, zijn ingekomen,
opdat de toegangskaarten Zaterdag 7 Oc
tober in het bezit der afgevaardigden kun
nen zijn.
3e. Aan de besturen der Kamercentra
les wordt overgelaten, of zij het wensche
lijk en noodig achten de onder hen res-
sorteerende kiesvereenigingen samen te
roepen ter bespreking van en tot het ge
ven van advies inzake de voorstellen. Zoo
danige centrale vergaderingen zullen dan
moeten plaats hebben vóór den 31sten Oc
tober, aangezien aan de kiesvereenigin
gen voor bet indienen van eventucele
amendementen slechts gelegenheid kan
worden gegeven uiterlijk tot den 15den
November.
4e. Vóór 30 November verzendt het
Centraal Comité den beschrijvingsbrief,
inhoudende de voorstellen in den vorm,
waarin deze ter vergadering in behande
ling zullen worden gebracht, de ingedien
de amendementen en het praeadvies van
het C. C. op laatstgenoemde.
5e. De huishoudelijke Deputatenverga
dering, welke uitsluitend zal toegankelijk
zijn voor stemhebbende en adviseerende
afgevaardigden, bedoeld in de artikelen
26, 28 en 28, le lid, der Statuten, zal
B. V. samenkomen op Woensdag 10 Janu
ari 1934.
De toegangskaarten moeten uiterlijk
den 21 sten December 1933 bij het Bureau
C. C., bovenvermeld, zijn aangevraagd.
De vuilnisbelten van Kortgene.
Als de reiziger van het Kortgeensche
veer komt, en dan links opslaat naar
de kom van de gemeente, krijgt hij di
rect een prachtig gezicht op de grootste
vuilnisbelt van het dorp. Het vuil wordt
hier gedeponeerd, om den oprit daar ter
plaatse te verbreeden. Elk jaar wordt
het slijk van de bieten op die plaats ge-
-..Het zal me uit een ernstige verlegenheid
redden."
Arthur zocht zijn oude lessenaar op en
klom op zijn ouden kruk, waarna hij en
kele papieren ging ordenen, net of hij
slechts een uur was weggeweest om een
boodschap. „Ik bespeel nog steeds het or
gel in de kathedraal, meneer", merkte hij
op. Overigens kunt u geheel op me reke
nen. 't Is voor u toch altijd beter zoo, dan
heelemaal niemand."
„Er is bijna niemand, dien ik liever
hier zou hebben, dan jou, Channing
hem hij legde zijn hand op Jenkins
schouder uitgenomen. Je weet, dat ik
al eerder gewild had, dat je terug kwam."
„Dat weet ik meneer", antwoordde Ar
thur op een toon, die erop scheen te dui
den, dat hij er de voorkeur aan zou ge
ven, als men niet op dit onderwerp door
ging.
„Ben je nu tevreden?" zeide juffrouw
Jenkins tot haar echtgenoot.
„Channing" zeide de heer Galloway,
„laat ons elkander goed verstaan. Ben je
hier gekomen, om me bij alle voorkomen
de gelegenheden terzijde te staan, zoowel
op kantoor, als.daar buiten? Kortom
om geheel je oude positie te hernemen?"
„Natuurlijk meneer, totdat - Arthur
sprak heel duidelijk totdat u het zon
der mij kunt stellen; niet langer."
Onze correspondent heeft op deze be
koorlijke plaats eens een kijkje genomen.
Over een uitgestrektheid van plm.25 k
30 M. ligt daar een zóó smerige rommel,
dat men een gevoel van walging niet
kan onderdrukken. Er liggen daar oude
bussen, kapotte leuningstoelen, takke-
bossen, fietsbanden, kapotte emmers, er
zijn stapels zakken vol rottende aard
appelen, wiegen, vuile papieren en lest
not least: de slagers werpen er de van
vleesch ontdane beenderen op. De stank
is er vanzelfsprekend ondragelijk. Hon
derden ratten vinden er een paradijs;
's avonds ziet men de dieren bij tien
tallen aan de beenderen knagen. Komt
er een hooge vloed opzetten, dan vluch
ten ze uit deze idyllische plaats en loo-
pen over den kadedijk naar de naastbij-
gelegen huizen en schuren.
Het gevaar voor brand is niet denk
beeldig, daar de geheele belt vol papieren
ligt. In het begin van den zomer hebben
de gemeenteveldwachter en de gemeente
werkman er reeds een brandje moeten
blusschen. De entree tot ons dorp maakt
op het reizend en voorbijwandelend pu
bliek, nu juist geen aangenamen indruk.
De woonwagenbewoners, die hier, naar
het fraaie Middelburgsche voorbeeld een
standplaats hebben gekregen, zullen deze
plaats wel niet bijzonder prefereeren.
Gaan we dan een eindje verder over
den dijk bij het zwarte sluisje, het z.g.
Smallegange, dan vinden we ook daar
een vuilnisbelt, die daar echter veel
beter gelegen is dan de eerst beschrevene.
We vinden hier een zeer goed onderhou
den faecaliënput, en een eindje verder
de gebruikelijke voorwerpen, die nu een
maal op een vuilnisbelt behooren. We
vragen ons af, waarom hier geen offi
ciéél® belt aangelegd wordt, inplaats van
de entree tot ons dorp met een zóó sme
rige rommel te ontsieren.
In den Westelijken Achterweg bevindt
zich een onoverdekte aschbak, die in den
zomer niet naar eau de cologne ruikt. In
de laatstgehouden Raadsvergadering was
dan ook een verzoek ingekomen van den
heer C. v. d. Weele, die hier in de buurt,
woont, om hier geen beenderresten te
werpen, daar men er een kweekplaats
voor de ratten vindt. Het verzoek werd
ingewilligd. Verder werd een plan tot het
in leven roepen van een ophaaldienst
aangehouden tot een volgende vergade
ring. We hopen, dat het er „door" komt
en ook, dat er een betere stortplaats voor
het vuil gevonden zal worden dan aan
den oprit bij den steigerdam. Dan zal
zeker een betere hygiënische toestmd op
Kortgene ontstaan.
Zakkenrollers gesnapt.
De heer P. K. Dees uit Terneuzen braoht
de vorige week een bezoek aan Antwer
pen en kocht daar ook iets in het waren
huis ,,'lTnnovation". Toen hij echter zijn
portemonnaie uit den zak van zijn kleine
jas (waarover hij een overjas droeig)
wilde nemen, bleek dat 'hij die niet meer
bezat. Hij deelde d'it mede aan de ver
koopster van het warenhuis, die aan
stonds het vermoeden had op 2 heeren,
vermoedelijk Polen, en inmiddels ver
dwenen waren, als de dieven van de por
temonnaie. Dit werd meegedeeld aan een
in het warenhuis vertoevend rechercheur,
die met den heer Dees aanstonds de straat
op snelde om te beproeven die 'heeren
te achterhalen. Dit gelukte, nadat men
Ingezonden Mededeeling.
Het rieten dak van een boerderij in de buurt
van Alkmaar vertoonde aan de binnenzijde
groote gaten, die door ratten werden ver
oorzaakt Ten einde raad nam de eigenaar
een proef met'Rodent, met het gevolg dat
hij 's morgens tal van doode ratten vond en
nadien geen rat meer heeft gehoord of gezien.
Eén doosje Rodent heeft hem voor honder
den guldens reparatiekosten gevrijwaard.
Laat Uw eigendommen niet door dit schade
lijke ongedierte vernielen. Maak voor goed
een eind aan de rattenplaag door aanwen
ding van Rodent. Het trekt ratten en muizen
onweerstaanbaar aan. Koop nog heden een
enkele doos 50 ct of een dubbele doos
a 90 ct. en morgen zult U van rat en muis
bevrijd zijn. O. a. bij alle drogisten. Imp.
Fa b Melndersma - Den Haag a 47
„Ga dan met deze akte naar de firma
Deerings, om haar te laten teekenen. Je
hebt nog tijd genoeg voor je gaat spelen."
Toen Arthur was heengegaan, wendde
Jenkins zich tot zijn patroon. „O meneer,
zie toch, dat u hem hier hondt", zeide hij
ernstig. „Hij zal u spoedig van veel meer
nut zijn, dan ik ooit heb kunnen berei
ken."
„Dat laatste, wat je daar zegt, is niet
bestaanbaar, Jenkins. Niemand zou jou
kunnen vervangen."
„Toch wel, meneer Channing zekerl
„Maar je vergeet die verdenking, die op
hem rust, Jenkins. Zoolang als die niet
van hem afgenomen is 1 als dat ooit ge
beuren zal kan niemand veel aan hem
hebben; en ik zeker niet."
„Meneer" zeide Jenkins, zijn uitgeteerd
gelaat opheffend, terwijl er een glans in
zijn oog kwam en zijn stem tot een fluis
tertoon daalde, om het belang van zijn
mededeeling te meer te doen uitkomen
„dat oogenblik zal aanbreken!! hij heeft
het niet gedaan, en eens zal zijn onschuld
blijken, zoo zeker als ik het u nu zegll Ik
heb veel over deze aangelegenheid ge
dacht, meneer; het heeft me uit den slaap
gehouden; maar ik weet. dat God het licht
der waarheid zal doen schijnen voor hen,
die op Hem bouwen.
Colljnsplaat. Nu de werken aan de wog-
verbetering zijn afgeloopen en hierbij dus
het meerendeel der arbeiders ontslag
heeft gekregen, zijn er weer verscheidene
werkloozen. Het aardappelrooien loopt
ook naar 'het einde, zoodat ook op het
land de grootste drukte weer is afgeloo
pen. De werkloosheid begint voor velen
aanmerkelijk vroeger dan andere jaren.
Wemeldlnge. Zondagavond arriveerde
alhier het Noorsche vraoh'tstoomschip
„IJsland", welks reederij gevestigd is te
Bergen, Noorwegen, met 'n lading kunst
meststoffen voor de firma Gebre. Kos-
tense te K.ruindngen. Het schip liep bij
het binnenkomen aan den grond, doch
kwam later op eigen kracht vlot. Bij het
uit de sluis varen, dicht bij de alhier
staande opslagplaatsen, liep het schip
wegens te 'groote diepgang eveneens aan
den grond. Met lichters langszij1 wordt
het schip door bootwerkers uit Terneu
zen, Kruininigaa en uit deze gemeente
gelost.
lerseke. Zaterdagvliegers. Wedstrijd
van Libremont, 198 K.M., bewolkt weer.
Zuid-Westelijke wind.l. Joh. Bom 2.9.48;
2. A. Zoetewey 2.16.49; 3. idem 2.16.57;
4. C. Pikaar 2.25.27; 5. Joh. Bom 3.10.1;
6. C. Pikaar 3.11.24; 7. S. Paauwe 3.16.33.
Wedvlucht Stormvogels van Mons. Af
stand 105 K.M. 13 W. v. Haver, 2. Frits
Nieuwenhuisen, 4—5 P. Minnaard, 8
Philip van Os, 7. idem.
DE AFSLUITDIJK VOOR HET
VERKEER VRIJGEGEVEN.
Aanbieding van het Zuiderzee-monument.
Gistermiddag is de weg over den Af
sluitdijk van het IJsselmeer officieel voor
het verkeer vrijgegeven en daarmede is
een belangrijke periode in den arbeid der
Zuiderzeedroogmaking afgesloten.
Weliswaar was er reeds een beperkt
verkeer op den mooien weg toegelaten,
en daarvan heeft het Nationale Crisis-
Comité dankbaar geprofiteerd, aangezien
daaraan ruimeenton kon worden af
gedragen welke als tol door dat verkeer
sedert 23 Januari van dit jaar werd op
gebracht, maar volkomen was de open
stelling toch pas nadat gistermiddag de
plechtige overdracht was geschied van
het monument dat de M. U. Z. aan de
Regeering heeft aangeboden.
Op de plaats waar het laatste sluitgat
van den Afsluitdijk was gedicht op den
gedenkwaardigen dag van den 28sten Mei
1932, verzamelden zich ongeveer een vier
honderd belangstellenden, die aan de uit-
noodiging van den Minister van Water
staat gehoor hadden gegeven.
Het was ongeveer half vier, toen Ir.
V. J. P. de Blocq van Kuffeler
bet spreekgestoelte betrad voor het uit
spreken van een rede, waarin hij enkele
mededeelingen deed omtrent het voltooide
werk.
Daarop verkreeg Ir Teldershet
woord, teneinde het monument over te
dragen, dat door de Maatschappij tot Uit
voering der Zuiderzeewerken aan de Re
geering werd aangeboden.
Als plaats van het monument werd ge
kozen de plek, waar, op 28 Mei 1932, de
afsluitdijk van de Zuiderzee werd geslo
ten.
De gedachte van den ontwerper Dudok
is geweest een monument te ontwerpen
in harmonie met den aard van het groot-
sehe werk en met de uitzonderlijke om
geving, waarin het zou moeten worden
geplaatst.
Ter weerszijden van den toren, waarvan
het hoogste punt ongeveer 25 M. hoven
den waterspiegel is gelegen, leiden twee
breede trappen naar een bordes op ruim
6 M. boven den waterspiegel, uitzicht ge
vende op het IJsselmeer, terwijl van dit
bordes af door twee teak-houten deuren
slechts verdenken kunt. Maar hoe verklaar
je dan zijn houding, die zoo verdacht
was?"
„Dat legt voor mij geen gewicht in de
schaal, meneer. Ik zou nog eerder kunnen
gelooven, dat een goede gezonde appel
boom giftige vruchten voortbracht, dan
dat iemand als meneer Arthur in staat
zou zijn tot slechte daden.
Even later keerde juffrouw Jenkins te
rug met een rijtuig. Jenkins ging bij de
deur staan, den hoed in de hand en keek
het lokaal in. Zijn vrouw greep hem on
middellijk onder den arm om hem naar
het rijtuig te brengen. „Ik neem afscheid
van de dingen, meneer", zeide hij tot den
heer Galloway, en er was diepe 'weemoed
in zijn stem. „Ik zal deze plek nimmer
weerzien":
Arthur kwam juist aan, toen Jenkins al
gezeten was. Hij stak zijn 'hand door het
portier. „Maak je verder maar niets geen
zorg, Jenkins. Hier gaat alles op rolletjes,
dat zul je zien. Vaarwel, oude jongen. Ik
kom gauw eens bij je aanloopen".
„Hoe vervallen is hij, vindt u niet?"
vroeg Arthur, toen hij met den heer Gal
loway alleen was.
„Hij zal het niet laag meer maken".
Intusschen was Jenkins op weg naar
'huis, zijn vrouw den tijd nattig bestedend
door hom op zijn tekortkomingen te wij-
Ter hoogte van ongeveer 18 M. boven
den waterspiegel krijgt men van een plat
form af een onverwacht wijdsoh uitzicht
over de Waddenzee, terwijl zoowel naar
het Oosten al» naar het Westen het mach
tige dijklishaam als een rechte streep
vervaagt, slechts aan do Oostzijde door
het Breezand en door het Kornwerder-
zand onderbroken, om aan den horizon
zich op te lossen in de nauw zichtbare
afteekening van het oude land.
Aan de Waddenzee is, tegen den toren,
in een golfmotief, van de hand vein den
beeldhouwer Hagedoorn, een gedenkblok
van Beiersch graniet aangebracht, waar
op in gouden letters de woorden: „Hier
werd de dijk gesloten 28 Mei
1932" staan vermeld.
Aan de IJsselmeerzijde zal ter hoogte
van het bordes, onder een aan den toren
gebouwden luifel, een reliefplaat worden
geplaatst, waarop de voortdurende arbeid
van het Nederlandsche volk verricht aan
de uitbreiding van zijn grondgebied, door
den beeldhouwer Hildo Krop symbolisch
is weergegeven door enkele steenzetters en
waaraan de er bij geplaatste zinnen:
„Een volk dat leeft, Bouwt aan
zijn toekomst" tevens uitdrukking
geven.
In den toren zelf zal een bronzen plaat
met verklarenden tekst worden aange
bracht.
Het gebouw is opgetrokken uit gewa
pend beton, de voet bezet met basalt-lava-
steenen; de treden van de trappen naar
het bordes en het bordes zelf zijn belegd
met gele en paarse tegels, de treden van
de wenteltrap met Beiersch graniet, ter
wijl de dekbanden uitgevoerd zijn in
zwart Zweedsch graniet en het helwitte
opgaande betonlichaam is behandeld met
Tintocrete, als dakbedekking is rood ko
per gekozen.
Het werk werd uitgevoerd door de Hol-
landscbe Beton-Maatschappij.
Vervolgens verkreeg de burgemeester
van Leeuwarden, MrVanBeyma, als
voorzitter van het Comité uit Friesland
en Noord-Holland tot oprichting van een
gedenkteeken op den Afsluitdijk der Zui
derzee, het woord.
Deze spreker herinnerde er aan, hoe
aan beide zijden van den dijk de begrij
pelijke drang was ontstaan om uiting te
geven aan de vreugde over de tot stand
koming van deze verbinding. En als re
sultaat daarvan kon Mr Van Beyma thans
aan den Minister verlof vragen voor het
aanbrengen van een paar bronzen ge
denkplaten op de hoftorens der Spuislui-
zen te Kornwerderzand en te Den Oever.
Deze platen zijn 2 bij 1 M. groot. Die van
de Noord-Hollandsehe zijde bevat naast
de wapens der twee provinciën en de
jaartallen 1927 en 1932 het volgende op
schrift:
„Onder de Regeering van Koningin
Wiihelmiaa is deze Afsluitdijk, hoofd
werk van de gedeeltelijke droogmaking
der Zuiderzee, rechtstreeksche verbinding
van Noord-Holland met Friesland, in 5
jaar tijds tot stand gebracht door het ver
nuft en den arbeid van Nederlandsche
ingenieurs, aannemers en werklieden. Ter
innering hieraan is deze plaat door tijd-
genooten aangebracht".
De plaat aan de Friesche zijde bevat
hetzelfde opschrift, waarbij de wapens
en de vermelding van beide provincies in
omgekeerde volgorde zijn aangebracht.
Tenslotte heeft! Mini/ster Kal'ff
namens de Regeering de schenkingen
aanvaard.
Na er op gewezen te hebben hoe de
gang van de werkzaamheden en de over
wonnen moeilijkheden reeds ten volle zijn
geschetst, wees de Minister er op, hoe
het karakter van ons volk is gevormd
door den eeuwenlangen strijd tegen het
water en de verovering van het land op
dat water.
Het grootste en moeilijkste deel van
de afsluiting der Zuidezee is nu achter
den rug en thans kan verder worden ge
gaan met de inpoldering. Het is Lely's
onvergankelijke verdienste, dat hij den
weg heeft aangegeven, waarop dit groot-
sche werk tot stand kon komen.
Zijne Excellentie vervolgde daarop, dat
zen. Toen hij juist moeizaam zijn woning
binnenschoof, kwam een schooljongen in
sneltreinvaart voorbij! gestoven, daar de
kathedraaMokken reeds luidden ten tee-
ken, dat de dienst een aanvang zou ne
men. Het was Stephen Bywater. Zijn oog
viel op Jenkins, en zijn haast en de straf
die er voor hem op zou zitten ten spijt
hield hij zijn schreden in.
Was het Jenkins, of zijn geest? Zoo was
de jongeling nog nooit getroffen, en voor
hij er zelf bij dacht, ontvielen hem de
zelfde woorden.' „Ben jij 'het Jenkins of is
het je geest?"
„Neen, meneer, ik ben het zelf, dank u.
Ik hoop dat u welvarend Is".
„O, met mij gaat het alles gesmeerd"
grinnikte Bywater.
Nu klopte er onder Bywater'» buisje
werkelijk een hart, dat niet aan alle men.-
schelijke gevoelens gespeend was; en toen
hij Jenkins boo zag kwam er een groote
vrees in zijn hart. Bywater nam, onge
vraagd, in een stoel tegenover Jenkina
plaats, en met starre oogen bleef hij den
zieke, die naar adem snakte, in het ge
laat zien.
„Wat ik zeggen wilde, Jenkins"
merkte hij eindelijk op „wat scheelt je
eigenlijk?"
(Wordt vervolgd.)