DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal
JOAN CARISBROKE
Uit de Provincie
VAN
VRIJDAG SO DEC. 1932, Nr 77.
FEU ILLETON
brood en deeg van tarwebloem ®a tarwe
meel.
Qessssentgfaafe van Gees
EERSTE KAMER.
Wijziging van de L.O.-wet. De geheele
linkerzijde tegen.
De Eerste Kamer heeft gisteren voort
gezet de behandeling van wijziging der
lager On derwijs-wet 1920.
De heer Smeeuge (Lib.) zegt, dat het
zijn fractie niet mogelijk is, voor het wets
ontwerp te stemmen. Spr. wil gaarne den
Minister van Onderwijs steunen, maar op
dit oogenblik valt het hem te moeilijk, hoe
zeer hij het betreurt.
De Min. van O n d e r w ij s, de heer
T e r p s t r a, zegt dat is afgekeurd de
voorgestelde wachtgeldregeling voor ge
huwde onderwijzeressen-niet-kostwinsters.
Reeds 8 jaar verkeeren deze echter in een
ongemotiveerd voordeeliger positie dan
soortgelijke ambtenaressen en leeraressen.
Anders dringt men altijd op gelijkstelling
van deze categorieën aan. Waarom keurt
men het dan nu af? De voorgestelde be
paling werkt niet terug, zoodat van een
aantasting van verkregen rechten geen
sprake kan zijn.
Het voorstel inzake de 'leerlingenschaal
is een bezuinigingsmaatregel en tegen
eiken bezuinigingsmaatregel kan men een
keur van bezwaren aanvoeren.
De heer Ossen-dorp deed een beroep op
de leerlingenschaal van de wet van 1878,
maar die heeft nooit gewerkt. Wel blijkt
er uit, hoe minister Kappeyne dacht, maar
tevens blijkt, dat hij zich van de prac-
tische uitvoerbaarheid niet had vergewist.
Komt het wetsontwerp neer op een af
schuiving van lasten van het rijk op de
gemeenten? Spr. ontkent het met beslist
heid. Niemand verplicht de gemeenten,
boventallige onderwijzers te houden. Ge
meenten stellen gehuwde onderwijzeressen
tegenwoordig voor rekening van het rijk
op wachtgeld zoodat geen verschuiving
van lasten naar de gemeenten plaats
vindt, maar andersom.
Men zegt dat de voor 1929 gebouwde
schoollokalen te klein zullen zijn voor het
vergroote leerlingengetal. Maar de lokalen
voor 1900 zijn alle veel grooter en wat de
zevenmansscholen betreft, is het grootere
aantal leerlingen, zooals spr. reeds zeide,
drie per leerkracht, wat niet veel is. Daar
bij zullen de inspecties zich soepel betoo-
nen. Bovendien heeft de ongunstiger 48-
sohaal gedurende vijf jaren gegolden, met
de schoollokalen waarop men het oog
heeft. Ten slotte kan in bijzondere geval
len een vergoeding voor een extra leer
kracht gegeven worden.
Dat er bezwaren bestaan tegen dit wets
ontwerp, ontkent spr. niet. Maar men
moet de bezuiniging voor wat het onder
wijs betreft, zoeken of in de salarissen of
in de leerlingenschaal. Wie de bezuiniging
elders wil zoeken doet als een blinde, die
in oen donkere kamer zoeikt naar een
zwarte kat, die daar niet is. Vroolijkheid.)
Wij zijn, zegt spr., niet gekomen met
een speciale salarisverlaging voor de on
derwijzers, maar wel met een voorstel,
waardoor zij wat harder zullen moeten
werken.
De Kamer keurt het wetsontwerp goed
met 24'18 stemmen. Tegen links en de
Kath. van IJsselmuiden.
Verschillende wetsontwerpen.
Aan de orde zijn daarna o.a. de volgen
de punten
Regeling van den invoer van: lo. kou
sen en sokken; 2o. tapijten, tapijtgoed,
karpetten, loopers, kleedjes en matten; 3o.
naaigaren; 4o. tafel- en servetgoed, hand
doeken en ander huishoudgoed, zoowel
afgepast ais aan het stuk, beddelakens en
sloopen.
Regeling van den invoer van schoeisel
en leestklaar schoenwerk.
Regeling van den invoer van ongesmol-
ten dierlijk vet.
Regeling van den invoer van tarwe-
door
EMMA JANE WORBOLSE.
Vrij naar het Engelsch.
92) o—
Daarna werd er gebeden en het was,
alsof er vrede en rust neerdaalden, op de
kleine schare, die in ootmoedigheid daar-
neer geknield lag. Toen allen na enkele
minuten weder verrezen waren, en het
dienstpersoneel het vertrek verlaten had,
bemerkte Joan, dat Meliora nog steeds in
dezelfde houding voorovergebogen zat,
haar arm rustend op de stoelleuning, haar
hand haar oogen beschuttend, zooals ze
meestentijds placht te doen, nu de dok
ter haar ontraden had te knielen. Joan
sprong vooruit, plotseling door een vree-
gelijk voorgevoel gedreven; één blik was
voldoende. Een laatste vredige glimlach
verlichtte het gelaat, dat overigens van
een doodelijke bleekheid was overtogen
een donkere schaduw, die slechts de dood
op het menschelijk gelaat kan brengen.
Temidden van haar dierbaarste vrien
den, en met een gebed op haar lippen,
was Meliora weggeroepen naar het oord,
waar de dood niet meer zal zijn.
Regeling van den invoer van metaal
draadgloeilampen.
Deze punten worden zonder debat en
z.h.st. aangenomen.
De Kamer 'gaat daarna tot 4 Januari
a.a. met vacantia
Oprichting N.V. Haven van Vlissltigeiw
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer ontleenen wij:
Ten tijde, dat de regeering belangrijke
bedragen aanvroeg voor de verbeterings-
werken der Vlissingsche havens, was er
voor haar nog geen aanleiding om zich
uit te spreken omtrent den vorm van de
exploitatie der havens. Deze stond toen
tertijd voor haar ook nog allerminst vast;
eerst na gezette overweging heeft de re
geering een beslissing kunnen nemen.
Omtrent den inbreng van de gemeente
Vlissingen werden reeds uitvoerige mede-
deelingen gedaan; op grond van hetgeen
destijds is opgemerkt mag naar het oor
deel van den Minister, zooals hij het thans
in de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer toelicht, veilig worden aan
genomen, dat het bedrag van f 2.5 ton
dat aan de gemeente is toegekend, wel
overeenkomt met de waarde, die door de
gemeente zal worden ingebracht, zoodat
hier van goodwill niet kan worden ge
sproken. Het kwam ook den minister bil
lijk voor den canon aanvankelijk niet veel
hooger te stellen dan hetgeen tot dusver
door de gemeente is betaald. Geschiedde
dat wel, dan zou immers moeten worden
gevreesd, dat een sluitende exploitatie
rekening in de eerste jaren moeilijk zou
kunnen worden verkregen.
De jaarlijksche netto-opbrengst der bin
nenhaven, die, zooals in de Memorie van
Toelichting is aangegeven, f 1213.000
bedroeg, is in 1931 teruggeloopen tot
f 6688,24. Dit is een gevolg van enkele
groothre uitgaven gedurende dat jaar.
Door de voorgestelde regeling zal de ge
meente Vlissingen dan ook niet een ver
kapt subsidie ontvangen. De verschillen
de deelnemers in de vennootschap hebben
zich niet verbonden, om voor het geval
dat nog meer geld in de havenwerken zal
moeten worden gestoken, en bet Rijk
daarin zal deelnemen, daarin hunnerzijds
ponds pondsgewijze bij te dragen. Ven-
wacht wordt, dat dit niet noodig zal zijn.
De vergelijking met de haven van Delf
zijl gaat niet op. Te Vlissingen is de zaak
geheel anders. Doordat de haventerreinen
bij de wet van 1 December 1913 aan de
gemeente Vlissingen in erfpacht werden
uitgegeven met recht op exploitatie, kon
het zonder meer in exploitatie geven der
havens niet in aanmerking komen. Daar
enboven komen ten laste van het exploi-
teerende lichaam de kosten voor de aan
schaffing van alle werktuigen, gereed
schappen en andere onroerende, zaken,
noodig voor een aan billijke eischen vol
doende uitrusting der havens en haven
terreinen.
Deze kosten zijn zeer belangrijk en de
den de gemeente Vlissingen afzien van
het op zich nemen van de exploitatie.
Aangenomen kan worden, dat dit ook
te bezwarend voor de provincie Zeeland
zou zijn geweest.
Zekere D, te N. en St. Joosland die
dezer dagen door de politie werd aange
houden, is na verboor wederom in vrij
heid gesteld.
Onderscheidingen. Bij Kon.
besluit is toegekend de eere-medaille in
brons, verbonden aan de Orde van Oranje-
Nassau, aan P. Kik, rijksveldwachter
(brig.-tit.) te Kloetinge.
Door verschillende controleurs be
last met het toezicht op de naleving van
de Grisis-zuivelwet, zijn in de laatste da
gen in de omgeving van Hulst en Terneu-
zen groote hoeveelheden boter in beslag
genomen en werden processen verbaal op
gemaakt.
Door de Marechaussee te Breskens
is aangehouden en ter beschikking van de
Justitie te Middelburg gesteld, zekere G.
C., 23 j., koopman te Breskens, vroeger
te Serooskerke (W.), als verdacht van op
lichting en verduistering.
HOOFDSTUK
Meliora's stoffelijk overschot werd ter
ruste gelegd op Highgate Kerkhof. Het
was een grijze dag met mist en sneeuw,
alsof de wereld in overeenstemming wilde
zijn met de harten der rouwenden, die
aan de groeve stonden. Joan liet geen
traan, toen ze de dierbaarste, die zij be
zat, langzaam in de aarde zag dalen,
doch zij gevoelde zich, alsof hier haar
leven een einde nam en een nieuw leven
begon. Zij, die haar vriendin, zuster en
moeder geweest was, was nu heengegaan
en thans stond zij alleen. Meliora had
wel gelijk gehad, toen ze Joan zeide, te
leeren zelfstandig te zijn, want nu was
er niemand meer, die haar met raad en
daad kon terzijde staan. Ze had haar
vader nog, dat is waar, maar zijn ziekte
toestand bracht hem er toe, alles aan
anderen, over te laten. Een belangrijke
beslissing was er nimmer van hem te
verkrijgen. Ondanks de ommekeer, die
er in zijn ziel had plaats gevonden, ont
brak hem nog steeds de karaktervastheid,
waardoor zijn leven verwoest was, en die
juist een man, aan het hoofd van een
groot gezin zoo van noode heeft. Zijn ziek
te had hem bovendien in een staat van
apathie gebracht, waaruit hij zich nim
mer meer scheen te kunnen verheffen;
hij bleef 'n wrak, lichamelijk en geestelijk.
En Joan was zich dit alles zeer goed
Gemeentebegrooting 1933.
Algemeene beschouwin
gen. De voorzifter doet mede-
deeling van een ingekomen schrijven van
de burgerwacht. Deze geeft den Raad in
overweging het gemeentesubsidie tijdelijk
te verlagen tot f 100.
Dhr Grucq wil oudergewoonte wat
zeggen over het gemeentebeleid, al is dat
niet zoo gemakkelijk door de crisis-om
standigheden, die ook in Goes gelden.
Toch is er niet al te veel reden tot pes
simisme. Goes was verwend. We
hadden een rijk B. A. De belastin
gen waren aan den lagen kant. Nu valt
aan hooge belastingen niet te ontkomen
en komt alles tegelijk. (Gasthuistekort.)
Spr. schetst den achterstand in de ge
zinnen der werkloozen en verblijdt zich
over de a.s. werkverschaffing. Het spijt
Spr. dat deze een half jaar heeft stop
gestaan. Het blijft noodig nieuwe werkob-
jeoten op te sporen. Spr. wijst op het rio-
leeringsvraagetuk, waarvan reeds kaarten
gemaakt zijn.
De radio-distributie wordt ook door Spr
behandeld. In sommige plaatsen verdient
de gemeente er veel aan en is de be
diening beter. Een monopolistisch bedrijf
behoort aan de gemeenschap. Zoolang het
geen gemeentebedrijf is, wil Spr. voor
iedere aansluiting een bedragje in de
gemeentekas doen storten.
Spr. bepleit een ander systeem voor
aanbesteding onderhoudswerk. Het tot
nu toe gevolgde systeem verdient afkeu
ring en leidt tot knoeien.
Spr. behandelt ook de Gastbuiskwestie,
die dit jaar tot een beslissing moet ko
men. Spr laakt de houding van dbrn v. d.
Wart en Goedbloed in de vorige verga
dering. Laten B. en W. bier een krachtig
beleid voeren en denken aan bet rijmpje:
De heeren van Ter Goes zijn zoo zacht
als appelmoes.
Spr. vraagt verder of bet Rijk de 3 pot.
korting op de salarissen der gemeente
toepast voor Goes. Zoo niet, dan is de in
gevoerde korting onnoodig.
Dhr Simons onderschrijft niet den
lof der fin. commissie aan bet adres van
B. en W. Er zijn in de begroeting onbil
lijkheden. Daar is b.v. de voorgestelde
korting op de subsidie der bijz. bewaar
scholen. Vorig jaar hadden deze bestu
ren niet de f 35, maar slechts f 31 noodig.
En nu gaan B. en W. de subsidie op f 30
per leerling brengen. Maar zij rekenen
niet met de destijds opgelegde voorwaar
de, o.a. verbouw R.K. Bewaarschool. De
bestaanszekerheid dezer school wordt in
gevaar gebracht. De correspondentie met
de schoolbesturen is niet ter kennis van
den Raad gebracht.
Spr. stelt voor de subsidie aan de be
waarscholen niet te verminderen Wat niet
noodig is wordt niet gebruikt. Dat is wel
gebleken.
Spr. behandelt ook de Gasthuiskwestie.
De Raad heeft hierin een principieele uit
spraak gedaan. Maar nu gaan B. en W.
onverplicht f20.000 op den post onvoor
zien brengen. Dat is in strijd met die uit
spraak.
Ook Spr. bepleit een ander systeem bij
aanbesteding. B.v. door aan de patroons
om beurten bet onderhoud op te dragen
Dhr v. d. Wart voorziet voor 1934
nog grootere zorgen dan voor 1933, al
heeft dr v. Aalst gezegd dat we het diepte
punt gehad hebben.
De voorz.: Geldt dat niet voor Indië?
(Gelach.)
Dhr v. d. W a r t vraagt aan B. en W.
of de wet-Terpstra ook invloed zal heb
ben op de scholen alhier. Moeten er nog
lokalen vergroot worden?
Ook Spr. wil iets vernemen van de cor
respondentie met de bijz. bewaarscholen.
Ook Spr. gelooft, dat we dit jaar de
GasthuisKwestie zullen moeten oplossen.
Daarom is het goed, dat B. en W. daarmee
gerekend hebben.
Dhr Visscher meent ook, dat het
met den financieelen toestand van Goes
nog wel gaan zal. Met de critiek van Spr
is rekening gehouden. Spr. wenscht aan
den post onvoorzien niet de beteekenis te
geven, zooals dhr Simons deed.
B. en W. willen thans vooruit zien.
Hadden ze dit eerder gedaan, dan was do
belastingverhooging meer geleidelijk ge
gaan.
bewust zij wist, dat zij van nu af het
hoofd van de familie was.
Dien avond begaf ze zich n Meliora's
kamer om eens rustig haar toestand
te overdenken. Meliora's laatste wil was
reeds gelezen, ze had aan Joan nagelaten
hetgeen overbleef van wat naar recht en
billijkheid haar naaste verwanten toe
kwam. Het was slechts een kleine som,
want Meliora had nog dikwijls in de moei
lijke jaren, die de familie Carisbroke had
doorgemaakt, stilzwijgend haar fondsen
aangesproken. Joan was er haar vriendin
dankbaar voor; niet alleen omdat het
materiëel haar zorgen eenigermate ver
lichtte, maar ook omdat het haar een
bewijs te meer was van Meliora's harte
lijke liefde en toewijding jegens haar. Ze
zette zich in den zetel, die Meliora ge
woonlijk gebruikte, toen ze nog niet bed
legerig was. Tegenover haar bevond zich
de nu ledige sponde, waarop de zieke
nog zooveel bezige uren had doorgebracht.
Daar lagen nog haar geliefkoosde boeken,
haar schrijfmateriaal en haar werkmand
je; Joan kon zich moeilijk voorstellen, dat
zij nimmer, nimmer meer deze kamer zou
betreden, om haar vriendin om raad te
vragen, als er moeilijkheden waren.
„Het geeft niets", zeide ze tot zichzelf,
„ik kan ik mag me niet over geven
aan mijn verdriet. Ik zal al mijn krach
ten moeten inspannen om haar zoo goed
mogelijk te vervangen en ik zou me &1
Spr. vindt hat niet soo erg, dat zij,
die een redelijk inkomen of bezit hebben
meebetalen aan de werkloozenzorg.
Gpr. is voor verhooging der personeele
belasting en voor invoering straatbelas
ting. Wel zou Spr. graag weten, wat de in
voering van 100 opcenten op de fondsbe
lasting zou opleveren.
Spr. eindigt zijn betoog met critiek op
het kapitalistisch stelsel en met een aan
prijzing van de socialistische maat
schappij.
Dhr v. Poelgeest heeft geen behoef
te om algemeene beschouwingen te hou
den.
Weth. Goedbloed zal niet treden in
diepe economische beschouwingen. In
Rusland voelt men de crisis nog erger dan
bier. In ons land doet men heel wat meer
voor de minder bedeelden.-
Spr. ontkent, dat zijn positie tegenover
het Gasthuis is gewijzigd. Spr. gaat nog
altijd accoord met het rapport der Vereen,
van Ned. Gemeenten. Een andere vraag is
de utiliteitsvraag. Die komt straks aan
de orde.
De v o o r z. meent ook, dat de gemeente
tegenover bet Gasthuis niet afwijzend kan
staan.
Dat de werkverschaffing niet eerder kon
beginnen, is niet de schuld van B. en W.
Zij betreuren het ten zeerste en zijn nu
vast maar op hoop 'van zegen begonnen.
Morgen kunnen 25 menschen aan 1. et
werk, volgende week wellicht meer.
Het rioleeringswerk is nog niet zoover
dat het kan worden aangevat. Het moet
bovendien in.- den zomer worden uitge
voerd.
De concessie voor radio-distributie iB
verleden jaar met 5 jaar verlengd. Het
doen betalen voor overspannen der straat
met draden zullen B. en W. overwegen.
Het systeem voor aanbesteding is een
moeilijke kwestie. De gunning beeft dit
maal nog niet plaats gehad. Ook de pro
vincie besteedt het onderhoudswerk aan.
Over de korting van het Rijk voor de
salarissen is in Zeeland nog geen bericht
ontvangen.
De subsidievermindering voor de bijz.
bewaarscholen is ook voor B. en W. pijn
lijk. De Chr. bewaarschool kon bet dit
jaar met f 30 per leerling stellen. De cor
respondentie hierover zal ter inzage voor
de leden liggen.
De gevolgen van de wet-Terpstra zijn
door B. en W. nog niet onder het oog ge
zien.
Het zou de vraag zijn of de Kroon zou
goedvinden, dat hier 100 opcenten op de
fondsbelasting werden geheven. Dan moe
ten andere belastingen tot het maximum
zijn gebracht. B. en W. voelen meer voor
invoering derde klas. Het is ook van pae-
dagogisch belang, dat de kleine inkomens
meebetalen.
Weth. Goedbl oed zou het ideaal
vinden, als het onderhoudswerk om beur
ten werd gegund aan aannemers. Maar
onder het tegenwoordig stelsel is toch
ieder vrij, waarvoor hij inschrijft. B. en
W. moeten het gemeentebelang in het
oog houden. Spr. vindt aanbesteding nog
het eerlijkste.
Spr. ziet van gemeentelijke radio-distri
butie voor een kleine plaats Weinig komen.
Spr. merkt op, dat door de subsidiever
mindering aan de bijz. bewaarscholen
f 1600 wordt bezuinigd.
Dhr Simons: in werkelijkheid maar
f 800, omdat verleden jaar niet alles is
uitbetaald.
Weth. Goedbloed. B. en W. zijn be
reid, als het werkelijk noodig is, eenige
verbooging van subsidie toe te staan. De
subsidievermindering is ook een paedago-
gische maatregel.
Spr. is buitengewoon getroffen door de
lof van de fin. commissie, maar Spr.
meent, dat B. en W. dien lof niet verdie
nen. Zij hebben het niet anders gedaan
dan vorige jaren. Het verschil zit in de
waardeeringskunde bij de fin. commissie.
Dhr Van Poelgeest zegt, dat B. en
W. nu wèl anders dan vroeger gehan
deld hebben. Vroeger hebben zij nooit
vooruitgekeken, maar altijd de meevallers
opgesoupeerd.
Weth. Goedbloed antwoordt, dat B.
en W. steeds waren voor matige reser
ves, maar niet tot in het onzinnige. De
belastingen zouden niet verhoogd moe
ten worden, als we niet zaten met 't tekort
van het B. A., en eventueel met de gast
een heel slecht leerling van haar toonen
als ik nu terugdeinsde voor de plichten,
die me wachten. Ik zal nu voornamelijk
alleen moeten werken, daar is niets aan
te verhelpen; maar ik moet dankbaar zijn,
dat vader tenminste nog in staat is iets
te doen, dat ik met Brenda zooveel beter
kan opschieten dan vroeger en dat ik Ru
by nog heb om te verzorgen en lief te
hebben. En God is wel goed geweest om
me mijn vriendin zoo lang te laten. De
Heere heeft gegeven, de Heere heeft ge
nomen, de naam des Heeren zij geloofd.
Hij kan en Hij zal me de kracht en den
steun geven, die ik zoo bitter noodig heb.
Ik zal niet werkelijk alleen zijn, want
Hij zal met me zijn nu meer dan ooit,
vertrouw ik."
Den volgenden dag was Ruby's verjaar
dag, en Joan trachtte een opgewekt ge
laat te toonen, terwille van het kind;
het kostte haar echter heel wat, voor
een oogenblik te vergeten, welk een ver
lies ze geleden had. Eerst toen de jarige
goed en wel te bed lag, kon ze zich
overgeven aan den stroom van aandoe
ningen, die haar overmeesterden. Op het
gebruikelijk uur begaf ze zich naar de
kamer van haar vader, de sporen van
tranen nog op het gelaat. Ook hij was
diep bedroefd; de laatste dag van het
jaar schonk hem altijd bittere gedachten,
en nu was er aanleiding voor dubbel
leed. Totdat de slag viel, had hij zich
huiskwestie.
Er ontstaat nu een vinnige gedachten-
wisseling tusschen wethouder Goedbloed
en den heer Van Poelgeest.
De laatste zegt o.a., dat B. en W. vo
rig jaar toch ook van Ged. Staten de
kous op den kop hebben gekregen.
Weth. Goedbloed: Allerminst. U
gebruikt niets anders dan groote woor
den.
Dhr Van Poelgeest: Ik heb niet
gezegd, dat de begrootingkunde van B.
en W. nu volmaakt is, maar alleen op
hooger peil dan vroeger staat.
Weth. Goedbloed: het verschil zit
in de waardeeringskunde van de financi-
eele commissie.
De voorzitter wil hierover do dis
cussies sluiten.
Dhr Visscher komt er tegen op, dat
weth. Goedbloed één lid der fin. commis
sie aanvalt. De commissie is homogeen.
Weth. Goedbloed ontkent één lid
persoonlijk genoemd of bedoeld te heb
ben. Hij sprak over de commissie in haar
geheel.
Dhr C r u c q komt nog eens terug op
de aanbestedingskwestie.
Weth. Goedbloed ziet nog niet in,
dat de bezwaren van nu bij regeling vol
gens toerbeurt zullen vervallen. Er kan
altijd geknoeid worden.
Dhr v. d. Wart wil een onderzoek
naar de gevolgen der wet-Terpstra. (Dit
wordt toegezegd.) Spr. is vóór behoud
van aanbesteding.
Dhr Visscher zal noodgedwongen
stemmen vóór de derde klas der fonds
belasting, maar los van de toelichting
van den voorzitter.
Bedrijfsbegrootingen.
Gasbedrijf. Dhr v. Poelgeest
concludeert, dat bet gas 10 pet. duurder
in de gemeente wordt verkocht dan noo
dig is. Spr. wil het ammoniakwater naar
de Schelde laten loopen. Dat komt voor
deeliger uit.
De voorzitter zegt overweging toe.
De begrooting van het gasbedrijf wordt
z. b. st. vastgesteld.
Keuringsdienst van vee en
vleesch in bet slachthuis. Dhr
Van Poelgeest heeft geen bezwaar
tegen samenvoeging van beide diensten,
maar wil toch elk jaar nagaan of de
slachtrechten te boog zijn. Daar kan in
de boekhouding mee gerekend worden.
Dit wordt toegezegd.
Ook deze begrooting wordt z. b. st.
vastgesteld.
G a s b e d r ij f. Z. h. st. vastgesteld.
Keuringsdienst van Waren.
Z. b. st. aangenomen.
Ar t i k els g e w ij ze behande
ling der begrooting. Dhr v. d.
Wart wil de presentiegelden voor de
raadsleden van f 5 op f 4 brengen.
Dhr G r u c q doet aan die oomedie niet
mee.
Dhr Vermaire ook niet.
Dhr Hollestelle wil, dat de Raad
een voorbeeld zal geven.
Dhr Visscher ziet in bet presentie
geld geen loon.
Dhr de Roo protesteert tegen bet
woord comedie. Het voorstel-v. d. Wart
wordt verworpen met 5 tegen 8 stemmen,
(Tegen dhrn Goedbloed, Simons, v. d.
Does, Vermaire, Eckhardt, Visscher,
Grucq en v. Melle).
Dhr van Poelgeest vindt de ver
teringen voor leden van stembureaux te
hoog (f&7 per persoon).
Dhr Grucq begrijpt bet ook niet, ge
zien het geconsumeerde.
De secretaris zet uiteen, wat de
heeren op den stemdag verorberen en
verrooken. Besluiten worden niet geno
men.
Dhr Crucq wil een andere stand
plaats voor de woonwagens. Het is er nu
vaak een rommel. Er is niet eens een
W. G.
Weth. Goedbloed: Er wordt ernstig
naar een andere plaats gezocht, maar we
moeten bet ze ook niet te gemakkelijk
maken.
Dhr Hollestelle wil vermindering
ran den post kleeding en uitrusting voor
politiepersoneel, gezien de prijsdaling.
Deze post bedraagt nu f 2505.
De voorzitter zegt, dat B. en W.
reeds een onderzoek hebben ingesteld.
nauwelijks rekenschap gegeven, welk een
plaats Meliora in zijn leven had inge
nomen. Het was een verlichting voor hem,
toen Joan eindelijk bij hem kwam, om.
wat met hem te praten.
„We hebben wel aanleiding ons be
droefd. te voelen vanavond, beste", zeide
hij toen ze zich aan zijn voeten zette. „Ik
kan het nog maar steeds niet verwerken,
dat ze nu voorgoed van ons heengegaan
is, doch ik mis haar elk uur van den
dag. O Joan, hoe zullen we het ooit zon
der haar kunnen stellen!"
„Het is me nog niet duidelijk gewor
den, vader," antwoordde ze, opnieuw haar
tranen den vrijen loop latend. „O vader,
ik vrees dat ik wat opstandig hen van
avond. Maar het is zoo moeilijk met je
geheele hart te zeggen: „Uw wil geschie
de", zoo moeilijk in te zien dat zoo
werkelijk alles ten beste is geregeld".
„Voor haar zeker, Joan."
„Ja, dat weet ik, en voor ons ook, on
getwijfeld, want onze Vader beproeft ons
niet voor niets. En ik hoop ik geloof
dat Hij, Die zoo goed het menschelijk
leven kent, het ons niet ten kwade zal
duiden, als we tijdelijk gebukt gaan onder
den slag. En onwillekeurig moest ik den
ken aan wat er zeven jaar geleden op
dezen dag gebeurd is."
(Wordt vervolgd.)