DE ZEEUW
tweede blad.
ONDER VALSCHE VERDENKING
het adres
a. wilking
Uit de Provincie
Zoëkiiciiijgs,
Gemengd Nieuws.
Wat er deze week voorviel
Brieven uit Middelburg.
Ach, meisjes en Jongens, zingt toch
jullie mooie moerstaal iüoola het Laa'i-
toekomt! Een Friesche n öf een
Zeeuwsehe r er bij is voor geen duizend
ste zoo erg als die onmogelijke, onnatuur
lijke, ongeoorloofde, onmuzikale, onneder-
landsche verwringing van onze dierbare
moedertaal, die dag aan dag, door chris
telijke en on- of buiten-christelijke zan
gers mishandeld wordt. Er is aanleiding
om het bekende rijmpje van de Génestet
aldus te wijzigen:
Verlos ons van dien zang-toon, Heer,
Geef ons natuur enHollandsch weer!
Heeren directeuren, damesleidsters van
zangerskoren, neemt mij nu deze klacht
niet kwalijk, maar legt uw oor eens eer
lijk te luisteren naar de verzachtingen,
die dag aan dag over deze zaak naar uw
muzieklessenaars en dirigeerstokken wor
den heengezonden.
HET PARTIJWEZEN.
De „Nederlander" vindt het merkwaar
dig, dat de verwording van het partijwezen
juist haar uitersten graad bereikt heeft in
die partijen, die thans in sommige landen,
uit afkeer van partijpolitiek, de vaan der
„totaliteit" omhoog heffen.
„Een partij als de nationaal-socialis-
tische in Duitsehland die er een eigen
leer op nahoudt; die het uitgesproken doei
heeft alle Staatsambten te bezetten; die,
zoolang zij nog in de minderheid was,
Zich beijverde, in bond nog wel met de
communisten, alle regeeringsvoorstellen te
verwerpen en allen constructieven arbeid
onmogelijk te maken; een partij, wier lei
der, toen hij Rijkskanselier werd, niet al
leen actief partijhoofd bleef, maar zijn
publieke functie liet op- en ondergaan in
zijn partijleiderschap, ja zóó weinig be
antwoordde aan den gulden regel: „hoe
dichter bij de Kroon, des te minder partij
man", dat hij integendeel het Staatshoofd
met zich mee naar beneden trok, zulk
een partij lis zeker wel het meest afschrik
wekkend voorbeeld van die ontaarding tot
„partijschap", waartegen Groen ernstig
waarschuwde.
Indien zulk een partij met weerzin zich
afwendt van de excessen der partijpolitiek,
dan zou men daarin een teeken van ont
wakende zelfcritiek kunnen zien.in
dien die partij daarvoor vatbaar ware.
Intusschen is ook ons land aan de ont
aarding van het partijwezen niet ontko
men. En al willen wij stellig niet het kind
met het badwater wegwerpen, wèl bestaat
er reden ons scherper dan ooit in te pren
ten de oude waarheid, dat een partij nooit
Zichzelve, maar uitsluitend het volksgeheel
heeft te dienen en dat slechts verschil van
inzicht wat de natie baten kan, grondslag
en voorwaarde en blijvende rechtvaardi
ging van partijvorming kan zijn.
Dat dit steeds aldus door alle partijen
ten onzent is ingezien, zal wel niemand
beweren. En evenmin, dat de taak der
parlementaire oppositie steeds is begre
pen zooals Groen haar verstond blijkens
de boven geciteerde woorden. Indien
om eens een recent voorbeeld te noemen
een minister van onderwijs, door ban
ge noodzaak gedrongen, een vergrooting
der schoolklassen voorstelt, en een parle
mentaire partij dat voorstel heftig, be
strijdt, om daarna, aan het bewind geko
men, een vervroegde invoering van dien
maatregel te bevorderen, dan gevoelt
ieder, dat niet uitsluitend een objectieve
toetsing van den betrokken maatregel het
vroegere oordeel beeft beheerscht.
Het zijn deze en dergelijke feiten, die bij
velen den twijfel aan het nut van politieke
partijen hebben doen rijzen.
In zeker opzicht kan men hier spreken
van een gezonde reactie tegen ongezonde
uitwassen.
Mits de reactie werke louterend en ge
nezend, niet vernielend en afbrekend.
Partijvorming blijft in den constitutio-
neelen staat onmisbaar.
Maar zij is middel: niet doel.
Zij is bestemd een hooger-liggend doel
te dienen.
Waar zij zelve doel wordt, is baar ver
wording ingetreden."
Zeeuwsch Technisch In
st i t u u t. Wij1 vestigen de aandacht van
Een vroegere burgemeester van Am
sterdam heeft in de Eerste Kamer de bur
gemeesters eens genoemd „de kruiers van
de Regeering".
De Soc.-Dem. raadsleden en wethou
ders hebben de eer en het genoegen dat
ze zichzelf als de „kruiers vra bun .kie
zers" mogen beschouwen.
Toen in Amsterdam eenige roode raads
leden i en waarlijk niet de minst be
kwame toonden meer oog te hebben
voor het algemeen belang dan voor het
belang van de partij en een deel der kie
zers werden ze eenvoudig als onbruik
baar terzijde geschoven.
En nu heeft deze week de Zaandam-
sche afdeeling van de S.D.A.P. weer vier
raadsleden w.o. twee wethouders een ont
slagbriefje thuis gestuurd.
In plaats van zich als boodschappen
jongens van de partij te beschouwen, heb
ben ze den moed gehad, naar eigen in
zicht mee te helpen aan wat in 't belang
der gemeente noodig was.
Dat mag natuurlijk niet. Zulke men-
schen kan de S.D.A.P. niet gebruiken. Zij
heeft kruiers noodig, die niet zelf den
ken, maar die doen wat de kiezers wen-
schen.
Men meent op deze wijze de democra
tie te bevorderen. En men ziet niet in dat
.het de meest doeltreffende manier is om
de democratie te vermoorden.
OPMERKER.
belanghebbenden op de in dit nr. voor
komende advertentie van bet Z. T. I. be
treffende de aanvang van den cursus en
de beteekenis van het diploma van deze
inrichting.
Landbouwers knecht doo-
d e 1 ij 'k getroffen. Donderdagvoor-
mi'ddag reed: de 23-jarige landbouwers-
knecht Jacob Dieleinan uit Zaamsfeg een
met twee paarden bespannen wagen met
mest langs den Molenberg. Landarbeiders,
die op eenige tientallen meters afstand
aan het werk waren op het veld bemerk
ten plotseling dat, de paarden aan het
slaan geraakt waren, terwijl zij tegelijker
tijd een gekerm 'hoorden. Naderbij: geko
men bemerkten zij, dat de 'landbouwiers-
knecht bloedend uit den neus op den grond
lag. Spoedig daarop overleed hij.
Luchtballon gedaald. Gis>-
termorgen te ongeveer 6 uur is nabij
Sciherpenisse een luchtballon met vier
personen gedaald, die Donderdagavond 'te
'half elf te Neurenberg was opgestegen en
door den 'Oostenwind naar bier was ge
dreven.
Hansweert. De kommiezen P. v. d. Wen
den en P. v. d. Endt alhier zijn met in
gang van 1 September bevorderd tot As
sistent.
Kloetinge. Loop der bevolking over
Augustus 1933. Ingekomen: M. C. Polder
man, arts, Buijs Bulloetraat B 108 van
Oud-Vossemeer; J. Ossewaarde en gezin,
Commissionnair, Monuiikendijfc D 83a, van
Kapelle; (Ma. A. Oele, dienstbode, Groe
C 56, van Baarland.
Vertrokken: H. A. Koevoet® en gezin,
zonder beroep, naax EefJhen, Meeuwen F
83; Ma. L. Bierens, dienstbode, naar
Sohore, Maarten Broerweg A 86; G. L.
Lelijveld en gezin, handelsreiziger, naar
Middelburg, Langevdele K 405; Ma. E. de
Graag, geb. Dekker, zonder beroep, naar
Goes, Voorstad 50; Ja. Harsten, Zonder
beroep, naar Oisterwijk A 85; D. de
Klerk, naar Koudekerke, Nieuwe Vlissin-
sc'he weg; A. M. van Liere en gezin, con
troleur B. B. naar Ned. Oost-Indië.
Incident bij een ballon-
opstijging. Bij de ballonopstijging ter
gelegenheid van de Schermer-feesten is
het tot angstige oogenhlikken gekomen.
Hoewel het weer niet zoo gunstig was
wat de wind betreft, steeg kapitein Van
Pottum toch om vijf uur met zijn ballon
omboog, onder gejuich van de menigte.
De opstijging had plaats op een land, vlak
naast bet tentoonstellingsterrein. Onmid
dellijk na de opstijging drukte de wind de
VAN
ZATERDAG 9 SEPT. 1933, Nr. 290.
De eigenlijke vaoantiemaanden liggen
weer achter ons. Er is door velen, dank
zij den mooien zomer, rijkelijk genoten en
nu wordt weer het werk hervat. Ook de
Tweede Kamer kwam weer bijeen en zette
zich aan de behandeling van de belang
rijke omzet-belasting. Daarbij deed mi
nister Oud enkele mededeelingen omtrent
de financieele plannen der regeering, al
zullen de al te nieuwsgierigen moeten
wachten tot de miljoenennota. Het is we
derom duidelijk geworden, dat de belas
tingdruk nog steeds verzwaard moet wor
den, wil de begroeting sluitend te krij
gen zijn.
Het wordt wel een moeilijke tijd. Loo-
nen en salarissen dalen. D'e belastingdruk
wordt schier ondragelijk en door de ver
schillende steunmaatregelen worden de
prijzen der levensmiddelen omhoog ge
bracht. Te vreezen is zelfs, dat we er
daarmee nog niet zijn, vooral als de strij
ders voor autarkie hun zin krijgen en
onze volkshuishouding daarop zou wor
den ingesteld.
Amsterdam beleeft een belangrijke
week. De Koninklijke familie brengt aan
de hoofdstad des lands haar jaarlijkseh
bezoek. Tevens zal vandaag de grootsche
huldiging, waaraan personen en corpo
raties uit het geheele land deelnemen,
plaats hebben. Dat belooft een blijde dag
te worden!
Ook in Utrecht was het deze week
druk. De Jaarbeurs werd weer geopend
en als een verblijdend verschijnsel mag
het wel worden beschouwd, dat daarvoor
veel deelname bestaat, terwijl ook tot nu
toe bet bezoek grooter is dan een vorig
maal. Dit wijst toch eerder op eenige op
leving, dan op een verergering van de
crisis.
In de hoofdstad onzer provincie viel
weer een andere levendigheid waar 'te
nemen. Daar vergaderde gedurende en
kele weken de Generale Synode der Geref.
Kerken, die vandaag haar slotzitting
houdt. Ook de Synode der Ghr. Geref.
Kerk kwam dezer dagen te Zwolle bijeen,
maar zij kon belaas niet bet heengaan
van een begaafd predikant voorkomen.
Van de buitenlandsche gebeurtenissen
zij gememoreerd de revolutionaire staats
greep die op Cuba zoo kort na de vorige
plaats had. De nieuwe „regeering" schijnt
echter niet bijzonder vast in het zadel te
zitten. Er dreigt althans nu reeds mui
terij in bet leger. Wat Amerika precies
van plan is, is nog niet recht duidelijk,
maar alle in de Cubaansche wateren va
rende oorlogsvaartuigen stoomen naar
Cuba op.
Te Parijs zullen i naar verluidt
binnenkort belangrijke politieke bespre
kingen gevoerd worden, die in hoofdzaak
aan de ontwapening zullen gewijd zijn. Of
men daar echter in staat zal zijn den wed
loop in bewapening, die zulk een groot
oorlogsgevaar beteekent, te stuiten, is wel
zeer de vraag.
D'e Duitsche nationaal-socialistische
partij hield te Neurenberg met veel mili
tair vertoon en parade-achtig gedoe haar
congres. Natuurlijk heeft Hitier weer een
geweldige redevoering afgestoken, van het
soort, zooals we dat van hem nu al en
kele maanden gewoon zijn. Aan holle,
hoogdravende speeches ontbreekt het nog
steeds niet. Die opbouw moet nog komen.
CLXXVII.
Amice,
De maand September is in 'tland en,
naar de dagbladen ons berichten, zijn er
reeds verschillende colleges van B. en
W., zelfs van grootere gemeenten, die, der
Gemeentewet getrouw (zie art. 238, 1° Ge
meentewet), de gemeentebegrooting voor
1934 aan den Raad indienden.
Hieraan is gewoonlijk heel wat voor-
FEUILLETON.
Vrij naar het Engelsch.
135) _o_
Het was op een zekeren Maandag-na
middag en Roland bevond zich alleen op
kantoor. Hij was in een ongenietbare
stemming, en schopte wild tegen de poo-
ten van zijn kruk, alsof het geraas, dat
men op straat kon hooren, hem kon hel
pen, den tijd te verdrijven. Hij had geen
bezigheden, zijn werk wat wel een
streepje aan den balk mocht heeten
was geheel gereed. Toch moest hy ble
ven, daar zijn patroon uit was, en deze
altijd gewoon was, niet te laten sluiten,
voor hy met zijn ondergeschikten alles
geregeld had voor den volgenden dag.
„Daar slaat het al zes uur!" mopperde
hy, toen de kathedraalklok over de stad
weergalmde en hij begeleidde de slagen
met zijn hakken op den vloer. „Ik mag
gehangen worden, als ik dat leven nog
lang volhoud! 't Is niet mogelyk, om daar
je geestkracht bij te bewaren, en je goed
humeur bovendien. Zwoegen en sloven
yan den morgen tot den avond. En nooit
is het goed, altyd is er wat, dat je zenu
wen van den kook brengt of je stemming
afgegaan op het gebied van passen en mó
ten, van ramen, taxeeren en berekenen.
Ook komen er factoren in het spel, die
inderdaad onberekenbaar zijn. Zoo b:v. de
uitkeering door het Rijk uit het Gemeen
tefonds, waarvan verluidt dat zij! ver
laagd wordt, ten einde de vermindering
dier uitkeering over een paar jaar niet al
te zeer te doen afsteken. Een tegenspraak
hierover wordt niet volgehouden, zoodat
het schijnt dat ook dit kwaad over de
gemeenten ten volle is besloten.
Van de Middelburgsche begrooting voor
1934 vernamen wij nog niets. In den loop
dezer maand zal zü echter wel afkomen en
zal de sluier, die nu nog over veel on
bekende dingen hangt, worden opgelicht,
Hierbij zijn verrassingen niet uitgeslo
ten. Of de begrooting b.v. kloppend kan
worden gemaakt zonder belastingverhoo-
ging is een open vraag, waarvan de be
antwoording voorzeker die belastingbeta
lers interesseert die, na een blik op hun
laatste aanslagbiljet te hebben geworpen,
al spoedig tot de conclusie kwamen dat,
hoewel hun belastbaar inkomen vermin
derde, het bedrag van hun aanslag toe
nam.
Er is op het Middelburgsche Raadhuis
deze week weder eenig contact geweest
tusschen Staat en Kerk. Heeft 1.1. Zondag
bij de huldiging van den Roomsch-Katho-
lieken kerkvorst, den aartsbisschop Jan
sen, die zyn 40-jarig priesterschap vier
de, ook de burgemeester van Utrecht niet
ontbroken, ditmaal was een groot deel der
Middelburgsche raadsleden, met Burge
meester en Wethouders aan het hoofd,
aanwezig by de ontvangst van de leden
der Generale Synode der Gereformeerde
Kerken in Nederland, die nu drie weken
in de Zeeuwsehe hoofdstad vergaderde.
In vorige eeuwen was de verhouding
van Overheid en Kerk „inniger". In 1618
hadden de Staten-Generaal de Synode van
Dordrecht bijeengeroepen en was de in
vloed van de overheid op de kerk ook na
dien grooter. Van hun kant trachtten de
dienaren der kerk invloed uit te oefenen
op den gang van zaken in Staten en Stad,
door op den preekstoel te behandelen en
te critiseeren wat de Overheid zoo al be
sloot en verrichtte. In den tijd van Joost
van den Vondel geschiedde zulks nog al
eens door de bekende Amsterdamsche pre
dikanten Smout, Trigland en Cloppen-
burg, die op hun kansels geen blad voor
den mond namen. Hiervan was soms het
gevolg, dat Burgemeesteren en Schepenen
den betrokken predikant voor zich op het
Raadhuis daagden, ten einde zich te ver
antwoorden over sommige uitdrukkingen,
door hem in zyn preek ingelascht. Doch
de Dienaar des Woords liet zich niet af
straffen als een lam. Bekend is het feit,
dat eens een predikant op openbare plaat
sen, in scheerwinkels enz. liet ruchtbaar
maken dat en hoe laat hij op het stadhuis
moest verschijnen, terwijl hij zich op in
het oog loopende wijze en gekleed in zyn
ambtsgewaad ten Raadhuize begaf. Men
liet hem daar wachten doch, toen hij wat
lang uitbleef, was het Marktplein vol volks
geloopen, dat zyn dreigende blikken
richtte naar de ramen van de Raadszaal,
waar de predikant voor de „Heeren"
stond. En de „Heeren", door de uitda
gende houding van de burgerij verschrikt,
lieten den prediker niet alleen dadelijk
gaan, doch gaven hem, naar het Bybelsch
voorbeeld van Paulus en Silas te Philippi,
een eervol uitgeleide.
Die tijden zyn lang voorbij. De klem
mende band tusschen Staat en Kerk is ge
lukkig verbroken, al zijn er nog enkelen,
die, om welke wonderlijke reden ook, de
oude toestanden zouden terugwenschen.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
bederft. Wat een ezel was ik, om me door
mijn moeder hier te laten opsluiten. Maar
waarom wordt die vervelende Jenkins ook
niet beter en komt terug? Ik geloof, dat
hy er een potje van maakt; en waarom
kon Galloway Arthur niet terug nemen?
Als hy maar voor de noodzaak stond,
dan zou hy het wel doen! En dan praat
men er over, dat gevangenen door hun
afzondering aan het malen raken in hun
kostbare modelgevangenissenI Ben ik er
soms beter aan toe?
Waarlijk, een week lang zou ik er voor
over hebben, als Galloway er dan maar
voor gestraft werd! Een klerk op zyn kan
toor krankzinnig geworden! Wat een sen
satie! En Galloway achter de tralies! Nu,
't is er in ieder geval beter dan hier. Om
vier uur ging meneer de deur uit, en nu
is het zes, en in dien tijd heeft geen ster
veling eens zyn hoofd naar binnen gesto
ken met de vraag: „gaat het goed met je
werk, en hoe is het thuis?" Neen, in een
gevangenis kan het niet slechter zyn.
Waarom laat hy
Doch Rolands overdenkingen werden
plotseling afgebroken door de komst van
zyn patroon, die zich, onbewust van den
staat van rebellie, waarin zyn klerk zich
bevond, met een korten groet naar zyn
privé-kantoor begaf, waardoor Rolands
hakken-concert plotseling gestaakt werd.
Na een paar minuten kwam de heer Gal
loway weder terug.
Het moge ons voldoen >.t tus
schen Overheidspersonen en ae mannen
der Kerk een vriendelijke verhouding be
sta en welwillende beleefdheidsbetuigin
gen worden uitgewisseld, zooals bij de ont
vangst der Ge», Synode ten stadhuize te
Middelburg geschiedde.
Een groot aantal raadsleden was, naast
B. en W,, daar aanwezig en de door den
Burgemeester en den Voorzitter der Sy
node gehouden toespraken stonden op een
hoog peil. Voor het gemeentebestuur was
het een aangename taak de kerkelijke hee
ren te ontvangen en wij twijfelen niet of
ook de laatste zullen prettige herinnerin
gen behouden aan hun bezoek van het
mooiste raadhuis van Nederland.
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
EEN VERZOEK AAN ZANGVER-
EEN1GINGEN.
Dr J. H. Gunning plaatste onlangs in
„De Harp" het volgende verzoek aan
zangvereenigingen, zangers en zangeres
sen:
Waarde vrienden! Gij doet zulk goed en
heerlyk werk! Gij brengt in de donker
heid dezer tijden, die ook zoo menig men-
schenhart versombert, wat vroolijkheid,
blijdschap en troost. Het is zoo verblij
dend, dat Nederland, ondanks zijn slech
te reputatie bij sommigen, die het niet
kennen en miskennen, wel degelijk een
muzikaal, een muzieklievend
volk mag heeten, al willen wij volmondig
toestemmen dat de Duitschers en Zwitsers
ons in den volkszang en in het kerkelijk
lied verre vóóruit zijn. Maar er wordt
toch ook in ons land vaak goed en met
animo gezongen.
Doch één vraag moet mij eens van
het hart: waarom worden de woorden
onzer schoone moedertaal dikwijls zoo
erbarmelijk onnatuurlijk uitgespro
ken? Ik hoorde zoo pas den bekenden
versregel:
ik reis naar den hemel
en ik ben verzekerd dat elk beschaafd
vaderlander die woorden ongeveer op de
zelfde wijze zal uitspreken.
Waarom moet men nu zingen:
iek raïs nor dan héémaljj?
Dezer dagen hoorde ik nog een be
kend versje van Ten Kate zingen, maar
werkelijk ik dacht dat men Tsjecho-
Slowakijsch of Papoeasch ten gehoore
bracht. Als ik den tekst niet vooruit
gelezen had, ik zou niet hebben kun
nen gissen wat de kelen der vriendelijke
zangeressen uit-orgeJden.
Lieve zusters en broeders i het is nu
niet alleen uit beleefdheid, dat ik deze
volgorde kies, want heusch in deze gaan
de vrouwen het verst van honk! weest
toch ook in uw zingen wat natuurlijker.
Houdt ook sommige woorden (bijv.
Amen) niet zóó angstwekkend lang aan
dat men zich bezorgd maakt of gij niet
stikken of in zwijm vallen zult. Er zijn
enkelen onder u (opzettelijk noem ik
geen namen), die men op concerten,
zanguitvoeringen en door de eerlijke ra
dio met zóóveel harverruimenis beluistert,
dat men elkaar toefluistert: „hè hoe
heerlyk, die spreekt nu de woorden eens
gewoon en natuurlijk uit!"
Toe, waarom zoudt gij dat nu niet
allen gaan doen? Is er nu heusch één
mensch, die het mooier vindt een eer
lijke, open ij te hooren zingen met een
toegeknepen mondje, waaruit een mis
selijk, onsmakelijk, pieterig, peuterig
ei-tje voortkomt? Is onze frissche naam
Willem van Oranje nu zóó leelyk, dat hij
moet worden Wullam vann eraanje?
Het euvel is alom verbreid. Het zijn
niet alleen enkele beroepskoortjes en ge
regeld terugkeerende combinaties, die u
daarmee ergeren, neen, als ze op een
afgelegen dorp van Zeeland of Noord-
Holland eens een zanguitvoering ten beste
geven, die door de radio voor heel Ne
derland te genieten valt, en je dan je die
frissche, prettige Zeeuwsehe of Noorder-
kwartiersche deerntjes voorstelt, die nu
eindelijk de vruchten van haar maanden
lange oefening gaan presenteeren, dan
hoor je warempel óók al zingen:
out Krastus Zeine kark ien staand,
daan mag de hal vrei woedan!
(houdt Christus Zdjlne kerk in stand,
dan mag de hel vrij woeden).
„Je kunt wel sluiten, Roland. Ik neem
dan die brieven mee naar de post. Maai
eerst de lessenaars in orde hoor! Wat een
rommel maak je toch altijd. Is die acta
klaar?"
„Ja meneer."
„Mooi. Zorg, dat je morgen op tijd hier
ben. Goeden avond."
„Goeden avond, meneer", klonk het on
derworpen. „Een mooie boel is het hier",
ging hij bij zichzelf voort, toen de heer
Galloway zich verwijderd had en Roland
met een enkele armbeweging wat zijn
manier was de papieren van zijn les
senaar in een lade veegde. „Op tijd hier
wezen! Natuurlijk! Hoe laat ik den vori-
gen avond klaar was, telt niet mee. Als ik
dat nog lang
Roland beëindigde den zin met een
krachtdadigen ruk aan den sleutel van de
kantoordeur, hetgeen evenveel uitdrukte
als woorden hadden kunnen doen.
Zijn weg voerde hem langs het win
keltje van juffrouw Jenkins, dat op dat
oogenblik onder de hoede van de meid
was. Toen Roland passeerde, kwam hem
plotseling in de gedachte, dat hij wel even
kon binnen gaan om te vragen, hoe de za
ken stonden. De brieven hadden geen
haast, want de laatste lichting hed tocb
eerst om negen uur plaats.
Het kleine opkamertje zag er gezellig
uit in het vriendelijk lamplicht en den I
glans van een goed onderhouden vuur.
Juffrouw Jenkins troonde achter haar
theeblad in een gemakkelijke stoel, terwij]
de zieke in nog comfortabeler houding,
door haar werd voorgelezen uit de cou
rant. Hij trachtte haastig overeind te
krabbelen bij het binnenkomen van Ro
land Yorke, hem op zijn gewone nederige
wijs begroetend.
„Wat ik vragen wilde, Jenkins", begou
Roland op zakelijken toon „hoelang
hen je nog van plan ons aan ons lot over
te laten? 't Loopt zachtjes aan de spuiga
ten uit, weet je! Hoe maakt u het; juf
frouw Jenkins? Wat zit u hier gezellig,
'tls beestachtig koud buiten, en ik moet
nog dat heele eind naar de post."
Vrijmoedig en zoo gemakkelijk als het
hem afging, nam Roland een stoel tegen
over Jenkins en warmde zijn handen aan
den haard. „Brr!" huiverde hij, „die kou
de Oostenwinden deugen niet voor me, ik
kan er niet tegen. Je bent maar goed af,
Jenkins, den ganschen dag achter den
kachel, een lekker schoteltje, of warme
bollen op zijn tijd
„O, meneer, als u ons de eer aan wilde
doen, een kop thee met ons te gebrui
ken?" antwoordde Jenkins haastig „Mijn
vrouw heeft ze juist gezet."
„Nu, dat is nog niet zoo gek. Er is
niets, wat ik zoo lekker vind, als een kop
thee met een warme bol erbij. Thuis krijg
ik ze soms wel eens, maar we zijn thuis
met zoovelen, dat, als er eens iets is, da
delijk een dozijn handen naar den schotel
grijpen en maak dan maar, dat je er bij
bent. Lady Augusta weet net zooveel van
een huishouden als een koe, en toch wil ze
altijd al dat jonge goed om zich heen heb
ben, vooral bij het eten."
„U zult bemerken, dat deze bollen an
ders zijn, dan u thuis wel eens krijgt",
merkte juffrouw Jenkins, kort en snib
big, doch niet ongastvrij op, terwyl ze hem
een schoteltje overhandigde.
„Ze zijn heerlyk", beaamde Roland, die
met groot welbehagen zijn portie naar
binnen werkte. „Ik zou bijna vragen of u
er niet meer had. Kon u maar altijd bol
len voor me bakken, juffrouw Jenkins.
Staat daar geen gesneden ham bij u?"
Zijn oog had namelijk een schaaltje met
fijngesneden plakjes ham ontdekt, dat
juffrouw Jenkins daar met voordacht
had neergezet, in de hoop, dat haar man
er trek door zou krijgen. Helaas was de
arme Jenkins dat stadium reeds gepas
seerd, hij at nagenoeg niets meer. En
juist voor Rolands komst had ze hem
daarover ernstig onderhouden. Rolands
vraag was een uitnemend aanknoopings-
punt, om dit onderwerp nog eens aan te
snijden, en juffrouw Jenkins was een veel
te gevatte vrouw, om er niet onmiddellijk
gebruik van te maken.
(Wordt vervolgd.)