Onderwijs
Leestafel.
Gemengd Nieuws.
Ksi eb3%'a ■-iO/.Ht Si. 3
iti Ik J' oviiv «jJe besturen zich-
zelvo krachtens hun autonome bevoegd
heid moenen t' moeten stellen. De pro
vinciale Joonrogelingen geven volgers
't bestuur geen verschillen te zien, welke
den toets der redelijkheid kunnen door
staan. Verzocht wordt, dat de Regeering
de provinciale besturen niet meer binde,
dan j nu reeds door de wet gebonden
zijn.
De fabricatie van margarine.
Op schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Wijnkoop betreffende het niet
meer verstrekken van vergunningen voor
het fabriceeren van margarine, den ver
koopsprijs van margarine en de door de
fabrikanten van dit verbruiksartikel ge
maakte winst, heeft de minister van oeco-
nomische zaken geantwoord:
1. Het niet erkennen van andere mar
garinefabrikanten als producenten in den
zin der Crisiszuivelwet 1932 dan degenen,
die op het tijdstip der inwerkingtreding
dezer wet margarine vervaardigden, is ge
heel in overeenstemming met hetgeen on-
dergeteekende bij de behandeling in de
beide Kamers der Staten-Generaal dien
aangaande in uitzicht heeft gesteld.
Handhaving van dezen stelregel is te
meer noodig, nu de productie der marga
rine op 1050 ton is gecontingenteerd; de
verdeeling dezer 1050 ton heeft plaats ge
vonden in verhouding tot de productie
van de onderscheidene bedrijven vóór de
invoering van de Crisiszuivelwet. Onjuist
is de in de tweede vraag geuite meening,
dat het aandeel der Margarine-Unie 80
pet. bedraagt.
2. Het welslagen der Crisiszuivelwet
maakt het voorts noodzakelijk, dat een be
paalde verhouding tusschen de prijzen
van boter en margarine bewaard blijft.
Bij de behandeling der Crisiszuivelwet is
het voornemen te kennen gegeven die ver
houding te stellen als 3 2.
Ten einde te bereiken, dat deze prijsver
houding bewaard blijft, wordt o.a. een
„heffing" op de margarine gelegd. Deze
heffing is dan ook verhoogd, toen kort na
de inwerkingtreding der wet bleek, dat de
prijsverhouding 3 2 niet bereikt werd, en
zal zoo noodig verhoogd worden om de
bedoelde prijsverhouding te blijven hand
haven.
3. De meening, dat bij sluiting van een
fabriek het door haar gefabriceerde quan
tum automatisch vervalt, en zoodoende de
productie wederom wordt verminderd, is
niet juist; automatisch toch wordt de pro
ductie der overige fabrieken daardoor
verhoogd, zoodat uit dezen hoofde geen
nadeelen voor de verbruikers kunnen ont
staan.
4. De meening, dat er bij een verkoop
prijs van f 1 voor de fabrieken een winst
bedrag van f 0.20 zou overschieten, wordt
door ondergeteekende niet gedeeld. Die
verkoopprijs is bij kleine hoeveelheden
f 0.98; bij leveringen van eenigszins groote
hoeveelheden worden allerlei prijsreduc
ties toegepast, zoodat de gemiddelde op
brengst niet hooger gesteld kan worden
dan circa f 0.95. Uit dit bedrag moeten
in de eerste plaats bestreden worden de
heffing van f0.24 per K.G., benevens de
kosten van 25 pet. natuurboter, waarvan
de prijs schommelt om f 1.60 per K.G.,
zoodat ten slotte voor 75 pet. margarine
grondstof, benevens kosten van verwer
king, verpakking, transport, distributie,
incasso, e.d. overblijft een bedrag van even
30 cents. Hiet is duidelijk, dat bij een aldus
berekende opbrengst van 30 cents een
winst van 20 cents is buitengesloten.
5. Bij de behandeling der Landbouw-
crisiswet 1933 heeft de ondergeteekende
medegedeeld, dat het in zijn voornemen
lag, aan den Crisis-accountantsdienst op
te dragen een onderzoek in te stellen naar
de winsten van de margarinefabrikanten.
Zouden deze winsten onredelijk blijken,
dan zal door verhooging van de heffing
de winst verlaagd worden; de prijsverhou-
ging van boter en margarine als van 3 2
blijft evenwel gehandhaafd, wat in zich
sluit, dat de verlaging van de winst niet
aan de verbruikers van margarine, doch
aan de melkveehouders ten goede zou ko
men. Slechts ten aanzien van de marga
rine, voor de werkloozen bestemd, zou een
verlaging der winst tot uitdrukking kun
nen komen in den prijs voor den verbrui
ker.
Een korting op Indische pensioenen.
Bij den Indischen Volksraad is inge
diend een wetsontwerp inzake korting
op de Indische pensioenen.
In Ned.-Indië blijven de eerste f200
van de pensioenen tot en met f2100 kor
tingsvrij (buiten Ned.-Indië is dit het
geval met de eerste f500), doch op alle
hoogere pensioenen wordt integraal 17
pet. gekort.
De pensioenen van f300 tot f2100 wor
den gekort met 18 pet. van het belastbare
deel (buiten Ned.-Indië met 22 pet.) Een
verlichting is aangebracht door middel
van kindertoeslag.
De korting treedt in werking met in
gang van 1 Januari 1934 en blijft van
kracht tot 1 Januari 1936, met bepaling,
dat van 1 Januari 1934 tot 1 April 1934
de korting slechts voor 3/5 deel zal wor
den toegepast.
Het onderzoek in de afdeelingen inzake
dit ontwerp vindt plaats op 24 Augustus.
Aan den Volksraad is verzocht vóór 12
September a.s. advies uit te brengen.
In de Memorie van Toelichting wordt
verklaard, dat na de stopzetting van de
uitkeering aan de pensioenfondsen de di
recte pensioenverplichtingen in 1934 nog
rond f57.000.000 vergen op een middelen
budget, dat na opvoering met niet
minder dan f31.000.000 door nieuwe hef
fingen en verzwaring van bestaande be
lastingen slechts een bedrag van
f285.000.000 bereikt. Het belang, dat ook
f V -v - b.j het ve«
hoeden van de ramp eener financiëele
ineenstorting vc.. den Staat, moet hier
zwaarder wegen dan de bezwaren, welke
tegen de korting op eens toegekende pen
sioenen en gagementen kunnen worden
aangevoerd.
De opbrengst van de korting wordt glo
baal geraamd op f7.000.000 per jaar.
Nieuwe beperking van den invoer van
bacon in Engeland?
Het Ned. Corr. Bureau voor Dagbladen
meldt:
Naar ons ter oorde komt, zijn er in den
laatsten tijd onderhandelingen gevoerd
met Engeland over de contingenteering
van den invoer van bacon daar te lande,
aangezien, naar men weet, de overeen
komst, welke wij te dezer zake met de
Engelsche regeering hadden, medio Sep
tember a.s. afloopt.
Voorts vernamen wij, dat gebleken is,
dat de Engelsche regeering het voor
nemen heeft den import van bacon aan
zienlijk te beperken, zoodat ook ons con
tingent een niet onbelangrijke reductie
zal ondergaan.
BENZINE EN PETROLEUM.
Een belastingmedewerker schrijft aan
het H b 1 d.:
Den 12en Aug. j.l. is een wet in wer
king getreden, die in hoofdzaak de vol
gende bepalingen inhoud.
Het is verboden:
a. benzine te vermengen met petroleum
en met door den minister van Financiën
aan te wijzen andere stoffen, die geacht
kunnen worden aan benzine te worden
toegevoegd om de heffing van het bijzon
der invoerrecht op benzine gedeeltelijk te
ontgaan;
b. met ingang van door den minister
te bepalen data petroleum (en volgens
letter a aangewezen andere stoffen),
welke niet een door den minister bepaald
percentage van één of meer door hem
voorgeschreven herkenningsmiddelen be
vatten, en benzine, waarin zich deze her
kenningsmiddelen, of bestanddeelen wel
ke daarvan afkomstig kunnen zijn, bevin
den, in het vrije verkeer te brengen, ten
vervoer aan te bieden, te vervoeren of in
voorraad te hebben.
Het is de bedoeling de benzine vrij te
houden van bijmenging met petroleum en
daarmede gelijkgestelde stoffen. Om dit te
bereiken, zal in het vervolg petroleum
slechts in verbruik mogen worden ge
bracht, nadat daaraan een herkennings
middel is toegevoegd. Wordt petroleum
aangetroffen zonder dit herkenningsmid
del, of wordt benzine aangetroffen, waar
in zich sporen van dit herkenningsmiddel
bevinden, hetgeen dus zal wijden op een
bijmenging met petroleum), dan is de
straf maximum f 500 voor elke hoeveel
heid van 20 hl.
Wat sub a betreft, heeft de minister als
„andere stoffen" aangewezen: alle niet als
benzine belaste, doch aan hetzelfde in
voerrecht als petroleum onderworpen
aardolie- en bruinkoolteerdistillaten en
hiermede in samenstelling overeenkomen
de stoffen.
Wat sub b betreft, heeft de minister
bepaald, als data van ingang der ver
bodsbepaling: 10 Sept. 1933 voor het in
het vrije verkeer brengen en 1 Oct. 1933
voor het ten vervoer aanbieden, vervoeren
en in voorraad hebben.
Als percentage voor het aan petroleum
en daarmede gelijkgestelde stoffen toe te
voegen herkenningsmiddel heeft de mi
nister bepaald: 10 milligram „Blau B für
Zaponlack" en tevens 20 milligram fur-
furol per kilogram.
Voor kleinere importeurs en handela
ren worden de herkenningsmiddelen van
rijkswege verkrijgbaar gesteld. Hetgeen
zij benoodigd hebben, kunnen zij aanvra
gen bij den ontvanger der accijnzen.
Aflevering geschiedt in een minimum-
hoeveelheid van 1 gram Blauw B en 2
gram furfurol, en een maximum-hoeveel-
heid van respectievelijk 200 gram en 400
gram.
De inporteurs en .de bezitters van bij
de inwerkingtreding der bepaling reeds
in het vrije verkeer aanwezige voorraden
zullen zelf moeten zorgen dat zij tijdig in
het bezit zijn van de benoodigde herken
ningsmiddelen, om de vermenging te be
werkstelligen. Zij' zullen dus tijdig voor de
aanschaffing van die herkenningsmidde
len moeten zorgen, waarmede, daar beide
soorten slechts in het buitenland vervaar
digd worden, eenig'en tijd gemoeid zal
zijn. Voor eigen gebruik bestemde hoeveel
heden van niet meer dan 100 liter petro
leum kunnen vrijgesteld worden van de
verplichting tot vermenging met een her
kenningsmiddel (overgangsbepaling).
Tholen. Vorige week slaagde in Den
Haag voor de akte N 5 Nijverheidsonder
wijs dhr H. J. Bal Lz. van hier.
Hoofdakte-examens.
Deze examens te Rotterdam (Commissie
H) zijn geëindigd. Het volledige examen
is afgelegd door 189 mannelijke en 32
vrouwelijke candidaten. 89 mannelijke en
11 vrouwelijke candidaten slaagden. 100
mannelijke en 21 vrouwelijke candidaten
werden afgewezen.
Openbare dwergschooltjes.
De Minister van Onderwijs is volkomen
terecht actief in het doen opheffen van
de zeer vele dwergschooltjes, die er bij
het Openbaar Onderwijs zijn.
De laatste officiëele Regeerings-ge-
gevens vermelden, dat er in ons land 102
Openbare eenmansscholen zijn, d.w.z.102
Openbare Schooltjes, die door heelemaal
êéu man „gedreven" worden en die min
der dan 20 leerlingen hebben.
Het valt te verstaan, zegt de R o 11 e r d.
dat verschillende van deze onderwijs
inrichtingen" voor opheffing in aan
merking komen.
Dezelfde officiëele statistiek vermeldt,
dat er slechts 5 (zegge vijf) van zulke
eenmansschooltjes bij het Bijzonder
Onderwijs zijn, namelijk 3 Christelijke
Scholen en 2 Roomsch-Kath. Scholen
met minder dan 20 leerlingen. Gelet op
den voortgaanden groei van het Bijzonder
Onderwijs, zijn deze scholen mogelijk
reeds in leerlingental gestegen.
En behalve die 102 Openbare eenmans
schooltjes zijn er nog een onnoemelijk
aantal Openbare Scholen, die geen reden
van bestaan hebben en dus overbodig
zijn.
Volgens een mededeeling in „Het Volk"
hebben de Inspecteurs den Minister op
diens verzoek bijna zeshonderd scholen
als overbodig aangewezen.
Een getal, dat te denken geeft!
En te doen!
Maar gedaan is het voorloopig nog
niet.
De valsche leuze der „frontmakers"
voor de Openbare School luidt, dat zij is:
„de School waaraan de natie gehecht is".
Dat is onzin. De historie en de feiten
bewijzen, dat de Openbare School allang
het kleinste getal leerlingen heeft. En
dit proces blijft zich voortzetten.
Maar de frontmakers willen ons laten
zien, dat die Openbare School dan toch
in elk geval is: „de School waaraan de
natie vast gehecht is".
Dus de Regeering kan bij haar actie
tot opheffing van de Openbare dwerg
schooltjes, zich nog op heel wat verzet
voorbereiden, hoe ongemotiveerd dat ver
zet dikwijls ook zijn zal.
Stemmen des Tijds, maand
blad voor Christendom en Cultuur. Uit
gave G. J. A. Ruys' Uitg.-Mij., Zutfen. Het
Augustus-nummer van dit steeds belang
wekkende tijdschrift heeft den volgenden
inhoud: Uit de brieven van Marianne Ca
therine van Hoogendorp, door A. G. Die
penhorstde Gaay Fortman; Beschriji-
vingskunst in Gustav Meyrink's werken
door Dr Bella Jansen; Drieërlei weg tot
beter recht, door Mr J. B. du Buy; Van
vakvereenigingsmuur tot vakvereenigings-
fort, door P. G. Juch; Economische Kro
niek, door Dr P. A. Diepenhorst.
Ook aan beheerders van leesportefeuil
les aanbevolen!
AntirevolutionaireStaat-
kunde. Wij1 ontvingen het JuliAugus
tus-nummer van bovengenoemd maand
blad, orgaan van de Dr Kuyperstichting.
Zeer interessant is wat J. J. G. Boot
schrijft over: De kleine gemeenten, waar
bij de al of niet wenschelijkheid
van samenvoeging onder het oog wordt
gezien. Dr W. A. van Es geeft een: Schets
eener geschiedenis van het Bijz. Hooger
Onderwijs. Ir B. ten Brugge schrijft over
De wereldbeschouwing der moderne ar
beiders. Dr C. Beekenkamp bespreekt het
bezuinigingsontwerp van Mr Marchant,
waarbij hij, in hoofdzaak tot dezelfde con
clusie komt als Mr V. H. Rutgers in de
Standaard. Intusschen is het ontwerp
reeds door de Staten-Generaal aanvaard.
Voorts de altijd interessante vragenru-
briek. Uitgave J. H. Kok te Kampen.
De Hoofdakte. Maandblad voor
hoofdakte-studie. Uitgave van J. Muus-
ses, Purmerend.
De toekomst schijnt voor de pas ge
slaagden voor het onderwijzersexamen
niet gunstig. Er is bij een overvloed van
candidaten een buitengewoon klein aantal
vacatures. De kans om een plaats te krij
gen is niet groot. Daarom is het nu meer
dan ooit noodig, dat ernst wordt gemaakt
met de hoofdakte-studie. Zonder deze akte
is het niet mogelijk bij het onderwijs voor
uit te komen. Als een belangrijk hulpmid
del bij deze studie moet zeker worden aan
gemerkt het tijdschrift hierboven ge
noemd. De inhoud wordt verzorgd door
een staf van deskundige mannen die te
vens met de practijk van het onderwijs
en de examens uitstekend op de hoogte
zijn. Tot de medewerkers behooren o.a.
Dr K. Huizenga, directeur Ghr. Kweek
school te Middelburg, en Dr Jos. J. Gie-
len, leeraar hoofdaktecursus te Hulst.
Een van de eerste daden van de pas
voor het onderwijzers-examen geslaagden
behoort te zijn zich op dit maandblad te
abonneeren. Het is bij de uitgebreide
hoofdakte-studie een uitnemende gids.
Feiten enCijfers. Op deze maan-
delijksche periodiek vestigen wij gaarne
nogeens de aandacht van allen die belang
stellen in het politieke en sociale leven.
Hier worden feiten en cijfers geboden,
waarmee een ieder zijn winst kan doen.
Uitgeefster: N.V. De Graafschap, Aalten.
ONWAARACHTIG.
Dezer dagen kwam in het Soc.-Dem.
blad „De Vooruit" een foto voor van
een aantal Engelsche tanks.
Onder deze foto stond het volgende on
derschrift:
„Een klein gedeelte van het tank
corps van het Engelsche leger tijdens
de zomermanoeuvres te Aldershot. En
dan te denken, dat onze roemruchte
Nederlandsche weermacht slechts één
vechtwagen en dan nog wel een
kleintje! bezit.
Men heeft hier, merkt de „Neder 1."
op, een typisch bewijs van de wijze,
waarop de socialistische pers in Neder
land over onze defensie kan spreken.
Zinsneden als deze hebben alleen maar
ten doel het Nederlandsche leger belache
lijk te maken. De socialisten verhinderen
eerst een zoo goed mogelijke wijziging van
het defensie-apparaat. En wanneer dit
doel is bereikt zeggen ze: „laten wij onzo
defensie maar afschaffen; wij kunnen im
mers toch niets".
Het is gelukkig dat,de oogen van de
massa voor het onwaarachtige van een
dergelijke tactiek meer en meer open
gaan. Het is een der redenen waarom het
socialisme zijn vat op de massa begint te
verliezen
De „onderaardsche vul
kaan te Rijsel gedoofd. De
„onderaardsche vulkaan", zooals de
brand in het munitiedepot bij Rijsel door
een Parijsch blad wordt genoemd, schijnt
gedoofd te zijn, na de ontploffing van
eenige handgranaten. Aangezien geen
rook meer te zien was, is men begonnen
ter plaatse te graven en men heeft reeds
een hoeveelheid handgranaten te voor
schijn gehaald, waarvan een gedeelte nog
geheel onaangetast was gebleven. Boven
dien heeft men olietanks en lonten ge
vonden. Het is nog niet vastgesteld, hoe
veel munitie in het veld is begraven, ter
wijl men nog niet weet, hoe de brand is
ontstaan. De eigenaar van het veld heeft
medegedeeld, den brand te hebben be
merkt op een haverveld, waar de bodem
onder den druk van onderaardsche gassen
was omhooggekomen.
Door een vrachtauto
overreden. Gisteravond omstreeks 6
uur heeft op den Woenselschen overweg
een doodelijk ongeluk plaats gehad.
De 33-jarige gehuwde vrouw C. Pen-
ningsvan de Goorberg, wonende aan
den Hazenkampweg te Eindhoven, pas
seerde per fiets genoemden overweg,
waarop, doordat de boomen pas waren
opengegaan, een groote drukte heerschte.
Zij week naar links voor een achterop
rijdende vrachtauto, doch blijkbaar ze
nuwachtig door de haar tegemoetrijdende
auto's, wankelde zij het haar fiets en viel
met het noodlottig gevolg, dat zij1 onder
het linkerachterwiel van de vrachtauto
terecht kwam. In ernstigen toestand is
ziji naar het R.K. Binnengasthuis te Eind
hoven overgebracht, waar zij onmiddel
lijk van de laatste H.H. Sacramenten is
voorzien.
Kort daarna is zij aan de bekomen ver
wondingen overleden.
Het mag een wonder heeten, dat het
kind, dat achter op de fiets zat, er zon
der letsel is afgekomen.
Krankzinnige zwempartij.
De zwemster Ruth Litzig uit Heme, die
Zaterdagavond na bijna 79 uur in het
water te hebben vertoefd, volkomen uit
geput uit het Baldenay-meer werd ge
trokken, ligt thans in bedenkelijken toe
stand in een ziekenhuis te Essen. De
zwemster, die zich in de laatste uren
reeds nauwelijks kon bewegen en die
slechts door muziek, geroep en lawaai,
steeds weer werd opgewekt, moest, in
watten en doeken gepakt, naar het zie
kenhuis worden overgebracht. Gevaar
lijke verschijnselen, o.a. ademnood en
hartbeklemming, doen zich voor. Hoe
weinig men zich aanvankelijk bewust
was van den ernst van haar toestand,
blijkt uit het trotsche gezegde van de
moeder, toen zij haar dochter in het zie
kenhuis bracht: „Hier breng ik u de
beste zwemster ter wereld".
Door den bliksem gedood.
Tijdens een kort maar hevig onweer, dat
boven stad en provincie Groningen woed
de, is de 7-jarige Renkema te Zeven
huizen (gem. Leek), die op een boeren
wagen zat, door den bliksem getroffen
en gedood. Drie broers, die naast den
wagen liepen bleven ongedeerd.
Ziekte van Weil. In Ridder
kerk is een tweede geval van de ziekte
van Weil geconstateerd, thans bij een
20-jarigen jongen, wonende te Bolnes.
Deze jongen heeft gezwommen in een
sloot, uitloopende in de buitenhaven
van het kasteel Huis ten Donk, welke
haven in open verbinding staat met de
rivier de Nieuwe Maas.
Een liefdesdrama in Bos
nië. In het district Banja in Bosnië
is een 17-jarig rijk en knap meisje de
onschuldige oorzaak van veel bloedver
gieten geweest. Zeer velen maakten haar
het hof en ofschoon haar vader wenschte,
dat zij zou trouwen met Dragomir, een
rijk landbouwer, bleef zij trouw aan haar
uitverkorene, Vasa, een jeugdig weduw
naar met geringe middelen.
Toen zij een huwelijk met Dragomir
weigerde verzamelde deze 50 zijner vrien
den, gewapend met bijlen, messen en
landbouwwerktuigen en trok op zijn ri
vaal af, die zich inmiddels ook van een
gewapende vriendenmacht had voorzien.
Voor het huis van het meisje ontstond
de botsing, nadat zij nogmaals haar
trouw aan Vasa had verklaard. Het bloe
dige gevecht duurde een half uur, toen
werden de vechtenden door de gendarmes
gescheiden. Vasa en drie zijner vrienden
werden doodelijk gewond en 15 jonge
mannen werden met zware verwondin
gen in het ziekenhuis opgenomen, terwijl
nog tientallen anderen gewond zijn, doch
het verborgen houden, uit vrees voor
arrestatie.
Het meisje, dat zich eveneens onder de
vechtenden had begeven, was ongedeerd
gebleven.
Hoorende, dat Vasa gedood was, tracht
te zij een einde aan haar leven te maken,
doch dit werd haar belet. Zij blijft bij
haar woord, Dragomir, die zelf ernstig
gewond is, niet te zullen huwen en zegt
hem en zichzelf te zullen dooden, indien
haar ouders op dit huwelijk blijven aan
dringen.
Het drama te Nieuw
koop. Zooals bekend heeft de gepen
sioneerde majoor der Rijksveldwacht te
Nieuwkoop na het optreden der Niëuw-
koopsche bevolking tegen hem, zijn intrek
genomen te Leiden.
Zondagavond omstreeks elf uur heeft
een vijftigtal personen uit Nieuwkoop zich
naar Leiden begeven en daar onder het
trekken aan de huisbel van T.'s woning
aan den Hoogewoerd, gedemonstreerd,
waarbij luide bedreigingen aan het adres
van den rijksveldwachter werden gericht,
o.a. deze: „Al woon je nu in Leiden, we
laten je toch niet met rust!"
De politie was spoedig ter plaatse en
heeft de Nieuwkoopers tot heengaan ge
noopt. Maatregelen zijn genomen om her
haling te voorkomen.
De toestand van v. d. W., het slachtof
fer van het noodlottige hagelschot, is nog
steeds vooruitgaande. Het levensgevaar is
geheel geweken.
Kind leven begraven. Gis
termorgen is onder afschuivend zand bij
de zandafgraving van de Klip te Wasse
naar een doodelijk ongeval geschied. De
13-jarige C., uit Oegstgeest, die meegere
den was met de auto van van der L., stond
bij die auto en werd door een neerkomende
hoeveelheid zand van ongeveer 5 600
kub. M. bedolven en tegen de auto ge
drukt. Politie en het aanwezige personeel
trachtten hem uit te graven, wat zeer moei
lijk ging. Een geneesheer kon slechts den
dood constateeren. Het lijk is naar het
politiebureau overgebracht.
Communisten contra fas
cisten. Te Zaandam zijn Zaterdag
avond twee fascisten, de gebroeders S.,
toen zij naar huis keerden, op de Noor-
derbrug door een groep van 15 commu
nisten aangevallen. In plaats van voor
de overmacht te wijken, hebben zij hun
aanvallers krachtig te woord gestaan, zoo
danig zelfs, dat een der communisten
een ongewild bad in de Zaan had moeten
nemen, als niet juist op tijd de politie ter
plaatse was verschenen. De communist,
die reeds aan de andere zijde van de
brugleuning hing, heeft het aan de politie
te danken, dat hij op het droge is geble
ven. Zijn kameraden waren allen bij de
komst van de politie op de vlucht gesla
gen. Een der fascisten heeft een klacht bij
de politie ingediend, omdat de communist
de K. zijn costuum had beschadigd, door
daarop een hoeveelheid inkt te werpen.
DE DREIGING DER SOVJETS.
Militaire bedrijvigheid in het Oosten.
In het Wit-Russische blad „Rupor"
geeft iemand, die een reis gemaakt heeft
van Mandsjoekoeo naar de Oostelijke zee-
provincie der Sovjet-Unie, vanwaar 'hij
zijn moeder en zijn zusters heeft terug
gebracht, een beeld van de militaire be
drijvigheid der Sovjets.
Deze persoon verhaalt, dat hij het ge
bied der Sovjet-Unie betrad op een punt
tusschen Smakoffka en Sviagino, 200 KM.
ten Zuiden van Lman.
In dit district, zoo schrijft hij, staan
militaire posten van 40 roode soldaten
met machinegeweren, alsmede verschei
dene leden van de Ogpoe-organisatie, op
afstanden van ongeveer 3 K.M. gestation-
neerd. Het gebied tusschen de militaire
posten wordt bovendien geregeld door in
fanterie en cavalarie gecontroleerd.
Achter deze linie van mobiele grens
posten zijn in alle groote dorpen garni
zoenen ingekwartierd van elk 500 man,
elk garnizoen bestaande uit infanterie,
cavalerie en artillerie.
In de nabijheid van Spassk, de groot
ste luchtbasis der Sovjets in het verro
Oosten heeft hij 212 vliegtuigen waarge
nomen, die manoeuvres verrichtten. Zeven
daarvan waren één, de andere tweedek
kers.
De schrijver heeft zich ruim een maand
met een zijner zusters in een klein dorpje
verborgen moeten houden en hij verklaart
met nadruk, dat de boeren der zeepro
vincie allen aan den rand van den hon
gerdood staan. Hij zegt, dat zijn moeder
en zuster zoo zwak waren van de onder
voeding, dat geen van hen sterk genoeg
was, om het risico van de terugreis te
aanvaarden.
De anti-Mandsjoerijsche strijdkrachten
aan de Oostelijke grens, aldus de schrij
ver, krijgen 5 ton zout als „hoofdgeld"
voor eiken vluchteling, dien zij aan de
Sovjet-Russische grenswachten uitleveren
In de Mandsjoerijsche stad Toeng Fang
tegenover Sviagino, is de voornaamste
man, die zich met dit bedrijf bezighoudt,
een rijke, invloedrijke boer, die veelvul
dig bezoek ontvangt van de agenten der
Ogpoe.
De terugreis deed de schrijver langs de
grensrivier Soe-Au Tsja, die uit het meer
Hing-Kai-Hoe stroomt. Hij zegt op dezen
tocht van 40 K.M. 20 geheel naakte lijken
van Europeanen te hebben zien liggen.
In Japansche kringen te Charbin heeft
men ook vernomen, dat de Koreanen in
het district Posiet van de zee-provincie
aan de grens van Mandsjoekoe en Korea
bevel hebben gekregen van de Sovjet-re
geering, hun woningen te verlaten en uit
te wijken naar plaatsen ten Westen van
Chabarowsk. De ontruimde boerderijen
worden bezet met militaire reservisten uit
centraal Rusland.
In sommige kringen beschouwt men
dezen maatregel als een deel van het plan
der sovjet-regeering, om Oostelijk-Sibe-
rië, inclusief het Amoer-district en de
zeeprovinciën, met militairen te bezetten.