DE ZEEUW UNDER VALSCHE VERDENKING TWEEDE BLAD. Uit de Provincie nterkachels vgens, terken. Club- alle mod. hand- >w., kantklossen, tl. Sj. Hoekstra, ires a. d. Rijks- jjessch., M'burg. 7erken. Club- alle mod. hand- Iwerken, vlecht- Hoekstra, Los- ,res a. d. Rijks- sjessch., M'burg. Iaardappel- cen. >op: je en karren ioter ït FEUILLETON „Dank je", riep de heer Galloway gul werkzaamheden voor de verkiezingen op bracht en over de vuilnis heen geworpen. V Rieten dak door ratten vernield „Ik weet Jenkins, dat je hem van niets hen In enkele straten had achtervolgd. Ze werden uitgenoodigd mee te gaan naar een politiebureau, waar ze werden ge fouilleerd. Daarbij bleek, dat ze ruim- Bdhoots waren voorzien mn portemon- naies, vulpenhouders en andere zaken, waarvan ze de herkomst niet konden op- géven. De vijfde portemonnaie, die den heer Dees werd vertoond bleek de zijne, met het geld er nog in. De heetr Dees (kreeg zijn portemonnaie weer terug, doch de gearresteerde heeren weiden overge bracht naar de gevangenis. (Tern, Crt.) toeg&ng wordt verkregen tot oen wentel trap in den toren, welke aan de Waddon zee-rijde opzettelyk gesloten is gehouden en aan de Usselraeerzijde van glas voor zien is; naar boven gaande dwaalt de blik dan alleen over het IJsselmeer. >r de zaal: a-tarwe, at 9. 9. 10 goed- SCHIERE, Grijpa- mie". Serooskerke (W.) :h 100 cent trippen 100 100 reuzel 100 tstr., Middelburg zijn „De Hand- tstr. 57, Goes. 1 Aandeel CoOp. Zevenbergen, om op te leveren. JN, A 4, Krui- IOP: shine, Miele 24; goed in orde. Krabbendijke, loedgelceurde j5 aait ar we, IE J.Hz., Grijps- la. 2500 ter leen Twen huis, door ie overw. Goede Br. M 1032, Bur. Middelburg. |iezing. Firma J. JONEN, Kisten- Telef. 277. Lamsbout ƒ1; fl; 6 p. Lams- DE PAGTER, 77, Middelburg. ïakerij, Groote ■kens- en Lams- in prijzen- Pri sm- Reuzel. Bel. llESSEN, Korte llburg. Vergevorderd sei- ieur uit. Beslist J werken. GEBR. lalhouderij, Mid- id strekt: ÏOUTEN SPEK, lo cent per kilo. fal, Middelburg. gevraagd, voor ing, iedere hoe- ILEMKERK, Pa- Prima Rundvl.: ct., Rosbief, Rib j voor 1. IjNSE, Tel. 540, felburg. gevraagd: Hof- iwen, gevraagd lste hypotheek. Ie weg), Middel- ƒ29 2 Kussens 35 Tijk. )OSTKAPELLE. en zeld- ïd- of Varkens- k.g. »fSE, Telef. 540, lelburg. LO I of in ruil voor 3ureau van dit jmden: Prachtig [p. ƒ1; Dikke Spek; 3 p. Run- ent. H. C. FRE- Middelburg. sorteering Win- Eskimopakjes, Baby-artikelen, ■enstraat 813 te t'. 1 b ti VAN DINSDAG 20 SEPT. 1933. Nr 304. UITKEERINGEN AAN HET GEMEENTEFONDS. De Nederlander (hoofdredacteur Jhr Mr de Geer, oud-minister van Finan ciën) schrijft: Ingediend is een wetsontwerp tot kor ting van de uitkeeringen aan de gemeen ten uit het gemeentefonds. Op één punt hebben wij tegen dat wets ontwerp, reeds vóór de indiening, een critiek zien oefenen die volmaakt on juist is. Gezegd wordt namelijk, dat door den wetgever aan de gemeenten een bindende toezegging is gedaan dat de uitkeering gedurende vijf jaren niet zou worden ge wijzigd. Deze bewering nu, ook bij de totstand koming van de Kortingawet 1932 verno men, is uit de lucht gegrepen. Zij berust op een misvatting van de be- teekenis van de „vijf jaren", in de wet genoemd. Men zal dit het vlugst inzien, indien men de betreffende regeling vergelijkt met die van de wet van 1897. In de uitkeeringawet van 1897 werd, evenals in de thans vigeerende wet van 1929, aan elke gemeente toegekend een bepaalde uitkeering per hoofd, welke het resultaat was van een berekening geba seerd op de draagkracht en de behoefte der gemeente. In de wet van 1897 werd die berekening voor eens en voor al ge maakt. Geen latere herberekening zou volgen. Het resultaat werd bevroren. Dit werd achteraf als een fout gevoeld. In den loop der jaren wijzigden zich immers de toestanden in vele gemeenten. Men zou daarom gaarne de oude berekeningsfor mule met haar draagkracht en behoefte factoren op grond van nieuwe gegevens opnieuw hebben toegepast, ten einde tot een nieuw resultaat te komen. Maar dit verbood de wet. De berekeningsformule had afgedaan; de ui'tkomst was blijvend. „De vorm was stukgeslagen, nadat het beeld gegoten was". De wet van 1929 heeft die fout willen vermijden en dus een bepaling opgeno men, dat om dé vijf jaar op de basis der oude formule een herberekening moest worden gemaakt. Gewijzigde draagkracht en behoeften van een gemeente zouden aldus telkens tot een gewijzigd resultaat leiden. De „vorm" werd bewaard en bleef gereed, ten einde elke vijf jaar een nieuw „beeld" te gieten. Daarvan heeft men nu gemaakt, dat binnen een vijfjarige periode de wet niet gewijzigd zou mogen wordenl Dit is door den wetgever uiteraard geen oogenblik bedoeld. Indien dan ook d i t juist ware, zou de wet van 1897 nooit zijn mogen gewij zigd worden. Want in die wet was de uitkeering definitief, niet voor vijf, maar voor alle levensjaren der gemeente toe gekend. Toch heeft niemand aan de mogelijk heid van wijziging van die wet ooit ge twijfeld- Er is geen reden, andera te handelen ten aanzien van de wet van 1929. Naar beide wetten was natuurlijk wijziging door den wetgever ten allen tijde oirbaar. Hoe zou een wet bet ook ooit an ders kunnen bepalen? Het verschil tusschen beide wetten is slechts, dat zonder wetswijzi- g i n g onder de wet van 1897 de uitkee ring steeds onveranderd gehandhaafd bleef en onder de wet van 1929 de uit keering door de administratie om de vijf jaar herberekend md&t worden. De wet van 1929 bracht dus niet méér, maar minder stabiliteit der uitkeering dan de wet van 1897. WIJZIGING VAN HET PROGRAM VAN BEGINSELEN DER A. R. PARTIJ. Buitengewone Deputatenvergadering. Gelijk bekend is werd ten aanzien van de voorgestelde wijzigingen van het Pro gram van Beginselen, met het oog op de 147) Vrij naar het Engelsch. „Dat is zijn zorg voor mij", zeide de heer Galloway. „Hoe kan ik hem onder zulke omstandigheden een standjo geven?" „Ik had geen rust meer, meneer, toen ik eenmaal wist, in wat voor zorgvolle omstandigheden mijn patroon verkeerde. Hoe kan een kantoor instand blijven, als er niemand is, om het in bedrijf te hou den?" „Doch gelukkig is er wel iemand," zeide Arthur; en als hij zich een belooning ge- wenseht had voor zijn zelfverloochening, dan werd hem deze nu in ruime mate toebedeeld, nu door zijn daad de armt Jenkins tot rust was gebracht. „Als u het me wilde toestaan, meneer", zeide Arthur, zich flinkweg tot den heer Galloway wen dende, dan zal ik gaarne mijn oude plaats weder komen innemen, tot u op andert wijze in de moeilijkheid hebt kunnen voorzien." vervroegd tijdstip, besloten, deze voorstal len niet op de gewone Deputatenvergade ring van het verloopen voorjaar, doch op een in dit najaar samen te roepen buiten gewone Deputatenvergadering in behan deling te brengen. Van oordeel, dat voor een weloverwogen beslissing nog eenige tijd van rustige voorbereiding gewenscht is, kwam bet Centraal Comité in zijn ver gadering van 22 September j.l. tot de overtuiging, dat het bijeenkomen dier De putatenvergadering nog voor het einde dezes jaars niet wel mogelijk is. Ander zijds echter wordt langdurig uitstel niet wenschelijk geacht, omdat uiteraard de verschijning in boekvorm der toelichting op het program, van de band van Dr H. Colijn destijds in „Standaard"-artikelen gepubliceerd, wacht op de beslissing der partij ten aanzien van de wijzigingsvoor stellen. Daarom besloot het Centraal Comité ernaar te stroven, dat die beslissing tot siand zal komen op een D. V. in de eerste helft van Januari 1934 te houden buiten gewone Deputatenvergadering. De behan deling en afdoening kunnen dan in do bier volgende orde plaats hebben: le. In eerste instantie komen de voor stellen in behandeling in den vorm, waar in ze ten vorigen jare bij de kiesvereni gingen aanhangig zijn gemaakt en o.m. bij circulaire van 30 Dec. 1932 ter ken nis gebracht. De tekst dezer voorstellen zal andermaal, vóór 30 September e.k., aan de kiesvereenigingen worden toege zonden, thans ingevolge gedaan verzoek vergezeld van een korte toelichting. 2e. Ten einde een breedere bespreking mogelijk te maken dan in den regel op een deputatenvergadering om des tijds wille kan worden toegelaten en mede ter bevordering van een goede bespreking der wijzigingsvoorstellen in de kiesvereeni gingen, zal de eerste behandeling plaats hebben op een op Dinsdag 10 October a.s., aanvang 11 uur v.m. te houden Cen- tralen Convent. De Kamer- en Statenkieskringcentrales voor zoover deze niet gewoon zijn daarin door periodieke verkiezing te voorzien, wórdt verzocht, niet op de ontvangst der voorstellen te wachten, doch aanstonds haar afgevaardigden voor het Centralen Convent aan te wijzen. Opgave van de namen en woonplaatsen der afgevaardig den (art. 36 Statuten) moet uiterlijk 4 Oc tober e.k. bij het Bureau C. C., Dr Kuy- perstraat 3, Den Haag, zijn ingekomen, opdat de toegangskaarten Zaterdag 7 Oc tober in het bezit der afgevaardigden kun nen zijn. 3e. Aan de besturen der Kamercentra les wordt overgelaten, of zij het wensche lijk en noodig achten de onder hen res- sorteerende kiesvereenigingen samen te roepen ter bespreking van en tot het ge ven van advies inzake de voorstellen. Zoo danige centrale vergaderingen zullen dan moeten plaats hebben vóór den 31sten Oc tober, aangezien aan de kiesvereenigin gen voor bet indienen van eventucele amendementen slechts gelegenheid kan worden gegeven uiterlijk tot den 15den November. 4e. Vóór 30 November verzendt het Centraal Comité den beschrijvingsbrief, inhoudende de voorstellen in den vorm, waarin deze ter vergadering in behande ling zullen worden gebracht, de ingedien de amendementen en het praeadvies van het C. C. op laatstgenoemde. 5e. De huishoudelijke Deputatenverga dering, welke uitsluitend zal toegankelijk zijn voor stemhebbende en adviseerende afgevaardigden, bedoeld in de artikelen 26, 28 en 28, le lid, der Statuten, zal B. V. samenkomen op Woensdag 10 Janu ari 1934. De toegangskaarten moeten uiterlijk den 21 sten December 1933 bij het Bureau C. C., bovenvermeld, zijn aangevraagd. De vuilnisbelten van Kortgene. Als de reiziger van het Kortgeensche veer komt, en dan links opslaat naar de kom van de gemeente, krijgt hij di rect een prachtig gezicht op de grootste vuilnisbelt van het dorp. Het vuil wordt hier gedeponeerd, om den oprit daar ter plaatse te verbreeden. Elk jaar wordt het slijk van de bieten op die plaats ge- -..Het zal me uit een ernstige verlegenheid redden." Arthur zocht zijn oude lessenaar op en klom op zijn ouden kruk, waarna hij en kele papieren ging ordenen, net of hij slechts een uur was weggeweest om een boodschap. „Ik bespeel nog steeds het or gel in de kathedraal, meneer", merkte hij op. Overigens kunt u geheel op me reke nen. 't Is voor u toch altijd beter zoo, dan heelemaal niemand." „Er is bijna niemand, dien ik liever hier zou hebben, dan jou, Channing hem hij legde zijn hand op Jenkins schouder uitgenomen. Je weet, dat ik al eerder gewild had, dat je terug kwam." „Dat weet ik meneer", antwoordde Ar thur op een toon, die erop scheen te dui den, dat hij er de voorkeur aan zou ge ven, als men niet op dit onderwerp door ging. „Ben je nu tevreden?" zeide juffrouw Jenkins tot haar echtgenoot. „Channing" zeide de heer Galloway, „laat ons elkander goed verstaan. Ben je hier gekomen, om me bij alle voorkomen de gelegenheden terzijde te staan, zoowel op kantoor, als.daar buiten? Kortom om geheel je oude positie te hernemen?" „Natuurlijk meneer, totdat - Arthur sprak heel duidelijk totdat u het zon der mij kunt stellen; niet langer." Onze correspondent heeft op deze be koorlijke plaats eens een kijkje genomen. Over een uitgestrektheid van plm.25 k 30 M. ligt daar een zóó smerige rommel, dat men een gevoel van walging niet kan onderdrukken. Er liggen daar oude bussen, kapotte leuningstoelen, takke- bossen, fietsbanden, kapotte emmers, er zijn stapels zakken vol rottende aard appelen, wiegen, vuile papieren en lest not least: de slagers werpen er de van vleesch ontdane beenderen op. De stank is er vanzelfsprekend ondragelijk. Hon derden ratten vinden er een paradijs; 's avonds ziet men de dieren bij tien tallen aan de beenderen knagen. Komt er een hooge vloed opzetten, dan vluch ten ze uit deze idyllische plaats en loo- pen over den kadedijk naar de naastbij- gelegen huizen en schuren. Het gevaar voor brand is niet denk beeldig, daar de geheele belt vol papieren ligt. In het begin van den zomer hebben de gemeenteveldwachter en de gemeente werkman er reeds een brandje moeten blusschen. De entree tot ons dorp maakt op het reizend en voorbijwandelend pu bliek, nu juist geen aangenamen indruk. De woonwagenbewoners, die hier, naar het fraaie Middelburgsche voorbeeld een standplaats hebben gekregen, zullen deze plaats wel niet bijzonder prefereeren. Gaan we dan een eindje verder over den dijk bij het zwarte sluisje, het z.g. Smallegange, dan vinden we ook daar een vuilnisbelt, die daar echter veel beter gelegen is dan de eerst beschrevene. We vinden hier een zeer goed onderhou den faecaliënput, en een eindje verder de gebruikelijke voorwerpen, die nu een maal op een vuilnisbelt behooren. We vragen ons af, waarom hier geen offi ciéél® belt aangelegd wordt, inplaats van de entree tot ons dorp met een zóó sme rige rommel te ontsieren. In den Westelijken Achterweg bevindt zich een onoverdekte aschbak, die in den zomer niet naar eau de cologne ruikt. In de laatstgehouden Raadsvergadering was dan ook een verzoek ingekomen van den heer C. v. d. Weele, die hier in de buurt, woont, om hier geen beenderresten te werpen, daar men er een kweekplaats voor de ratten vindt. Het verzoek werd ingewilligd. Verder werd een plan tot het in leven roepen van een ophaaldienst aangehouden tot een volgende vergade ring. We hopen, dat het er „door" komt en ook, dat er een betere stortplaats voor het vuil gevonden zal worden dan aan den oprit bij den steigerdam. Dan zal zeker een betere hygiënische toestmd op Kortgene ontstaan. Zakkenrollers gesnapt. De heer P. K. Dees uit Terneuzen braoht de vorige week een bezoek aan Antwer pen en kocht daar ook iets in het waren huis ,,'lTnnovation". Toen hij echter zijn portemonnaie uit den zak van zijn kleine jas (waarover hij een overjas droeig) wilde nemen, bleek dat 'hij die niet meer bezat. Hij deelde d'it mede aan de ver koopster van het warenhuis, die aan stonds het vermoeden had op 2 heeren, vermoedelijk Polen, en inmiddels ver dwenen waren, als de dieven van de por temonnaie. Dit werd meegedeeld aan een in het warenhuis vertoevend rechercheur, die met den heer Dees aanstonds de straat op snelde om te beproeven die 'heeren te achterhalen. Dit gelukte, nadat men Ingezonden Mededeeling. Het rieten dak van een boerderij in de buurt van Alkmaar vertoonde aan de binnenzijde groote gaten, die door ratten werden ver oorzaakt Ten einde raad nam de eigenaar een proef met'Rodent, met het gevolg dat hij 's morgens tal van doode ratten vond en nadien geen rat meer heeft gehoord of gezien. Eén doosje Rodent heeft hem voor honder den guldens reparatiekosten gevrijwaard. Laat Uw eigendommen niet door dit schade lijke ongedierte vernielen. Maak voor goed een eind aan de rattenplaag door aanwen ding van Rodent. Het trekt ratten en muizen onweerstaanbaar aan. Koop nog heden een enkele doos 50 ct of een dubbele doos a 90 ct. en morgen zult U van rat en muis bevrijd zijn. O. a. bij alle drogisten. Imp. Fa b Melndersma - Den Haag a 47 „Ga dan met deze akte naar de firma Deerings, om haar te laten teekenen. Je hebt nog tijd genoeg voor je gaat spelen." Toen Arthur was heengegaan, wendde Jenkins zich tot zijn patroon. „O meneer, zie toch, dat u hem hier hondt", zeide hij ernstig. „Hij zal u spoedig van veel meer nut zijn, dan ik ooit heb kunnen berei ken." „Dat laatste, wat je daar zegt, is niet bestaanbaar, Jenkins. Niemand zou jou kunnen vervangen." „Toch wel, meneer Channing zekerl „Maar je vergeet die verdenking, die op hem rust, Jenkins. Zoolang als die niet van hem afgenomen is 1 als dat ooit ge beuren zal kan niemand veel aan hem hebben; en ik zeker niet." „Meneer" zeide Jenkins, zijn uitgeteerd gelaat opheffend, terwijl er een glans in zijn oog kwam en zijn stem tot een fluis tertoon daalde, om het belang van zijn mededeeling te meer te doen uitkomen „dat oogenblik zal aanbreken!! hij heeft het niet gedaan, en eens zal zijn onschuld blijken, zoo zeker als ik het u nu zegll Ik heb veel over deze aangelegenheid ge dacht, meneer; het heeft me uit den slaap gehouden; maar ik weet. dat God het licht der waarheid zal doen schijnen voor hen, die op Hem bouwen. Colljnsplaat. Nu de werken aan de wog- verbetering zijn afgeloopen en hierbij dus het meerendeel der arbeiders ontslag heeft gekregen, zijn er weer verscheidene werkloozen. Het aardappelrooien loopt ook naar 'het einde, zoodat ook op het land de grootste drukte weer is afgeloo pen. De werkloosheid begint voor velen aanmerkelijk vroeger dan andere jaren. Wemeldlnge. Zondagavond arriveerde alhier het Noorsche vraoh'tstoomschip „IJsland", welks reederij gevestigd is te Bergen, Noorwegen, met 'n lading kunst meststoffen voor de firma Gebre. Kos- tense te K.ruindngen. Het schip liep bij het binnenkomen aan den grond, doch kwam later op eigen kracht vlot. Bij het uit de sluis varen, dicht bij de alhier staande opslagplaatsen, liep het schip wegens te 'groote diepgang eveneens aan den grond. Met lichters langszij1 wordt het schip door bootwerkers uit Terneu zen, Kruininigaa en uit deze gemeente gelost. lerseke. Zaterdagvliegers. Wedstrijd van Libremont, 198 K.M., bewolkt weer. Zuid-Westelijke wind.l. Joh. Bom 2.9.48; 2. A. Zoetewey 2.16.49; 3. idem 2.16.57; 4. C. Pikaar 2.25.27; 5. Joh. Bom 3.10.1; 6. C. Pikaar 3.11.24; 7. S. Paauwe 3.16.33. Wedvlucht Stormvogels van Mons. Af stand 105 K.M. 13 W. v. Haver, 2. Frits Nieuwenhuisen, 4—5 P. Minnaard, 8 Philip van Os, 7. idem. DE AFSLUITDIJK VOOR HET VERKEER VRIJGEGEVEN. Aanbieding van het Zuiderzee-monument. Gistermiddag is de weg over den Af sluitdijk van het IJsselmeer officieel voor het verkeer vrijgegeven en daarmede is een belangrijke periode in den arbeid der Zuiderzeedroogmaking afgesloten. Weliswaar was er reeds een beperkt verkeer op den mooien weg toegelaten, en daarvan heeft het Nationale Crisis- Comité dankbaar geprofiteerd, aangezien daaraan ruimeenton kon worden af gedragen welke als tol door dat verkeer sedert 23 Januari van dit jaar werd op gebracht, maar volkomen was de open stelling toch pas nadat gistermiddag de plechtige overdracht was geschied van het monument dat de M. U. Z. aan de Regeering heeft aangeboden. Op de plaats waar het laatste sluitgat van den Afsluitdijk was gedicht op den gedenkwaardigen dag van den 28sten Mei 1932, verzamelden zich ongeveer een vier honderd belangstellenden, die aan de uit- noodiging van den Minister van Water staat gehoor hadden gegeven. Het was ongeveer half vier, toen Ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler bet spreekgestoelte betrad voor het uit spreken van een rede, waarin hij enkele mededeelingen deed omtrent het voltooide werk. Daarop verkreeg Ir Teldershet woord, teneinde het monument over te dragen, dat door de Maatschappij tot Uit voering der Zuiderzeewerken aan de Re geering werd aangeboden. Als plaats van het monument werd ge kozen de plek, waar, op 28 Mei 1932, de afsluitdijk van de Zuiderzee werd geslo ten. De gedachte van den ontwerper Dudok is geweest een monument te ontwerpen in harmonie met den aard van het groot- sehe werk en met de uitzonderlijke om geving, waarin het zou moeten worden geplaatst. Ter weerszijden van den toren, waarvan het hoogste punt ongeveer 25 M. hoven den waterspiegel is gelegen, leiden twee breede trappen naar een bordes op ruim 6 M. boven den waterspiegel, uitzicht ge vende op het IJsselmeer, terwijl van dit bordes af door twee teak-houten deuren slechts verdenken kunt. Maar hoe verklaar je dan zijn houding, die zoo verdacht was?" „Dat legt voor mij geen gewicht in de schaal, meneer. Ik zou nog eerder kunnen gelooven, dat een goede gezonde appel boom giftige vruchten voortbracht, dan dat iemand als meneer Arthur in staat zou zijn tot slechte daden. Even later keerde juffrouw Jenkins te rug met een rijtuig. Jenkins ging bij de deur staan, den hoed in de hand en keek het lokaal in. Zijn vrouw greep hem on middellijk onder den arm om hem naar het rijtuig te brengen. „Ik neem afscheid van de dingen, meneer", zeide hij tot den heer Galloway, en er was diepe 'weemoed in zijn stem. „Ik zal deze plek nimmer weerzien": Arthur kwam juist aan, toen Jenkins al gezeten was. Hij stak zijn 'hand door het portier. „Maak je verder maar niets geen zorg, Jenkins. Hier gaat alles op rolletjes, dat zul je zien. Vaarwel, oude jongen. Ik kom gauw eens bij je aanloopen". „Hoe vervallen is hij, vindt u niet?" vroeg Arthur, toen hij met den heer Gal loway alleen was. „Hij zal het niet laag meer maken". Intusschen was Jenkins op weg naar 'huis, zijn vrouw den tijd nattig bestedend door hom op zijn tekortkomingen te wij- Ter hoogte van ongeveer 18 M. boven den waterspiegel krijgt men van een plat form af een onverwacht wijdsoh uitzicht over de Waddenzee, terwijl zoowel naar het Oosten al» naar het Westen het mach tige dijklishaam als een rechte streep vervaagt, slechts aan do Oostzijde door het Breezand en door het Kornwerder- zand onderbroken, om aan den horizon zich op te lossen in de nauw zichtbare afteekening van het oude land. Aan de Waddenzee is, tegen den toren, in een golfmotief, van de hand vein den beeldhouwer Hagedoorn, een gedenkblok van Beiersch graniet aangebracht, waar op in gouden letters de woorden: „Hier werd de dijk gesloten 28 Mei 1932" staan vermeld. Aan de IJsselmeerzijde zal ter hoogte van het bordes, onder een aan den toren gebouwden luifel, een reliefplaat worden geplaatst, waarop de voortdurende arbeid van het Nederlandsche volk verricht aan de uitbreiding van zijn grondgebied, door den beeldhouwer Hildo Krop symbolisch is weergegeven door enkele steenzetters en waaraan de er bij geplaatste zinnen: „Een volk dat leeft, Bouwt aan zijn toekomst" tevens uitdrukking geven. In den toren zelf zal een bronzen plaat met verklarenden tekst worden aange bracht. Het gebouw is opgetrokken uit gewa pend beton, de voet bezet met basalt-lava- steenen; de treden van de trappen naar het bordes en het bordes zelf zijn belegd met gele en paarse tegels, de treden van de wenteltrap met Beiersch graniet, ter wijl de dekbanden uitgevoerd zijn in zwart Zweedsch graniet en het helwitte opgaande betonlichaam is behandeld met Tintocrete, als dakbedekking is rood ko per gekozen. Het werk werd uitgevoerd door de Hol- landscbe Beton-Maatschappij. Vervolgens verkreeg de burgemeester van Leeuwarden, MrVanBeyma, als voorzitter van het Comité uit Friesland en Noord-Holland tot oprichting van een gedenkteeken op den Afsluitdijk der Zui derzee, het woord. Deze spreker herinnerde er aan, hoe aan beide zijden van den dijk de begrij pelijke drang was ontstaan om uiting te geven aan de vreugde over de tot stand koming van deze verbinding. En als re sultaat daarvan kon Mr Van Beyma thans aan den Minister verlof vragen voor het aanbrengen van een paar bronzen ge denkplaten op de hoftorens der Spuislui- zen te Kornwerderzand en te Den Oever. Deze platen zijn 2 bij 1 M. groot. Die van de Noord-Hollandsehe zijde bevat naast de wapens der twee provinciën en de jaartallen 1927 en 1932 het volgende op schrift: „Onder de Regeering van Koningin Wiihelmiaa is deze Afsluitdijk, hoofd werk van de gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee, rechtstreeksche verbinding van Noord-Holland met Friesland, in 5 jaar tijds tot stand gebracht door het ver nuft en den arbeid van Nederlandsche ingenieurs, aannemers en werklieden. Ter innering hieraan is deze plaat door tijd- genooten aangebracht". De plaat aan de Friesche zijde bevat hetzelfde opschrift, waarbij de wapens en de vermelding van beide provincies in omgekeerde volgorde zijn aangebracht. Tenslotte heeft! Mini/ster Kal'ff namens de Regeering de schenkingen aanvaard. Na er op gewezen te hebben hoe de gang van de werkzaamheden en de over wonnen moeilijkheden reeds ten volle zijn geschetst, wees de Minister er op, hoe het karakter van ons volk is gevormd door den eeuwenlangen strijd tegen het water en de verovering van het land op dat water. Het grootste en moeilijkste deel van de afsluiting der Zuidezee is nu achter den rug en thans kan verder worden ge gaan met de inpoldering. Het is Lely's onvergankelijke verdienste, dat hij den weg heeft aangegeven, waarop dit groot- sche werk tot stand kon komen. Zijne Excellentie vervolgde daarop, dat zen. Toen hij juist moeizaam zijn woning binnenschoof, kwam een schooljongen in sneltreinvaart voorbij! gestoven, daar de kathedraaMokken reeds luidden ten tee- ken, dat de dienst een aanvang zou ne men. Het was Stephen Bywater. Zijn oog viel op Jenkins, en zijn haast en de straf die er voor hem op zou zitten ten spijt hield hij zijn schreden in. Was het Jenkins, of zijn geest? Zoo was de jongeling nog nooit getroffen, en voor hij er zelf bij dacht, ontvielen hem de zelfde woorden.' „Ben jij 'het Jenkins of is het je geest?" „Neen, meneer, ik ben het zelf, dank u. Ik hoop dat u welvarend Is". „O, met mij gaat het alles gesmeerd" grinnikte Bywater. Nu klopte er onder Bywater'» buisje werkelijk een hart, dat niet aan alle men.- schelijke gevoelens gespeend was; en toen hij Jenkins boo zag kwam er een groote vrees in zijn hart. Bywater nam, onge vraagd, in een stoel tegenover Jenkina plaats, en met starre oogen bleef hij den zieke, die naar adem snakte, in het ge laat zien. „Wat ik zeggen wilde, Jenkins" merkte hij eindelijk op „wat scheelt je eigenlijk?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5