DE FRUITTEELT IN AMERIKA
Rechtzaken
Land- en Tuinbouw.
v. D. PLASSCHE
Alg. Boekhandel J. DE JONGE,
De heer Harte, «ecretaris der Kamer
van Koophandel te Neuzen, erkent, dat
verschillende verbeteringen zijn aange
bracht, doch betreurt ten zeerste het ver
vallen van de boot NeuzenVlissingen op
Zondag. Hij hoopt, dat dit nog kan wor
den hersteld. Spr. wijst er ook op, dat
bijv. op het veer Willemstad—Moerdijk
alleen de auto's en niet de vrachten wor
den berekend. Dit moet dan toch ook hier
kunnen.
De voorzitter zegt, dat het in deze
vergadering niet de plaats is om over den
Zondagsdienst te spreken, vooral ook nu
de Prov. Staten daarover pas een uit
spraak hebben gedaan. Spr. betwijfelt of
de minister aan de oplossing van den
tweeden wensch bereid zou zijn mede te
werken.
De heer Ir van Goor betreurt ook
het niet meer varen van genoemde boot
op Zondag. Wat de lijn VlissingenBres-
kens betreft, herhaalt spr. het bekende
bezwaar tegen het maar hebben van 4
diensten op Zondag.
De voorzitter antwoordt, dat met
ingang van den zomerdienst het aantal
vaarten op weekdagen vermeerderen zal
van 9 op 13. Er zal des morgens en
's avonds om het 1% uur en 's middags
ongeveer om de 1*4 uur worden overge
zet, De laatste boot van Vlissingen zal te
9 uur en van Breskens te half tien ver
trekken. Voor de vermeerdering van de
4 diensten op Zondag kunnen Ged. Sta
ten geen termen vinden.
Op een vraag van den vertegenwoor
diger van de Zeeland zegt spr., dat ook
in de toekomst op steun bij den fruit-
aanvo-T kan worden gerekend.
Spoor- en tramwegen.
De heer Harte wijst op klachten, die
wel gehoord worden over minder goede
aansluitingen in Zeeuwsch-Vlaanderen
tusschen de trammen onderling.
Van ter zijde verneemt men, dat er
plannen bestaan tot een fussie tusschen
de bestaande Tramwegmaatschappijen.
Als dat tot stand komt, dan zal er waar
schijnlijk ook op betere aansluiting kun
nen worden gerekend.
Als spr. goed is ingeicht zijn de maat
schappijen reeds tot overeenstemming ge
komen en berust de zaak nu bij een com
missie van regeeringswege aangewezen.
Spr. zou gaarne zien, dat Ged. Staten ten
deze op spoed aandrongen.
De voorzitter zegt, dat bedoelde
plannen bij Ged. Staten niet officieel doch
wel officieus bekend zijn. Maar toch zul
len zij wel willen overwegen of zij ook
op spoed kunnen aandringen.
De heer M. Laernoes wijst op de
ingevoerde tariefsverlagingen bij de spoor
wegen, maar vraagt waarom deze niet hei
radicale middel ter hand nemen en alleen
sneltreinen laten rijden, die door motor-
treinen, autobussen of trammen vanai
de kleinere plaatsen worden gevoed aan
de grootere stations. Dit zou z.i. niet al
len een voordeel zijn voor de spoorwegen
maar ook voor het publiek.
Een vertegenwoordiger der N.S.
zegt, dat dit een beginselkwestie is en
men er hier niet over kan spreken. Hij
zal de vraag aan de Directie overbrengen.
Landwegen.
Bij de landwegen komt de heer I r v a n
Goor op de lintbebouwing, die het ver
keer bemoeilijkt en het natuurschoon be
nadeelt. Het is z.i. gewenscht verordenin
gen er tegen in het leven te roepen zoo
als Noord-Holland, Utrecht en Drenthe
reeds deden. Spr. wijst ten deze op de
plannen voor den weg Goes—Katsche
Veer.
De voorzitter zegt, dat de heer van
Goor wellicht beter dan Ged. Staten weet
of er bij het rijk ten deze reeds plannen
bestaan.
De heer Ir van Leeuwen zegt, dat
er een plan voor genoemden weg met
ter zijde laten van de bebouwde kom
was ontworpen, maar de polder wilde
daar beslist niet aan.
De heer Ir van Goor zegt, dat men
beter geen weg kan aanleggen dan een
met zulk een nauwe traverse. De wet is,
naar spr., meent, reeds in de afdeelingen
onderzocht.
Spr. komt nu tot de tertiaire wegen
en bepleit een anderen financiëelen op
zet, waardoor het Provinciaal wegenplan
vlugger dan in 12 jaar is afgewerkt, want
de tertiaire wegen kunnen zoo lang toch
niet wachten op verbetering.
De voorzitter zegt het geheel met
Ir van Goor eens te zijn, dat er veel ter
tiaire wegen slecht zijn en er gaat dan
ook geen Statenzitting voorbij of er wor
den enkele rentelooze voorschotten toege
kend. Een bepaald plan voor de tertiaire
wegen bestaat niet.
De heer Ir van Goor komt dan op
de wenschelijkheid van het afsluiten van
rijwegen voor wielrijders als er wieier-
paden langs liggen.
Vervolgens wijst hij er op, dat gelukkig
Zeeland tolvrij is, maar dan is er toch
nog de tolbrug bij Tholen.
De voorzitter zegt, dat de conces
sie voor het heffen van het bruggeld
voor 5 jaar is verleend en in November
a.s. eindigt. Er is nu een conferentie ge
weest met Ged. Staten van Noord-Brabant
en de betrokken gemeentebesturen, maar
het moet zoo gedaan worden, dat Tholen
er geen schade van heeft, want die klei
ne gemeente, die alles aan de brug be
kostigde, moet men niet hinderen. Maar
de winst, die een gemeente maakt, mag
niet te groot zijn. Er moet vermindering
komen door samenwerking van Rijk, pro
vincie, gemeenten en polders.
Thans bespreekt de heer Irvan Goor
de brug bij het station te Middelburg. In
1931 zeide de minister, dat hij opdracht
gegeven had voor het ontwerpen van een
nieuwe brug en thans daaraan herinnerd
merkte hij op, dat hij den bouw van een
nieuwe brug over het kanaal door Wal
cheren te Middelburg, in verband met
de omstandigheden, dat de voor doorvaart
Lenoodigde tijd in de meeste gevallen
meer dan de helft van den openingstijd
bedraagt, slechts een verbetering van ge
ringe beteekenis zal geven, en de in 1931
ingevoerde nieuwe regeling van de slui
tingstijden een ongehinderd reizigersver
keer van en naar het station mogelijk ge
maakt heeft, niet van zoodanigen nood
zaak acht, dat het doen van de daarvoor
vereischte belangrijke uitgave als ge
rechtvaardigd kan worden beschouwd.
De heer Mr H. Doorenbos, secretaris
van de Kamer van Koophandel te Mid
delburg, zegt, dat er van een nieuwe rege
ling geen sprake is, hoogstens van enkele
kleine wijzigingen.
Naar aanleiding van een vraag over
den weg SluisBelgische grens, zegt de
voorzitter, dat er plannen zijn voor
een weg langs het kanaal BruggeSluis
tot de grens door België en dat er nu
plannen in wording zijn om dan 1 K.M.
op Nederlandsch grondgebied daarop te
doen aansluiten. Dit wordt dus een nieu
we weg.
Op vragen betreffende den Noordweg
MiddelburgDomburg, antwoorden de
voorz. en Ir v. Leeuwen, dat de
polder Walcheren het plan heeft van een
verbetering tusschen Brigdamme en St.
Laurens en op enkele andere korte tra
jecten. De klinkerweg wordt dan 5 M.
breed.
De heer I r v. Goor wijst dan op den
wge in den Katerspolder. Als die in 1936
eens gereed mocht zijn, dan is dat 10
jaar nadat men voor de verbetering actie
is gaan voeren. Er is ieder jaar 6 millioen
over van he't wegenfonds en men kon toch
vlugger zulke verbeteringen bewerkstelli
gen.
Spr. vraagt of het niet mogelijk is in
bijzondere gevallen meer dan 75 pet. bij
te dragen uit het wegenfonds. Er zijn pro
vincies die 80 en zelfs 90 pet. bijdragen.
Bij de verdere besprekingen kwam nog
naar voren, dat de gemeente Koewacht
een extra subsidie voor wegsverbetering
heeft aangevraagd en dat voor den weg
AxelAbsdaieHulst 100 pet. is toege
zegd.
De heer I r v. Goor wees op de goede
verbetering, die op den Sloedam is aan
gebracht.
Een vertegenwoordiger der N.S. wees er
op, dat als men Zondags een boot van
Neuzen op Hoedekenskerke inlegt, om
streeks 12 uur, de spoorwegen willen zor
gen voor een aansluiting naar Goes (in
aansluiting op den middagsneltrein naar
Roosendaal, en voor verbinding met Mid
delburg en Vlissingen.)
De directeur van den Westerschelde-
dienst, dhr d e J 0 n g e, zegt, dat dit zeer
goed zou kunnen.
De voorz. zegt nadere overweging toe.
De heer Taga van den B. B. N. wijst
op den slechten toestand van den weg van
Tholen over Oud-Vossemeer en St. Anna-
land naar Stavenis^
De voorz. zegt, dat er juist verleden
week een conferentie is gehouden over
het deel TholenOüd-Vossemeer met ge
meente- en polderbesturen en hij hoopt,
dat men spoedig tot een oplossing zal ko
men.
Maar verder is het een weg in onder
houd bij het Waterschap en daar verwacht
spr. niet spoedig verbetering, of het moet
zijn bij wijze van werkverruiming.
De heer Ta g a wijst nog op de weinige
accomodatie voor vrachtauto's op de
veerboot Anna-JacobaZijpe. Spr. meen
de dat een der booten van het Keizers-
veer naar dit veer zou komen, dat was
toch de bedoeling van de commissie van
Rijckevorssel?
De heer Ir v. Leeuwen zegt, dat de
machine van de Keizersveer 2 is gebouwd
voor gebruik in zoet water en dat zou
moeilijkheden kunnen opleveren. De com
missie is echter diligent.
Autobusdiensten.
Dhr. Krijger meent, dat het in het
belang van de bussen zal zijn als men
niet in het voorjaar, doch in het natte
jaargetijde nieuw macadam op de wegen
brengt.
Dhr. Ir van Leeuwen geeft toe dat
dit dikwijls op ongelegen tijdstippen plaats
heeft.
Dhr. K r ij g e r wijst op het reeds ver
trekken van een boot van Zijpe op 4.45
en van Stavenisse om 5.35, dan is er
toch nog geen verbinding naar die booten
en hij meent, dat dit zonder bezwaar later
'kan worden gesteld.
De directeur van de RTM zegt,
dat dit geschiedt om de groenten tijdig
pp de veiling te Rotterdam te hebben.
Dhr. K r ij g e r meent, dat men toch
niet ''s nachts de groenten oogst en die
van den vorigen dag kunnen toch met de
boot van 19.15 mede.
Hierna sluiting.
(Ongecorrigeerd)
Ingezonden Mededeeling.
is voorhanden bij
v. h. P. A. H. PIETERMAN, GOES.
DE ZEEUWSCHE ZEEROOVERS.
I.
Dat vele bewoners der Zeeuwsche lage
landen aan de zee reeds vroeg hun brood
winning op het zilte nat zochten, ligt voor
de hand.
Het was natuurlijk eerst de visch-
vangst, die het dagelijksoh brood moest
verschaffen; later kwam hierbij de han
del. Zeeland toch lag als aangewezen
voor scheepvaart en koopmanschap.
In bet begin der 14e eeuw hadden de
Zeeuwen reeds een uitgebreiden handel,
b.v. op de kusten van Schonen (Zuid-
Zweden) aan de Oostzee, waar de stad
Zierikzee zelfs een eigen vitte had. Was
het eerst de haringvangst, die de Zeeu
wen naar de Oostzee lokte, weldra kwam
hierbij de handel in zout, bout, graan,
enzoovoort.
Toen de Hanzesteden het den vreem
delingen moeilijk maakten bij bun visch-
vangst, gingen de Zeeuwen zich meer
toeleggen op de haringvangst in de
Noordzee.
Niet alleen vanuit Vlissingen en Mid
delburg, maar ook van Westkapelle en
Domburg werd uitgevaren.
Door de betere havens trokken de eer
ste steden later alle scheepvaart tot zich.
Reeds toen bestond een naijver tusschen
beide steden, een naijver, die heel den
loop der geschiedenis gebleven is.
De ervaren visscher werd een ervaren
zeeman. Het Zeeuwsche scheepsvolk was
van ouds bekend om zijn bekwame zee
manschap. Hierdoor namen visscherij en
handel sterk in bloei toe.
Naast Middelburg en Vlissingen kwa
men later ook Veere en Arnemuiden,
zoodat op het betrekkelijk kleine eiland
Walcheren in de 15e eeuw reeds een uit
gebreide handel bestond.
Dat een oorlog aan handel en scheep
vaart veel schade berokkent, behoeft
zeker niet nader te worden aangetoond.
Toen Albrecht van Beieren, graaf van
Holland en Zeeland (13891404) tegen
de Hanzesteden een vijandige houding
had aangenomen, gaf hij aan de Zeeuw
sche en Hollandsche zeeheden verlof tot
kaapvaart. Ook toen genoemde graaf en
later zijn zoon Willem VI de Friezen
trachtten te onderwerpen, werden door
beide partijen zeeroovers in dienst ge
nomen.
De eerste Zeeuwsche zeeroovers van
een bepaalde stad, waarvan ik gelezen
heb, waren Veerenaars.
Tijdens den graventijd voelden de
heeren van Veere zich meestal ais onaf
hankelijk van de graven van Holland en
Zeeland en volgden daarom vaak een
zelfstandige politiek. Zij maakten van bij
na elke politieke verwikkeling gebruik,
om hun onderdanen, de Veerenaars, ver
lof tot kapen te geven. Dit gaf aan dezen
veel voordeelen, maar ook de bewoners
van het kasteel Zandenburg deelden in
de winsten van de zeerooverij.
Als wij het in de volgende regels zul
len hebben over Zeeuwsche Zeeroovers,
dan hebben wij daarbij vooral de Vlissin
gers op het oog. Het schijnt, dat het roo-
ven, stroopen en stelen reeds van ouds
in hun bloed heeft gezeten.
Volgens het volgende Zeeuwsche rijm
pje moeten de bewoners der Scheldestad
niet alleen den naam, maar ook de daad
hebben gehad.
Drie Middelburgers Twee kooplui.
Drie Vlissingers Twee strooplui.
Drie Goesenaars Twee landbouwers.
Drie Zierikzeeënaars - Twee advocaten
Drie Tholenaars Twee soldaten.
Dit versje wil dus zeggen, dat de meeste
Middelburgers kooplui waren, de meeste
Vlissingers strooplui, enz.
Toch werd door de Vlissingers het roo-
ven van schepen geen stelen genoemd.
Zij noemden het„de vrije Neeringe" of
ook wel „kruis- of commissievaart". Een
mooie naam, die minder mooie daden
moest verdoezelen.
Mogelijk zullen sommige lezers bij zich
zelf vragen Waren de bewoners van de
andere Zeeuwsche steden toen dan zulke
heilige boontjes Hierop antwoord ik
Neen, dat niet. Ook Middelburg had zijn
zeeroovers, maar Vlissingen spande de
kroon. Bij tijden leefde het grootste deel
der bevolking er van. De stad had dan
ook een ideale haven voor de kaapvaart.
De breede Scheldemond bood goede ge
legenheid om binnen te loopen, en
waren de Vlissingsche kapers eenmaal
binnen de banken,, dan waren ze veilig.
Geen vreemde waagde zich in de gevaar
lijke Zeeuwsche wateren.
(Wordt vervolgd.)
R. B. J. de M.
Rechtbank te Middelburg.
W. F. N., 50 jaar, koopman te Vlis
singen, was in hooger beroep gekomen
tegen een vonnis van den kantonrechter
te Oostburg, waarbij hij wegens het rijden
met een auto zonder dat deze is voorzien
van een nummer en letter, werd veroor
deeld tot een geldboete van f 1 of 1 d.h.
Eisch Bevestiging van het vonnis waar
van hooger beroep.
W. F. N., 50 jaar, koopman te Vlis
singen was in hooger beroep gekomen
tegen een vonnis van den Kantonrechter
te Oostburg, waarbij hij wegens het als
bestuurder van een auto daarmede rijden
over den openbaren weg, zonder dat de
auto aan de achterzijde voorzien is van
een lantaarn, die achterwaarts een rood
licht uitstraalt, werd veroordeeld tot f 1
b. of 1 d.h. Eisch Bevestiging van het
vonnis waarvan hooger beroep.
K. M., 20 jaar, landbouwer te Oostka-
pelle, was in hooger beroep gekomen te
gen een vonnis van den Kantonrechter
te Middelburg, waarbij hij wegens het ja
gen zonder schriftelijk bewijs van ver
gunning en loopen over hooiland, werd
veroordeeld tot een geldboete van f 50 of
10 d.h. met verbeurdverklaring van de in
beslag genomen patronen. EischBeves
tiging van het vonnis, vaarvan hooger
beroep.
L. de V., 80 jaar, landbouwersknecht,
te Öerooskerüe (VV.) was in hooger be
roep gekomen tegen een vonnis van den
Kantuareeiner te AUddelburg, waaroij hij
wegens bet afleveren van melk die niet
voiuoet aan de eischen gesteld bij de
Warenwet, werd veroordeeld tot een geld
boete van f 10 b. of 5 d.h. Eisch: beves
tiging van bet vonnis waarvan hooger
beroep met uitzondering van de straf f5
b. of 5 d.b.
K. M., 30 jaar, landbouwer te Oostka-
pelle, was in hooger beroep gekomen te
gen een vonnis van den Kantonrechter
te Middelburg, waarbij bij wegens over
treding van de Jachtwet n.l. terwijl zijn
bond wild vervolgt op grond waarop bij
niet bevoegd is, dezen niet terugroepen of
ophalen, werd veroordeeld tot een geld
boete van f 10 of 10 d.h. Eisch: Bevesti
ging van het vonnis, waarvan hooger 'be
roep.
M. H., 36 jaar, veekoopman te Goes,
was in hooger beroep gekomen tegen een
vonnis van den Kantonrechter te Middel
burg waarhij hij wegens het als bestuur
der van een auto geen teeken geven bij
verandering van richting, en niet op vor
dering van een ambtenaar stilhouden,
werd veroordeeld tot 2 maal f 5 b. en
f 30 b. of 2 maal 5 dagen en 30 d. h.
Eisch Bevestiging van het vonnis waar
van hooger beroep.
A. v. d. B., 28 jaar, slager te Vlissin
gen, was in hooger beroep gekomen tegen
een vonnis van den Kantonrechter te
Middelburg, waarbij hij wegens het als
hoofd en bestuurder van een onderne
ming niet zorgen, dat in zijn onderne
ming geen arbeid wordt verricht in strijd
met de arbeidswet, werd veroordeeld tot
2 maal 7 dagen hechtenisstraf. Eisch
Bevestiging van het vonnis waarvan hoo
ger beroep met uitzondering van de straf
2 maal f 50 of 2 maal 10 d.h.
J. S., 45 jaar, arbeider, te Oostburg,
verdacht van verduistering van een
geldsbedrag van 80 a 90 gulden ten na-
deele van zekere S. de Visser, te Oostburg
in 1932. Eisch Vrijspraak. De recht
bank, onmiddellijk uitspraak doende,
sprak verdachte vrij.
L. v. d. W. 65 jaar landbouwer te
Kerkwerve verdacht dat hij in December
1932 te Kerkwerve opzettelijk een krui
wagen, een zakopheffer. een bascule, en
een wagenlichter, van welke voorwerpen
hij wist dat zij behoorden tot een faillis
sement van zekeren J. Verboom, die goe
deren aan den boedel heeft onttrokken.
Eisch drie maanden gev. straf.
G. G., koopman te Serooskerko (W.)
thans in voorarrest, verdacht
le. van verduistering van een rijwiel
ten nadeele van A. Millenaar te Vlis
singen, op 21 Dec. 1932.
2e. verdacht van oplichting, door op 22
December 1.1. te Zoutelande te komen bij
zekeren Lievense, dezen een brief te ver-
toonen, die naar hij zeide afkomstig was
van de firma Albert Heijn en waarin hij
werd uitgenoodigd naar Amsterdam te
komen ten einde accoord te maken om
trent zijn indiensttreding bij die firma,
en door verder mede te deelen, dat hij bij
die firma f 18 per week zou verdienen,
dat zijn reis naar Amsterdam zou worden
vergoed, dat hij van notaris Loeff to Kou-
dekerke nog geld tegoed had, door welke
verhalen voornoemde Lievense werd be
wogen aan verdachte een geldsbedrag van
f 12.50 af te geven, terwijl later bleek, dat
de verhalen verzonnen waren.
3e. verdacht van oplichting, door in
October 1932 te Breskens tegen zijn kost
baas te zeggen, dat hij een bedrag van
f 350 te goed had uit de erfenis zijner
moeder, dat die erfenis een paar dagen
later te Middelburg verdeeld zou worden,
en hij dan zijn kostbaas, die aan verdach
te een geldsbedrag van f IOO had geleend,
zou teruggeven. Later bleek evenwel, dat
genoemde verhalen alle onwaar waren.
Verdachte door den president onder
vraagd, erkende het hem ten laste geleg
de te hebben gepleegd.
Nadat eenige getuigen waren gehoord,
zegt de Officier van Justitie, dat ver
dachte goed weet, wat verduistering is,
want hij is deswege reeds voorw. veroor
deeld. Dat alles had een waarschuwing
voor hem moeten zijn.
De Officier eischte zes maanden ge
vangenisstraf.
De verdediger van verdachte verzocht
diens invrijheidstelling, wat door de
rechtbank werd geweigerd.
Uitspraak in alle zaken 10 Maart a.s.
Stelende dienstbode ver
oordeeld. De rechtbank te Dordrecht
veroordeelde een dienstbode uit Slie-
drecht, die ten nadeele van de familie,
waarbij zij diende, ongeveer 1000 gulden
in den loop van den tijd had ontvreemd
tot ëén jaar, en haar moeder wegens he
ling tot een half jaar gevangenisstraf.
Stamboek voor het Nederlandsche
Trekpaard.
Gisteren is in Den Haag de algemeene
vergadering van de vereeniging Het Stam
boek voor ihet Nederlandsche Trekpaard
gehouden.
De voorzitter, Jhr J. van Vredenburch,
zeide in zijn openingsrede:
Stond het trekpaard niet zoo vast op
zijn oeconomische beenen, was er niet een
internationaal zoo groote en algemeene
behoefte aan sterke trekpaarden, was men
ook in handels- en landbouwkringen van
vele landen niet tot de ervaring geko
men, dat het paard niet alleen een uit
stekende, maar tevens de goedkoopste
1 bron van trekkracht blijft in alle omstan
digheden, dan zou onder de oeconomi
sche omstandigheden van de laatste jaren
voor het paard nauwelijks meer vraag
hebben kunnen bestaan. Dit nu is geens
zins het geval. En wanneer de Nederland-
sche-Belgische trekpaardfokkerij wel zeer
onder de crisis lijdt, dan is de voornaam
ste reden, dat deze beide landen ook voor
trekpaarden exportlanden zijn, die dus
aanvullen, wat men onder normale om
standigheden elder tekort komt. Door de
crisis-omstandigheden is dit tekort ver
kleind, terwijl de invoer in do landen,
waarop we in de eerste plaats voor onzen
afzet aangewezen zijn, nog bemoeilijkt
wordt door hooge invoerrechten.
Spr. verklaarde, dat, als er een ople
ving komt, deze zioh mede het eerst zal
voordoen op de paardenmarkt.
Wij hebben al meer gewezen op het feit,
dat Duitsohland, het 'land van de indus
trie, van de mechanisatie en van de ratio
nalisatie, zijn paarden voor tal van diens
ten en categorieën van bedrijven trouw
blijft.
Ook in Frankrijk gebruikt men al wel
kleinere tractoren bij de grondbewerking,
b.v. voor de teelt van groenten en wijn
druiven, maar de paardentractie blijft een
overwegende positie innemen.
Hebben het hoofdbestuur van 'het Stam
boek en deszelfs voorzitter dus niet het
vertrouwen in de toekomst verloren, het
deed hen bijzonder genoegen te merken,
dat dit ook bij de leden allerminst het ge
val is.
De keuringen, die in 1932 gehouden
werden en ook de voorjaarskeuringen van
1933, die we pas achter den rug hebben,
bewezen opnieuw, dat er met ijver en ken
nis van zaken wordt gefokt en geselec
teerd.
■Onze inwendige organisatie was altijd
gezond. De financieefle toestand van het
Stamboek verdient echter meer dan ooit
zorgvuldig bekeken te worden.
Het zal een heel moeilijk vraagstuk
zijn, hoe het noodzakelijk streven naar
rasverbetering even intensief is voort te
zetten met financieel zeer verzwakte
landbouwer-paardenfokkers, omdat het
rijk en de verschillende provinciën nood
gedwongen de subsidiën voor de paarden
fokkerij belangrijk verminderd hebben.
Spr. waarschuwde, niet te ver met be
zuinigingen te gaan.
Het hoofdbestuur heeft al eenige jaren
gestreefd naar een bezuiniging in de keu
ringskosten. Het stemt tot groote vol
doening, dat vermoedelijk dit jaar een
samensmelting van rijks- en stamboek-
jury haar beslag zal krijgen, waarbij de
hengsten dan namens de regeering beoor
deeld zullen worden door een jury, welke
door het Stamboek aan de regeering ter
benoeming wordt voorgedragen. Het
wordt dus een gentleman agreement tus
schen de regeering en het Stamboek, ge
grondvest op wederzijdsch vertrouwen.
In 'het jaarverslag van den secretaris,
den heer L. A. Bom, wordt gezegd, dat,
ondanks de crisis, het aantal fokkers, dat
het Stamboek trouw blijft, dat zijn fokke
rij op rationeelen grondslag voortzet, on
geacht de bijna onoverkomelijke moeilijk
heden, nog steeds in alle provinciën zóó
groot blijkt, dat het Stamboek sterk is ge
bleven.
Het in 1931 door het hoofdbestuur aan
genomen voorstel tot opneming en over
schrijving van stamboekp aard en uit een
ander in Nederland gevestigd trekpaar
denstamboek bij deze vereeniging terug
gekeerde en terugkeerende leden trad op
1 Januari 1932 in werking; bij 'het ver
vallen van den gestelden termijn op 30
Juni 1932 kon worden vastgesteld, dat 17
fokkers met 128 ingeschreven paarden
terugkeerden, terwijl voor 1 Januari 1932
reeds 47 fokkers waren teruggekeerd.
Het ledental verminderde met 408.
Het aantal ingeschreven veulens steeg
aanmerkelijk, mede als gevolg van de kos-
telooze inschrijving.
Van de 138 aangeboden hengsten wer
den 31 in het Keurstamboek opgenomen,
terwijl van 33 een 'beslising werd aange
houden.
Het aantal opgenomen merriën vermin
derde met 169, van 1029 aan'gebodenen
werden 826 opgenomen.
Voor het dekseizoen 1932 waren voor
dekking goedgekeurd 396 hengsten, waar
van 314 in Keurstamboek of Boek A, 54
in 't Stamboek en 28 niet in 't Stamboek
zijn ingeschreven. Van deze laatsten wa
ren 9 'dieren ingeschreven in een ander in
Nederland gevestigd trekpaarden-stam
boek.
Het verslag besluit met een woord tot
de fokkers, die krachtig worden opgewekt,
te zorgen, dat 'de vereeniging de oecono
mische crisis te boven zal komen en in
bloed nog zal toenemen.
Vervolgens kwam in behandeling het
voorstel van het hoofdbestuur tot samen
smelting van de Stamboek- en Rijkscom
missie voor de keuring van hengsten voor
dekking tot één commissie „Rijkscom
missie".
In de toelichting tot dit voorstel wordt
door het hoofdbestuur opgemerkt, dat
deze samensmelting voorgesteld wor dt ter
vereenvoudiging der verplichte hengsten-
keuringen. Voortaan zal de keuring van
hengsten alleen verricht worden door een
rijkscommissie, welker leden door den
minister worden benoemd, na overleg, uit
dubbeltallen door de vereeniging aan te
bieden.
Dit voorstel werd met algemeene stem
men en zonder discussie aangenomen.
De voorzitter wenschte de vereeniging
geluk met dit besluit.
Als plaats van de volgende algemeene
vergadering werd Den Haag aangewe
zen.
Bij acclamatie en onder groote instem
ming der vergadering werd jhr J. van
Vredenburch al» voorzitter 'herkozen.