DEZEEDW Uit de Provincie TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. JOAN CARISBR0KE FEUILLETON. VAN WOENSDAG 8 FEBR. 1933, Nr 111. weigering, die in Indië gepleegd is, af te keuren en werden daarvoor beloond in de pers van den heer Drop met een op schrift: „Slaven buigen den nek". De heer De Visser, C.P.: Zeer juistl Minister Deckers zegt, gisteren de Cambo niet te hebben ontvangen, omdat hij wat anders te doen had dan een druk bezette audiëntie te verleenen. Maar al had spr. al den tijd gehad, hij zou gis teren de Cambo niet hebben ontvangen. (Rumoer). De heer Drop, S.D.: Dit is een oorlogs verklaring! Minister Deckers zegt, dat in het or gaan van de Cambo met geen woord de dienstweigering te Soerabaja is afge keurd, hoewel spr. dit mocht eischen, in elk geval verwachten. (Rumoer). De Secretaris-Generaal heeft op uitnoo- diging van den Minister de mannen van de Cambo éérst man voor man gevraagd of zij de dienstweigering afkeurden. Twee hebben hierop aanstonds bevestigend ge antwoord. De derde wilde eerst erover van gedachten wisselen. Dit kon niet wor den toegestaan. Toen heeft hij ook be vestigend geantwoord. Daarna heeft de Secretaris-Generaal gevraagd of de be zoekers bereid waren van hun afkeuring te doen blijken in het bondsorgaan. Twee antwoordden aanstonds bevesti gend, de derde na eenige aarzeling. Zij hebben zich nu weer voor een audiëntie laten inschrijven. Spr. zal eens afwachten wat er in het bondsorgaan komt. (Interrupties van den heer De Vis ser en gehamer van den Voorzitter.) Spr. heeft gisteren een order uitgegeven krachtens welken de uitgaven van „De Arbeiderspers" worden verboden voor de gebouwen en schepen van land- en zee macht. „Het Volk" en andere dergelijke bladen schrijven op een toon, die in strijd is met de krijgstucht en spr. kan niet toelaten, dat die aldus wordt ondermijnd in kazernes en op oorlogsschepen. Wat de salarisregeling betreft, zal de heer Drop misschien iets gemerkt hebben van de ontzettende financiëele ineenstor ting, die in Indië heeft plaats gegrepen. Intusschen heeft het Europeesch marine personeel eenzelfden kindertoeslag gekre gen als de andere landsdienaren in Ne- derlandsch-Indië. Volgens den heer Drop heeft de regee ring met haar verklaring aangaande een tweede salariskorting ongegronde ver wachtingen gewekt, maar dat is in strijd met de feiten. Wat betreft de salarissen na de kor ting: Een matroos 2e kl. had op 1 Jan. 1932 f 2.60 per dag, nu f 2.50. Een matroos 1ste klas met 14 dienstjaren had op 1 Jan. 1932 f5.65 per dag, nu f5.40. Alles plus voeding en huisvesting. Een matroos met 8 dienstjaren heeft aan boord f4.65, een soldaat 1ste kl. fl.60. De inheemsche schepelingen hebben precies dezelfde voorlichting gekregen als de Europeesche. Dat de korting der in- heemschen wat meer bedraagt, ligt in de rede. Zij hebben een Indischen loopbaan en zijn allicht hun geheele leven in Indië. Spr. is niet bereid het KB. van 21 Jan. in te trekken. In het beleid zelf is geen aanleiding gelegen tot inbreuken op de krijgstucht. Wel is het K.B. wellicht ver keerd gecommentarieerd, met name van den kant der organisaties. De heer Drop repliceert en dient een motie in, waarin de Kamer uitspreekt, dat de verklaringen van den Minister van Defensie over zijn beleid niet bevredigend zijn, en overgaat tot de orde van den dag. De heer Knottenbelt, Lib., brengt hulde aan de regeering voor haar krach tige houding. De heer Wijnkoop, C.P.: Hulde aan de muiters! (Gehamer van den voorzit ter.) De heer Knottenbelt, Lib., zegt, dat wij het gebeurde niet moeten onderschat ten, maar ook niet overschatten. Het is een protest, geen revolutionnaire poging. Noodig is, dat wij ons gezag op het schip herstellen, dat de bemanning daarvan overmeesterd worde en dat zij een straf krijge, evenredig aan den ernst van het misdrijf. De laatste uren hebben wij in de Kamer een debat gehoord, alsof de ware oorzaak van het gebeurde zou zijn een salarisouaestie, een duitenquaestie. De diepere oorzaak schuilt elders. Zij is de ondermijning van de militaire discipline. Op dit oogenblik is het ongewenscht, eeni ge critiek op de overheid te oefenen. Wij moeten achter de regeering staan in haar pogingen om een eind te maken aan het beschamend avontuur. Is er een eind aan gekomen, dan moet er een onderzoek wor den ingesteld en dan is wellicht de tijd gekomen tot critiek. Spr. wijst dan verder op de revolutio naire invloeden, die hier gewerkt hebben en hoe de muiterij zelfs van Soc.-Dem. zijde werd toegejuicht. De heer T i 1 a n u s, C.H., heeft met leed wezen geconstateerd, dat de heer Drop, die tweemaal heeft gesproken, geen woord van afkeuring heeft geuit over de muite rij. Spr. uit zijn instemming met de re- geeringsverklaring en wenscht den minis ter wijsheid en kracht toe in deze moei lijke regeeringszaak. Hij stemt uit den aard der zaak tegen de motie-Drop. De heer De Visser. Comm., houdt een opruiende rede. De tijd is niet ver meer, zegt hij, dat een eenheidsfront zal worden gevormd tusschen de opstandige massa's in Holland en in Indonesië. Ge weldige gebeurtenissen staan voor de deur. De revolutie staat op de maatschap pelijke dagorde in Indië en gaat er niet meer af. En het verzet zal niet rusten voordat de laatste blanke overheerschers uit Indië uitgewerkt zijn. Daarna wordt de vergadering verdaagd. De haven van Terneuzen. Aan de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut der onteigening van perceelen enz., noodig voor de uitbreiding van de havenwerken te Terneuzen, be- hoorende tot het kanaal van Terneuzen, ontleenen wij, dat de werken voorzien in een dadelijk aanwijsbare behoefte, die als een volmaakt nationale kan worden aan gemerkt. Omtrent de vraag of het trans- sitovervoer van massale goederen van zee, schip of spoorweg wel uitzicht op ontwik keling kan bieden,, zoolang niet omtrent de spoorwegtarieven van Terneuzen naar het achterland de zoo noodige zekerheid is verkregen en of de regeering zich ver antwoord acht het erop te wagen, dat de zeeschepen de dure voorgestelde havens zouden voorbijvaren, ten einde de goede ren in havens in het achterland te lossen of in te nemen, vestigt de minister er de aandacht op, dat de haven zich, ondanks de minder gunstige spoorwegtarieven van Terneuzen naar het achterland, voor het transitovervoer van massale goederen zoodanig heeft kunnen ontwikkelen, dat thans reeds van plaatsgebrek kan worden gesproken. Met de bestaande schutgelegenheden kunnen alle schepen zonder bezwaar wor den verwerkt. Naar aanleiding van de ge stelde vraag, of in het bedrag van f 3 mil- lioen der kosten van den eersten aanleg zijn begrepen de kosten van onteigening van de gronden voor alle drie de ont worpen havens met toebehooren, kan wor den meegedeeld, dat dit inderdaad het ge val is, terwijl de bijdragen van de pro vincie Zeeland en van de gemeente Ter neuzen enkel zijn bedoeld in de kosten van den aanleg van de noordelijkste ha ven. Ten aanzien van de vraag of Let in het voornemen van den minister ligt spoe dig een suppletoire begrooting in te die nen voor de uitvoering van het werk, moet worden betwijfeld of de onteigening van de benoodigde gronden zoo snel zal kun nen verloopen, dat nog in dit jaar net werk zelfs zal kunnen worden begonnen. De leden, die beducht waren dot de be oogde uitbreiding van de havenwerken zou kunnen voeren tot verhooging van haven gelden, zagen blijkbaar voorbij, dat vol gens de wet van 22 Juli 1899 geen haven gelden worden geheven. Middelburg. Dinsdagavond vergader de de aid. van „Patrimonium" alhier on der leiding van den voorzitter, dhr W. A. den Hollander. Dhr J. S. Hoek sprak over: „Belasting heffing naar draagkracht". Wij erkennen, aldus Spr., het recht der Overheid als dienaresse Gods. van haar onderdanen bijdragen te vorderen om haar taak naar bt -eren te vemillen. Over 1930 werd in Nederland aan be lasting geheven rond f 842 millioen, waarvan 69 pet. ten dienste van het Rijk, 2.5 pet. voor de Provincie en 2S.5 pet. voor de gemeenten werd geheven. Belastingen worden uit inkomen en ver mogen betaald. Ze behooren echter alleen uit inkomen te worden betaald. Spr. treedt niet in beoordeelingen over het streven der sociaal-politieke-hervor- mers, die kapitaalheffingen wenschen ten bate van den Staat. Gelijkheid van inkomen of vermogen geeft nog geen gelijkheid van draagkracht, b.v. iemand met een groot gezin tegen een vrijgezel. De billijkheid brengt mee, dat daarmee rekening wordt gehouden. Is het samenstel van de in Nederland geheven belastingen inderdaad in over eenstemming met de draagkracht der contribuabelen? Spr. gaat de werking der verschillende belastingheffingen na en de bezwaren en voordeelen aan ieder verbonden. Hij geeft verschillende cijfers over de verhoudingen van de heffingen (directe en indirecte) in gezinnen van verschillende grootte en van verschillende draagkracht. Op dit referaat volgde een prettige be spreking met vele practische vragen. Goes. De Goessche Wijkverpleging mocht in December 1932 en Januari 1933 de volgende giften ontvangen: 1 van f 25; 2 van f 20; 1 van f 10; 1 van f 5; 3 van f 3; 5 van f 2,50; 3 van f 2; 1 van f 1,50 en 1 van f 1. De collecte voor het crisis-comité bracht deze week f 94.22 en vorige week f 62.89 op. Rilland. Dinsdagavond werd in de loka liteiten van de Openbare Lagere school alhier een uitvoering gegeven door het muziekgezelschap „Rillandia" in samen werking met de tooneelclub T. 0. G. Voor het talrijke publiek werd, onder afwisseling van de muzieknummers, een tooneelstuk opgevoerd. Zoowel muziek als spel werden door allen zeer geapprecieerd. Schare. De benoeming van dhr H. Mer- kus te Stedum tot stationschef te Vlake is ingetrokken. Thans is als zoodanig be noemd met ingang van 1 Maart a.s. dhr W. Koster, le haltechef te Oosthuizen. Westkapelle. Uitgaande van de firma de Wed. J. van Nelle te Rotterdam werd Dinsdagavond alhier in .het „Kasteel van Batavia" een filmvoorstelling gege ven voor de vrouwen. Nadat enkele natuurtafereelen uit Noor wegen op het doek waren geprojecteerd, werd den aanwezigen een kijkje gegund in de theeplantages in de tropen. Na de pauze, waarin de bezoekers een geurig kopje koffie werd gepresenteerd, kreeg men een prachtige film van de ver schillende werkzaamheden in de fabrie ken der firma. Met een komische film werd de avond beslaten. Des middags was de filmvoorstelling voor de kinderen gege ven. Veere. Maandagavond hield de afdee- lirng van den Bijz. Vrijw. Landstorm, ofte wel B. F. L. (Bierman, Film en Laernoes) zooals de tegenstanders dit instituut noe men, haar jaarlijksche bijeenkomst onder leiding van Burgemeester Dronkers. Velen waren met hun vrouwen of ver loofden aanwezig. Ook Overste Bierman was wederom aanwezig en wees op de on rust van onzen tijd en op het gevaar dat ons van communistische zijde bedreigt. Spr. sprak de hoop uit, dat indien noodig allen aan een eventueelen oproep tot steun aan Overheid en Vorstenhuis zouden deel nemen. Aan elf leden werd het scherp- sohuttersbrevet uitgereikt. Aan het slot van deze opwekkende samenkomst wer den spontaan gezongen twee coupletten van het Wilhelmus. Biggekerke. Vanwege de firma de erven de Wed. J. van Nelle te Rotterdam werd alhier Maandagavond een filmavond ge houden. Vertoond werd de film: „De Thee", waarin aanschouwelijk werd voor gesteld het geheele proces, dat de thee doorloopt, vandat ze als struik groeit tot ze in de bekende zakjes de fabriek ver laat. Ook werden enkele komische films ten beste gegeven. Een en ander werd af gewisseld door hef zingen van liederen en het aanbieden van een kop koffie. Wissenkerke. Maandag vergaderde de gemeenteraad voltallig. Voorzitter burge meester Geuze. Bij den aanvang der zit ting sprak de voorzitter een korte nieuw jaarsrede uit. Het oudste raadslid, dhr de Ridder, dankte voor de uitgesproken wenschen. Verzoek van den Ghr. Landarbeiders- bond om ook de uitgetrokken leden, die niet te werk gesteld kunnen worden een H. L. kolen te geven. B. en W. stellen voor voor groote gezinnen dit verzoek in te wil ligen. Dhr Van Halst wenscht het aan alle werkloozen te geven. Aangenomen werd, dat alle werkloozen, die ingeschreven staan bij de arbeidsbemiddeling hoofden van gezinnen of kostwinners zijn, en niet te werk gesteld kunnen worden kolen zul len ontvangen. Van de hoofden der scholen was een verzoek ingekomen, om de verordening op het landbouwverlof te wijzigen, en te bepalen, gehoord de commissies der ouderavonden, dat het landbouwverlof zal verleend worden, tot vier weken, ingaande den laatsten Maandag in Augustus. Dit werd tot nader onderzoek aangehouden. Verzoek van notarissen en advocaten uit Zuid- en Noord-Beveland om adhaesie te -betuigen aan hun denkbeeld, om zitting te houden te Goes, door den kantonrechter te Middelburg indien het kantongerecht te Goes wordt opgeheven, werd ingewilligd Van Ged. Staten bericht van goedkeuring van het wegenplan in de Wissenkerke- polder, met een subsidie van 75 pet. De verordening tot heffing van opcen ten op de gemeentefondsbelasting werd gewijzigd en bepaald op 40 voor het be lastingjaar 1933'34. B. en W. stellen voor, tot sluiting van een inbraakverzekering voor de gemeente gelden. De heer de Ridder acht zulks overbodig, daar de inwoners zoo braaf zijn, en nauwelijks op het gemeentehuis durven komen. Mochten er vreemden ko men, die zijn alreeds aangehouden, eer ze op Geersdijk zijn. Nadat nog enkele leden hieromtrent hun meening gezegd hadden, werd besloten een verzekering te sluiten. Het verzoek van A. Goulooze om ont slag als gemeentewerkman, werd eervol verleend tegen 1 Maart eerstkomende. De meerderheid van B. en W. stelt voor, een gemeentewerkman op arbeidscontract te benoemen. De heer van Halst wenschte een vaste aanstelling te geven. Na het voor en tegen besproken te hebben, werd aangenomen een oproep te doen en aan te stellen op arbeidscontract. Wethouder Schippers stelt voor, het loon te bepalen op f 700 per jaar, maar de bepaling erbij, dat de man onbezoldigd gemeenteveld wachter wordt. De meerderheid van B. en W. stelt voor het loon te bepalen op f 700 met drie tweejaarlijksche verhoogingen van f 50 tot een bedrag van f 850. Aan genomen met de stem van wethouder Schippers tegen. Verzoek van J. Leendertse en K. J. Schippers om aansluiting aan het elec- trisch lichtnet. B. en W. stellen voor het verzoek in te willigen en de aanvragers te voegen bij de groep Waverijn. Aldus be sloten. Verzoek om voorschotten op de exploi tatiekosten 1933 der bijzondere scholen werd ingewilligd. De driejaarlijksche af rekening voor die scholen werd vastge steld. Daarna benoeming van leden der stem- bureaux voor de -stemming der Tweede Kamer. Voor Wissenkerke benoemd tot voorzitter burgemeester Geuze, tot leden P. M. den Boer en S. Breure. Voor Kam perland, tot voorzitter yeth. Schippers, tot leden Noordhoek en Balkenende. Tot agent der arbeidsbemiddeling werd met algemeene stemmen benoemd, dhr H. Zweers, ambtenaar ter secretarie. Als laatste punt der agenda werd be handeld de bestrating bij de bewaarschool te Wissenkerke. De voorzitter zegt in de vorige vergadering was er wel genegen heid om de bestrating voorbij de bewaar school door te trekken, maar niet zonder subsidie van de provincie. Nu kan Spr. mededeelen, dat na overleg met den in genieur door Ged. Staten is bericht, dat evenals voor het nieuwe wegvak 75 pet. subsidie wordt verleend. Met alg st. werd besloten om de bestrating door te trekken. TWEEDE KAMER. De muiterij op de vlooi Voor de Kamer gisteren met hare werk zaamheden aanving heeft, zooals wij reeds meldden, de Minister van Defensie een regeeringsverklaring voorgelezen. De Voorzitter stelde daarop voor, de interpellatie-Drop aan de orde te stel len voor het wetsontwerp nopens de recht banken en kantongerechten. De heer Al bar da, S.D., wil, dat na de vragen van den heer Drop het ant woord van den Minister zal komen. De heer De Visser, Comm., kan geen genoegen nemen met een interpellatie over de salariskwestie. Hij wil het geheele re- geeringsbeleid behandelen. De heer C o 1 ij n, A.-R., zou volkomen genoeg aan de verklaring van den Minis ter van Defensie hebben gehad zoo de interpellatie-Drop niet op de agenda had gestaan. Daar deze toch gehouden moet worden, acht hij 't juist die nu te behan delen, tegelijk met het debat over de Re geeringsverklaring. Een zoo ernstige ge beurtenis als die is voorgevallen, dat ze een ondergraving van 't staatsgezag ge noemd kan worden, kan men niet stil zwijgend voorbij gaan. Dhr W ij n k o o p, C.P., zegt, dat 't niet de bedoeling is om de zaak aan de orde te brengen, maar met behulp der s.-d. interpellatie de zaak te laten afdrijven. Die heeren staan in principe aan den kant der Regeering. De heer Marchant, V.D., merkt op, dat de Kamer de gewone volgorde moet volgen. Daar behoeft de Regeering geen bezwaar tegen te hebben, al moet ze dein tweemaal antwoord geven. De heer A1 b a r d a, S.D., acht het noo dig, dat vóór 't algemeen debat begint, de minister opheldering geeft. De heer Snoeck Henkemans,C.H., ziet geen reden om van de gewone volg orde af te wijken. De heer A a 1 b e r s e, R.-K, wil de ver antwoordelijkheid voor de daden welke nu noodig zijn, daden van kracht en van beleid geheel laten aan de Regeering. Dat is haar taak. Later komt de controle door de Volksvertegenwoordiging. Eerst nadat de interpellatie, waarbij men zich strikt aan de vragen moet houden, is afgehan deld, moet het debat over de regeerings verklaring beginnen. De heer Drop, S.D., wil zich uitslui tend bepalen tot de salarisverlaging en het daarbij gevoerde beleid. De Voorzitter scheidt nu er zoo'n aandrang naar is, de regeeringsverklaring en de interpellatie. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen met 87—2 st. Regeeringsverklaring en interpellatie zijn dus gescheiden. De heer De Visser, C.P., doet nu het verzoek om vergunning voor 't houden van zijn spoed-interpellatie. De Voorzitter stelt voor morgen bij den aanvang der vergadering op dit verzoek te beslissen. Dit voorstel wordt aangenomen met 852 st. Interpellatie Drop. De heer Drop, S.D.A.P., stelt nu een tiental vragen over de salariskwestie bij het marine-personeel en spreekt daarbij uit, dat thans niet de krijgstucht moet worden toegepast. De Minister van Defensie, de heer Deckers, zegt in antwoord hier op, dat hij de vertegenwoordigers van het Cambo (Comité tot behartiging van de alg. bel. van het lagere marineperso neel) niet kon ontvangen toen dit ge vraagd werd. Wel heeft hij aan de Prot. Chr. en de Kath. organisaties een audiën tie toegestaan. Dit gehoor vond plaats vóór 6 Febr. Zij verklaarden, de dienst- door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 123). 1 „Dat deed ik ook. Maar daarin ligt ook juist de fout; iemand, die waarlijk lief heeft, heeft daaraan geen behoefte. Zoo iets zou men doen, als men zich een compagnon in zaken koos, maar niet met de vrouw van zijn keuze. Die neemt men met al haar goede en kwade eigenschap pen zonder zich daarvan zuiver reken schap te geven. Moeder, ik zal Joan Ca- risbroke altijd liefhebben met een onver anderlijke broederlijke liefde. Ik zal nim mer een vrouw hooger kunnen achten dan haar. En ik zal haar bewonderen en eerbiedigen tot mijn jongsten snik. Ze zou alles in de wereld voor me kunnen zijn maar niet mijn geliefde". „En is haar dat bekend?" „Neen, ik zou het niet denken, ik ge loof het niet. En toch, de laatste dagen was ze wel bijzonder ernstig en niet zoo opgewekt als gewoonlijk waarschijnlijk de reflex van mijn eigen ernst en terug houdendheid, ontstaan, doordat ik het evenwicht in mezelf verbroken wist. Het was echter haar wensch, dat ons engage ment werd stilgehouden; ze wilde wach ten, tot Franks moeilijkheden waren op-' gelost." „Dat weet ik en alles wel beschouwd kan ik haar niet anders dan gelijk geven, ofschoon ik bijna gewenscht zou hebben, dat het anders ware geweest. Hoe is het toch mogelijk, dat je zoo plotseling een inzicht kreeg van den juisten staat van je gevoelens? Hoe wist je, dat je deze ver schrikkelijke en betreurenswaardige fout had begaan?" „Doordat ik gevoelens ging koesteren, die ik voor Joan nimmer gekend had, dat zelfs, al ware die ander minder gaaf van karakter, minder verkieselijk dan Joan ik haar toch begeerde haar liefhad met al mijn hart en ziel." „En die ander?" „Moeder, ik durf het u nauwelijks zeg gen." „Is het mevrouw Clarke?" „Neen, neen, al zou ik het bijna wen schen. Maud Clarke is een begaafde vrouw, maar ze is in de veertig! En haar dochter is het ook niet Laura zal stellig als haar dag komt, een man gelukkig maken, doch zij zou nimmer in staat geweest zijn erop te wijzen, hoe armzalig mijn liefde voor Joan was. Het is veel erger dan u kunt denken, moeder het is Ruby!" Mevrouw Warrendale was sprakeloos. Het was hard de dochter te verliezen, die zij met haar geheele hart lief had. Ze leed om Joan, om den slag, die haar moest treffen, doch hoeveel wreeder moest die slag zijn, nu hij uit dien hoek kwam. Ruby van alle vrouwen ter wereld, die haar zusters leven vulde en er de bron van was. En was Ruby te laken? Neen, Ruby was niet te laken, dat maakte Arthur zijn moeder spoedig dui delijk. Ruby kon niet vermoeden, dat Ar thur Joans verloofde was. Ruby was zich waarschijnlijk haar eigen gevoelens nau welijks bewust. En toch twijfelde Arthur geen oogenblik aan den toestand van haar hart. Hij deelde zijn moeder alles mede, wat hij te zeggen had en eindigde met de vraag: „Moeder, wat staat me te doen?" „Dat moet je eigen hart en je eigen gevoel voor recht je zeggen", antwoord de mevrouw Warrendale ernstig. „Ik mag je geen raad geven en ik ben niet van plan iemand, die zoo weinig zich zelf kent, leiding te geven." Je hebt me eens gezegd, Arthur, dat je oud genoeg waart om zelf te oordeelen; welnu, zie nu maar wat je geweten je voorschrijft." „Kom, moedertje, wees niet boos. Ik heb heusch mezelf al genoeg verweten, maar alle zelfverwijt in de wereld brengt die zaak niet tot klaarheid." „Heb je al met Ruby gesproken?" „Dat heb ik niet. En toch ik ben er bijna zeker van weet ik, dat zij begrijpt." „En waarschijnlijk zal Joan, mijn arme Joan, ook wel begrijpen." „Ik vermoed het, want haar houding is anders geworden. Maar moeder, kunt u niet inzien, in welke moeilijke positie ik ben geplaatst?" „Ik kan inzien in welk een moeilijke positie je zoowel Joan als Ruby gebracht hebt! Een van haar moet door jou lijden, misschien wel allebei. Je hebt Joan voor je gewonnen, haar heele groote, trouwe liefde en je hebt het bewust gedaan, dat je daarna nog stilletjes Ruby's hartje ge stolen hebt, dat doet me pijn en ik moet er bij zeggen, dat ik me schaam over mijn zoon!" „Dat verbaast me niets en toch kan ik mezelf niet zoo heel erg laken, dat ik dat jonge, mooie schepseltje liefheb, dat voor me was als een openbaring. Het noodlot heeft haar op mijn weg geplaatst, ik heb haar niet opgezocht!" „Dat alles mag heel waar zijn, maar een man moet goed weten, wat hij doet, voor hij een meisje haar hand vraagt. Hij moet heel zeker weten, dat het hem ernst is, eer hij woorden uitspreekt, die hij nooit meer zonder zich zelf oneer aan te doen, kan terugnemen. Weet je, wat je gedaan hebt, Arthur. Je hebt Joans leven bedorven. Je hebt haar ontnomen, wat je haar tot geen prijs terug kunt geven haar rustige, kalme tevreden heid, Zs> voelde zich volkomen gelukkig in haar werk; ze wenschte geen verande ring. Ze zal niet ongelukkig worden, om dat ze te verstandig is en te goed, om een donkere wolk haar heele verdere leven te laten overschaduwen; maar ze zal heel wat lijden, voor ze er overheen is, want je hebt haar op haar meest kwetsbare plek getroffen en dat nog wel door het kind, dat haar dierbaarder is dan haar leven. Ze zal haar opgewektheid herwin nen en haar genoedsrust, maar het zal een harde strijd zijn voor ze weer om hoog kan blikken en zeggen: „Het is goed." En zoo praatten ze voort tot midder nacht zonder met zichzelf of met elkaar in het reine te komen. Mevrouw Warren dale was altijd zoo trotsch op haar zoon geweest, zoo zeker van hem en nu had hij haar hoogen dunk van hem be schaamd! Ze sliepen beiden heel weinig dien nacht en bij gevolg voelden ze zich den volgenden morgen moe en uitgeput. Maar Arthur had, naar hij meende, zijn besluit genomen. Hij ging naar de kamer van zijn moeder, waar ze zat te ontbijten en met de deur in huis vallend, zei hij: „Mijn besluit staat vast." „Wat voor een besluit?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5