Kerknieuws. Gemengd Nieuws Rechtszaken Het Vrouwenhoekje Dammen in den grond had gevonden, wel niets zou gezegd hebben. Vhr d e H o o concludeert, dat de ge meente voortaan beter niets of anders al les kan vergoeden. En de koopers van ge meentegrond zullen goed doen dien vóór de koop goed te doen peilen. Dhr H o 11 e s te 11 e zou willen, dat wanneer er meer dergelijke kwesties zijn, de gemeenteraad of de commissie voor het grondbedrijf tijdig op de hoogte wer den gesteld. Het verzoek van den heer Van Belzen werd hierna met alg. st. afgewezen. Op voorstel van B. en W. wordt in dank aanvaard de houtsnede, aangeboden door den kunstschilder Cor Visser. De andere, op de agenda voorkomende voorstellen (ook de verrekening met de bijz, scholen) worden z.h.st. aangenomen. Rondvraag. Dhr de R o o merkt op, dat op verzoek van het Burg. Arm bestuur in enkele café's controle is gehou den of ook bedeelden van het B. A. daar gelag maakten. Het is van belang, dat die controle ook tot andere café's wordt uit gebreid, maar het B.A. heeft bericht ge kregen, dat vanwege het kleine aantal agenten daaraan geen gevolg kan worden gegeven. Spr. begrijpt dat niet. De agen ten kunnen die controle op ongeregelde tijden tijdens hun surveillance verrichten. De voorzitter antwoordt, dat de commissaris van politie het B.A. in over weging gaf zelf een controleur aan te stel len. Voor de politie is het werkelijk niet te doen. Die controle zou zich niet alleen tot café's, maar ook tot wedstrijden en ten toonstellingen moeten uitstrekken. De po litie heeft genoeg werk. Het aantal klach ten over te weinig politietoezicht is legio. Dhr d e R o o zegt, dat, wanneer men dan niet wil, de gemeentekas de gevolgen maar moet dragen. Een armbezoeker is niets voor Goes. De voorzitter herhaalt, dat de con trole op de bedeelden de taak van het B. A. is. Dhr V i s s c h r zou den indruk willen wegnemen, dat alle bedeelden van het B. A. kroegloopers zijn. Dhr G r u c q vindt het nu en dan eens nemen van steekproeven voldoende. (In terruptie: da's ook de bedoeling!) Dhr Hollestelle acht het toch niet onredelijk van de politie eenige medewer king te vragen. De voorzitter zal het nog eens met den commissaris van politie bespreken. Dhr Vermaire wil meer banken op den Westwal. De voorzitter antwoordt, dat die bloot staan aan veel vernieling. Hierna sluiting. Een kerkelijke kwestie te Rijssen. Men meldt uit Rijssen, dat ds J. van Wier op Hemelvaartsdag met de rechterlijke macht van den preekstoel in de Geref. gemeente (Walstraat) is ge weerd. De reden daarvan moet daarin ge legen zijn, dat ds van Wier, die de ope ning van de zelfstandige Kerkgemeente der Gereformeerden onder het Kruis te Rijssen in het verband der Geref. Ge meente in Nederland bewerkte, zichzelf daarna aan dit kerkverband heeft ont trokken. Maandag vergaderden te Rijssen depu- taten der classis Barneveld met den ker- keraad der Geref. Gemeente te Rijssen (Walstraat). Een laatste poging werd be proefd om ds van Wier tot inkeer te brengen, maar deze poging faalde. Woensdag vergaderden deputaten der classis met den kerkeraad opnieuw en werd besloten ds van Wier alle ambtelijk werk in de Geref. Gemeente te Rijssen te verbieden. Per aangeteekenden brief werd dit be sluit ds van Wier per expresse bezorgd. Ds van Wier weigerde deze bestelling. Eveneens weigerde hij een afschrift hem door drie ouderlingen aan huis bezorgd. Donderdagochtend wilde ds van Wier preeken in de kerk Walstraat. Toen is hem den preekstoel ontzegd. De burge meester van Rijssen was in het kerkge bouw tegenwoordig. Met zijn familie en enkele leden vertrok toen ds van Wier, waarna hij in den voortuin zijner pastorie eenige zijner aanhangers heeft toegespro ken. Tegen de onzedelijkheid. De Haagsche politie heeft ingegrepen te gen een misstand welke Den Haag in het buitenland een minder goeden naam be zorgde. Het was bij de autoriteiten reeds gerui- men tijd bekend, dat er in de residentie een levendige „handel in echtgenooten" werd gedreven. Verschillende „dames", die reeds meermalen door de politie over de grens waren geleid, werden na korte- ren of langoren tijd weer in Den Haag aangetroffen. Wanneer de politie deze vrouwen aan hield, bleek dat de mogelijkheid om haar weer over de grens te zetten uitgesloten was, aangezien zij de Nederlandsche na tionaliteit bleken verkregen te hebben. De vrouwen toonden dan op het hoof Ibureau niet zonder trots een trouwboekje, waar uit bleek, dat zij tengevolge van een geslo ten huwelijk met een Nederlander onze nationaliteit hadden verkregen en dien tengevolge het recht hadden hier te ver blijven Een voortgezet onderzoek wees uit, dat er mannen waren, die tegen een bepaald bedrag bereid gevonden werden met de betrokken dames een huwelijk aan te gaan, dat vaak op een of andere kleine plaats in ons land werd gesloten en welk huwelijk zoo spoedig mogelijk weer door een scheiding werd gevolgd. Er bevonden zich vrouwen onder van elke nationaliteit. Vaak waren zij de Ne derlandsche taal in het geheel niet mach tig. Zoo waren er zelfs gevallen dat de be trokken vrouwen alleen het woordje „ja", dat zij bij het sluiten van een huwelijk niet konden missen, konden zeggen. De politie staat hier voor een moeilijk geval. Er zijn echter enkele gevallen waarbij minderjarige meisjes betrokken zijn en door de politie wordt thans ge tracht voor deze feiten zooveel mogelijk materiaal te verzamelen in de hoop, de mannen, die zich voor „handel in echt genooten" leenen, onschadelijk te kannen maken. Woensdag j.l. kwamen 2 Italianen aan het Hlollandsche Spoorstation in Den Haag aan in gezelschap van een minder jarig Fransch meisje. De politie die van een en ander kennis had gekregen, was op het station aanwezig en nam de man nen mede naar het hoofdbureau, alwaar zij voorloopig in politiebewaring werden gesteld. 60.000 Francs zoek. Een te Heerlen wonende Poolsche Israëliet, had aan zichzelf, toen hij nog in het Saarge- bied was, per aangeteekenden brief een bedrag van 60.000 francs overgemaakt. Hij had blijkbaar geredeneerd, dat 't vei liger was het geld per post naar Heerlen te sturen dan het zelf mee te brengen. Zijn bedoeling was dan, het geld, dat met de aanwijzing „Poste Restante" was ver stuurd, te Heerlen aan het postkantoor af te halen. Toen de man H. geheeten, echter om den brief kwam, deelde men hem mede, dat deze brief reeds was afgegeven. Aan het loket had zich een landsman van H. vervoegd, die eveneens H. heette en die de vraag, of een aangeteekende zending van 60.000 francs misschien ook voor hem bestemd was, bevestigend beant woordde. Hem had men toen den briel gegeven. Eerst later bleek, dat deze in verkeerde handen was gevallen. Aangifte bij de politie volgde en deze stelt thans een onderzoek in dat tot dusver nog niet tot resultaat leidde. Kantongerecht te Goes. Door den Kantonrechter te Goes zijn veroordeeld wegens overtreding: Het zoeken van eieren van wild: J. J K., 'sH. Hendrikskinderen f 15 of 15 d.; als schipper met zijn vaartuig een rijkskanaal bevarende geen reglementen aan boord hebben: J. A. M. R., Antwer pen 3 maal f 2 of 3 maal 2 d. h.; te Goes luidruchtig zingen: G. v. d. L., Roosendaal f 2 of 2 d. h.; te Goes op straat voetballen: P. v. d. V., Goes f 3 of 1 w. t.sch.; met motorrijtuig rijden zonder geldig rijbewijs: J. H. T., Goes f 2 of 2 d. h.; met motorrijtuig rijden zonder num- merbewijs: A. J. v. d. J., Ierseke f 1 of 1 d. h.; 's avonds fietsen zonder licht: B. R., 's Heerenhoek f 5 of 5 d. h.; met een rijwiel de veiligheid van het verkeer in gevaar brengen: T. t. B., Ber gen op Zoom f 10 of 10 d. h.; dronkenschap L. V., Goes, 3e herh., 21 d. h. en 1 jaar rijkswerkinrichting; J. J. d. K., Hansweert f 15 of 15 d. h. Door L. V. te Goes is hooger beroep aangeteekend tegen voormeld vonnis, waarbij hij is veroordeeld tot 3 weken hechtenis en een jaar rijkswerkinrich ting, wegens Dronkenschap bij 3e her haling; KOMT DE GROEI DER STEDEN TOT STAAN? Grootere neiging om zich op het land te vestigen. Over de bevolkingsbeweging in Neder land en de toekomst onzer steden hield Ir P. Bakker Schut, directeur van den dienst der Stadsontwikkeling en Volks huisvesting te 's-Gravenhage een dezer dagen een lezing voor de leden van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuis vesting en Stedenbouw. Aangezien vooral de onderlinge ver plaatsing der bevolkingsmassa's in ons land van beteekenis is, dient bij het onder zoek naar de wijzigingen in den bevol kingsomvang deze te worden ontleed in de samenstellende factoren. Daarbij ko men zoowel in Nederland als in de andere West-Europeesche landen sedert het mid den der vorige eeuw twee verschijnselen duidelijk naar voren. Ten eerste een ster ke en bijna voortdurend progressieve toe neming der totale bevolking en ten twee de, relatief gesproken, een toenemende belangrijkheid van de steden tegenover het platteland. Spreker wees er vervolgens op, dat se dert 1840 het geboortecijfer in ons land voortdurend is gedaald, n.l. van 3637 per 1000 tot 2223 per 1000, maar dat tegelijkertijd ook het sterftecijfer is ge daald, n.l. van 2526 per 1000 in 1840 tot 910 per 1000 thans. Aangezien het sterftecijfer in een sneller tempo daalde dan het geboortecijfer, resulteerde elk jaar weer een geboorteoverschot, dat zich in deze periode voortdurend in stijgende lijn heeft bewogen. Het gevolg hiervan is geweest, dat in ons land de totale bevol king in ronde cijfers toenam van 2.6 mil- lioen in 1830 tot 8 millioen in 1930. Daarna wees spreker op de groote ver anderingen die zich in de laatste 75 jaar op het gebied van techniek en wetenschap hebben voltrokken, tengevolge waarvan vermindering van het sterftecijfer plaats vond. In de bedoelde periode, aanvangend on geveer in het midden der vorige eeuw, is behalve een sterke groei, een sterke mate van concentratie der bevolking waar te nemen geweest: de steden groeiden sterker dan het platteland; in ons land evenwel niet zoo sterk als in vele nabu rige landen. Zal de bevolking van Nederland steeds in grootte blijven toenemen? Zullen de steden, en in het bijzonder de groote ste den in verhouding sneller blijven groeien dan Nederland als geheel? Naar sprekers meening is dit tot dus verre als normaal aangenomen. Hij acht te deze meening evenwel onjuist. In dit verband vestigde spreker de aan dacht op de stemmen, die reeds in het buitenland weerklinken en die een som ber geluid doen hooren over de toekomst der steden. Hij citeerde verschillende uit latingen van Duitscbe, Engelsche en Ame- rikaansche deskundigen, die er op wijzen, dat er een tendenz is om buiten te wonen of althans in een stad, die zoo weinig mo gelijk stadachtig is. Maar niet alleen ten aanzien van de woongelegenheid, ook ten opzichte van de werkgelegenheid bestaat een neiging tot decentralisatie; men acht het niet meer noodzakelijk, dat de indu strie zich in de stad vestigt. Spreker wees er op, dat het proces van deglomeratie, dat jaren geleden in Duitschland reeds is ingeleid, in den laatsten tijd daar te lan de als algemeen door te voeren stelsel krachtig wordt verdedigd, ten gevolge waarvan een aantal menschen of voor een gedeelte, óf geheel op eigen grond in eigen onderhoud kan voorzien. Ook in de U. S. A. gaat het dezen weg op. Uiteraard, zei spreker, bevordert de economische nood dezen gang van zaken Vandaar, dat dit vraagstuk ook in ons land van belang is. Spreker ging na, waardoor deze neiging tot decentralisatie in de hand wordt gewerkt en noemde daarbij de technische ontwikkeling van de verkeersmiddelen, de verbetering van het wegennet. Tevens vestigde hij de aandacht op den invloed van telefoon en radio en op het belang van de voorziening van drinkwater en electriciteit. Naar sprekers meening heeft de technische ontwikkeling de decentralisatie van woon- en werk plaats voorbereid en mogelijk gemaakt. Zonder eenigen twijfel zijn voor vele onzer steden ook thans nog groote ont wikkelingsmogelijkheden aanwezig. Maar toch zal het totaal der Nederlandsche steden in de komende halve eeuw een be volkingstoeneming te zien geven, die maar een fractie is van die in de halve eeuw, welke achter ons ligt; dientengevolge zal de uitbreiding der steden, in het algemeen gesproken, in een afnemend tempo gaan. En dit moet ten gevolge hebben, dat de besturen dier steden een scherpen strijd om het bestaan zullen hebben te voeren. Een en ander gaf spreker aanleiding ten slotte te wijzen op de noodzakelijk heid van de totstandkoming van gewes telijke plannen, waarvan de urgentie reeds sedert 1923 wordt betoogd. Moeilijke kinderen. Weten de ouders die te tobben hebben met een „moeilijk" kind wel, welk een uit stekende inrichting er te Amsterdam be staat onder leiding van Professor J. Wa terink, waar adviezen gegeven worden over de behandeling en opvoeding van zulke kinderen? Een paar staaltjes uit het jaarverslag nemen we hier over. „Zoo zond b.v. een hoofd van een school ons een jongen ter onderzoek, van wien het opviel, dat hij de laatste maan den intellectueel sterk achteruitging, dat zijn gedrag minder goed werd en dat hij allerlei dingen deed, die in het kader van zijn vorig gedrag niet waren te verklaren. Bij aanvankelijk en voortgezet onderzoek bleek, dat de jongen in vrij erge mate be smet was met een zekere ziekte, niet al leen zelf in een gevaarlijken toestand ver keerde, maar ook een ernstig gevaar op leverde voor zijn omgeving en voor de an dere kinderen in het gezin. Het kind werd behandeld en kon, hoewel niet genezen, toch aanmerkelijk verbeterd en zonder dat infectiegevaren aanwezig waren aan de school worden teruggegeven. Een tweede geval betreft een meisje van 7 jaar, dat thuis zeer pienter was, maar op school allerlei moeilijkheden gaf in zulke mate, dat het voornemen be stond, het kind terug te plaatsen naar de eerste klas. Daardoor dreigde een conflict tusschen ouders en school. De school zond ons het kind ter onderzoek, waarbij bleek, dat dit kind in intellectueele ont wikkeling den eigen leeftijd verre vooruit was en dat het bij een ietwat neuropath& constitutie voortdurend behoefte had aan interessante, d.i. aan nieuwe leerstof. Wanneer nu in de klas bet kind som metjes maakte die het reeds kende, werd de aandacht minder, zonk de belangstel ling in, werd het kind lastig, lette daar door niet op, wanneer eventueel iets nieuws werd geboden en zoodoende ging het niet. Op ons advies werd het kind op de school binnen het kader van het klas sikale stelsel individueel behandeld, na twee maanden ging het over naar de der de klas,- met de derde klas ging het over naar de vierde en daar gaat het nu uitne mend. Het kind werkt nu permanent op wat hooger peil dan de leeftijd zou mee brengen. Wel acht ondergeteekende het allerminst uitgesloten, dat vóórdat het einde van de school bereikt is, het geval met dit kind zich nog éénmaal herhaalt". Enkele recepten. Voor een honingkoek is noodig 0.5 pond bloem, 1 ons honing, 1 ons suiker, 75 gram ongezoute boter, 2 gram bak poeder, 25 gram amandelen, 1 eetlepel kruidnagel- en kaneelpoeder. Roer de bakboter door de bloem, hak de amandelen fijn, laat het zout in ruim koud water uit de boter trekken. Verwarm honing en suiker, na toevoeging van een paar lepels water, laat het mengsel even doorkoken. Neem de pan van het vuur, roer boter, fijngehakte amandelen, krui derijen en bloem erdoor en laat het dikke deeg een poos rustig staan. Kneed het dan flink, rol het uit tot een schijf van plm. 4 c.M. dikte, leg deze op een bak blik en bak het deeg in een flink warmen oven gaar en donkerbruin. Bestrijk het met door water dun vloeibaar gemaakte honing en laat de koek nog even in den oven nadrogen. Een peperkoek. Hak 60 gram goed ge pelde amandelen met de schil van een citroen fijn; kook 125 gram stroop met een paar lepels water, roer 10 gram bak poeder door de 250 gram bloem. Roer de bloem door de lauw afgekoelde stroop, kneed het deeg en werk er de gehakte amandelen en citroenschil, een theelepel nagelgruis, een paplepel gemberpoeder en een paplepel cardamompoeder (indien dit te krijgen is) door, totdat de massa ge lijkmatig is. Maak hiervan een bal, zet dezen, toegedekt, weg op een niet te koele plaats. Laat het deeg urenlang staan, het af en toe weer doorknedende. Verdeel het dan in 2 of 3 stukken, geef hieraan het gewenschte model, bestrijk den bovenkant met uitgeklopt ei, druk er halve amande len in en bak het gaar in een matig warmen oven. Als het verkrijgbaar is, vervange men het bakpoeder door 7M gr. potasch, die wordt vermengd met de lau we stroop. Paté (voor op de boterham). 1 klein blikje tomatenpurée (in den tomatentijd 4 groote versche tomaten), ui, wat peper of mosterd, 100 gr. (2 niet te groote theekopjes) havermout, 1 Maggi bouillonblokje opgelost in 2.5 d.L. kokend water, een half ons boter, een half ons geraspte kaas (b.v. druge stukjes, die niet meer gesneden kunnen worden), 1 ei (niet bepaald noodig). Snipper de ui fijn en laat ze in de bo ter zachtjes gaar smoren en lichtbruin kleuren, voeg er de tomatenpurée bij, laat die even meer fruiten en verdun dan het mengsel met den bouillon. Strooi er de havermout in en laat die in het dichtge- dekte pannetje op een zacht vuur een kwartiertje smoren; roer er de kaas door en de peper of den mosterd en voeg er, als het voor den smaak noodig blijkt, wat zout bij. Gebruik de paté warm of koud op de boterham. Muurbespanning In de keuken. Men schrijft aan het „Hbld": Men kan gewoon vloerzeil tegen de wanden aanbrengen. Het beste staat een blokpatroon. Bevestigen met dunne smal le latjes, eerst alleen boven, omdat het zeil eerst moet „uitzakken". Eenige dagen later ook beneden en aan de zijkanten be vestigen. De latjes na bevestiging in de kleur van de keuken bijschilderen. Wij hebben het ook toegepast, in een groen geschilderde keuken. Een blokpatroon ter ra cotte en crème. Het staat keurig en lijkt ons afdoende en onverslijtbaar. Bo vendien is het niet duur, want daar er niet op geloopen behoeft te worden, kan het een goedkoop soort zeil zijn. Enkels wenken. Theevlekken verwijdert men het beste door de stof boven een kom te houden en heet water door de vlekken te gieten. Verdwijnen die op deze manier nog niet geheel en al, dan een slap bleek- water maken en ze daarin laten wegtrek ken. Flink naspoelen. Roodsteenen bloempot ten kan men opknappen door ze eerst goed van buiten af te boenen met heet water en Brusselsche aarde en ze, als ze droog zijn, af te wrijven met in water op gelost steenrood. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem 304. Auteur, EC. A. Luyt, Halfweg. 12 3 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 Zwart 13 sch. op: 2. 4. 7. 8. 9. 12. 14 15. 16. 18. 19. 23 en 29 Wit 12 sch. op: 20. 21. 25. 26. 27. 31. 35. 36. 42. 45. 48 en 49. Wit speelt en wint. Oplossingen. Mei-problemen vóór 6 Juni in te zen den aan bovenstaand adres. Nieuwe speltheorie. XVI. De positie, welke wij nu zullen behan delen, kan ontstaan in een opening, waar in zwart een randschijf accepteert en toont afdoende, dat er aan deze wijze van spelen ook gevaren zijn verbonden. De lezers, die de voorgaande artikelen hebben bestudeerd, zullen opgemerkt heb ben, dat het nadeel, dat zwart in onder staande stelling heeft, niet zoozeer een gevolg is van de stelling aan den linker vleugel of de opsluiting rechts, maar wordt veroorzaakt door een teveel aan stukken op den linkervleugel. De zwarte schijf 10 zou b.v. veel beter op 13 of 7 of 11 staan. Bij het naspelen van de nu volgende varianten komt de slechte plaatsing van schijf H) ai heel duidelijk uit. Wit moet spelen en kan onmiddellijk tot 3127 en 36X27 overgaan, doch kan ook als volgt spelen: 47 48 49 50 1. 43—38 2. 32X21 3. 47—42 21—27 (A.B.) 16X27 10—14 (G.) Op 27 speelt wit 2530, 33X17, 42 Xll enz. 4. 26—21 5. 28X17 6. 42X13 17X37 12X21 Zwart beeft een schijf verloren. (G.) 3. 6—11 4. 26—21 17X37 5. 28X6 27—31 6. 36 X 27 37—41 7. 6—11 Op zwart 4137 speelt wit nu 3832. Op 4146 speelt wit 2722 met winst van een tweede stuk. Zwart kan in deze variant ook bij den derden zet 813 spelen, doch dan wint wit een stuk door: 4. 26—21 17X37 5. 28X 8 3X12 6. 42X22 18X27 7. 2923 en 33X31 met schijf winst. Het is dus duidelijk, dat zwart bij den eersten zet anders moet spelen. Daar 3 9 en 27 niet kunnen geschieden wegens wit 3530 en 2923 en zwart na 611 door wit 3127 en 36X27 direct verliest, blijven dus als te behandelen zetten 10 14 en 813 over. (B.) 1. 2. 31—27 3. 36X27 10—14 22X31 8—13 Nog steeds kan 27 niet wegens den zet 3530. 4. 47—42 5—10 Nu zou zwart 27 volgen: wit 2722. 28—23 en 42X2. 5. 42—37 2—8 6. 48—42 3—9 7. 49—43 Stand na 4943: 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 4b 47 48 49 50 Op 2430 enz. verliest zwart nu een stuk door wit 2923, 33X35. Er is voor zwart nog deze mogelijkheid 7. 17—22 19—23 18X27 21X1 16X27 8. 28X17 9. 27—22 10. 29X7 11. 32X21 12. 3732 en wit wint een schijf. Er blijft zwart dus als eerste zet en uit gaande van de eerste diagramstelling slechts over: (A.) 1. 8—13 22X31 3—8 2. 31—27 3. 36X27 Nu zou op 27 wit 2823, 3832 en 33X2 volgen. Men spele in de eerste diagramstelling: 1. 43—38 8—13 2. 47—42 2—7 3. 31—27 22X31 4. 36X27 Zwart moet nu een stuk opofferen door 2430 enz. want er dreigt 2722, 28— 23, 42X2 en op: 4. 7—11 volgt: b. 27—22 18X 27 6. 28—23 19X37 7. 42X22 17X28 8. 26X30 Het nadeel ontstaat dus doordat zwart links een stuk te veel heeft, dat rechts g0* mist wordt.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 6