DE ZEEUW TWEEDE BLAD. liii da Provincie. JOAN CARISBROKE Uit de Statenzaal. FEUILLETON. VAN VRIJDAG 6 JANUARI 1933, Nr 83. - De zitting van gisteren werd door den Commissaris der Koningin geopend met een hartelijken NieuwjAarswensch voor de Statenleden en hun gezinnen, waar voor dhr Dumoleijn namens de vergade ring dankte. Het was een kort en sober woord, dat de voorzitter uitsprak, dat in lengte zeker straks wel zal worden over troffen door burgemeesters en voorzitters van Kamers van Koophandel, maar het trof ons weer, dat de Commissaris, als hij een persoonlijk woord spreekt (gelijk ook in de vorige vergadering, toen hij herinnerde aan het hem overkomen on geval) zich zijn Christelijke belijdenis nooit schaamt, maar daarvoor kloek uit komt. Hiervoor is zeker een woord van hulde op zijn plaats. Direct hierna vroegen weer de zake lijke dingen de aandacht. Sommige pun ten der,agenda leverden niet de minste discussie op, andere wat meer en enkele vroegen heel veel tijd. De kwestie der waterschappen in de omgeving van Tho- len b.v. bracht heel wat tongen in be weging. Zwaarwichtig werd geboomd over privaat- en publiek recht en zelfs een Psalmwoord werd er bij te pas ge bracht. Het eind was, dat de door Ged. Staten gewilde wijziging in de reglementen van enkele polders tot stand kwam en de ingelanden van betrokken polders voor taan alle evenveel per H.A. zullen moeten betalen. De afkoop van enkele tollen (als we goed hoorden, zoo ongeveer de laatste) vond geen bestrijding. Evenals de over name van enkele electriciteitsnetten in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het grootste deel van de morgenver gadering ging heen met een debat over de motorveerbooten, waarmee het feitelijk één lijdensgeschiedenis is. De historie met de eerste, de Koningin Wilhelmina, is zeker nog niet vergeten. Daarmee is het ook een vrij langdurig getob geweest. De heer Van Rompu stelde dat gisteren wel heel eenvoudig en on schuldig voor en zei zelfs min of meer uit de hoogte zooals we dat helaas van dezen Gedeputeerde gewoon zijn dat het maar goed was, dat Ged. Staten niet naar die critiek geluisterd hadden, maar al het water, dat langs de Konin gin Wilhelmina spoelt, wascht niet weg, dat de oorspronkelijke raming van deze boot nergens naar leek en met tonnen overschreden moest worden, terwijl er toch enkele malen wijzigingen moesten worden aangebracht, wilde men zonder gevaar voor de passagiers met de boot kunnen varen. We zouden deze oude koe niet uit de sloot gehaald hebben, indien de heer Van Rompu daartoe geen aanleiding had ge geven! Verder liepen er reeds lang geruchten, dat het met de tweede boot, de Prinses Juliana, nog meer misère was. Ieder oogenblik moest ze uit de vaart genomen worden, omdat ze den dienst weigerde. Terwijl de derde, de Prins Hendrik, na haar proefvaart zich niet meer aan een tochtje gewaagd had. Ook hiervan wer den allerlei minder mooie dingen ver teld. Ged. Staten schenen aan het personeel van den Prov. Stoombootdienst verboden te hebben aan derden inlichtingen te geven. Zelfs hoorden we langs onze ooren waaien, dat Ged. Staten aan de Staten leden min of meer hadden verzocht, niet te veel in het openbaar er over te spreken. Alle leden hebben zich echter daaraan niet gehouden. Daardoor zijn we tenminste nog wèt te weten gekomen. De misère met de Prinses Juliana schijnt in de motoren te zitten. Werkspoor heeft echter toegezegd, dat dit in orde komt, zonder dat het de provincie geld kost. Met Prims H®ü!!Ïrik ral ra w niet zoo goedkoop afkomen. Het ral j». vincie f1100 of f 10.000 kosten. We zul len later misschien wel eens hooren, of dit niet te optimistisch is geraamd! Het duurt wel lang het schip ligt al maan den van zijn proefvaart uit te rusten eer men precies weet, wèt er nu aan gebeuren moet! Verschillende Statenleden waren van meening, dat het bureau-Cornelisse, dat de booten had ontworpen, in zijn taak was tekort geschoten. Zelfs werd door de soc.-dem. fractie een motie van afkeuring ingediend, die echter eerst naar Ged. Sta ten om advies gaat. Ook uit andere frac ties kwam er critiek. Men kan de fouten met de eerste boot nog door de vingers zien, maar bij de derde moeten die toch niet meer voorkomen. We kunnen ons tenminste voorstellen, dat een particulier aan een architect, die hem iets dergelijks leverde, het vertrouwen opzegde. Erg gelukkig en overtuigend was de heer Van Rompu in zijn verdediging van het bureau dan ook niet. De heer Van Dusseldorp was eerlijker, gebruikte geen dikke woorden en verklaarde onomwon den, dat inderdaad ook het vertrouwen van Ged. Staten in het bureau is ge schokt geweest, maar dat het zijn repu tatie na een conferentie heeft kunnen handhaven. Een tweede kwestie was de bouw der drie motorveerbooten, waartoe dezen zo mer is besloten. Deze is aan „De Schelde" opgedragen, hoewel ze niet de laagste inschrijfster was. We zijn nu te weten gekomen (al weigerden Ged. Staten de andere inschrijvingssommen mede te deelen), dat na loven en bieden „De Schel de" de booten wilde bouwen voor f 178.000 per stuk, dat is f 3000 meer per boot dan het toegestane crediet. Hoeveel dit meer is dan de laagste inschrijving en tegen welk bedrag wellicht andere inschrijvers wilden bouwen, is natuurlijk niet bekend. Er moest dus geld bij. De gemeente Vlissingen, die ook eerst had toegezegd mee te zullen betalen, schijnt daarvoor van den Minister geen toestemming ge kregen te hebben. Resten dus provincie en Rijk. Nu hoorden we tot onze ver wondering, dat ook het Rijk in dat meer dere bedrag 80 pet. zal bijdragen, wat we van het standpunt van het Rijk moeilijk kunnen begrijpen. De Staten hadden geen bezwaar het meerdere crediet toe te staan, ook al wer den ze maar spaarzaam ingelicht. Een geheel bevredigenden indruk laat ook deze affaire niet achter. Een goede usantie in de maatschappij is toch, dat wanneer men ondernemers uitnoodigt in te schrijven, het werk ook gunt aan den laagsten inschrijver. Na dit gebeurde zou het wel eens kunnen zijn, dat voortaan andere werven de moeite zullen spa ren, in te schrijven, als in Zeeland zulke methoden worden toegepast. In de middagvergadering werd na heel lang praten voor het veer A. J. Polder Stavenisse een subsidie van f2000 toe gezegd (vroeger f5000). Tholenaars en oud-Tholenaars hebben hard gevochten om er f3000 van te maken, maar gezien de houding der betrokken gemeentebe sturen, die voor dezen dienst niets over hadden, voelde de meerderheid daar niets voor. Sterk stonden de Thoolsche leden niet! Dank zij een adres van den ANWB en de KNAC is weer eens een poging ge daan om op het veer BreskensVlissin gen het aantal diensten op Zondag uit te breiden. Op het kantje af is het plan verijdeld. Voor het soc.-dem. voorstel om het aantal Zondagsdiensten van 4 op 6 te brengen was lang geen meerderheid te vinden, maar om het op 5 te brengen, is bijna gelukt. Blijkbaar voelde men er van Prot. Chr, zijde niets voor, om weer een breed Zon dagsdebat te ontketenen. Alleen van Stk. Geref. zijde kwam een sober verzet. Maar de A.-R. en C.-H. fracties zwegen op dit punt. Men kan de linksche (en een deel der R.-K.) heeren blijkbaar niet overtui gen, dat het niet aangaat plezier en genot te willen ten koste van den Zondags- arbeid van anderen. Ook voor de S.D.A.P. telt blijkbaar dit argument niet. Om de laatste boot des avonds wat later te doen vertrekken, daarvoor was wel een meerderheid. Vragen van den heer G. v. Duin omtrent de uitoefe ning van den Prov. Stoom bootdienst op de Ooster en Wester-Schelde. I. Willen Gedeputeerde Staten mee- deelen, of zij al of niet de han delwijze geheel deelen van den Direc teur op den Ooster-Scheldedienst, die aan een 12-tal passagiers waaronder de on- dergeteekende van het s.s. „Luctor et Emergo", dat door het vastraken van een zijner schroeven met een ketting van een boei, in den morgen van den 17en December 1932 even vóór 7 uur, aan het Katsche Veer meerde, nadat deze boot den vorigen avond om 19 uur van ge noemd Veer was vertrokken, geen 5 minu ten daarna, door de duisternis, aan den grond geraakte en niet vlot kwam vóór des nachts ongeveer half 4, vervolgens een 10 minuten heeft gevaren, terwijl het zeer mistig was en daarna bovengenoemd feit plaats vond, geen eerder gelegenheid bood om de onderbroken reis naar Zierikzee voort te zetten, dan door hen des middags te 12.45 uur aan meergenoemd Veer over te doen stappen op de reserve-boot, s.s. „Noord-Beveland'? welke in Vlissingen oplag en aldaar om ongeveer 7.30 uur v.m. werd gewaarschuwd, waardoor genoemde passagiers eerst te 13.45 uur Zierikzee bereikten? II. Vinden Gedep. Staten bij een al of niet ontkennend antwoord op vraag I het in elk geval niet noodzakelijk den Direc teur op den Ooster- of Wester-Schelde- dienst er nadrukkelijk op te wijzen, dat voortaan in een dergelijk nood-geval, alle pogingen in 't werk moeten worden ge steld om door middel van een ander vaar tuig, uit een zoo dicht mogelijk bijzijnde plaats, in de verdere stagnatie van het verkeer te voorzien, zóó dat eenerzijds de passagiers zoo weinig doenlijk last on dervinden van de onderbroken reis en an derzijds zij, die een reis willen aanvangen, in dat voornemen zoo gering mogelijk worden belemmerd en alzoo niet te wach ten op een dusdanige gelegenheid, waar door weliswaar van de Provincie geen financieele offers worden gevorderd, doch het reizend publiek in het algemeen, dat meestal belasting betalende burgers zijn, ten zeerste worden gedupeerd? III. Achten Gedep. Staten het niet alles zins onverantwoordelijk, dat de booten der Provincie in het geheel niet voorzien zijn van eenige inrichting of constellatie, waardoor zij, in geval van nood, verbin ding kunnen krijgen met het vaste land? IV. Willen Gedep. Staten, bij een even tueel juist achten van vraag III overwe gen, in dat euvel, waardoor tal van men- schenlevens op het spel kunnen staan, zoo spoedig mogelijk te voorzien? Antwoord van Gedep. Staten. I. Gedep. Staten kunnen zich geheel ver eenigen met de wijze waarop de Directeur van den Prov. Stoombooljdienst op de Ooster-Schelde in het in de vragen bedoel de geval is opgetreden. Vóór dat de boot in den morgen van den 17den Dec. j.l. aan den steiger te Katsche Veer lag, kon van het ongeval geen kennis gegeven worden aan het personeel op den wal, aangezien uit de bemanning daartoe geen personen konden worden uitgezonden, tengevolge van wind en mist. Toen het schip eenmaal aan den steiger lag, heeft de kapitein zich onmiddellijk met den Directeur in verbin ding gesteld; deze heeft, toen hij vrij spoedig daarop de zekerheid had, dat de dienst om 12 uur met het s.s. „Noord- Beveland" zou kunnen warden hervat, ge meend geen verdere pogingen te moeten doen om de passagiers vóór dat tijdstip nog met een ander schip naar de plaats van bestemming te brengen. De prijs die voor ieen daarvoor geschikt schip ge vraagd werd, n.l. f 150 voor één enkele vice-versa reis, was trouwens onevenredig hoog, terwijl het transport met andere schepen, hetwelk wellicht goedkooper had kunnen geschieden, gelet op het jaarge tijde en de weersgesteldheid, de veiligheid der passagiers niet voldoende scheen te waarborgen, daargelaten nog of voor allen behoorlijke accomodatie gevonden zou kunnen worden. II. Aangezien de Directeur, naar het oordeel van Gedep. Staten, zoodanige haar niet meer gezien sinds we jongen en meisje waren. Ik was precies negentien en een half jaar oud, toen ik haar voor het eerst ontmoette en ik geloof, dat zij zoo ongeveer twintig was. Hoe weet een jongen van negentien, wie hij noodig heeft voor levensgezellin? Ik vond Joan erg bekoorlijk en ik mocht graag in haar gezelschap zijn. Was ik langer in haar ge zelschap gebleven, wie weet, waren we het dan niet eens geworden, al kan men op dien leeftijd nauwelijks iets serieus verwachten." „Waarom heb je er me niets van ver teld?" „Er viel niets te vertellen en zooals u weet, had ik vader beloofd, me niet te binden voor ik mijg universiteitsopleiding geheel voleindigd had. Hij wist toen niet, dat ik mijn graad in Bonn zou halen, maar meende, dat ik in Cambridge mijn examens zou doen, net als hij en groot vader. Later knoopte ik zakenrelaties aan met Minnie's man, eigenlijk tegen uw zin, maar ik ben erg blij dat ik heb doorgezet; want ik heb in Heidelberg op het kantoor heel wat geleerd, waar ik mijn heele leven plezier en nut van zal hebben. Het beeld van Joan vervaagde zoo langzamerhand, daar ik geheel en al in mijn zaken op ging en als ik al eens aan het huwelijk dacht, dan was het alleen om me vast voor te nemen, dat ik de eerste jaren nog on- maatregeler. hrssft gefeoffen, als het meest ter zake dienende schenen en op geen andere wijze zou zijn verkregen, dat de oetrokken passagiers op een eenigs- zins aanmerkelijk vroeger tijdstip het eind doel van hun reis hadden kunnen berei ken, wordt deze vraag ontkennend beant woord. III. Het aanbrengen van een inrichting of constellatie (bedoeld zal zijn; installa tie) waardoor de schepen der Provincie, in geval van nood, verbinding kunnen krijgen met het vaste land zou wellicht in eenig voorkomend geval nut kunnen opleveren. Deze zaak is dan ook reeds ten vorigen jare door Gedep. Staten overwogen. Daar bij is gebleken, dat de aanschaffingskos- ten der hiervoor noodige toestellen rond f 27.000 zouden bedragen, ongerekend de kosten van onderhoud en van personeel voor de bediening. Op grond hiervan en ook uit overweging, dat de behoefte aan een dergelijke installatie op de Provin ciale schepen zich nog nimmer dringend heeft doen gevoelen, terwijl de route, die door de verschillende schepen wordt be varen, medebrengt dat vrijwel altijd er op gerekend mag worden, dat eerder hulp van naburige schepen of van den vasten wal aanwezig is, dan op radio-telegra fisch of -telefonisch verzoek ontboden hulp, heeft het college destijds beslaten, niet tot aanschaffing over te gaan IV. Op grond van het onder III aan gevoerde, wordt deze vraag ontkennend beantwoord. Middelburg. Gevonden voorwer pen. Schakelcentuur, Dieleman, Seisdam Q 28; Belastingmerk, Pattenier, iSchoor- steenvegerssingel Q 82; Gummi riem, P. Geldof, Jasmijnstraat W 140; Port. met inh., Kokkee, Koestraat K 295; Bos sleu teltjes, D. Kleinepier, O. Vliss.weg E 235; Laikbandje, J. SaJbier, Dam Z.Z. G 38; Galghout van wagen, H. de Lange, Veer- scheweg S 254; auto-buitenband, A. v. Houten, KL Vlaanderen M 189; Bi-omtol, W Beu'kert, Rozenstraat W 255; Kinder- port. met inh., Scheibeler, Oude Kerkstr. B 81; Klapper, N. v. Dort, Segeerstraat H 73- Vulpotlood, Guran, L. St. Pieterstr. A 67; Jongenspet, Vermeulen, Bellinkstr. G 170; Handschoen, Henkstmanger, L. Giststraat P 178; Jongensmuts, Gr oene wegen, Walensingel Q 272; Portemonnaie, Den Hollander, Jacob Catsstraat W 89; Belastingmerk, W. Fondse, K. Geere K 363; Handschoen, M. Schippers, Wal; Mantelband, J. v. Flieren'burg, Scbuitvlot straat N 91; Muts, H. Aoda, Achtersingel Q 165; Zwartzijden Tompouse, Apotheek v. d. Harst, Korte Delft; Handschoen, B. TYes, Zusterstraat I 208; Handschoen, J. Tavenier, Lombardstr. L 97; Port. met. inh., Sanderse, Karelsgang T 46; Kriel- haantje, Melse, Rouaansche Kade G 159; Huissleutel, J. Reinders, Lond. Kaai H 49; Beursje, K. Onwijn, Hofplein E 222; Medaille, B. Hendrikse, K. Giststraat A 130; Kerkbijbeltje, P. A. Wondergem, Penn.singel L 72; Heerenhandschoen, Stein, Bellinkstraat G 164; Belastingmerk, A. Flierenburg, Volderijstraat M 93; Kin derhandschoentje, Hu'brechtse, Schuitvlot- straat N 165; Bankbiljet, P. Tange, O. Vliss.weg V 25; Belastingmerk, D. Groen, KI. Vlaanderen M 146; Hangslot, T. Da- niëlse, K. OBreestraat O 166; Kinderport. Hillebrand, Brigdamme B 68; Jongensjas, L. Versluis, Koningstr. E 170.. Westkapella In de maand December '32 zijn uit de gemeente vertrokken: Anthonie Lous en gezin naar Domburg. Bij het agentschap van de Arbeids bemiddeling waren op 31 Dec. ingeschre ven 152 werkloozen. Eind November be droeg dat aantal 124. Wemeldinge. Bevolking. Ingekomen: T. Vermeulen van Rotterdam, Schiedamsche weg 93 a, aan boord; J. E. Blom en H. A. de Graaf van Hapert gem. Hoogeboom, naar Nieuwendijk G 106; E. Korstanje van Hillegersberg naar Nieuwendijk G 85; L. Schipper van Goes naar Zuidel. Achter weg A 56. Vertrokken: M. G. Meijaard van Westel. Kanaaldijk G 8 naar Wolf aartsdijk, Pa- peweg 159; M. J. van Koeveringe van Oranjeboomstr. B 71, naar Waarde. Ellewoutsdijk. Loop der bevolking over de maand December 1932: Ingekomen: 31, Antonie Laurus Huijzen uit Rotterdam, A 33; 31, Adriana de Rijger en Jacoba Wilhelmina Spruijt van Drie wegen, B 11. getrouwd zou blijven. Als ik zeven en twintig was, zoul ik mijn vrouw gaan zoeken, als voor dien tijd tenminste nog geen enkel meisje mijn hart had kunnen winnen. Twee jaar geleden begon ik ern stig over trouwen te denken. Toen bracht Minnie me, ik geloof met voorbedachten rade, in kennis met haar knap, vrien dinnetje, Fraulein Amalia een lief, klein vrouwtje, maar niet geheel en al naar mijn smaak. Trouwens, i'k was niet van plan, een Duitsche vrouw tot mees- teresse van Dunham Tower te maken. Toen verscheen Carolina Palmer ten too- neele, mooi, geestig en beschaafd. Een poosje wist ze me te boeien, maar toen we meer met elkaar békend raakten leer de ik haar ware natuur ook beter kennen en bemerkte, dat ze opvliegend van aard was en zich in het geheel niet wist te beheerschen, iets wat me altijd erg tegen staat in een vrouw." „Ik heb me vaak afgevraagd, waarom je vriendschap met de Palmers eensklaps zoo geluwd was. Maar het speet me niets. Ik had al hooren fluisteren over Lina's driftbuien en voor me zelf had ik opge merkt, dat ze een zeer lichtzinnig meisje was." „Dat laatste heb ik Later zelf ook ver moed. Of het komt door de sterke tegen stelling, weet ik niet, maar toen ik met Caroline Palmer had afgedaan, herleef- Gedurende 1932 werd de haven dezer gemeente bezocht door 109 schepen met een gezamenlijke torunenmaat van 14310 ton, terwijl aan havengeld werd ontvan gen f2072.16. Voor het jaar 1931 bedroegen deze getallen 82 schepen met een ge zamenlijke tonnenmaat van 7432 ton, tot een gezamenlijk bedrag van f 1646.90 aan havengeld. Ellewoutsdijk. Alhier overleed op 97- jarigen leeftijd dhr Johannes van Liere, die tijdens zijn leven vele functies in deze gemeente bekleed heeft. De overledene w$s o.a. van 1869 tot 1920 lid van den ge meenteraad en veertig jaar lang wethou der. Sedert 1924 was hij ambteloos burger. Van 18691920 diende hij onder niet minder dan zes burgemeesters. Tholen. Naar aanleiding van het door den Burgemeester alhier gesprokene in de laatste raadsvergadering, is door dezen een schrijven ontvangen van de Provin ciale Commissie voor werkloozenzorg te Vlissingen van den volgenden inhoud: In de Nieuwsbladen voor het eiland Tholen vinden wij uit Uw mond, terwijl U een steunregeling aan critiek onder wierp, het volgende opgeteekend: Ook is het goed om eens te bezien, hoe groot de steun bij een steunregeling wel kan bedragen, dit omdat de opstel lers van het request uitgaan van de loon- normen, die zij weten, althans weten kun nen, voor Tholen onjuist te zijn. De loon- norm voor Tholen is f2 per dag of f 12 per week. Bij gjeheele werkloosheid mag de steun aan gehuwden en ongehuwde kostwin ners nimmer meer bedragen dan 65 pet. van het loon, dat zij bij 48-urige arbeids week in het bedrijf, waartoe zij behooren, zouden kunnen verdienen. Ergo zou de steun maximaal bedragen 65 pet. van f 12 is f7.80 te vermeerderen met f 0.75 voor elk kind. Wij mogen beleefd opmerken, dat het bekend is, dat de Minister van Binnen landsche Zaken bij behoorlijk overleg be reid is, om de norm van maximum 65 pet. voor de in Uw gemeente werkloos zijnde landarbeiders te verhoogen tot 80 pet. van het normale loon. De berekening wordt dan: Maximum uit te keeren bedrag aan landarbeiders f9.60 plus fl brandstoffen- toeslag, die buiten de berekening van het maximum bedrag valt, is f 10.60 per week. Inmiddels is Uw geheele toelichting in dit verslag er op gebaseerd een indruk te wekken, dat op betere wijze voor de werkloozen en hun gezinnen zal worden gezorgd, dam met deze cijfers mogelijk is. Laten wij vertrouwen, dat dit in de practijk zal blijken. Afschrift van dezen brief zonden wij aan den heer Overbeeke met het verzoek een rectificatie als bovenbedoeld op het verslag te willen laten aanbrengen. (w.g.) F. v. SPANNING, Secretaris. Wissenkerke. Op 31 December j.l. ston den bij de arbeidsbemiddeling als werk loos ingeschreven 154 personen. Bevolking. Ingekomen: Mozes Gerard Kempe, uit Arnemuiden; Hendrik Eduard van der Moere en gezin uit Noord- welle. Vertrokken: Cornells Maris, naar Arne muiden, Tuindorp 39; Janna Jasperina Leenhouts, naar Kats 61a; Govert Adriaan van der Weele, naar Colijnsplaat; Adri ana Jacoba Luijk, naar Colijnsplaat; Dina Snoodijk naar Middelburg, Achterstraat Q 133; Jacoba de Looff, naar Kortgene. Arnemuiden. Bevolking. Ingeko men: uit Wissenkerke G. A. Versluis, A 138; uit Middelburg To. de Nood, B 13; uit Rotterdam A. Dijke en gezin, C 129. Vertrokken: naar Terneuzen J. E. de Doelder, Steenberglaan 33; naar Vlissin gen E. Meerman, Breewaterstraat 32. De werkverschaffing, die in verband met de onvoltallige raadsvergadering werd stopgezet, is nu na de laatstgehou den raadsvergadering van Dinsdag j.l. weer onder leiding van de Ned. Heide- Mij voortgezet Axel. Woensdag werd alhier een feeste lijke jaarvergadering gehouden door den Ned. Chr. Landarbeidersbond afd. Axel. Deze vergadering, die goed bezocht was, had een prettig verloop. De zaal was so ber maar keurig versierd en een gedeelte van het Chr. Muziekgezelschap „Bösan- de het beeld van Joan Carisbroke in mijn hart. Ik zag haar, zooals ik haar jaren geleden gekend heb bescheiden, vol waardigheid juist de soort vrouw, die altijd mijn ideaal is geweest." „Het verbaast me, dat je er nooit met me over gesproken hebt, Arthur, want in den regel vertrouw je me je geheimen toch wel toe." „Ik had er u iets van moeten vertellen ik was van plan u te verzoeken, Joan in Heidelberg te logeeren te vragen, toen vaders gezondheid zoo achteruit ging en al onze gedachten zich op hem concen treerden en kort daarop is hij gestorven. U weet, hoe druk we het daarna hebben gehad. We moesten onze geheele huis houding opbreken en ik moest me los maken van Minnie's man; toen moesten we de zaken hier regelen en ik had eeni- gen tijd noodig om me te wennen aan mijn nieuwe plichten van landheer. En nu is alles geregeld, en ben ik eigen heer en meester." „En je wenscht met Joan Carisbroke te trouwen?" „Dat durf ik qjet te beweren. Ik weet immers niet in hoeverre ze mij genegen is. Voorloopig wensch ik alleen de vriend schap te hernieuwen en dat kan het beste en gemakkelijkst gebeuren, als u ma wilt helpen." (Wordt vervolgd.) door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 97) „Mijn beste Arthur, ik denk er heele- maal niet over. Sinds we zoo lang ge leden in Argendale afscheid van elkaar namen, heb ik juffrouw Carisbroke slechts driemaal gesproken. De eerste maal spraken we alleen over haar vader en haar lieve vriendin, juffrouw Mardn, die ze verloren had; de tweede keer wilde ze mijn indruk weten van het leven in Duitschland; de derde en laatste maal precies vier jaar geleden hielden we ons voornamelijk bezig met het brandend vraagstuk der hoogere ontwikkeling van de vrouw. Ze heeft geen woord gezegd, waaruit ik iets betreffende haar particu lier leven kon opmaken. Alleen lijkt het me onwaarschijnlijk, dat ze zoo oud zou zijn geworden zonder dat iemand een blij- venden indruk op haar gemankt heeft. Maar Arthur, waarom stel je zooveel be lang m juffrouw Carisbroke?" „Ik weet het eigenlijk zelf niet. Ik ben haar nog niet vergeten, zooals u misschien zou denken. Ik heb haar vaak vergeleken met andere meisjes, tot wie ik me tijdelijk aangetrokken voelde en altijd waxen ze verre de mindere van mijn oud vriendin netje. Maar waar we zoo ver van elkaar verwijderd waren en waar ik het zoo druk had met mijn zaken, heb ik eigenlijk nooit buitengewoon veel aandacht ge schonken aan welk jong meisje ook." „En nu?" „Nu is het naar ik meen, tijd, dat ik ga trouwen. Maar ik wil het niet doen, alleen om getrouwd te zijn. Ik wil een vrouw huwen, wie ik mijn heele haxt kan geven en wier leven één zal worden met het mijne, anders blijf ik liever vrijgozel. Ik heb genoeg in de wereld rondgekeken, om te beseffen, dat in het huwelijk halve maatregelen niet deugen of men is werkelijk en oprecht gelukkig, of het te gendeel. Met sommige karakters is het zeker zoo. Er zijn ongetwijfeld mannen, die hun heele leven een vrouw naast zich dulden, die ze wel graag mogen, maar niet liefhebben, die ze achten als hun le vensgezellin, als de meesteres van hun huis, als de moeder van hun kinderen, zeer zeker een sterke en heilige band, maar voor mij zou het niet voldoende zijn, ik zoek nog iets anders in mijn vrouw." „En dat andere meen je in Joan Caris broke gevonden te hebben?" „Hoe kan ik datt nu al zeggen? Ik heb

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1933 | | pagina 5