Uit de Provincie
Kerknieuws.
Predikbeurten.
Gemengd Nieuws.
r
Hist, fractie tegen het ontwerp-Donner
waren en dat er dus tegen gestemd
moest worden, zegt verder:
„Maar de bezuiniging! Moge het be
drag betwistbaar zijn, een paar ton be
zuiniging zou de opheffing van al deze
gerechten toch zeker wel opleveren.
Daar lag het zedelijke conflict voor de
Kamerleden, een conflict, gelijk dit vaak
aan een Kamerlid zulke moeilijke oogen-
blikken kan veroorzaken: eenerzijds de
vereischte bezuiniging, anderzijds een
maatregel van juridische en maatschap
pelijke schade.
Lettend op den omvang van het te
duchten kwaad en op de geringheid der
bezuiniging, die, als men ernstig wilde,
ook te verkrijgen was door reorganisatie,
inplaats van eenvoudig door afbraak en
concentratie, kon het niet anders, of de
beslissing, reeds maanden geleden geno
men in het hart, moest met de daad wor
den bezegeld. Het innerlijk conflict was
beslist. De Christelijk-Historische Kamer
leden moesten stemmen vóór schorsing
der behandeling van de voorstellen, totdat
een nader onderzoek omtrent andere mo
gelijkheden, meer licht had verspreid.
Toen kwam het Kabinet met een
dwangmaatregel.
Het Kabinet, dat over enkele maanden
de leiding der zaken toch zal neerleggen,
trachtte, door een bedreiging met poli
tiek conflict de Kamerleden te brengen
tot een votum, in strijd met de eigen over
tuiging. Niet om een groot algemeen plan
maar om een kleinen maatregel, waar
mede echter aan groote belangen van
historischen, juridischen en cultureelen
aard zou zijn tekort gedaan, werd het po
litiek conflict in het leven geroepen.
Wat het Kabinet voornemens is te
doen, is tot op dit oogenblik onbekend.
Wij hebben rustig den loop van zaken
af te wachten; maar één ding staat vast:
gelijk het conflict door het Kabinet werd
opgezet, gaat het over meer dan een paar
honderd duizend gulden bezuiniging; het
gaat over de roeping en den plicht van de
volksvertegenwoordiging.
De dag van 9 Februari 1933 was voor
de Christelijk-Historische Kamerleden,
die het Kabinet, in tallooze moeilijkheden
steeds krachtig steunden, een pijnlijke
dag.
Maar voor ons constitutioneel staats
bestel, welks sterke hefboom is „d e
overtuiging", en welks groote be
dreiging is „de dwang", was de dag
nog oneindig pijnlijker."
Goes. Naar ons nader wordt medege
deeld, had het ongeluk op den 'sHeer
Hendrikskinderendijk plaats met een auto
van den heer G. van S.
Wemeldinge. Gisteren werd door den
deurwaarder de Kok uit Goes het alhier
liggende motor-tankschip „Emden" in
conservatoir beslag genomen.
Zaamslag. De vereeniging voor Zieken-
huisverpleging in Zeeuwsoh-Vlaanderen,
onlangs opgericht te Terneuzen, had de
inwoners dezer gemeente uitgenoodigd te
gen Woensdagavond op een openbare ver
gadering in de Chr. Bewaarschool. De
penningmeester der vereeniging dhr J. A.
Meertens, sprak een welkomstwoord,
waarna hij doel en werking der vereeni
ging nader uiteenzette. Er werden ver
schillende vragen gesteld, die op duide
lijke wijze werden beantwoord. In begin
sel werd besloten tot oprichting eeDer af-
deeling. Een vijftal personen werd bereid
gevonden om circulaires te verspreiden en
te trachten leden te werven.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te IJsselstein, A. van -der
Kooij te Maarssen.
Aangenomen naar Sneek (vac. ds Hea
ders), J. R. Wolfensberger te Cubaard.
Bedankt voor .Doornspijk, H. H. van
Ameide te Ouddorp (Z.H.). Voor Over-
schie, J. R. Wolfensberger te Cubaard.
Voor Sprang, J. D. Kleijne te Willige-
Langerak.
Geref. Kerken in H. V.
Beroepen te Amsterdam-Gentrum, M.
Hinlopen te Amstelveen.
Beroepbaar. De classis Leiden
van de Geref. Kerken heeft beroepbaar
verklaard den heer J. W. Smit te Voge
lenzang, cand. aan de Theol. school te
Kampen.
Zondag 12 Febr.
Ned. Herv. Kerk.
Goes vm. ds de Vries, av. ds Homburg.
Wilhelminadorp vm. ds Steinz, nm. ds de
Vries.
Rilland 9.30 u. ds de Beus, 2 u ds Steinz.
Hansweert 9.30 en 2.30 u. ds v. Selms.
Geersdijk vm dhr de Jager, nm. leesdienst.
Wissekerkt vm, en nm. da Louwerse.
Geref. Kerken.
Rilland 9.30 en 2 u. ds v. Nes te Den
Haag.
Het gebeurde met de „Zeven Provinciën"
Het verslag van Aneta's specialen cor
respondent behelst de volgende bijzonder
heden.
Aan het drama kwam gistermorgen een
einde toen Hr Ma kruiser Java de De Ze
ven Provinciën sommeerde om zich over
te geven. De bemanning van De Zeven Pro
vinciën heeft langs radiografischen weg
de goede ontvangst van deze sommatie er
kend, vervolgens hebben de muitelingen
tot driemaal toe het antwoord telegram
uitgezonden, inhoudende de geseinde be-
kendstelling van hun voornemens, welke
tekst gevolgd werd èaor de woorden: „Ons
niet hinderen".
Na den voorgeschreven tijd, die na de
sommatie moest verloopen, werd vervol
gens een bom van 50 kilogram uit een
Dornier-Wal-vliegboot op het schip ge
worpen. De ontploffing van het projectiel
had tot resultaat dat twaalf leden der be
manning werden gedood en 25 gewond.
(Inmiddels is het aantal dooden gestegen
tot 18.)
Aan de gewonden werd onmiddellijk ge
neeskundige hulp verleend door de om
liggende marineschepen.
De inslag van de bom deed brand ont
staan aan boord van de De Zeven Pro
vinciën. Deze werd blijkbaar gebluscht.
De muitende bemanning blijft voorloopig
aan boord van het schip. Aldaar worden
de belhamels uitgezocht.
In de Volksraadszitting heeft de Com
mandant van de Zeemacht, schout-bij
nacht J. F. Osten, een uiteenzetting gege
ven van het gebeurde aan boord van De
Zeven Provinciën.
Aan deze verklaringen kan ontleend
worden de mededeeling dat de aanval
geprojecteerd was in drie phasen.
Deze bestonden uit ten eerste een aanval
met bommen uit Dornier-Wal-vliegbooten,
ten tweede een aanval met oorlogstorpe
do's, en ten derde een aanval met geschut.
Deze volgorde werd door de autoriteiten
gekozen door de overweging eenerzijds
dat de bomaanval reeds daarvóór, n.l. bij
de nadering van de vliegbooten, een die
pen indruk maakt en anderzijds uit de
overweging dat de kruiser Java, bewa
pend met middelbaar geschut, en heb
bende een betrekkelijk lichte pantsering,
niet mocht worden blootgesteld aan het
zware geschut dat de De Zeven Provinciën
voert. De muiters zullen op het eiland
Onrust (gelegen tegenover Tandjong-
Priok) worden opgesloten, en aldaar on
der bewaking gesteld van marechaussees.
De Commandant van de Zeemacht heeft
medegedeeld, dat verder is gebleken dat
ook Europeesch personeel tot de muiters
behoorde.
De dooden worden met den torpedoja
ger „Evertsen" overgebracht op 'teiland
„Onrust" om daar begraven te worden.
De gewonden kwamen gisteravond te Ba
tavia aan.
Het is zoo goed als zeker, dat de gevan
gen officieren zich aan boord van „De
Zeven Provinciën" vrij mochten bewegen.
Of eenigen hunner aandeel hadden in de
navigatie, zij het onder dwang van de
muiters, staat op het moment nog niet
vast.
Vanmiddag komen de gevangenen op
het eiland „Onrust" aan.
De overledene Bakker woonde in den
Helder; de Bree te IJmuiden-Oost, en
Kroeskop te Amsterdam.
Vermoedelijk is de bom ingeslagen dicht
bij de kombuis, omdat zich onder de doo
den drie inlandsche koks bevinden.
De divisie-commandant te Batavia deelt,
ter voorkoming van valsche geruchten me
de, dat gistermorgen op de corridor en
op de tafel van den compagniescomman
dant alsmede in de chambree van de 1ste
Europeesche compagnie, van het tiende
bataljon en voorts op het publicatiebord
drie met wit krijt geschreven opschriften
zijn aangetroffen, waarvan het schrift
uitwijst dat zij door één persoon zijn ge
schreven. Deze opschriften luiden: „Leve
de Zeven Provinciën", „Ik wil geen broe
dermoord", „Leve de Marine", en „Weg
met het leger".
Als gevolg van het een en ander is de
Europeesche compagnie op haar eigen
verzoek onder commando van den com
pagniescommandant naar den regiments
commandant getrokken om haar spijt en
verontwaardiging over het gebeurde te
betuigen.
Naar wij vernemen is het aan het ma
rinepersoneel verboden, buiten Amster
dam te gaan passagieren.
Naar wij vernemen, heeft de Marine
commandant van Den Helder alle verlo
ven ingetrokken. Deze intrekking geldt
ook voor hen, die verlof hadden bekomen
voor ondertrouw.
Een korporaal der marine, die Woens
dagmiddag in Den Helder het roode blad
„De Zeven Provinciën" kocht en in ver
band daarmede door een officier tweede
klasse van het wachtschip „Emma" werd
aangehouden, is Donderdag gestraft: we
gens het koopen van een dagblad, dat door
den minister van Defensie was verboden,
heeft hij drie dagen verzwaard arrest ge
kregen.
Wat er gebeurd is.
De bijzondere berichtgever van het Ane-
ta-bureau meldt het volgende verslag van
zijn bevindingen:
Vier vliegbooten bewegen zich om
kwart voor negen rondom de „Zeven Pro
vinciën" vliegend, in T-formatie. De hoog
te, waarop gevlogen wordt is ongeveer
zevenhonderd meter.
Terwijl twee schepen met „De Zeven
Provinciën" meevaren, n.l. de „Orion",
en de „Gouden Leeuw", gaan de „Java",
„Evertsen", en „Piet Hein" haar tege
moet, aldus een iusluitingspolitiek vol
gend.
Wij zien een geweldige rookmassa op
het midden van de „Zeven Provinciën",
waarbij do beide schoorsteenen onzicht-
baar worden. Weldra kunnen wij alleen
hoeken van het slagschip zien. Allen ne
men de kjjkers op, weten echter reeds
dat hier een voltreffer is gemaakt Wjj
aanschouwen een vuurkolom, waaruit
ieder concludeert, dat „De Zeven Pro
vinciën" in brand geraakt
De radioman komt ademloos aange
sneld om den eskadercommandant mee
te deelen, dat het schip zich over geeft.
Tusschen het vallen van de bom en de
overgave blijken slechts twaalf minuten
te zijn verloopen.
Een sleepboot is thans de eerste, om
ter hulp te snellen, terwijl overal het
strijken van sloepen wordt waargenomen.
Van „De Zeven Provinciën" springt een
aantal matrozen in zee. Zjj worden door
de sleepboot opgepikt.
Wjj zien om kwart voor tien de vlet
langzij van de „De Zeven Provinciën".
Zij wordt bemand. Bamboe noodvlotten
worden in zee gesmeten. Een der nood
vlotten blijft haken aan voorplecht twee.
Men kan zien, dat de inlanders zich vast
grijpen aan de bamboes. De „Gouden
Leeuw" en de „Java" hebben weldra
vier sloepen langszij „De Zeven Provin
ciën" liggen.
Wjj zien een aantal officieren, waarbjj
ook een dokter, aan boord klimmen, ter-
wjjl van de „Java" met vlaggen wordt
geseind: „Hebt gij gewonden?".
Het ylaggesein inzake de aanwezigheid
van gewonden wordt beantwoord door
„De Zeven Provinciën" met het vlagge-
gein: „Verzoeke alle hulp te zenden".
Hierdoor weten wij voor het eerst met
zekerheid, dat de treffer van de bom
gewonden moet hebben veroorzaakt.
Nu komt bet gedenkwaardigste vlagge-
sein van den ochtend, n.l. dat waarbij
„De Zeven Provinciën" bericht: „Twaalf
dooden en 25 gewonden". De spanning
wordt grooter en de indruk dieper.
Gevraagd wordt: „Wie zijn de gesneu
velden?" en „Wie zijn de gewonden?"
„De Zeven Provinciën" seint terug: „De
dokter verzoekt de zes zwaargewonden
onmiddellijk naar Batavia te vervoeren".
Nu gelast de commandant van het es
kader dat de „Evertsen" (later de „Piet
Hein") zich zal gereed maken om zoo
snel mogeljjk op te stoomen.
„De Zeven Provinciën" beantwoordt nu
het verzoek om opgave van de lijst van
dooden en gewonden door mede te dee
len, dat deze nader zal worden opgege
ven. Achteraf blijkt, dat enkele gesneu
velden onherkenbaar zijn, terwijl hoven-
dien aanvankelijk de getallen te opti
mistisch zijn opgegeven.
Een van de officieren van de j,Java"
herkent op „De Zeven Provinciën" zijn
broer, die eveneens officier is bij de ma
rine, waardoor hem plotseling zekerheid
wordt verschaft omtrent diens lot na
een lange, bange week.
Onder de bemanning heerscht even
eens agitatie, die waar te neimen is bjj
de herkenning van hun kameraden.
Men rukt elkander den verrekijker uit
de hand
Aan boord van „De Zeven Provinciën"
blijken sommigen reeds over den eersten
schrik te zjjn heengekomen, hetgeen afge
leid kan worden uit hun houding, die zij
aannemen tegenover de officieren, die met
revolvers in de hand rondgaan, „handen
omhoog" bevelen en iedereen fouillee-
ren, waardoor een groot aantal messen
weldra op een hoopje bijeenliggen.
Dit laatste bewijst, dat de voorafgaan
de sommatie om de wapens neer te leg
gen niet algemeen ten volle was opge
volgd. De eskadercommandant gelast den
.commandeerenden officier van „De Ze
ven Provinciën" om de Europeesche bel
hamels uit te zoeken en naar de „Evert
sen" over te brengen, terwjjl de inheem-
.sche belhamels naar den kruiser „Java"
moeten worden gebracht.
De dokters leggen zoo snel mogelijk
noodverbanden, terwijl ander personeel
de zwaarst gewonden op de brancards
legt, in zeildoeken innaait, waarover de
kleeden worden gelegd, terwijl de hoofden
worden gedekt tegen het felle zonlicht.
Er wordt een onderzoek ge
houden, waaruit de voorloo-
pige indruk wordt verkregen
dat zoowel de Europeesche als
de inlandsche leden van de be
manning aan de muiterij heb
ben meegedaan.
De sloep met de gewonden vaart naar
de „Piet Hein". Intusschen zwalken de
sloepen met gevangenen, waarin officie
ren, die met de revolver dreigen, hebben
plaats genomen, op zee in afwachting
van het moment van him inscheping op
de voor hen bestemde schepen.
Onderhoud met luitenant De Vos
van Steenwijk.
Wij stappen over op de „Piet Hein",
teneinde Batavia zoo snel mogelijk te be
reiken. Aan boord van de „Piet Hein"
treffen wij den lichtgewonden officier
luitenant ter zee 3e klasse De Vos van
Steenwfjk aan, die slechts beenwonden
heeft.
Wij interviewen den heer De Vos van
Steenwijk in de eerste plaats over het
vallen van de bom zelf, waarbij hij ons
mededeelde, welk een ravage was aange
bracht. De schoorsteen werd doorzeefd
en in een der tenten werd een gat gesla
gen waaruit de brand kan worden ver
klaard.
Van decommandobrug, waar
op zich de inheemsche mui-
terscommandant te midden
van een deel van zijn état mar
jor van muiters bevond, werd
deze gansche groep wegge
veegd.
Deze „commandant" bevond
zich aanvankelijk onder de
zwaargewonden op de „Piet
Hein", op welk schip hij twee
uren na zijn opneming in het
hospitaal overleden is.
De linkervleugel van de commandobrug
was totaal vernield. Ook het pantserdek
werd beschadigd en hier werd de gevechts
radio vernield.
Luitenant De Vos van Steenwijk had
niet aanstonds een aanval verwacht. De
ze zeeofficier had wel begrepen, dat er
iets zou gebeuren, ondanks het verhaal,
dat de ronde deed aan boord van „De
Zeven Provinciën", waarbij de muiters
lachend de meening hadden uitgesproken,
dat ze wel stellig buiten schot zouden
blijven.
Na deze mededeelingen doet luitenant
De Vos van Steenwijk het verhaal van
de gebeurtenissen. Toen hij op de reede
van Oleh-leh den avondloop had gedaan
tijdens de wacht, had hij opgemerkt, dat
de Europeesche machinist Boschart met
een aantal inheemsche matrozen bezig
was de statietrap in te halen.
De heer De Vos van Steenwijk vroeg
wat dit beteekende. Hierop staakten zij
onmiddellijk het inhalen van de statie
trap. Verder gebeurde er niets.
„Er was aldus vervolgde hij zijn
verhaal nu eenmaal veel ontstemming
doch op dat oogenblik niet merkbaar meer
d'an gewoonlijk.
Maar toen luit. De Vos van Steenwijk
reeds in zijn kooi lag, werd hij daar uit
gehaald en geleid tegenover een troep in
heemsche schepelingen, die duidelijk den
indruk maakten, dat zij geen geweld in
den zin hadden, mits de officieren be
loofden, dat zij dezelfde houding zouden
aannemen.
De muiters zetten aan dit verzoek
kracht bij, door het feit te releveeren, dat
zij reeds twee jonge officieren, de luite
nants ter zee Kooi en Stegeman van hun
bedden hadden gelicht, zoomede eenige
Europeesche onderofficieren, die onmid
dellijk gedood zouden worden, zoodra een
schot mocht worden gelost.
Do heer De Vos van Steenwijk was ver
der vrij in zijn doen en laten, doch hij
moest het aanzien, dat het schip ver
trok.
Bij dit alles bleven in het officiers
kwartier zestien officieren, waarvan de
hoogste een luitenant ter zee tweede kl.
was, doch de meesten luitenants ter zee
derde klasse waren, voortleven zooals ge
woonlijk. Slechts op twee punten wa9 er
een afwijking van den gewonen gang van
zaken, nl. door de feiten, dat de Euro
peesche onderofficieren en hun inland
sche collega's zich allen bij hen voegden
(de bediening door de hutjongens, de kok
etc. ging voort alsof er niet gebeurd was);
ten tweede de natuurlijk ellendige om
standigheid, dat het schip reeds onderweg
was, zoodat de officieren zich overgele
verd voelden aan de muiters.
Luitenant de Vos van Steenwijk heeft
even de gelegenheid gehad om de radio
te bedienen. Hij heeft toen den comman
dant der marine te Soerabaja opgeroe
pen en het radiostation Scheveningen,
maar beide stations waren bezet.
De officier werd toen door den Euro-
peeschen machinist Boschart van de ra
dio verwijderd.
Toen hij dit vertelde zeide de heer De
Vos van Steenwijk: „Nu zal men de vraag
stellen: „Waarom hebben jullie niet een
flinke bloedplas gemaakt?", maar alle om
standigheden waren tegen.
Wij hadden op het critieke moment geen
leiding, wij hadden geen contact, wij
trachtten ieder op onze eigen gelegenheid
iets te beginnen.
Wij hebben ook eenmaal
een kleine verzetactie ge
voerd, maar toen is er on
middellijk door de mui
ters op ons geschoten, maar
bij die gelegenheid werd
niemand nog geraakt. Wij
beseften toen wederom dat
twee collega's hierdoor een
zekeren dood zouden vin
den en dat de Europeesche
onderofficieren eveneens
zouden worden vermoord,
een consequentie, welke wij
niet voor onze rekening
hebben genomen.
Er was nog een ander beletsel. Eén
onzer had zich in conferentie met de mui
ters begeven en bij die gelegenheid onder
den indruk van doodsbedreiging aan de
gijzelaars, het eerewoord gepasseerd na
mens de 'officieren, dat zij geen gewapend
verzet zouden plegen. Nu kunt gij daar
verder over denken zooals gij wilt. Wij
waren in omstandigheden, die men be
leefd moet hebben om ze te kunnen be
grijpen
„Wij hebben elk oogenblik verwacht het
eskader te ontmoeten. Wij hebben na
tuurlijk steeds daarnaar uitgezien. Wij
werden behoorlijk behandeld en kregen
den indruk, dat de demonstratie van
de bemanning naar buiten was bedoeld
en stellig niet tegen ons, zoodat wij geen
onheil verwachtten. Aan het betreurens
waardige wegvaren was al niets meer te
doen. Dit wegvaren is ook niet onze
schuld. Dit ligt aan den geheelen toestand.
Toen de vliegtuigen van het eskader
verschenen, verwachtten de officieren een
waarschuwingsbom.
De muiters hadden even
wel op zoo'n bom niet ge
rekend. Eén hunner toch
had den waarborg gegeven,
dat menzich van actie zou
onthouden, zij verkeerden
in de meening, rustig te
kunnen onderhandelen. De
naderende strijdmachten
wekten eerder spot dan
angst.
De muiters verkeerden in de meening,
dat thans het moment tot het stellen van
hun eischen eerst recht gekomen was.
Op dat oogenblik viel de bom. Hiermede
was de historie ineens ten einde.
Het persgesprek was hiermede afgeloo-
Ingezonden Mededeeling.
StüüÈkL
De beste Zeeppoeder gebrui
ken (Edelweiss) en boven
dien geheel GRATIS Uw
linnenkast aangevuld.
Bij 2 pakken Edelweiss ad
14 ets. per pak ontvangt U
een solide theedoek, bij 3
pakken Edelweiss twee flinks
witte rakdoeken of een
degelijke witte handdoek.
pen. Ondertusschen was de dokter op de
„Piet Hein" voortdurend druk bezig.
In zeven uren tijds was de doodenlijst
aangegroeid met vier. Intusschen verer
gerde de toestand van den marinier Vis
ser, terwijl ook de toestand van de vier
andere zwaar gewonden geen wijziging
ten goede vertoonde.
Het kwam ons voor, dat de zes licht
gewonden het goed maakten.
De commissie van onderzoek zou aan
stonds worden benoemd en onmiddellijk
zou men een begin maken met het af
nemen van de verhooren. Juist hierom
werden de belhamels onmiddellijk afge
zonderd.
De stemming onder het lagere personeel
aan boord van de „Piet Hein" kan o.a.
getypeerd worden door de uitspraak van
een der manschappen tot zijn kameraden,
die luidde: „Als het nou ook maar voor
goed uit is".
Later seinde Aneta uit Tand
jong Priok dat de doodenlijst in
de laatste uren gestegen is tot
in totaal 2 2. Het zijn de drie
reeds genoemde Europeanen
en negentien inheemsche sche
pelingen, waarvan er vijf on
herkenbaar verminkt zijn.
Een voorloopige informatie aan boord
van de „Piet Hein" bracht aan het licht,
dat de zwaar gewonde inlandsche ma
troos eerste klasse Paradja een bekend
instigator van ontevredenheid is, aan
wien vrij groote invloed wordt toege
schreven.
Voorts is nog overleden de inlandsche
schepeling Basir, die tijdelijk zou hebben
gefungeerd als commandant van „De Ze
ven Provinciën".
De navigatie werd gedurende den mui-
terstocht geleid door den inlandschen
schepeling Tuhumuna.
Aneta Holland verzocht minister De
Graaff zijn oordeel te willen geven over
den afloop der muiterij. Z.Exc. zeide, dat
hij van oordeel was, dat de afloop der
gebeurtenissen in het algemeen bevredi
gend is geweest, daargelaten de droeve
omstandigheid, dat het menschenlevens
heeft gekost. Het aantal gevallenen is niet
gering, maar dit was niet anders te ver
wachten nu van de zijde der muiters
de verdwazing tot het uiterste werd ge
dreven.
De houding van den commandant.
Volgens een particulier bericht van De
Telegraaf uit Batavia was de comman
dant van „De Zeven Provinciën", behal
ve door den assistent-resident van Groot-
At jeh, tevoren ook gewaarschuwd door
Schout bij Nacht J. F. Osten, commandant
van de Zeemacht in Ned.-Indië, dat het
aan boord van „De Zeven Provinciën" niet
pluis was. De Schout bij Nacht zou, vol
gens dit bericht, aan den heer Eiken
boom hebben geseind: Wees op uw hoede.
„De heer Eikenboom vatte echter het
geheele geval als een canard op. Hij acht
te het ten eenenmale uitgesloten, dat de
gisting op zijn oorlogsbodem zulke vor
deringen zou hebben gemaakt, dat het
inderdaad tot een open muiterij zou
komen."
Het blad weet ook te melden, dat de
heer Eikenboom niet opnieuw met een
commando zal worden belast.
DE POLITIEKE TOESTAND.
Het oordeel van Mr J. A. de Wilde.
De Telegraaf heeft aan verschillen
de vooraanstaande personen hun meening
gevraagd over den politieken toestand.
De heer Mr J. A. de Wilde ver
klaarde, dat de verantwoordelijkheid voor
het gebeurde z.i. in hoofdzaak berust
hij de Kamer-meerderheid, welke stem
de vóór de motie-Boon. De aanneming
daarvan stond volkomen gelijk met een
verwerping van het wetsontwerp. Geheel
onjuist, naar mijne meening, is de voor
stelling alsof het hier maar zou gaan
om een bezuiniging van omstreeks föOO
duizend per jaar. De regeering beschouw
de terecht de houding der Kamer als een
symptoom. Daarbij wijs ik erop, dat in
de eerste plaats de minister bij het schrif
telijk overleg had toegegeven wat moge
lijk was en in de tweede plaats, dat ik zel
den in de Kamer een zóó overtuigende
rede heb hooren uitspreken als die van
minister Donner. Ik ben er zéker van, dat
zjj zelfs voorstemmers van de motie-
Boon heeft overtuigd.
Het weric der r
van de staatsfina
moeiljjk, omdat, zc
als door belastingv
ticuliere en locale
troffen.
Dat kan eenvo
voorzitter van de
bereiding van het
voering van een
ting, weet ik, hoe
bij te berde zouder
zooals in het vo<
aan de orde zou zi
wolke werkelijk ni
pen zjjn, maar zee
doel: herstel van
wicht uit het ooj
redenen om tegen
belasting voorstel -
Natuurljjk behoe
haar rechten afsta
had zich door de
minister moeten 1
Het blad vroeg
nog naar zijn mee
van het conflict. II
geering doen zal,
Het meest voor de
Verloofd
BAB DEI|
en
F. G. C. ROTI
Goes
Wilhelminasi
Wilhelminasi
Heden overleec
de Dochter en Zu
MARIA PIET!
WISS
in den jeugdigen
17 jaar.
Wij treuren, d<
der hope.
J. WISSE.
H. WISSE—
E. WISSE.
W. C. WlSSfl
W. WISSE.
Grijpskerke, 10 F
Heden overlee
ongesteldheid vai
dagen, onze gelie
en Zwager, de he
P. BRASSE
in den ouderdoi
77 jaren.
Uit
H.
Koudekerke, 9 F'
Onzen hartelijken
die ons hun deelner
bij het verlies van oi
Dochtertje
CORNEL
J. AARNOUTSE
A. J. AARNOUT
Koudekerke, 10 Febr
Hiermede betuigen
rechten dank voor d
van deelneming, b<
bij het overlijden va
liefde Vrouw, Moedei
/t Schoondochter en Ti
PIETERNELLA
in het bijzonder on
den WelEd. Heer
Hoofdzusters en Vei
't Gasthuis te Midde
Uit aller n
CORNs. Dl
Koudekerke (W.), F(
Voor de vele blijk
stelling, voor en na
van onze geliefde Z
zuster en Tante
PIETERNELLA C
GELDO
betuigen wij onzen h
Uit a
C. WIEL
Biggekerke. 11 Febri
Hierdoor betuigen
onze kinderen en
onzen hartelijken
vele bewijzen van
ondervonden bij onz
welijksherdenking.
L. BAZEN.
E. BAZEN—V;
Serooskerke (W.), 10
Door
ALLE Boekhan
worden
ADVERTEN'
en
hinlEMEH
- blad. aai