Vast aan het beginsel
De geestelijke en zedelijke volksbelangen
Dr H. COLIJN 00
No. I van lijst jj
KIEST op 26 April a.s.
Dr H. COLIJN
No. 1 op lijst 33
Een nationale partij.
No. 33
H. COLIJN
De heerschappij van het recht.
DrH. COLIJN.
an eerst 4
et voort- 4
egenover
h en het J
inis der J
COLIJN.
ristelijk en
Inocratisch.
DE STEMBUS ROEPT!!
Boeren en Tuinders
en de Stembus.
oud-strijders.
Hoe men stemmen moet!
Door eendracht sterk.
4
4
4
4
zelf stellen als we in het stemhokje ons stembiljet openvouwen.
Het kost niet veel moeite den begeerden candidaat te vinden.
In den rechter benedenhoek, vinden we op op één na de laatste lijst
onder nummer 33 de Anti-revolutionaire candidaten.
Dus op één na de
laatste lijst, onder
nummer 33
Ons volk, aldus Dr Colijn in zijn deputatenrede, is in zijn groote meerderheid
een Christelijk volk, in dezen zin dan, dat de grondslagen van ons maatschappelijk
leven gelegd zijn door het Christendom en dat de algemeene levensrichting zelfs van
hen, die van het geloof zijn afgevallen, toch nog door den inhoud van het Christelijk
geloof bepaald wordt. DAAROM is het in ons land, ondanks de verscheidenheid
van geestesstrooming, MOGELIJK in de handhaving van de Christelijke grondslagen
van ons staatkundig en maatschappelijk leven door de Overheid, beveiliging te zoeken
tegen de ontbindende krachten, die ook in ons volksleven werkzaam zijn en die in
het eind ALLE op één punt uitloopen: de vernietiging van een vrije Christelijke
volksgemeenschap.
Het is ook daarom, dat ons Manifest om voortdurende aandacht vraagt voor £gfl WOOrd V3Ü 6611 OnZGf
de geestelijke en zedelijke volksbelangen
zag. j
4
teeft zich over zaken van
wij denken hier o.i
kelde electriciteitsvraag.
ael te kunnen vormen en
aromtrent te kunnen uit
9 van onze lijst, de h
IP11C te Wemeldinge ij
»>Uö behalve Raads-
Provinciale Staten van
zeer gewaardeerd lid,
kring veler vertrouwen
bleken uit de plaats die
|iet organisatieleven van
oeren en tuinders.
|jk is nog als nummer 20
:ht. de heer
te Zierikzee, die daar
sinds jaren een voor
ts inneemt. Hij bekleedt
functies, is lid van den
t plaatse en werd mede
r de Provinciale Staten,
staat bij hem op den
r het doen. Een stoere
steeds laat leiden door
fteginsel.
wij reeds opmerkten, e
izelschap.
van maatschappelijke po-
'ikkeling, van kerkelijke
verschil ontbreekt toet
h e i d.
1. al deze candidaten ei_
zich zonder voorbehoud
r de Antirevo-
banier, dat zij ook
Jjndige leven belijden de
e g i n s e 1 e n, die one
geopenbaard zijn en dal
Imet de begeerte om de
id en volk naar den eisen
Jen te behartigen.
,e candidaten
ij dan ook vol
n onze stem ê6-
i op lijst 33 van het sterf
lijst als nummer 1 voor
H. COLIJN.
IJemocratische Unie hed'
moed, de kiezers aller»;
waarvan zij weet, da
kt kunnen worden.
jeering de grootste moe
ting sluitend te maken
|>en tekort van meer
lden gerekend moet
et eischen, die, als z
t tekort tot veel meer
lden zouden doen stug
jgenachtig bedrijf-
ers van deze partu - -
>ts bijzonders g«P« ni(t
niet zoo dom, dat
Idat ze beloften doen,
ervullen.
iok onbarmhartig.
g als iemand in nood
allerlei zorgen te
nog veel erger, w 01,
menschen allerlei
die niet te verwezen
toezeggingen P8***
stelling moeten brengt
iheilig spel met de j
ihristelijk en tis
lenschelijk wreed j,
loei heeft de leiders op
kussen te helpen-
m de kiezers in
ze te nuchter M®. fflB g|
bij den neus te W*
ol vertrouwen &un
H. COL IJ N.
Van heeler harte geef ook ik een klein
artikeltje voor den „Verkiezings-Zeeuw".
Eén ding doet mij alleen leed. Wat het is?
Rat mijn pen niet genoeg versneden is
om naar den ernst der tijden zoovelen
als maar mogelijk kan zijn te bewegen
hun stem uit te brengen op lijst 33, de
lijst der Anti-Revolutionaire Partij.
Wat zou ik willen, dat ik zóó overre
dend kon schrijven, dat allen mij toerie
pen: ik ga met U; ik stem Dr H. COLIJN!
Gelukkig echter wil God ook het ééne
talent gebruikt zien endus ook ge
bruiken. Doe Hij dit ook door deze sobere
woorden tot Zijn eer en tot heil van Ko
ningin en Vaderland, van land en volkl
Ge merkt wel, lezer en lezeres, dat ik
warm Antirevolutionair ben. Ik ben het
van mijn jeugd af. Ik ben het aan de
voeten van Gods volk geworden, zoo kan
ik van heeler harte en oprecht zeggen.
En wat men daar leert, dat gaat er niet
gemakkelijk uit. In onze jongelingsjaren,
in de jaren, waarin de Heere mijn hart
opende, zoodat ik acht nam op hetgeen
van Zijn knecht en knechten gesproken
werd, en waarin de Heere mij ook uit
stootte in Zijnen wijngaard, in die jon
gelingsjaren leefden we midden in den
politieken strijden werden we geleid door
een man, die de rechtvaardigmaking door
het geloof kende, gedurig bepaald hij het
Antirevolutionair beginsel van de dagen
van Groen van Prinsterer af.
Dit heeft tot mij zooveel gesproken,
dat ik tot den huidigen dag nóg van mee-
ning ben, dat ieder, die Gereformeerd
ligt inzake de Waarheid Gods, in de An
tirevolutionaire gelederen hoort. Ik ge
loof, dat een niet-Gereformeerde warm
Antirevolutionair kan zijn, omdat dat
politiek beginsel hem het rechte voor
komt, maar ik kan niet anders dan on
begrijpelijk vinden, dat een Gereformeerd
voelende het Antirevolutionair beginsel
niet toegedaan is.
Het is dan ook veelzeggend, dat nóch
van de Staatkundig Gereformeerde Partij,
nóch van de Hervormd Gereformeerde
gezegd kan worden, dat zij in den uitge
sproken grondslag niet Antirevolutionair
zijn. Het gaat bij die partijen niet tegen
het echte Antirevolutionaire beginsel,
maar tegen de toepassing er van door de
A. R. en G. H. En nog meer veelzeggend
is, dat, terwijl men meent, dat A. R. en
C. H. het in de toepassing mis hebben,
men zelve in een geheel verkeerde stelling
terecht gekomen is. Er is toch bij beide
een verwarring van de begrippen: Kerk
en Staat. De H. G. S. droomt van een
Staatskerk, een heerschende Kerk, ter
wijl de S. G. P. streeft naar den Kerk
staat. En dit terwijl Jezus zelf de Kerk
een „dienende" plaats toewijst en
nadrukkelijk zegt, dat zij een apart „li
chaam" is in het midden der wereld en
naast de Koninkrijken dezer wereld.
Het kan daarom moeilijk anders of deze
partijen moeten leven van en bij de feilen
der Antirevolutionaire (en Christelijk
Historische en Roomsch Katholieke) par
tij. Bedroevend komt het den laatsten tijd
uit, hoe de Staatkundig Geref. Partij de
fouten der Antirevolutionairen opzoekt,
aangrijpt om deze te nemen als operatie
basis harer eigene Antirevolutionaire po
litiek. Eén mijner collega's zeide laatst:
ze leven bij de critiek! Het Eransche
spreekwoord zegt: „De critiek is gemak
kelijk, maar de kunst is moeilijkl"
Wanneer we de Waarheid Gods toe
gedaan zijn, dan weten we, dat niemand
en niets zonder feilen is. Jacobus zegt,
dat wij allen dagelijks in vele dingen strui
kelen en Paulus klaagt zelfs: Ik ellendig
mensch! Wie zal mij verlossen uit het
lichaam dezes doods. Het is daarom ech-
<er niet tegen Gods' weg, dat er feilen te
toonen zijn. Het is begrijpelijk, dat men
hier en daar vooral wanneer men na
speurt wat of deze of die man in bepaal
de gevallen gedaan heeft feilen kan
vinden, waardoor men tot eigen gewin
kan spreken van afval, verval, ja zelfs
van verraad. Mijn standpunt is echter
altijd geweest, dat ik er niet mede te
maken heb hoe deze of gene een begin
sel gebruikt of misbruikt om daardoor
mijn standpunt te bepalen. Ik heb met
dat beginsel zelf te doen. Wanneer we
vanwege fouten enz. van menschen er
gens uit weg zouden moeten loopen, dan
moesten we ook wel uit de „Waarheid"
loopen, want die wordt schrikkelijk en
gruwelijk misbruikt.
Hét Antirevolutionair beginsel is altijd
nog: tegen de revolutie het Evangeliel
Met alle kracht wil ik dit blijven uitspre
ken. Of zouden dan die vele bidders en
bidsters, of zouden dan die waardige col
lega's van mij, of zouden dan die Hoog
geachte Professoren allen blind zijn?
Artikel 3 van „Ons Program" wordt U
voorgehouden. Leest het eens aandachtig.
Overdenk het eens goed. Dan zult ge ge
waar worden, dat daarin kort en bondig
staat, dat de Overheid niet Overheid is
in een Kerkstaat en ook niet onder voog
dij van een Staatskerk, maar dat zij een
afzonderlijk lichaam is in en over het
vaderland en dus als zoodanig in eigen
consciëntie staat voor God!
Ik moet eindigen. Mijn bede gaat mede.
Mijn bede gaat mede, als God mij spaart,
tot de laatste minuut van den stemdag.
Het is de bede, dat de Heere geve, om
in rechten Oranjezin te „teekenen", ja,
dat Zijn genade nog blijke zoodanig over
ons te zijn, dat we in Oordeelstijcen nog
rijk ervaren: Ik denk geduriglijk aan u!
De Bilt (Utr.). Ds H. A. DE GEUS,
Herv, Predikant.
De stembus roept! Begrijpt ge allen
't Belang der keuze, die ge doet?
Het geidt een worsteling der geesten,
Waarbij partij gekozen moet.
De stembus roept! Beseft ge tillen
Den hoogen ernst van dezen strijd?
Zal Godes Woord het richtsnoer wezen,
Of 't woord der goden van deez' tijd?
De stembus roept! Wij willen keeren
Wat afvoert van den hoogen God.
Ook voor het politieke leven
Geldt: Trouw aan God en Zijn gebod!
De stembus roept! Wees op uw hoede
Voor dreigend' revolutiebrand!
Geen muiterij, maar rust en vrede
Begeert het volk van Nederland.
De stembus roept! Gij moet straks kiezen.
Geen aarzeling; de roepstem klinkt
Van Karmels heuveltop; „Hoe lang nog
Op twee gedachten voortgehinkt?"
De stembus roept! Komt wilt het wagen
Met God en met Zijn Woord alleen.
Geen splijtzwam, geen verbrokkelingen!
Staat pal, maar bovenal: Weest één!
De stembus roept! Komt, sluit de rijen!
Voorwaarts dan, onder d' oude leus:
„Met God voor Neerland en Oranje!"
Dan is uw keus de beste keus.
P.S. Uw keuze kan niet moeilijk zijn.
Gij geeft uw stem aan H. COLIJN.
Van alle kanten wordt op de platte
landsbevolking, de boeren en de tuinders,
invloed uitgeoefend, om bij de a.s. ver
kiezingen hun steun te verkrijgen.
Zelfs de Sociaal-Democraten, wier ide
aal het 1b den bezitters van gronden zon
der schadevergoeding hun eigendom te
ontnemen, doen hun best de stemmen
der boerenbevolking tot zich te trekken.
Op de stemmen van de plattelandsbe
volking «wordt van alle kanten gespecu
leerd.
Met recht?
Om deze vraag te beantwoorden geven
wij geen beschouwingen, maar alleen en
kele nuchtere feiten en cijfers.
In de nu afgeloopen parlementaire pe
riode zijn meermalen de boeren- en tuin-
dersbelangen in de Tweede Kamer aan
de orde gekomen. Laten we zien, welke
houding de verschillende partijen daarbij
aannamen.
Reeds in 1929 werd door den heer Van
den Heuvel (nummer 3 op de A. R. can-
didatenlijst) met ernst op den nood van
de plattelandsbevolking de aandacht ge
vestigd. Dezelfde afgevaardigde diende
een initiatief-voorstel in om de suikerbie
tenteelt te steunen. Later, bij de behande
ling van het wetsontwerp tot verhooging
van het tarief, stelde de heer van den
Heuvel namens de A. R. fractie voor, het
j invoerrecht op suiker ten bate van de
bietenteelt te verhoogen.
Dit voorstel werd verworpen. Heel de
Waar is Colijn
Daar is Colijn!
De Antirevolutionaire partij wenscht
blijkens haar program van actie van 1929:
Handhaving van de zelfstandige posi
tie, welke het Koninkrijk der Nederlan
den, onder Gods bestel, in langdurige his
torische ontwikkeling verkregen heeft.
Krachtige medewerking aan alle maat
regelen, die de heerschappij van het recht
in het leven der volkeren helpen bevorde
ren en mitsdien bijdragen tot beteugeling
van den oorlog, zoomede aan de pogingen
ondernomen om te geraken tot gelijktij
dige en wederzijdsche vermindering van
bewapening.
Onze tweedracht sterkt den tegenstan
der.
Hij juicht als Gods volk onderling wat
uit te vechten heeft.
Soms vreezen we, dat zij, die den Chris
tus der Schriften belijden, niet anders
meer tot eenheid zijn te brengen, dan on
der den druk der vijanden of liever door
de slaande hand Gods.
Worden we door den Geest ook in ons
politieke streven geleid, dan zal niets de
eenheid onder ons vermogen te breken.
We zijn vuurvast en laten alle pro
jectielen langs onze ooren gaan. Ze zijn
niet In staat onze eenheid te breken.
We belijden en bekennen de eenheid in
Christus. Daarom gaan we met onze
vrouwen en kinderen den strijd tegen in
eenigheid des geloofs, in heilige eenheid,
geknield voor onzen Koning, om in Zijn
kracht dan op te staan, bezield met vu
righeid van geest en kloeken moed, als
ziende den Onzienlijke.
In één machtige eenheid: Voor God,
Nederland en Oranje!
En die eenheid manifesteeren wij door
als één man te stemmen op Dr H.
COLIJN, de eerste candidaat op lijst 33,
op één na de laatste lijst op het stem
biljet.
Van iedere nationaal voelende partij
mag worden verwacht, dat zij er niet voor
terugdeinst haar inzicht in het nationaal
belang tot gelding te brengen, ook al gaat
dit ten koste van haar tijdelijken bloei
als partij. De houding op dit punt is in de
meeste gevallen zelfs de toetssteen bij uit
nemendheid.
Welnu, tot in het jongste verleden toe
heeft de A. R. partij getoond, dat zij den
moed bezit te staan voor dingen, die zij
in het nationaal welzijn noodzakelijk acht,
ook al kost haar dit verlies van stemmen.
Wij roemen daarop niet. Indien het an
ders ware, zou het met de beginseltrouw
niet in orde zijn. Zooals het is, is het
vrucht van ons beginsel.
H. COLIJN.
Als ge ter stembus gaat, neemt ge
ALLEEN de oproeping mede, die U dezer
dagen is toegezonden.
Deze oproeping geeft ge aan den Voor
zitter, die Uw naam en nummer afroept.
Hierop ontvangt ge van den Voorzitter
Uw stemkaart, waarmee ge naar één der
stemloketten gaat.
Ge zoekt nu op Uw stemkaaT* lar
op één na de laatste lijst op het stem
biljet.
Hebt ge die gevonden, dan neemt ge
het potlood, dat in het loket hangt en
maakt het eerste hokje rood voor den
naam
linkerzijde stemde tegen. De heeren Ker
sten en Zandt waren afwezig.
In 1930 kwam de Regeering met een
voorstel tot het heffen van een compen-
seerend invoerrecht op suiker. Dit ont
werp werd door de heeren Colijn en Van
den Heuvel krachtig verdedigd. De Socia
listen stemden tegen. De Staatk. Geref.
afgevaardigden waren afwezig.
In datzelfde jaar kwam de Tarwewet
aan de orde, een wet, van belang voor het
geheele landbouwbedrijf, voor boeren en
arbeifr.rs. De liberalen stemden op drie
na tegen. (Ook de heer Boon, nr. 1 van
de liberale lijst). Oók de Socialisten waren
op drie uitzonderingen na tegien.
Later kwam in behandeling een ont
werp tot regeling van den vleeschinvoer.
De Socialisten waren er tegen en de
Staatk. Geref. afgevaardigden waren af
wezig.
Voorts is nog behandeld een wetsont
werp tot steun aan de melkveehouders.
Ook hier waren de Socialisten weer tegen.
Dan is er nog de Crisis-Varkenswet.
Over deze wet wordt zeer verschillend ge
oordeeld. Onder hen, die op deze wet
scherpe critiek uitoefenen zijn ook de
Staatk. Geref. Kamerleden. Dat is zeer
merkwaardig. Want: aan de behandeling
van deze wet hebben deze heeren niet
deelgenomen. Zij hebben, zooals toch hun
plicht was als volksvertegenwoordigers,
niets gedaan om het ontwerp te verbete
ren. En bij de stemming waren de heeren
Kersten, Zandt en Van Dis afwezig.
De boeren en tuinders en de arbeiders
in die bedrijven werkzaam weten dus nu
waar hun vrienden zitten.
En wij twijfelen niet, of zij zullen de
partijen, die, toen hun belangen aan de
orde waren, tegen stemden, of thuis bleven
en die nu zoo op hun stemmen gebranl
zijn, stilletjes laten staan om vol ver
trouwen hun stem uit te brengen op Dr
H. COLIJN. nummer 1 van de Antirevo
lutionaire lijst.
Ook op staatkundig terrein belijdt zij
(de AR. partij) de eeuwige beginselen
van Gcds Woord.
Progr. van Beginselen,
Zoo staan we dan weer aan den voor
avond van den V6riviezingsdag.
Wij met onze vrouwen en volwassen
zonen en dochteren.
Als anti-rev. belijders organisch ver
bonden tot ééne groote geestelijke familie.
Eén in geest en streven.
Eén in daad en woord.
Rondom één vaandel.
Onder één Leidsman en Koning.
Wij weten, dat éénheid macht geeft en
tweedracht kracht breekt.
We kennen de roepstem: „dat zij allen
één zijn."
We gevoelen de noodzakelijkheid dier
eenheid, óók nu, juist nu bij deze Ka
merverkiezing.
Want 'tgaat om groote belangen.
En eveneens om heilige beginselen.
En tusschen die beide gaapt geen klove,
doch ook hierin is eenheid.
Die belangen zijn uitvloeisel van be
ginselen.
En die beginselen leiden tot doorvoe
ring van onze werkelijke belangen, zoo
geestelijk als stoffelijk.
Het gaat direct om de keuze der Ka
merleden, d.w.z. dat het indirect gaat om
de keuze der regeeringspersonen om de
richting waarin in de komende periode
zal worden gestuurd.
I Het is een worsteling om Vrijheid en
j Gezag, een kamp tegen revolutionaire
1 woeling, een strijd voor de christelijke
grondslagen onzer samenleving. Het gaat
om veel en velerlei, maar bovenal „om
Godes Woord geprezen".
Daarom vormen we een eenheidsfront.
Een eenheidsfront naar twee kampen,
die ons belagen.
Doch, die nochtans één zijn.
Eén in ontkenning van Gods Souve-
reiniteit.
j Eén in de verwerping van Gods Woord
en Wet voor het Staatkundig leven.
Stellen w ij dan ook onze krachtige
éénheid, tegenover hun eenheid.
En laat alle geschil toch onder ons
Christenvolk bij de stembusworsteling
zijn geweerd; alle verschillen, die de
orincipes niet raken.
Kiezers I
Op Woensdag 26 April a.s. wordt ge
geroepen ter stembus te gaan om een lid
voor üe Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal te helpen kiezen. Gij moogt nu niet
thuis blijven, tenzij ziekte of andere wet
tige reden u verhinderen. Maar ge zoudt
immers uit eigen beweging toch ook wel
gegaan zijn?
Nu is het echter de vraag: Wien zult
ge kiezen? Maar behoeft dat voor u nog
wel een vraag te zijn? Ieder,die nog wat
gevoelt voor God en Goddelijke zaken, zal
in deze droeve en ernstige tijden wel zijn
stem uitbrengen op candidaten, die ook
in de regeering des lands met God en Zijn
Woord rekening wenschen te houden, zoo
als ook de profeet Jesaja in bange tijden
tot het volk van Israël zeide: „Tot de Wet
en de Getuigenis".
En nu wenschen wij alleen zulke can
didaten te kiezen, die ook in onze dagen
dat Woord aan ons volk durven voorhou
den.
Zulk een man vindt ge in No 1 van
lijst 33: Dr H. COLIJN, Minister van
Staat.
Hij is een man, die altijd en overal
voor zijn beginsel uitkomt. Daarbij is hij
een man van *n zooveel omvattende zaak
kennis, dat hij menigmaal naar het bui
tenland geroepen wordt om te pogen in
de internationale economische verhoudin
gen verbetering aan te brengen.
Wij lezen van Koning Saul, dat hij van
zijn schouders en opwaarts boven allen
uitstak. Zoo is het in geestelijken zin van
Dr Colijn: Hij steekt in bekwaamheid en
doorzicht boven allen uit! En bij dit alles,
zou het geen dankbaarheid zijn, dat wij
helpen zorgen, dat we een Ministerie Co
lijn krijgen. Doordat Dr Colijn in 1911
voor een betere legerorganisatie zorgde,
zijn we in 1914 middelijk buiten den groo-
ten wereldoorlog gebleven 1 En door zijne
maatregelen is onze gulden nog een gul
den waard gebleven, terwijl bij onze bu
ren de marken en franken omlaag tui
melden!
In geestelijk en stoffelijk opzicht dus
mogen we met gerustheid en aandrang
raden:
Stemt in 1933
op No. 1 van lijst 33
Zierikzee. D. MULDER.
Noch in den volkswil, noch in de
wet, maar alleen in God vindt zij,
(de A R -partij) de bron van het sou-
vereine gezag.
Progr. van Beginselen.