Rheumatiek? OA N 'S LI NI MEN DE ZEEUW HET ADRES A. WILKING vy§\ Binnenland. TWEEDE BLAD. Wat er deze week voorviel JOAN CARISBROKE MIJNH ARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Hoofdpijn-Tabletten 60 ct DOODT 1 PIJN FEU ILLETON Brieven uit Middelburg, voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST HANDELSVERDRAG MET DUITSCHLAND. Voor te veel pessimisme seen reden. De Berlijnsohe correspondent van 'het „H'bld" meldt: Zooals ik van zeer goed ingelichte zijde uit regeeringskringen vernam, kan men in de Duitsche officieele handelspolitiek afwending van de meestbegunstiging in handelsverdragen en een principieel nieu we verdragsmethode tegemoet gezien. Wat in het bijzonder de D u i t s c h- Nederlandsche handelsbe trekkingen betreft, koestert mijn zegsman de hoop, dat beide landen tot een nieuw verdrag op langen termijn zullen komen, waarbij met de wederzijd- sche belangen rekening wordt gehouden. Hij verklaarde, dat het te wenschen ware, dat Nederland inziet dat Duitschland voorloopig eerst zijn eigen geweldige bin- nenlandsche moeilijkheden moet over winnen. In een later stadium ware dan stellig de weg te vinden, waarop ook Ne derland kon meegaan. Hieraan kan ik toevoegen, dat ik van invloedrijke Nederlandsche zijde de ver zekering heb ontvangen, dat op het oogen- blik voor al te pessimistische beschou wing geen geldige reden aanwezig is. Bij Apoth. en Drogisten Wat er in die 24 uren is voorgevallen wekt verbazing. Thans zijn de hekken verhangen. Van een wolf wierd de M. Crt. een schaap; van een leeuw een minzaam kwispelend schoothondje. De verhouding is thans zoo liefjes, als 't maar kan. Het verslag druipt van stroop, honig en honigzeem. „De persoonlijke kennismaking met de in alle opzichten keurige en representa tieve figuur van onzen nieuwen burge meester was een bizonder genoegen en wij zijn er gaarne van overtuigd dat de heer Femhout voornemens is, zijn beste krach ten van heeler harte aan de bevordering van Middelburg's belangen te geven." Aldus het vrijzinnige blad. Wat zou er gebeurd zijn, dat in één etmaal de toom zóó is gewijzigd? Wanneer de burgemeester kennis heeft genomen van a 1 wat er over zijn benoe ming in genoemd blad verscheen, zal hij zich wel verbazen. Doch hij zal zich ook te binnen brengen de spreuk: „Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen!" Of zou onze vriendelijke M. Crt. tot de overtuiging zijn gekomen, dat het eener- zijds niet ongewenscbt zou zijn in z ij n eigen belang wat waiter in den wijn te doen en anderzijds hebben bemerkt dat er bij rechts ook nog keurige en re presentatieve figuren zijn, die de liberale spreuk: „Nul n'aura d'esprit, que nous en nos amis!": Niemand bezit geest, dan wij en onze vrienden! van kracht beroo- ven. Vriendschappelijk groetend, t.t. METELLUS. Ingezonden Mededeeling. ingezonden Mededeeling. Smeer de pijnlijke plek licht in met Sloan s Liniment, zonder inwrijven, Het dringt onmiddel lijk door geeft sen tinte'ende warmte aan de pijnlijke gewrichten en spieren. De opzwelling en lnflammatie stinken en de pijn verdwijnt. Snelle verlichting. Heerlijk wel behagen. Milhoenen hebben Sloan's Liniment roet succes gebnsikt yoe-r hst verdrijven der pijnen van Rhramatiek, Lendejieht, Ischias, Verkoudheden sp d« Borst, Verstuikingen, Kneuzingen. WERKLOOSHEID EN WERK VERSCHAFFING. Aan de rede door Dr H. G o 1 ij n te Rotterdam gehouden is nog het volgende ontleend Het belangrijkste probleem, waarvoor wij staan, is dat der werkloosheid. Daarop moet een krachtige aanval wor den gedaan, een aanval, tot het uiterste om dezen geesel in ons volksleven zoo ver mogelijk terug te drijven. Niet alleen om den geldelijken, maar vooral om den moreelen invloed der werkloosheid is dat noodig. In het buiten land had spr. onlangs een man ontmoet van 28/29 jaar, die nog nooit in staat was gesteld ook maar één uur arbeid te ver richten. Wat dit beteekent voor den per soon en voor de volkskracht, is niet te zeggen. Niet ernstig genoeg kan daarom het werkloosheidsprobleem onder de oogen worden gezien, al was het alleen om de moreele beteekenis. Spr. heeft een woord tot arbeiders en werkgevers. Tot de arbeiders zegt hij, met ernst te bedenken, dat werkloosheid de grootste loonsverlaging is. Het is een open vraag hoe lang bij het tegenwoordige aantal werkloozen op den huidigen voet blijvend kan worden gesteund, maar dit is zeker, dat indien er nog een paar honderddui zend mochten bijkomen, het peil van thans zeker niet kan worden gehand haafd. Laten de arbeiders bedenken, wel ke verantwoordelijkheid zij op zich ne men als zij een eventueele in hun bedrijf noodzakelijke loonsverlaging afwijzen. Sluiting der bedrijven beteekent niet alleen meerdere werkloosheid, maar ook daling van het peil der werkloozenuitkee- ring. De bedrijven moeten in staat worden gesteld, om te concurreeren en daarbij speelt ook het loonpeil een rol. Tot de werkgevers heeft spr. een twee de waarschuwing. De arbeiders zijn er 'de laatste 40 jaar in geslaagd geleidelijk hun positie iets te verbeteren en een zeer bescheiden wel vaart te verwerven. Spr. kan zich zoo volkomen indenken, wat er in 'het arbei- dershart omgaat, wanneer men het ver- kregene weer ziet afbrokkelen. Dan vree zen zij en bet is verklaarbaar, weer terug te zullen gaan naar den tijd van 40 jaar geleden toen het arbeidersbestaan in menig opzicht droevig was. Dat de werk gever rekene met de psyche van den ar beider. Tegenover die psyche past niet het commando van den cavalerie-officier in den zadel, maar het begrijpend mee leven met den arbeider en het voeren van richtig overleg over den weg, die bewan deld moet worden. Voorzoover het niet mogelijk is in de bedrijven zelf een deel van de arbeiders bevolking weer werkzaam te doen zijn, zal de overheid maar dit is een pallia tief door werkverschaffing in produc tieve werken zooveel mogelijk moeten doen om de werkloosheid te doen afne men. Bij dit alles stellen wij voorop den eisch der Chr. sociale gerechtigheid. De druk der tijden zal op alle bevol kingsgroepen en niet op één alleen mogen worden gelegd. Noodig is, dat wij in het regeerbeleid ons laten leiden door die eeuwige beginselen, die een rotsvast fun dament voor ons volksleven zijn. Staatkundig Geref. Partij. Gisteren werd te Utrecht de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de Staatkundig Geref. Partij. De vergade ring, die zeer druk bezocht was, werd ge- praesideerd door het Tweede Kamerlid, Ds G. H. Kersten, van Rotterdam. Deze opende de vergadering met oen rede, ge titeld: „'Gebroken bakken". Na eerst met een enkel woord de zor gelijke tijden, waarin thans geleefd wordt, te hebben geteekend, wees spr. er op, dat ook Nederland thans zwaar bezocht wordt. Ons volk verliet den God der vade ren en 't zijn niet alleen de revolutionai ren, 'die in de staatkunde hun atheïsti sche theorieën in practijk willen brengen. Ook Rome stuwt op om de gehate begin selen der Reformatie te bestrijden en he laas nazaten der Hervormers verlooche nen de leer der Reformatie. Dat de coalitie den weg baant tot revolutie, leert het ge beurde met „De Zeven Provinciën". Te tweeden male werd het Ned. gezag sma delijk neergehaald. Ook in 'Genève, waar de bloem der Regeeringen vergadert, wordt niet mët 'God gerekend. Toch ver wacht onze 'Chr. Regeering er alle heil van. De landsf'inanciën zijn in slechten toe stand. Maar de Regeering ontwierp geen •bezuinigingsplan, doch zint veeleer op verhooging van inkomsten. Duizenden ambtenaren leven in weelde en hebben ibooge traktementen, waarhij nog pensioen op pensioen gestapeld wordt. Daaraan doen allen mee. De Overheid moet haar allereersten en duursten plicht weer gaan erkennen, n.l. Gods eere te zoeken en te bevorderen. Als de waarheid Gods weer erkend wordt, dan zal de Overheid weer voedsterheer en zoogvrouw worden van de eene, ware kerk van Christus. Dan komt weer één school voor de geheele natie, waarbij het onder wijs op Gods onfeilbaar woord wordt ge bouwd. De vergadering verzond aan H. M. de Koningin het volgende telegram „De S. G. P. enz. betuigt Uwe Majes teit haar aanhankelijkheid aan het door luchtig huis van Oranje en bidt Uwe Majesteit in deze drukkende en ernstige tijden des Heeren bewaring toe, begee- rende, dat Hij Uwe Majesteit moge leiden in Zijne wegen, om ons zinkend volk tot den 'God der vaderen te doen weder- keeren." Verder was de vergadering gewijd aan het behandelen van huishoudelijke zaken en ter vaststelling van de candidatenlijst voor de komende Kamerverkiezingen. D'e heer P. v. d. Meulen te Genemuiden werd als hoofdbestuurslid herkozen. De lijst van candi daten voor de Tweede Kamer werd als volgt samengesteld 1. ds G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds P. Zandt, Delft; 3. ir C. N. van Dis, Rotter dam: 4. A. Hoogendijk, Zeist; 5. mr J. Floor, Driebergen; 6. D. Kodde, Zoute- lande; 7. A. J. Kersten, Rotterdam; 8. J. H. van Houdt, Rijssen; 9. P. v. d. Meulen, Genemuiden; 10. G. B. van Woerden, Ak- krum;ll. D. van Leeuwen, Alphen aan den Rijn;12. B. J. van Putten, Kampen; 13. A. J. de Heer, Nieuw-Beijerland; 14. J. H. Koppelaar te Middelharnis; 15. W. v. d. Vate, Rhenen; 16. Th. v. d. Spek, Moercapelle. VAN ZATERDAG 25 FEBR. 1933. Nr. 126. Laten we dit keer eens beginnen met een goed bericht en wel, dat op 1 April a.s. de spoorwegtarieven belangrijk ver laagd zullen worden. Ziehier althans één publieke dienst, die goedkooper wordt. De spoorwegdirectie hoopt ongetwijfeld, dat er nu zóóveel meer gereisd en ten vervoer aangegeven zal worden, dat de ontvang sten per saldo zullen vermeerderen. Onze Tweede Kamer, die op haar laat ste beenen loopt en wier leden natuurlijk popelen, om straks den boer op te gaan, behandelde deze week de Indische begroo ting. De geweldige interpellatie-Alharda over „De Zeven Provinciën" hebben we nog te goed. Ook in de Eerste Kamer, die vol moed aan de begrootingsdebatten begonnen is, is het gebeurde möt „De Zeven Provin ciën" besproken en uit de verklaring, 'die den heer Wibaut als het ware afgedwon gen moest worden, blijkt wel, dat de S. D, A. P. iet-wat met het geval verlegen begint te geraken. In bet begin scheen er voor -haar muziek in te zitten, maar nu het wel eens zou kunnen zijn, dat haar dubbelzinnige houding, haar uit en in praten, haar straks stemmen zal kosten, is ze eenigszins met haar figuur verlegen. Ook het geschrijf in „Hef Volk" wijst daar wel op. In de Eerste Kamer is ook gebleken, dat de G-H. fracties in Eerste en Tweede Kamer het nu niet bepaald roerend eens zijn over de vraag, of het noodig en ver standig was mee te werken aan het ver oorzaken van een conflict tusschen volks vertegenwoordiging en regeering. De C.H. senatoren denken daarover geheel anders dan hun partijigenoofen in de Tweede Ka mer. In Duitsc'hland wordt de verkiezings- strijd_ wel bijzonder ruw gevoerd. Nog steeds wordt er eiken dag gevochten en geschoten. De „moord-kwajongens", waarover een der nationaal-socialistische ministers deze wéék sprak, schijnen aan beide zijden, zoowel bij de nazi's als bij de communisten gevonden te worden. Ze doen voor elkaar niet onder. De nieuwe regeering belemmert op een schandelijke wijze de vrijheid van druk pers en vergadering. Er wordt bij onze Oosterburen een terreur gevoerd, die al leen in Italië en Rusland haar evenbeeld vindt. Het zal nog zoover komen, dat al leen de regeeringspartijen hun meening mogen zeggen in krant en radio. Er wordt op een onverantwoordelijke wijze met vuur gespeeld, veel erger dan vroeger onder keizer "Wilhelm het geval was. Practisch krijgt men in Duitschland de dictatuur der nationaal-socialisten. Nu reeds worden 'hun S. A.-troepen op één lijn gesteld met de politie en heeft een S. A.-leider al het recht mee te spreken over het al dan niet verbieden van een centrumblad. Frissche toestanden! Intusschen stuurt de nieuwe regeering op economisch gebied naar de autarkie, waardoor onze tuinbouw en veeteelt ge voelig getroffen zullen worden. Het wordt wel tijd, dat Nederland zich krachtig te weer gaat stellen! In Genève kwam deze week de Volken bond in buitengewone zitting bijeen en veroordeelde met algemeene stemmen de houding van Japan tegenover China. Het brutale Japan, dat rustig zijn gang gaat, schijnt zich echter van den geheelen Vol kenbond niets aan te trekken. Danst de Volkenbond niet naar zijn pijpen, goed, dan trekt Japan er uit. In China bereidt men zich dan ook voor op een openbaren oorlog met Japan die nog tot allerlei complicaties aanlei ding 'kan geven. En intusschen werken de munitiefa brieken van Groot-Brittannië koortsach tig aan de vervaardiging van kogels, door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 136.) o— En Mrs Bray schudde het hoofd en ant woordde: „Ik heb haar verzocht toe te geven voor het te laat is, maar het helpt niets, juffrouw Joan wil zich niet laten raden! Ze is vroeg op en gaat laat naar bed en is overal tegelijk, lijkt het wel. Ik zal heuscb blij zijn, als de vacantie einde lijk begonnen is en dan zul je zien, dat haar krachten haar begeven en dat ze Kerstmis in bed moet vieren, u zult eens zien, of ik geen gelijk krijg, juffrouw Brenda. De boog kan niet altijd gespan nen blijven." Maar nog voor de vacantie begonnen was, kwam Mrs. Bray's voorspelling al uit. Op zekeren morgen, juist een week voor den grooten dag, verschrikte Joon, die voor het ontbijt nog repetities had ge corrigeerd, haar klas door van haar stoel fia te glijden en bewusteloos op den grond te blijven liggen. Er ontstond een alge meene verwarring, vooral toen bleek, dat de gewone hulpmiddelen hier niet baatten. Dokter Parker werd gehaald en na zijn patiënte onderzocht te hebben, keek hij *wr ernstig. bommen, granaten, geweren en machine geweren Er valt wat te verdienenl CIL. Amice, Zooals bekend is, hebben Middelburg en Goes beiden hun Gasthuiskwestie. Slechts wordt die in Goes meer princi pieel opgevat en behandeld. In December 1 1.1. sprak de Goesche gemeenteraad als zijn overtuiging uit, dat de gemeente Goes niet verplicht was de tekorten van het Gasthuis te dekken en zoodoende zorg te dragen dat de daarvoor gedane voor schotten zouden kunnen worden geresti tueerd. Het Gasthuishestuur is daarom in hooger beroep gegaan bij het College van Gedeputeerde Staten, zoodat wel eene be slissing in hoogste instantie kan worden tegemoetgezien. Intusschen beginnen de gevechten op de voorposten. En zelfs een der Middelburgsche wethouders blijft daar niet buiten. Deze deed tijdens een der laatste vergaderingen van den Mid- delburgschen Raad eene mededeeling uit een Goesch rapport van den heer Kö- nings over de wasch in het Gasthuis te Goes. Hij citeerde uit dit rapport, ten einde, met een beroep op Goes, toestan den in het Middelburgsch Gasthuis te ver dedigen. Dit pakte verkeerde uit. De heer Kö- nings, daarnaar gevraagd, schreef over de uitlatingen van Wethouder Boassou verbaasd te zijn. Het was hem onbegrijpe lijk, zoo zeide hij, dat de heer Boasson zulke mededeelingen deed en hem woor den in den mond lei, die hij, niet heeft ge zegd. Er zijn door iemand, die uit de ver gadering der Goesche Gasthuisregenten klapte, onjuiste mededeelingen gedaan, en daardoor ook door den heer Boasson verdraaide woorden overgebracht. En, zoo zeide de vrijzinnige bur gemeester van Goes, aan dat „gewauwel" moet een einde komen. Hij zal er op lost trekken, wien het ook geldt. Een fraai compliment aan het adres van den Mid- delburgschen wethouder! Wij herinneren ons, dat de heer Boas son, in eene Middelburgsche raadszitting, op hoogen toon lostrok tegen een raads lid, dat, volgens hem, zonder behoorlijk onderzoek, onjuiste cijfers had genoemd. Nu had dit raadslid, door een van de ge meente-secretarie afkomstagen staat, waarin allerlei salarissen waren opgege ven, mét en zonder kost en inwoning, dooréén, in de war gebracht, zich inder daad vergist en die onjuiste cijfers her steld. Wat nu geschiedde ie duizendmaal er ger. Het geldt hier een onbescheidenheid, een afgaan, zonder behoorlijk onderzoek, op praatjes, die onwaar bleken op den koop toe. De zegsman van den heer Boas son, heeft volgens den burgemeester van Goes, nóch het Gasthuishestuur van Goes, nóch den heer Boasson, met zijn gepraat een dienst bewezen en deze laatste, die er inliep, deed het Middelburgsche Gasthuis evenmin een dienst. Over de burgemeestersbenoeming was de Midd. Crt. aanvankelijk niet te spre ken. Zonder ook maar het geringste te weten van de beweegredenen, die de Re geering tot de voordracht hebben geleid, spreekt zij van de „zeer zwakke en moei lijk verdedigbare gronden", waarop de Ministerraad zijn besluit nam. Op het voetspoor van den geestelijken leider van een dorpje in Zuid-Holland, die den nieu wen burgemeester na zijn installatie toe voegde: „Dus burgemeester, wij begrijpen elkaar goed: U is de haas op het Raad huis en ik in de gemeente"!, zegt bedoeld blad, dat het den nieuwen burgervader gaarne medewerking toezegt tot beharti ging van de belangen van geheel Middel burg, zooals het blad die ziet". Wat een koude drukte, verdwazing en zélfopgieblazenheid! Wat zal de burgemeester op zulk een steun prijs stellen! Enfin, 'tis jammer dat men aan zulk een gebazel nog eenige aandacht schenkt. Woensdag 1.1. verscheen echter een nieuw artikel in de M. Ot., inhoudende verslag van een gesprek met den heer Femhout. „Ik vrees, dat ge uw baantje van on derwijzeres tijdelijk met dat van verpleeg ster zult moeten verwisselen, juffrouw Brenda," zei hij. „Juffrouw Carisbroke is erg ziek en dat zal wel een poosje aanhou den. Ik zou u aanraden de leerlingen maar zoo spoedig mogelijk naar huis te sturen." „Vandaag over een week begint de va cantie." „Die zou ik dan maar een weekje ver- vroegen. Schrijf vanavond nog aan de ver- i schillende ouders. De meisjes, die in Lon den wonen, kunnen misschien vanavond nog gehaald worden eenigen van haar zeker." „Vreest u voor besmetting?" „Ik kan op het oogehblik nog niet pre cies zeggen, wat ik vrees, maar er zijn op het oogenblik veel zieken. Ze heeft deze ziekte al eenige weken onder de leden, vermoed ik; in elk opzicht is het verstan diger de leerlingen naar huis te sturen." Dokter Parkers raad werd opgevolgd en binnen vier en twintig uur hadden de zieke en haar verpleegsters het huis voor zich; de piano's waren gesloten, 'tgroote schoolvertrek lag zwijgend en verlaten, het dienstpersoneel deed het werk zoo zacht mogelijk en durfde nauwelijks hard op spreken. Na een paar dagen kon de dokter met zekerheid vaststellen, dat de ziekte niet besmettelijk was, maar daarom een niet minder ernstig karakter droeg. De patiënt had een uiterst zorgvuldige verple ging noodig, wilde men gereede hoop koes teren op herstel. Niet, dat de ziekte zelf zoo'n kwaadaardig karakter droeg, maar juffrouw Garisbroke was niet in een toe stand, dat ze veel doorstaan kon; ze had zich blijkbaar overwerkt en maar doorge zwoegd, toen ze zichzelf al lang rust had moeten gunnen. Dan heeft ze blijkbaar een zwaren inwendigen strijd doorgemaakt en dit alles, gevoegd bij haar voortdurend werken voor de school, heeft haar zenuw gestel aangetast. „Wat u zegt, is waar," zei Ruby droe vig. „Als oud vriend, kan ik u wel vertel len, dat onze broer, die onlangs in New York gestorven is, ons veel moeite en zorg heeft gegeven voor hij het land verliet. Ja, de omstandigheden, waaronder hij naar den vreemde trok, waren zeer droevig en Joan, als het hoofd der familie, trok zich dat het meeste aan. Dan was ze er bij tegenwoordig, toen Ada stierf. Ja, ze heeft wel een erg zwaar half jaar achter den rug; steeds heeft ze met moeite en zorg te kampen gehad, sinds ze zoo onverwacht van Dunham Tower werd teruggeroepen, waar ze de zomervacantie doorbracht. Brenda en ik hebben eerst kort geleden vernomen, welk een last Frank veroor zaakt heeft. Het ergste had ze voor ons verborgen gehouden." ,„Ja, en toen trachtte ze zichzelf afleiding te geven door onafgebroken arbeid. Wat mij het meest verbaast, is, dat ze het zoo lang heeft volgehouden; de meeste vrou wen zouden het allang eerder hebben moe ten opgeven." „Maar u gelooft, dat er geen onmiddel lijk gevaar bestaat?" „Dat mag ik niet zeggen, er is alle re den om ons ernstig bezorgd te maken. Menschelijkerwijs gesproken, hangt alles af van de zorg, die er aan haar besteed wordt. Ik zal alles doen, wat ik kan en ik twijfel niet, of jullie zult dat ook doen. Als de koorts is uitgewoed, zul je ervan schrikken, zoo zwak als ze zal zijn. Zorg vooral ook goed voor jezelf, verdeel de ver pleging, er zal meer dan genoeg te doen zijn voor jou en juffrouw Brenda en Mrs. Bray het allerbeste lijkt me, als je me een goede verpleegster laat sturen." Tegen dat voorstel verzetten de zusters zich eerst hardnekkig. Maar toen er een week verstreken was waren ze blij er naar te handelen, want Joan ging in het ge heel niet vooruit. Dokter Parker wenschte een consult met een anderen geneesheer, daar de ziekte een leelijke wending dreigde te nemen en niet voor de gewone behan deling wilde wijken. Kerstmis ging droevig voorbij voor de zusters en baar trouwe helpster mrs Bray, gedurende de feestdagen lag Joan buiten bewustzijn te bed, zwevend tusschen leven en dood eerst toen het nieuwe jaar zijn intrede reeds had gedaan, kon dokter Parker eenige hoop geven op herstel. Ze had een sterk gestel en ondanks alle lijden en zwakheid, triomfeerde het, zoodat ze de derde week van Januari buiten gevaar kon worden verklaard. De school werd wat later dan anders hervat, maar Joan mocht zelfs niet aan haar leerlingen denken. Alles hing er nu van af, leeraarde dokter Parker, dat ze zich de rust gunde, die ze reeds zoo lang behoefd had. Ze zou zich zelf maar van den regen in den drop brengen, als ze trachtte ook maar de lichtste werkzaam heden te verrichten, voor en aleer haar krachten en gezondheid weer geheel en al teruggekeerd waren. En om de waarheid te zeggen, toonde Joan niet het minste verlangen om het werk te hervatten, dat zoo plotseling aan haar handen ontvallen was. Ze voelde zich zeer zwak en liefst lag ze maar uren achtereen zonder spre ken op haar bed soms dommelde ze een poosje, vaak gleden dikke tranen langs haar vermagerde wangen, zonder dat ze een poging deed ze af te vegen. Vroeg in Februari scheen de winter ten einde; het ijs en de sneeuw verdwenen, de zon scheen helder en warm en de eerste voorjaarsbloemen staken reeds hun kopjes boven de aarde. Nu moest Joan Chestnut House verlaten, zei dokter Parker, hoe eerder ze eens in een geheel andere om geving kwam, eens andere lucht inadem de, des te eerder zou ze haar krachten her winnen en haar plichten weer kunnen her vatten. Toen kwam natuurlijk de vraag aan de orde, waarbeen zou ze in dit kille jaargetijde gaan, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5