DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
liii da Provincie.
JOAN CARISBROKE
Uit de Statenzaal.
FEUILLETON.
VAN
VRIJDAG 6 JANUARI 1933, Nr 83. -
De zitting van gisteren werd door den
Commissaris der Koningin geopend met
een hartelijken NieuwjAarswensch voor
de Statenleden en hun gezinnen, waar
voor dhr Dumoleijn namens de vergade
ring dankte. Het was een kort en sober
woord, dat de voorzitter uitsprak, dat in
lengte zeker straks wel zal worden over
troffen door burgemeesters en voorzitters
van Kamers van Koophandel, maar het
trof ons weer, dat de Commissaris, als
hij een persoonlijk woord spreekt (gelijk
ook in de vorige vergadering, toen hij
herinnerde aan het hem overkomen on
geval) zich zijn Christelijke belijdenis
nooit schaamt, maar daarvoor kloek uit
komt. Hiervoor is zeker een woord van
hulde op zijn plaats.
Direct hierna vroegen weer de zake
lijke dingen de aandacht. Sommige pun
ten der,agenda leverden niet de minste
discussie op, andere wat meer en enkele
vroegen heel veel tijd. De kwestie der
waterschappen in de omgeving van Tho-
len b.v. bracht heel wat tongen in be
weging. Zwaarwichtig werd geboomd
over privaat- en publiek recht en zelfs
een Psalmwoord werd er bij te pas ge
bracht.
Het eind was, dat de door Ged. Staten
gewilde wijziging in de reglementen van
enkele polders tot stand kwam en de
ingelanden van betrokken polders voor
taan alle evenveel per H.A. zullen moeten
betalen.
De afkoop van enkele tollen (als we
goed hoorden, zoo ongeveer de laatste)
vond geen bestrijding. Evenals de over
name van enkele electriciteitsnetten in
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het grootste deel van de morgenver
gadering ging heen met een debat over de
motorveerbooten, waarmee het feitelijk één
lijdensgeschiedenis is.
De historie met de eerste, de Koningin
Wilhelmina, is zeker nog niet vergeten.
Daarmee is het ook een vrij langdurig
getob geweest. De heer Van Rompu stelde
dat gisteren wel heel eenvoudig en on
schuldig voor en zei zelfs min of meer
uit de hoogte zooals we dat helaas
van dezen Gedeputeerde gewoon zijn
dat het maar goed was, dat Ged. Staten
niet naar die critiek geluisterd hadden,
maar al het water, dat langs de Konin
gin Wilhelmina spoelt, wascht niet weg,
dat de oorspronkelijke raming van deze
boot nergens naar leek en met tonnen
overschreden moest worden, terwijl er
toch enkele malen wijzigingen moesten
worden aangebracht, wilde men zonder
gevaar voor de passagiers met de boot
kunnen varen.
We zouden deze oude koe niet uit de
sloot gehaald hebben, indien de heer Van
Rompu daartoe geen aanleiding had ge
geven!
Verder liepen er reeds lang geruchten,
dat het met de tweede boot, de Prinses
Juliana, nog meer misère was. Ieder
oogenblik moest ze uit de vaart genomen
worden, omdat ze den dienst weigerde.
Terwijl de derde, de Prins Hendrik, na
haar proefvaart zich niet meer aan een
tochtje gewaagd had. Ook hiervan wer
den allerlei minder mooie dingen ver
teld.
Ged. Staten schenen aan het personeel
van den Prov. Stoombootdienst verboden
te hebben aan derden inlichtingen te
geven. Zelfs hoorden we langs onze ooren
waaien, dat Ged. Staten aan de Staten
leden min of meer hadden verzocht, niet
te veel in het openbaar er over te spreken.
Alle leden hebben zich echter daaraan
niet gehouden.
Daardoor zijn we tenminste nog wèt
te weten gekomen.
De misère met de Prinses Juliana schijnt
in de motoren te zitten. Werkspoor heeft
echter toegezegd, dat dit in orde komt,
zonder dat het de provincie geld kost.
Met Prims H®ü!!Ïrik ral ra w niet
zoo goedkoop afkomen. Het ral j».
vincie f1100 of f 10.000 kosten. We zul
len later misschien wel eens hooren, of
dit niet te optimistisch is geraamd! Het
duurt wel lang het schip ligt al maan
den van zijn proefvaart uit te rusten
eer men precies weet, wèt er nu aan
gebeuren moet!
Verschillende Statenleden waren van
meening, dat het bureau-Cornelisse, dat
de booten had ontworpen, in zijn taak
was tekort geschoten. Zelfs werd door de
soc.-dem. fractie een motie van afkeuring
ingediend, die echter eerst naar Ged. Sta
ten om advies gaat. Ook uit andere frac
ties kwam er critiek. Men kan de fouten
met de eerste boot nog door de vingers
zien, maar bij de derde moeten die toch
niet meer voorkomen. We kunnen ons
tenminste voorstellen, dat een particulier
aan een architect, die hem iets dergelijks
leverde, het vertrouwen opzegde.
Erg gelukkig en overtuigend was de
heer Van Rompu in zijn verdediging van
het bureau dan ook niet. De heer Van
Dusseldorp was eerlijker, gebruikte geen
dikke woorden en verklaarde onomwon
den, dat inderdaad ook het vertrouwen
van Ged. Staten in het bureau is ge
schokt geweest, maar dat het zijn repu
tatie na een conferentie heeft kunnen
handhaven.
Een tweede kwestie was de bouw der
drie motorveerbooten, waartoe dezen zo
mer is besloten. Deze is aan „De Schelde"
opgedragen, hoewel ze niet de laagste
inschrijfster was. We zijn nu te weten
gekomen (al weigerden Ged. Staten de
andere inschrijvingssommen mede te
deelen), dat na loven en bieden „De Schel
de" de booten wilde bouwen voor f 178.000
per stuk, dat is f 3000 meer per boot dan
het toegestane crediet. Hoeveel dit meer
is dan de laagste inschrijving en tegen
welk bedrag wellicht andere inschrijvers
wilden bouwen, is natuurlijk niet bekend.
Er moest dus geld bij. De gemeente
Vlissingen, die ook eerst had toegezegd
mee te zullen betalen, schijnt daarvoor
van den Minister geen toestemming ge
kregen te hebben. Resten dus provincie
en Rijk. Nu hoorden we tot onze ver
wondering, dat ook het Rijk in dat meer
dere bedrag 80 pet. zal bijdragen, wat we
van het standpunt van het Rijk moeilijk
kunnen begrijpen.
De Staten hadden geen bezwaar het
meerdere crediet toe te staan, ook al wer
den ze maar spaarzaam ingelicht.
Een geheel bevredigenden indruk laat
ook deze affaire niet achter. Een goede
usantie in de maatschappij is toch, dat
wanneer men ondernemers uitnoodigt in
te schrijven, het werk ook gunt aan den
laagsten inschrijver. Na dit gebeurde zou
het wel eens kunnen zijn, dat voortaan
andere werven de moeite zullen spa
ren, in te schrijven, als in Zeeland zulke
methoden worden toegepast.
In de middagvergadering werd na heel
lang praten voor het veer A. J. Polder
Stavenisse een subsidie van f2000 toe
gezegd (vroeger f5000). Tholenaars en
oud-Tholenaars hebben hard gevochten
om er f3000 van te maken, maar gezien
de houding der betrokken gemeentebe
sturen, die voor dezen dienst niets over
hadden, voelde de meerderheid daar niets
voor. Sterk stonden de Thoolsche leden
niet!
Dank zij een adres van den ANWB en
de KNAC is weer eens een poging ge
daan om op het veer BreskensVlissin
gen het aantal diensten op Zondag uit
te breiden. Op het kantje af is het plan
verijdeld. Voor het soc.-dem. voorstel om
het aantal Zondagsdiensten van 4 op 6
te brengen was lang geen meerderheid
te vinden, maar om het op 5 te brengen,
is bijna gelukt.
Blijkbaar voelde men er van Prot. Chr,
zijde niets voor, om weer een breed Zon
dagsdebat te ontketenen. Alleen van Stk.
Geref. zijde kwam een sober verzet. Maar
de A.-R. en C.-H. fracties zwegen op dit
punt. Men kan de linksche (en een deel
der R.-K.) heeren blijkbaar niet overtui
gen, dat het niet aangaat plezier en genot
te willen ten koste van den Zondags-
arbeid van anderen. Ook voor de S.D.A.P.
telt blijkbaar dit argument niet.
Om de laatste boot des avonds wat
later te doen vertrekken, daarvoor was
wel een meerderheid.
Vragen van den heer G.
v. Duin omtrent de uitoefe
ning van den Prov. Stoom
bootdienst op de Ooster
en Wester-Schelde.
I. Willen Gedeputeerde Staten mee-
deelen, of zij al of niet de han
delwijze geheel deelen van den Direc
teur op den Ooster-Scheldedienst, die aan
een 12-tal passagiers waaronder de on-
dergeteekende van het s.s. „Luctor et
Emergo", dat door het vastraken van
een zijner schroeven met een ketting van
een boei, in den morgen van den 17en
December 1932 even vóór 7 uur, aan het
Katsche Veer meerde, nadat deze boot
den vorigen avond om 19 uur van ge
noemd Veer was vertrokken, geen 5 minu
ten daarna, door de duisternis, aan den
grond geraakte en niet vlot kwam vóór des
nachts ongeveer half 4, vervolgens een 10
minuten heeft gevaren, terwijl het zeer
mistig was en daarna bovengenoemd feit
plaats vond, geen eerder gelegenheid bood
om de onderbroken reis naar Zierikzee
voort te zetten, dan door hen des middags
te 12.45 uur aan meergenoemd Veer over
te doen stappen op de reserve-boot, s.s.
„Noord-Beveland'? welke in Vlissingen
oplag en aldaar om ongeveer 7.30 uur v.m.
werd gewaarschuwd, waardoor genoemde
passagiers eerst te 13.45 uur Zierikzee
bereikten?
II. Vinden Gedep. Staten bij een al of
niet ontkennend antwoord op vraag I het
in elk geval niet noodzakelijk den Direc
teur op den Ooster- of Wester-Schelde-
dienst er nadrukkelijk op te wijzen, dat
voortaan in een dergelijk nood-geval, alle
pogingen in 't werk moeten worden ge
steld om door middel van een ander vaar
tuig, uit een zoo dicht mogelijk bijzijnde
plaats, in de verdere stagnatie van het
verkeer te voorzien, zóó dat eenerzijds de
passagiers zoo weinig doenlijk last on
dervinden van de onderbroken reis en an
derzijds zij, die een reis willen aanvangen,
in dat voornemen zoo gering mogelijk
worden belemmerd en alzoo niet te wach
ten op een dusdanige gelegenheid, waar
door weliswaar van de Provincie geen
financieele offers worden gevorderd, doch
het reizend publiek in het algemeen, dat
meestal belasting betalende burgers zijn,
ten zeerste worden gedupeerd?
III. Achten Gedep. Staten het niet alles
zins onverantwoordelijk, dat de booten der
Provincie in het geheel niet voorzien zijn
van eenige inrichting of constellatie,
waardoor zij, in geval van nood, verbin
ding kunnen krijgen met het vaste land?
IV. Willen Gedep. Staten, bij een even
tueel juist achten van vraag III overwe
gen, in dat euvel, waardoor tal van men-
schenlevens op het spel kunnen staan, zoo
spoedig mogelijk te voorzien?
Antwoord van Gedep. Staten.
I. Gedep. Staten kunnen zich geheel ver
eenigen met de wijze waarop de Directeur
van den Prov. Stoombooljdienst op de
Ooster-Schelde in het in de vragen bedoel
de geval is opgetreden. Vóór dat de boot
in den morgen van den 17den Dec. j.l. aan
den steiger te Katsche Veer lag, kon van
het ongeval geen kennis gegeven worden
aan het personeel op den wal, aangezien
uit de bemanning daartoe geen personen
konden worden uitgezonden, tengevolge
van wind en mist. Toen het schip eenmaal
aan den steiger lag, heeft de kapitein zich
onmiddellijk met den Directeur in verbin
ding gesteld; deze heeft, toen hij vrij
spoedig daarop de zekerheid had, dat de
dienst om 12 uur met het s.s. „Noord-
Beveland" zou kunnen warden hervat, ge
meend geen verdere pogingen te moeten
doen om de passagiers vóór dat tijdstip
nog met een ander schip naar de plaats
van bestemming te brengen. De prijs die
voor ieen daarvoor geschikt schip ge
vraagd werd, n.l. f 150 voor één enkele
vice-versa reis, was trouwens onevenredig
hoog, terwijl het transport met andere
schepen, hetwelk wellicht goedkooper had
kunnen geschieden, gelet op het jaarge
tijde en de weersgesteldheid, de veiligheid
der passagiers niet voldoende scheen te
waarborgen, daargelaten nog of voor allen
behoorlijke accomodatie gevonden zou
kunnen worden.
II. Aangezien de Directeur, naar het
oordeel van Gedep. Staten, zoodanige
haar niet meer gezien sinds we jongen en
meisje waren. Ik was precies negentien
en een half jaar oud, toen ik haar voor
het eerst ontmoette en ik geloof, dat zij
zoo ongeveer twintig was. Hoe weet een
jongen van negentien, wie hij noodig
heeft voor levensgezellin? Ik vond Joan
erg bekoorlijk en ik mocht graag in haar
gezelschap zijn. Was ik langer in haar ge
zelschap gebleven, wie weet, waren we
het dan niet eens geworden, al kan men
op dien leeftijd nauwelijks iets serieus
verwachten."
„Waarom heb je er me niets van ver
teld?"
„Er viel niets te vertellen en zooals u
weet, had ik vader beloofd, me niet te
binden voor ik mijg universiteitsopleiding
geheel voleindigd had. Hij wist toen niet,
dat ik mijn graad in Bonn zou halen,
maar meende, dat ik in Cambridge mijn
examens zou doen, net als hij en groot
vader. Later knoopte ik zakenrelaties aan
met Minnie's man, eigenlijk tegen uw zin,
maar ik ben erg blij dat ik heb doorgezet;
want ik heb in Heidelberg op het kantoor
heel wat geleerd, waar ik mijn heele leven
plezier en nut van zal hebben. Het beeld
van Joan vervaagde zoo langzamerhand,
daar ik geheel en al in mijn zaken op
ging en als ik al eens aan het huwelijk
dacht, dan was het alleen om me vast voor
te nemen, dat ik de eerste jaren nog on-
maatregeler. hrssft gefeoffen, als het
meest ter zake dienende schenen en op
geen andere wijze zou zijn verkregen, dat
de oetrokken passagiers op een eenigs-
zins aanmerkelijk vroeger tijdstip het eind
doel van hun reis hadden kunnen berei
ken, wordt deze vraag ontkennend beant
woord.
III. Het aanbrengen van een inrichting
of constellatie (bedoeld zal zijn; installa
tie) waardoor de schepen der Provincie, in
geval van nood, verbinding kunnen krijgen
met het vaste land zou wellicht in eenig
voorkomend geval nut kunnen opleveren.
Deze zaak is dan ook reeds ten vorigen
jare door Gedep. Staten overwogen. Daar
bij is gebleken, dat de aanschaffingskos-
ten der hiervoor noodige toestellen rond
f 27.000 zouden bedragen, ongerekend de
kosten van onderhoud en van personeel
voor de bediening. Op grond hiervan en
ook uit overweging, dat de behoefte aan
een dergelijke installatie op de Provin
ciale schepen zich nog nimmer dringend
heeft doen gevoelen, terwijl de route, die
door de verschillende schepen wordt be
varen, medebrengt dat vrijwel altijd er op
gerekend mag worden, dat eerder hulp
van naburige schepen of van den vasten
wal aanwezig is, dan op radio-telegra
fisch of -telefonisch verzoek ontboden
hulp, heeft het college destijds beslaten,
niet tot aanschaffing over te gaan
IV. Op grond van het onder III aan
gevoerde, wordt deze vraag ontkennend
beantwoord.
Middelburg. Gevonden voorwer
pen. Schakelcentuur, Dieleman, Seisdam
Q 28; Belastingmerk, Pattenier, iSchoor-
steenvegerssingel Q 82; Gummi riem, P.
Geldof, Jasmijnstraat W 140; Port. met
inh., Kokkee, Koestraat K 295; Bos sleu
teltjes, D. Kleinepier, O. Vliss.weg E 235;
Laikbandje, J. SaJbier, Dam Z.Z. G 38;
Galghout van wagen, H. de Lange, Veer-
scheweg S 254; auto-buitenband, A. v.
Houten, KL Vlaanderen M 189; Bi-omtol,
W Beu'kert, Rozenstraat W 255; Kinder-
port. met inh., Scheibeler, Oude Kerkstr.
B 81; Klapper, N. v. Dort, Segeerstraat H
73- Vulpotlood, Guran, L. St. Pieterstr.
A 67; Jongenspet, Vermeulen, Bellinkstr.
G 170; Handschoen, Henkstmanger, L.
Giststraat P 178; Jongensmuts, Gr oene
wegen, Walensingel Q 272; Portemonnaie,
Den Hollander, Jacob Catsstraat W 89;
Belastingmerk, W. Fondse, K. Geere K
363; Handschoen, M. Schippers, Wal;
Mantelband, J. v. Flieren'burg, Scbuitvlot
straat N 91; Muts, H. Aoda, Achtersingel
Q 165; Zwartzijden Tompouse, Apotheek
v. d. Harst, Korte Delft; Handschoen, B.
TYes, Zusterstraat I 208; Handschoen, J.
Tavenier, Lombardstr. L 97; Port. met.
inh., Sanderse, Karelsgang T 46; Kriel-
haantje, Melse, Rouaansche Kade G 159;
Huissleutel, J. Reinders, Lond. Kaai H
49; Beursje, K. Onwijn, Hofplein E 222;
Medaille, B. Hendrikse, K. Giststraat A
130; Kerkbijbeltje, P. A. Wondergem,
Penn.singel L 72; Heerenhandschoen,
Stein, Bellinkstraat G 164; Belastingmerk,
A. Flierenburg, Volderijstraat M 93; Kin
derhandschoentje, Hu'brechtse, Schuitvlot-
straat N 165; Bankbiljet, P. Tange, O.
Vliss.weg V 25; Belastingmerk, D. Groen,
KI. Vlaanderen M 146; Hangslot, T. Da-
niëlse, K. OBreestraat O 166; Kinderport.
Hillebrand, Brigdamme B 68; Jongensjas,
L. Versluis, Koningstr. E 170..
Westkapella In de maand December '32
zijn uit de gemeente vertrokken: Anthonie
Lous en gezin naar Domburg.
Bij het agentschap van de Arbeids
bemiddeling waren op 31 Dec. ingeschre
ven 152 werkloozen. Eind November be
droeg dat aantal 124.
Wemeldinge. Bevolking. Ingekomen: T.
Vermeulen van Rotterdam, Schiedamsche
weg 93 a, aan boord; J. E. Blom en H. A.
de Graaf van Hapert gem. Hoogeboom,
naar Nieuwendijk G 106; E. Korstanje
van Hillegersberg naar Nieuwendijk G 85;
L. Schipper van Goes naar Zuidel. Achter
weg A 56.
Vertrokken: M. G. Meijaard van Westel.
Kanaaldijk G 8 naar Wolf aartsdijk, Pa-
peweg 159; M. J. van Koeveringe van
Oranjeboomstr. B 71, naar Waarde.
Ellewoutsdijk. Loop der bevolking over
de maand December 1932:
Ingekomen: 31, Antonie Laurus Huijzen
uit Rotterdam, A 33; 31, Adriana de Rijger
en Jacoba Wilhelmina Spruijt van Drie
wegen, B 11.
getrouwd zou blijven. Als ik zeven en
twintig was, zoul ik mijn vrouw gaan
zoeken, als voor dien tijd tenminste nog
geen enkel meisje mijn hart had kunnen
winnen. Twee jaar geleden begon ik ern
stig over trouwen te denken. Toen bracht
Minnie me, ik geloof met voorbedachten
rade, in kennis met haar knap, vrien
dinnetje, Fraulein Amalia een lief,
klein vrouwtje, maar niet geheel en al
naar mijn smaak. Trouwens, i'k was niet
van plan, een Duitsche vrouw tot mees-
teresse van Dunham Tower te maken.
Toen verscheen Carolina Palmer ten too-
neele, mooi, geestig en beschaafd. Een
poosje wist ze me te boeien, maar toen
we meer met elkaar békend raakten leer
de ik haar ware natuur ook beter kennen
en bemerkte, dat ze opvliegend van aard
was en zich in het geheel niet wist te
beheerschen, iets wat me altijd erg tegen
staat in een vrouw."
„Ik heb me vaak afgevraagd, waarom je
vriendschap met de Palmers eensklaps
zoo geluwd was. Maar het speet me niets.
Ik had al hooren fluisteren over Lina's
driftbuien en voor me zelf had ik opge
merkt, dat ze een zeer lichtzinnig meisje
was."
„Dat laatste heb ik Later zelf ook ver
moed. Of het komt door de sterke tegen
stelling, weet ik niet, maar toen ik met
Caroline Palmer had afgedaan, herleef-
Gedurende 1932 werd de haven dezer
gemeente bezocht door 109 schepen met
een gezamenlijke torunenmaat van 14310
ton, terwijl aan havengeld werd ontvan
gen f2072.16. Voor het jaar 1931 bedroegen
deze getallen 82 schepen met een ge
zamenlijke tonnenmaat van 7432 ton, tot
een gezamenlijk bedrag van f 1646.90 aan
havengeld.
Ellewoutsdijk. Alhier overleed op 97-
jarigen leeftijd dhr Johannes van Liere,
die tijdens zijn leven vele functies in deze
gemeente bekleed heeft. De overledene w$s
o.a. van 1869 tot 1920 lid van den ge
meenteraad en veertig jaar lang wethou
der. Sedert 1924 was hij ambteloos burger.
Van 18691920 diende hij onder niet
minder dan zes burgemeesters.
Tholen. Naar aanleiding van het door
den Burgemeester alhier gesprokene in
de laatste raadsvergadering, is door dezen
een schrijven ontvangen van de Provin
ciale Commissie voor werkloozenzorg te
Vlissingen van den volgenden inhoud:
In de Nieuwsbladen voor het eiland
Tholen vinden wij uit Uw mond, terwijl
U een steunregeling aan critiek onder
wierp, het volgende opgeteekend:
Ook is het goed om eens te bezien,
hoe groot de steun bij een steunregeling
wel kan bedragen, dit omdat de opstel
lers van het request uitgaan van de loon-
normen, die zij weten, althans weten kun
nen, voor Tholen onjuist te zijn. De loon-
norm voor Tholen is f2 per dag of f 12
per week.
Bij gjeheele werkloosheid mag de steun
aan gehuwden en ongehuwde kostwin
ners nimmer meer bedragen dan 65 pet.
van het loon, dat zij bij 48-urige arbeids
week in het bedrijf, waartoe zij behooren,
zouden kunnen verdienen. Ergo zou de
steun maximaal bedragen 65 pet. van f 12
is f7.80 te vermeerderen met f 0.75 voor
elk kind.
Wij mogen beleefd opmerken, dat het
bekend is, dat de Minister van Binnen
landsche Zaken bij behoorlijk overleg be
reid is, om de norm van maximum 65
pet. voor de in Uw gemeente werkloos
zijnde landarbeiders te verhoogen tot 80
pet. van het normale loon.
De berekening wordt dan:
Maximum uit te keeren bedrag aan
landarbeiders f9.60 plus fl brandstoffen-
toeslag, die buiten de berekening van het
maximum bedrag valt, is f 10.60 per week.
Inmiddels is Uw geheele toelichting in
dit verslag er op gebaseerd een indruk
te wekken, dat op betere wijze voor de
werkloozen en hun gezinnen zal worden
gezorgd, dam met deze cijfers mogelijk is.
Laten wij vertrouwen, dat dit in de
practijk zal blijken.
Afschrift van dezen brief zonden wij
aan den heer Overbeeke met het verzoek
een rectificatie als bovenbedoeld op het
verslag te willen laten aanbrengen.
(w.g.) F. v. SPANNING, Secretaris.
Wissenkerke. Op 31 December j.l. ston
den bij de arbeidsbemiddeling als werk
loos ingeschreven 154 personen.
Bevolking. Ingekomen: Mozes
Gerard Kempe, uit Arnemuiden; Hendrik
Eduard van der Moere en gezin uit Noord-
welle.
Vertrokken: Cornells Maris, naar Arne
muiden, Tuindorp 39; Janna Jasperina
Leenhouts, naar Kats 61a; Govert Adriaan
van der Weele, naar Colijnsplaat; Adri
ana Jacoba Luijk, naar Colijnsplaat; Dina
Snoodijk naar Middelburg, Achterstraat
Q 133; Jacoba de Looff, naar Kortgene.
Arnemuiden. Bevolking. Ingeko
men: uit Wissenkerke G. A. Versluis, A
138; uit Middelburg To. de Nood, B 13;
uit Rotterdam A. Dijke en gezin, C 129.
Vertrokken: naar Terneuzen J. E. de
Doelder, Steenberglaan 33; naar Vlissin
gen E. Meerman, Breewaterstraat 32.
De werkverschaffing, die in verband
met de onvoltallige raadsvergadering
werd stopgezet, is nu na de laatstgehou
den raadsvergadering van Dinsdag j.l.
weer onder leiding van de Ned. Heide-
Mij voortgezet
Axel. Woensdag werd alhier een feeste
lijke jaarvergadering gehouden door den
Ned. Chr. Landarbeidersbond afd. Axel.
Deze vergadering, die goed bezocht was,
had een prettig verloop. De zaal was so
ber maar keurig versierd en een gedeelte
van het Chr. Muziekgezelschap „Bösan-
de het beeld van Joan Carisbroke in mijn
hart. Ik zag haar, zooals ik haar jaren
geleden gekend heb bescheiden, vol
waardigheid juist de soort vrouw, die
altijd mijn ideaal is geweest."
„Het verbaast me, dat je er nooit met
me over gesproken hebt, Arthur,
want in den regel vertrouw je me je
geheimen toch wel toe."
„Ik had er u iets van moeten vertellen
ik was van plan u te verzoeken, Joan
in Heidelberg te logeeren te vragen, toen
vaders gezondheid zoo achteruit ging en
al onze gedachten zich op hem concen
treerden en kort daarop is hij gestorven.
U weet, hoe druk we het daarna hebben
gehad. We moesten onze geheele huis
houding opbreken en ik moest me los
maken van Minnie's man; toen moesten
we de zaken hier regelen en ik had eeni-
gen tijd noodig om me te wennen aan
mijn nieuwe plichten van landheer. En
nu is alles geregeld, en ben ik eigen heer
en meester."
„En je wenscht met Joan Carisbroke
te trouwen?"
„Dat durf ik qjet te beweren. Ik weet
immers niet in hoeverre ze mij genegen is.
Voorloopig wensch ik alleen de vriend
schap te hernieuwen en dat kan het
beste en gemakkelijkst gebeuren, als u
ma wilt helpen."
(Wordt vervolgd.)
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
97)
„Mijn beste Arthur, ik denk er heele-
maal niet over. Sinds we zoo lang ge
leden in Argendale afscheid van elkaar
namen, heb ik juffrouw Carisbroke
slechts driemaal gesproken. De eerste
maal spraken we alleen over haar vader
en haar lieve vriendin, juffrouw Mardn,
die ze verloren had; de tweede keer wilde
ze mijn indruk weten van het leven in
Duitschland; de derde en laatste maal
precies vier jaar geleden hielden we
ons voornamelijk bezig met het brandend
vraagstuk der hoogere ontwikkeling van
de vrouw. Ze heeft geen woord gezegd,
waaruit ik iets betreffende haar particu
lier leven kon opmaken. Alleen lijkt het
me onwaarschijnlijk, dat ze zoo oud zou
zijn geworden zonder dat iemand een blij-
venden indruk op haar gemankt heeft.
Maar Arthur, waarom stel je zooveel be
lang m juffrouw Carisbroke?"
„Ik weet het eigenlijk zelf niet. Ik ben
haar nog niet vergeten, zooals u misschien
zou denken. Ik heb haar vaak vergeleken
met andere meisjes, tot wie ik me tijdelijk
aangetrokken voelde en altijd waxen ze
verre de mindere van mijn oud vriendin
netje. Maar waar we zoo ver van elkaar
verwijderd waren en waar ik het zoo druk
had met mijn zaken, heb ik eigenlijk
nooit buitengewoon veel aandacht ge
schonken aan welk jong meisje ook."
„En nu?"
„Nu is het naar ik meen, tijd, dat ik
ga trouwen. Maar ik wil het niet doen,
alleen om getrouwd te zijn. Ik wil een
vrouw huwen, wie ik mijn heele haxt kan
geven en wier leven één zal worden met
het mijne, anders blijf ik liever vrijgozel.
Ik heb genoeg in de wereld rondgekeken,
om te beseffen, dat in het huwelijk halve
maatregelen niet deugen of men is
werkelijk en oprecht gelukkig, of het te
gendeel. Met sommige karakters is het
zeker zoo. Er zijn ongetwijfeld mannen,
die hun heele leven een vrouw naast zich
dulden, die ze wel graag mogen, maar
niet liefhebben, die ze achten als hun le
vensgezellin, als de meesteres van hun
huis, als de moeder van hun kinderen,
zeer zeker een sterke en heilige band,
maar voor mij zou het niet voldoende
zijn, ik zoek nog iets anders in mijn
vrouw."
„En dat andere meen je in Joan Caris
broke gevonden te hebben?"
„Hoe kan ik datt nu al zeggen? Ik heb