DEZEEDW
Pijnlijke Spieren?
SLOAN S liniment mw
tweede blad.
het adres
a. wilking
vraagtSPOOR'/gestampte MUISJES
WaTeTdeze week voorviel
JOAN CARISBROKE
Gemengd Nieuws.
Zoeklichtjes.
Brieven uit Middelburg.
FE U ILLET ON
VAN
7 A TERDAG 4 FEBR. 1933, Nr 108.
Het zijn zeker de hoogst belangrijke
gebeurtenissen in Duitschland, die het
eerst en het meest de aandacht trekken.
Von Schleicher van het tooneel verdwe
nen, Hitier Rijkskanselier, de Rijksdag
ontbonden, krachtige maatregelen tegen
de communisten en nieuwe verkiezingen
op 5 Maart. Ziedaar de nuchtere feiten.
Het heeft weinig zin meer om stil te
staan bij de vraag, waarom aan het be
wind van Von Schleicher zoo spoedig een
eind kwam en welke duistere rol de be
kende Von Papen, de intimus van Von
Hindenburg, binnenskamers heeft ge
speeld. Het feit is er nu eenmaal.
Voor den vorm heeft Hitier het Cen
trum gepoogd bij de combinatie: natio-
naal-socialisten-Duitsch-nationalen te krij
gen, maar tijd voor een rustige corres
pondentie had hij niet. Eén-twee-drie
moest de Rijksdag worden ontbonden. Hij
weet heel goed, dat spoedige verkiezingen
in zijn voordeel zijn. Hij zal wel trachten
om een Mussolini-regime in Duitschland
te vestigen. Of dat mogelijk is en hoe lang
dat duren zal, is een andere vraag.
De regeering-Hitier beschikt over een
geweldig apparaat, niet het minst over
de radio, om een als het ware ongebrei
delde propaganda voor haar beginselen
te maken. De tegenstanders der regeering
hebben weinig kans om van deze midde
len gebruik te kunnen maken, terwijl het
nieuwste regiem ook niet blijkt te aarze
len om zijn gevaarlijksten vijand, het
communisme in eigen Heim aan te tasten.
Het spookt nu reeds in Duitschland.
Wat zal het straks worden?
Voor ons land belooft het nieuwe be
wind weinig goeds. Naar alle waarschijn
lijkheid zal het zoover mogelijk in de rich
ting van autarchie gaan en daarvan heeft
onze land- en tuinbouw niets dan kwaad
te vreezen.
Ook Frankrijk heeft weer een nieuw
kabinet gekregen. Dat is voor Frankrijk
allerminst iets bijzonders. Men kan daar
per jaar heel wat ministeries aan.
In Ierland hebben de verkiezingen tot
een groote overwinning geleid van de Va
lera, wat wel niet naar den zin van de
regeering te Londen zal zijn De verhou
ding tusschen Engeland en Ierland zal er
allicht niet beter op worden.
Onze Tweede Kamer is haar arbeid
weer begonnen. De wijziging der Kieswet
kreeg reeds haar beslag (de R. K. en de
S. D. A. P. wisten een amendement aan
genomen te krijgen, dat vooral groote par
tijen aanzienlijke voordeelen zal brengen),
terwijl ze ook in behandeling nam het
wetsontwerp tot opheffing van verschil
lende rechtbanken en kantongerechten.
In Middelburg (dat, als de geruchten
juist blijken te zijn, een A. R. burgemees
ter krijgt) kwam de Gemeenteraad na
drie en twintig uur er over gepraat te
hebben, eindelijk klaar met de behande
ling der gemeentebegrooting voor 1933.
De financieele vooruitzichten voor onze
Zeeuwsche hoofdstad zijn somberder dan
CXLVI.
Amice,
In onzen laatsten brief onderstelden
wij dat Middelburg's gemeentebegrooting
op Vrijdag 27 Jan. 1.1. wel zou zijn afge
handeld. Dit nu is gebleken niet het ge
val te zijn geweest; zelfs de meest be
langrijke punten moesten tot 1 Febr. d.a.v.
worden uitgesteld. We hopen nu dat het
op laatstgenoemden dag gelukt zal zijn het
met de begrooting tot een goed einde te
brengen, ofschoon we daaraan nog eenigs-
zins twijfelen.
De beide dagbladen, die hun verslagge
vers naar de vergadering zenden, toonden
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
120.) _o—
„Je hebt gelijk", antwoordde Maud op
gewekt en ze rolde haar werk op en leg
de het in haar naaimandje. „Zullen we
n°g vijf minuten naar buiten gaan, voor
het huis wordt gesloten?" En de daad
hij het woord voegend, ging ze naar haar
vriendin toe, die op de bovenste trede
van het trapje stond, dat naar den tuin
leidde. Aan den anderen kant van het
grasveld zagen ze twee figuren en Joan
trachtte de duisternis te doorboren, die
te donkerder scheen door den helderen
schijn achter haar. ^.Daar staan twee
van de meisjes", zei ze nog wat zenuw-
achtig, „maar ik kan niet onderscheiden
wie het zijn."
„Het zijn Laura en Mademoiselle", ant-
oordde mevrouw Carke. „Mademoiselle
is veel langer dan Ruby en ik herken
aur& aan ^aar fladderende shawl."
„Waar zou Ruby dan zijn?"
laat waarschijnlijk mijnheer War
rendale uit."
.."Maud, wat bedoel je?" Uit haar toon
k, hoe die woorden haar opschrikten.
,y^*°uw Clarke gaf niet onmiddellijk
oord en Jotó vroeg weer; „Wat i«
in hun overzichten zich orver het verloop
dier sessies niet al te zeer tevreden. Nu
is dit, uit het oogpunt dier dagbladredac
teuren en verslaggevers, alleszins te ver
staan. Men moet er slechts eens toe ver
oordeeld zijn op al de stroomen der wel
sprekendheid te moeten meedrijven. Ach
teraf op zijn gemak een beschouwing over
het gesprokene en gebeurde neer te schrij
ven is gemakkelijk, zelfs behagelijk; doch
op pennevleugelen in den woordenvloed en
woordenorkaan mee te suizelen is niet
alles en ook niet ieders werk. De gevol
gen dezer moeilijkheid blijven dan ook
soms niet uit en het valt den sprekers wel
eens moeilijk in het verslag wat er gespro
ken werd op de juiste wijze terug te vin
den, al zij hier dadelijk bijgevoegd, dat de
verslaggever van ons blad hierop een al
lergunstigste uitzondering maakt. Grif
worde toegegeven, dat de omvang van het
gesprokene wel eens omgekeerd evenre
dig is aan de belangrijkheid daarvan,
alsmede aan het bereikte resultaat. Doch
dit was reeds het geval in de dagen van
Jacob Cats en sinds dien tijd is de wereld
ook in dit opzicht nog niet veel verbeterd.
Doel van al de min of meer bespraakte
heeren is toob voorzeker het belang van
Middelburg. En als men ziet dat dit be
lang in 't nauw komt en een dreigende
zwarte wolk zicb over Middelburg's hori
zont uitspreidt, zoo is het toch ook wel
weer verklaarbaar, dat een iegelijk zicb
benaarstigt feilen aan te geven en den
weg ter ontkoming zoo goed mogelijk aan
te wijzen.
We spraken daar van het belang van
Middelburg. Een ieder ziet dat op z ij n e
wijze. Toen op den eersten begrootingsdag
aanvankelijk alles een rustig verloop bad,
kwam de heer Paul weer een stormpje
aanblazen. Die Metellus heeft toch wat op
zijn geweten! In een blaadje, waarvan we
den laatsten tijd niets bespeuren, doch
waarvan we toch gelooven, dat het slechts
schijndood is, schrijven ook raadsleden,
zonder hun naam er onder te plaatsen
of zelfs een pseudoniem te gebruiken. Het
schijnt geoorloofd te zijn in de „Volks-
strijid" ongemakkelijk van leer te trek
ken en persoonlijk te worden, doch als
Metellus, tot recht verstand van zaken en
toestanden, eens iemand met naam en toe
naam noemt en een zijner handelingen
critiseert, dan is Leiden in last. Dan
spreekt men van „karakteraanranding",
al is dit zelfs niet gepoogd; dan wordt de
Redactie vriendelijk in overweging gege
ven haar kolommen voortaan voor zulk
een snoodaard te sluiten, omdat haar
eigen belang er niet door gediend wordt
dan gaat men, als het herkauwend ge
dierte, telkens weer hetzelfde weideveld
afgrazen. En dit is toch allerminst ver
standig. Getuige de langdurige debatten
is er toch andere, belangrijker stof te
over. We zullen maar denken; Ieder dier
tje heeft zijn pleiziertje en rustig op den
ingeslagen weg voortgaan, rustig te mid
den der woedende baren.
Zoo had de heer Paul al weer opge
merkt, dat het karakter van den nieuwen
wethouder was aangerand en ook de
waarnemende burgemeester grievend was
bejegend. Als bewijs voor dit laatste moest
dienen een in deze brieven opgeworpen
idee, dat de Commissaris der Koningin
van zijn recht zou gebruik maken, om, als
de burgemeestersbenoeming al te lang uit
bleef, een waarn. burgemeester te benoe
men. Zou dit, nu zoo langen tijd op die
burgemeestersbenoeming gewacht wordt,
niet gewenscht zijn geweest? Het Dage-
lijksch Bestuur ware dan voltallig ge
weest; het had meer gezag gehad, «meer
kennis en vooral meer vertrouwen
bezeten en tijdens de debatten met meer
succes van zich af kunnen spreken. En
wat den nieuwen wethouder betreft, die
gedwongen werd zijn benoeming slechts
voorwaardelijk te,accepteeren en een hou
ding aan te nemen, waarbij de achting
voor zichzelf niet tot volle uitdrukking
kan komen want wie beeft nu lust en
kele weken als plaatsvervanger en waar
nemer te fungeeren, als hij als vast wet
houder wordt gekozen? het ware hem
bespaard gebleven om, met zekere em-
phase, de plechtige verklaring af te leggen,
0 Wat is men toch bezorgd over het
lot van ons blad!
er Maud? Waarom spreek je niet?"
„Mijn lieve Joan, ik was bang, dat het
je boos zou maken en ik heb Laura een
standje gegeven voor iets, dat ze zich gis
teravond liet ontvallen; maar ik dacht
we dachten allemaal dat je het wel
moest hebben gemerkt."
„Wat hebben gemerkt? Wat ben je ge
heimzinnig! En waarover moet ik boos
zijn?"
„Ik geloof niet, dat je er boos over hoeft
te zijnl Ik zou het niet zijn, als het mijn
eigen Laura was, ofschoon ik moet toe
geven, dat het me wel een oogenblik pijn
zou doen, te weten, dat ze het mooiste en
beste in zich aan een ander had geschon
ken. Moeders vinden het nooit prettig, als
haar dochters haar willen verlaten. Maar
toch moet het er van komen en je hebt
toch zeker niet verwacht, dat je een meis
je als Ruby lang bij je zou mogen hou
den!"
„Maud, ik begrijp je werkelijk niet. Wie
wil me Ruby ontnemen? Je wilt toch
zeker niet zeggen, dat Arthur dat mijn
heer Warrendale dat hij van het kind
houdt als..."
Dat wil ik wel degelijk zeggen, beste
Joan; jij wilt Ruby maar met alle ge
weld een „kind" noemen en meisjes
van haar leeftijd zijn gewoonlijk nog kin
deren, dat geef ik toe maar het komt
me zoo voor, dat Ruby plotseling de kin
derschoenen is ontwassen.
Ik denk, dat het aanzoek van mijnheer
Macdonald daar een heeleboel aan af en
dat hij bij de voorwaardelijke aanneming
zijner wethoudersbenoeming, ten volle
overtuigd was de belangen der linkerzijde
te hebben gediend. Toen daarop een zijner
collega's de voor de hand liggende opmer
king maakte, dat, al mocht dit juist zijn,
h'et nog allerminst inhield, dat de nieu
we wethouder ook de belangen van Mid
delburg's g e h e e 1 e burgerij diende en
deze geheele zaak droop van politiek, volg
de daarna de verzekering dat, (niet
al te bescheiden) het dienen van de be
langen der linkerzijde vanzelf het dienen
der belangen van geheel Middelburg in
sloot. Wat natuurlijk moet worden be
wezen!
Intusschen is tijdens de behandeling der
begrooting nog al een enkel drupje water
in den linkschen wijn gedaan, 't Voor
naamste is wel dat besloten is, en B. en
W. legden rich daarbij neer nog wel
op voorstel van een 1 i n k s c h raadslid
dat het verificatiebureau der Vereen, van
Nederl. Gemeenten zal worden uitgenoo-
digd de gestie van gemeentebestuur en ge
meentelijke instellingen eens te onderzoe
ken en na te gaan of daarin reorganisatie,
met bezuiniging als gevolg daarvan, moge
lijk is, zulks met indiening van een rap
port binnen een half jaar. De stem van
den heer P a u 1, die al weer meende hier
in een bewijs van wantrouwen tegenover
B. en W. te zien, bleef als die eens roe
penden in de woestijn.
Met een beschouwing over de gemeente
begrooting willen we liever wachten tot
deze geheel is afgehandeld.
Vriendschappelijk groetend
t.t.
METELLUS.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
HOE DE COMMUNIST DE SOCIALE
KWESTIE OPLOST.
De communistische regeering in Rus
land, zegt de N. Pr. Gr. Gt., heeft het zeer
zwaar. Door haar veel besproken plan
beeft zij het reeds geschokte economische
leven heelemaal in de war gebracht. Er is
veel te weinig voedsel. Er wordt in Rus
land een vreeselijke honger geleden.
De regeering zorgt nu vóór alles voor
haar eigen veiligheid. Zij wil inzonderheid
in de groote steden geen last hebben van
te veel monden. Wat doet zij dus? Zij
schrijft voor, dat in bepaalde streken
b.v. in bet district Moskou alle men-
schen een pas moeten hebben en zij die
geen pas krijgen worden de steden uitge
jaagd.
Zoo zullen nu in die streken een drie
millioen menschen geen pas ontvangefi.
Men denke zich dat eens in: drie millioen
menschen. Zij worden het land ingejaagd,
of naar verre streken gevoerd in „kolo
nisaties". Nu, daar zullen zij allicht den
dood vinden, maar niemand wordt er iets
van gewaar.
Stel, dat wij nu hier in ons land de
kwestie ook zoo oplosten.
Dat de regeering bepaalde: er zijn te
veel menschen in de groote steden. Het
aantal monden wordt te groot voor den
kleinen voedselvoorraad.
Wij bepalen dus, dat alle menschen een
pas moeten hebben. Wij deelen aan de
werkloozen echter geen pas uit. Of ook
niet aan alle menschen, die tot een oppo
sitiepartij behooren. Zij moeten de steden
dus verlaten. Waarheen? Wij hebben er
geen ruimte voor zooals in Rusland. Maar
indien dit zoo ware, wat zou men dan
zeggen?
Maar als zij zelve baas worden, lossen
toe gedaan heeft. Van haar kant was er
totaal van geen liefde sprake, maar alleen
het feit, dat iemand haar tot vrouw be
geerde, vertelde haar, dat ze niet langer
een kind is. Ze hield veel van Alick,
maar niet als toekomstig echtgenoot! Hij
is niet de man voor haar. Ik wilde zeg
gen, dat hij te oud is maar alles wel
beschouwd kan mijnheer Warrendale niet
veel jonger zijn."
„Wat heeft mijnheer Warrendale er
mee te maken, Maud. Je spreekt in raad
selen", zeide Joan gejaagd.
„Is het mogelijk, dat je niets hebt ge
merkt van de gevoelens, die tusschen
Ruby en Arthur zijn opgebloeid? Ik ge
loof, dat ze reeds den eersten avond van
elkaar zijn gaan houden, toen hij kwam
thee drinken, en jij bij je schoonzuster
was. Het kwam van weerskanten; we
zagen het allemaal en Laura sprak uit,
wat ze dacht, toen we wat later samen op
onze kamer waren, maar ik zei haar,
dat ze vooreerst tegen niemand er over
mocht spreken, zelfs niet tegen mij. Mijn
lieve Joan, wat scheelt er aan?"
Want Joan was de bibliotheek weer
binnengegaan en zonk bleek en trillend
in den stoel, die bet dichtst bij het raam
stond. „Het i~wjJt me zoo", bracht ze
er met moeite uit „ik kan het niet
begrijpenl Het kan niet waar zijn o,
het kan niet waar zijn. Jullie moet je
vergissen!"
„Ik geloof niet, dat zulks hst geval
ia, Maar lieve, ik van mijn kant kan me
Ingezonden MadadsalInQ.
Smeer de pijnlijke plek licht in
met Sloan's Liniment. Het dringt
onmiddellijk door, verspreidt een
tintelende warmte door de ge
wrichten en spieren, en verdrijft
de pijn en gevoeligheid. Sloan's
is een zegen voor athleten,
arbeiders in de open lucht, en alle
nog heden een Sacon aan.
Gebruik het bij Rheossatials,
Lcndejicht, Ischias, Verkoud
heden op de Borst, Ver
stuikingen, Kneuzingen.
zij de moeilijkheden op zoo onmenschelijk
wreeds wijze op.
En toch zijn er nog menschen, die mee-
nen, dat het communisme heil zal brengen.
De mijnheer met depels-
j a s. Naar aanleiding van een advertentie
van 'n Bank te Utrecht, waarbij op gemak
kelijke voorwaarden en tegen billijke ren
te geld werd aangeboden, had een inwoner
van Beilen inlichtingen verzocht.
Al spoedig verscheen een deftig heer,
die de gevraagde som zoo goed als toe
zegde, doch alleen te kennen gaf dat eerst
eenige formaliteiten moesten worden ver
vuld alvorens het geld kon worden uit
betaald. De kosten hiervan bedroegen f 20
en deze moesten vooruit worden voldaan.
De Beilenaar geloofde het verhaal, betaal
de f 20 en de vriendelijke mijnheer ver
trok, maar het beloofde geld kwam niet.
De aanvrager begreep, dat hij er inge
vlogen was en vertelde het geval aan een
familielid. Deze wist raad. Hij schreef
naar de bank, dat hij een zeker bedrag
van baar leenen wilde en bet duurde niet
lang, of ook hij kreeg 'n pelsjas op bezoek,
waarin een deftig heer, die bijna zeker
wist dat het geld wel door de bank ver
strekt zou worden, alleener moest
voor onkosten enz. eerst f 25 betaald wor
den.
De .aanvrager zeide hiertegen geen be
zwaar te hebben, maar verzocht eerst
even naar de soliditeit der bank te mogen
vernemen. Daartegen had de mijnheer in
de pelsjas geen bezwaar want de bank was
solide en vele notarissen en banken von
den de bank prima, prima.
De aanvrager verzocht daarom een no
taris of bank te noemen, maar „mijnheer"
begon lont te ruiken en zweeg in alle talen.
Maar .de aanvrager wilde nu op eigen
gelegenheid wel informeeren en de bank-
firma, die hij opbelde, gaf te kennen, dat
het vast en zeker oplichters waren
en de Bank in Utrecht niet bekend was.
Mijnheer kreeg nu plotseling haast en
moest beslist nog een trein hebben, maar
toen had hij buiten den waard, in casu
den „aanvrager", gerekend, want toen
verscheen ook aanvrager nr 1 ten tooneele
en vroeg zijn f20 terug. Een onderzoek
van mijnheer's portemonnaie en porte
feuille leverde ongelukkigerwijs niets op
en daarom werd mijnheer genoodzaakt
een telegrafische postwissel van f 20 te vra
gen bij zijn bank. Maar daar was men
Oost-Indisch doof. De „bank" dacht klaar
blijkelijk, dat mijnheer zich er zelf maar
uit moest redden. Het eind van het lied
was, dat mijnheer zijn pelsjas, actetasch
en horloge moest achterlaten als pand.
Hij maakte wel bezwaar, zijn pelsjas ach
ter te laten, want het was zoo koud en zijn
vrouw zou wel boos zijn, als hij zonder
pelsjas terug kwam. Maar de „aanvra
gers" zeiden, dat mijnheer dan maar
hard moest loopen naar het station om
warm te worden en aan zijn vrouw moest
vertellen, dat er in Beilen een paar men-
't Is wel jammer dat het pogen van den
heer Beumer als woordvoerder van de
Antirevolutionaire Kamerfractie, om den
onnoodigen, soms hatelijken en nog vrij
kostbaren stemplicht af te schaffen, niet
is gelukt.
Er scheen een goede kans te zijn dat
wat vroeger mislukte, ditmaal zou sla
gen.
De soc.-democraten betuigden hunne in
stemming. De vrijz.-democraten hadden
dat reeds vroeger gedaan. En de regee
ring, hoewel zij niet zelf een voorstel
deed, verklaarde tegen de afschaffing
niet onsympathiek te staan.
De overtuigende verdediging van het
voorstel door Dr Beumer mocht echter
niet baten.
De vrijz.-democraten stemden ditmaal
tegen en de Staatk. Geref. afgevaardig
den, die zoo goed tegen de stemplicht
kunnen spreken, bleven toen het op
daden aankwam thuis. Niet alleen de
heer van Dis, die ongesteld was, maar
ook de heeren Kersten en Zandt.
Zij steunden het voorstel niet en zij
stemden er ook niet voor.
Wel een zonderlinge houding van man
nen die zoo sterk zijn in het critiseeren.
OPMERKER.
Ingeval van een onwelriekenden adem
moet men flink gorgelen met het goede
Ghlorodont-mondwater. Een proef over
tuigt. Per flacon 90 cent. (Adv.)
schen woonden, die nog gladder waren
dan hij.
Uit de papieren in de actetasch bleek,
dat er heel wat slachtoffers gemaakt war
ren, die >ook voor „onkosten" een bedrag
moesten betalen, doch zij konden nu tijdig
gewaarschuwd worden.
De achtergelaten panden werden bij
den burgemeester van Beilen gedeponeerd,
die proces-verbaal liet opmaken. Deze vos
is zijn haren voorloopig kwijt, zijn stre
ken waarschijnlijk niet.
Men zij gewaarschuwdl!
i Verduistering. Gisternacht
heeft zich bij de politie te Den Haag aan
gemeld een 26-jarige kantoorbediende uit
Boskoop, die verklaarde in den loop van
den laatsten tijd omstreeks f 3200 te heb
ben verduisterd ten nadeele van de Rot-
terdamsche Bankvereeniging te Bos
koop. Hij is in bewaring gesteld.
Doodelijk ongeval. Gisteroch
tend is op den straatweg onder Dronrijp
een ongeluk met doodelijken afloop ge
beurd. Een wielrijder zou bij het passee-
ren van twee auto's uit voorzichtigheid
van zijn fiets stappen. Dit is echter zijn
ongeluk geworden, daar hij door de glad
heid van den weg kwam te vallen. De be
stuurder van den auto, die hem achterop
reed, kon een aanrijding niet meer voor
komen. Een dokter kon slechts den dood
vaststellen. Het slachtoffer was de heer
J. Fokkema, colporteur van het Dorus
Rijkersfonds te Leeuwarden.
Ingezonden Mededeeling.
niet begrijpen, waarom de gedachte aan
een verbintenis tusschen die twee je zoo
van streek maakt! Het komt me zoo
voor, dat mijnheer Warrendale niet alleen
is, wat de wereld een goede partij noemt;
maar dat hij een jonge man is, aan
wie elke goede moeder graag haar doch
ter zou toevertrouwen. Ik wil je wel zeg
gen, als Laura het meisje zijner keuze
was geweest, dan zou ik God gedankt
hebben. Maar Laura had natuurlijk wei
nig kans, vooral daar hij Ruby het eerst
ontmoette. Een schoonheid als Ruby ont
moet men maar eens of twee maal in
zijn leven."
„Ik ben perplex, Maud, totaal perplex
en dat te meer, daar ik me nu wel woor
den en blikken herinner, die me eerder
op het denkbeeld hadden kunnen brengen.
Maar toch toch het kan niet waar
zijn, geloof ik. Maud, ik wil je in ver
trouwen vertellen, dat Arthur Warren
dale verloofd is."
„Is dat heusch waar? Waarom wordt
daar dan niet openlijk over gesproken?
Ik zou gedacht hebben, dat Arthur even
vrij was als Ruby, toen hij voor het eerst
onder ons kwam. Maar jij weet natuurlijk
wel, wat je zegt. Geen wonder, dat je
erg schrok! dat lieve, onschuldige kind,
dat ze nu juist haar liefdevol hartje moest
schenken aan iemand, die haar zoo wei-
er voor in ruil kan bieden."
„Maud, je maakt me nog gekl Ruby,
mijn kleine Ruby van Arthur Warren-
daele houden! O God, maak dat het een
vergissing is een verschrikkelijke dwa
ling van ons."
„God gave, dat het zoo was, Joan, maar
dat i s helaas niet zoo. Laat ons niet blind
zijn voor de feiten, daarmee kunnen we
niets winnen, al zou Ruby's levensgeluk
er mee op het spel staan!"
„Zeg me ronduit, ben je er zoo zeker
van dat Ruby van hem houdt?"
„Zoo zeker als iets! Wees niet boos,
Joan! want ieder kan zien, dat haar ge
voelens door Arthur beantwoord worden.
Af en toe heeft hij vrij duidelijk laten mer
ken, hoe het met hem gesteld was, en het
is geen wonder, dat Ruby's hart daardoor
ontwaakt is. O, Joan, heb je dan nooit
zelf van iemand gehouden al was bet
dan geen groote liefde? Heb je er dan
heusch geen besef van, hoe zich dat alle
maal ontwikkelt? Twee onbekenden ont
moeten elkaar, en van het eerste oogen
blik af zijn ze geen vreemden meer. Zij
verstaan elkander, ze lezen eikaars ziel,
als een wonderlijk, maar voor hen ge
opend boek. Een enkel woord zegt voor
hen boekdeelen. Zelfs nu, na al die jaren,
herinner ik me precies, hoe ik Laura's va
der voor het eerst ontmoette. Punt voor
punt, tot zelfs de meest onbeduidende
voorvallen en woorden, die we wisselden,
kan ik me nog voor den geest halen als
ware het gisteren. Het verleden is onlos
makelijk aan het heden gekoppeld. Maar
weet je dan zoo zeker, dat Arthur War
rendale zich reeds verbonden heeft?"
(Wordt yervdgd.)