MERCURIUS
HAVERMOUT
Leestafel.
Het Vrouwenhoekje
Dammen
IÉ! lil iÉl
CENT PER
PONDSPAK
De roofoverval te Wa
teringen. De rijksveldwachter Smal
en de gemeentepolitie van Wateringen
zijn er, in samenwerking met de Haag-
sche recherche, in geslaagd te Zutfen,
waar hij zich ophield in verband met
zijn militaire plichten, te arresteeren ze
keren H. Z., uit de Oog in het Zeilstraat
te Den Haag, in verband met den roof
overval vorige week gepleegd op den 83-
jarigen Chrispijn te Wateringen. H. Z.
heeft een volledige bekentenis afgelegd.
Hij is met Chrispijn geconfronteerd en
heeft tegenover dezen zijn spijt betuigd.
Het blijkt dat de reeds voor eenige da
gen aangehouden G. A. te zamen met
H. Z. den inbraak met overval heeft ge
pleegd. De inmiddels ook aangehouden G.
uit de Rozemarijnstraat te Den Haag, die
met den plaatselijken toestand goed op de
hoogte was, heeft hun de noodige inlich
tingen verschaft, doch was bij de misdaad
niet aanwezig. Thans is komen vast te
staan dat toch nog iets ontvreemd is, n.l.
een busje van een liefdadige instelling.
Hierin bevond zich echter vermoedelijk
slechts een luttel bedrag. Zoowel A. als Z.
zijn naar het Huis van Bewaring te Den
Haag overgebracht.
Naar thans bekend is geworden, zou de
roof, indien deze was doorgegaan, goede
resultaten hebben opgeleverd, daar er op
dat moment een belangrijke som geld in
huis aanwezig was.
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZAND.
XCVII.
De landarbeidersstaking.
In mijn Gadzandsche brief van 17 Sep
tember verleden jaar schreef ik reeds,
dat, indien geen overeenstemming tus-
schen de landbouwers en arbeiders be
reikt kon worden, het in het volgend jaar
vast en zeker tot een staking zou komen.
In de meeste plaatsen van ons land
van Gadzand is overeenstemming bereikt,
maar in twee plaatsen is de staking uit
gebroken. Nu is deze wel niet algemeen,
in Zuidzande b.v. zijn er, naar een bericht
in de bladen, 17 in staking gegaan, 78
z.jn blijven werken en de rest der „sta
kers" zijn werkloozen, maar er is dan
toch staking met al de onaangenaamhe
den er aan verbonden.
Als men zoo de berichten in de bladen
leest, dan krijgt men den indruk, dat die
boeren toch eigenlijk vervelende lui zijn,
want dat ze b.v. in Gadzand wel f 2 loon
willen uitbetalen, maar niet de overeen
komst willen teekenen.
Nu ik evenwel de zaak ook eens van
één onzer landbouwers heb hooren ver
tellen, krijgt n.en toch wel een andere in
druk en zegt men: Ah, zit zóó de zaak in
elkaar.
Maar daarvoor moet ik enkele maan
den in de historie terug. In Zuidzande
heeft het al heel den winter niet gebo
terd tusschen de werkgevers en werkne
mers, en tusschen de werkgevers en
het gemeentebestuur. Er zijn in Zuidzan
de ook dezen winter werkloozen geweest,
in welke plaats zijn ze in dezen tijd nietl
Nu gebeurde het, dat er landbouwers wa
ren, die werk hadden en naar het ge
meentehuis gingen om de lijst der werk
loozen in te zien. Maar als ze dan een
werkman vroegen te komen werken, wil
de deze dat niet, omdat het loon, dat uit
betaald werd te laag was naar zijn zin.
Men wilde n.l. f 2 hebben en niet f 1.80,
zooals werd aangeboden. Dit werd mede
gedeeld aan den burgemeester, die even
wel geen maatregelen nam om daar een
eind aan te maken. De uitkeeringen aan
de werkloozen bleven op den gewonen
voet voortgaan, alsof hen geen werk was
aangeboden.
Nu ga ik hier op dit oogenblik niet op
de kwestie in, of f 1.80 een billijk loon is
of niet. Ook niet, of de landbouwer, voor
al des winters, meer kan geven of niet.
Dat moeten de organisaties maar uitma
ken.
Maar de kwestie is deze, dat het ge
meentebestuur had moeten zorgen, dat die
arbeiders, die een loon konden verdienen,
dat des winters in deze streek niet be
neden het normale kan genoemd worden,
en die dat niet verkozen, ook van de
werkloosheidsverzekering werden uitge
sloten. In Aardenburg is dat verleden
winter óók het geval geweest. Toen heb
ben B. en W. direct maatregelen getrof
fen, de betreffende autoriteiten gewaar
schuwd en de zaak was in korten tijd
voor elkaar.
Maar de burgemeester van Zuidzande
was daartoe niet bereid. Door de werk
gevers is kort daarop telegrafisch den
Minister van een en ander bericht gezon
den. Wat er verder binnenkamers gebeurd
is, is niet bekend, maar wie enkele weken
geleden in Oostburg de vergadering heeft
bijgewoond, waar over de instelling van
een arbeidsbemiddeling voor het land van
Gadzand werd gesproken, zal nu mis
schien beter begrijpen, waarom de toon
tusschen den burgemeester van Zuidzande
en een autoriteit uit Den Haag niet vrij
van prikkelbaarheid was.
Wat is nu het doel van de arbeiders
organisaties met het willen vaststellen van
een loon ook in den winter van f 2, terwijl
toch zeker heel wat arbeiders in deze
dagen des winters zouden willen werken
voor f 1.80. In Aardenburg en omstreken
tenminste zeker wel. Het doel is dit, dat
vanneer eenmaal in de overeenkomst
staat, d'at f 2 't loon is, niemand des win
ters een werklooze kan dwingen voor min
der te werken op verbeurte van zijn on
dersteuning.
Zelfs is op een der vergaderingen ge
zegd door één der leiders, dat het niet
gaf, of alle boeren dat loon van f 2 niet
gaven, als het maar op papier stond, dat
ze f 2 gaven.
Dat is hetgeen heel deze zaak vertroe
beld heeft. En de werkgevers in Zuidzan
de zijn dan ook niet bereid de arbeids
overeenkomst te teekenen. En daar heb
ben ze m. i. groot gelijk in. Een vaststel
ling van een loon met nevenbedoelingen
schept steeds een ongezonden toestand.
Als er dan een arbeidsovereenkomst
noodig is, laat die dan ook alleen bepa
lingen bevatten, die serieus bedoeld zijn.
Het ware te hopen, dat de Bonden hierin
goede leiding gaven.
Op den Uitkijk. Tijdschrift voor
het Christelijk gezin. Onder de tijdschrif
ten, die zoo langzamerhand een vaste
plaats hebben gekregen, behoort ook het
om de andere week verschijnende blad
„Op den Uitkijk". Dit tijdschrift heeft een
geheel eigen karakter. Het is dus niet zoo
dat men behoeft te kiezen tusschen dit en
een ander blad, het is b.v. niet „Op den
Uitkijk" f, maar n „Timotheus".
Natuurlijk wordt gevraagd: „wie zal
dat betalen? Wie kan zich de weelde ver-
oorlooven zich op meerdere tijdschriften
te abonneeren?
Ons antwoord luidt: wie betaalt de si
garen en sigaretten, de radio en al derge
lijke dingen meer?
En dan zal men zeker willen toestem
men dat werkelijk goede tijdschriften
voor het Christelijk gezin toch zeker niet
minder waarde hebben.
Tot die goede tijdschriften behoort ook
„Op den Uitkijk".
Uit den inhoud van de laatste nummers
laten we hier enkele titels volgen: Pau-
lus medearbeiders", door prof. dr A. v.
Veldhuizen, „Op den Uitkijk", buiten onze
grenzen, door Dr J. D. Boerkool en bin
nen onze grenzen door Dr J. Veldkamp,
„Karl Barth" door A. Janse. Verder een
groote verscheidenheid artikelen, waar
van de meeste geïllustreerd en een ver
volgverhaal.
Uitgeefster is N.V. Gebr. Zomer en
Keunings Uitg. Mij'., Wageningen.
Het Schouwvenster (Uitg. Mij.
E. J. Bosch Jbz., Amsterdam) de bekende
week-illustratie voor het Chr. gezin,
draagt weer een geheel ander karakter.
De talrijke illustraties zijn meestal van
actueelen aard. Voorts geeft het Schouw
venster verschillende vervolgverhalen en
losse schetsen, speciale rubrieken voor
de vrouwen enz.
DE BEVOLKING DER WERELD.
Voor het eerst in de geschiedenis der
menschheid is er in ernst een statistiek
opgesteld om te komen tot een redelijk
juiste schatting van het aantal menscheu.
dat de aarde bewoont. Het resultaat is:
ruim 2 milliard of om nauwkeuriger le
zeggen: 2012.8 millioen. Natuurlijk kan
bij een dergelijke schatting ge°n al te
groote nauwkeurigheid worden verwacht.
De publicatie komt voor in het onlangs
verschenen jaarboekje van den Volken
bond. te midden van vele en velerlei an
dere gegevens. Wanneer men de verdee
ling der ruim 2 milliard aardbewoners
over de werelddeelen bschouwl, dan blijkt
meer dan de helft hunner in Azië te wo
nen, nl. 1103 millioen volgens de taxatie
op 1 Januari 1931. Op 1 Januari 1930 had
Azië naar schatting 1092 millioen inwo
ners; er is dus een duidelijke toename te
constateeren. Europa heeft voor de eerste
maal het halve milliard overschreden en
telt 506 millioen inwoners tegen 498 op
ultimo 1929. Amerika is van 248 op 252
millioen gekomen; de bevolkingstoename
bedraagt ruim 2 millioen in Zuid-, ruim
1 millioen in Noord- en geen millioen in
Centraal-Amerika. Afrika heeft 142 mil
lioen inwoners en zou, als de schattingen
juist zijn, 2 millioen inwoners verloren
hebben in den loop van 1930. Australië
met zijn 10 millioen inwoners heeft een
toename van 180.000 inwoners vermeld.
Het absolute cijfer van de bevolkings
toename is het grootst in Rusland (127
tegen 124 millioen), Polen (ruim 32 tegen
nog geen 31) en Spanje (24 tegen 23 mil
lioen), terwijl het bevolkingscijfer in
Duitschland (64) en in Engeland (46) sta-
tionnair bleef. Frankrijk met zijn 62 mil
lioen had daarentegen nog een kleine be
volkingstoename, n.l. 610.000, terwijl in
Italië de bevolking van 41 millioen zelfs
met 406.000 achteruit zou zijn gegaan.
Een groote vermindering in de bevolkings
cijfers werd waargenomen in Schotland,
in alle deelen van Ierland op de Engelsche
eilanden, de Faroër-eilanden en Spits
bergen.
Wat Amerika betreft zijn de Vereenig-
de Staten van 112.5 tot 124 millioen op
geklommen en Brazilië van 40 tot 41 mil
lioen. Ook in Canada is de bevolking toe
genomen; in Argentinië met zijn 11 mil
lioen stijgt het cijfer uiterst langzaam.
Een duidelijke achteruitgang vertoonden
drie Zuid- en drie Middel-Amerikaansche
staten (Peru, Paraguay, Fransch Guyana
en Panama, San Salvador, Guatemala) be
nevens eenige aan Engeland toebehoo-
rende Antillen (Bahama, Saint Vincent).
In Azië vertoonen alle belangrijke sta
ten een bevolkingstoename: Britsch-Indië
van 348 tot 352, Nederlandsch-Indië van
60 tot 61, Japan van 64 tot 65 en Indo-
Ghina van 64 tot 65 millioen. De verras
sende stijging van 444 tot 453 millioen in
China is slechts schijn; in het eigenlijke
China is de bevolking van 415 tot 412 ge
daald en in Mandsjoerije van 29 tot 26
millioen; het aantal inwoners van Mon
golië werd echter vroeger geschat op 2 en
volgens de latere berichten op 8 millioen. I
Een belangrijke vermindering vindt men
in Azië in de kleine koloniën, Aden, Hong-
j kong, de Fransche en Portugeesche kolo-
niën, de Straits Settlements en zelfs Cey
lon. In Australië en Oceanië is de bevol
kingstoename daarentegen groot op vele
eilandengroepen en klein op de groote
oppervlakten.
In Afrika vindt men slechts een wer
kelijk groote vermindering op Mauritius,
verder is er een vermindering in de Ila-
liaansche koloniën met uitzondering van
Erythrea, op de kust van Somaliland, in
het Fransche mandaatgebied Togo, in
Gambië enz. Er is echter bevolkingstoe
name in Spaanse h Marokko, in Egypte
(15 millioen in plaats van 14), in Nigerië
en zelfs in de Zuid-Afrikaansche Unie.
Ingezonden Mededeeling.
Huiselijk leven bij Oud-lsraël.
Wij lezen in „De Rotterdammer":
Al lag het in den geest der Israëlieti-
sche oudheid, dat men het liefst zonen
had, toch was het er verre van, dat de
dochters maar weinig in tel zouden ge
weest zijn. De namen, die men aan de
meisjes gaf: Bevalligheid, Hinde, Myrten-
struik, enz. toonen reeds duidelijk aan,
dat zij wel degelijk welkom waren in den
kring van het oud-Joodsche huisgezin.
Zoowel de kindermoord als het te von
deling leggen waren bij de oude Hebreeën
geheel onbekende misdrijven, waartegen
de Mozaïsche wet dan ook geen enkele
bepaling bevat. Het werd iets ondenk
baars geacht. Immers, „zou een vrouw
haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet
ontferme over de vrucht van haar
schoot?"
Naar de zeden der herdersvolken werd
het kind tot aan het eind van het derde
jaar door de moeder gezoogd. Daarna
hield men het zoogenaamde speenmaal,
maar werd toch het kind nog geruimen
tijd aaneen hoofdzakelijk met melk en
honing gevoed.
Bij het verder opgroeien bleef het meis
je geheel aan de zorg van de moeder toe
vertrouwd.
Wanneer de huisgenooten vereenigd
waren rond den Paaschc^sch, en ook bij
enkele andere gelegenheden, dan ver
haalde de huisvader aan de kinderen de
groote daden van God.
De kinderen groeiden vrij op, en zoo
als het klimaat het meebracht, buiten
den regentijd veel in de open lucht.
Toch was het leven van het meisje al
spoedig niet enkel kinderspel. Het werk
der huisvrouw werd door haar dochters
gedeeld, vooral het zwaardere werk,
waarbij zij zich in het openbaar moesten
vertoonen, zooals het water putten en
huiswaarts dragen.
Een vrije keuze bij haar huwelijk kende
het Joodsche meisje niet. Dit hangt samen
met de beschouwing van het huwelijk
onder de volken van het Oosten. Dit was
geen vrije verbintenis tusschen man en
vrouw, omdat beider recht niet gelijk
stond. Het was eerder een overeenkomst
tusschen den aanstaanden man en de
ouders of voogden van de bruid, waarbij
zich ook het beschermend gezag van den
oudsten broeder deed gevoelen. Wel werd
bij Israël niet, zooals bij heidenen, de
vrouw als een soort van slavin verkocht,
maar toch verwachtte men rijke geschen
ken van den bruidegom, zoowel voor de
bruid als voor haar familieleden.
Zoodra nu het huwelijkscontract, oud
tijds alleen mondeling en onder getuigen,
gesloten was, nam de bruid den sluier
aan, die haar gelaat voor andere mannen
bedekte. Een eigenlijke huwelijksplechtig
heid heeft er, naar het schijnt, niet be
staan.
Toch ontbrak het niet aan hartelijke
zegenspreuken en feestelijke vreugde.
Maar het in zijn huis opnemen van de
bruid was de eigenlijke voltrekking van
het huwelijk. In later tijden werd dit
overvoeren uit het ouderlijk huis naar
eigen woning een feestelijke optocht, met
muziek, zang, en reiendans.
Dat het huwelijk door de veelwijverij
ontaardde, ook bij Israël, is bekend. In
de volkszeden drong deze echter niet
door.
Voor de keuken.
Salade van vischresten. Resten
van visch, koude aardappelen, 1 krop
salade of 1 komkommer, 1 2 tomaten,
1 hardgekookt ei, kruidenazijn, inge
maakte uitjes en augurken, mayonaise.
Ontdoe de visch zorgvuldig van de gra
ten (als ze nog warm is gaat het ge
makkelijker). Maak de aardappelen fijn
en vermeng ze met wat kruidenazijn en
fijn gesneden uitjes. Leg op een schotel
eerst een laagje aardappelen en daar
overheen de in kleine stukjes verdeelde
visch. Bedek dit alles met een dikke laag
mayonnaise; doe er een rand van sla of
komkommer omheen en versier het ge
heel met hard gekookt ei, augurken en
schijfjes tomaat. j
Abrikozenjam. 1 pond gedroogde i
abrikozen, 2 pond witte suiker, 1 2
schijfjes citroen en het sap van de rest
van 1 citroen. De abrikozen (goede qua-
liteit nemen) laten weeken in lauw water
dat even boven de vruchten staat.
Ze minstens een nacht laten weeken.
Ze dan met hetzelfde water opzetten en
niet langer laten koken dan tot ze zóó
gaar zijn, dat ze met 2 vorken gekneusd
kunnen worden.
De schijfjes citroen worden meegekookt
het sap van den citroen doet men er later
in, als de jam klaar is en nog niet te
koud.
Als de massa egaal is stuk geklopt, lost
men er 2 pond suiker al roerende in op,
brengt alles aan de kook en laat het op
een zacht vuur pruttelen tot de jam de
vereischte dikte heeft. Dan het citroen
sap toevoegen.
Tomaten gevuld met eieren.
4 eieren; 4 tomaten. Men kiest ronde,
evengroote tomaten en verwijdert de
schillen. Dit doet men het gemakkelijkst
door ze een paar minuten in kokend wa
ter te houden, het schilletje is dan met
een mesje zoo te verwijderen, dat de
tomaten gaaf blijven. Snijdt een schijfje
van den top, neemt de zaadjes uit de
tomaten en het zachte gedeelte. Laat in
iedere tomaat een rauw ei vallen en zet
het dekseltje erop. Zet de tomaten in den
oven gedurende 10 minuten of zoo lang
tot het ei vast geworden is. Men geeft
om de tomaten een bruine of witte saus
met peterselie bestrooid.
Enkele wenken.
Vruchtenvlekken kunnen in den
regel uit niet waschbare zijden stof wor
den verwijderd met absoluten alcohol.
Is 't waschbare stof, dan in 't vervolg
terstond in koud water uitwasschen nooit
met zeep behandelen.
Ook kan men bij aardbeien-, bessen-,
frambozen vlekken de stof over een die
pe kom spannen en lauw water er door
gieten.
Krakende schoenen moet men
een nacht in wonderolie zetten, b.v. op
een groote platte schaal, zoodat de zolen
geheel bedekt zijn. Den volgenden dag er
af nemen en op grauw papier zetten om
het overtollige vet weg te nemen. Na een
dag of twee drogen zijn ze weer te ge
bruiken zonder vet af te geven en het
kraken is over.
Een witte wagenvacht maakt
men het beste schoon door middel van
de nog veel te weinig toegepaste „meel-
reiniging".
Wit meel verwarmt men en doet het
in een teil. Het mag niet bruin zijn van
de hitte.
Nu legt men de witte vacht in het
warme meel en wrijft ze met de handen
zóó, alsof men ze wilde wasschen.
Deze bewerking duurt zoolang, totdat
de pels schoon is.
Om te zien of de vacht echt schoon is,
neemt men nog een keer nieuw meel,
blijft dit schoon dan is de behandeling
klaar. Men klopt de vacht aan de ach
terzijde buiten flink uit: en heeft met
geringe kosten een als nieuwe vacht
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraal
221, Amsterdam.
Probieem 305.
Auteur, Jac. v. Rijn, Amsterdam.
1 2 3 4 5
6
16
26
36
46
45
47 48 49 50
Zwart 8 sch. op: 9. 10. 11. 14. 16. 18.
23. 26 en dam op 25.
Wit 9 sch. op: 24. 27. 29. 33. 34. 37.
40. 43. 44 en dam op 30.
Wit speelt en wint.
Juni-problemen voor 4 Juli in te zen
den aan bovenstaand adres.
Nieuwe speltheorie.
XVII.
In de behandelde stellingen van de
Hoogland-variant hebben wij gezien, dat
behalve het berekenen van de kansen,
welke de speler in iedere positie heeft
in het damspel nog een andere factor van
groote beteekenis is n.l. grondige kennis
van standen. Het beteekent in een partij
natuurlijk een groote tijdbesparing, in
dien men een bepaalden spelgang niet be
hoeft te berekenen, omdat men op grond
van ervaring of studie reeds van te vo
ren weet, dat die spelgang niet in aan
merking komt. Zoo zal de lezer, die het
voorgaande grondig heejj doorgewerkt,
in de Hoogland-variant weten, waarom
met zoo weinig mogelijk stukken aan den
linker vleugel moet worden gespeeld. Een
zet, waardoor stukken naar dezen vleugel
zouden worden gebracht, behoeft door
hem niet meer te worden overwogen, nog
veel minder berekend, want hij weet
reeds dat deze zwak moet zijn.
Nu is er nog een ander kenmerk van
kracht en tevens van zwakte in deze soort
stellingen en met de behandeling hiervan
besluiten wij in dit en een volgend artikel
onze theoretische beschouwingen.
Indien wij uit de opening spelen
1. 33—28
2. 39—33
3. 44—39
4. 31—27
5. 37—31
6. 41—37
7. 34—29
8. 40X29
9. 29X20
10. 27—22
11. 31X22
18—23
12—18
7—12
20—24
1420
10—14
23X34
20—25
15X24
18X27
Thans zijn wij bij de bekende positie
gekomen, die nu echter weer, bezien in
het licht van een andere bijzonderheid
moet worden besproken.
1 2 3 4 6
47 48 49 50
In deze stelling zal de lezer niet zoo
veel gewicht hechten aan de zwarte schijf
op 17. Immers, deze staat er reeds van
den aanvang der partij en allicht zou
men meenen, dat deze bij dit soort opslui
tingen behoort. Dat is echter geenszins
het geval. Zet men b.v. eens dit stuk 17
op ruit 10 dan zal de zwarte stelling ge
heel andere kansen blijken te bevatten
dan te voren. Men merke dan op:
le dat zwart zijn tegenstander even
eens in dezelfde opsluiting vasthoudt als
in de diagrampositie.
2e. dat het handhaven van deze opslui
ting door zwart dezen een schijf minder
kost dan in het eerste geval, hetgeen al
een voordeeltje op zichzelf is, zooals wij
reeds bij' de behandeling van andere
stellingen deden uitkomen.
3e. dat zwart desgewenscht toch altijd
ruit 17 nog kan gaan bezetten en
4e. dat zwart, indien in het verdere
verloop van de partij mocht blijken, dat
de oplossing hem geen voordeel oplevert,
altijd gemakkelijk 1117 en 16X7 kan
spelen en daardoor van stelling veran
deren.
Indien dus de stelling zoo was, dat
zwart nog niet op 17 had gespeeld, zou
deze meerdere vrijheid van spelen heb
ben. In bovenstaande opening was dit na
tuurlijk voor zwart niet te bereiken, doch
er zijn ook openingen waarin men dit wel
kan bereiken. Alle reden dus om hierop
de aandacht te vestigen.
Men spele eens de opening:
1. 33—28
2. 39—33
3. 4439
4. 28—22
5. 31X22
6. 32—28
17—21
21—26
20—24
18X27
14—20
47 48 49 60
Hét zou nu van zwart een belangrijke
fout zijn, indien deze 1217 speelde.
Zwart kan dezen zet beter bewaren tot
het oogenblik, dat hij er iets aan heeft
Indien zwart nu 12—17 speelt kan wit
3732 spelen, iets wat hij tevoren niet
kon, omdat zwart hem dan met 1218
tot het zwakke 3227 zou dwingen.
Zwart zou eerst aan 1217 iets hebben,
•indien de witte schijf 46 er niet stond en
zwart b.v. schijf 1 miste. Als zwart dan
1217 speelt is het niet zonder reden,
want het belet wit 3732 met 1923 en
17X46.
Een en ander komt eveneens sterk uit
in de volgende stelling:
47 48 49 60
Dat zwart nu tot 1217 heeft beslo
ten beperkt zijn spel aan den linkervleu
gel, want wit speelt 4440 en zwart kan
nu den aanval met 1420 niet onderne
men, omdat wit zich zou losmaken door
33—29, 43—39, 28X39, 32X25.
Schijf 17 zou veel beter op 12 staan,
waarna zwart alle vrijheid van spelen zou
behouden.
Dergelijke overwegingen beslissen voor
een groot gedeelte over het verloop van
een partij.