Uit de Provincie Kerknieuws. Predikbeurten. Gemengd Nieuws. r Hist, fractie tegen het ontwerp-Donner waren en dat er dus tegen gestemd moest worden, zegt verder: „Maar de bezuiniging! Moge het be drag betwistbaar zijn, een paar ton be zuiniging zou de opheffing van al deze gerechten toch zeker wel opleveren. Daar lag het zedelijke conflict voor de Kamerleden, een conflict, gelijk dit vaak aan een Kamerlid zulke moeilijke oogen- blikken kan veroorzaken: eenerzijds de vereischte bezuiniging, anderzijds een maatregel van juridische en maatschap pelijke schade. Lettend op den omvang van het te duchten kwaad en op de geringheid der bezuiniging, die, als men ernstig wilde, ook te verkrijgen was door reorganisatie, inplaats van eenvoudig door afbraak en concentratie, kon het niet anders, of de beslissing, reeds maanden geleden geno men in het hart, moest met de daad wor den bezegeld. Het innerlijk conflict was beslist. De Christelijk-Historische Kamer leden moesten stemmen vóór schorsing der behandeling van de voorstellen, totdat een nader onderzoek omtrent andere mo gelijkheden, meer licht had verspreid. Toen kwam het Kabinet met een dwangmaatregel. Het Kabinet, dat over enkele maanden de leiding der zaken toch zal neerleggen, trachtte, door een bedreiging met poli tiek conflict de Kamerleden te brengen tot een votum, in strijd met de eigen over tuiging. Niet om een groot algemeen plan maar om een kleinen maatregel, waar mede echter aan groote belangen van historischen, juridischen en cultureelen aard zou zijn tekort gedaan, werd het po litiek conflict in het leven geroepen. Wat het Kabinet voornemens is te doen, is tot op dit oogenblik onbekend. Wij hebben rustig den loop van zaken af te wachten; maar één ding staat vast: gelijk het conflict door het Kabinet werd opgezet, gaat het over meer dan een paar honderd duizend gulden bezuiniging; het gaat over de roeping en den plicht van de volksvertegenwoordiging. De dag van 9 Februari 1933 was voor de Christelijk-Historische Kamerleden, die het Kabinet, in tallooze moeilijkheden steeds krachtig steunden, een pijnlijke dag. Maar voor ons constitutioneel staats bestel, welks sterke hefboom is „d e overtuiging", en welks groote be dreiging is „de dwang", was de dag nog oneindig pijnlijker." Goes. Naar ons nader wordt medege deeld, had het ongeluk op den 'sHeer Hendrikskinderendijk plaats met een auto van den heer G. van S. Wemeldinge. Gisteren werd door den deurwaarder de Kok uit Goes het alhier liggende motor-tankschip „Emden" in conservatoir beslag genomen. Zaamslag. De vereeniging voor Zieken- huisverpleging in Zeeuwsoh-Vlaanderen, onlangs opgericht te Terneuzen, had de inwoners dezer gemeente uitgenoodigd te gen Woensdagavond op een openbare ver gadering in de Chr. Bewaarschool. De penningmeester der vereeniging dhr J. A. Meertens, sprak een welkomstwoord, waarna hij doel en werking der vereeni ging nader uiteenzette. Er werden ver schillende vragen gesteld, die op duide lijke wijze werden beantwoord. In begin sel werd besloten tot oprichting eeDer af- deeling. Een vijftal personen werd bereid gevonden om circulaires te verspreiden en te trachten leden te werven. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te IJsselstein, A. van -der Kooij te Maarssen. Aangenomen naar Sneek (vac. ds Hea ders), J. R. Wolfensberger te Cubaard. Bedankt voor .Doornspijk, H. H. van Ameide te Ouddorp (Z.H.). Voor Over- schie, J. R. Wolfensberger te Cubaard. Voor Sprang, J. D. Kleijne te Willige- Langerak. Geref. Kerken in H. V. Beroepen te Amsterdam-Gentrum, M. Hinlopen te Amstelveen. Beroepbaar. De classis Leiden van de Geref. Kerken heeft beroepbaar verklaard den heer J. W. Smit te Voge lenzang, cand. aan de Theol. school te Kampen. Zondag 12 Febr. Ned. Herv. Kerk. Goes vm. ds de Vries, av. ds Homburg. Wilhelminadorp vm. ds Steinz, nm. ds de Vries. Rilland 9.30 u. ds de Beus, 2 u ds Steinz. Hansweert 9.30 en 2.30 u. ds v. Selms. Geersdijk vm dhr de Jager, nm. leesdienst. Wissekerkt vm, en nm. da Louwerse. Geref. Kerken. Rilland 9.30 en 2 u. ds v. Nes te Den Haag. Het gebeurde met de „Zeven Provinciën" Het verslag van Aneta's specialen cor respondent behelst de volgende bijzonder heden. Aan het drama kwam gistermorgen een einde toen Hr Ma kruiser Java de De Ze ven Provinciën sommeerde om zich over te geven. De bemanning van De Zeven Pro vinciën heeft langs radiografischen weg de goede ontvangst van deze sommatie er kend, vervolgens hebben de muitelingen tot driemaal toe het antwoord telegram uitgezonden, inhoudende de geseinde be- kendstelling van hun voornemens, welke tekst gevolgd werd èaor de woorden: „Ons niet hinderen". Na den voorgeschreven tijd, die na de sommatie moest verloopen, werd vervol gens een bom van 50 kilogram uit een Dornier-Wal-vliegboot op het schip ge worpen. De ontploffing van het projectiel had tot resultaat dat twaalf leden der be manning werden gedood en 25 gewond. (Inmiddels is het aantal dooden gestegen tot 18.) Aan de gewonden werd onmiddellijk ge neeskundige hulp verleend door de om liggende marineschepen. De inslag van de bom deed brand ont staan aan boord van de De Zeven Pro vinciën. Deze werd blijkbaar gebluscht. De muitende bemanning blijft voorloopig aan boord van het schip. Aldaar worden de belhamels uitgezocht. In de Volksraadszitting heeft de Com mandant van de Zeemacht, schout-bij nacht J. F. Osten, een uiteenzetting gege ven van het gebeurde aan boord van De Zeven Provinciën. Aan deze verklaringen kan ontleend worden de mededeeling dat de aanval geprojecteerd was in drie phasen. Deze bestonden uit ten eerste een aanval met bommen uit Dornier-Wal-vliegbooten, ten tweede een aanval met oorlogstorpe do's, en ten derde een aanval met geschut. Deze volgorde werd door de autoriteiten gekozen door de overweging eenerzijds dat de bomaanval reeds daarvóór, n.l. bij de nadering van de vliegbooten, een die pen indruk maakt en anderzijds uit de overweging dat de kruiser Java, bewa pend met middelbaar geschut, en heb bende een betrekkelijk lichte pantsering, niet mocht worden blootgesteld aan het zware geschut dat de De Zeven Provinciën voert. De muiters zullen op het eiland Onrust (gelegen tegenover Tandjong- Priok) worden opgesloten, en aldaar on der bewaking gesteld van marechaussees. De Commandant van de Zeemacht heeft medegedeeld, dat verder is gebleken dat ook Europeesch personeel tot de muiters behoorde. De dooden worden met den torpedoja ger „Evertsen" overgebracht op 'teiland „Onrust" om daar begraven te worden. De gewonden kwamen gisteravond te Ba tavia aan. Het is zoo goed als zeker, dat de gevan gen officieren zich aan boord van „De Zeven Provinciën" vrij mochten bewegen. Of eenigen hunner aandeel hadden in de navigatie, zij het onder dwang van de muiters, staat op het moment nog niet vast. Vanmiddag komen de gevangenen op het eiland „Onrust" aan. De overledene Bakker woonde in den Helder; de Bree te IJmuiden-Oost, en Kroeskop te Amsterdam. Vermoedelijk is de bom ingeslagen dicht bij de kombuis, omdat zich onder de doo den drie inlandsche koks bevinden. De divisie-commandant te Batavia deelt, ter voorkoming van valsche geruchten me de, dat gistermorgen op de corridor en op de tafel van den compagniescomman dant alsmede in de chambree van de 1ste Europeesche compagnie, van het tiende bataljon en voorts op het publicatiebord drie met wit krijt geschreven opschriften zijn aangetroffen, waarvan het schrift uitwijst dat zij door één persoon zijn ge schreven. Deze opschriften luiden: „Leve de Zeven Provinciën", „Ik wil geen broe dermoord", „Leve de Marine", en „Weg met het leger". Als gevolg van het een en ander is de Europeesche compagnie op haar eigen verzoek onder commando van den com pagniescommandant naar den regiments commandant getrokken om haar spijt en verontwaardiging over het gebeurde te betuigen. Naar wij vernemen is het aan het ma rinepersoneel verboden, buiten Amster dam te gaan passagieren. Naar wij vernemen, heeft de Marine commandant van Den Helder alle verlo ven ingetrokken. Deze intrekking geldt ook voor hen, die verlof hadden bekomen voor ondertrouw. Een korporaal der marine, die Woens dagmiddag in Den Helder het roode blad „De Zeven Provinciën" kocht en in ver band daarmede door een officier tweede klasse van het wachtschip „Emma" werd aangehouden, is Donderdag gestraft: we gens het koopen van een dagblad, dat door den minister van Defensie was verboden, heeft hij drie dagen verzwaard arrest ge kregen. Wat er gebeurd is. De bijzondere berichtgever van het Ane- ta-bureau meldt het volgende verslag van zijn bevindingen: Vier vliegbooten bewegen zich om kwart voor negen rondom de „Zeven Pro vinciën" vliegend, in T-formatie. De hoog te, waarop gevlogen wordt is ongeveer zevenhonderd meter. Terwijl twee schepen met „De Zeven Provinciën" meevaren, n.l. de „Orion", en de „Gouden Leeuw", gaan de „Java", „Evertsen", en „Piet Hein" haar tege moet, aldus een iusluitingspolitiek vol gend. Wij zien een geweldige rookmassa op het midden van de „Zeven Provinciën", waarbij do beide schoorsteenen onzicht- baar worden. Weldra kunnen wij alleen hoeken van het slagschip zien. Allen ne men de kjjkers op, weten echter reeds dat hier een voltreffer is gemaakt Wjj aanschouwen een vuurkolom, waaruit ieder concludeert, dat „De Zeven Pro vinciën" in brand geraakt De radioman komt ademloos aange sneld om den eskadercommandant mee te deelen, dat het schip zich over geeft. Tusschen het vallen van de bom en de overgave blijken slechts twaalf minuten te zijn verloopen. Een sleepboot is thans de eerste, om ter hulp te snellen, terwijl overal het strijken van sloepen wordt waargenomen. Van „De Zeven Provinciën" springt een aantal matrozen in zee. Zjj worden door de sleepboot opgepikt. Wjj zien om kwart voor tien de vlet langzij van de „De Zeven Provinciën". Zij wordt bemand. Bamboe noodvlotten worden in zee gesmeten. Een der nood vlotten blijft haken aan voorplecht twee. Men kan zien, dat de inlanders zich vast grijpen aan de bamboes. De „Gouden Leeuw" en de „Java" hebben weldra vier sloepen langszij „De Zeven Provin ciën" liggen. Wjj zien een aantal officieren, waarbjj ook een dokter, aan boord klimmen, ter- wjjl van de „Java" met vlaggen wordt geseind: „Hebt gij gewonden?". Het ylaggesein inzake de aanwezigheid van gewonden wordt beantwoord door „De Zeven Provinciën" met het vlagge- gein: „Verzoeke alle hulp te zenden". Hierdoor weten wij voor het eerst met zekerheid, dat de treffer van de bom gewonden moet hebben veroorzaakt. Nu komt bet gedenkwaardigste vlagge- sein van den ochtend, n.l. dat waarbij „De Zeven Provinciën" bericht: „Twaalf dooden en 25 gewonden". De spanning wordt grooter en de indruk dieper. Gevraagd wordt: „Wie zijn de gesneu velden?" en „Wie zijn de gewonden?" „De Zeven Provinciën" seint terug: „De dokter verzoekt de zes zwaargewonden onmiddellijk naar Batavia te vervoeren". Nu gelast de commandant van het es kader dat de „Evertsen" (later de „Piet Hein") zich zal gereed maken om zoo snel mogeljjk op te stoomen. „De Zeven Provinciën" beantwoordt nu het verzoek om opgave van de lijst van dooden en gewonden door mede te dee len, dat deze nader zal worden opgege ven. Achteraf blijkt, dat enkele gesneu velden onherkenbaar zijn, terwijl hoven- dien aanvankelijk de getallen te opti mistisch zijn opgegeven. Een van de officieren van de j,Java" herkent op „De Zeven Provinciën" zijn broer, die eveneens officier is bij de ma rine, waardoor hem plotseling zekerheid wordt verschaft omtrent diens lot na een lange, bange week. Onder de bemanning heerscht even eens agitatie, die waar te neimen is bjj de herkenning van hun kameraden. Men rukt elkander den verrekijker uit de hand Aan boord van „De Zeven Provinciën" blijken sommigen reeds over den eersten schrik te zjjn heengekomen, hetgeen afge leid kan worden uit hun houding, die zij aannemen tegenover de officieren, die met revolvers in de hand rondgaan, „handen omhoog" bevelen en iedereen fouillee- ren, waardoor een groot aantal messen weldra op een hoopje bijeenliggen. Dit laatste bewijst, dat de voorafgaan de sommatie om de wapens neer te leg gen niet algemeen ten volle was opge volgd. De eskadercommandant gelast den .commandeerenden officier van „De Ze ven Provinciën" om de Europeesche bel hamels uit te zoeken en naar de „Evert sen" over te brengen, terwjjl de inheem- .sche belhamels naar den kruiser „Java" moeten worden gebracht. De dokters leggen zoo snel mogelijk noodverbanden, terwijl ander personeel de zwaarst gewonden op de brancards legt, in zeildoeken innaait, waarover de kleeden worden gelegd, terwijl de hoofden worden gedekt tegen het felle zonlicht. Er wordt een onderzoek ge houden, waaruit de voorloo- pige indruk wordt verkregen dat zoowel de Europeesche als de inlandsche leden van de be manning aan de muiterij heb ben meegedaan. De sloep met de gewonden vaart naar de „Piet Hein". Intusschen zwalken de sloepen met gevangenen, waarin officie ren, die met de revolver dreigen, hebben plaats genomen, op zee in afwachting van het moment van him inscheping op de voor hen bestemde schepen. Onderhoud met luitenant De Vos van Steenwijk. Wij stappen over op de „Piet Hein", teneinde Batavia zoo snel mogelijk te be reiken. Aan boord van de „Piet Hein" treffen wij den lichtgewonden officier luitenant ter zee 3e klasse De Vos van Steenwfjk aan, die slechts beenwonden heeft. Wij interviewen den heer De Vos van Steenwijk in de eerste plaats over het vallen van de bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, welk een ravage was aange bracht. De schoorsteen werd doorzeefd en in een der tenten werd een gat gesla gen waaruit de brand kan worden ver klaard. Van decommandobrug, waar op zich de inheemsche mui- terscommandant te midden van een deel van zijn état mar jor van muiters bevond, werd deze gansche groep wegge veegd. Deze „commandant" bevond zich aanvankelijk onder de zwaargewonden op de „Piet Hein", op welk schip hij twee uren na zijn opneming in het hospitaal overleden is. De linkervleugel van de commandobrug was totaal vernield. Ook het pantserdek werd beschadigd en hier werd de gevechts radio vernield. Luitenant De Vos van Steenwijk had niet aanstonds een aanval verwacht. De ze zeeofficier had wel begrepen, dat er iets zou gebeuren, ondanks het verhaal, dat de ronde deed aan boord van „De Zeven Provinciën", waarbij de muiters lachend de meening hadden uitgesproken, dat ze wel stellig buiten schot zouden blijven. Na deze mededeelingen doet luitenant De Vos van Steenwijk het verhaal van de gebeurtenissen. Toen hij op de reede van Oleh-leh den avondloop had gedaan tijdens de wacht, had hij opgemerkt, dat de Europeesche machinist Boschart met een aantal inheemsche matrozen bezig was de statietrap in te halen. De heer De Vos van Steenwijk vroeg wat dit beteekende. Hierop staakten zij onmiddellijk het inhalen van de statie trap. Verder gebeurde er niets. „Er was aldus vervolgde hij zijn verhaal nu eenmaal veel ontstemming doch op dat oogenblik niet merkbaar meer d'an gewoonlijk. Maar toen luit. De Vos van Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij daar uit gehaald en geleid tegenover een troep in heemsche schepelingen, die duidelijk den indruk maakten, dat zij geen geweld in den zin hadden, mits de officieren be loofden, dat zij dezelfde houding zouden aannemen. De muiters zetten aan dit verzoek kracht bij, door het feit te releveeren, dat zij reeds twee jonge officieren, de luite nants ter zee Kooi en Stegeman van hun bedden hadden gelicht, zoomede eenige Europeesche onderofficieren, die onmid dellijk gedood zouden worden, zoodra een schot mocht worden gelost. Do heer De Vos van Steenwijk was ver der vrij in zijn doen en laten, doch hij moest het aanzien, dat het schip ver trok. Bij dit alles bleven in het officiers kwartier zestien officieren, waarvan de hoogste een luitenant ter zee tweede kl. was, doch de meesten luitenants ter zee derde klasse waren, voortleven zooals ge woonlijk. Slechts op twee punten wa9 er een afwijking van den gewonen gang van zaken, nl. door de feiten, dat de Euro peesche onderofficieren en hun inland sche collega's zich allen bij hen voegden (de bediening door de hutjongens, de kok etc. ging voort alsof er niet gebeurd was); ten tweede de natuurlijk ellendige om standigheid, dat het schip reeds onderweg was, zoodat de officieren zich overgele verd voelden aan de muiters. Luitenant de Vos van Steenwijk heeft even de gelegenheid gehad om de radio te bedienen. Hij heeft toen den comman dant der marine te Soerabaja opgeroe pen en het radiostation Scheveningen, maar beide stations waren bezet. De officier werd toen door den Euro- peeschen machinist Boschart van de ra dio verwijderd. Toen hij dit vertelde zeide de heer De Vos van Steenwijk: „Nu zal men de vraag stellen: „Waarom hebben jullie niet een flinke bloedplas gemaakt?", maar alle om standigheden waren tegen. Wij hadden op het critieke moment geen leiding, wij hadden geen contact, wij trachtten ieder op onze eigen gelegenheid iets te beginnen. Wij hebben ook eenmaal een kleine verzetactie ge voerd, maar toen is er on middellijk door de mui ters op ons geschoten, maar bij die gelegenheid werd niemand nog geraakt. Wij beseften toen wederom dat twee collega's hierdoor een zekeren dood zouden vin den en dat de Europeesche onderofficieren eveneens zouden worden vermoord, een consequentie, welke wij niet voor onze rekening hebben genomen. Er was nog een ander beletsel. Eén onzer had zich in conferentie met de mui ters begeven en bij die gelegenheid onder den indruk van doodsbedreiging aan de gijzelaars, het eerewoord gepasseerd na mens de 'officieren, dat zij geen gewapend verzet zouden plegen. Nu kunt gij daar verder over denken zooals gij wilt. Wij waren in omstandigheden, die men be leefd moet hebben om ze te kunnen be grijpen „Wij hebben elk oogenblik verwacht het eskader te ontmoeten. Wij hebben na tuurlijk steeds daarnaar uitgezien. Wij werden behoorlijk behandeld en kregen den indruk, dat de demonstratie van de bemanning naar buiten was bedoeld en stellig niet tegen ons, zoodat wij geen onheil verwachtten. Aan het betreurens waardige wegvaren was al niets meer te doen. Dit wegvaren is ook niet onze schuld. Dit ligt aan den geheelen toestand. Toen de vliegtuigen van het eskader verschenen, verwachtten de officieren een waarschuwingsbom. De muiters hadden even wel op zoo'n bom niet ge rekend. Eén hunner toch had den waarborg gegeven, dat menzich van actie zou onthouden, zij verkeerden in de meening, rustig te kunnen onderhandelen. De naderende strijdmachten wekten eerder spot dan angst. De muiters verkeerden in de meening, dat thans het moment tot het stellen van hun eischen eerst recht gekomen was. Op dat oogenblik viel de bom. Hiermede was de historie ineens ten einde. Het persgesprek was hiermede afgeloo- Ingezonden Mededeeling. StüüÈkL De beste Zeeppoeder gebrui ken (Edelweiss) en boven dien geheel GRATIS Uw linnenkast aangevuld. Bij 2 pakken Edelweiss ad 14 ets. per pak ontvangt U een solide theedoek, bij 3 pakken Edelweiss twee flinks witte rakdoeken of een degelijke witte handdoek. pen. Ondertusschen was de dokter op de „Piet Hein" voortdurend druk bezig. In zeven uren tijds was de doodenlijst aangegroeid met vier. Intusschen verer gerde de toestand van den marinier Vis ser, terwijl ook de toestand van de vier andere zwaar gewonden geen wijziging ten goede vertoonde. Het kwam ons voor, dat de zes licht gewonden het goed maakten. De commissie van onderzoek zou aan stonds worden benoemd en onmiddellijk zou men een begin maken met het af nemen van de verhooren. Juist hierom werden de belhamels onmiddellijk afge zonderd. De stemming onder het lagere personeel aan boord van de „Piet Hein" kan o.a. getypeerd worden door de uitspraak van een der manschappen tot zijn kameraden, die luidde: „Als het nou ook maar voor goed uit is". Later seinde Aneta uit Tand jong Priok dat de doodenlijst in de laatste uren gestegen is tot in totaal 2 2. Het zijn de drie reeds genoemde Europeanen en negentien inheemsche sche pelingen, waarvan er vijf on herkenbaar verminkt zijn. Een voorloopige informatie aan boord van de „Piet Hein" bracht aan het licht, dat de zwaar gewonde inlandsche ma troos eerste klasse Paradja een bekend instigator van ontevredenheid is, aan wien vrij groote invloed wordt toege schreven. Voorts is nog overleden de inlandsche schepeling Basir, die tijdelijk zou hebben gefungeerd als commandant van „De Ze ven Provinciën". De navigatie werd gedurende den mui- terstocht geleid door den inlandschen schepeling Tuhumuna. Aneta Holland verzocht minister De Graaff zijn oordeel te willen geven over den afloop der muiterij. Z.Exc. zeide, dat hij van oordeel was, dat de afloop der gebeurtenissen in het algemeen bevredi gend is geweest, daargelaten de droeve omstandigheid, dat het menschenlevens heeft gekost. Het aantal gevallenen is niet gering, maar dit was niet anders te ver wachten nu van de zijde der muiters de verdwazing tot het uiterste werd ge dreven. De houding van den commandant. Volgens een particulier bericht van De Telegraaf uit Batavia was de comman dant van „De Zeven Provinciën", behal ve door den assistent-resident van Groot- At jeh, tevoren ook gewaarschuwd door Schout bij Nacht J. F. Osten, commandant van de Zeemacht in Ned.-Indië, dat het aan boord van „De Zeven Provinciën" niet pluis was. De Schout bij Nacht zou, vol gens dit bericht, aan den heer Eiken boom hebben geseind: Wees op uw hoede. „De heer Eikenboom vatte echter het geheele geval als een canard op. Hij acht te het ten eenenmale uitgesloten, dat de gisting op zijn oorlogsbodem zulke vor deringen zou hebben gemaakt, dat het inderdaad tot een open muiterij zou komen." Het blad weet ook te melden, dat de heer Eikenboom niet opnieuw met een commando zal worden belast. DE POLITIEKE TOESTAND. Het oordeel van Mr J. A. de Wilde. De Telegraaf heeft aan verschillen de vooraanstaande personen hun meening gevraagd over den politieken toestand. De heer Mr J. A. de Wilde ver klaarde, dat de verantwoordelijkheid voor het gebeurde z.i. in hoofdzaak berust hij de Kamer-meerderheid, welke stem de vóór de motie-Boon. De aanneming daarvan stond volkomen gelijk met een verwerping van het wetsontwerp. Geheel onjuist, naar mijne meening, is de voor stelling alsof het hier maar zou gaan om een bezuiniging van omstreeks föOO duizend per jaar. De regeering beschouw de terecht de houding der Kamer als een symptoom. Daarbij wijs ik erop, dat in de eerste plaats de minister bij het schrif telijk overleg had toegegeven wat moge lijk was en in de tweede plaats, dat ik zel den in de Kamer een zóó overtuigende rede heb hooren uitspreken als die van minister Donner. Ik ben er zéker van, dat zjj zelfs voorstemmers van de motie- Boon heeft overtuigd. Het weric der r van de staatsfina moeiljjk, omdat, zc als door belastingv ticuliere en locale troffen. Dat kan eenvo voorzitter van de bereiding van het voering van een ting, weet ik, hoe bij te berde zouder zooals in het vo< aan de orde zou zi wolke werkelijk ni pen zjjn, maar zee doel: herstel van wicht uit het ooj redenen om tegen belasting voorstel - Natuurljjk behoe haar rechten afsta had zich door de minister moeten 1 Het blad vroeg nog naar zijn mee van het conflict. II geering doen zal, Het meest voor de Verloofd BAB DEI| en F. G. C. ROTI Goes Wilhelminasi Wilhelminasi Heden overleec de Dochter en Zu MARIA PIET! WISS in den jeugdigen 17 jaar. Wij treuren, d< der hope. J. WISSE. H. WISSE— E. WISSE. W. C. WlSSfl W. WISSE. Grijpskerke, 10 F Heden overlee ongesteldheid vai dagen, onze gelie en Zwager, de he P. BRASSE in den ouderdoi 77 jaren. Uit H. Koudekerke, 9 F' Onzen hartelijken die ons hun deelner bij het verlies van oi Dochtertje CORNEL J. AARNOUTSE A. J. AARNOUT Koudekerke, 10 Febr Hiermede betuigen rechten dank voor d van deelneming, b< bij het overlijden va liefde Vrouw, Moedei /t Schoondochter en Ti PIETERNELLA in het bijzonder on den WelEd. Heer Hoofdzusters en Vei 't Gasthuis te Midde Uit aller n CORNs. Dl Koudekerke (W.), F( Voor de vele blijk stelling, voor en na van onze geliefde Z zuster en Tante PIETERNELLA C GELDO betuigen wij onzen h Uit a C. WIEL Biggekerke. 11 Febri Hierdoor betuigen onze kinderen en onzen hartelijken vele bewijzen van ondervonden bij onz welijksherdenking. L. BAZEN. E. BAZEN—V; Serooskerke (W.), 10 Door ALLE Boekhan worden ADVERTEN' en hinlEMEH - blad. aai

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 2