DE ZEEUW tweede blad. ONDER VALSCHE VERDENKING het adres a. wilking Uit de Provincie Zoëkiiciiijgs, Gemengd Nieuws. Wat er deze week voorviel Brieven uit Middelburg. Ach, meisjes en Jongens, zingt toch jullie mooie moerstaal iüoola het Laa'i- toekomt! Een Friesche n öf een Zeeuwsehe r er bij is voor geen duizend ste zoo erg als die onmogelijke, onnatuur lijke, ongeoorloofde, onmuzikale, onneder- landsche verwringing van onze dierbare moedertaal, die dag aan dag, door chris telijke en on- of buiten-christelijke zan gers mishandeld wordt. Er is aanleiding om het bekende rijmpje van de Génestet aldus te wijzigen: Verlos ons van dien zang-toon, Heer, Geef ons natuur enHollandsch weer! Heeren directeuren, damesleidsters van zangerskoren, neemt mij nu deze klacht niet kwalijk, maar legt uw oor eens eer lijk te luisteren naar de verzachtingen, die dag aan dag over deze zaak naar uw muzieklessenaars en dirigeerstokken wor den heengezonden. HET PARTIJWEZEN. De „Nederlander" vindt het merkwaar dig, dat de verwording van het partijwezen juist haar uitersten graad bereikt heeft in die partijen, die thans in sommige landen, uit afkeer van partijpolitiek, de vaan der „totaliteit" omhoog heffen. „Een partij als de nationaal-socialis- tische in Duitsehland die er een eigen leer op nahoudt; die het uitgesproken doei heeft alle Staatsambten te bezetten; die, zoolang zij nog in de minderheid was, Zich beijverde, in bond nog wel met de communisten, alle regeeringsvoorstellen te verwerpen en allen constructieven arbeid onmogelijk te maken; een partij, wier lei der, toen hij Rijkskanselier werd, niet al leen actief partijhoofd bleef, maar zijn publieke functie liet op- en ondergaan in zijn partijleiderschap, ja zóó weinig be antwoordde aan den gulden regel: „hoe dichter bij de Kroon, des te minder partij man", dat hij integendeel het Staatshoofd met zich mee naar beneden trok, zulk een partij lis zeker wel het meest afschrik wekkend voorbeeld van die ontaarding tot „partijschap", waartegen Groen ernstig waarschuwde. Indien zulk een partij met weerzin zich afwendt van de excessen der partijpolitiek, dan zou men daarin een teeken van ont wakende zelfcritiek kunnen zien.in dien die partij daarvoor vatbaar ware. Intusschen is ook ons land aan de ont aarding van het partijwezen niet ontko men. En al willen wij stellig niet het kind met het badwater wegwerpen, wèl bestaat er reden ons scherper dan ooit in te pren ten de oude waarheid, dat een partij nooit Zichzelve, maar uitsluitend het volksgeheel heeft te dienen en dat slechts verschil van inzicht wat de natie baten kan, grondslag en voorwaarde en blijvende rechtvaardi ging van partijvorming kan zijn. Dat dit steeds aldus door alle partijen ten onzent is ingezien, zal wel niemand beweren. En evenmin, dat de taak der parlementaire oppositie steeds is begre pen zooals Groen haar verstond blijkens de boven geciteerde woorden. Indien om eens een recent voorbeeld te noemen een minister van onderwijs, door ban ge noodzaak gedrongen, een vergrooting der schoolklassen voorstelt, en een parle mentaire partij dat voorstel heftig, be strijdt, om daarna, aan het bewind geko men, een vervroegde invoering van dien maatregel te bevorderen, dan gevoelt ieder, dat niet uitsluitend een objectieve toetsing van den betrokken maatregel het vroegere oordeel beeft beheerscht. Het zijn deze en dergelijke feiten, die bij velen den twijfel aan het nut van politieke partijen hebben doen rijzen. In zeker opzicht kan men hier spreken van een gezonde reactie tegen ongezonde uitwassen. Mits de reactie werke louterend en ge nezend, niet vernielend en afbrekend. Partijvorming blijft in den constitutio- neelen staat onmisbaar. Maar zij is middel: niet doel. Zij is bestemd een hooger-liggend doel te dienen. Waar zij zelve doel wordt, is baar ver wording ingetreden." Zeeuwsch Technisch In st i t u u t. Wij1 vestigen de aandacht van Een vroegere burgemeester van Am sterdam heeft in de Eerste Kamer de bur gemeesters eens genoemd „de kruiers van de Regeering". De Soc.-Dem. raadsleden en wethou ders hebben de eer en het genoegen dat ze zichzelf als de „kruiers vra bun .kie zers" mogen beschouwen. Toen in Amsterdam eenige roode raads leden i en waarlijk niet de minst be kwame toonden meer oog te hebben voor het algemeen belang dan voor het belang van de partij en een deel der kie zers werden ze eenvoudig als onbruik baar terzijde geschoven. En nu heeft deze week de Zaandam- sche afdeeling van de S.D.A.P. weer vier raadsleden w.o. twee wethouders een ont slagbriefje thuis gestuurd. In plaats van zich als boodschappen jongens van de partij te beschouwen, heb ben ze den moed gehad, naar eigen in zicht mee te helpen aan wat in 't belang der gemeente noodig was. Dat mag natuurlijk niet. Zulke men- schen kan de S.D.A.P. niet gebruiken. Zij heeft kruiers noodig, die niet zelf den ken, maar die doen wat de kiezers wen- schen. Men meent op deze wijze de democra tie te bevorderen. En men ziet niet in dat .het de meest doeltreffende manier is om de democratie te vermoorden. OPMERKER. belanghebbenden op de in dit nr. voor komende advertentie van bet Z. T. I. be treffende de aanvang van den cursus en de beteekenis van het diploma van deze inrichting. Landbouwers knecht doo- d e 1 ij 'k getroffen. Donderdagvoor- mi'ddag reed: de 23-jarige landbouwers- knecht Jacob Dieleinan uit Zaamsfeg een met twee paarden bespannen wagen met mest langs den Molenberg. Landarbeiders, die op eenige tientallen meters afstand aan het werk waren op het veld bemerk ten plotseling dat, de paarden aan het slaan geraakt waren, terwijl zij tegelijker tijd een gekerm 'hoorden. Naderbij: geko men bemerkten zij, dat de 'landbouwiers- knecht bloedend uit den neus op den grond lag. Spoedig daarop overleed hij. Luchtballon gedaald. Gis>- termorgen te ongeveer 6 uur is nabij Sciherpenisse een luchtballon met vier personen gedaald, die Donderdagavond 'te 'half elf te Neurenberg was opgestegen en door den 'Oostenwind naar bier was ge dreven. Hansweert. De kommiezen P. v. d. Wen den en P. v. d. Endt alhier zijn met in gang van 1 September bevorderd tot As sistent. Kloetinge. Loop der bevolking over Augustus 1933. Ingekomen: M. C. Polder man, arts, Buijs Bulloetraat B 108 van Oud-Vossemeer; J. Ossewaarde en gezin, Commissionnair, Monuiikendijfc D 83a, van Kapelle; (Ma. A. Oele, dienstbode, Groe C 56, van Baarland. Vertrokken: H. A. Koevoet® en gezin, zonder beroep, naax EefJhen, Meeuwen F 83; Ma. L. Bierens, dienstbode, naar Sohore, Maarten Broerweg A 86; G. L. Lelijveld en gezin, handelsreiziger, naar Middelburg, Langevdele K 405; Ma. E. de Graag, geb. Dekker, zonder beroep, naar Goes, Voorstad 50; Ja. Harsten, Zonder beroep, naar Oisterwijk A 85; D. de Klerk, naar Koudekerke, Nieuwe Vlissin- sc'he weg; A. M. van Liere en gezin, con troleur B. B. naar Ned. Oost-Indië. Incident bij een ballon- opstijging. Bij de ballonopstijging ter gelegenheid van de Schermer-feesten is het tot angstige oogenhlikken gekomen. Hoewel het weer niet zoo gunstig was wat de wind betreft, steeg kapitein Van Pottum toch om vijf uur met zijn ballon omboog, onder gejuich van de menigte. De opstijging had plaats op een land, vlak naast bet tentoonstellingsterrein. Onmid dellijk na de opstijging drukte de wind de VAN ZATERDAG 9 SEPT. 1933, Nr. 290. De eigenlijke vaoantiemaanden liggen weer achter ons. Er is door velen, dank zij den mooien zomer, rijkelijk genoten en nu wordt weer het werk hervat. Ook de Tweede Kamer kwam weer bijeen en zette zich aan de behandeling van de belang rijke omzet-belasting. Daarbij deed mi nister Oud enkele mededeelingen omtrent de financieele plannen der regeering, al zullen de al te nieuwsgierigen moeten wachten tot de miljoenennota. Het is we derom duidelijk geworden, dat de belas tingdruk nog steeds verzwaard moet wor den, wil de begroeting sluitend te krij gen zijn. Het wordt wel een moeilijke tijd. Loo- nen en salarissen dalen. D'e belastingdruk wordt schier ondragelijk en door de ver schillende steunmaatregelen worden de prijzen der levensmiddelen omhoog ge bracht. Te vreezen is zelfs, dat we er daarmee nog niet zijn, vooral als de strij ders voor autarkie hun zin krijgen en onze volkshuishouding daarop zou wor den ingesteld. Amsterdam beleeft een belangrijke week. De Koninklijke familie brengt aan de hoofdstad des lands haar jaarlijkseh bezoek. Tevens zal vandaag de grootsche huldiging, waaraan personen en corpo raties uit het geheele land deelnemen, plaats hebben. Dat belooft een blijde dag te worden! Ook in Utrecht was het deze week druk. De Jaarbeurs werd weer geopend en als een verblijdend verschijnsel mag het wel worden beschouwd, dat daarvoor veel deelname bestaat, terwijl ook tot nu toe bet bezoek grooter is dan een vorig maal. Dit wijst toch eerder op eenige op leving, dan op een verergering van de crisis. In de hoofdstad onzer provincie viel weer een andere levendigheid waar 'te nemen. Daar vergaderde gedurende en kele weken de Generale Synode der Geref. Kerken, die vandaag haar slotzitting houdt. Ook de Synode der Ghr. Geref. Kerk kwam dezer dagen te Zwolle bijeen, maar zij kon belaas niet bet heengaan van een begaafd predikant voorkomen. Van de buitenlandsche gebeurtenissen zij gememoreerd de revolutionaire staats greep die op Cuba zoo kort na de vorige plaats had. De nieuwe „regeering" schijnt echter niet bijzonder vast in het zadel te zitten. Er dreigt althans nu reeds mui terij in bet leger. Wat Amerika precies van plan is, is nog niet recht duidelijk, maar alle in de Cubaansche wateren va rende oorlogsvaartuigen stoomen naar Cuba op. Te Parijs zullen i naar verluidt binnenkort belangrijke politieke bespre kingen gevoerd worden, die in hoofdzaak aan de ontwapening zullen gewijd zijn. Of men daar echter in staat zal zijn den wed loop in bewapening, die zulk een groot oorlogsgevaar beteekent, te stuiten, is wel zeer de vraag. D'e Duitsche nationaal-socialistische partij hield te Neurenberg met veel mili tair vertoon en parade-achtig gedoe haar congres. Natuurlijk heeft Hitier weer een geweldige redevoering afgestoken, van het soort, zooals we dat van hem nu al en kele maanden gewoon zijn. Aan holle, hoogdravende speeches ontbreekt het nog steeds niet. Die opbouw moet nog komen. CLXXVII. Amice, De maand September is in 'tland en, naar de dagbladen ons berichten, zijn er reeds verschillende colleges van B. en W., zelfs van grootere gemeenten, die, der Gemeentewet getrouw (zie art. 238, 1° Ge meentewet), de gemeentebegrooting voor 1934 aan den Raad indienden. Hieraan is gewoonlijk heel wat voor- FEUILLETON. Vrij naar het Engelsch. 135) _o_ Het was op een zekeren Maandag-na middag en Roland bevond zich alleen op kantoor. Hij was in een ongenietbare stemming, en schopte wild tegen de poo- ten van zijn kruk, alsof het geraas, dat men op straat kon hooren, hem kon hel pen, den tijd te verdrijven. Hij had geen bezigheden, zijn werk wat wel een streepje aan den balk mocht heeten was geheel gereed. Toch moest hy ble ven, daar zijn patroon uit was, en deze altijd gewoon was, niet te laten sluiten, voor hy met zijn ondergeschikten alles geregeld had voor den volgenden dag. „Daar slaat het al zes uur!" mopperde hy, toen de kathedraalklok over de stad weergalmde en hij begeleidde de slagen met zijn hakken op den vloer. „Ik mag gehangen worden, als ik dat leven nog lang volhoud! 't Is niet mogelyk, om daar je geestkracht bij te bewaren, en je goed humeur bovendien. Zwoegen en sloven yan den morgen tot den avond. En nooit is het goed, altyd is er wat, dat je zenu wen van den kook brengt of je stemming afgegaan op het gebied van passen en mó ten, van ramen, taxeeren en berekenen. Ook komen er factoren in het spel, die inderdaad onberekenbaar zijn. Zoo b:v. de uitkeering door het Rijk uit het Gemeen tefonds, waarvan verluidt dat zij! ver laagd wordt, ten einde de vermindering dier uitkeering over een paar jaar niet al te zeer te doen afsteken. Een tegenspraak hierover wordt niet volgehouden, zoodat het schijnt dat ook dit kwaad over de gemeenten ten volle is besloten. Van de Middelburgsche begrooting voor 1934 vernamen wij nog niets. In den loop dezer maand zal zü echter wel afkomen en zal de sluier, die nu nog over veel on bekende dingen hangt, worden opgelicht, Hierbij zijn verrassingen niet uitgeslo ten. Of de begrooting b.v. kloppend kan worden gemaakt zonder belastingverhoo- ging is een open vraag, waarvan de be antwoording voorzeker die belastingbeta lers interesseert die, na een blik op hun laatste aanslagbiljet te hebben geworpen, al spoedig tot de conclusie kwamen dat, hoewel hun belastbaar inkomen vermin derde, het bedrag van hun aanslag toe nam. Er is op het Middelburgsche Raadhuis deze week weder eenig contact geweest tusschen Staat en Kerk. Heeft 1.1. Zondag bij de huldiging van den Roomsch-Katho- lieken kerkvorst, den aartsbisschop Jan sen, die zyn 40-jarig priesterschap vier de, ook de burgemeester van Utrecht niet ontbroken, ditmaal was een groot deel der Middelburgsche raadsleden, met Burge meester en Wethouders aan het hoofd, aanwezig by de ontvangst van de leden der Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland, die nu drie weken in de Zeeuwsehe hoofdstad vergaderde. In vorige eeuwen was de verhouding van Overheid en Kerk „inniger". In 1618 hadden de Staten-Generaal de Synode van Dordrecht bijeengeroepen en was de in vloed van de overheid op de kerk ook na dien grooter. Van hun kant trachtten de dienaren der kerk invloed uit te oefenen op den gang van zaken in Staten en Stad, door op den preekstoel te behandelen en te critiseeren wat de Overheid zoo al be sloot en verrichtte. In den tijd van Joost van den Vondel geschiedde zulks nog al eens door de bekende Amsterdamsche pre dikanten Smout, Trigland en Cloppen- burg, die op hun kansels geen blad voor den mond namen. Hiervan was soms het gevolg, dat Burgemeesteren en Schepenen den betrokken predikant voor zich op het Raadhuis daagden, ten einde zich te ver antwoorden over sommige uitdrukkingen, door hem in zyn preek ingelascht. Doch de Dienaar des Woords liet zich niet af straffen als een lam. Bekend is het feit, dat eens een predikant op openbare plaat sen, in scheerwinkels enz. liet ruchtbaar maken dat en hoe laat hij op het stadhuis moest verschijnen, terwijl hij zich op in het oog loopende wijze en gekleed in zyn ambtsgewaad ten Raadhuize begaf. Men liet hem daar wachten doch, toen hij wat lang uitbleef, was het Marktplein vol volks geloopen, dat zyn dreigende blikken richtte naar de ramen van de Raadszaal, waar de predikant voor de „Heeren" stond. En de „Heeren", door de uitda gende houding van de burgerij verschrikt, lieten den prediker niet alleen dadelijk gaan, doch gaven hem, naar het Bybelsch voorbeeld van Paulus en Silas te Philippi, een eervol uitgeleide. Die tijden zyn lang voorbij. De klem mende band tusschen Staat en Kerk is ge lukkig verbroken, al zijn er nog enkelen, die, om welke wonderlijke reden ook, de oude toestanden zouden terugwenschen. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST bederft. Wat een ezel was ik, om me door mijn moeder hier te laten opsluiten. Maar waarom wordt die vervelende Jenkins ook niet beter en komt terug? Ik geloof, dat hy er een potje van maakt; en waarom kon Galloway Arthur niet terug nemen? Als hy maar voor de noodzaak stond, dan zou hy het wel doen! En dan praat men er over, dat gevangenen door hun afzondering aan het malen raken in hun kostbare modelgevangenissenI Ben ik er soms beter aan toe? Waarlijk, een week lang zou ik er voor over hebben, als Galloway er dan maar voor gestraft werd! Een klerk op zyn kan toor krankzinnig geworden! Wat een sen satie! En Galloway achter de tralies! Nu, 't is er in ieder geval beter dan hier. Om vier uur ging meneer de deur uit, en nu is het zes, en in dien tijd heeft geen ster veling eens zyn hoofd naar binnen gesto ken met de vraag: „gaat het goed met je werk, en hoe is het thuis?" Neen, in een gevangenis kan het niet slechter zyn. Waarom laat hy Doch Rolands overdenkingen werden plotseling afgebroken door de komst van zyn patroon, die zich, onbewust van den staat van rebellie, waarin zyn klerk zich bevond, met een korten groet naar zyn privé-kantoor begaf, waardoor Rolands hakken-concert plotseling gestaakt werd. Na een paar minuten kwam de heer Gal loway weder terug. Het moge ons voldoen >.t tus schen Overheidspersonen en ae mannen der Kerk een vriendelijke verhouding be sta en welwillende beleefdheidsbetuigin gen worden uitgewisseld, zooals bij de ont vangst der Ge», Synode ten stadhuize te Middelburg geschiedde. Een groot aantal raadsleden was, naast B. en W,, daar aanwezig en de door den Burgemeester en den Voorzitter der Sy node gehouden toespraken stonden op een hoog peil. Voor het gemeentebestuur was het een aangename taak de kerkelijke hee ren te ontvangen en wij twijfelen niet of ook de laatste zullen prettige herinnerin gen behouden aan hun bezoek van het mooiste raadhuis van Nederland. Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. EEN VERZOEK AAN ZANGVER- EEN1GINGEN. Dr J. H. Gunning plaatste onlangs in „De Harp" het volgende verzoek aan zangvereenigingen, zangers en zangeres sen: Waarde vrienden! Gij doet zulk goed en heerlyk werk! Gij brengt in de donker heid dezer tijden, die ook zoo menig men- schenhart versombert, wat vroolijkheid, blijdschap en troost. Het is zoo verblij dend, dat Nederland, ondanks zijn slech te reputatie bij sommigen, die het niet kennen en miskennen, wel degelijk een muzikaal, een muzieklievend volk mag heeten, al willen wij volmondig toestemmen dat de Duitschers en Zwitsers ons in den volkszang en in het kerkelijk lied verre vóóruit zijn. Maar er wordt toch ook in ons land vaak goed en met animo gezongen. Doch één vraag moet mij eens van het hart: waarom worden de woorden onzer schoone moedertaal dikwijls zoo erbarmelijk onnatuurlijk uitgespro ken? Ik hoorde zoo pas den bekenden versregel: ik reis naar den hemel en ik ben verzekerd dat elk beschaafd vaderlander die woorden ongeveer op de zelfde wijze zal uitspreken. Waarom moet men nu zingen: iek raïs nor dan héémaljj? Dezer dagen hoorde ik nog een be kend versje van Ten Kate zingen, maar werkelijk ik dacht dat men Tsjecho- Slowakijsch of Papoeasch ten gehoore bracht. Als ik den tekst niet vooruit gelezen had, ik zou niet hebben kun nen gissen wat de kelen der vriendelijke zangeressen uit-orgeJden. Lieve zusters en broeders i het is nu niet alleen uit beleefdheid, dat ik deze volgorde kies, want heusch in deze gaan de vrouwen het verst van honk! weest toch ook in uw zingen wat natuurlijker. Houdt ook sommige woorden (bijv. Amen) niet zóó angstwekkend lang aan dat men zich bezorgd maakt of gij niet stikken of in zwijm vallen zult. Er zijn enkelen onder u (opzettelijk noem ik geen namen), die men op concerten, zanguitvoeringen en door de eerlijke ra dio met zóóveel harverruimenis beluistert, dat men elkaar toefluistert: „hè hoe heerlyk, die spreekt nu de woorden eens gewoon en natuurlijk uit!" Toe, waarom zoudt gij dat nu niet allen gaan doen? Is er nu heusch één mensch, die het mooier vindt een eer lijke, open ij te hooren zingen met een toegeknepen mondje, waaruit een mis selijk, onsmakelijk, pieterig, peuterig ei-tje voortkomt? Is onze frissche naam Willem van Oranje nu zóó leelyk, dat hij moet worden Wullam vann eraanje? Het euvel is alom verbreid. Het zijn niet alleen enkele beroepskoortjes en ge regeld terugkeerende combinaties, die u daarmee ergeren, neen, als ze op een afgelegen dorp van Zeeland of Noord- Holland eens een zanguitvoering ten beste geven, die door de radio voor heel Ne derland te genieten valt, en je dan je die frissche, prettige Zeeuwsehe of Noorder- kwartiersche deerntjes voorstelt, die nu eindelijk de vruchten van haar maanden lange oefening gaan presenteeren, dan hoor je warempel óók al zingen: out Krastus Zeine kark ien staand, daan mag de hal vrei woedan! (houdt Christus Zdjlne kerk in stand, dan mag de hel vrij woeden). „Je kunt wel sluiten, Roland. Ik neem dan die brieven mee naar de post. Maai eerst de lessenaars in orde hoor! Wat een rommel maak je toch altijd. Is die acta klaar?" „Ja meneer." „Mooi. Zorg, dat je morgen op tijd hier ben. Goeden avond." „Goeden avond, meneer", klonk het on derworpen. „Een mooie boel is het hier", ging hij bij zichzelf voort, toen de heer Galloway zich verwijderd had en Roland met een enkele armbeweging wat zijn manier was de papieren van zijn les senaar in een lade veegde. „Op tijd hier wezen! Natuurlijk! Hoe laat ik den vori- gen avond klaar was, telt niet mee. Als ik dat nog lang Roland beëindigde den zin met een krachtdadigen ruk aan den sleutel van de kantoordeur, hetgeen evenveel uitdrukte als woorden hadden kunnen doen. Zijn weg voerde hem langs het win keltje van juffrouw Jenkins, dat op dat oogenblik onder de hoede van de meid was. Toen Roland passeerde, kwam hem plotseling in de gedachte, dat hij wel even kon binnen gaan om te vragen, hoe de za ken stonden. De brieven hadden geen haast, want de laatste lichting hed tocb eerst om negen uur plaats. Het kleine opkamertje zag er gezellig uit in het vriendelijk lamplicht en den I glans van een goed onderhouden vuur. Juffrouw Jenkins troonde achter haar theeblad in een gemakkelijke stoel, terwij] de zieke in nog comfortabeler houding, door haar werd voorgelezen uit de cou rant. Hij trachtte haastig overeind te krabbelen bij het binnenkomen van Ro land Yorke, hem op zijn gewone nederige wijs begroetend. „Wat ik vragen wilde, Jenkins", begou Roland op zakelijken toon „hoelang hen je nog van plan ons aan ons lot over te laten? 't Loopt zachtjes aan de spuiga ten uit, weet je! Hoe maakt u het; juf frouw Jenkins? Wat zit u hier gezellig, 'tls beestachtig koud buiten, en ik moet nog dat heele eind naar de post." Vrijmoedig en zoo gemakkelijk als het hem afging, nam Roland een stoel tegen over Jenkins en warmde zijn handen aan den haard. „Brr!" huiverde hij, „die kou de Oostenwinden deugen niet voor me, ik kan er niet tegen. Je bent maar goed af, Jenkins, den ganschen dag achter den kachel, een lekker schoteltje, of warme bollen op zijn tijd „O, meneer, als u ons de eer aan wilde doen, een kop thee met ons te gebrui ken?" antwoordde Jenkins haastig „Mijn vrouw heeft ze juist gezet." „Nu, dat is nog niet zoo gek. Er is niets, wat ik zoo lekker vind, als een kop thee met een warme bol erbij. Thuis krijg ik ze soms wel eens, maar we zijn thuis met zoovelen, dat, als er eens iets is, da delijk een dozijn handen naar den schotel grijpen en maak dan maar, dat je er bij bent. Lady Augusta weet net zooveel van een huishouden als een koe, en toch wil ze altijd al dat jonge goed om zich heen heb ben, vooral bij het eten." „U zult bemerken, dat deze bollen an ders zijn, dan u thuis wel eens krijgt", merkte juffrouw Jenkins, kort en snib big, doch niet ongastvrij op, terwyl ze hem een schoteltje overhandigde. „Ze zijn heerlyk", beaamde Roland, die met groot welbehagen zijn portie naar binnen werkte. „Ik zou bijna vragen of u er niet meer had. Kon u maar altijd bol len voor me bakken, juffrouw Jenkins. Staat daar geen gesneden ham bij u?" Zijn oog had namelijk een schaaltje met fijngesneden plakjes ham ontdekt, dat juffrouw Jenkins daar met voordacht had neergezet, in de hoop, dat haar man er trek door zou krijgen. Helaas was de arme Jenkins dat stadium reeds gepas seerd, hij at nagenoeg niets meer. En juist voor Rolands komst had ze hem daarover ernstig onderhouden. Rolands vraag was een uitnemend aanknoopings- punt, om dit onderwerp nog eens aan te snijden, en juffrouw Jenkins was een veel te gevatte vrouw, om er niet onmiddellijk gebruik van te maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5