DE ZEEOW ONDER VALSCHE VERDENKING TWEEDE BLAD. Uit de Provincie Brieven uit de Residentie. Staten-Generaal FEUILLETON. zullen verkrijgen op da vrijheid der inge zetenen hunner gemeenten. Niemand, die zkL behoorlijk gedraagt, sal van den bur gemeester eenigen hinder ondervinden. Alleen zij, die de perversiteit van dans en alcohol onder zekere omstandigheden zoeken, zullen in het vinden daarvan be moeilijkt worden. Met betrekking tot de vrees van schade voor het bedrijfsleven merkt de minister op, dat het zedelijk en sociaal belang van het volk, dat beschermd moet worden, verre uitgaat boven het hierbij betrok ken economisch belang. Bedrijven die bloeien of staande blijven door het kwaad dat zoo krachtig mogelijk bestreden moet worden, moeten veranderd worden of verdwijnen. WARM WATER, met nachtstroom of gas voor keuken of bad. Installateur: J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. (Adv.) Schandelijke baldadig heid. In den nacht van j.l. Zondag op Maandag zijn in den Paulinapolder te Biervliet plm. 500 populieren vernield met een hakmes. Deze boomen staan op en langs den dijk in 5 rijen en behooren in eigendom aan den heer C. Buijs te Ka- pellebrug, gemeente Clinge. Het is reeds de derde maal in tijd van zes jaar, dat deze baldadigheid is herhaald. De politie stelt wederom een onderzoek in. Wegenverbetering. Aan de memorie van antwoord op de Water- staatsbegrooting ontleenen wij: Voor eenvoudige verbetering van het gedeelte van den weg SteenbergenAnna Jacoba in Noord-Brabant en van het ge deelte in Zeeland tot bij St.-Philipsland is bereids een plan ontworpen, dat thans nader wordt onderzocht. Spoedige uitvoe ring van dit werk zal zooveel mogelijk worden bevorderd. Loonactie in Zeeuwsch- Vlaanderen. Gisteren had te Oost burg voor de derde maal een bespreking plaats tusschen de Werkgevers- en Werk- nemersbesturen in den landbouw, omtrent de loonen, weer onder leiding van den heer de Miliano. Door de werkgevers werd medegedeeld, dat zij geen beter aanbod konden doen dan de vorige maal, n.l. 20 ct. voor ge woon, en 25 ct. voor buitengewoon werk. De arbeidersleiders gaven te kennen, dat zij de vorige maal dit aanbod reeds hadden afgewezen, en dat zij dit thans ook moesten doen. Verder werd het door hen scherp af gekeurd, dat de Werkgevers-organisatie reeds een gedrukte loonregeling aan de leden had rondgezonden, né de laatste conferentie. Hieruit spreekt huns inziens de onwil, om het door onderhandeling eens te worden. Dit werd te meer be treurd, omdat hierdoor het laatste mid del, wat de arbeiders nog hadden willen voorstellen, n.l. arbitrage, onmogelijk was geworden. Het begon er volgens hen op te gelijken, alsof de Neutrale Werkgeversvereen. al thans, den strijd zocht. Ook de voorz. keurde de daad van de Werkgeversvereen. af. Nu de zaak in dit stadium was ge komen, meenden de arbeidersvertegen woordigers ook, dat inderdaad strijd de eenige oplossing was, tenzij de werkgevers het denkbeeld van arbitrage alsnog kon den aanvaarden. Op het allerlaatst werd door de werk gevers toegezegd, dat zij dit nog met de leden wenschten te bespreken. Middelburg. Gevonden voorwerpen: 2 teekeningen, G. Mes, Dam Z.Z., G 93; huissleutel, A. Lamein, Korte Delft G 2; Fransch boekje, G. v. Ham, School Sin- gelstr.; Dameshandschoen, A. Adriaanse. Koemarkt K 298; taschje, v. d. Welle, Veersche singel S 75; loonboekje, B. v. P., port. inh. foto, Sinke, Arn. pad F 137, heerenrijwiel, Heeren, Lombardstr. G 79, huissleutel, F. Coppoolse, Arn. pad F 138, Padvindersport., postkantoor alhier, nijptang, M. Kooiman, Zuidstr. A 203, Westkapelle; duimstok, Poortvliet, Seis- weg R. 146; zilv. collier, J. Houmes, Mei- weg 'tZand D 219; koperen gewicht 2 ons, A. H. H. Daane, Jodengang R. 236; omslagdoekje, J. Buise, Rott. kaai G 112; notitieboekje en garnituur, Allewijnse, 't Zand D 133; kindermuts J. Quist, Noord weg R 230; boerinnedoek, gem. veldwachter, St. Laurens; muts, M. Klei- nenberg, Heerengracht M 262; handbe schermer, v. Sabben, Spanj. str. F 77; mes, L. v. Oosten, Nederstraat O 201;: Kindertaschje, Den Engelsman, Rotter- damsche Kaai G 114; Schoentrekker, Le Due, Beenh.singel K 72; Boerinneschort, Moens, Arnem. pad T 151; Zilv. Potlood, J. Izendoorn, Zuidsingel E 34; Eenig geld, Mol, Vliss. Wagenplein Q 121; Sleuteltje, D. de Kuiper, Nederstraat Q 199; Hand schoen, F. Moeleker, Volderijlaagte M Fietspomp, Le Clercq, N. Oosterschestr. N 106; Heerenrijwiel, Bur. v. Pol.; Glacé Heerenhandschoen, Cornelisse, Eigen- haardstraat P. 209; Pakje inh. 'truitje, J. Huibrechtsen, Damp.singel T 203; Belas- tingmerk, I. A. Goedbloed, Breeweg 't Zand D 210j Armband van goud, Paff Naaimachine, L. Gortstraat; Kous, F. de Jager, Rouaanscthekaai G 115; Witte Duif, Imand't, Dam F 4; 2 Haarspelden, J. Cor nelisse, Eigenhaardstraat P 209; Alpen muts, T. Wolf, Bagijnhofstraat F 171: Port. inh. nihil, J. de Kam, Volderijlaagte M 88; Lipssleutel, J. Adriaanse, Noordweg R lc; Broche, v. d. Berge, Spuistraat F 143; Dameshandschoen, wed. de Swart, Bastion N 65. Goes. De Commissie voor de Huisvlijt- tentoonstelling uit den Chr. Besturen Bond, vergaderde Maandagavond weder om. Een respectabel aantal inschrijvingen kon reeds worden geboekt. Uit de belang stelling, welke de ommissie reeds bij haar arbeid mocht ondervinden, blijkt wel hoe zeer het op prijs wordt gesteld, dat de Chr. Besturen Bond het initiatief tot het houden van deze tentoonstelling heeft ge nomen. De tentoonstelling staat gehou den te worden op 25 Mei (Hemelvaarts dag), in de Chr. Bewaarschool. Binnen eenige dagen krijgen alle in schrijvers een circulaire toegezonden. Kapelie. Onder voorzitterschap van Ds A. Scheele kwam de A.-R. kiesvereniging „Kapelle-Biezelinge" gisteravond in alge- meene ledenvergadering bijeen. De voorzitter herinnerde aan het woord door Dr Colijn te Goes gesproken. Daarna sprak de heer W. L. B. J. Dek ker uit Goes een opwekkend woord in verband met de a.s. verkiezingen. Spr. deed dit naar aanleiding van de geschie denis van Gideon. Op deze rede volgde een aangename ge- dachtenwisseling. Besloten werd nog enkele sprekers te doen optreden. Met genoegen kon de voor zitter meedeelen, dat op 1 April a.s. in de Chr. Geref. Kerk, welke daartoe zal aangevraagd worden, hoopt op te treden het Kamerlid Chr. van den Heuvel. lerseke. Zondagavond, na afloop van den kerkdienst, had dhr v. F. van Waar de het ongeluk met zijn auto in Zoute in een diepe sloot te rijden. Van de vijf personen, die er in zaten, werden twee licht gewond. De auto werd den volgen den dag licht beschadigd uit de sloot ge haald, terwijl dhr A. de Putter het gezel schap naar huis bracht. Door het visschersvaartuig YE. 185 (eigenaar G. van Damme) is dit seizoen de eerste rog aan den wal gebracht. Door de Gebr. Boogert alhier is een houten kotter in de maak gedaan op 'n scheepswerf in Zeeuwsch-Vlaanderen. Laadvermogen ongeveer 200 mosselton- nen. Geen stalen, maar een houten vaar tuig. De boot zal voorzien worden van een sterke scheepsmotor en moet den snelvarend scheepje worden voor Brussel Arnemuiden. Maandag hield de Coöpe ratieve Boerenleenbank alhier haar jaar vergadering. Blijkens de rekening was in 1932 aan spaargelden ontvangen f 45.673,66 en te rugbetaald f 49.286,38, terwijl aan gelden in loopende rekening was ontvangen een bedrag van f 48.985,95 en uitgegeven f 63.890,29. Aan voorschotten werd terugontvangen VAN WOENSDAG 22 MAART 1933, Nr 147. De Nederlandsche kiezer is toch een bevoorrecht wezen. Terwijl heel de wereld zoo wat in brand staat, alles kraakt en waggelt, mag hij straks vrij als koning kiezer het stembureau binnen gaan, om door het rood maken van een hokje aan te geven in welke richting hij meent, dat het schip van Staat bestuurd moet worden. Zoo is stemmen, nu meer dan ooit, een gewichtig werk. Waarlijk niet iets om er de gek mee te steken. Er is dus alle reden om de kiezers goed voor te lichten. En daar ontbreekt waarlijk nog wel eens iets aan. Alleen reeds het feit, dat we in ons vaderland de keus hebben tusschen meer dan 50 groepen en groepjes, is op zichzelf al een beleediging voor de kiezers. Omdat men hen zoo van alle zijden aan hun jasje trekt om hun stem te verknoeien. Als al die groepen en groepjes iets van den buit mee moesten krijgen, al was het dan maar 50 pet. van wat ze hopen, dan bleef er van de honderd Kamerzetels voor de groote partijen zoo goed als niets meer over. En die zijn er toch ook nog, ja, ze zijn er nog. Maar dan moet van meet af aan ern stig gewaarschuwd worden tegen het stemmen op allerlei dwergpartijtjes, die toch nooit een 30000 stemmen zullen ha len, dus zelfs geen kijk hebben op één zetel, Zeker Vi. van het totaal der uitgebrachte stemmen gaat verloren door: van onwaar- Ie en blanco, plus de stemmen, die waar deloos zijn, doordat de candidaten, die ze verkregen, geen schijn of schaduw van kans hebben. Dat is een onverantwoordelijk spel. De kiezers moeten, als ik het zoo eens zeggen mag, hun stem geven aan een huis van vertrouwen. Vooral nu is dat meer dan ooit noodig. De reden daarvoor ligt heel dicht bij. Wie in dezen tijd den kiezers allerlei schoone beloften doet, hen van alles voor spiegelt, wat er komen zal en wat er ge beuren zal, als hij z'n stem op die en die uitbrengt, is óf een fantast, óf een dema goog, een volksmisleider. Want indien één ding duidelijk is, ake lig duidelijk, dan is het wel dit, dat het er in de naaste toekomst met de publieke financiën allerslechtst bij zal komen te staan. Het is nu al mis, maar het wordt stellig nog erger, veel erger. De menschen dus van alles te beloven, dat geld, veel geld kost, is pure mislei ding. En nu kome men niet met het praatje: er is genoegl want dat is een praatje, meer niet. Ook aan belasting betalen komt een eind en men plukt van een kikvorsch nu eenmaal geen veeren. Daarom moet al het mogelijke gedaan worden om den kiezers den ernst van de zen dag, den financieelen nood, duidelijk voor oogen te stellen. Men behoeft daarbij in het geheel niet te fantaseeren, de wer kelijkheid is al meer dan erg genoeg. Minister de Geer zei dezer dagen op de vergadering der Chr.-Hist. Unie: wij ver- keeren als op een schip in de branding, waar slechts door het misbare overboord te werpen, het onmisbare kan gered wor den. Als wij den moed missen, datgene, wat nuttig, maar niet noodig is, prijs te geven, omdat het ons groepsbelang dient, of onze •bijzondere voorliefde heeft, dan zullen wij straks het voor al 1 e n onmisbare niet kunnen behouden. Wij zullen te zamen moeten offeren, of te zamen ondergaan". Golijn en de Geer spreken hier dus de zelfde taal en zij weten er toch stellig wel iets van. Licht iets meer, dan sommige onbekende grootheden, wier naam nu prijkt op de csndidateriüjsten voor de Ka merverkiezingen. Maar wat dan te zeggen van het vol gende. Het schip is in de branding, het wordt fel gebeukt van alle kanten en om het on misbare te kunnen redden, werpt men het misbare overboord. Doch er komen van alle kanten menschen, die geen verstand er van hebben, om een schip door de branding te voeren, en die sjouwen maar aan met allerlei dingen, alle even mis baar, die ze toch nog op dat schip in de branding een plaatsje willen geven. Zou men niet geneigd zijn, om ze allen met hun mooie beloften, met hun stok paardjes, ja weet ik al, hoe die dingen heeten, in zee te vegen? Daar moeten de kiezers nu voor zor gen. Ze moeten laten zien, dat ze die poli tieke tinnegieters verre in beleid over treffen. Dat kunnen ze doen door allereerst te blijven bij een huis van vertrouwen. Bij een partij, die een verleden heeft en dus naar dat verleden kan beoordeeld worden. Toen ik nog een jongen was, dronken wij thuis altijd dezelfde thee van een be paalde firma. En als er dan soms eens een heel enkele keer andere thee was, van een andere firma en duurder, dan zei m'n moeder: neen, het is toch onze thee niet! U begrijpt me wel. 't Is alles in de verte soms zoo mooi, wat voorgespiegeld wordt. Koeien met gouden horens. Maar de ervaring heeft mij maar al te dikwijls geleerd, dat, als de beesten wal meer onder het bereik kwamen en ik die gouden horens wat beter kon bezien, dat het doublé was. En dikwijls dan nog doublé van de minste soort. Laten we in ieder geval zorgen, als we straks naar de stembus gaan, dat we waar voor ons geld kiezen. J. H. EERSTE KAMER. Minister Beelaert over Buitenlandsche Zaken. De Eerste Kamer heeft gisterenmiddag voortgezet de behandeling van de begroo ting van Buitenlandsche Zaken. De Minister van Buitenland sche Zaken, de heer Beelaerts v. Blokland, wijst er op, dat de inter nationale toestand niet bemoedigend is. Een geest van verdwazing schijnt door de wereld te gaan; allerwegen koestert men droombeelden van niet te verwezenlijken autarkie en ontstaan er verhoudingen, die soms aan de Middeleeuwen doen denken. Naar de stemmen uit Genève wordt niet voldoende geluisterd. Op politiek gebied is het al niet veel 'beter. Spr. wijst op de tegenstellingen tusschen Japan en China, Peru en Columbia, Uruguay en Paraguay. Over de resultaten der pogingen om het zwaard in de schede te doen steken valt niet te roemen, doch de moreele waarde van den Volkenbond bestaai. Inzake internationale ontwapening heerscht er in ons land in groote mate eensgezindheid. Het verwondert spr., dat in het V. V. aanmerking is gemaakt op de samenstelling onzer delegatie. De leden zijn altijd eensgezind geweest in het zoo ver mogelijk streven naar internationale ontwapening. Nationale ontwapening acht spr. onvereenigbaar met de zorg voor de veiligheid van ons land. Wat de handelsbetrekkingen betreft, spr. hoopt, dat in Duitschland het gezond ver stand zal zegevieren. Er zijn voor de ontwikkeling der han delsbetrekkingen niet veel illusies te ma ken; maar daarom moeten ook alle krach ten worden ingespannen. Den totalen uit voer van ons land in 1929 stellend op 100 is die in 1932 te stellen op 58; doch voor België is het cijfer dan toch 47, Engeland 44, Duitschland 42, Frankrijk 39, Zwitser land 37. 'De uitvoer van goud en zilver steekt ook voor ons land gunstig af bij die van de meeste andere landen. Het is dus onjuist te beweren, dat Ne derland er genoeg van heeft het slacht offer te zijn., Wij snoeten ons laten leiden door een gezond opportunisme en ons niet laten verlokken tot het inslaan van wegen die op den duur tot moeilijkheden zullen leiden. Wa't betreft de verhouding tus schen Nederland en België is er thans in de stukken zoo goed als niets gezegd over wat eigenlijk de Belgische quaestie is. De belangen van beide landen loopen samen en de verhouding is beter dan sinds lange jaren het geval is geweest. De regeering wil tot eiken prijs vermij den, dat een zoo belangrijke zaak als onze verhouding tot de 'zuiderburen een punt van inzet zou worden bij de verkiezingen. De besprekingen zijn dus sinds het vorig jaar niet hervat. Verschillende desbetref fende verhalen in de bladen berusten niet op juisten grond. De quaestie der onderhandelingen met België houdt meer in dan het tracé van een kanaal en is heel wat ingewikkelder dan menigeen al dan niet met zgn. natio nale oogmerken wel schijnt te denken. De begrooting werd daarna z.h.st. aan genomen. VERBAND TUSSCHEN DANS EN ALCOHOL. De minister van Binnenl. Zaken, jhr, mr Gh. J. M. Ruys de Beerenbrouck, heeft zijn memorie van antwoord uitge bracht op het voorloopig verslag van de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging van de Drankwet. Wij ont leenen er aan: Op grond van het rapport van de com missie inzake het dansvraag stuk en op grond van de ervaringen van de inspec tie voor de volksgezondheid, die dat rap port ten volle bevestigen, was de minister overtuigd, dat op dit stuk een ernstig moreel en sociaal kwaad moet worden tegengegaan. Hij was besloten een aanvulling van de Drankwet daarvoor te bevorderen. Nadat dit plan vasten vorm had gekre gen, kwam de wenschelijkheid van de andere voorgestelde wijzigingen op. Inderdaad is verband gelegd tusschen alcohol en dans. Dat verband is niet een theoretisch uitvindsel, maar is, het moge hier herhaald worden: blijkens bovenbe doeld rapport en de schier dagelijksche ervaring van de inspectie, een droe vige en gevaarlijke werkelijk- h e i d in twee richtingen; alcohol en dans prikkelen onder zekere omstandigheden in onderling verband de dansenden en doen remmen van moraliteit wegvallen; de dans, waarvoor vaak vrouwen ten koste van de zedelijkheid worden ge ëxploiteerd, wordt door zekere vergun ning- en verlofhouders gebruikt om tot kroegbezoek en tot drinken te prikkelen. Tegen het dansen op zichzelf heeft de regeering geen bezwaren aangevoerd; het wordt ook in het rapport der commissie op zichzelf niet veroordeeld. De wetgever kan alleen met betrekking tot voor het publiek toegankelijke gele genheden maatregelen nemen ter wering van gevaar. Wat op particulier terrein voorvalt, ligt, zoolang het niet tot mis drijf ontaardt, buiten zijn bevoegdheid. Evenwel zal, wanneer het ontwerp wet zal zijn geworden, toegezien moeten wor den dat wat particulier terrein wordt genoemd, dat ook in derdaad is. Bij algemeenen maatregel van bestuur zullen maatregelen voor het gebeele land worden voorgeschreven. Er zal worden gecontroleerd, dat die maat regelen goed worden nageleefd; waar de naleving onvoldoende zou zijn, zal verbe tering moeten komen. De minister kan niet beamen, dat ver schil tusschen de plaatselijke (aanvullen de) regelingen zal leiden tot verscherping van bestaande tegenstellingen. Waar ze delijk en sociaal gevaar van ernstig ka rakter geweerd moet worden, kan alleen met hen, die den ernst daarvan niet be seffen, een tegenstelling ontstaan, maar deze mogelijkheid mag geen aanleiding zijn om een absoluut uniforme regeling voor het geheele land te maken. Het is den minister niet duidelijk, op welken grond men meent, dat de burge meesters een zeer ver reikenden invloed haardos was hij trotsch; en in dan goeden «tijd was het ook een zeer behoorlijk hoofd met haar geweest, dat op natuurlijke wijs in fraai golvende krul viel. Helaas zooals het met alle aardse lie zaken gaat, kunnen wij aan de vergankelijkheid niet ontkomen. Van lieverlede was de kleur van mr Galloway's lokkenpracht van kastanjebruin tot somber grijs ge worden, en nog later wit. Vrienden we zen hem op de zegeningen, die haarspe- cialisten in hun raam etaleeren. Doch zulks had hij steeds met verontwaardi ging van de hand gewezen; totdat een ernstige ziekte zijn haar zoodanig deed uitvallen, dat hij zich, na veel strijd, ge wonnen gaf en voorlichting ging zoeken bij een dezer kunstenaars. Het gevolg was geweest, dat na een veelvuldig gebruik van het heilbrengend medicijn de kleur thans peper en zout-kleurig was gewor den, zooals men wel bij waspoppen ziet En uiteraard was het doorkomend maan tje op zijn kruin blijven bestaan. Het was op het kantoor van dezen heer dat Arthur Channing was geplaatst, met het vooruitzicht, in de toekomst een even waardig procureur te worden als zijn chef. Om zich echter dit recht te kunnen verwerven, liet zich de heer Galloway, zooals destijds in zijn beroep algemeen gebruikelijk was, een ronde som betalen. En zooals we vernomen hebben, was Ar thur, in afwachting van de erfenis, die de middelen verschaffen moest, vast als klerk op het kantoor werkzaam, er er was thans weinig kaas, dat hij het ooit verder zou brengen. Op het bureau waren er nog twee anderen, Roland Yorke, die reeds in de gelukkige positie verkeerde, waarvan Arthur zich zooveel had voorgesteld, en Joseph Jenkins, een schraal, verschrom peld mannetje, die den heer Galloway reeds bijna twintig jaar als klerk, a raison van twintig gulden in de week had ge diend. Hij was de zoon van den ouden Jenkins, den aanspreker. Zijn vrouw had een onaanzienlijk kousenwinkeltje in de Hoogstraat. Roland Yorke ontving uiter aard geen salaris. Evenals Arthur zou moeten doen, had hij integendeel een aar dig bedrag moeten betalen, om het voor recht te genieten, ingeleid te worden in de geheimen van het procureurschap. Ar thur Channing stond eigenlijk, wat zijn positie betreft, juist tusschen de twee anderen in. Later zou hij de gelijke van Yorke zijn. Doch vooralsnog keek deze op hem neer als een betaald klerkje, terwijl Joe Jenkins daarentegen hem als zijn meerdere beschouwde. Jaren geleden was Yorke's vader een der vele geestelijken geweest, in het Hel- stonleighs domkapittel werkzaam; hij was ook een tijdlang onderdeken geweest. In een onvoorzichtig oogenblik verpandde hij hart en hand aan de dochter van een Iersch landedelman, die echter geen cent bezat. Het praatje ging zelfs, dat hij uit eigen middelen de uitzet van zijn aan staande vrouw bekostigd had. Maar de menschen zeggen veel. In ieder geval zou het feit, dat lady Augusta onbemiddeld was, er weinig toe of afgedaan hebben. als ze tevens voorzichtig en verstandig ware geweest. Want dr Yorke had een behoorlijk inkomen. Helaas ging het geld bij schepels de deur uit, wat hij er met handen in droeg, en toen de waardige man plotseling kwam te sterven, liet hij zijn vrouw wel een achttal kinderen na, doch niet de middelen, om ze in haar stand groot te brengen. Lady Augusta verhuisde naar een goedkoop ruim huis, dat tot de kerkelijke gemeente behoorde en haar uit erkentelijkheid voor haar mans verdiensten was aangeboden en daar vatte zij het oude leven weer op. Ze hield haar rijtuig aan, en veel vaker dan goed was voor haar beurs werden er paarden uit de stadsstallen gehuurd, om in vol ornaat te kunnen uitrijden. Ze was dan ook altijd in de schuld. Haar kinde ren, schoon geboren met uitstekende ver mogens en een veelbelovend karakter, groeiden in bandeloosheid op en waren thans zoover gekomen, dat z«e nauwelijks meer te regeeren waren, George, de oud ste, was een plaats in het leger gekocht en was thans weg met zijn regiment. Ro land, de tweede zoon, zou oorspronkelijk voor predikant studeeren, doch 't grieksch en latijto. lokten hem zoo weinig aan, dat dit plan al spoedig moest worden opge geven. Toen kwam hij op het kantoor van den heer Galloway, terwijl Gerald, die nog op de collegeschool was, voor de kerk bestemd werd. Dan was er nog Theodoor, vervolgens twee meisjes Caroline en Fan- j ny, en dan wederom twee kleine knapen. (Wordt vervolgd.) Vrij naar het Engelsch. 10.) „Nu het zoo ver gekomen is, vind ik dat miss Charley verplicht was geweest, zijn mond open te doen. Hij heeft het gezien." „Wie beweert dat?" vroeg Tom haastig. „Dat wordt algemeen gezegd. En dat hij er niet voor uit durft komen." Gaunt wenkte Charley, dat hij bij hem (noest komen. „Nu jongen je weet, dat m er VOOr n*et om heen te draaien, Meneer Pye heeft den seniors opgedra- ®en> de zaak uit te zoeken en je zult moe ten spreken. Heb je gezien, wat er ge beurd is?" „Neen, dat heb ik niet!" riep de jonge banning flink. „Als hij het niet gezien heeft, dat heeft JJ m elk geval zijn vermoedens," hield urst vol. „Kom, juffertje, spreek op." „Vermoedens zijn geen bewijsgronden, s twel Gaunt?" vroeg Charley. „We mo- LY^maal onze vermoedens hebben, och daarom zijn we toch niet verplicht, ze uit te spreken?" 'T'®™' dat is ieders goed recht. Dus je egt, dat je het niet gezien hebt?" „Neen, op mijn eerewoord." „in orde. Ik had trouwens niet anders verwacht. Dat heer zal heusch zijn voorzorgen wel genomen hebben. Doch als het uitkomt, zal hij met ons, seniors, te doen krijgen!" „Veronderstel eens, dat blijken zou, dat de dader zelf een senior was, Gaunt?" zei Bywater spottend. „Veronderstel eens, dat blijken zou, dat jij een groote ezel was?" antwoordde Gaunt op denzelfden toon. HOOFDSTUK V. Roland Yorke. Juist buiten het gebied dat tot de kerk en aanhoorigheden behoorde, in een bree- de, stille straat, was het kantoor geves tigd van Richard Galloway, procureur en zaakgelastigde van het Domkapittel. Behalve dit kantoor, bestond de straat, die op de kathedraal uitkwam, slechts uit particuliere woningen. De heer Galloway was vrij gezet; iemand van gedrongen ge stalte, met een blozend, rond gelaat, en oogen, die altijd een uitdrukking hadden, alsof de eigenaar zich over iets verbaas de. Doch hij was een kundig man en voor zijn werk uitnemend geschikt. Op zijn manier was hij ook een dandy altijd keurig gekleed, met een hagelwit over hemd en een kleurige das; en voor de laatste vijf en twintig jaar was hij de begeerde echtgenoot geweest van alle oude vrijsters die Helstonleigh rijk was. Op uiterlijk schoon kon de heer Gallo way overigens niet bogen; doch op zijn

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5