tasschen
- GOES
BANK
DE ZEEUW
slrail tl. Eiüs
MEI
ONDER VAL8CHE VERDENKING
MERCURIUS
HAVERMOUT
Magazijn
ostuums
ds ingerichte Zaak.
HET ADRES
A. WILKING
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
loekiichijes.
Uit de Provincie
1 7, Telefoon 247
'indt U in
aandacht op
age prijzen
rig naar Maat
I.-, f52.-
ekende Coupe
van 6 ons,
>n en in alle kleuren,
i Schoonmaakartikelen.
AN SLUIJS Co.
8—9 uur
FEUI L LETON,
Brievsn nit Middelburg.
CENT PER
PONDSPAK
uur:
oenwinkel, Noordzand-
883.
irelkom!
)E STER"
1 men slechts voor
rkere zich daarom
'entoonstelling zal
belanghebbenden
ok kan men zich
1RSHOF.
ekerheldsstelling
7o
ten kantore der
nwoordiger voor
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
Vrij naar het Engelsch.
23) _0-
Als ik niet ja zeg, zul je me natuur
lijk uitmaken voor een akeligen, ouden
brombeer, even erg zoo niet erger dan
Ketch, de portier. Je mag aannemen. Ho,
stop", donderde mijnheer Galloway, plot
seling stilstaand.
Arthur schrok er van. „Wat nu, mijn
heer?"
„Moet je ook die jonge apen, de koris
ten, les geven?"
„0 neen, daar heb ik niets mee te ma
ken."
„0, dat is goed. Als je dat ook op je
had genomen, zou ik je aangeraden heb
ben ze te behoeden voor zulk een gezang,
als waar de rechters onlangs op onthaald
zijn."
Arthur lachte: bedankte nog eens har
telijk en sloeg dan met een verlicht hart
den weg in naar de woning van den or
ganist.
..Ik heb verlof gekregen, mijnheer Wil
liams; ik mag uw aanbod accepteeren",
«ep hij opgewekt uit, toen hij was toe-
VAN
ZATERDAG 8 APRIL 1933, No. 162.
Zeer waarschijnlijk is de Tweede Ka
mer in haar tegenwoordige samenstel
ling deze week voor het laatst bijeen ge
weest. Vóór zij uiteenging, heeft zij nog
verschillende crisissteunwetjes afgedaan.
De dames en de heeren waren daarbij op
merkelijk kort van stof. Trouwens meer
dan één derde der leden was absent. De
zin om mee te werken aan den wetgeven-
den arbeid was er blijkbaar uit.
De katheders in de vergaderlokalen,
waar de kiezers zijn saamgestroomd, lok
ken meer.. Het wordt ook kort dag. 26
April komt al aardig dicht bij.
De kort. geleden ingediende en reeds
druk besproken landbouwmachtigingswet
die de (nu nog onbekende) regeering
zulke vér strekkende bevoegdheden zou
hebben gegeven, komt niet meer in behan
deling.
Ook de Eerste Kamer vergaderde deze
week. Zij nam de bedrijfsradenwet aan.
Met de liberalen en één R.-K. stemde
ook de Ghr. Historische fractie in haar
geheel tegen, terwijl diezelfde wet de
stem der Ghr. Hist. Tweede Kamer
fractie wel verwierf, en enkele harer
leden er zelfs warm voor hebben gepleitl
De werkverschaffing blijft nog steeds
voor Rijk en gemeenten een probleem, dat
veel zorg baart. Dezer dagen kwam Mi
nister Ruys de Beerenbrouck zich per
soonlijk op de hoogte stellen, welke wer
ken in Zeeland iu werkverschaffing wor
den uitgevoerd.
Voor Middelburg was deze week een
zeer belangrijke. Het kreeg in den heer
M. Fernhout zijn eersten Anti-Revoluti
onairen burgemeester.
Wat de buitenlandsche gebeurtenissen
betreft, moet zeker eerst aandacht wor
den geschonken aan den ééndaagschen
boycot der Joden in Duitschland. Men
kan moeilijk een gevoel van ergernis on
derdrukken, als men leest, en door mid
del van photo's ziet, wat op dien zwarten
dag in Duitschlands historie bij onze
Oosterburen beeft plaats gehad.
De boycot is door de nationaal-socia-
listische regeering niet opnieuw geproc
lameerd. Hij is tot den beruchten Zater
dag beperkt gebleven, met de ontzaglijke
schade, welke hij toen aan het Duitsche
economische leven, en meer nog aan het
Duitsche prestige heeft toegebracht. Maar
aan den eisch der onverantwoordelijke
en opgehitste massa is voldaan.
Met de internationale conferenties zoo
wel van regeeringen als regeeringsper-
sonen, belooft het in de komende maan
den weer druk te worden. Ter voorberei
ding van de economische conferentie en
ter bespreking van de financiëele moei
lijkheden zullen nog deze maand de En-
gelsche premier Mac Donald en de Fran-
sche oud-premier Herriot naar Washing
ton vertrekken, om daar met Roosevelt te
confereeren. Moge daar de overeen
stemming, die zoo noodig is, worden ge
vonden.
De voorbijgegane week bracht een
zware slag voor de luchtvaart. Niet min
der dan drie luchtschepen (waaronder 't
groote Amerikaansche luchtschip Akron)
verongelukten. Helaas1 vielen bij de ramp
met de Akron vele dooden te betreuren.
Rampen en crises. Zoo is ook weer het
refrein van deze week. En terwijl men in
de meeste landen geen weg weet met de
overtollige voorraden en men zelfs over
gaat tot vernietiging van voedsel en melk
vee, komt uit China het bericht, dat
groote scharen menschen verhongeren!
Onwillekeurig denkt men hierbij, als men
dit leest, aan de woorden van een onzer
gezaghebbende economen „We leven in
een economisch gekkenhuis".
Amice,
GLV.
Zoo haleft dan Middelburg's nieuwe
burgemeester, na in plechtige raadsver
gadering te zijn geïnstalleerd, zijn taak
aanvaard. Er zijn bij deze gelegenheid
vele goede woorden gesproken, vele goede
wenschen geuit, vele hoffelijkheden uit
gewisseld. Moge het daarbij niet blijven,
doch spoedig blijken, dat men elkaar
verstaat en samen bet goede voor Mid
delburg zoekt.
Men heeft den laatsten tijd vooral van
links den wensch geuit, dat de nieuwe
burgervader zal blijken „boven de partij
en te staan". Wat verstaat men daaron
der? Toch zeker niet, dat de burgemees
ter niet zichzelf is, dat hij tracht zijn mee
ning, zijn wereld- en levensbeschouwing
weg te cijferen, in één woord, dat hij zijn
best doet „neutraal" te zijn. Neutraliteit
bestaat eenvoudig niet, neutrale menschen
zijn er niet, of het zijn geen persoonlijk
heden. Burgemeester Fernhout is in Kam
pen -evenmin een neutraal persoon ge
weest. Het antirevolutionair Kamper
raadslid, de heer J. H. Kok, de bekende
uitgever van Christelijke boeken, zeide in
zijn afscheidsrede, dat de heer Fernhout
zuiver objectief was, vaar het betrof de
belangen der verschillende kringen van
Kampen's burgerij. Doch hij voegde er
bij: „Maar desniettemin handhaafdet ge
volkomen uw eigen positief standpunt en
hebt ge nooit met Uw beginselen geschip
perd en gelaveerd. Rechte lijnen waren
het, die door U werden getrokken. Steeds
hebt ge de banier van Uw beginsel hoog
weten te houden", enz.
Iets anders verwachten ook w ij niet
van onzen burgemeester. Wij vertrouwen,
dat hij allereerst een man zij, bij wien het
gezag in alle opzichten veilig is; die
wake tegen alle pogingen om de autori
teit van het gezag aan te randen; die ook
de rust van den Zondag, de moraliteit
in tooneelvoorstellingen, bioseoopvertoo-
ningen en alle verdere vermakelijkheden;
het gebruik van de openbare straat aller
eerst voor een onbelemmerd verkeer, zoo
onverbiddelijk mogelijk handhave; opdat
een ieder ingezetene zijner gemeente van
overlast worde verschoond bij de uitoefe
ning zijner rechten.
En overigens gaan wij gaarne accoord
met den wensch, dat de burgemeester
zorgvuldig waken moge, dat elk deel der
burgerij de volle honderd procent ont-
vange, waarop het volgens de Grondwet
recht heeft; ten volle waarborge de vrij
heid, welke God ons land en volk schonk.
Hierbij komt de vraag naar voren: Hóé
heeft de wethouder Onderdijk gedurende
de drie maanden van zijn burgemeester
lijk bewind zich te dezen aanzien gekwe
ten?
Erkend moet worden, dat hij in gewo
ne, alledaagsche, materieele zaken zich
geheel onbevangen heeft getoond en het
presidium in de raadszittingen objectief
heeft waargenomen. Daarvoor komt hem
alle lof toe. Doch de zaak, die een groot
deel van dezen tijd innam, althans het
begin en het einde daarvan, was de wet
houdersbenoeming. En nu moet het mij
van het hart, dat IN DEZE ZAAK de
absolute onbevangenheid niet altijd kon
worden waargenomen. Immers te ont
kennen valt niet, dat onze waarnemende
burgemeester vóór en bij de wethouders
keuze de mannen van links heeft bijeen
geroepen, hun vergadering heeft gepresi
deerd, namens de linkerzijde met rechts
heeft onderhandeld en tenslotte den twee
den candidaat van rechts heeft gecriti-
seerd en als ongewenscht en onaanneme
lijk heeft gekwalificeerd. Hier heeft de
waarnemende burgemeester getoond niet
boven de partijen te kunnen staan en
volstrekt niet „neutraal" te kunnen zijn.
Dit voorziende heeft ondergeteekende
doch vergeefs reeds dadelijk gepleit
foor ds benoeming door den Commissa
ris der Koningin van een geheel onbe
vangen tijdelijk burgemeester en het blijkt
dat hij g06d heeft gezien.
Van den nieuwen burgemeester zijn wij
zeker, dat hij ook tegenover de linker
zijde nimmer zulk een houding zal aan
nemen en zicht buiten wethouderebe
noemingen zal houden, als die over een
paar jaar aan de orde zullen komen.
In het credit van wethouder Onderdijk
komt echter zijn houding bij de verwel
koming van het nieuwe garnizoen. Hier
bij ontbraken buiten de wethouders 1
alle linksche raadsleden. Voor de
m e e s t e n hunner is de reden daarvan
niet ver te zoeken. Antimilitairisme en
eenzijdige ontwapening stonden hun daar
bij in den weg. Doch de waarnemende
burgemeester heeft in zijn toespraken
daarvan niets laten blijken. Dit strekt
hem tot eer. In de woorden van den com
mandant der opleidingsschool: kapitein
sinds majoor Berghuys trof ons één
ding, n.l. dat hij zoo vaderlijk opkwam
voor zijn adjudanten en verdere onder
officieren. Hij uitte zijn dankbaarheid
dat ook deze bij de officieele ontvangst
ten stadhuize in de Burgemeesterskamer
waren genoodigd. Hij voegde er bij, dat
zij dit ook ten volle waardig waren en
waardeerden.
Immers, zoo zeide hij, dezen staf van
zijn onderofficieren kon hij kenschetsen
als alleszins doordrongen van plichtsbe
sef en plichtsbetrachting, als hun taak vol
komen meester en als vormende één ge
heel van flinke en bekwame instructeurs.
Van de officieren sprak dit natuurlijk
van zelf.
Ook wij zijn na de kennismaking zeer
ingenomen met ons nieuwe garnizoen.
Van achteren blijkt, dat wij zelfs een
goeden ruil hebben gedaan en dat de
overplaatsing van het 14de regiment, die
wij als een kwaad voor Middelburg be
treurden, door de komst van de School
voor administrateurs, de aanstaande
„moeders van de compagnie", zich geheel
en al ten beste heeft gekeerd.
Vriendschappelijk groetend,
t. t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
REVOLUTIONAIRE FASCISTEN.
Reeds meermalen is er op gewezen, dat
niet alleen bij de uiterst linksche groepen
revolutionaire neigingen gevonden wor
den.
Ook in Fascistische kringen kan men
klanken beluisteren, die er op wijzen, dat
men daar voor revolutionair geweld niet
terugschrikt.
In het jongste nummer van „De Be
zem", fascistisch weekblad voor Neder
land, kan men b.v. lezen:
„Met groote voorliefde bewandelen wij
den wettigen weg, maar indien de omstan
digheden er toe leiden, zijn wij bereid het
Vaderland ook op onwettige wijze te
dienen."
Het landsbelang, zoo wordt dan ver
der betoogd, is van meer belang, dan de
vraag of al dan niet in overeenstemming
met de wet wordt gehandeld.
De bedoeling is z.g. op die wijze het
gezag te sterken.
Dat men overigens ook niet bevreesd is
het gezag te ondergraven, als dit in het
belang van de fascistische beweging wordt
geacht, kan blijken uit wat in hetzelfde
blad geschreven wordt over „De idioten
(dat zijn de ministers) van het Plein".
In verband met de bepaling, dat leden
van fascistische organisaties niet tot de
Burgerwacht kunnen behooren, heet het
o.m.:
gelaten tot mijnheer Williams, die met
zijn vrouw zat thee te drinken. „Mijnheer
Galloway vindt het goed. Hoe maakt a
het, mevrouw?"
„Dat is me een last van het gemoed",
riep de organist. „Ik zette dien sukkel van
een hulp van me voor 't orgel om den
slotzang te spelen, terwijl de menschen de
kerk verlieten en het was meer dan ver
schrikkelijk! Zes vergissingen in drie no
tenbalken en eindelijk kon hij heelemaal
niet verder. Ik had hem om de ooren kun
nen slaan. De deken stond beneden, toen
ik de trap afkwam. „Wie speelde daar,
mijnheer Williams?" vroeg hij. Daarom
vertelde ik hem, hoe schandelijk Jupp
zich gedragen had door me plotseling in
den. steek te laten en dat ik jou zijn plaats
had aangeboden. „Maar is Ghanning wel
in staat die te vervullen?" vroeg hij je
weet, wat een fijn oor hij heeft, „en
bovendien" voegde hij er aan toe, „is
hij niet bij Galloway op kantoor?" Ik ver
telde hem, hoe wij hoopten, dat mijnheer
Galloway je wel een paar uur zou willen
missen en dat ik voor je bekwaamheden
kon instaan. Denk er dus om, Channing,
dat je je beste beentje voorzet en mijn be
wering niet logenstraft."
Arthur lachte en een uitnoodiging om
thee te blijven drinken afslaand, ging hij
weg. Hij was verlangend het nieuws thuis
te vertellen. Nauwelijks onderweg, haalde
hij Hamish in.
„Waar kom jij zoo opeens vandaan?"
vroeg Hamish.
„Van het aannemen van een baantje,
dat me zes honderd gulden per jaar zal
opleveren", zei Arthur.
„Houd je grootje voor den mal, mijn
heer Arthur."
„Ik houd niemand voor den mal, Ha
mish. Het is de waarheid."
Hamish wendde zich om en keek hem
aan, getroffen door iets in zijn toon. „En
wat moet je er voor doen?"
„Een paar uur per dag met mijn lief
ste bezigheid doorbrengen, mijn eigen
ooren en hart onthalen. Weet je nog, wat
Constance gisteravond zei? Hamish, het
is wonderbaarlijk, dat die hulp zoo spoe
dig gekomen is."
„Stop Waar ga je heen?" viel Hamish
hem in de rede, toen Arthur een zijstraat
wilde inslaan.
„Dat is toch de naaste weg naar huis."
„Ik ga dien weg liever niet."
„Waarom niet?" vroeg Arthur ver
baasd. „Hamish, wat kijk je eigenaardig!
Wat scheelt eraan?"
„Moet ik het je vertellen? Maar denk
er om, 'tis alleen voor jou bestemd. Er
is een zekere winkel daar, dien ik liever
niet voorbij ga; de eigenaar heeft de min-
„Wij staan niet meer verbaasd over
maatregelen, genomen door onze hoogste
autoriteiten. Wij weten reeds lang, dat
van hen alles is te verwachten. Stuk voor
stuk hebben de leden van ons heerlijk
kabinet getoond, «groote nullen te zijn.
Stommiteit na stommiteit hebben ze uit
gehaald. De eene flater volgde terstond
de andere. Nu is echter gebleken, dat er
onder al die nullen ook nog een nul in
het kwadraat is.
Op den langen duur gaan die idiote
rieën een mensch toch wel de keel uit
hangen. Je vraagt je af Hebben de hee
ren op het Plein werkelijk wel grijze
massa onder hun ministerssteek, of is
wellicht dit deel van hun lichaam bij
hun geboorte door moeder natuur ver
geten. Ik ben niet op de hoogte met hun
stamboom, doch ik meen te mogen con-
stateeren, dat er een heele rij ezels onder
hun doorluchtige voorvaderen moeten zijn
geweest.
Denkt gij soms, Excellenties, dat wan
neer de tijd van afrekenen gekomen is,
dat Gij buiten schot zult kunnen blijven?
Neen, niet slechts de 100 volksbedrie
gers op het Binnenhof, doch ook Gij hee
ren van het Plein zult binnenkort verant
woording van Uw daden moeten afleg
gen. Gij, die in tijden van nood, de meest
infame en onder landsverraad te classi-
ficeeren besluiten durft te nemen omdat
Gij geen bloed, doch slechts modder in
Uwe, in verregaanden staat van ontbin
ding verkeerende, lichamen hebt."
Dergelijke taal, die sterk aan sommige
bijdragen in de roode pers herinnert, be
hoort wij geven het volmondig toe
in een blad als het onze niet thuis.
Waar er echter ook in onze kringen wel
menschen zijn, die meenen van het Fas
cisme heil te mogen verwachten, kan het
misschien nuttig zijn, de propagandisten
van deze beweging even aan het woord
te laten.
Commentaar hierbij is overbodig.
Hunne revolutionaire spraak maakt
hen openbaar!
DE RADIODOKTER steeds en over
al te ontbieden. Thans lage tarieven door
gecombineerde bezoeken. J. M. Polder
man, Goes. Tel. 129. (Adv.)
De tijd dat de kiezers zich door een
„witte das" of een verhaal over een gift
voor een kerkorgel lieten bewegen op Jen
liberalen candidaat te stemmen, behoort
geloof ik wel zoo ongeveer tot het ver
leden.
Toch zijn er nog altijd kiezers die zich
door mooie woorden over „de waarde van
den godsdienst" van streek laten brengen.
Daarom valt het toe te juichen, dat Dr
Teilegen het liberale standpunt nogeens
zoo duidelijk heeft aangegeven toen hij in
de „M. Crt." van j.l. Dinsdag schreef:
„Wij erkennen niet en kun
nen krachtens ons beginsel
niet erkennen een geopen
baarde leer, die men beeft te
aanvaarden, dan wel te ver-
we r p e n."
Ik weet wel, dat is niets nieuws. An
dere liberale voormannen hebben het pre
cies zoo gezegd. Maar ook het herhalen
van bekende dingen kan, vooral als er
zooveel verwarring heerscht, zijn nut
hebben.
OPMERKER.
Bedrog met zegels. De Rijks
politie heeft Donderdag j.l. op verschillen
de toegangswegen tot de gemeente Mid
delburg een scherpe controle uitgeoefend
op de wijze van invoer en vervoer van
boter naar Middelburg. Verscheidene boe
ren, die boter vervoerden, werden aange
houden, terwijl de boter werd onderzocht.
Daarbij bleek, dat meerdere hunner onge
zegelde boter vervoerden, terwijl bij één
22 pond boter werd aangetroffen, waar
van ieder stuk voorzien was van een half
zegelbotermerk. Alle niet gezegelde en van
een onjuist zegelmerk voorziene boter
werd in beslag genomen ingevolge de
Crisis-Zuivelwet.
Middelburg. Gisteren was de heer W.
Langejan 25 jaar in dienst bij de firma
J. A. Pieters op de Vlasmarkt alhier.
De jubilaris is per auto van zijn wo
ning afgehaald en in de zaak hartelijk
toegesproken door den heer Pieters, die
hem een enveloppe met inhoud aanbood.
Ook bloemen en geschenken waren even
veel blijken van belangstelling en waar
deering.
De installatie van den heer Fernhout tot burgemeester van Middelburg. Het om
hangen van den ambtsketen. Van l.n.r.: Mevr. Fernhout, de nieuwe burgemees-
ter, wet houd er Onderijk.
i der prettige gewoonte naar buiten te ko
men en me aan te houden. Herinner je
je mijnheer Dick Swiveller?"
Hamish lachte vroolijk. Hij zou nog ge
lachen hebben op weg naar de gevange
nis; zoo was nu eenmaal zijn natuur.
Maar Arthur scheen plotseling van zijn
zonnige hoogte naar beneden te storten.
„Is het Simms?" fluisterde hij.
„Neen, het is niet Simms. Wie heeft
je iets van Simms verteld, Arthur? Aan
Simms ben ik niet zoo erg veel schuldig.
Maar wat is nu dat' gelukje, dat je hebt
gehad?"
Arthur gaf niet dadelijk antwoord. Een
donkere schaduw scheen over zijn blijde
stemming gevallen, als een voorbode van
naderend onheil.
HOOFDSTUK IX.
De kaarsen van Hamish.
Oude Judith zat in haar keuken. Haar
handen lagen in haar schoot en haar
hoofd was gebogen in gepeins. Ze scheen
met zich zelf te overleggen.
„Het is het onbegrijpelijkste, wat me
ooit is overkomen! Ik heb van geesten
gehoord, en over geesten gesproken,
dat arme kind wist gisteravond weer
geen raad van angst -=■ ik hen er zeker
van, Moedig kereltje, hij gaat in 't donker
naar bed, alleen om zich zelf van dien
angst te genezen. Ik ging bij hem binnen
om naar die hemden te kijken, waar me
vrouw naar gevraagd had en hij schrok
als ik weet niet wat en werd zoo wit als
een doek. Hij had me de kamer niet hoo-
ren binnen komen, ik had geen kaars bij
me en och, wat schrok hij. „0, ben jij het,
Judith?" vroeg hij kalm, om zich onver
schillig te toonen. Ik maakte licht, want
ik kon die hemden niet vinden en toen
zag ik eerst hoe bleek hij was. Hij kan
dien angst maar niet overwinnen. Die is
hem als klein kind als het ware ingeplant
en ik wilde maar, dat dat slechte meisje
de straf kreeg, die ik haar heb toege
dacht, want het is allemaad haar schuld.
Maar wat het andere betreft, ik heb ge
hoord, dat de geesten 's nachts rondwan
delen ofschoon ik er, den hemel zij
dank, niet bang voor ben, zooals dat arme
kind maar dat een jonge man avond
aan avond naar boven gaat, zoogenaamd
om te gaan slapen en dan tot het aanbre
ken van den ochtend blijft opzitten, zoo
iets heb ik nooit gehoord. Als het nu nog
eens een enkele maal voorkwam, was het
nog wat anders, maar het is regel. Ik
weet zeker, dat het nu al een jaar geleden
is, sinds
CWordt vervolgd.)