DEZEEDW
Uit de Provincie
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
JOAN CARISBR0KE
FEUILLETON.
VAN
WOENSDAG 8 FEBR. 1933, Nr 111.
weigering, die in Indië gepleegd is, af
te keuren en werden daarvoor beloond in
de pers van den heer Drop met een op
schrift: „Slaven buigen den nek".
De heer De Visser, C.P.: Zeer juistl
Minister Deckers zegt, gisteren de
Cambo niet te hebben ontvangen, omdat
hij wat anders te doen had dan een druk
bezette audiëntie te verleenen. Maar al
had spr. al den tijd gehad, hij zou gis
teren de Cambo niet hebben ontvangen.
(Rumoer).
De heer Drop, S.D.: Dit is een oorlogs
verklaring!
Minister Deckers zegt, dat in het or
gaan van de Cambo met geen woord
de dienstweigering te Soerabaja is afge
keurd, hoewel spr. dit mocht eischen, in
elk geval verwachten. (Rumoer).
De Secretaris-Generaal heeft op uitnoo-
diging van den Minister de mannen van
de Cambo éérst man voor man gevraagd
of zij de dienstweigering afkeurden. Twee
hebben hierop aanstonds bevestigend ge
antwoord. De derde wilde eerst erover
van gedachten wisselen. Dit kon niet wor
den toegestaan. Toen heeft hij ook be
vestigend geantwoord. Daarna heeft de
Secretaris-Generaal gevraagd of de be
zoekers bereid waren van hun afkeuring
te doen blijken in het bondsorgaan.
Twee antwoordden aanstonds bevesti
gend, de derde na eenige aarzeling.
Zij hebben zich nu weer voor een
audiëntie laten inschrijven. Spr. zal eens
afwachten wat er in het bondsorgaan
komt. (Interrupties van den heer De Vis
ser en gehamer van den Voorzitter.)
Spr. heeft gisteren een order uitgegeven
krachtens welken de uitgaven van „De
Arbeiderspers" worden verboden voor de
gebouwen en schepen van land- en zee
macht. „Het Volk" en andere dergelijke
bladen schrijven op een toon, die in strijd
is met de krijgstucht en spr. kan niet
toelaten, dat die aldus wordt ondermijnd
in kazernes en op oorlogsschepen.
Wat de salarisregeling betreft, zal de
heer Drop misschien iets gemerkt hebben
van de ontzettende financiëele ineenstor
ting, die in Indië heeft plaats gegrepen.
Intusschen heeft het Europeesch marine
personeel eenzelfden kindertoeslag gekre
gen als de andere landsdienaren in Ne-
derlandsch-Indië.
Volgens den heer Drop heeft de regee
ring met haar verklaring aangaande een
tweede salariskorting ongegronde ver
wachtingen gewekt, maar dat is in strijd
met de feiten.
Wat betreft de salarissen na de kor
ting:
Een matroos 2e kl. had op 1 Jan. 1932
f 2.60 per dag, nu f 2.50. Een matroos 1ste
klas met 14 dienstjaren had op 1 Jan.
1932 f5.65 per dag, nu f5.40. Alles plus
voeding en huisvesting. Een matroos met
8 dienstjaren heeft aan boord f4.65, een
soldaat 1ste kl. fl.60.
De inheemsche schepelingen hebben
precies dezelfde voorlichting gekregen als
de Europeesche. Dat de korting der in-
heemschen wat meer bedraagt, ligt in de
rede. Zij hebben een Indischen loopbaan
en zijn allicht hun geheele leven in
Indië.
Spr. is niet bereid het KB. van 21 Jan.
in te trekken. In het beleid zelf is geen
aanleiding gelegen tot inbreuken op de
krijgstucht. Wel is het K.B. wellicht ver
keerd gecommentarieerd, met name van
den kant der organisaties.
De heer Drop repliceert en dient een
motie in, waarin de Kamer uitspreekt, dat
de verklaringen van den Minister van
Defensie over zijn beleid niet bevredigend
zijn, en overgaat tot de orde van den dag.
De heer Knottenbelt, Lib., brengt
hulde aan de regeering voor haar krach
tige houding.
De heer Wijnkoop, C.P.: Hulde aan
de muiters! (Gehamer van den voorzit
ter.)
De heer Knottenbelt, Lib., zegt, dat
wij het gebeurde niet moeten onderschat
ten, maar ook niet overschatten. Het is
een protest, geen revolutionnaire poging.
Noodig is, dat wij ons gezag op het schip
herstellen, dat de bemanning daarvan
overmeesterd worde en dat zij een straf
krijge, evenredig aan den ernst van het
misdrijf. De laatste uren hebben wij in
de Kamer een debat gehoord, alsof de
ware oorzaak van het gebeurde zou zijn
een salarisouaestie, een duitenquaestie. De
diepere oorzaak schuilt elders. Zij is de
ondermijning van de militaire discipline.
Op dit oogenblik is het ongewenscht, eeni
ge critiek op de overheid te oefenen. Wij
moeten achter de regeering staan in haar
pogingen om een eind te maken aan het
beschamend avontuur. Is er een eind aan
gekomen, dan moet er een onderzoek wor
den ingesteld en dan is wellicht de tijd
gekomen tot critiek.
Spr. wijst dan verder op de revolutio
naire invloeden, die hier gewerkt hebben
en hoe de muiterij zelfs van Soc.-Dem.
zijde werd toegejuicht.
De heer T i 1 a n u s, C.H., heeft met leed
wezen geconstateerd, dat de heer Drop,
die tweemaal heeft gesproken, geen woord
van afkeuring heeft geuit over de muite
rij. Spr. uit zijn instemming met de re-
geeringsverklaring en wenscht den minis
ter wijsheid en kracht toe in deze moei
lijke regeeringszaak. Hij stemt uit den
aard der zaak tegen de motie-Drop.
De heer De Visser. Comm., houdt
een opruiende rede. De tijd is niet ver
meer, zegt hij, dat een eenheidsfront zal
worden gevormd tusschen de opstandige
massa's in Holland en in Indonesië. Ge
weldige gebeurtenissen staan voor de
deur. De revolutie staat op de maatschap
pelijke dagorde in Indië en gaat er niet
meer af. En het verzet zal niet rusten
voordat de laatste blanke overheerschers
uit Indië uitgewerkt zijn.
Daarna wordt de vergadering verdaagd.
De haven van Terneuzen.
Aan de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer,
inzake het wetsontwerp tot verklaring
van het algemeen nut der onteigening van
perceelen enz., noodig voor de uitbreiding
van de havenwerken te Terneuzen, be-
hoorende tot het kanaal van Terneuzen,
ontleenen wij, dat de werken voorzien in
een dadelijk aanwijsbare behoefte, die als
een volmaakt nationale kan worden aan
gemerkt. Omtrent de vraag of het trans-
sitovervoer van massale goederen van zee,
schip of spoorweg wel uitzicht op ontwik
keling kan bieden,, zoolang niet omtrent
de spoorwegtarieven van Terneuzen naar
het achterland de zoo noodige zekerheid
is verkregen en of de regeering zich ver
antwoord acht het erop te wagen, dat de
zeeschepen de dure voorgestelde havens
zouden voorbijvaren, ten einde de goede
ren in havens in het achterland te lossen
of in te nemen, vestigt de minister er de
aandacht op, dat de haven zich, ondanks
de minder gunstige spoorwegtarieven van
Terneuzen naar het achterland, voor het
transitovervoer van massale goederen
zoodanig heeft kunnen ontwikkelen, dat
thans reeds van plaatsgebrek kan worden
gesproken.
Met de bestaande schutgelegenheden
kunnen alle schepen zonder bezwaar wor
den verwerkt. Naar aanleiding van de ge
stelde vraag, of in het bedrag van f 3 mil-
lioen der kosten van den eersten aanleg
zijn begrepen de kosten van onteigening
van de gronden voor alle drie de ont
worpen havens met toebehooren, kan wor
den meegedeeld, dat dit inderdaad het ge
val is, terwijl de bijdragen van de pro
vincie Zeeland en van de gemeente Ter
neuzen enkel zijn bedoeld in de kosten
van den aanleg van de noordelijkste ha
ven. Ten aanzien van de vraag of Let in
het voornemen van den minister ligt spoe
dig een suppletoire begrooting in te die
nen voor de uitvoering van het werk, moet
worden betwijfeld of de onteigening van
de benoodigde gronden zoo snel zal kun
nen verloopen, dat nog in dit jaar net
werk zelfs zal kunnen worden begonnen.
De leden, die beducht waren dot de be
oogde uitbreiding van de havenwerken zou
kunnen voeren tot verhooging van haven
gelden, zagen blijkbaar voorbij, dat vol
gens de wet van 22 Juli 1899 geen haven
gelden worden geheven.
Middelburg. Dinsdagavond vergader
de de aid. van „Patrimonium" alhier on
der leiding van den voorzitter, dhr W. A.
den Hollander.
Dhr J. S. Hoek sprak over: „Belasting
heffing naar draagkracht". Wij erkennen,
aldus Spr., het recht der Overheid als
dienaresse Gods. van haar onderdanen
bijdragen te vorderen om haar taak naar
bt -eren te vemillen.
Over 1930 werd in Nederland aan be
lasting geheven rond f 842 millioen,
waarvan 69 pet. ten dienste van het Rijk,
2.5 pet. voor de Provincie en 2S.5 pet.
voor de gemeenten werd geheven.
Belastingen worden uit inkomen en ver
mogen betaald. Ze behooren echter alleen
uit inkomen te worden betaald.
Spr. treedt niet in beoordeelingen over
het streven der sociaal-politieke-hervor-
mers, die kapitaalheffingen wenschen ten
bate van den Staat.
Gelijkheid van inkomen of vermogen
geeft nog geen gelijkheid van draagkracht,
b.v. iemand met een groot gezin tegen
een vrijgezel. De billijkheid brengt mee,
dat daarmee rekening wordt gehouden.
Is het samenstel van de in Nederland
geheven belastingen inderdaad in over
eenstemming met de draagkracht der
contribuabelen?
Spr. gaat de werking der verschillende
belastingheffingen na en de bezwaren en
voordeelen aan ieder verbonden. Hij geeft
verschillende cijfers over de verhoudingen
van de heffingen (directe en indirecte) in
gezinnen van verschillende grootte en van
verschillende draagkracht.
Op dit referaat volgde een prettige be
spreking met vele practische vragen.
Goes. De Goessche Wijkverpleging
mocht in December 1932 en Januari 1933
de volgende giften ontvangen: 1 van f 25;
2 van f 20; 1 van f 10; 1 van f 5; 3 van
f 3; 5 van f 2,50; 3 van f 2; 1 van f 1,50
en 1 van f 1.
De collecte voor het crisis-comité
bracht deze week f 94.22 en vorige week
f 62.89 op.
Rilland. Dinsdagavond werd in de loka
liteiten van de Openbare Lagere school
alhier een uitvoering gegeven door het
muziekgezelschap „Rillandia" in samen
werking met de tooneelclub T. 0. G.
Voor het talrijke publiek werd, onder
afwisseling van de muzieknummers, een
tooneelstuk opgevoerd. Zoowel muziek als
spel werden door allen zeer geapprecieerd.
Schare. De benoeming van dhr H. Mer-
kus te Stedum tot stationschef te Vlake
is ingetrokken. Thans is als zoodanig be
noemd met ingang van 1 Maart a.s. dhr
W. Koster, le haltechef te Oosthuizen.
Westkapelle. Uitgaande van de firma de
Wed. J. van Nelle te Rotterdam werd
Dinsdagavond alhier in .het „Kasteel
van Batavia" een filmvoorstelling gege
ven voor de vrouwen.
Nadat enkele natuurtafereelen uit Noor
wegen op het doek waren geprojecteerd,
werd den aanwezigen een kijkje gegund
in de theeplantages in de tropen.
Na de pauze, waarin de bezoekers een
geurig kopje koffie werd gepresenteerd,
kreeg men een prachtige film van de ver
schillende werkzaamheden in de fabrie
ken der firma. Met een komische film
werd de avond beslaten. Des middags was
de filmvoorstelling voor de kinderen gege
ven.
Veere. Maandagavond hield de afdee-
lirng van den Bijz. Vrijw. Landstorm, ofte
wel B. F. L. (Bierman, Film en Laernoes)
zooals de tegenstanders dit instituut noe
men, haar jaarlijksche bijeenkomst onder
leiding van Burgemeester Dronkers.
Velen waren met hun vrouwen of ver
loofden aanwezig. Ook Overste Bierman
was wederom aanwezig en wees op de on
rust van onzen tijd en op het gevaar dat
ons van communistische zijde bedreigt.
Spr. sprak de hoop uit, dat indien noodig
allen aan een eventueelen oproep tot steun
aan Overheid en Vorstenhuis zouden deel
nemen. Aan elf leden werd het scherp-
sohuttersbrevet uitgereikt. Aan het slot
van deze opwekkende samenkomst wer
den spontaan gezongen twee coupletten
van het Wilhelmus.
Biggekerke. Vanwege de firma de erven
de Wed. J. van Nelle te Rotterdam werd
alhier Maandagavond een filmavond ge
houden. Vertoond werd de film: „De
Thee", waarin aanschouwelijk werd voor
gesteld het geheele proces, dat de thee
doorloopt, vandat ze als struik groeit tot
ze in de bekende zakjes de fabriek ver
laat. Ook werden enkele komische films
ten beste gegeven. Een en ander werd af
gewisseld door hef zingen van liederen
en het aanbieden van een kop koffie.
Wissenkerke. Maandag vergaderde de
gemeenteraad voltallig. Voorzitter burge
meester Geuze. Bij den aanvang der zit
ting sprak de voorzitter een korte nieuw
jaarsrede uit.
Het oudste raadslid, dhr de Ridder,
dankte voor de uitgesproken wenschen.
Verzoek van den Ghr. Landarbeiders-
bond om ook de uitgetrokken leden, die
niet te werk gesteld kunnen worden een
H. L. kolen te geven. B. en W. stellen voor
voor groote gezinnen dit verzoek in te wil
ligen. Dhr Van Halst wenscht het aan alle
werkloozen te geven. Aangenomen werd,
dat alle werkloozen, die ingeschreven
staan bij de arbeidsbemiddeling hoofden
van gezinnen of kostwinners zijn, en niet
te werk gesteld kunnen worden kolen zul
len ontvangen.
Van de hoofden der scholen was een
verzoek ingekomen, om de verordening op
het landbouwverlof te wijzigen, en te
bepalen, gehoord de commissies der
ouderavonden, dat het landbouwverlof zal
verleend worden, tot vier weken, ingaande
den laatsten Maandag in Augustus. Dit
werd tot nader onderzoek aangehouden.
Verzoek van notarissen en advocaten uit
Zuid- en Noord-Beveland om adhaesie te
-betuigen aan hun denkbeeld, om zitting
te houden te Goes, door den kantonrechter
te Middelburg indien het kantongerecht
te Goes wordt opgeheven, werd ingewilligd
Van Ged. Staten bericht van goedkeuring
van het wegenplan in de Wissenkerke-
polder, met een subsidie van 75 pet.
De verordening tot heffing van opcen
ten op de gemeentefondsbelasting werd
gewijzigd en bepaald op 40 voor het be
lastingjaar 1933'34.
B. en W. stellen voor, tot sluiting van
een inbraakverzekering voor de gemeente
gelden. De heer de Ridder acht zulks
overbodig, daar de inwoners zoo braaf
zijn, en nauwelijks op het gemeentehuis
durven komen. Mochten er vreemden ko
men, die zijn alreeds aangehouden, eer ze
op Geersdijk zijn. Nadat nog enkele leden
hieromtrent hun meening gezegd hadden,
werd besloten een verzekering te sluiten.
Het verzoek van A. Goulooze om ont
slag als gemeentewerkman, werd eervol
verleend tegen 1 Maart eerstkomende. De
meerderheid van B. en W. stelt voor, een
gemeentewerkman op arbeidscontract te
benoemen. De heer van Halst wenschte
een vaste aanstelling te geven. Na het
voor en tegen besproken te hebben, werd
aangenomen een oproep te doen en aan
te stellen op arbeidscontract. Wethouder
Schippers stelt voor, het loon te bepalen
op f 700 per jaar, maar de bepaling erbij,
dat de man onbezoldigd gemeenteveld
wachter wordt. De meerderheid van B. en
W. stelt voor het loon te bepalen op f 700
met drie tweejaarlijksche verhoogingen
van f 50 tot een bedrag van f 850. Aan
genomen met de stem van wethouder
Schippers tegen.
Verzoek van J. Leendertse en K. J.
Schippers om aansluiting aan het elec-
trisch lichtnet. B. en W. stellen voor het
verzoek in te willigen en de aanvragers te
voegen bij de groep Waverijn. Aldus be
sloten.
Verzoek om voorschotten op de exploi
tatiekosten 1933 der bijzondere scholen
werd ingewilligd. De driejaarlijksche af
rekening voor die scholen werd vastge
steld.
Daarna benoeming van leden der stem-
bureaux voor de -stemming der Tweede
Kamer. Voor Wissenkerke benoemd tot
voorzitter burgemeester Geuze, tot leden
P. M. den Boer en S. Breure. Voor Kam
perland, tot voorzitter yeth. Schippers, tot
leden Noordhoek en Balkenende.
Tot agent der arbeidsbemiddeling werd
met algemeene stemmen benoemd, dhr H.
Zweers, ambtenaar ter secretarie.
Als laatste punt der agenda werd be
handeld de bestrating bij de bewaarschool
te Wissenkerke. De voorzitter zegt in de
vorige vergadering was er wel genegen
heid om de bestrating voorbij de bewaar
school door te trekken, maar niet zonder
subsidie van de provincie. Nu kan Spr.
mededeelen, dat na overleg met den in
genieur door Ged. Staten is bericht, dat
evenals voor het nieuwe wegvak 75 pet.
subsidie wordt verleend. Met alg st. werd
besloten om de bestrating door te trekken.
TWEEDE KAMER.
De muiterij op de vlooi
Voor de Kamer gisteren met hare werk
zaamheden aanving heeft, zooals wij
reeds meldden, de Minister van Defensie
een regeeringsverklaring voorgelezen.
De Voorzitter stelde daarop voor,
de interpellatie-Drop aan de orde te stel
len voor het wetsontwerp nopens de recht
banken en kantongerechten.
De heer Al bar da, S.D., wil, dat na
de vragen van den heer Drop het ant
woord van den Minister zal komen.
De heer De Visser, Comm., kan geen
genoegen nemen met een interpellatie over
de salariskwestie. Hij wil het geheele re-
geeringsbeleid behandelen.
De heer C o 1 ij n, A.-R., zou volkomen
genoeg aan de verklaring van den Minis
ter van Defensie hebben gehad zoo de
interpellatie-Drop niet op de agenda had
gestaan. Daar deze toch gehouden moet
worden, acht hij 't juist die nu te behan
delen, tegelijk met het debat over de Re
geeringsverklaring. Een zoo ernstige ge
beurtenis als die is voorgevallen, dat ze
een ondergraving van 't staatsgezag ge
noemd kan worden, kan men niet stil
zwijgend voorbij gaan.
Dhr W ij n k o o p, C.P., zegt, dat 't niet
de bedoeling is om de zaak aan de orde
te brengen, maar met behulp der s.-d.
interpellatie de zaak te laten afdrijven.
Die heeren staan in principe aan den
kant der Regeering.
De heer Marchant, V.D., merkt op,
dat de Kamer de gewone volgorde moet
volgen. Daar behoeft de Regeering geen
bezwaar tegen te hebben, al moet ze dein
tweemaal antwoord geven.
De heer A1 b a r d a, S.D., acht het noo
dig, dat vóór 't algemeen debat begint,
de minister opheldering geeft.
De heer Snoeck Henkemans,C.H.,
ziet geen reden om van de gewone volg
orde af te wijken.
De heer A a 1 b e r s e, R.-K, wil de ver
antwoordelijkheid voor de daden welke nu
noodig zijn, daden van kracht en van
beleid geheel laten aan de Regeering. Dat
is haar taak. Later komt de controle door
de Volksvertegenwoordiging. Eerst nadat
de interpellatie, waarbij men zich strikt
aan de vragen moet houden, is afgehan
deld, moet het debat over de regeerings
verklaring beginnen.
De heer Drop, S.D., wil zich uitslui
tend bepalen tot de salarisverlaging en
het daarbij gevoerde beleid.
De Voorzitter scheidt nu er zoo'n
aandrang naar is, de regeeringsverklaring
en de interpellatie.
Het voorstel van den Voorzitter wordt
aangenomen met 87—2 st.
Regeeringsverklaring en interpellatie
zijn dus gescheiden.
De heer De Visser, C.P., doet nu het
verzoek om vergunning voor 't houden
van zijn spoed-interpellatie.
De Voorzitter stelt voor morgen
bij den aanvang der vergadering op dit
verzoek te beslissen.
Dit voorstel wordt aangenomen met
852 st.
Interpellatie Drop.
De heer Drop, S.D.A.P., stelt nu een
tiental vragen over de salariskwestie bij
het marine-personeel en spreekt daarbij
uit, dat thans niet de krijgstucht moet
worden toegepast.
De Minister van Defensie, de
heer Deckers, zegt in antwoord hier
op, dat hij de vertegenwoordigers van
het Cambo (Comité tot behartiging van
de alg. bel. van het lagere marineperso
neel) niet kon ontvangen toen dit ge
vraagd werd. Wel heeft hij aan de Prot.
Chr. en de Kath. organisaties een audiën
tie toegestaan. Dit gehoor vond plaats
vóór 6 Febr. Zij verklaarden, de dienst-
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
123). 1
„Dat deed ik ook. Maar daarin ligt ook
juist de fout; iemand, die waarlijk lief
heeft, heeft daaraan geen behoefte. Zoo
iets zou men doen, als men zich een
compagnon in zaken koos, maar niet met
de vrouw van zijn keuze. Die neemt men
met al haar goede en kwade eigenschap
pen zonder zich daarvan zuiver reken
schap te geven. Moeder, ik zal Joan Ca-
risbroke altijd liefhebben met een onver
anderlijke broederlijke liefde. Ik zal nim
mer een vrouw hooger kunnen achten
dan haar. En ik zal haar bewonderen
en eerbiedigen tot mijn jongsten snik. Ze
zou alles in de wereld voor me kunnen
zijn maar niet mijn geliefde".
„En is haar dat bekend?"
„Neen, ik zou het niet denken, ik ge
loof het niet. En toch, de laatste dagen
was ze wel bijzonder ernstig en niet zoo
opgewekt als gewoonlijk waarschijnlijk
de reflex van mijn eigen ernst en terug
houdendheid, ontstaan, doordat ik het
evenwicht in mezelf verbroken wist. Het
was echter haar wensch, dat ons engage
ment werd stilgehouden; ze wilde wach
ten, tot Franks moeilijkheden waren op-'
gelost."
„Dat weet ik en alles wel beschouwd
kan ik haar niet anders dan gelijk geven,
ofschoon ik bijna gewenscht zou hebben,
dat het anders ware geweest. Hoe is het
toch mogelijk, dat je zoo plotseling een
inzicht kreeg van den juisten staat van
je gevoelens? Hoe wist je, dat je deze ver
schrikkelijke en betreurenswaardige fout
had begaan?"
„Doordat ik gevoelens ging koesteren,
die ik voor Joan nimmer gekend had, dat
zelfs, al ware die ander minder gaaf van
karakter, minder verkieselijk dan Joan
ik haar toch begeerde haar liefhad met
al mijn hart en ziel."
„En die ander?"
„Moeder, ik durf het u nauwelijks zeg
gen."
„Is het mevrouw Clarke?"
„Neen, neen, al zou ik het bijna wen
schen.
Maud Clarke is een begaafde vrouw,
maar ze is in de veertig! En haar dochter
is het ook niet Laura zal stellig als haar
dag komt, een man gelukkig maken, doch
zij zou nimmer in staat geweest zijn erop
te wijzen, hoe armzalig mijn liefde voor
Joan was. Het is veel erger dan u kunt
denken, moeder het is Ruby!"
Mevrouw Warrendale was sprakeloos.
Het was hard de dochter te verliezen,
die zij met haar geheele hart lief had.
Ze leed om Joan, om den slag, die haar
moest treffen, doch hoeveel wreeder moest
die slag zijn, nu hij uit dien hoek kwam.
Ruby van alle vrouwen ter wereld, die
haar zusters leven vulde en er de bron
van was. En was Ruby te laken?
Neen, Ruby was niet te laken, dat
maakte Arthur zijn moeder spoedig dui
delijk. Ruby kon niet vermoeden, dat Ar
thur Joans verloofde was. Ruby was zich
waarschijnlijk haar eigen gevoelens nau
welijks bewust. En toch twijfelde Arthur
geen oogenblik aan den toestand van haar
hart. Hij deelde zijn moeder alles mede,
wat hij te zeggen had en eindigde met
de vraag: „Moeder, wat staat me te doen?"
„Dat moet je eigen hart en je eigen
gevoel voor recht je zeggen", antwoord
de mevrouw Warrendale ernstig. „Ik mag
je geen raad geven en ik ben niet van
plan iemand, die zoo weinig zich zelf
kent, leiding te geven." Je hebt me eens
gezegd, Arthur, dat je oud genoeg waart
om zelf te oordeelen; welnu, zie nu maar
wat je geweten je voorschrijft."
„Kom, moedertje, wees niet boos. Ik heb
heusch mezelf al genoeg verweten, maar
alle zelfverwijt in de wereld brengt die
zaak niet tot klaarheid."
„Heb je al met Ruby gesproken?"
„Dat heb ik niet. En toch ik ben
er bijna zeker van weet ik, dat zij
begrijpt."
„En waarschijnlijk zal Joan, mijn arme
Joan, ook wel begrijpen."
„Ik vermoed het, want haar houding is
anders geworden. Maar moeder, kunt u
niet inzien, in welke moeilijke positie ik
ben geplaatst?"
„Ik kan inzien in welk een moeilijke
positie je zoowel Joan als Ruby gebracht
hebt! Een van haar moet door jou lijden,
misschien wel allebei. Je hebt Joan voor
je gewonnen, haar heele groote, trouwe
liefde en je hebt het bewust gedaan, dat
je daarna nog stilletjes Ruby's hartje ge
stolen hebt, dat doet me pijn en ik moet
er bij zeggen, dat ik me schaam over
mijn zoon!"
„Dat verbaast me niets en toch kan ik
mezelf niet zoo heel erg laken, dat ik
dat jonge, mooie schepseltje liefheb, dat
voor me was als een openbaring. Het
noodlot heeft haar op mijn weg geplaatst,
ik heb haar niet opgezocht!"
„Dat alles mag heel waar zijn, maar
een man moet goed weten, wat hij doet,
voor hij een meisje haar hand vraagt.
Hij moet heel zeker weten, dat het hem
ernst is, eer hij woorden uitspreekt, die
hij nooit meer zonder zich zelf oneer
aan te doen, kan terugnemen. Weet je,
wat je gedaan hebt, Arthur. Je hebt Joans
leven bedorven. Je hebt haar ontnomen,
wat je haar tot geen prijs terug kunt
geven haar rustige, kalme tevreden
heid, Zs> voelde zich volkomen gelukkig
in haar werk; ze wenschte geen verande
ring. Ze zal niet ongelukkig worden, om
dat ze te verstandig is en te goed, om
een donkere wolk haar heele verdere leven
te laten overschaduwen; maar ze zal heel
wat lijden, voor ze er overheen is, want
je hebt haar op haar meest kwetsbare
plek getroffen en dat nog wel door het
kind, dat haar dierbaarder is dan haar
leven. Ze zal haar opgewektheid herwin
nen en haar genoedsrust, maar het zal
een harde strijd zijn voor ze weer om
hoog kan blikken en zeggen: „Het is
goed."
En zoo praatten ze voort tot midder
nacht zonder met zichzelf of met elkaar
in het reine te komen. Mevrouw Warren
dale was altijd zoo trotsch op haar zoon
geweest, zoo zeker van hem en nu had
hij haar hoogen dunk van hem be
schaamd! Ze sliepen beiden heel weinig
dien nacht en bij gevolg voelden ze zich
den volgenden morgen moe en uitgeput.
Maar Arthur had, naar hij meende, zijn
besluit genomen. Hij ging naar de kamer
van zijn moeder, waar ze zat te ontbijten
en met de deur in huis vallend, zei hij:
„Mijn besluit staat vast."
„Wat voor een besluit?"
(Wordt vervolgd.)