DEZEEDW Pijnlijke Spieren? SLOAN S liniment mw tweede blad. het adres a. wilking vraagtSPOOR'/gestampte MUISJES WaTeTdeze week voorviel JOAN CARISBROKE Gemengd Nieuws. Zoeklichtjes. Brieven uit Middelburg. FE U ILLET ON VAN 7 A TERDAG 4 FEBR. 1933, Nr 108. Het zijn zeker de hoogst belangrijke gebeurtenissen in Duitschland, die het eerst en het meest de aandacht trekken. Von Schleicher van het tooneel verdwe nen, Hitier Rijkskanselier, de Rijksdag ontbonden, krachtige maatregelen tegen de communisten en nieuwe verkiezingen op 5 Maart. Ziedaar de nuchtere feiten. Het heeft weinig zin meer om stil te staan bij de vraag, waarom aan het be wind van Von Schleicher zoo spoedig een eind kwam en welke duistere rol de be kende Von Papen, de intimus van Von Hindenburg, binnenskamers heeft ge speeld. Het feit is er nu eenmaal. Voor den vorm heeft Hitier het Cen trum gepoogd bij de combinatie: natio- naal-socialisten-Duitsch-nationalen te krij gen, maar tijd voor een rustige corres pondentie had hij niet. Eén-twee-drie moest de Rijksdag worden ontbonden. Hij weet heel goed, dat spoedige verkiezingen in zijn voordeel zijn. Hij zal wel trachten om een Mussolini-regime in Duitschland te vestigen. Of dat mogelijk is en hoe lang dat duren zal, is een andere vraag. De regeering-Hitier beschikt over een geweldig apparaat, niet het minst over de radio, om een als het ware ongebrei delde propaganda voor haar beginselen te maken. De tegenstanders der regeering hebben weinig kans om van deze midde len gebruik te kunnen maken, terwijl het nieuwste regiem ook niet blijkt te aarze len om zijn gevaarlijksten vijand, het communisme in eigen Heim aan te tasten. Het spookt nu reeds in Duitschland. Wat zal het straks worden? Voor ons land belooft het nieuwe be wind weinig goeds. Naar alle waarschijn lijkheid zal het zoover mogelijk in de rich ting van autarchie gaan en daarvan heeft onze land- en tuinbouw niets dan kwaad te vreezen. Ook Frankrijk heeft weer een nieuw kabinet gekregen. Dat is voor Frankrijk allerminst iets bijzonders. Men kan daar per jaar heel wat ministeries aan. In Ierland hebben de verkiezingen tot een groote overwinning geleid van de Va lera, wat wel niet naar den zin van de regeering te Londen zal zijn De verhou ding tusschen Engeland en Ierland zal er allicht niet beter op worden. Onze Tweede Kamer is haar arbeid weer begonnen. De wijziging der Kieswet kreeg reeds haar beslag (de R. K. en de S. D. A. P. wisten een amendement aan genomen te krijgen, dat vooral groote par tijen aanzienlijke voordeelen zal brengen), terwijl ze ook in behandeling nam het wetsontwerp tot opheffing van verschil lende rechtbanken en kantongerechten. In Middelburg (dat, als de geruchten juist blijken te zijn, een A. R. burgemees ter krijgt) kwam de Gemeenteraad na drie en twintig uur er over gepraat te hebben, eindelijk klaar met de behande ling der gemeentebegrooting voor 1933. De financieele vooruitzichten voor onze Zeeuwsche hoofdstad zijn somberder dan CXLVI. Amice, In onzen laatsten brief onderstelden wij dat Middelburg's gemeentebegrooting op Vrijdag 27 Jan. 1.1. wel zou zijn afge handeld. Dit nu is gebleken niet het ge val te zijn geweest; zelfs de meest be langrijke punten moesten tot 1 Febr. d.a.v. worden uitgesteld. We hopen nu dat het op laatstgenoemden dag gelukt zal zijn het met de begrooting tot een goed einde te brengen, ofschoon we daaraan nog eenigs- zins twijfelen. De beide dagbladen, die hun verslagge vers naar de vergadering zenden, toonden door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 120.) _o— „Je hebt gelijk", antwoordde Maud op gewekt en ze rolde haar werk op en leg de het in haar naaimandje. „Zullen we n°g vijf minuten naar buiten gaan, voor het huis wordt gesloten?" En de daad hij het woord voegend, ging ze naar haar vriendin toe, die op de bovenste trede van het trapje stond, dat naar den tuin leidde. Aan den anderen kant van het grasveld zagen ze twee figuren en Joan trachtte de duisternis te doorboren, die te donkerder scheen door den helderen schijn achter haar. ^.Daar staan twee van de meisjes", zei ze nog wat zenuw- achtig, „maar ik kan niet onderscheiden wie het zijn." „Het zijn Laura en Mademoiselle", ant- oordde mevrouw Carke. „Mademoiselle is veel langer dan Ruby en ik herken aur& aan ^aar fladderende shawl." „Waar zou Ruby dan zijn?" laat waarschijnlijk mijnheer War rendale uit." .."Maud, wat bedoel je?" Uit haar toon k, hoe die woorden haar opschrikten. ,y^*°uw Clarke gaf niet onmiddellijk oord en Jotó vroeg weer; „Wat i« in hun overzichten zich orver het verloop dier sessies niet al te zeer tevreden. Nu is dit, uit het oogpunt dier dagbladredac teuren en verslaggevers, alleszins te ver staan. Men moet er slechts eens toe ver oordeeld zijn op al de stroomen der wel sprekendheid te moeten meedrijven. Ach teraf op zijn gemak een beschouwing over het gesprokene en gebeurde neer te schrij ven is gemakkelijk, zelfs behagelijk; doch op pennevleugelen in den woordenvloed en woordenorkaan mee te suizelen is niet alles en ook niet ieders werk. De gevol gen dezer moeilijkheid blijven dan ook soms niet uit en het valt den sprekers wel eens moeilijk in het verslag wat er gespro ken werd op de juiste wijze terug te vin den, al zij hier dadelijk bijgevoegd, dat de verslaggever van ons blad hierop een al lergunstigste uitzondering maakt. Grif worde toegegeven, dat de omvang van het gesprokene wel eens omgekeerd evenre dig is aan de belangrijkheid daarvan, alsmede aan het bereikte resultaat. Doch dit was reeds het geval in de dagen van Jacob Cats en sinds dien tijd is de wereld ook in dit opzicht nog niet veel verbeterd. Doel van al de min of meer bespraakte heeren is toob voorzeker het belang van Middelburg. En als men ziet dat dit be lang in 't nauw komt en een dreigende zwarte wolk zicb over Middelburg's hori zont uitspreidt, zoo is het toch ook wel weer verklaarbaar, dat een iegelijk zicb benaarstigt feilen aan te geven en den weg ter ontkoming zoo goed mogelijk aan te wijzen. We spraken daar van het belang van Middelburg. Een ieder ziet dat op z ij n e wijze. Toen op den eersten begrootingsdag aanvankelijk alles een rustig verloop bad, kwam de heer Paul weer een stormpje aanblazen. Die Metellus heeft toch wat op zijn geweten! In een blaadje, waarvan we den laatsten tijd niets bespeuren, doch waarvan we toch gelooven, dat het slechts schijndood is, schrijven ook raadsleden, zonder hun naam er onder te plaatsen of zelfs een pseudoniem te gebruiken. Het schijnt geoorloofd te zijn in de „Volks- strijid" ongemakkelijk van leer te trek ken en persoonlijk te worden, doch als Metellus, tot recht verstand van zaken en toestanden, eens iemand met naam en toe naam noemt en een zijner handelingen critiseert, dan is Leiden in last. Dan spreekt men van „karakteraanranding", al is dit zelfs niet gepoogd; dan wordt de Redactie vriendelijk in overweging gege ven haar kolommen voortaan voor zulk een snoodaard te sluiten, omdat haar eigen belang er niet door gediend wordt dan gaat men, als het herkauwend ge dierte, telkens weer hetzelfde weideveld afgrazen. En dit is toch allerminst ver standig. Getuige de langdurige debatten is er toch andere, belangrijker stof te over. We zullen maar denken; Ieder dier tje heeft zijn pleiziertje en rustig op den ingeslagen weg voortgaan, rustig te mid den der woedende baren. Zoo had de heer Paul al weer opge merkt, dat het karakter van den nieuwen wethouder was aangerand en ook de waarnemende burgemeester grievend was bejegend. Als bewijs voor dit laatste moest dienen een in deze brieven opgeworpen idee, dat de Commissaris der Koningin van zijn recht zou gebruik maken, om, als de burgemeestersbenoeming al te lang uit bleef, een waarn. burgemeester te benoe men. Zou dit, nu zoo langen tijd op die burgemeestersbenoeming gewacht wordt, niet gewenscht zijn geweest? Het Dage- lijksch Bestuur ware dan voltallig ge weest; het had meer gezag gehad, «meer kennis en vooral meer vertrouwen bezeten en tijdens de debatten met meer succes van zich af kunnen spreken. En wat den nieuwen wethouder betreft, die gedwongen werd zijn benoeming slechts voorwaardelijk te,accepteeren en een hou ding aan te nemen, waarbij de achting voor zichzelf niet tot volle uitdrukking kan komen want wie beeft nu lust en kele weken als plaatsvervanger en waar nemer te fungeeren, als hij als vast wet houder wordt gekozen? het ware hem bespaard gebleven om, met zekere em- phase, de plechtige verklaring af te leggen, 0 Wat is men toch bezorgd over het lot van ons blad! er Maud? Waarom spreek je niet?" „Mijn lieve Joan, ik was bang, dat het je boos zou maken en ik heb Laura een standje gegeven voor iets, dat ze zich gis teravond liet ontvallen; maar ik dacht we dachten allemaal dat je het wel moest hebben gemerkt." „Wat hebben gemerkt? Wat ben je ge heimzinnig! En waarover moet ik boos zijn?" „Ik geloof niet, dat je er boos over hoeft te zijnl Ik zou het niet zijn, als het mijn eigen Laura was, ofschoon ik moet toe geven, dat het me wel een oogenblik pijn zou doen, te weten, dat ze het mooiste en beste in zich aan een ander had geschon ken. Moeders vinden het nooit prettig, als haar dochters haar willen verlaten. Maar toch moet het er van komen en je hebt toch zeker niet verwacht, dat je een meis je als Ruby lang bij je zou mogen hou den!" „Maud, ik begrijp je werkelijk niet. Wie wil me Ruby ontnemen? Je wilt toch zeker niet zeggen, dat Arthur dat mijn heer Warrendale dat hij van het kind houdt als..." Dat wil ik wel degelijk zeggen, beste Joan; jij wilt Ruby maar met alle ge weld een „kind" noemen en meisjes van haar leeftijd zijn gewoonlijk nog kin deren, dat geef ik toe maar het komt me zoo voor, dat Ruby plotseling de kin derschoenen is ontwassen. Ik denk, dat het aanzoek van mijnheer Macdonald daar een heeleboel aan af en dat hij bij de voorwaardelijke aanneming zijner wethoudersbenoeming, ten volle overtuigd was de belangen der linkerzijde te hebben gediend. Toen daarop een zijner collega's de voor de hand liggende opmer king maakte, dat, al mocht dit juist zijn, h'et nog allerminst inhield, dat de nieu we wethouder ook de belangen van Mid delburg's g e h e e 1 e burgerij diende en deze geheele zaak droop van politiek, volg de daarna de verzekering dat, (niet al te bescheiden) het dienen van de be langen der linkerzijde vanzelf het dienen der belangen van geheel Middelburg in sloot. Wat natuurlijk moet worden be wezen! Intusschen is tijdens de behandeling der begrooting nog al een enkel drupje water in den linkschen wijn gedaan, 't Voor naamste is wel dat besloten is, en B. en W. legden rich daarbij neer nog wel op voorstel van een 1 i n k s c h raadslid dat het verificatiebureau der Vereen, van Nederl. Gemeenten zal worden uitgenoo- digd de gestie van gemeentebestuur en ge meentelijke instellingen eens te onderzoe ken en na te gaan of daarin reorganisatie, met bezuiniging als gevolg daarvan, moge lijk is, zulks met indiening van een rap port binnen een half jaar. De stem van den heer P a u 1, die al weer meende hier in een bewijs van wantrouwen tegenover B. en W. te zien, bleef als die eens roe penden in de woestijn. Met een beschouwing over de gemeente begrooting willen we liever wachten tot deze geheel is afgehandeld. Vriendschappelijk groetend t.t. METELLUS. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST HOE DE COMMUNIST DE SOCIALE KWESTIE OPLOST. De communistische regeering in Rus land, zegt de N. Pr. Gr. Gt., heeft het zeer zwaar. Door haar veel besproken plan beeft zij het reeds geschokte economische leven heelemaal in de war gebracht. Er is veel te weinig voedsel. Er wordt in Rus land een vreeselijke honger geleden. De regeering zorgt nu vóór alles voor haar eigen veiligheid. Zij wil inzonderheid in de groote steden geen last hebben van te veel monden. Wat doet zij dus? Zij schrijft voor, dat in bepaalde streken b.v. in bet district Moskou alle men- schen een pas moeten hebben en zij die geen pas krijgen worden de steden uitge jaagd. Zoo zullen nu in die streken een drie millioen menschen geen pas ontvangefi. Men denke zich dat eens in: drie millioen menschen. Zij worden het land ingejaagd, of naar verre streken gevoerd in „kolo nisaties". Nu, daar zullen zij allicht den dood vinden, maar niemand wordt er iets van gewaar. Stel, dat wij nu hier in ons land de kwestie ook zoo oplosten. Dat de regeering bepaalde: er zijn te veel menschen in de groote steden. Het aantal monden wordt te groot voor den kleinen voedselvoorraad. Wij bepalen dus, dat alle menschen een pas moeten hebben. Wij deelen aan de werkloozen echter geen pas uit. Of ook niet aan alle menschen, die tot een oppo sitiepartij behooren. Zij moeten de steden dus verlaten. Waarheen? Wij hebben er geen ruimte voor zooals in Rusland. Maar indien dit zoo ware, wat zou men dan zeggen? Maar als zij zelve baas worden, lossen toe gedaan heeft. Van haar kant was er totaal van geen liefde sprake, maar alleen het feit, dat iemand haar tot vrouw be geerde, vertelde haar, dat ze niet langer een kind is. Ze hield veel van Alick, maar niet als toekomstig echtgenoot! Hij is niet de man voor haar. Ik wilde zeg gen, dat hij te oud is maar alles wel beschouwd kan mijnheer Warrendale niet veel jonger zijn." „Wat heeft mijnheer Warrendale er mee te maken, Maud. Je spreekt in raad selen", zeide Joan gejaagd. „Is het mogelijk, dat je niets hebt ge merkt van de gevoelens, die tusschen Ruby en Arthur zijn opgebloeid? Ik ge loof, dat ze reeds den eersten avond van elkaar zijn gaan houden, toen hij kwam thee drinken, en jij bij je schoonzuster was. Het kwam van weerskanten; we zagen het allemaal en Laura sprak uit, wat ze dacht, toen we wat later samen op onze kamer waren, maar ik zei haar, dat ze vooreerst tegen niemand er over mocht spreken, zelfs niet tegen mij. Mijn lieve Joan, wat scheelt er aan?" Want Joan was de bibliotheek weer binnengegaan en zonk bleek en trillend in den stoel, die bet dichtst bij het raam stond. „Het i~wjJt me zoo", bracht ze er met moeite uit „ik kan het niet begrijpenl Het kan niet waar zijn o, het kan niet waar zijn. Jullie moet je vergissen!" „Ik geloof niet, dat zulks hst geval ia, Maar lieve, ik van mijn kant kan me Ingezonden MadadsalInQ. Smeer de pijnlijke plek licht in met Sloan's Liniment. Het dringt onmiddellijk door, verspreidt een tintelende warmte door de ge wrichten en spieren, en verdrijft de pijn en gevoeligheid. Sloan's is een zegen voor athleten, arbeiders in de open lucht, en alle nog heden een Sacon aan. Gebruik het bij Rheossatials, Lcndejicht, Ischias, Verkoud heden op de Borst, Ver stuikingen, Kneuzingen. zij de moeilijkheden op zoo onmenschelijk wreeds wijze op. En toch zijn er nog menschen, die mee- nen, dat het communisme heil zal brengen. De mijnheer met depels- j a s. Naar aanleiding van een advertentie van 'n Bank te Utrecht, waarbij op gemak kelijke voorwaarden en tegen billijke ren te geld werd aangeboden, had een inwoner van Beilen inlichtingen verzocht. Al spoedig verscheen een deftig heer, die de gevraagde som zoo goed als toe zegde, doch alleen te kennen gaf dat eerst eenige formaliteiten moesten worden ver vuld alvorens het geld kon worden uit betaald. De kosten hiervan bedroegen f 20 en deze moesten vooruit worden voldaan. De Beilenaar geloofde het verhaal, betaal de f 20 en de vriendelijke mijnheer ver trok, maar het beloofde geld kwam niet. De aanvrager begreep, dat hij er inge vlogen was en vertelde het geval aan een familielid. Deze wist raad. Hij schreef naar de bank, dat hij een zeker bedrag van baar leenen wilde en bet duurde niet lang, of ook hij kreeg 'n pelsjas op bezoek, waarin een deftig heer, die bijna zeker wist dat het geld wel door de bank ver strekt zou worden, alleener moest voor onkosten enz. eerst f 25 betaald wor den. De .aanvrager zeide hiertegen geen be zwaar te hebben, maar verzocht eerst even naar de soliditeit der bank te mogen vernemen. Daartegen had de mijnheer in de pelsjas geen bezwaar want de bank was solide en vele notarissen en banken von den de bank prima, prima. De aanvrager verzocht daarom een no taris of bank te noemen, maar „mijnheer" begon lont te ruiken en zweeg in alle talen. Maar .de aanvrager wilde nu op eigen gelegenheid wel informeeren en de bank- firma, die hij opbelde, gaf te kennen, dat het vast en zeker oplichters waren en de Bank in Utrecht niet bekend was. Mijnheer kreeg nu plotseling haast en moest beslist nog een trein hebben, maar toen had hij buiten den waard, in casu den „aanvrager", gerekend, want toen verscheen ook aanvrager nr 1 ten tooneele en vroeg zijn f20 terug. Een onderzoek van mijnheer's portemonnaie en porte feuille leverde ongelukkigerwijs niets op en daarom werd mijnheer genoodzaakt een telegrafische postwissel van f 20 te vra gen bij zijn bank. Maar daar was men Oost-Indisch doof. De „bank" dacht klaar blijkelijk, dat mijnheer zich er zelf maar uit moest redden. Het eind van het lied was, dat mijnheer zijn pelsjas, actetasch en horloge moest achterlaten als pand. Hij maakte wel bezwaar, zijn pelsjas ach ter te laten, want het was zoo koud en zijn vrouw zou wel boos zijn, als hij zonder pelsjas terug kwam. Maar de „aanvra gers" zeiden, dat mijnheer dan maar hard moest loopen naar het station om warm te worden en aan zijn vrouw moest vertellen, dat er in Beilen een paar men- 't Is wel jammer dat het pogen van den heer Beumer als woordvoerder van de Antirevolutionaire Kamerfractie, om den onnoodigen, soms hatelijken en nog vrij kostbaren stemplicht af te schaffen, niet is gelukt. Er scheen een goede kans te zijn dat wat vroeger mislukte, ditmaal zou sla gen. De soc.-democraten betuigden hunne in stemming. De vrijz.-democraten hadden dat reeds vroeger gedaan. En de regee ring, hoewel zij niet zelf een voorstel deed, verklaarde tegen de afschaffing niet onsympathiek te staan. De overtuigende verdediging van het voorstel door Dr Beumer mocht echter niet baten. De vrijz.-democraten stemden ditmaal tegen en de Staatk. Geref. afgevaardig den, die zoo goed tegen de stemplicht kunnen spreken, bleven toen het op daden aankwam thuis. Niet alleen de heer van Dis, die ongesteld was, maar ook de heeren Kersten en Zandt. Zij steunden het voorstel niet en zij stemden er ook niet voor. Wel een zonderlinge houding van man nen die zoo sterk zijn in het critiseeren. OPMERKER. Ingeval van een onwelriekenden adem moet men flink gorgelen met het goede Ghlorodont-mondwater. Een proef over tuigt. Per flacon 90 cent. (Adv.) schen woonden, die nog gladder waren dan hij. Uit de papieren in de actetasch bleek, dat er heel wat slachtoffers gemaakt war ren, die >ook voor „onkosten" een bedrag moesten betalen, doch zij konden nu tijdig gewaarschuwd worden. De achtergelaten panden werden bij den burgemeester van Beilen gedeponeerd, die proces-verbaal liet opmaken. Deze vos is zijn haren voorloopig kwijt, zijn stre ken waarschijnlijk niet. Men zij gewaarschuwdl! i Verduistering. Gisternacht heeft zich bij de politie te Den Haag aan gemeld een 26-jarige kantoorbediende uit Boskoop, die verklaarde in den loop van den laatsten tijd omstreeks f 3200 te heb ben verduisterd ten nadeele van de Rot- terdamsche Bankvereeniging te Bos koop. Hij is in bewaring gesteld. Doodelijk ongeval. Gisteroch tend is op den straatweg onder Dronrijp een ongeluk met doodelijken afloop ge beurd. Een wielrijder zou bij het passee- ren van twee auto's uit voorzichtigheid van zijn fiets stappen. Dit is echter zijn ongeluk geworden, daar hij door de glad heid van den weg kwam te vallen. De be stuurder van den auto, die hem achterop reed, kon een aanrijding niet meer voor komen. Een dokter kon slechts den dood vaststellen. Het slachtoffer was de heer J. Fokkema, colporteur van het Dorus Rijkersfonds te Leeuwarden. Ingezonden Mededeeling. niet begrijpen, waarom de gedachte aan een verbintenis tusschen die twee je zoo van streek maakt! Het komt me zoo voor, dat mijnheer Warrendale niet alleen is, wat de wereld een goede partij noemt; maar dat hij een jonge man is, aan wie elke goede moeder graag haar doch ter zou toevertrouwen. Ik wil je wel zeg gen, als Laura het meisje zijner keuze was geweest, dan zou ik God gedankt hebben. Maar Laura had natuurlijk wei nig kans, vooral daar hij Ruby het eerst ontmoette. Een schoonheid als Ruby ont moet men maar eens of twee maal in zijn leven." „Ik ben perplex, Maud, totaal perplex en dat te meer, daar ik me nu wel woor den en blikken herinner, die me eerder op het denkbeeld hadden kunnen brengen. Maar toch toch het kan niet waar zijn, geloof ik. Maud, ik wil je in ver trouwen vertellen, dat Arthur Warren dale verloofd is." „Is dat heusch waar? Waarom wordt daar dan niet openlijk over gesproken? Ik zou gedacht hebben, dat Arthur even vrij was als Ruby, toen hij voor het eerst onder ons kwam. Maar jij weet natuurlijk wel, wat je zegt. Geen wonder, dat je erg schrok! dat lieve, onschuldige kind, dat ze nu juist haar liefdevol hartje moest schenken aan iemand, die haar zoo wei- er voor in ruil kan bieden." „Maud, je maakt me nog gekl Ruby, mijn kleine Ruby van Arthur Warren- daele houden! O God, maak dat het een vergissing is een verschrikkelijke dwa ling van ons." „God gave, dat het zoo was, Joan, maar dat i s helaas niet zoo. Laat ons niet blind zijn voor de feiten, daarmee kunnen we niets winnen, al zou Ruby's levensgeluk er mee op het spel staan!" „Zeg me ronduit, ben je er zoo zeker van dat Ruby van hem houdt?" „Zoo zeker als iets! Wees niet boos, Joan! want ieder kan zien, dat haar ge voelens door Arthur beantwoord worden. Af en toe heeft hij vrij duidelijk laten mer ken, hoe het met hem gesteld was, en het is geen wonder, dat Ruby's hart daardoor ontwaakt is. O, Joan, heb je dan nooit zelf van iemand gehouden al was bet dan geen groote liefde? Heb je er dan heusch geen besef van, hoe zich dat alle maal ontwikkelt? Twee onbekenden ont moeten elkaar, en van het eerste oogen blik af zijn ze geen vreemden meer. Zij verstaan elkander, ze lezen eikaars ziel, als een wonderlijk, maar voor hen ge opend boek. Een enkel woord zegt voor hen boekdeelen. Zelfs nu, na al die jaren, herinner ik me precies, hoe ik Laura's va der voor het eerst ontmoette. Punt voor punt, tot zelfs de meest onbeduidende voorvallen en woorden, die we wisselden, kan ik me nog voor den geest halen als ware het gisteren. Het verleden is onlos makelijk aan het heden gekoppeld. Maar weet je dan zoo zeker, dat Arthur War rendale zich reeds verbonden heeft?" (Wordt yervdgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5