1.-1. Partijdag te Goes
PUROL
Schoonmaak
HANDEND
EERSTE BLAD,
WOENSDAG 22 MAANT 1933
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
:uw Jr, Garage en
NINGEN.
en Advertentiën
nomen door
UWENHUIJZE 02.
47e JAARRANG - No. 14T
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Belangrijkste Nieuws.
Buitenland
v. bij cholera,
allerlei geheime
ider over inën-
ok de pullorum-
n meer ingang;
op den verkeer-
ibied aardig wat
jr en meer blijkt
trijding door de
loopt. De bloed-
jk en ieder denkt
Is hij de reagen-
sbleken, dat men
t dergelijk werk
manier de pul-
mnen en dat de
ote kans op suc-
he methode, toe-
Georganiseerde
renge controle
ek, anders komt
interessants op
het gebied der
feel moois te be-
TE HENNEPE.
je treffende, kun-
tvorden gezonden
gaardesingel 96a
voor antwoord
ien.
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes,
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
ra zware
TE KOOP.
p het plein „Den
2L, Oostkapelle.
COOP:
Lorn- en Red Island
18 per 100, op
20 en ƒ21.
wedorp.
iel prima
GOUD GEBIESD
7>
'olphaartsdijk.
.00, Bloemk.pl., gr.
leven, Vergeet-me-
Flieren, Kernolfels,
c., Pioenen 3 v. 25
jR, Breeweg D 189.
ïoek Gortstraat.
eren Donderdag en
jn Reuzel 45 ct. p.
.gehakt 50 ct. per
AGE, Brakstraat,
0 ct per K.G. (per
r K.G.), Bladreuzel
(umdlappen 3 pond
HAGE, Brakstraat,
2S
Ps., Test. Ps. en
est. Ps. (Datheen)
voorradig. Bijbel-
5'huij, Middelburg-
KOOP:
DE, WEIVAARZEN
VNGELS.
Leuw Goedgelegen'
and te huur: een
v. gas en waterl.,
poort, op tZand
rv.\ P. KOOLE Sr,
idekerkscheweg.
a Uienzaad 4 per
Eigenheimerpoters,
ƒ1 per 70 K.G. J-
EKE, Wemeldinge.
gevraagd:
IEISJESRIJWIEL.
:EUW Jr, Rijwiel-
axtsdijk.
KOOP:
GEREN BED EN
1WIEL (Bato).
)7, Oostkapelle.
KOOP:
)UWD VEULEN-
HERRIEP AARD,
i 9 jaar oud. SAM.
en Sint-Joosland.
Bijkantoor Middelburg, Lange Burg. Tclef. 259.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
«'.y .wwnn rn- i 1
Abonnementsprijs f 2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertenliën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 085.
Bij contract belangrijke korting.
Middagvergadering.
Een enthousiaste stemming!
Voor de samenkomst in de Geref. Kerk,
waarin dr H. Colijn spreken zou, was de
belangstelling ongekend groot. Reeds ge-
ruimen tijd
voor de deu
ren open
gingen,
stond een
groot aan
tal belang
stellenden
te wach
ten. Door
dat niet
meer kaar
ten waren
uitgegeven
dan er
plaatsen be-
schikbaar
waren (bet
aantal
plaatsen
was door 't bijzetten van stoelen zoo hoog
mogelijk opgevoerd) konden echter allen
geborgen worden. Er heerschte in de
eivolle kerk een enthousiaste stemming.
Met begeleiding van het orgel werden
vóór de opening der vergadering aller
lei liederen gezongen.
Toen te kwart over twee de heer Colijn
binnenkwam werd hij met een krachtig,
langdurig applaus begroet, waarna de
vergadering hem staande Ps. 134:3 toe
zong. Het was een hartelijk welkom
van Anti-Revolutionair Zeeland aan
zijn leider.
De voorzitter van het Prov. Comité de
heer Mr P. A. Schwartz liet zingen
Ps. 33:10, las Ps. 28 en ging daarna voor
in gebed.
Spr. heette vervolgens allen welkom
namens het Prov. Comité van A.-R. Kies
verenigingen, in het bijzonder den spre
ker van dezen middag, dr H. Colijn. Spr.
wees op het enthousiasme, dat zich in het
geheele land in deze weken openbaart, nu
dr Colijn in zoovele vergaderingen op
treedt. Wij mogen gerust zeggen, dat dr
Colijn een nationale figuur is, al kan men
van zekere zijde niet nalaten pijlen op
hem te richten. Spr. hoopt, dat God hem
nog vele jaren moge sparen tot heil van
onze partij, maar ook van volk en vader
land.
Rede dr H. Colijn.
Dr H. Colijn, hierna het woord ver
krijgend, wees eerst op de groote moei
lijkheden van nationalen en internationa
len aard, waaronder wij verkeeren en den
stembusstrijd tegemoet gaan. Het is nu
vijftien jaar geleden, dat aan den wereld
oorlog een eind kwam. En wat zien we
nu na vijftien jaar?
Politieke spanning overal, die herin
nert aan de dagen vóór Augustus 1914.
De Volkenbond heeft gefaald in zijn po
gingen tot beperking der bewapening.
Reeds bijna acht jaar werkt men om te
komen tot een ontwapeningsconventie.
Maar als God niet op het laatste oogen-
hlik de harten bereid maakt, zullen die
pogingen op een mislukking uitloopen.
Het wantrouwen in de volkerenwereld
neemt toe. In het verre Oosten is de vrede
verbroken. In Europa ziet men dag aan
dag de pogingen om nieuwe statengroe-
Peeringen te maken met het doel om den
vrede te dienen, maar waarvan de uit
komst meestal een andere is.
Er is voortdurend oorlogsgevaar.
Ook op economisch gebied stijgt de
nood met den dag. En ook wij worden
daarvan niet verschoond. Die nood be
strijkt alle lagen der bevolking. Geen en-
0 groep wordt niet door de tijdsom
standigheden zwaar getroffen.
Pr- bespreekt nu de waanzinnige han-
eispolitiek, die door vele landen in Euro-
is en wordt gevoerd en die zulke
rampzalige gevolgen heeft.
Groot is dus het gevaar voor verwar
ing- Juist in een tijd, waarin het spant,
®n we ontstaan allerlei bewegingen,
ach W1Jzen op ernstige gistingen. D'ie tijd
tin 8n a'1S6n voor een revolutionaire ac-
He demon der revolutie ligt altijd op
win z^n reeds ernstige waarschu-
_0,fn> zooals het oproer te Genève, het
nrde op de „Zeven Proyinciën", de
spanning in Duitschland en
waardoor ieder oogenblik
burgeroorlog kan uitbreken.
n dit is het ergste, dat we hier met
Vmptomen te doen hebben van een ern-
l8e ziekte, die de geheele wereld heeft
a«a8eta»t.
Er werken ontbindende en verwoesten
de krachten in de samenleving.
En temidden van dat alles worden we
straks ter stembus geroepen.
Waar het om gaat.
Het gaat bij deze verkiezingen om
het behoud van onze staatsinstellingen.
Evenwijdig aan de lijnen, die heen wijzen
naar ontbinding, loopt de lijn naar 'de
verzwakking van het constitutioneel-par-
lementaire stelsel.
Dat stelsel is hoog geprezen als het
summum van menschelijke wijsheid. En
toch het functioneert niet meer. Het be
antwoordt niet meer aan de gekoesterdo
verwachtingen. In Italië, Joego-Slavië,
Polen is het weg of zoo goed als weg. En
in Duitschland zal ook de werking van
het parlementaire stelsel wel tot het ver
leden behooren.
En waaraan is het bezweken? Aan de
gevolgen van eigen, innerlijke onmacht.
Wat men als democratie heeft ingehaald,
heeft zich ontwikkeld tot demagogie. Men
vraagt en eischt maar, zonder te vragen
of de middelen er ook voor zijn om alles
in te willigen.
En nu heeft de dictatuur openlijk of
bedekt zijn plaats in het volkerenleven in
genomen.
En daarin schuilt een groot gevaar.
Een dictatuur kan wel orde en rust be
waren. Maar ook bij een goede dictatuur
is het met de vrijheid der burgers ge
daan.
Gevaar voor dictatuur.
Is er nu ook voor Nederland gevaar?
Inderdaad. In het algemeen is het reeds
mogelijk, dat een dictatoriale beweging
niet halt houdt aan de grenspaal. En ver
der zijn de teekenen van verwording ook
hier aanwezig. Bij deze stembus zijn er
reeds dertien min of meer fascistisch ge
tinte partijenl
Drie en vijftig partijen hebben hun
candidatenlijsten ingediend. Ze hebben
zeker alle de begeerte, om op z'n minst
één zetel te bemachtigen. Als eens wer
kelijkheid werd, dat b.v. veertig partijen
ieder één zetel veroverden, dan bleven er
voor 13 grootere partijen zestig zetels
over. Zou men dan nog kunnen spreken
van een parlement, dat met de regeering
kan samenwerken?
Ook hier werkt dus de bacil, die in an
dere landen zoo funest gewerkt heeft.
Misschien is deze verkiezing de laatste
kans op behoud van onze parlementaire
instellingen, die bij onzen volksaard pas
sen, waaronder we 80 jaar rustig hebben
geleefd.
'Het gaat dus om verkiezingen, die ons
een krachtige regeering moeten brengen.
En eerste voorwaarde daartoe is een
krachtig parlement, dat aan de regeering
in dezen moeilijken tijd voldoende steun
biedt. Alleen zóó zullen we gevrijwaard
blijven voor experimenten, die het buiten
land reeds 'kent, waardoor orde en vrijhei^
in chaos ondergaan.
Dat is de hoofdzaak, waarom het bij
deze verkiezingen gaat. Is het hiermee in
orde, dan komt ook het andere goed.
De materieele nooden kunnen niet wor
den opgelost, maar wel zooveel mogelijk
verzacht.
We moeten dit keer niet ter stembus
gaan met een lange lijst van verlangens.
Het is wel gemakkelijk, om zulk een lijst
op te stellen, maar de middelen ontbreken
om ze uit te voeren.
De A.R. party komt dan ook niet met
zulk een lange lijst. Maar toch kan ze ook
niet zwijgen over de vragen van dezen tijd.
Vier vragen.
Deze vragen zijn in hoofdzaak vier in
getal, n.l. de financieele vraag, de econo
mische vraag, het werkloosheidsvraagstuk'
en het weerstaan van gezagsondermijnende
invloeden.
Dat de financieele toestand ernstig is,
is hekend. En toch is er zooveel luchthar
tigheid. In het gezin mag men niet meer
uitgeven dan men ontvangt. Maar deze
wijsheid vergeet men als het gaat over de
financiën van den Staat
Reeds in Nov. 1922 heeft spr. in een
rede in de Tweede Kamer gewezen op de
ingetreden crisis, die niet was van con-
junctureelen aard, maar een liquidatie
crisis, waarby we te doen hadden met een
verbouwing van ons economisch huis.
Daardoor heeft spr. zich ook laten leiden,
toen hy minister van financiën was.
Velen 'hebben dat toen afgekeurd. Maar
nu zijn er toch niet zoovelen meer, die
durven zeggen, dat spr. toen mis gezien
heeft. Men zou alleen kunnen opmerken,
dat spr. toen nog den toestand te gunstig
heeft beoordeeld.
Vorig najaar moest Min. De Geer dek
king zoeken voor een bedrag van f 150
millioen. Het is niet gelukt, dit tekort ge
heel weg te werken. Maar al was dit ge
lukt, dan zouden we in het a.s. najaar
toch staan voor een tekort, dat spr. schat
op f 120 millioen.
De oorzaak ligt voor de hand. De Staat
is afhankelijk van toet volksinkomen. Daalt
dat, dan daalt ook de opbrengst van 's
lands financiën. Ondanks de belastingver-
hoogingen der laatste jaren, daalt het in
komen van de publieke organen.
Dat kan niet zoo doorgaan. Het volks
inkomen is met minstens 40 pet. gedaald.
Daarom is de eerste eisch der Anti-Revo
lutionairen, dat er evenwicht komt. Er
mag niet meer worden uitgegeven, dan er
inkomt. Als het onmogelijk blijkt, dit in
één jaar te bereiken, dan kunnen t ij d e -
lijk de heffingen worden verhoogd.
Er zijn menschen, die aan de uitgaven
niet willen tornen en die op een steeds
grooter deel van het volksinkomen beslag
willen leggen. Er is echter hier een grens,
die niet overschreden mag worden. De be
lastingen moeten komen uit het bezit der
natie. Het. thans levend geslacht mag niet
onbeperkt putten uit het volksinkomen
zonder te letten op de belangen van het
geslacht, dat na ons komen zal.
Het tweede vraagstuk, het economische,
is nog moeilijker dan het eerste. By het
eerste zyn we haas in eigen touis, maar by
het tweede zyn we in sterke mate van het
buitenland afhankelijk.
De welvaart van Nederland berustte in
hoofdzaak op twee pijlers onze ligging
en de gesteldheid van onzen bodem. We
waren geworden de tuin van de ons om
ringende groote landen en daarnaast wa
ren we in sterke mate betrokken by de
uitwisseling van de goederen tusschen de
volken onderling. Die beide pylers zyn nu
in ernstige mate aangetast.
We genoten een rijke mate van wel
vaart. Daarom vraagt het A.R. manifest
van de regeering pogingen, om de deuren,
die het buitenland gesloten heeft, weer
open 'te krijgen.
Dat is geen frase. Daarvoor heeft spr.
vijf jaar (19271932) hard gewerkt. In
Jan. 1931 heeft spr. te Genève de minis
ters van buitenlandsche zaken nog ern
stig gewaarschuwd en gezegd, dat de wij
zers op vyf minuten vóór middernacht
stond en dat spoedig ingrijpende maat
regelen noodig waren. Sprekers profetie is
uitgekomen, want spoedig kwamen de
financieele moeilijkheden in Oostenrijk,
Duitschland en Engeland.
De deuren moeten daarom weer open.
Waar we dit niet in onze hand hebben, zal
steun aan bepaalde volksgroepen moeten
worden verleend en wel in de richting van
voorziening van de behoeften der natio
nale markt. We moeten zelf zooveel moge
lijk gaan voortbrengen, wat we nu uit heit
buitenland noodig hebben. Uit de op
brengst van het product moeten de nor
male lasten, die op het bedrijf drukken,
kunnen worden betaald. Daaronder be
hoort een billijk arbeidersloon, sociale las
ten, pacht, hypotheekrente, enz., waarby
spr. echter opmerkt, dat de hooge pach
ten, die we gekend hebben, wel tot het
verleden zullen behooren.
Spr. zegt dit alles volkomen eerlijk en
wil vermijden, beloften af te leggen, die
spr. straks niet zal kunnen verwezenlijken.
Het derde vraagstuk is dat der werk
loosheid, die geweldig in het volksleven
ingrijpt. We hébben nagenoeg 400.000
werkloozen. Het vraagstux is financieel
van groot gewicht. Voor 1933 zal op een
bedrag van f 200 millioen voor bestryding
der werkloosheid moeten worden gerekend.
Veel erger is nog de moreele kant van
deze zaak, het altijd tot lediggang gedoemd
zyn.
De oplossing van dit vraagstuk is niet
zoo gemakkelijk en hangt samen met het
vorige, het economische. Zelfs al leeft het
bedrijfsleven weer wat op, dan moeten de
geproduceerde goederen ook in het buiten
land tegen concurreerende prijs kunnen
worden verkocht.
In dit verband zegt spr. tot de arbei
ders, dat de grootste loonsverlaging, die
ze treffen kan, dan intreedt als ze werkloos
worden. Als de werkloosheid nog meer toe
neemt zullen de normen voor steunverlee-
ning verlaagd, misschien veel verlaagd,
moeten worden. Dan is dus een verlaagd
loon (natuurlijk met in achtneming van 'n
zeker minimum, waar niet onder gegaan
mag worden) te verkiezen boven een
werkloozensteun.
Tot de werkgevers zegt Spr., dat de
welvaart, die de arbeiders hebben gekre
gen een zeer bescheidene is. Laten de
werkgevers bedenken, wat er in het hart
van de arbeiders omgaat, als het loon
verminderd wordt. De arbeiders zyn te
recht bevreesd, dat ze weer terug vallen
op het treurige peil der vorige eeuw.
Op de overheid rust den plicht, om
nuttig en doelmatig werk te verschaffen.
Het gexag.
Het vierde punt noemt Spr. het aller
belangrijkste, n.l. de eisch, dat er in de
eerste plaats gezorgd behoort te worden
voor een rustig en ordelijk staats- en
maatschappelijk leven.
De overheid is van Godswege geroepen
aan dien eisch te voldoen. Het prestige
der Overheid is helaas achteruit gegaan.
Het Overheidsgezag is aasgevochten en
bestreden en voetje voor voetje, bij cen
timeters tegelijk, is men op den verkeer
den weg gekomen. Hoe ver het gekomen
is, is enkele weken geleden gebleken in de
wateren van den Indischen Archipel.
De Overheid heeft hier het eerste deel
van haar taak vervuld en Spr. vertrouwt,
dat ze ook het tweede deel van die taak
(de uitzuivering) zal nakomen. Maar ook
de oorzaken moeten worden opgespoord.
Men denke niet te licht over wat gebeurd
is. Als het sein voor het gebed voor den
maaltijd op de „Zeven Provinciën werd
gegeven, werd de Internationale aange
heven.
De gezagsondermijnende invloeden moe
ten worden tegengegaan. En dat beperkt
zich niet alleen tot de marine!
Het is niet hetzelfde, wie er roept om
gezagshandh aving en "bok verstaan allen
niet hetzelfde onder gezag. Gezag is niet
het vertoonen van een paar vuisten. Het
ware gezag draagt niet alleen een be
dwingend, maar ook een beschermend
karakter, 't Gezag, dat we nu in'Duitsch
land zien, is geen Overheidsgezag meer.
Alle onderdanen moeten een stil en ge
rust leven leiden en niet de eene volks
groep moet heerschen over de andere.
We hebben noodig een krachtig ge
voel van nationale saamhoorigheid. Spr.
valt geen personen en partyen aan. Spr.
wekt liever alle goedgezinde groepen en
partijen tot aansluiting op, om samen de
diep-ingrypende kwesties op te lossen.
Dan zyn we er nog niet. Negatieve
arbeid is niet voldoende. Wij, Anti-Revo
lutionairen, zeggen: Wij moeten terugl
Wy moeten terug naar de Heilige Schrift,
naar de beginselen van de A. R. Staat
kunde, die op die Schrift zyn gebaseerd,
opdat weer het staatkundig en maatschap
pelyk terrein worden verlicht door den
stralenbundel van Gods Woord.
Het A. R. verkiezingsmanifest roept
dan ook ons volk terug tot die oude par-
den. Op de Schriftuurlijke beginselen
rust de geheele cultuur van het Neder-
landsche volk, al ontkent een deel van
ons volk dat.
Daarom rust er op de Anti-Revolutio
nairen zulk een dure plicht. Niet alleen
om op de A. R. lijst te stemmen, maar
om banierdragers te zyn. We mogen ons
niet verschuilen achter onze zwakheid.
Spr. wijst daartoe op Prins Willem I,
die in donkere dagen met den Potentaat
aller potentaten een verbond maakte.
De menschheid staat momenteel ver
schrikt, verdoofd, radeloos, onmachtig.
Maar wij zyn niet onmachtig en redde
loos.
Wanneer we leven uit onze beginselen,
wanneer we gTond onder de voeten heb
ben, dan weten we, dat de krachten, die
ons ontbreken, ons zullen worden ge
schonken, ja vermenigvuldigd.
Dan keert de moed en de hoop terug
en zingen wij het:
Gij toch, Gij zyt hun roem, de kracht van
hunne kracht.
Nadat op verzoek van Dr Colijn de aan
wezigen staande dit achtste vers van Ps.
89 hadden gezongen, bracht de voorzitter
dank aan allen, die aan het welslagen
van dezen partydag hadden meegewerkt.
Spr. stelt het zoo bijzonder op prys,
dat Br Colyn verklaard heeft, volkomen
eerlyk tegenover de kiezers te willen
staan. Aan zulke leiders hebben we be
hoefte. Spr. hoopt, dat, als Dr Colyn eens
werd geroepen wat hy wil, te verwezen
lyken, God hem daartoe sterken moge.
Naar het Schuttershof.
Hierna begaf Dr Colyn zich naar het
Schuttershof. Hier was de Schouwburg
zaal geheel gevuld geweest met belang
stellenden die de rede van Dr Colyn uitste
kend hadden kunnen volgen door middel
van den luidspreker op het tooneel.
Ds A. S c h e e 1 e te Kapelle, die hier
de leiding had, verwelkomde Dr Colyn,
die ook hier met applaus werd begroet,
hartelijk. Spr. bad hem sterkte toe om in
deze bewogen dagen tot een zegen voor
land en volk te zyn.
Dr C o 1 ij n constateerde met dankbaar
heid, dat onze vergaderingen in het ge
heele land zeer druk worden bezocht.
Ons volk is warmer dan het in langen
tijd is geweest. Dat is althans één voor
recht in den druk, waarin wy verkeeren.
Het is trouwens altyd zoo geweest. In
dagen van druk voelt Gods volk zich al
tyd sterker dan in voorspoed, omdat het
dan meer de kracht by God zoekt. Wy
kunnen zoo weinig. Ook de knapsten on
der ons vermogen niets.
Laat echter die groote belangstelling
ons niet tot valsche gerustheid stemmen.
We moeten hard werken. Zij, die aan de
grens staan, moeten worden bezocht. We
mogen niet volstaan met papieren huis
bezoekers. Zelf moeten we er op uit. Be
denkingen moeten worden weggenomen.
We kunnen met onze beginselen voor
den dag komen. Daarom heeft het A. R.
manifest zich ook tot het geheele volk
Binnenland.
Een rede van Dr H. Colyn.
Bestryding van het dansgevaar.
De begrooting Buitenlandsche Zaken in
de Eerste Kamer.
Wethoudersverkiezing te Middelburg.
Buitenland.
De opening van den Duitschen Rijksdag.
De Engelsch-Russische spanning.
gericht. De A. R. partij is een bij uitstek
nationale partij.
De tijden zijn veel ernstiger dan de
massa wel vermoedt. We hebben nog
maar de eerste voorloopers van de crisis.
Ons volk wordt bedreigd door allerlei
verwoestende krachten. Maar in ons ge
loof en in onzen historischen wortel staan
we sterk.
Nadat gezongen was: „Zij zullen het
niet hebben", ging Dr Colijn voor in
dankgebed.
Bij het verlaten van de zaal werd hem
spontaan Ps. 1214 toegezongen.
Ingezonden Mededeeling.
ruw, rood of bescha
digd, worden weer vlug
gaaf en zacht met
Doos 30 en 60 ct. Bij Apoth.en Drogisten.
DE OPENING VAN DEN DUITSCHEN
RIJKSDAG.
Potsdam in feeststemming.
De storm van gisternacht had den regen
verdreven en het oude Potsdam ontwaakte
gistermorgen in een straienden zonne
schijn.
De voormalige keizersstad was in een
zee van vlaggen herschapen. Zwart-wit-
rood en hakenkruis wapperden van alle
huizen en torens, van trams en autobus
sen. Op de 'brug, die toegang geeft tot den
verkeersweg naar Berlijn, hing een doek,
versierd met sparregroen en vlaggen,
waarop geschreven stond: „Wir gruessen
das neue Deutsehland".
De stad gaf een overweldigenden indruk.
Op verschillende plaatsen in de stad was
muziek, die door luidsprekers werd ver
spreid. Overal zag men opschriften als
„Das ganze Deutsehland soil es ein". Voor
de garnizoenskerk heerschte een bijna
levensgevaarlijk gedrang.
Om acht uur begon de politie reeds de
eerste maatregelen te treffen om den weg
vrij te maken.
Toen de rijkspresident was voorgereden
en de treden van het kerkgebouw besteeg,
moesten de politiebeambten zich arm in
arm scharen, om de opdringende menigte
tegen te houden.
Aan het hoofd van den stoet van hon
den en vereenigingen, met blaasinstrumen
ten, trommels en fluiten, liep prins August
Wilhelm, dan de Stahlhelm met prins
Eitel Friedrich en prins Wilhelm, den
oudsten zoon van den kroonprins.
Het was een kleurig beeld van banieren
en uniformen.
Het was gisteren juist 62 jaar geleden,
dat op 21 Maart 1871 in de witte zaal van
het Berlijnsche slot de rijksdag van het
door Bismarck gevestigde Duitsche rijk
bijeen kwam.
In de plaats van een Duitsch keizer
woonde gisteren een Duitsch president de
plechtigheid in de garnizoenskerk te Pots
dam bij.
Om half 12 eindigde de dienst zoowel
in de Nikolai- als in de Peters- en Pau-
luskerk, waarna spoedig de plechtigheid
in de garnizoenskerk begon. Onder het ge
lui der klokken en een ontzaglijk gejubel
van de menigte begaven rijkspresident Von
Hindenburg en rijkskanselier Hitier zich
naar het kerkgebouw. Het 'heilgeroep was
niet van de lucht.
Voor ik mijn verordening van 1 Febr.
j.l. uitvaardigde, aldus de rijkspresident
Von 'Hindenburg, werd de rijksdag ont
bonden, opdat het Duitsche volk zelf zijn
houding tegenover de nieuwe regeering
zou kunnen bepalen.
Bij de rijksdagverkiezing van 5 Maart
heeft zich ons volk met een duidelyke
meerderheid achter de door mijn vertrou
wen gevormde regeering geplaatst en haar
hierdoor den constitutioneelen grondslag
voor 'haar werk gegeven.
Zwaar en groot is de taak, waarvoor u,
mijnheer de rijkskanselier, en u, heeren
rijksministers, zich geplaatst ziet.
Ik weet echter, dat 'kanselier en regee
ring met vasten wil aan het werk gaan