Kerknieuws.
Gemengd Nieuws
Rechtszaken
Het Vrouwenhoekje
Dammen
in den grond had gevonden, wel niets zou
gezegd hebben.
Vhr d e H o o concludeert, dat de ge
meente voortaan beter niets of anders al
les kan vergoeden. En de koopers van ge
meentegrond zullen goed doen dien vóór
de koop goed te doen peilen.
Dhr H o 11 e s te 11 e zou willen, dat
wanneer er meer dergelijke kwesties zijn,
de gemeenteraad of de commissie voor
het grondbedrijf tijdig op de hoogte wer
den gesteld.
Het verzoek van den heer Van Belzen
werd hierna met alg. st. afgewezen.
Op voorstel van B. en W. wordt in
dank aanvaard de houtsnede, aangeboden
door den kunstschilder Cor Visser.
De andere, op de agenda voorkomende
voorstellen (ook de verrekening met de
bijz, scholen) worden z.h.st. aangenomen.
Rondvraag. Dhr de R o o merkt
op, dat op verzoek van het Burg. Arm
bestuur in enkele café's controle is gehou
den of ook bedeelden van het B. A. daar
gelag maakten. Het is van belang, dat die
controle ook tot andere café's wordt uit
gebreid, maar het B.A. heeft bericht ge
kregen, dat vanwege het kleine aantal
agenten daaraan geen gevolg kan worden
gegeven. Spr. begrijpt dat niet. De agen
ten kunnen die controle op ongeregelde
tijden tijdens hun surveillance verrichten.
De voorzitter antwoordt, dat de
commissaris van politie het B.A. in over
weging gaf zelf een controleur aan te stel
len. Voor de politie is het werkelijk niet te
doen. Die controle zou zich niet alleen tot
café's, maar ook tot wedstrijden en ten
toonstellingen moeten uitstrekken. De po
litie heeft genoeg werk. Het aantal klach
ten over te weinig politietoezicht is legio.
Dhr d e R o o zegt, dat, wanneer men
dan niet wil, de gemeentekas de gevolgen
maar moet dragen. Een armbezoeker is
niets voor Goes.
De voorzitter herhaalt, dat de con
trole op de bedeelden de taak van het
B. A. is.
Dhr V i s s c h r zou den indruk willen
wegnemen, dat alle bedeelden van het
B. A. kroegloopers zijn.
Dhr G r u c q vindt het nu en dan eens
nemen van steekproeven voldoende. (In
terruptie: da's ook de bedoeling!)
Dhr Hollestelle acht het toch niet
onredelijk van de politie eenige medewer
king te vragen.
De voorzitter zal het nog eens met
den commissaris van politie bespreken.
Dhr Vermaire wil meer banken op
den Westwal.
De voorzitter antwoordt, dat die
bloot staan aan veel vernieling.
Hierna sluiting.
Een kerkelijke kwestie
te Rijssen. Men meldt uit Rijssen, dat
ds J. van Wier op Hemelvaartsdag met
de rechterlijke macht van den preekstoel
in de Geref. gemeente (Walstraat) is ge
weerd. De reden daarvan moet daarin ge
legen zijn, dat ds van Wier, die de ope
ning van de zelfstandige Kerkgemeente
der Gereformeerden onder het Kruis te
Rijssen in het verband der Geref. Ge
meente in Nederland bewerkte, zichzelf
daarna aan dit kerkverband heeft ont
trokken.
Maandag vergaderden te Rijssen depu-
taten der classis Barneveld met den ker-
keraad der Geref. Gemeente te Rijssen
(Walstraat). Een laatste poging werd be
proefd om ds van Wier tot inkeer te
brengen, maar deze poging faalde.
Woensdag vergaderden deputaten der
classis met den kerkeraad opnieuw en
werd besloten ds van Wier alle ambtelijk
werk in de Geref. Gemeente te Rijssen te
verbieden.
Per aangeteekenden brief werd dit be
sluit ds van Wier per expresse bezorgd.
Ds van Wier weigerde deze bestelling.
Eveneens weigerde hij een afschrift hem
door drie ouderlingen aan huis bezorgd.
Donderdagochtend wilde ds van Wier
preeken in de kerk Walstraat. Toen is
hem den preekstoel ontzegd. De burge
meester van Rijssen was in het kerkge
bouw tegenwoordig. Met zijn familie en
enkele leden vertrok toen ds van Wier,
waarna hij in den voortuin zijner pastorie
eenige zijner aanhangers heeft toegespro
ken.
Tegen de onzedelijkheid.
De Haagsche politie heeft ingegrepen te
gen een misstand welke Den Haag in het
buitenland een minder goeden naam be
zorgde.
Het was bij de autoriteiten reeds gerui-
men tijd bekend, dat er in de residentie
een levendige „handel in echtgenooten"
werd gedreven. Verschillende „dames",
die reeds meermalen door de politie over
de grens waren geleid, werden na korte-
ren of langoren tijd weer in Den Haag
aangetroffen.
Wanneer de politie deze vrouwen aan
hield, bleek dat de mogelijkheid om haar
weer over de grens te zetten uitgesloten
was, aangezien zij de Nederlandsche na
tionaliteit bleken verkregen te hebben. De
vrouwen toonden dan op het hoof Ibureau
niet zonder trots een trouwboekje, waar
uit bleek, dat zij tengevolge van een geslo
ten huwelijk met een Nederlander onze
nationaliteit hadden verkregen en dien
tengevolge het recht hadden hier te ver
blijven
Een voortgezet onderzoek wees uit, dat
er mannen waren, die tegen een bepaald
bedrag bereid gevonden werden met de
betrokken dames een huwelijk aan te
gaan, dat vaak op een of andere kleine
plaats in ons land werd gesloten en welk
huwelijk zoo spoedig mogelijk weer door
een scheiding werd gevolgd.
Er bevonden zich vrouwen onder van
elke nationaliteit. Vaak waren zij de Ne
derlandsche taal in het geheel niet mach
tig. Zoo waren er zelfs gevallen dat de be
trokken vrouwen alleen het woordje „ja",
dat zij bij het sluiten van een huwelijk
niet konden missen, konden zeggen.
De politie staat hier voor een moeilijk
geval. Er zijn echter enkele gevallen
waarbij minderjarige meisjes betrokken
zijn en door de politie wordt thans ge
tracht voor deze feiten zooveel mogelijk
materiaal te verzamelen in de hoop, de
mannen, die zich voor „handel in echt
genooten" leenen, onschadelijk te kannen
maken.
Woensdag j.l. kwamen 2 Italianen aan
het Hlollandsche Spoorstation in Den
Haag aan in gezelschap van een minder
jarig Fransch meisje. De politie die van
een en ander kennis had gekregen, was
op het station aanwezig en nam de man
nen mede naar het hoofdbureau, alwaar
zij voorloopig in politiebewaring werden
gesteld.
60.000 Francs zoek. Een te
Heerlen wonende Poolsche Israëliet, had
aan zichzelf, toen hij nog in het Saarge-
bied was, per aangeteekenden brief een
bedrag van 60.000 francs overgemaakt.
Hij had blijkbaar geredeneerd, dat 't vei
liger was het geld per post naar Heerlen
te sturen dan het zelf mee te brengen.
Zijn bedoeling was dan, het geld, dat met
de aanwijzing „Poste Restante" was ver
stuurd, te Heerlen aan het postkantoor af
te halen.
Toen de man H. geheeten, echter om
den brief kwam, deelde men hem mede,
dat deze brief reeds was afgegeven.
Aan het loket had zich een landsman
van H. vervoegd, die eveneens H. heette
en die de vraag, of een aangeteekende
zending van 60.000 francs misschien ook
voor hem bestemd was, bevestigend beant
woordde. Hem had men toen den briel
gegeven. Eerst later bleek, dat deze in
verkeerde handen was gevallen. Aangifte
bij de politie volgde en deze stelt thans
een onderzoek in dat tot dusver nog niet
tot resultaat leidde.
Kantongerecht te Goes.
Door den Kantonrechter te Goes zijn
veroordeeld wegens overtreding:
Het zoeken van eieren van wild: J. J
K., 'sH. Hendrikskinderen f 15 of 15 d.;
als schipper met zijn vaartuig een
rijkskanaal bevarende geen reglementen
aan boord hebben: J. A. M. R., Antwer
pen 3 maal f 2 of 3 maal 2 d. h.;
te Goes luidruchtig zingen: G. v. d. L.,
Roosendaal f 2 of 2 d. h.;
te Goes op straat voetballen: P. v. d. V.,
Goes f 3 of 1 w. t.sch.;
met motorrijtuig rijden zonder geldig
rijbewijs: J. H. T., Goes f 2 of 2 d. h.;
met motorrijtuig rijden zonder num-
merbewijs: A. J. v. d. J., Ierseke f 1 of
1 d. h.;
's avonds fietsen zonder licht: B. R.,
's Heerenhoek f 5 of 5 d. h.;
met een rijwiel de veiligheid van het
verkeer in gevaar brengen: T. t. B., Ber
gen op Zoom f 10 of 10 d. h.;
dronkenschap L. V., Goes, 3e herh., 21
d. h. en 1 jaar rijkswerkinrichting; J. J.
d. K., Hansweert f 15 of 15 d. h.
Door L. V. te Goes is hooger beroep
aangeteekend tegen voormeld vonnis,
waarbij hij is veroordeeld tot 3 weken
hechtenis en een jaar rijkswerkinrich
ting, wegens Dronkenschap bij 3e her
haling;
KOMT DE GROEI DER STEDEN TOT
STAAN?
Grootere neiging om zich op het land
te vestigen.
Over de bevolkingsbeweging in Neder
land en de toekomst onzer steden hield
Ir P. Bakker Schut, directeur van den
dienst der Stadsontwikkeling en Volks
huisvesting te 's-Gravenhage een dezer
dagen een lezing voor de leden van het
Nederlandsch Instituut voor Volkshuis
vesting en Stedenbouw.
Aangezien vooral de onderlinge ver
plaatsing der bevolkingsmassa's in ons
land van beteekenis is, dient bij het onder
zoek naar de wijzigingen in den bevol
kingsomvang deze te worden ontleed in
de samenstellende factoren. Daarbij ko
men zoowel in Nederland als in de andere
West-Europeesche landen sedert het mid
den der vorige eeuw twee verschijnselen
duidelijk naar voren. Ten eerste een ster
ke en bijna voortdurend progressieve toe
neming der totale bevolking en ten twee
de, relatief gesproken, een toenemende
belangrijkheid van de steden tegenover
het platteland.
Spreker wees er vervolgens op, dat se
dert 1840 het geboortecijfer in ons land
voortdurend is gedaald, n.l. van 3637
per 1000 tot 2223 per 1000, maar dat
tegelijkertijd ook het sterftecijfer is ge
daald, n.l. van 2526 per 1000 in 1840
tot 910 per 1000 thans. Aangezien het
sterftecijfer in een sneller tempo daalde
dan het geboortecijfer, resulteerde elk
jaar weer een geboorteoverschot, dat zich
in deze periode voortdurend in stijgende
lijn heeft bewogen. Het gevolg hiervan is
geweest, dat in ons land de totale bevol
king in ronde cijfers toenam van 2.6 mil-
lioen in 1830 tot 8 millioen in 1930.
Daarna wees spreker op de groote ver
anderingen die zich in de laatste 75 jaar
op het gebied van techniek en wetenschap
hebben voltrokken, tengevolge waarvan
vermindering van het sterftecijfer plaats
vond.
In de bedoelde periode, aanvangend on
geveer in het midden der vorige eeuw,
is behalve een sterke groei, een sterke
mate van concentratie der bevolking waar
te nemen geweest: de steden groeiden
sterker dan het platteland; in ons land
evenwel niet zoo sterk als in vele nabu
rige landen.
Zal de bevolking van Nederland steeds
in grootte blijven toenemen? Zullen de
steden, en in het bijzonder de groote ste
den in verhouding sneller blijven groeien
dan Nederland als geheel?
Naar sprekers meening is dit tot dus
verre als normaal aangenomen. Hij acht
te deze meening evenwel onjuist.
In dit verband vestigde spreker de aan
dacht op de stemmen, die reeds in het
buitenland weerklinken en die een som
ber geluid doen hooren over de toekomst
der steden. Hij citeerde verschillende uit
latingen van Duitscbe, Engelsche en Ame-
rikaansche deskundigen, die er op wijzen,
dat er een tendenz is om buiten te wonen
of althans in een stad, die zoo weinig mo
gelijk stadachtig is. Maar niet alleen ten
aanzien van de woongelegenheid, ook ten
opzichte van de werkgelegenheid bestaat
een neiging tot decentralisatie; men acht
het niet meer noodzakelijk, dat de indu
strie zich in de stad vestigt. Spreker wees
er op, dat het proces van deglomeratie,
dat jaren geleden in Duitschland reeds is
ingeleid, in den laatsten tijd daar te lan
de als algemeen door te voeren stelsel
krachtig wordt verdedigd, ten gevolge
waarvan een aantal menschen of voor
een gedeelte, óf geheel op eigen grond in
eigen onderhoud kan voorzien.
Ook in de U. S. A. gaat het dezen weg
op. Uiteraard, zei spreker, bevordert de
economische nood dezen gang van zaken
Vandaar, dat dit vraagstuk ook in ons
land van belang is. Spreker ging na,
waardoor deze neiging tot decentralisatie
in de hand wordt gewerkt en noemde
daarbij de technische ontwikkeling van de
verkeersmiddelen, de verbetering van het
wegennet. Tevens vestigde hij de aandacht
op den invloed van telefoon en radio en
op het belang van de voorziening van
drinkwater en electriciteit. Naar sprekers
meening heeft de technische ontwikkeling
de decentralisatie van woon- en werk
plaats voorbereid en mogelijk gemaakt.
Zonder eenigen twijfel zijn voor vele
onzer steden ook thans nog groote ont
wikkelingsmogelijkheden aanwezig. Maar
toch zal het totaal der Nederlandsche
steden in de komende halve eeuw een be
volkingstoeneming te zien geven, die maar
een fractie is van die in de halve eeuw,
welke achter ons ligt; dientengevolge zal
de uitbreiding der steden, in het algemeen
gesproken, in een afnemend tempo gaan.
En dit moet ten gevolge hebben, dat de
besturen dier steden een scherpen strijd
om het bestaan zullen hebben te voeren.
Een en ander gaf spreker aanleiding
ten slotte te wijzen op de noodzakelijk
heid van de totstandkoming van gewes
telijke plannen, waarvan de urgentie
reeds sedert 1923 wordt betoogd.
Moeilijke kinderen.
Weten de ouders die te tobben hebben
met een „moeilijk" kind wel, welk een uit
stekende inrichting er te Amsterdam be
staat onder leiding van Professor J. Wa
terink, waar adviezen gegeven worden
over de behandeling en opvoeding van
zulke kinderen?
Een paar staaltjes uit het jaarverslag
nemen we hier over.
„Zoo zond b.v. een hoofd van een
school ons een jongen ter onderzoek, van
wien het opviel, dat hij de laatste maan
den intellectueel sterk achteruitging, dat
zijn gedrag minder goed werd en dat hij
allerlei dingen deed, die in het kader van
zijn vorig gedrag niet waren te verklaren.
Bij aanvankelijk en voortgezet onderzoek
bleek, dat de jongen in vrij erge mate be
smet was met een zekere ziekte, niet al
leen zelf in een gevaarlijken toestand ver
keerde, maar ook een ernstig gevaar op
leverde voor zijn omgeving en voor de an
dere kinderen in het gezin. Het kind werd
behandeld en kon, hoewel niet genezen,
toch aanmerkelijk verbeterd en zonder
dat infectiegevaren aanwezig waren aan
de school worden teruggegeven.
Een tweede geval betreft een meisje
van 7 jaar, dat thuis zeer pienter was,
maar op school allerlei moeilijkheden gaf
in zulke mate, dat het voornemen be
stond, het kind terug te plaatsen naar de
eerste klas. Daardoor dreigde een conflict
tusschen ouders en school. De school
zond ons het kind ter onderzoek, waarbij
bleek, dat dit kind in intellectueele ont
wikkeling den eigen leeftijd verre vooruit
was en dat het bij een ietwat neuropath&
constitutie voortdurend behoefte had aan
interessante, d.i. aan nieuwe leerstof.
Wanneer nu in de klas bet kind som
metjes maakte die het reeds kende, werd
de aandacht minder, zonk de belangstel
ling in, werd het kind lastig, lette daar
door niet op, wanneer eventueel iets
nieuws werd geboden en zoodoende ging
het niet. Op ons advies werd het kind op
de school binnen het kader van het klas
sikale stelsel individueel behandeld, na
twee maanden ging het over naar de der
de klas,- met de derde klas ging het over
naar de vierde en daar gaat het nu uitne
mend. Het kind werkt nu permanent op
wat hooger peil dan de leeftijd zou mee
brengen. Wel acht ondergeteekende het
allerminst uitgesloten, dat vóórdat het
einde van de school bereikt is, het geval
met dit kind zich nog éénmaal herhaalt".
Enkele recepten.
Voor een honingkoek is noodig 0.5
pond bloem, 1 ons honing, 1 ons suiker,
75 gram ongezoute boter, 2 gram bak
poeder, 25 gram amandelen, 1 eetlepel
kruidnagel- en kaneelpoeder.
Roer de bakboter door de bloem, hak
de amandelen fijn, laat het zout in ruim
koud water uit de boter trekken. Verwarm
honing en suiker, na toevoeging van een
paar lepels water, laat het mengsel even
doorkoken. Neem de pan van het vuur,
roer boter, fijngehakte amandelen, krui
derijen en bloem erdoor en laat het dikke
deeg een poos rustig staan. Kneed het
dan flink, rol het uit tot een schijf van
plm. 4 c.M. dikte, leg deze op een bak
blik en bak het deeg in een flink warmen
oven gaar en donkerbruin. Bestrijk het
met door water dun vloeibaar gemaakte
honing en laat de koek nog even in den
oven nadrogen.
Een peperkoek. Hak 60 gram goed ge
pelde amandelen met de schil van een
citroen fijn; kook 125 gram stroop met
een paar lepels water, roer 10 gram bak
poeder door de 250 gram bloem. Roer de
bloem door de lauw afgekoelde stroop,
kneed het deeg en werk er de gehakte
amandelen en citroenschil, een theelepel
nagelgruis, een paplepel gemberpoeder en
een paplepel cardamompoeder (indien dit
te krijgen is) door, totdat de massa ge
lijkmatig is. Maak hiervan een bal, zet
dezen, toegedekt, weg op een niet te koele
plaats. Laat het deeg urenlang staan, het
af en toe weer doorknedende. Verdeel het
dan in 2 of 3 stukken, geef hieraan het
gewenschte model, bestrijk den bovenkant
met uitgeklopt ei, druk er halve amande
len in en bak het gaar in een matig
warmen oven. Als het verkrijgbaar is,
vervange men het bakpoeder door 7M gr.
potasch, die wordt vermengd met de lau
we stroop.
Paté (voor op de boterham).
1 klein blikje tomatenpurée (in den
tomatentijd 4 groote versche tomaten),
ui, wat peper of mosterd, 100 gr. (2 niet
te groote theekopjes) havermout, 1 Maggi
bouillonblokje opgelost in 2.5 d.L. kokend
water, een half ons boter, een half ons
geraspte kaas (b.v. druge stukjes, die niet
meer gesneden kunnen worden), 1 ei
(niet bepaald noodig).
Snipper de ui fijn en laat ze in de bo
ter zachtjes gaar smoren en lichtbruin
kleuren, voeg er de tomatenpurée bij, laat
die even meer fruiten en verdun dan het
mengsel met den bouillon. Strooi er de
havermout in en laat die in het dichtge-
dekte pannetje op een zacht vuur een
kwartiertje smoren; roer er de kaas door
en de peper of den mosterd en voeg er,
als het voor den smaak noodig blijkt, wat
zout bij.
Gebruik de paté warm of koud op de
boterham.
Muurbespanning In de keuken.
Men schrijft aan het „Hbld":
Men kan gewoon vloerzeil tegen de
wanden aanbrengen. Het beste staat een
blokpatroon. Bevestigen met dunne smal
le latjes, eerst alleen boven, omdat het
zeil eerst moet „uitzakken". Eenige dagen
later ook beneden en aan de zijkanten be
vestigen. De latjes na bevestiging in de
kleur van de keuken bijschilderen. Wij
hebben het ook toegepast, in een groen
geschilderde keuken. Een blokpatroon ter
ra cotte en crème. Het staat keurig en
lijkt ons afdoende en onverslijtbaar. Bo
vendien is het niet duur, want daar er
niet op geloopen behoeft te worden, kan
het een goedkoop soort zeil zijn.
Enkels wenken.
Theevlekken verwijdert men
het beste door de stof boven een kom te
houden en heet water door de vlekken te
gieten. Verdwijnen die op deze manier
nog niet geheel en al, dan een slap bleek-
water maken en ze daarin laten wegtrek
ken. Flink naspoelen.
Roodsteenen bloempot
ten kan men opknappen door ze eerst
goed van buiten af te boenen met heet
water en Brusselsche aarde en ze, als ze
droog zijn, af te wrijven met in water op
gelost steenrood.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem 304.
Auteur, EC. A. Luyt, Halfweg.
12 3 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
45
47 48 49 50
Zwart 13 sch. op: 2. 4. 7. 8. 9. 12. 14
15. 16. 18. 19. 23 en 29
Wit 12 sch. op: 20. 21. 25. 26. 27. 31.
35. 36. 42. 45. 48 en 49.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Mei-problemen vóór 6 Juni in te zen
den aan bovenstaand adres.
Nieuwe speltheorie.
XVI.
De positie, welke wij nu zullen behan
delen, kan ontstaan in een opening, waar
in zwart een randschijf accepteert en
toont afdoende, dat er aan deze wijze van
spelen ook gevaren zijn verbonden.
De lezers, die de voorgaande artikelen
hebben bestudeerd, zullen opgemerkt heb
ben, dat het nadeel, dat zwart in onder
staande stelling heeft, niet zoozeer een
gevolg is van de stelling aan den linker
vleugel of de opsluiting rechts, maar
wordt veroorzaakt door een teveel aan
stukken op den linkervleugel. De zwarte
schijf 10 zou b.v. veel beter op 13 of 7 of
11 staan.
Bij het naspelen van de nu volgende
varianten komt de slechte plaatsing van
schijf H) ai heel duidelijk uit.
Wit moet spelen en kan onmiddellijk
tot 3127 en 36X27 overgaan, doch kan
ook als volgt spelen:
47 48 49 50
1. 43—38
2. 32X21
3. 47—42
21—27 (A.B.)
16X27
10—14 (G.)
Op 27 speelt wit 2530, 33X17, 42
Xll enz.
4. 26—21
5. 28X17
6. 42X13
17X37
12X21
Zwart beeft een schijf verloren.
(G.) 3. 6—11
4. 26—21 17X37
5. 28X6 27—31
6. 36 X 27 37—41
7. 6—11
Op zwart 4137 speelt wit nu 3832.
Op 4146 speelt wit 2722 met winst
van een tweede stuk.
Zwart kan in deze variant ook bij den
derden zet 813 spelen, doch dan wint
wit een stuk door:
4. 26—21 17X37
5. 28X 8 3X12
6. 42X22 18X27
7. 2923 en 33X31 met schijf
winst.
Het is dus duidelijk, dat zwart bij den
eersten zet anders moet spelen. Daar 3
9 en 27 niet kunnen geschieden wegens
wit 3530 en 2923 en zwart na 611
door wit 3127 en 36X27 direct verliest,
blijven dus als te behandelen zetten 10
14 en 813 over.
(B.) 1.
2. 31—27
3. 36X27
10—14
22X31
8—13
Nog steeds kan 27 niet wegens den
zet 3530.
4. 47—42 5—10
Nu zou zwart 27 volgen: wit 2722.
28—23 en 42X2.
5. 42—37 2—8
6. 48—42 3—9
7. 49—43
Stand na 4943:
1 2 3 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
4b
47 48 49 50
Op 2430 enz. verliest zwart nu een
stuk door wit 2923, 33X35.
Er is voor zwart nog deze mogelijkheid
7.
17—22
19—23
18X27
21X1
16X27
8. 28X17
9. 27—22
10. 29X7
11. 32X21
12. 3732 en wit wint een schijf.
Er blijft zwart dus als eerste zet en uit
gaande van de eerste diagramstelling
slechts over:
(A.) 1.
8—13
22X31
3—8
2. 31—27
3. 36X27
Nu zou op 27 wit 2823, 3832 en
33X2 volgen.
Men spele in de eerste diagramstelling:
1. 43—38 8—13
2. 47—42 2—7
3. 31—27 22X31
4. 36X27
Zwart moet nu een stuk opofferen door
2430 enz. want er dreigt 2722, 28—
23, 42X2 en op:
4. 7—11 volgt:
b. 27—22 18X 27
6. 28—23 19X37
7. 42X22 17X28
8. 26X30
Het nadeel ontstaat dus doordat zwart
links een stuk te veel heeft, dat rechts g0*
mist wordt.