DE ZEEOW
ONDER VALSCHE VERDENKING
TWEEDE BLAD.
Uit de Provincie
Brieven uit de Residentie.
Staten-Generaal
FEUILLETON.
zullen verkrijgen op da vrijheid der inge
zetenen hunner gemeenten. Niemand, die
zkL behoorlijk gedraagt, sal van den bur
gemeester eenigen hinder ondervinden.
Alleen zij, die de perversiteit van dans en
alcohol onder zekere omstandigheden
zoeken, zullen in het vinden daarvan be
moeilijkt worden.
Met betrekking tot de vrees van schade
voor het bedrijfsleven merkt de minister
op, dat het zedelijk en sociaal belang van
het volk, dat beschermd moet worden,
verre uitgaat boven het hierbij betrok
ken economisch belang. Bedrijven die
bloeien of staande blijven door het kwaad
dat zoo krachtig mogelijk bestreden moet
worden, moeten veranderd worden of
verdwijnen.
WARM WATER, met nachtstroom
of gas voor keuken of bad. Installateur:
J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.)
Schandelijke baldadig
heid. In den nacht van j.l. Zondag op
Maandag zijn in den Paulinapolder te
Biervliet plm. 500 populieren vernield met
een hakmes. Deze boomen staan op en
langs den dijk in 5 rijen en behooren in
eigendom aan den heer C. Buijs te Ka-
pellebrug, gemeente Clinge. Het is reeds
de derde maal in tijd van zes jaar, dat
deze baldadigheid is herhaald. De politie
stelt wederom een onderzoek in.
Wegenverbetering. Aan de
memorie van antwoord op de Water-
staatsbegrooting ontleenen wij:
Voor eenvoudige verbetering van het
gedeelte van den weg SteenbergenAnna
Jacoba in Noord-Brabant en van het ge
deelte in Zeeland tot bij St.-Philipsland
is bereids een plan ontworpen, dat thans
nader wordt onderzocht. Spoedige uitvoe
ring van dit werk zal zooveel mogelijk
worden bevorderd.
Loonactie in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Gisteren had te Oost
burg voor de derde maal een bespreking
plaats tusschen de Werkgevers- en Werk-
nemersbesturen in den landbouw, omtrent
de loonen, weer onder leiding van den
heer de Miliano.
Door de werkgevers werd medegedeeld,
dat zij geen beter aanbod konden doen
dan de vorige maal, n.l. 20 ct. voor ge
woon, en 25 ct. voor buitengewoon werk.
De arbeidersleiders gaven te kennen,
dat zij de vorige maal dit aanbod reeds
hadden afgewezen, en dat zij dit thans
ook moesten doen.
Verder werd het door hen scherp af
gekeurd, dat de Werkgevers-organisatie
reeds een gedrukte loonregeling aan de
leden had rondgezonden, né de laatste
conferentie. Hieruit spreekt huns inziens
de onwil, om het door onderhandeling
eens te worden. Dit werd te meer be
treurd, omdat hierdoor het laatste mid
del, wat de arbeiders nog hadden willen
voorstellen, n.l. arbitrage, onmogelijk was
geworden.
Het begon er volgens hen op te gelijken,
alsof de Neutrale Werkgeversvereen. al
thans, den strijd zocht. Ook de voorz.
keurde de daad van de Werkgeversvereen.
af. Nu de zaak in dit stadium was ge
komen, meenden de arbeidersvertegen
woordigers ook, dat inderdaad strijd de
eenige oplossing was, tenzij de werkgevers
het denkbeeld van arbitrage alsnog kon
den aanvaarden.
Op het allerlaatst werd door de werk
gevers toegezegd, dat zij dit nog met de
leden wenschten te bespreken.
Middelburg. Gevonden voorwerpen: 2
teekeningen, G. Mes, Dam Z.Z., G 93;
huissleutel, A. Lamein, Korte Delft G 2;
Fransch boekje, G. v. Ham, School Sin-
gelstr.; Dameshandschoen, A. Adriaanse.
Koemarkt K 298; taschje, v. d. Welle,
Veersche singel S 75; loonboekje, B. v. P.,
port. inh. foto, Sinke, Arn. pad F 137,
heerenrijwiel, Heeren, Lombardstr. G 79,
huissleutel, F. Coppoolse, Arn. pad F 138,
Padvindersport., postkantoor alhier,
nijptang, M. Kooiman, Zuidstr. A 203,
Westkapelle; duimstok, Poortvliet, Seis-
weg R. 146; zilv. collier, J. Houmes, Mei-
weg 'tZand D 219; koperen gewicht 2
ons, A. H. H. Daane, Jodengang R. 236;
omslagdoekje, J. Buise, Rott. kaai G 112;
notitieboekje en garnituur, Allewijnse,
't Zand D 133; kindermuts J. Quist,
Noord weg R 230; boerinnedoek, gem.
veldwachter, St. Laurens; muts, M. Klei-
nenberg, Heerengracht M 262; handbe
schermer, v. Sabben, Spanj. str. F 77;
mes, L. v. Oosten, Nederstraat O 201;:
Kindertaschje, Den Engelsman, Rotter-
damsche Kaai G 114; Schoentrekker, Le
Due, Beenh.singel K 72; Boerinneschort,
Moens, Arnem. pad T 151; Zilv. Potlood,
J. Izendoorn, Zuidsingel E 34; Eenig geld,
Mol, Vliss. Wagenplein Q 121; Sleuteltje,
D. de Kuiper, Nederstraat Q 199; Hand
schoen, F. Moeleker, Volderijlaagte M
Fietspomp, Le Clercq, N. Oosterschestr. N
106; Heerenrijwiel, Bur. v. Pol.; Glacé
Heerenhandschoen, Cornelisse, Eigen-
haardstraat P. 209; Pakje inh. 'truitje, J.
Huibrechtsen, Damp.singel T 203; Belas-
tingmerk, I. A. Goedbloed, Breeweg 't
Zand D 210j Armband van goud, Paff
Naaimachine, L. Gortstraat; Kous, F. de
Jager, Rouaanscthekaai G 115; Witte Duif,
Imand't, Dam F 4; 2 Haarspelden, J. Cor
nelisse, Eigenhaardstraat P 209; Alpen
muts, T. Wolf, Bagijnhofstraat F 171:
Port. inh. nihil, J. de Kam, Volderijlaagte
M 88; Lipssleutel, J. Adriaanse, Noordweg
R lc; Broche, v. d. Berge, Spuistraat F
143; Dameshandschoen, wed. de Swart,
Bastion N 65.
Goes. De Commissie voor de Huisvlijt-
tentoonstelling uit den Chr. Besturen
Bond, vergaderde Maandagavond weder
om. Een respectabel aantal inschrijvingen
kon reeds worden geboekt. Uit de belang
stelling, welke de ommissie reeds bij haar
arbeid mocht ondervinden, blijkt wel hoe
zeer het op prijs wordt gesteld, dat de
Chr. Besturen Bond het initiatief tot het
houden van deze tentoonstelling heeft ge
nomen. De tentoonstelling staat gehou
den te worden op 25 Mei (Hemelvaarts
dag), in de Chr. Bewaarschool.
Binnen eenige dagen krijgen alle in
schrijvers een circulaire toegezonden.
Kapelie. Onder voorzitterschap van Ds
A. Scheele kwam de A.-R. kiesvereniging
„Kapelle-Biezelinge" gisteravond in alge-
meene ledenvergadering bijeen.
De voorzitter herinnerde aan het woord
door Dr Colijn te Goes gesproken.
Daarna sprak de heer W. L. B. J. Dek
ker uit Goes een opwekkend woord in
verband met de a.s. verkiezingen. Spr.
deed dit naar aanleiding van de geschie
denis van Gideon.
Op deze rede volgde een aangename ge-
dachtenwisseling.
Besloten werd nog enkele sprekers te
doen optreden. Met genoegen kon de voor
zitter meedeelen, dat op 1 April a.s. in
de Chr. Geref. Kerk, welke daartoe zal
aangevraagd worden, hoopt op te treden
het Kamerlid Chr. van den Heuvel.
lerseke. Zondagavond, na afloop van
den kerkdienst, had dhr v. F. van Waar
de het ongeluk met zijn auto in Zoute
in een diepe sloot te rijden. Van de vijf
personen, die er in zaten, werden twee
licht gewond. De auto werd den volgen
den dag licht beschadigd uit de sloot ge
haald, terwijl dhr A. de Putter het gezel
schap naar huis bracht.
Door het visschersvaartuig YE. 185
(eigenaar G. van Damme) is dit seizoen
de eerste rog aan den wal gebracht.
Door de Gebr. Boogert alhier is een
houten kotter in de maak gedaan op 'n
scheepswerf in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Laadvermogen ongeveer 200 mosselton-
nen. Geen stalen, maar een houten vaar
tuig. De boot zal voorzien worden van
een sterke scheepsmotor en moet den
snelvarend scheepje worden voor Brussel
Arnemuiden. Maandag hield de Coöpe
ratieve Boerenleenbank alhier haar jaar
vergadering.
Blijkens de rekening was in 1932 aan
spaargelden ontvangen f 45.673,66 en te
rugbetaald f 49.286,38, terwijl aan gelden
in loopende rekening was ontvangen een
bedrag van f 48.985,95 en uitgegeven
f 63.890,29.
Aan voorschotten werd terugontvangen
VAN
WOENSDAG 22 MAART 1933, Nr 147.
De Nederlandsche kiezer is toch een
bevoorrecht wezen. Terwijl heel de wereld
zoo wat in brand staat, alles kraakt en
waggelt, mag hij straks vrij als koning
kiezer het stembureau binnen gaan, om
door het rood maken van een hokje aan te
geven in welke richting hij meent, dat het
schip van Staat bestuurd moet worden.
Zoo is stemmen, nu meer dan ooit, een
gewichtig werk. Waarlijk niet iets om er
de gek mee te steken.
Er is dus alle reden om de kiezers
goed voor te lichten. En daar ontbreekt
waarlijk nog wel eens iets aan. Alleen
reeds het feit, dat we in ons vaderland
de keus hebben tusschen meer dan 50
groepen en groepjes, is op zichzelf al een
beleediging voor de kiezers. Omdat men
hen zoo van alle zijden aan hun jasje
trekt om hun stem te verknoeien. Als al
die groepen en groepjes iets van den buit
mee moesten krijgen, al was het dan maar
50 pet. van wat ze hopen, dan bleef er van
de honderd Kamerzetels voor de groote
partijen zoo goed als niets meer over.
En die zijn er toch ook nog, ja, ze zijn
er nog.
Maar dan moet van meet af aan ern
stig gewaarschuwd worden tegen het
stemmen op allerlei dwergpartijtjes, die
toch nooit een 30000 stemmen zullen ha
len, dus zelfs geen kijk hebben op één
zetel,
Zeker Vi. van het totaal der uitgebrachte
stemmen gaat verloren door: van onwaar-
Ie en blanco, plus de stemmen, die waar
deloos zijn, doordat de candidaten, die ze
verkregen, geen schijn of schaduw van
kans hebben.
Dat is een onverantwoordelijk spel.
De kiezers moeten, als ik het zoo eens
zeggen mag, hun stem geven aan een huis
van vertrouwen.
Vooral nu is dat meer dan ooit noodig.
De reden daarvoor ligt heel dicht bij.
Wie in dezen tijd den kiezers allerlei
schoone beloften doet, hen van alles voor
spiegelt, wat er komen zal en wat er ge
beuren zal, als hij z'n stem op die en die
uitbrengt, is óf een fantast, óf een dema
goog, een volksmisleider.
Want indien één ding duidelijk is, ake
lig duidelijk, dan is het wel dit, dat het
er in de naaste toekomst met de publieke
financiën allerslechtst bij zal komen te
staan. Het is nu al mis, maar het wordt
stellig nog erger, veel erger.
De menschen dus van alles te beloven,
dat geld, veel geld kost, is pure mislei
ding.
En nu kome men niet met het praatje:
er is genoegl want dat is een praatje,
meer niet. Ook aan belasting betalen komt
een eind en men plukt van een kikvorsch
nu eenmaal geen veeren.
Daarom moet al het mogelijke gedaan
worden om den kiezers den ernst van de
zen dag, den financieelen nood, duidelijk
voor oogen te stellen. Men behoeft daarbij
in het geheel niet te fantaseeren, de wer
kelijkheid is al meer dan erg genoeg.
Minister de Geer zei dezer dagen op de
vergadering der Chr.-Hist. Unie: wij ver-
keeren als op een schip in de branding,
waar slechts door het misbare overboord
te werpen, het onmisbare kan gered wor
den.
Als wij den moed missen, datgene, wat
nuttig, maar niet noodig is, prijs te geven,
omdat het ons groepsbelang dient, of onze
•bijzondere voorliefde heeft, dan zullen
wij straks het voor al 1 e n onmisbare niet
kunnen behouden. Wij zullen te zamen
moeten offeren, of te zamen ondergaan".
Golijn en de Geer spreken hier dus de
zelfde taal en zij weten er toch stellig wel
iets van. Licht iets meer, dan sommige
onbekende grootheden, wier naam nu
prijkt op de csndidateriüjsten voor de Ka
merverkiezingen.
Maar wat dan te zeggen van het vol
gende.
Het schip is in de branding, het wordt
fel gebeukt van alle kanten en om het on
misbare te kunnen redden, werpt men het
misbare overboord. Doch er komen van
alle kanten menschen, die geen verstand
er van hebben, om een schip door de
branding te voeren, en die sjouwen maar
aan met allerlei dingen, alle even mis
baar, die ze toch nog op dat schip in de
branding een plaatsje willen geven.
Zou men niet geneigd zijn, om ze allen
met hun mooie beloften, met hun stok
paardjes, ja weet ik al, hoe die dingen
heeten, in zee te vegen?
Daar moeten de kiezers nu voor zor
gen.
Ze moeten laten zien, dat ze die poli
tieke tinnegieters verre in beleid over
treffen.
Dat kunnen ze doen door allereerst te
blijven bij een huis van vertrouwen. Bij
een partij, die een verleden heeft en dus
naar dat verleden kan beoordeeld worden.
Toen ik nog een jongen was, dronken
wij thuis altijd dezelfde thee van een be
paalde firma. En als er dan soms eens
een heel enkele keer andere thee was,
van een andere firma en duurder, dan zei
m'n moeder: neen, het is toch onze thee
niet!
U begrijpt me wel.
't Is alles in de verte soms zoo mooi,
wat voorgespiegeld wordt. Koeien met
gouden horens.
Maar de ervaring heeft mij maar al te
dikwijls geleerd, dat, als de beesten wal
meer onder het bereik kwamen en ik die
gouden horens wat beter kon bezien, dat
het doublé was. En dikwijls dan nog
doublé van de minste soort.
Laten we in ieder geval zorgen, als we
straks naar de stembus gaan, dat we
waar voor ons geld kiezen. J. H.
EERSTE KAMER.
Minister Beelaert over Buitenlandsche
Zaken.
De Eerste Kamer heeft gisterenmiddag
voortgezet de behandeling van de begroo
ting van Buitenlandsche Zaken.
De Minister van Buitenland
sche Zaken, de heer Beelaerts v.
Blokland, wijst er op, dat de inter
nationale toestand niet bemoedigend is.
Een geest van verdwazing schijnt door de
wereld te gaan; allerwegen koestert men
droombeelden van niet te verwezenlijken
autarkie en ontstaan er verhoudingen, die
soms aan de Middeleeuwen doen denken.
Naar de stemmen uit Genève wordt niet
voldoende geluisterd. Op politiek gebied
is het al niet veel 'beter. Spr. wijst op de
tegenstellingen tusschen Japan en China,
Peru en Columbia, Uruguay en Paraguay.
Over de resultaten der pogingen om het
zwaard in de schede te doen steken valt
niet te roemen, doch de moreele waarde
van den Volkenbond bestaai.
Inzake internationale ontwapening
heerscht er in ons land in groote mate
eensgezindheid. Het verwondert spr., dat
in het V. V. aanmerking is gemaakt op
de samenstelling onzer delegatie. De leden
zijn altijd eensgezind geweest in het zoo
ver mogelijk streven naar internationale
ontwapening. Nationale ontwapening acht
spr. onvereenigbaar met de zorg voor de
veiligheid van ons land.
Wat de handelsbetrekkingen betreft, spr.
hoopt, dat in Duitschland het gezond ver
stand zal zegevieren.
Er zijn voor de ontwikkeling der han
delsbetrekkingen niet veel illusies te ma
ken; maar daarom moeten ook alle krach
ten worden ingespannen. Den totalen uit
voer van ons land in 1929 stellend op 100
is die in 1932 te stellen op 58; doch voor
België is het cijfer dan toch 47, Engeland
44, Duitschland 42, Frankrijk 39, Zwitser
land 37. 'De uitvoer van goud en zilver
steekt ook voor ons land gunstig af bij die
van de meeste andere landen.
Het is dus onjuist te beweren, dat Ne
derland er genoeg van heeft het slacht
offer te zijn., Wij snoeten ons laten leiden
door een gezond opportunisme en ons niet
laten verlokken tot het inslaan van wegen
die op den duur tot moeilijkheden zullen
leiden.
Wa't betreft de verhouding tus
schen Nederland en België is
er thans in de stukken zoo goed als niets
gezegd over wat eigenlijk de Belgische
quaestie is. De belangen van beide landen
loopen samen en de verhouding is beter
dan sinds lange jaren het geval is geweest.
De regeering wil tot eiken prijs vermij
den, dat een zoo belangrijke zaak als onze
verhouding tot de 'zuiderburen een punt
van inzet zou worden bij de verkiezingen.
De besprekingen zijn dus sinds het vorig
jaar niet hervat. Verschillende desbetref
fende verhalen in de bladen berusten niet
op juisten grond.
De quaestie der onderhandelingen met
België houdt meer in dan het tracé van
een kanaal en is heel wat ingewikkelder
dan menigeen al dan niet met zgn. natio
nale oogmerken wel schijnt te denken.
De begrooting werd daarna z.h.st. aan
genomen.
VERBAND TUSSCHEN DANS EN
ALCOHOL.
De minister van Binnenl. Zaken, jhr,
mr Gh. J. M. Ruys de Beerenbrouck,
heeft zijn memorie van antwoord uitge
bracht op het voorloopig verslag van de
Eerste Kamer over het ontwerp van wet
tot wijziging van de Drankwet. Wij ont
leenen er aan:
Op grond van het rapport van de com
missie inzake het dansvraag stuk en op
grond van de ervaringen van de inspec
tie voor de volksgezondheid, die dat rap
port ten volle bevestigen, was de minister
overtuigd, dat op dit stuk een ernstig
moreel en sociaal kwaad moet
worden tegengegaan. Hij was besloten
een aanvulling van de Drankwet daarvoor
te bevorderen.
Nadat dit plan vasten vorm had gekre
gen, kwam de wenschelijkheid van de
andere voorgestelde wijzigingen op.
Inderdaad is verband gelegd tusschen
alcohol en dans. Dat verband is niet een
theoretisch uitvindsel, maar is, het moge
hier herhaald worden: blijkens bovenbe
doeld rapport en de schier dagelijksche
ervaring van de inspectie, een droe
vige en gevaarlijke werkelijk-
h e i d in twee richtingen; alcohol en dans
prikkelen onder zekere omstandigheden
in onderling verband de dansenden en
doen remmen van moraliteit wegvallen;
de dans, waarvoor vaak vrouwen ten
koste van de zedelijkheid worden ge
ëxploiteerd, wordt door zekere vergun
ning- en verlofhouders gebruikt om tot
kroegbezoek en tot drinken te prikkelen.
Tegen het dansen op zichzelf heeft de
regeering geen bezwaren aangevoerd; het
wordt ook in het rapport der commissie
op zichzelf niet veroordeeld.
De wetgever kan alleen met betrekking
tot voor het publiek toegankelijke gele
genheden maatregelen nemen ter wering
van gevaar. Wat op particulier terrein
voorvalt, ligt, zoolang het niet tot mis
drijf ontaardt, buiten zijn bevoegdheid.
Evenwel zal, wanneer het ontwerp wet
zal zijn geworden, toegezien moeten wor
den dat wat particulier terrein
wordt genoemd, dat ook in
derdaad is. Bij algemeenen maatregel
van bestuur zullen maatregelen voor het
gebeele land worden voorgeschreven. Er
zal worden gecontroleerd, dat die maat
regelen goed worden nageleefd; waar de
naleving onvoldoende zou zijn, zal verbe
tering moeten komen.
De minister kan niet beamen, dat ver
schil tusschen de plaatselijke (aanvullen
de) regelingen zal leiden tot verscherping
van bestaande tegenstellingen. Waar ze
delijk en sociaal gevaar van ernstig ka
rakter geweerd moet worden, kan alleen
met hen, die den ernst daarvan niet be
seffen, een tegenstelling ontstaan, maar
deze mogelijkheid mag geen aanleiding
zijn om een absoluut uniforme regeling
voor het geheele land te maken.
Het is den minister niet duidelijk, op
welken grond men meent, dat de burge
meesters een zeer ver reikenden invloed
haardos was hij trotsch; en in dan goeden
«tijd was het ook een zeer behoorlijk hoofd
met haar geweest, dat op natuurlijke
wijs in fraai golvende krul viel. Helaas
zooals het met alle aardse lie zaken
gaat, kunnen wij aan de vergankelijkheid
niet ontkomen. Van lieverlede was de
kleur van mr Galloway's lokkenpracht
van kastanjebruin tot somber grijs ge
worden, en nog later wit. Vrienden we
zen hem op de zegeningen, die haarspe-
cialisten in hun raam etaleeren. Doch
zulks had hij steeds met verontwaardi
ging van de hand gewezen; totdat een
ernstige ziekte zijn haar zoodanig deed
uitvallen, dat hij zich, na veel strijd, ge
wonnen gaf en voorlichting ging zoeken
bij een dezer kunstenaars. Het gevolg was
geweest, dat na een veelvuldig gebruik
van het heilbrengend medicijn de kleur
thans peper en zout-kleurig was gewor
den, zooals men wel bij waspoppen ziet
En uiteraard was het doorkomend maan
tje op zijn kruin blijven bestaan.
Het was op het kantoor van dezen heer
dat Arthur Channing was geplaatst, met
het vooruitzicht, in de toekomst een even
waardig procureur te worden als zijn
chef. Om zich echter dit recht te kunnen
verwerven, liet zich de heer Galloway,
zooals destijds in zijn beroep algemeen
gebruikelijk was, een ronde som betalen.
En zooals we vernomen hebben, was Ar
thur, in afwachting van de erfenis, die de
middelen verschaffen moest, vast als
klerk op het kantoor werkzaam, er er was
thans weinig kaas, dat hij het ooit verder
zou brengen. Op het bureau waren er nog
twee anderen, Roland Yorke, die reeds in
de gelukkige positie verkeerde, waarvan
Arthur zich zooveel had voorgesteld, en
Joseph Jenkins, een schraal, verschrom
peld mannetje, die den heer Galloway
reeds bijna twintig jaar als klerk, a raison
van twintig gulden in de week had ge
diend. Hij was de zoon van den ouden
Jenkins, den aanspreker. Zijn vrouw had
een onaanzienlijk kousenwinkeltje in de
Hoogstraat. Roland Yorke ontving uiter
aard geen salaris. Evenals Arthur zou
moeten doen, had hij integendeel een aar
dig bedrag moeten betalen, om het voor
recht te genieten, ingeleid te worden in
de geheimen van het procureurschap. Ar
thur Channing stond eigenlijk, wat zijn
positie betreft, juist tusschen de twee
anderen in. Later zou hij de gelijke van
Yorke zijn. Doch vooralsnog keek deze op
hem neer als een betaald klerkje, terwijl
Joe Jenkins daarentegen hem als zijn
meerdere beschouwde.
Jaren geleden was Yorke's vader een
der vele geestelijken geweest, in het Hel-
stonleighs domkapittel werkzaam; hij was
ook een tijdlang onderdeken geweest. In
een onvoorzichtig oogenblik verpandde hij
hart en hand aan de dochter van een
Iersch landedelman, die echter geen cent
bezat. Het praatje ging zelfs, dat hij uit
eigen middelen de uitzet van zijn aan
staande vrouw bekostigd had. Maar de
menschen zeggen veel. In ieder geval zou
het feit, dat lady Augusta onbemiddeld
was, er weinig toe of afgedaan hebben.
als ze tevens voorzichtig en verstandig
ware geweest. Want dr Yorke had een
behoorlijk inkomen. Helaas ging het geld
bij schepels de deur uit, wat hij er met
handen in droeg, en toen de waardige
man plotseling kwam te sterven, liet hij
zijn vrouw wel een achttal kinderen na,
doch niet de middelen, om ze in haar
stand groot te brengen. Lady Augusta
verhuisde naar een goedkoop ruim huis,
dat tot de kerkelijke gemeente behoorde
en haar uit erkentelijkheid voor haar
mans verdiensten was aangeboden en
daar vatte zij het oude leven weer op. Ze
hield haar rijtuig aan, en veel vaker dan
goed was voor haar beurs werden er
paarden uit de stadsstallen gehuurd, om
in vol ornaat te kunnen uitrijden. Ze was
dan ook altijd in de schuld. Haar kinde
ren, schoon geboren met uitstekende ver
mogens en een veelbelovend karakter,
groeiden in bandeloosheid op en waren
thans zoover gekomen, dat z«e nauwelijks
meer te regeeren waren, George, de oud
ste, was een plaats in het leger gekocht
en was thans weg met zijn regiment. Ro
land, de tweede zoon, zou oorspronkelijk
voor predikant studeeren, doch 't grieksch
en latijto. lokten hem zoo weinig aan, dat
dit plan al spoedig moest worden opge
geven. Toen kwam hij op het kantoor van
den heer Galloway, terwijl Gerald, die
nog op de collegeschool was, voor de kerk
bestemd werd. Dan was er nog Theodoor,
vervolgens twee meisjes Caroline en Fan-
j ny, en dan wederom twee kleine knapen.
(Wordt vervolgd.)
Vrij naar het Engelsch.
10.)
„Nu het zoo ver gekomen is, vind ik
dat miss Charley verplicht was geweest,
zijn mond open te doen. Hij heeft het
gezien."
„Wie beweert dat?" vroeg Tom haastig.
„Dat wordt algemeen gezegd. En dat
hij er niet voor uit durft komen."
Gaunt wenkte Charley, dat hij bij hem
(noest komen. „Nu jongen je weet, dat
m er VOOr n*et om heen te draaien,
Meneer Pye heeft den seniors opgedra-
®en> de zaak uit te zoeken en je zult moe
ten spreken. Heb je gezien, wat er ge
beurd is?"
„Neen, dat heb ik niet!" riep de jonge
banning flink.
„Als hij het niet gezien heeft, dat heeft
JJ m elk geval zijn vermoedens," hield
urst vol. „Kom, juffertje, spreek op."
„Vermoedens zijn geen bewijsgronden,
s twel Gaunt?" vroeg Charley. „We mo-
LY^maal onze vermoedens hebben,
och daarom zijn we toch niet verplicht,
ze uit te spreken?"
'T'®™' dat is ieders goed recht. Dus je
egt, dat je het niet gezien hebt?"
„Neen, op mijn eerewoord."
„in orde. Ik had trouwens niet anders
verwacht. Dat heer zal heusch zijn
voorzorgen wel genomen hebben. Doch
als het uitkomt, zal hij met ons, seniors,
te doen krijgen!"
„Veronderstel eens, dat blijken zou, dat
de dader zelf een senior was, Gaunt?"
zei Bywater spottend.
„Veronderstel eens, dat blijken zou, dat
jij een groote ezel was?" antwoordde
Gaunt op denzelfden toon.
HOOFDSTUK V.
Roland Yorke.
Juist buiten het gebied dat tot de kerk
en aanhoorigheden behoorde, in een bree-
de, stille straat, was het kantoor geves
tigd van Richard Galloway, procureur
en zaakgelastigde van het Domkapittel.
Behalve dit kantoor, bestond de straat,
die op de kathedraal uitkwam, slechts uit
particuliere woningen. De heer Galloway
was vrij gezet; iemand van gedrongen ge
stalte, met een blozend, rond gelaat, en
oogen, die altijd een uitdrukking hadden,
alsof de eigenaar zich over iets verbaas
de. Doch hij was een kundig man en voor
zijn werk uitnemend geschikt. Op zijn
manier was hij ook een dandy altijd
keurig gekleed, met een hagelwit over
hemd en een kleurige das; en voor de
laatste vijf en twintig jaar was hij de
begeerde echtgenoot geweest van alle oude
vrijsters die Helstonleigh rijk was.
Op uiterlijk schoon kon de heer Gallo
way overigens niet bogen; doch op zijn