Rheumatiek?
OA
N
'S LI NI MEN
DE ZEEUW
HET ADRES
A. WILKING
vy§\
Binnenland.
TWEEDE BLAD.
Wat er deze week voorviel
JOAN CARISBROKE
MIJNH ARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
DOODT
1 PIJN
FEU ILLETON
Brieven uit Middelburg,
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
HANDELSVERDRAG MET
DUITSCHLAND.
Voor te veel pessimisme seen reden.
De Berlijnsohe correspondent van 'het
„H'bld" meldt:
Zooals ik van zeer goed ingelichte zijde
uit regeeringskringen vernam, kan men
in de Duitsche officieele handelspolitiek
afwending van de meestbegunstiging in
handelsverdragen en een principieel nieu
we verdragsmethode tegemoet gezien.
Wat in het bijzonder de D u i t s c h-
Nederlandsche handelsbe
trekkingen betreft, koestert mijn
zegsman de hoop, dat beide landen tot
een nieuw verdrag op langen termijn
zullen komen, waarbij met de wederzijd-
sche belangen rekening wordt gehouden.
Hij verklaarde, dat het te wenschen ware,
dat Nederland inziet dat Duitschland
voorloopig eerst zijn eigen geweldige bin-
nenlandsche moeilijkheden moet over
winnen. In een later stadium ware dan
stellig de weg te vinden, waarop ook Ne
derland kon meegaan.
Hieraan kan ik toevoegen, dat ik van
invloedrijke Nederlandsche zijde de ver
zekering heb ontvangen, dat op het oogen-
blik voor al te pessimistische beschou
wing geen geldige reden aanwezig is.
Bij Apoth. en Drogisten
Wat er in die 24 uren is voorgevallen
wekt verbazing.
Thans zijn de hekken verhangen.
Van een wolf wierd de M. Crt. een
schaap; van een leeuw een minzaam
kwispelend schoothondje.
De verhouding is thans zoo liefjes, als 't
maar kan.
Het verslag druipt van stroop, honig en
honigzeem.
„De persoonlijke kennismaking met de
in alle opzichten keurige en representa
tieve figuur van onzen nieuwen burge
meester was een bizonder genoegen en wij
zijn er gaarne van overtuigd dat de heer
Femhout voornemens is, zijn beste krach
ten van heeler harte aan de bevordering
van Middelburg's belangen te geven."
Aldus het vrijzinnige blad.
Wat zou er gebeurd zijn, dat in één
etmaal de toom zóó is gewijzigd?
Wanneer de burgemeester kennis heeft
genomen van a 1 wat er over zijn benoe
ming in genoemd blad verscheen, zal hij
zich wel verbazen. Doch hij zal zich ook te
binnen brengen de spreuk: „Als de vos
de passie preekt, boer pas op je ganzen!"
Of zou onze vriendelijke M. Crt. tot de
overtuiging zijn gekomen, dat het eener-
zijds niet ongewenscbt zou zijn in z ij n
eigen belang wat waiter in den
wijn te doen en anderzijds hebben bemerkt
dat er bij rechts ook nog keurige en re
presentatieve figuren zijn, die de liberale
spreuk: „Nul n'aura d'esprit, que nous
en nos amis!": Niemand bezit geest, dan
wij en onze vrienden! van kracht beroo-
ven.
Vriendschappelijk groetend,
t.t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
ingezonden Mededeeling.
Smeer de pijnlijke plek licht in
met Sloan s Liniment, zonder
inwrijven, Het dringt onmiddel
lijk door geeft sen tinte'ende
warmte aan de pijnlijke
gewrichten en spieren. De
opzwelling en lnflammatie
stinken en de pijn verdwijnt.
Snelle verlichting. Heerlijk wel
behagen. Milhoenen hebben
Sloan's Liniment roet succes
gebnsikt yoe-r hst verdrijven
der pijnen van Rhramatiek,
Lendejieht, Ischias,
Verkoudheden sp d« Borst,
Verstuikingen, Kneuzingen.
WERKLOOSHEID EN WERK
VERSCHAFFING.
Aan de rede door Dr H. G o 1 ij n te
Rotterdam gehouden is nog het volgende
ontleend
Het belangrijkste probleem, waarvoor
wij staan, is dat der werkloosheid.
Daarop moet een krachtige aanval wor
den gedaan, een aanval, tot het uiterste
om dezen geesel in ons volksleven zoo
ver mogelijk terug te drijven.
Niet alleen om den geldelijken, maar
vooral om den moreelen invloed der
werkloosheid is dat noodig. In het buiten
land had spr. onlangs een man ontmoet
van 28/29 jaar, die nog nooit in staat was
gesteld ook maar één uur arbeid te ver
richten. Wat dit beteekent voor den per
soon en voor de volkskracht, is niet te
zeggen. Niet ernstig genoeg kan daarom
het werkloosheidsprobleem onder de
oogen worden gezien, al was het alleen
om de moreele beteekenis.
Spr. heeft een woord tot arbeiders en
werkgevers.
Tot de arbeiders zegt hij, met ernst te
bedenken, dat werkloosheid de grootste
loonsverlaging is. Het is een open vraag
hoe lang bij het tegenwoordige aantal
werkloozen op den huidigen voet blijvend
kan worden gesteund, maar dit is zeker,
dat indien er nog een paar honderddui
zend mochten bijkomen, het peil van
thans zeker niet kan worden gehand
haafd. Laten de arbeiders bedenken, wel
ke verantwoordelijkheid zij op zich ne
men als zij een eventueele in hun bedrijf
noodzakelijke loonsverlaging afwijzen.
Sluiting der bedrijven beteekent niet
alleen meerdere werkloosheid, maar ook
daling van het peil der werkloozenuitkee-
ring.
De bedrijven moeten in staat worden
gesteld, om te concurreeren en daarbij
speelt ook het loonpeil een rol.
Tot de werkgevers heeft spr. een twee
de waarschuwing.
De arbeiders zijn er 'de laatste 40 jaar
in geslaagd geleidelijk hun positie iets te
verbeteren en een zeer bescheiden wel
vaart te verwerven. Spr. kan zich zoo
volkomen indenken, wat er in 'het arbei-
dershart omgaat, wanneer men het ver-
kregene weer ziet afbrokkelen. Dan vree
zen zij en bet is verklaarbaar, weer terug
te zullen gaan naar den tijd van 40 jaar
geleden toen het arbeidersbestaan in
menig opzicht droevig was. Dat de werk
gever rekene met de psyche van den ar
beider. Tegenover die psyche past niet
het commando van den cavalerie-officier
in den zadel, maar het begrijpend mee
leven met den arbeider en het voeren van
richtig overleg over den weg, die bewan
deld moet worden.
Voorzoover het niet mogelijk is in de
bedrijven zelf een deel van de arbeiders
bevolking weer werkzaam te doen zijn,
zal de overheid maar dit is een pallia
tief door werkverschaffing in produc
tieve werken zooveel mogelijk moeten
doen om de werkloosheid te doen afne
men.
Bij dit alles stellen wij voorop den eisch
der Chr. sociale gerechtigheid.
De druk der tijden zal op alle bevol
kingsgroepen en niet op één alleen mogen
worden gelegd. Noodig is, dat wij in het
regeerbeleid ons laten leiden door die
eeuwige beginselen, die een rotsvast fun
dament voor ons volksleven zijn.
Staatkundig Geref. Partij.
Gisteren werd te Utrecht de jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden van de
Staatkundig Geref. Partij. De vergade
ring, die zeer druk bezocht was, werd ge-
praesideerd door het Tweede Kamerlid,
Ds G. H. Kersten, van Rotterdam. Deze
opende de vergadering met oen rede, ge
titeld: „'Gebroken bakken".
Na eerst met een enkel woord de zor
gelijke tijden, waarin thans geleefd wordt,
te hebben geteekend, wees spr. er op, dat
ook Nederland thans zwaar bezocht
wordt. Ons volk verliet den God der vade
ren en 't zijn niet alleen de revolutionai
ren, 'die in de staatkunde hun atheïsti
sche theorieën in practijk willen brengen.
Ook Rome stuwt op om de gehate begin
selen der Reformatie te bestrijden en he
laas nazaten der Hervormers verlooche
nen de leer der Reformatie. Dat de coalitie
den weg baant tot revolutie, leert het ge
beurde met „De Zeven Provinciën". Te
tweeden male werd het Ned. gezag sma
delijk neergehaald. Ook in 'Genève, waar
de bloem der Regeeringen vergadert,
wordt niet mët 'God gerekend. Toch ver
wacht onze 'Chr. Regeering er alle heil
van.
De landsf'inanciën zijn in slechten toe
stand. Maar de Regeering ontwierp geen
•bezuinigingsplan, doch zint veeleer op
verhooging van inkomsten. Duizenden
ambtenaren leven in weelde en hebben
ibooge traktementen, waarhij nog pensioen
op pensioen gestapeld wordt. Daaraan
doen allen mee.
De Overheid moet haar allereersten en
duursten plicht weer gaan erkennen, n.l.
Gods eere te zoeken en te bevorderen. Als
de waarheid Gods weer erkend wordt, dan
zal de Overheid weer voedsterheer en
zoogvrouw worden van de eene, ware kerk
van Christus. Dan komt weer één school
voor de geheele natie, waarbij het onder
wijs op Gods onfeilbaar woord wordt ge
bouwd.
De vergadering verzond aan H. M. de
Koningin het volgende telegram
„De S. G. P. enz. betuigt Uwe Majes
teit haar aanhankelijkheid aan het door
luchtig huis van Oranje en bidt Uwe
Majesteit in deze drukkende en ernstige
tijden des Heeren bewaring toe, begee-
rende, dat Hij Uwe Majesteit moge leiden
in Zijne wegen, om ons zinkend volk tot
den 'God der vaderen te doen weder-
keeren."
Verder was de vergadering gewijd aan
het behandelen van huishoudelijke zaken
en ter vaststelling van de candidatenlijst
voor de komende Kamerverkiezingen.
D'e heer P. v. d. Meulen te Genemuiden
werd als hoofdbestuurslid herkozen.
De lijst van candi daten voor de Tweede
Kamer werd als volgt samengesteld 1.
ds G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds P.
Zandt, Delft; 3. ir C. N. van Dis, Rotter
dam: 4. A. Hoogendijk, Zeist; 5. mr J.
Floor, Driebergen; 6. D. Kodde, Zoute-
lande; 7. A. J. Kersten, Rotterdam; 8. J.
H. van Houdt, Rijssen; 9. P. v. d. Meulen,
Genemuiden; 10. G. B. van Woerden, Ak-
krum;ll. D. van Leeuwen, Alphen aan
den Rijn;12. B. J. van Putten, Kampen;
13. A. J. de Heer, Nieuw-Beijerland; 14.
J. H. Koppelaar te Middelharnis; 15. W.
v. d. Vate, Rhenen; 16. Th. v. d. Spek,
Moercapelle.
VAN
ZATERDAG 25 FEBR. 1933. Nr. 126.
Laten we dit keer eens beginnen met
een goed bericht en wel, dat op 1 April
a.s. de spoorwegtarieven belangrijk ver
laagd zullen worden. Ziehier althans één
publieke dienst, die goedkooper wordt. De
spoorwegdirectie hoopt ongetwijfeld, dat
er nu zóóveel meer gereisd en ten vervoer
aangegeven zal worden, dat de ontvang
sten per saldo zullen vermeerderen.
Onze Tweede Kamer, die op haar laat
ste beenen loopt en wier leden natuurlijk
popelen, om straks den boer op te gaan,
behandelde deze week de Indische begroo
ting. De geweldige interpellatie-Alharda
over „De Zeven Provinciën" hebben we
nog te goed.
Ook in de Eerste Kamer, die vol moed
aan de begrootingsdebatten begonnen is,
is het gebeurde möt „De Zeven Provin
ciën" besproken en uit de verklaring, 'die
den heer Wibaut als het ware afgedwon
gen moest worden, blijkt wel, dat de S.
D, A. P. iet-wat met het geval verlegen
begint te geraken. In bet begin scheen er
voor -haar muziek in te zitten, maar nu
het wel eens zou kunnen zijn, dat haar
dubbelzinnige houding, haar uit en in
praten, haar straks stemmen zal kosten,
is ze eenigszins met haar figuur verlegen.
Ook het geschrijf in „Hef Volk" wijst
daar wel op.
In de Eerste Kamer is ook gebleken,
dat de G-H. fracties in Eerste en Tweede
Kamer het nu niet bepaald roerend eens
zijn over de vraag, of het noodig en ver
standig was mee te werken aan het ver
oorzaken van een conflict tusschen volks
vertegenwoordiging en regeering. De C.H.
senatoren denken daarover geheel anders
dan hun partijigenoofen in de Tweede Ka
mer.
In Duitsc'hland wordt de verkiezings-
strijd_ wel bijzonder ruw gevoerd. Nog
steeds wordt er eiken dag gevochten en
geschoten. De „moord-kwajongens",
waarover een der nationaal-socialistische
ministers deze wéék sprak, schijnen aan
beide zijden, zoowel bij de nazi's als bij
de communisten gevonden te worden. Ze
doen voor elkaar niet onder.
De nieuwe regeering belemmert op een
schandelijke wijze de vrijheid van druk
pers en vergadering. Er wordt bij onze
Oosterburen een terreur gevoerd, die al
leen in Italië en Rusland haar evenbeeld
vindt. Het zal nog zoover komen, dat al
leen de regeeringspartijen hun meening
mogen zeggen in krant en radio. Er wordt
op een onverantwoordelijke wijze met
vuur gespeeld, veel erger dan vroeger
onder keizer "Wilhelm het geval was.
Practisch krijgt men in Duitschland de
dictatuur der nationaal-socialisten. Nu
reeds worden 'hun S. A.-troepen op één
lijn gesteld met de politie en heeft een
S. A.-leider al het recht mee te spreken
over het al dan niet verbieden van een
centrumblad. Frissche toestanden!
Intusschen stuurt de nieuwe regeering
op economisch gebied naar de autarkie,
waardoor onze tuinbouw en veeteelt ge
voelig getroffen zullen worden. Het wordt
wel tijd, dat Nederland zich krachtig te
weer gaat stellen!
In Genève kwam deze week de Volken
bond in buitengewone zitting bijeen en
veroordeelde met algemeene stemmen de
houding van Japan tegenover China. Het
brutale Japan, dat rustig zijn gang gaat,
schijnt zich echter van den geheelen Vol
kenbond niets aan te trekken. Danst de
Volkenbond niet naar zijn pijpen, goed,
dan trekt Japan er uit.
In China bereidt men zich dan ook
voor op een openbaren oorlog met Japan
die nog tot allerlei complicaties aanlei
ding 'kan geven.
En intusschen werken de munitiefa
brieken van Groot-Brittannië koortsach
tig aan de vervaardiging van kogels,
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
136.) o—
En Mrs Bray schudde het hoofd en ant
woordde: „Ik heb haar verzocht toe te
geven voor het te laat is, maar het helpt
niets, juffrouw Joan wil zich niet laten
raden! Ze is vroeg op en gaat laat naar
bed en is overal tegelijk, lijkt het wel. Ik
zal heuscb blij zijn, als de vacantie einde
lijk begonnen is en dan zul je zien, dat
haar krachten haar begeven en dat ze
Kerstmis in bed moet vieren, u zult eens
zien, of ik geen gelijk krijg, juffrouw
Brenda. De boog kan niet altijd gespan
nen blijven."
Maar nog voor de vacantie begonnen
was, kwam Mrs. Bray's voorspelling al
uit. Op zekeren morgen, juist een week
voor den grooten dag, verschrikte Joon,
die voor het ontbijt nog repetities had ge
corrigeerd, haar klas door van haar stoel
fia te glijden en bewusteloos op den grond
te blijven liggen. Er ontstond een alge
meene verwarring, vooral toen bleek, dat
de gewone hulpmiddelen hier niet baatten.
Dokter Parker werd gehaald en na zijn
patiënte onderzocht te hebben, keek hij
*wr ernstig.
bommen, granaten, geweren en machine
geweren
Er valt wat te verdienenl
CIL.
Amice,
Zooals bekend is, hebben Middelburg
en Goes beiden hun Gasthuiskwestie.
Slechts wordt die in Goes meer princi
pieel opgevat en behandeld. In December 1
1.1. sprak de Goesche gemeenteraad als
zijn overtuiging uit, dat de gemeente Goes
niet verplicht was de tekorten van het
Gasthuis te dekken en zoodoende zorg te
dragen dat de daarvoor gedane voor
schotten zouden kunnen worden geresti
tueerd. Het Gasthuishestuur is daarom in
hooger beroep gegaan bij het College van
Gedeputeerde Staten, zoodat wel eene be
slissing in hoogste instantie kan worden
tegemoetgezien. Intusschen beginnen de
gevechten op de voorposten. En zelfs een
der Middelburgsche wethouders blijft
daar niet buiten. Deze deed tijdens een
der laatste vergaderingen van den Mid-
delburgschen Raad eene mededeeling uit
een Goesch rapport van den heer Kö-
nings over de wasch in het Gasthuis te
Goes. Hij citeerde uit dit rapport, ten
einde, met een beroep op Goes, toestan
den in het Middelburgsch Gasthuis te ver
dedigen.
Dit pakte verkeerde uit. De heer Kö-
nings, daarnaar gevraagd, schreef over
de uitlatingen van Wethouder Boassou
verbaasd te zijn. Het was hem onbegrijpe
lijk, zoo zeide hij, dat de heer Boasson
zulke mededeelingen deed en hem woor
den in den mond lei, die hij, niet heeft ge
zegd. Er zijn door iemand, die uit de ver
gadering der Goesche Gasthuisregenten
klapte, onjuiste mededeelingen gedaan,
en daardoor ook door den heer Boasson
verdraaide woorden overgebracht.
En, zoo zeide de vrijzinnige bur
gemeester van Goes, aan dat „gewauwel"
moet een einde komen. Hij zal er op lost
trekken, wien het ook geldt. Een fraai
compliment aan het adres van den Mid-
delburgschen wethouder!
Wij herinneren ons, dat de heer Boas
son, in eene Middelburgsche raadszitting,
op hoogen toon lostrok tegen een raads
lid, dat, volgens hem, zonder behoorlijk
onderzoek, onjuiste cijfers had genoemd.
Nu had dit raadslid, door een van de ge
meente-secretarie afkomstagen staat,
waarin allerlei salarissen waren opgege
ven, mét en zonder kost en inwoning,
dooréén, in de war gebracht, zich inder
daad vergist en die onjuiste cijfers her
steld.
Wat nu geschiedde ie duizendmaal er
ger. Het geldt hier een onbescheidenheid,
een afgaan, zonder behoorlijk onderzoek,
op praatjes, die onwaar bleken op den
koop toe. De zegsman van den heer Boas
son, heeft volgens den burgemeester van
Goes, nóch het Gasthuishestuur van Goes,
nóch den heer Boasson, met zijn gepraat
een dienst bewezen en deze laatste, die er
inliep, deed het Middelburgsche Gasthuis
evenmin een dienst.
Over de burgemeestersbenoeming was
de Midd. Crt. aanvankelijk niet te spre
ken. Zonder ook maar het geringste te
weten van de beweegredenen, die de Re
geering tot de voordracht hebben geleid,
spreekt zij van de „zeer zwakke en moei
lijk verdedigbare gronden", waarop de
Ministerraad zijn besluit nam. Op het
voetspoor van den geestelijken leider van
een dorpje in Zuid-Holland, die den nieu
wen burgemeester na zijn installatie toe
voegde: „Dus burgemeester, wij begrijpen
elkaar goed: U is de haas op het Raad
huis en ik in de gemeente"!, zegt bedoeld
blad, dat het den nieuwen burgervader
gaarne medewerking toezegt tot beharti
ging van de belangen van geheel Middel
burg, zooals het blad die ziet".
Wat een koude drukte, verdwazing en
zélfopgieblazenheid!
Wat zal de burgemeester op zulk een
steun prijs stellen!
Enfin, 'tis jammer dat men aan zulk
een gebazel nog eenige aandacht schenkt.
Woensdag 1.1. verscheen echter een
nieuw artikel in de M. Ot., inhoudende
verslag van een gesprek met den heer
Femhout.
„Ik vrees, dat ge uw baantje van on
derwijzeres tijdelijk met dat van verpleeg
ster zult moeten verwisselen, juffrouw
Brenda," zei hij. „Juffrouw Carisbroke is
erg ziek en dat zal wel een poosje aanhou
den. Ik zou u aanraden de leerlingen maar
zoo spoedig mogelijk naar huis te sturen."
„Vandaag over een week begint de va
cantie."
„Die zou ik dan maar een weekje ver-
vroegen. Schrijf vanavond nog aan de ver- i
schillende ouders. De meisjes, die in Lon
den wonen, kunnen misschien vanavond
nog gehaald worden eenigen van haar
zeker."
„Vreest u voor besmetting?"
„Ik kan op het oogehblik nog niet pre
cies zeggen, wat ik vrees, maar er zijn op
het oogenblik veel zieken. Ze heeft deze
ziekte al eenige weken onder de leden,
vermoed ik; in elk opzicht is het verstan
diger de leerlingen naar huis te sturen."
Dokter Parkers raad werd opgevolgd en
binnen vier en twintig uur hadden de
zieke en haar verpleegsters het huis voor
zich; de piano's waren gesloten, 'tgroote
schoolvertrek lag zwijgend en verlaten,
het dienstpersoneel deed het werk zoo
zacht mogelijk en durfde nauwelijks hard
op spreken. Na een paar dagen kon de
dokter met zekerheid vaststellen, dat de
ziekte niet besmettelijk was, maar daarom
een niet minder ernstig karakter droeg. De
patiënt had een uiterst zorgvuldige verple
ging noodig, wilde men gereede hoop koes
teren op herstel. Niet, dat de ziekte zelf
zoo'n kwaadaardig karakter droeg, maar
juffrouw Garisbroke was niet in een toe
stand, dat ze veel doorstaan kon; ze had
zich blijkbaar overwerkt en maar doorge
zwoegd, toen ze zichzelf al lang rust had
moeten gunnen. Dan heeft ze blijkbaar
een zwaren inwendigen strijd doorgemaakt
en dit alles, gevoegd bij haar voortdurend
werken voor de school, heeft haar zenuw
gestel aangetast.
„Wat u zegt, is waar," zei Ruby droe
vig. „Als oud vriend, kan ik u wel vertel
len, dat onze broer, die onlangs in New
York gestorven is, ons veel moeite en zorg
heeft gegeven voor hij het land verliet. Ja,
de omstandigheden, waaronder hij naar
den vreemde trok, waren zeer droevig en
Joan, als het hoofd der familie, trok zich
dat het meeste aan. Dan was ze er bij
tegenwoordig, toen Ada stierf. Ja, ze heeft
wel een erg zwaar half jaar achter den
rug; steeds heeft ze met moeite en zorg te
kampen gehad, sinds ze zoo onverwacht
van Dunham Tower werd teruggeroepen,
waar ze de zomervacantie doorbracht.
Brenda en ik hebben eerst kort geleden
vernomen, welk een last Frank veroor
zaakt heeft. Het ergste had ze voor ons
verborgen gehouden."
,„Ja, en toen trachtte ze zichzelf afleiding
te geven door onafgebroken arbeid. Wat
mij het meest verbaast, is, dat ze het zoo
lang heeft volgehouden; de meeste vrou
wen zouden het allang eerder hebben moe
ten opgeven."
„Maar u gelooft, dat er geen onmiddel
lijk gevaar bestaat?"
„Dat mag ik niet zeggen, er is alle re
den om ons ernstig bezorgd te maken.
Menschelijkerwijs gesproken, hangt alles
af van de zorg, die er aan haar besteed
wordt. Ik zal alles doen, wat ik kan en ik
twijfel niet, of jullie zult dat ook doen.
Als de koorts is uitgewoed, zul je ervan
schrikken, zoo zwak als ze zal zijn. Zorg
vooral ook goed voor jezelf, verdeel de ver
pleging, er zal meer dan genoeg te doen
zijn voor jou en juffrouw Brenda en Mrs.
Bray het allerbeste lijkt me, als je me
een goede verpleegster laat sturen."
Tegen dat voorstel verzetten de zusters
zich eerst hardnekkig. Maar toen er een
week verstreken was waren ze blij er naar
te handelen, want Joan ging in het ge
heel niet vooruit. Dokter Parker wenschte
een consult met een anderen geneesheer,
daar de ziekte een leelijke wending dreigde
te nemen en niet voor de gewone behan
deling wilde wijken.
Kerstmis ging droevig voorbij voor de
zusters en baar trouwe helpster mrs Bray,
gedurende de feestdagen lag Joan buiten
bewustzijn te bed, zwevend tusschen leven
en dood eerst toen het nieuwe jaar
zijn intrede reeds had gedaan, kon dokter
Parker eenige hoop geven op herstel. Ze
had een sterk gestel en ondanks alle lijden
en zwakheid, triomfeerde het, zoodat ze de
derde week van Januari buiten gevaar kon
worden verklaard.
De school werd wat later dan anders
hervat, maar Joan mocht zelfs niet aan
haar leerlingen denken. Alles hing er nu
van af, leeraarde dokter Parker, dat ze
zich de rust gunde, die ze reeds zoo lang
behoefd had. Ze zou zich zelf maar van
den regen in den drop brengen, als ze
trachtte ook maar de lichtste werkzaam
heden te verrichten, voor en aleer haar
krachten en gezondheid weer geheel en al
teruggekeerd waren. En om de waarheid
te zeggen, toonde Joan niet het minste
verlangen om het werk te hervatten, dat
zoo plotseling aan haar handen ontvallen
was. Ze voelde zich zeer zwak en liefst
lag ze maar uren achtereen zonder spre
ken op haar bed soms dommelde ze een
poosje, vaak gleden dikke tranen langs
haar vermagerde wangen, zonder dat ze
een poging deed ze af te vegen.
Vroeg in Februari scheen de winter ten
einde; het ijs en de sneeuw verdwenen, de
zon scheen helder en warm en de eerste
voorjaarsbloemen staken reeds hun kopjes
boven de aarde. Nu moest Joan Chestnut
House verlaten, zei dokter Parker, hoe
eerder ze eens in een geheel andere om
geving kwam, eens andere lucht inadem
de, des te eerder zou ze haar krachten her
winnen en haar plichten weer kunnen her
vatten. Toen kwam natuurlijk de vraag
aan de orde, waarbeen zou ze in dit kille
jaargetijde gaan,
(Wordt vervolgd.)