MERCURIUS HAVERMOUT Leestafel. Het Vrouwenhoekje Dammen IÉ! lil iÉl CENT PER PONDSPAK De roofoverval te Wa teringen. De rijksveldwachter Smal en de gemeentepolitie van Wateringen zijn er, in samenwerking met de Haag- sche recherche, in geslaagd te Zutfen, waar hij zich ophield in verband met zijn militaire plichten, te arresteeren ze keren H. Z., uit de Oog in het Zeilstraat te Den Haag, in verband met den roof overval vorige week gepleegd op den 83- jarigen Chrispijn te Wateringen. H. Z. heeft een volledige bekentenis afgelegd. Hij is met Chrispijn geconfronteerd en heeft tegenover dezen zijn spijt betuigd. Het blijkt dat de reeds voor eenige da gen aangehouden G. A. te zamen met H. Z. den inbraak met overval heeft ge pleegd. De inmiddels ook aangehouden G. uit de Rozemarijnstraat te Den Haag, die met den plaatselijken toestand goed op de hoogte was, heeft hun de noodige inlich tingen verschaft, doch was bij de misdaad niet aanwezig. Thans is komen vast te staan dat toch nog iets ontvreemd is, n.l. een busje van een liefdadige instelling. Hierin bevond zich echter vermoedelijk slechts een luttel bedrag. Zoowel A. als Z. zijn naar het Huis van Bewaring te Den Haag overgebracht. Naar thans bekend is geworden, zou de roof, indien deze was doorgegaan, goede resultaten hebben opgeleverd, daar er op dat moment een belangrijke som geld in huis aanwezig was. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. XCVII. De landarbeidersstaking. In mijn Gadzandsche brief van 17 Sep tember verleden jaar schreef ik reeds, dat, indien geen overeenstemming tus- schen de landbouwers en arbeiders be reikt kon worden, het in het volgend jaar vast en zeker tot een staking zou komen. In de meeste plaatsen van ons land van Gadzand is overeenstemming bereikt, maar in twee plaatsen is de staking uit gebroken. Nu is deze wel niet algemeen, in Zuidzande b.v. zijn er, naar een bericht in de bladen, 17 in staking gegaan, 78 z.jn blijven werken en de rest der „sta kers" zijn werkloozen, maar er is dan toch staking met al de onaangenaamhe den er aan verbonden. Als men zoo de berichten in de bladen leest, dan krijgt men den indruk, dat die boeren toch eigenlijk vervelende lui zijn, want dat ze b.v. in Gadzand wel f 2 loon willen uitbetalen, maar niet de overeen komst willen teekenen. Nu ik evenwel de zaak ook eens van één onzer landbouwers heb hooren ver tellen, krijgt n.en toch wel een andere in druk en zegt men: Ah, zit zóó de zaak in elkaar. Maar daarvoor moet ik enkele maan den in de historie terug. In Zuidzande heeft het al heel den winter niet gebo terd tusschen de werkgevers en werkne mers, en tusschen de werkgevers en het gemeentebestuur. Er zijn in Zuidzan de ook dezen winter werkloozen geweest, in welke plaats zijn ze in dezen tijd nietl Nu gebeurde het, dat er landbouwers wa ren, die werk hadden en naar het ge meentehuis gingen om de lijst der werk loozen in te zien. Maar als ze dan een werkman vroegen te komen werken, wil de deze dat niet, omdat het loon, dat uit betaald werd te laag was naar zijn zin. Men wilde n.l. f 2 hebben en niet f 1.80, zooals werd aangeboden. Dit werd mede gedeeld aan den burgemeester, die even wel geen maatregelen nam om daar een eind aan te maken. De uitkeeringen aan de werkloozen bleven op den gewonen voet voortgaan, alsof hen geen werk was aangeboden. Nu ga ik hier op dit oogenblik niet op de kwestie in, of f 1.80 een billijk loon is of niet. Ook niet, of de landbouwer, voor al des winters, meer kan geven of niet. Dat moeten de organisaties maar uitma ken. Maar de kwestie is deze, dat het ge meentebestuur had moeten zorgen, dat die arbeiders, die een loon konden verdienen, dat des winters in deze streek niet be neden het normale kan genoemd worden, en die dat niet verkozen, ook van de werkloosheidsverzekering werden uitge sloten. In Aardenburg is dat verleden winter óók het geval geweest. Toen heb ben B. en W. direct maatregelen getrof fen, de betreffende autoriteiten gewaar schuwd en de zaak was in korten tijd voor elkaar. Maar de burgemeester van Zuidzande was daartoe niet bereid. Door de werk gevers is kort daarop telegrafisch den Minister van een en ander bericht gezon den. Wat er verder binnenkamers gebeurd is, is niet bekend, maar wie enkele weken geleden in Oostburg de vergadering heeft bijgewoond, waar over de instelling van een arbeidsbemiddeling voor het land van Gadzand werd gesproken, zal nu mis schien beter begrijpen, waarom de toon tusschen den burgemeester van Zuidzande en een autoriteit uit Den Haag niet vrij van prikkelbaarheid was. Wat is nu het doel van de arbeiders organisaties met het willen vaststellen van een loon ook in den winter van f 2, terwijl toch zeker heel wat arbeiders in deze dagen des winters zouden willen werken voor f 1.80. In Aardenburg en omstreken tenminste zeker wel. Het doel is dit, dat vanneer eenmaal in de overeenkomst staat, d'at f 2 't loon is, niemand des win ters een werklooze kan dwingen voor min der te werken op verbeurte van zijn on dersteuning. Zelfs is op een der vergaderingen ge zegd door één der leiders, dat het niet gaf, of alle boeren dat loon van f 2 niet gaven, als het maar op papier stond, dat ze f 2 gaven. Dat is hetgeen heel deze zaak vertroe beld heeft. En de werkgevers in Zuidzan de zijn dan ook niet bereid de arbeids overeenkomst te teekenen. En daar heb ben ze m. i. groot gelijk in. Een vaststel ling van een loon met nevenbedoelingen schept steeds een ongezonden toestand. Als er dan een arbeidsovereenkomst noodig is, laat die dan ook alleen bepa lingen bevatten, die serieus bedoeld zijn. Het ware te hopen, dat de Bonden hierin goede leiding gaven. Op den Uitkijk. Tijdschrift voor het Christelijk gezin. Onder de tijdschrif ten, die zoo langzamerhand een vaste plaats hebben gekregen, behoort ook het om de andere week verschijnende blad „Op den Uitkijk". Dit tijdschrift heeft een geheel eigen karakter. Het is dus niet zoo dat men behoeft te kiezen tusschen dit en een ander blad, het is b.v. niet „Op den Uitkijk" f, maar n „Timotheus". Natuurlijk wordt gevraagd: „wie zal dat betalen? Wie kan zich de weelde ver- oorlooven zich op meerdere tijdschriften te abonneeren? Ons antwoord luidt: wie betaalt de si garen en sigaretten, de radio en al derge lijke dingen meer? En dan zal men zeker willen toestem men dat werkelijk goede tijdschriften voor het Christelijk gezin toch zeker niet minder waarde hebben. Tot die goede tijdschriften behoort ook „Op den Uitkijk". Uit den inhoud van de laatste nummers laten we hier enkele titels volgen: Pau- lus medearbeiders", door prof. dr A. v. Veldhuizen, „Op den Uitkijk", buiten onze grenzen, door Dr J. D. Boerkool en bin nen onze grenzen door Dr J. Veldkamp, „Karl Barth" door A. Janse. Verder een groote verscheidenheid artikelen, waar van de meeste geïllustreerd en een ver volgverhaal. Uitgeefster is N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitg. Mij'., Wageningen. Het Schouwvenster (Uitg. Mij. E. J. Bosch Jbz., Amsterdam) de bekende week-illustratie voor het Chr. gezin, draagt weer een geheel ander karakter. De talrijke illustraties zijn meestal van actueelen aard. Voorts geeft het Schouw venster verschillende vervolgverhalen en losse schetsen, speciale rubrieken voor de vrouwen enz. DE BEVOLKING DER WERELD. Voor het eerst in de geschiedenis der menschheid is er in ernst een statistiek opgesteld om te komen tot een redelijk juiste schatting van het aantal menscheu. dat de aarde bewoont. Het resultaat is: ruim 2 milliard of om nauwkeuriger le zeggen: 2012.8 millioen. Natuurlijk kan bij een dergelijke schatting ge°n al te groote nauwkeurigheid worden verwacht. De publicatie komt voor in het onlangs verschenen jaarboekje van den Volken bond. te midden van vele en velerlei an dere gegevens. Wanneer men de verdee ling der ruim 2 milliard aardbewoners over de werelddeelen bschouwl, dan blijkt meer dan de helft hunner in Azië te wo nen, nl. 1103 millioen volgens de taxatie op 1 Januari 1931. Op 1 Januari 1930 had Azië naar schatting 1092 millioen inwo ners; er is dus een duidelijke toename te constateeren. Europa heeft voor de eerste maal het halve milliard overschreden en telt 506 millioen inwoners tegen 498 op ultimo 1929. Amerika is van 248 op 252 millioen gekomen; de bevolkingstoename bedraagt ruim 2 millioen in Zuid-, ruim 1 millioen in Noord- en geen millioen in Centraal-Amerika. Afrika heeft 142 mil lioen inwoners en zou, als de schattingen juist zijn, 2 millioen inwoners verloren hebben in den loop van 1930. Australië met zijn 10 millioen inwoners heeft een toename van 180.000 inwoners vermeld. Het absolute cijfer van de bevolkings toename is het grootst in Rusland (127 tegen 124 millioen), Polen (ruim 32 tegen nog geen 31) en Spanje (24 tegen 23 mil lioen), terwijl het bevolkingscijfer in Duitschland (64) en in Engeland (46) sta- tionnair bleef. Frankrijk met zijn 62 mil lioen had daarentegen nog een kleine be volkingstoename, n.l. 610.000, terwijl in Italië de bevolking van 41 millioen zelfs met 406.000 achteruit zou zijn gegaan. Een groote vermindering in de bevolkings cijfers werd waargenomen in Schotland, in alle deelen van Ierland op de Engelsche eilanden, de Faroër-eilanden en Spits bergen. Wat Amerika betreft zijn de Vereenig- de Staten van 112.5 tot 124 millioen op geklommen en Brazilië van 40 tot 41 mil lioen. Ook in Canada is de bevolking toe genomen; in Argentinië met zijn 11 mil lioen stijgt het cijfer uiterst langzaam. Een duidelijke achteruitgang vertoonden drie Zuid- en drie Middel-Amerikaansche staten (Peru, Paraguay, Fransch Guyana en Panama, San Salvador, Guatemala) be nevens eenige aan Engeland toebehoo- rende Antillen (Bahama, Saint Vincent). In Azië vertoonen alle belangrijke sta ten een bevolkingstoename: Britsch-Indië van 348 tot 352, Nederlandsch-Indië van 60 tot 61, Japan van 64 tot 65 en Indo- Ghina van 64 tot 65 millioen. De verras sende stijging van 444 tot 453 millioen in China is slechts schijn; in het eigenlijke China is de bevolking van 415 tot 412 ge daald en in Mandsjoerije van 29 tot 26 millioen; het aantal inwoners van Mon golië werd echter vroeger geschat op 2 en volgens de latere berichten op 8 millioen. I Een belangrijke vermindering vindt men in Azië in de kleine koloniën, Aden, Hong- j kong, de Fransche en Portugeesche kolo- niën, de Straits Settlements en zelfs Cey lon. In Australië en Oceanië is de bevol kingstoename daarentegen groot op vele eilandengroepen en klein op de groote oppervlakten. In Afrika vindt men slechts een wer kelijk groote vermindering op Mauritius, verder is er een vermindering in de Ila- liaansche koloniën met uitzondering van Erythrea, op de kust van Somaliland, in het Fransche mandaatgebied Togo, in Gambië enz. Er is echter bevolkingstoe name in Spaanse h Marokko, in Egypte (15 millioen in plaats van 14), in Nigerië en zelfs in de Zuid-Afrikaansche Unie. Ingezonden Mededeeling. Huiselijk leven bij Oud-lsraël. Wij lezen in „De Rotterdammer": Al lag het in den geest der Israëlieti- sche oudheid, dat men het liefst zonen had, toch was het er verre van, dat de dochters maar weinig in tel zouden ge weest zijn. De namen, die men aan de meisjes gaf: Bevalligheid, Hinde, Myrten- struik, enz. toonen reeds duidelijk aan, dat zij wel degelijk welkom waren in den kring van het oud-Joodsche huisgezin. Zoowel de kindermoord als het te von deling leggen waren bij de oude Hebreeën geheel onbekende misdrijven, waartegen de Mozaïsche wet dan ook geen enkele bepaling bevat. Het werd iets ondenk baars geacht. Immers, „zou een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over de vrucht van haar schoot?" Naar de zeden der herdersvolken werd het kind tot aan het eind van het derde jaar door de moeder gezoogd. Daarna hield men het zoogenaamde speenmaal, maar werd toch het kind nog geruimen tijd aaneen hoofdzakelijk met melk en honing gevoed. Bij het verder opgroeien bleef het meis je geheel aan de zorg van de moeder toe vertrouwd. Wanneer de huisgenooten vereenigd waren rond den Paaschc^sch, en ook bij enkele andere gelegenheden, dan ver haalde de huisvader aan de kinderen de groote daden van God. De kinderen groeiden vrij op, en zoo als het klimaat het meebracht, buiten den regentijd veel in de open lucht. Toch was het leven van het meisje al spoedig niet enkel kinderspel. Het werk der huisvrouw werd door haar dochters gedeeld, vooral het zwaardere werk, waarbij zij zich in het openbaar moesten vertoonen, zooals het water putten en huiswaarts dragen. Een vrije keuze bij haar huwelijk kende het Joodsche meisje niet. Dit hangt samen met de beschouwing van het huwelijk onder de volken van het Oosten. Dit was geen vrije verbintenis tusschen man en vrouw, omdat beider recht niet gelijk stond. Het was eerder een overeenkomst tusschen den aanstaanden man en de ouders of voogden van de bruid, waarbij zich ook het beschermend gezag van den oudsten broeder deed gevoelen. Wel werd bij Israël niet, zooals bij heidenen, de vrouw als een soort van slavin verkocht, maar toch verwachtte men rijke geschen ken van den bruidegom, zoowel voor de bruid als voor haar familieleden. Zoodra nu het huwelijkscontract, oud tijds alleen mondeling en onder getuigen, gesloten was, nam de bruid den sluier aan, die haar gelaat voor andere mannen bedekte. Een eigenlijke huwelijksplechtig heid heeft er, naar het schijnt, niet be staan. Toch ontbrak het niet aan hartelijke zegenspreuken en feestelijke vreugde. Maar het in zijn huis opnemen van de bruid was de eigenlijke voltrekking van het huwelijk. In later tijden werd dit overvoeren uit het ouderlijk huis naar eigen woning een feestelijke optocht, met muziek, zang, en reiendans. Dat het huwelijk door de veelwijverij ontaardde, ook bij Israël, is bekend. In de volkszeden drong deze echter niet door. Voor de keuken. Salade van vischresten. Resten van visch, koude aardappelen, 1 krop salade of 1 komkommer, 1 2 tomaten, 1 hardgekookt ei, kruidenazijn, inge maakte uitjes en augurken, mayonaise. Ontdoe de visch zorgvuldig van de gra ten (als ze nog warm is gaat het ge makkelijker). Maak de aardappelen fijn en vermeng ze met wat kruidenazijn en fijn gesneden uitjes. Leg op een schotel eerst een laagje aardappelen en daar overheen de in kleine stukjes verdeelde visch. Bedek dit alles met een dikke laag mayonnaise; doe er een rand van sla of komkommer omheen en versier het ge heel met hard gekookt ei, augurken en schijfjes tomaat. j Abrikozenjam. 1 pond gedroogde i abrikozen, 2 pond witte suiker, 1 2 schijfjes citroen en het sap van de rest van 1 citroen. De abrikozen (goede qua- liteit nemen) laten weeken in lauw water dat even boven de vruchten staat. Ze minstens een nacht laten weeken. Ze dan met hetzelfde water opzetten en niet langer laten koken dan tot ze zóó gaar zijn, dat ze met 2 vorken gekneusd kunnen worden. De schijfjes citroen worden meegekookt het sap van den citroen doet men er later in, als de jam klaar is en nog niet te koud. Als de massa egaal is stuk geklopt, lost men er 2 pond suiker al roerende in op, brengt alles aan de kook en laat het op een zacht vuur pruttelen tot de jam de vereischte dikte heeft. Dan het citroen sap toevoegen. Tomaten gevuld met eieren. 4 eieren; 4 tomaten. Men kiest ronde, evengroote tomaten en verwijdert de schillen. Dit doet men het gemakkelijkst door ze een paar minuten in kokend wa ter te houden, het schilletje is dan met een mesje zoo te verwijderen, dat de tomaten gaaf blijven. Snijdt een schijfje van den top, neemt de zaadjes uit de tomaten en het zachte gedeelte. Laat in iedere tomaat een rauw ei vallen en zet het dekseltje erop. Zet de tomaten in den oven gedurende 10 minuten of zoo lang tot het ei vast geworden is. Men geeft om de tomaten een bruine of witte saus met peterselie bestrooid. Enkele wenken. Vruchtenvlekken kunnen in den regel uit niet waschbare zijden stof wor den verwijderd met absoluten alcohol. Is 't waschbare stof, dan in 't vervolg terstond in koud water uitwasschen nooit met zeep behandelen. Ook kan men bij aardbeien-, bessen-, frambozen vlekken de stof over een die pe kom spannen en lauw water er door gieten. Krakende schoenen moet men een nacht in wonderolie zetten, b.v. op een groote platte schaal, zoodat de zolen geheel bedekt zijn. Den volgenden dag er af nemen en op grauw papier zetten om het overtollige vet weg te nemen. Na een dag of twee drogen zijn ze weer te ge bruiken zonder vet af te geven en het kraken is over. Een witte wagenvacht maakt men het beste schoon door middel van de nog veel te weinig toegepaste „meel- reiniging". Wit meel verwarmt men en doet het in een teil. Het mag niet bruin zijn van de hitte. Nu legt men de witte vacht in het warme meel en wrijft ze met de handen zóó, alsof men ze wilde wasschen. Deze bewerking duurt zoolang, totdat de pels schoon is. Om te zien of de vacht echt schoon is, neemt men nog een keer nieuw meel, blijft dit schoon dan is de behandeling klaar. Men klopt de vacht aan de ach terzijde buiten flink uit: en heeft met geringe kosten een als nieuwe vacht Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraal 221, Amsterdam. Probieem 305. Auteur, Jac. v. Rijn, Amsterdam. 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 45 47 48 49 50 Zwart 8 sch. op: 9. 10. 11. 14. 16. 18. 23. 26 en dam op 25. Wit 9 sch. op: 24. 27. 29. 33. 34. 37. 40. 43. 44 en dam op 30. Wit speelt en wint. Juni-problemen voor 4 Juli in te zen den aan bovenstaand adres. Nieuwe speltheorie. XVII. In de behandelde stellingen van de Hoogland-variant hebben wij gezien, dat behalve het berekenen van de kansen, welke de speler in iedere positie heeft in het damspel nog een andere factor van groote beteekenis is n.l. grondige kennis van standen. Het beteekent in een partij natuurlijk een groote tijdbesparing, in dien men een bepaalden spelgang niet be hoeft te berekenen, omdat men op grond van ervaring of studie reeds van te vo ren weet, dat die spelgang niet in aan merking komt. Zoo zal de lezer, die het voorgaande grondig heejj doorgewerkt, in de Hoogland-variant weten, waarom met zoo weinig mogelijk stukken aan den linker vleugel moet worden gespeeld. Een zet, waardoor stukken naar dezen vleugel zouden worden gebracht, behoeft door hem niet meer te worden overwogen, nog veel minder berekend, want hij weet reeds dat deze zwak moet zijn. Nu is er nog een ander kenmerk van kracht en tevens van zwakte in deze soort stellingen en met de behandeling hiervan besluiten wij in dit en een volgend artikel onze theoretische beschouwingen. Indien wij uit de opening spelen 1. 33—28 2. 39—33 3. 44—39 4. 31—27 5. 37—31 6. 41—37 7. 34—29 8. 40X29 9. 29X20 10. 27—22 11. 31X22 18—23 12—18 7—12 20—24 1420 10—14 23X34 20—25 15X24 18X27 Thans zijn wij bij de bekende positie gekomen, die nu echter weer, bezien in het licht van een andere bijzonderheid moet worden besproken. 1 2 3 4 6 47 48 49 50 In deze stelling zal de lezer niet zoo veel gewicht hechten aan de zwarte schijf op 17. Immers, deze staat er reeds van den aanvang der partij en allicht zou men meenen, dat deze bij dit soort opslui tingen behoort. Dat is echter geenszins het geval. Zet men b.v. eens dit stuk 17 op ruit 10 dan zal de zwarte stelling ge heel andere kansen blijken te bevatten dan te voren. Men merke dan op: le dat zwart zijn tegenstander even eens in dezelfde opsluiting vasthoudt als in de diagrampositie. 2e. dat het handhaven van deze opslui ting door zwart dezen een schijf minder kost dan in het eerste geval, hetgeen al een voordeeltje op zichzelf is, zooals wij reeds bij' de behandeling van andere stellingen deden uitkomen. 3e. dat zwart desgewenscht toch altijd ruit 17 nog kan gaan bezetten en 4e. dat zwart, indien in het verdere verloop van de partij mocht blijken, dat de oplossing hem geen voordeel oplevert, altijd gemakkelijk 1117 en 16X7 kan spelen en daardoor van stelling veran deren. Indien dus de stelling zoo was, dat zwart nog niet op 17 had gespeeld, zou deze meerdere vrijheid van spelen heb ben. In bovenstaande opening was dit na tuurlijk voor zwart niet te bereiken, doch er zijn ook openingen waarin men dit wel kan bereiken. Alle reden dus om hierop de aandacht te vestigen. Men spele eens de opening: 1. 33—28 2. 39—33 3. 4439 4. 28—22 5. 31X22 6. 32—28 17—21 21—26 20—24 18X27 14—20 47 48 49 60 Hét zou nu van zwart een belangrijke fout zijn, indien deze 1217 speelde. Zwart kan dezen zet beter bewaren tot het oogenblik, dat hij er iets aan heeft Indien zwart nu 12—17 speelt kan wit 3732 spelen, iets wat hij tevoren niet kon, omdat zwart hem dan met 1218 tot het zwakke 3227 zou dwingen. Zwart zou eerst aan 1217 iets hebben, •indien de witte schijf 46 er niet stond en zwart b.v. schijf 1 miste. Als zwart dan 1217 speelt is het niet zonder reden, want het belet wit 3732 met 1923 en 17X46. Een en ander komt eveneens sterk uit in de volgende stelling: 47 48 49 60 Dat zwart nu tot 1217 heeft beslo ten beperkt zijn spel aan den linkervleu gel, want wit speelt 4440 en zwart kan nu den aanval met 1420 niet onderne men, omdat wit zich zou losmaken door 33—29, 43—39, 28X39, 32X25. Schijf 17 zou veel beter op 12 staan, waarna zwart alle vrijheid van spelen zou behouden. Dergelijke overwegingen beslissen voor een groot gedeelte over het verloop van een partij.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 6