DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal JOAN CARISBROKE Uit de Provincie VAN VRIJDAG SO DEC. 1932, Nr 77. FEU ILLETON brood en deeg van tarwebloem ®a tarwe meel. Qessssentgfaafe van Gees EERSTE KAMER. Wijziging van de L.O.-wet. De geheele linkerzijde tegen. De Eerste Kamer heeft gisteren voort gezet de behandeling van wijziging der lager On derwijs-wet 1920. De heer Smeeuge (Lib.) zegt, dat het zijn fractie niet mogelijk is, voor het wets ontwerp te stemmen. Spr. wil gaarne den Minister van Onderwijs steunen, maar op dit oogenblik valt het hem te moeilijk, hoe zeer hij het betreurt. De Min. van O n d e r w ij s, de heer T e r p s t r a, zegt dat is afgekeurd de voorgestelde wachtgeldregeling voor ge huwde onderwijzeressen-niet-kostwinsters. Reeds 8 jaar verkeeren deze echter in een ongemotiveerd voordeeliger positie dan soortgelijke ambtenaressen en leeraressen. Anders dringt men altijd op gelijkstelling van deze categorieën aan. Waarom keurt men het dan nu af? De voorgestelde be paling werkt niet terug, zoodat van een aantasting van verkregen rechten geen sprake kan zijn. Het voorstel inzake de 'leerlingenschaal is een bezuinigingsmaatregel en tegen eiken bezuinigingsmaatregel kan men een keur van bezwaren aanvoeren. De heer Ossen-dorp deed een beroep op de leerlingenschaal van de wet van 1878, maar die heeft nooit gewerkt. Wel blijkt er uit, hoe minister Kappeyne dacht, maar tevens blijkt, dat hij zich van de prac- tische uitvoerbaarheid niet had vergewist. Komt het wetsontwerp neer op een af schuiving van lasten van het rijk op de gemeenten? Spr. ontkent het met beslist heid. Niemand verplicht de gemeenten, boventallige onderwijzers te houden. Ge meenten stellen gehuwde onderwijzeressen tegenwoordig voor rekening van het rijk op wachtgeld zoodat geen verschuiving van lasten naar de gemeenten plaats vindt, maar andersom. Men zegt dat de voor 1929 gebouwde schoollokalen te klein zullen zijn voor het vergroote leerlingengetal. Maar de lokalen voor 1900 zijn alle veel grooter en wat de zevenmansscholen betreft, is het grootere aantal leerlingen, zooals spr. reeds zeide, drie per leerkracht, wat niet veel is. Daar bij zullen de inspecties zich soepel betoo- nen. Bovendien heeft de ongunstiger 48- sohaal gedurende vijf jaren gegolden, met de schoollokalen waarop men het oog heeft. Ten slotte kan in bijzondere geval len een vergoeding voor een extra leer kracht gegeven worden. Dat er bezwaren bestaan tegen dit wets ontwerp, ontkent spr. niet. Maar men moet de bezuiniging voor wat het onder wijs betreft, zoeken of in de salarissen of in de leerlingenschaal. Wie de bezuiniging elders wil zoeken doet als een blinde, die in oen donkere kamer zoeikt naar een zwarte kat, die daar niet is. Vroolijkheid.) Wij zijn, zegt spr., niet gekomen met een speciale salarisverlaging voor de on derwijzers, maar wel met een voorstel, waardoor zij wat harder zullen moeten werken. De Kamer keurt het wetsontwerp goed met 24'18 stemmen. Tegen links en de Kath. van IJsselmuiden. Verschillende wetsontwerpen. Aan de orde zijn daarna o.a. de volgen de punten Regeling van den invoer van: lo. kou sen en sokken; 2o. tapijten, tapijtgoed, karpetten, loopers, kleedjes en matten; 3o. naaigaren; 4o. tafel- en servetgoed, hand doeken en ander huishoudgoed, zoowel afgepast ais aan het stuk, beddelakens en sloopen. Regeling van den invoer van schoeisel en leestklaar schoenwerk. Regeling van den invoer van ongesmol- ten dierlijk vet. Regeling van den invoer van tarwe- door EMMA JANE WORBOLSE. Vrij naar het Engelsch. 92) o— Daarna werd er gebeden en het was, alsof er vrede en rust neerdaalden, op de kleine schare, die in ootmoedigheid daar- neer geknield lag. Toen allen na enkele minuten weder verrezen waren, en het dienstpersoneel het vertrek verlaten had, bemerkte Joan, dat Meliora nog steeds in dezelfde houding voorovergebogen zat, haar arm rustend op de stoelleuning, haar hand haar oogen beschuttend, zooals ze meestentijds placht te doen, nu de dok ter haar ontraden had te knielen. Joan sprong vooruit, plotseling door een vree- gelijk voorgevoel gedreven; één blik was voldoende. Een laatste vredige glimlach verlichtte het gelaat, dat overigens van een doodelijke bleekheid was overtogen een donkere schaduw, die slechts de dood op het menschelijk gelaat kan brengen. Temidden van haar dierbaarste vrien den, en met een gebed op haar lippen, was Meliora weggeroepen naar het oord, waar de dood niet meer zal zijn. Regeling van den invoer van metaal draadgloeilampen. Deze punten worden zonder debat en z.h.st. aangenomen. De Kamer 'gaat daarna tot 4 Januari a.a. met vacantia Oprichting N.V. Haven van Vlissltigeiw Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer ontleenen wij: Ten tijde, dat de regeering belangrijke bedragen aanvroeg voor de verbeterings- werken der Vlissingsche havens, was er voor haar nog geen aanleiding om zich uit te spreken omtrent den vorm van de exploitatie der havens. Deze stond toen tertijd voor haar ook nog allerminst vast; eerst na gezette overweging heeft de re geering een beslissing kunnen nemen. Omtrent den inbreng van de gemeente Vlissingen werden reeds uitvoerige mede- deelingen gedaan; op grond van hetgeen destijds is opgemerkt mag naar het oor deel van den Minister, zooals hij het thans in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer toelicht, veilig worden aan genomen, dat het bedrag van f 2.5 ton dat aan de gemeente is toegekend, wel overeenkomt met de waarde, die door de gemeente zal worden ingebracht, zoodat hier van goodwill niet kan worden ge sproken. Het kwam ook den minister bil lijk voor den canon aanvankelijk niet veel hooger te stellen dan hetgeen tot dusver door de gemeente is betaald. Geschiedde dat wel, dan zou immers moeten worden gevreesd, dat een sluitende exploitatie rekening in de eerste jaren moeilijk zou kunnen worden verkregen. De jaarlijksche netto-opbrengst der bin nenhaven, die, zooals in de Memorie van Toelichting is aangegeven, f 1213.000 bedroeg, is in 1931 teruggeloopen tot f 6688,24. Dit is een gevolg van enkele groothre uitgaven gedurende dat jaar. Door de voorgestelde regeling zal de ge meente Vlissingen dan ook niet een ver kapt subsidie ontvangen. De verschillen de deelnemers in de vennootschap hebben zich niet verbonden, om voor het geval dat nog meer geld in de havenwerken zal moeten worden gestoken, en bet Rijk daarin zal deelnemen, daarin hunnerzijds ponds pondsgewijze bij te dragen. Ven- wacht wordt, dat dit niet noodig zal zijn. De vergelijking met de haven van Delf zijl gaat niet op. Te Vlissingen is de zaak geheel anders. Doordat de haventerreinen bij de wet van 1 December 1913 aan de gemeente Vlissingen in erfpacht werden uitgegeven met recht op exploitatie, kon het zonder meer in exploitatie geven der havens niet in aanmerking komen. Daar enboven komen ten laste van het exploi- teerende lichaam de kosten voor de aan schaffing van alle werktuigen, gereed schappen en andere onroerende, zaken, noodig voor een aan billijke eischen vol doende uitrusting der havens en haven terreinen. Deze kosten zijn zeer belangrijk en de den de gemeente Vlissingen afzien van het op zich nemen van de exploitatie. Aangenomen kan worden, dat dit ook te bezwarend voor de provincie Zeeland zou zijn geweest. Zekere D, te N. en St. Joosland die dezer dagen door de politie werd aange houden, is na verboor wederom in vrij heid gesteld. Onderscheidingen. Bij Kon. besluit is toegekend de eere-medaille in brons, verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau, aan P. Kik, rijksveldwachter (brig.-tit.) te Kloetinge. Door verschillende controleurs be last met het toezicht op de naleving van de Grisis-zuivelwet, zijn in de laatste da gen in de omgeving van Hulst en Terneu- zen groote hoeveelheden boter in beslag genomen en werden processen verbaal op gemaakt. Door de Marechaussee te Breskens is aangehouden en ter beschikking van de Justitie te Middelburg gesteld, zekere G. C., 23 j., koopman te Breskens, vroeger te Serooskerke (W.), als verdacht van op lichting en verduistering. HOOFDSTUK Meliora's stoffelijk overschot werd ter ruste gelegd op Highgate Kerkhof. Het was een grijze dag met mist en sneeuw, alsof de wereld in overeenstemming wilde zijn met de harten der rouwenden, die aan de groeve stonden. Joan liet geen traan, toen ze de dierbaarste, die zij be zat, langzaam in de aarde zag dalen, doch zij gevoelde zich, alsof hier haar leven een einde nam en een nieuw leven begon. Zij, die haar vriendin, zuster en moeder geweest was, was nu heengegaan en thans stond zij alleen. Meliora had wel gelijk gehad, toen ze Joan zeide, te leeren zelfstandig te zijn, want nu was er niemand meer, die haar met raad en daad kon terzijde staan. Ze had haar vader nog, dat is waar, maar zijn ziekte toestand bracht hem er toe, alles aan anderen, over te laten. Een belangrijke beslissing was er nimmer van hem te verkrijgen. Ondanks de ommekeer, die er in zijn ziel had plaats gevonden, ont brak hem nog steeds de karaktervastheid, waardoor zijn leven verwoest was, en die juist een man, aan het hoofd van een groot gezin zoo van noode heeft. Zijn ziek te had hem bovendien in een staat van apathie gebracht, waaruit hij zich nim mer meer scheen te kunnen verheffen; hij bleef 'n wrak, lichamelijk en geestelijk. En Joan was zich dit alles zeer goed Gemeentebegrooting 1933. Algemeene beschouwin gen. De voorzifter doet mede- deeling van een ingekomen schrijven van de burgerwacht. Deze geeft den Raad in overweging het gemeentesubsidie tijdelijk te verlagen tot f 100. Dhr Grucq wil oudergewoonte wat zeggen over het gemeentebeleid, al is dat niet zoo gemakkelijk door de crisis-om standigheden, die ook in Goes gelden. Toch is er niet al te veel reden tot pes simisme. Goes was verwend. We hadden een rijk B. A. De belastin gen waren aan den lagen kant. Nu valt aan hooge belastingen niet te ontkomen en komt alles tegelijk. (Gasthuistekort.) Spr. schetst den achterstand in de ge zinnen der werkloozen en verblijdt zich over de a.s. werkverschaffing. Het spijt Spr. dat deze een half jaar heeft stop gestaan. Het blijft noodig nieuwe werkob- jeoten op te sporen. Spr. wijst op het rio- leeringsvraagetuk, waarvan reeds kaarten gemaakt zijn. De radio-distributie wordt ook door Spr behandeld. In sommige plaatsen verdient de gemeente er veel aan en is de be diening beter. Een monopolistisch bedrijf behoort aan de gemeenschap. Zoolang het geen gemeentebedrijf is, wil Spr. voor iedere aansluiting een bedragje in de gemeentekas doen storten. Spr. bepleit een ander systeem voor aanbesteding onderhoudswerk. Het tot nu toe gevolgde systeem verdient afkeu ring en leidt tot knoeien. Spr. behandelt ook de Gastbuiskwestie, die dit jaar tot een beslissing moet ko men. Spr laakt de houding van dbrn v. d. Wart en Goedbloed in de vorige verga dering. Laten B. en W. bier een krachtig beleid voeren en denken aan bet rijmpje: De heeren van Ter Goes zijn zoo zacht als appelmoes. Spr. vraagt verder of bet Rijk de 3 pot. korting op de salarissen der gemeente toepast voor Goes. Zoo niet, dan is de in gevoerde korting onnoodig. Dhr Simons onderschrijft niet den lof der fin. commissie aan bet adres van B. en W. Er zijn in de begroeting onbil lijkheden. Daar is b.v. de voorgestelde korting op de subsidie der bijz. bewaar scholen. Vorig jaar hadden deze bestu ren niet de f 35, maar slechts f 31 noodig. En nu gaan B. en W. de subsidie op f 30 per leerling brengen. Maar zij rekenen niet met de destijds opgelegde voorwaar de, o.a. verbouw R.K. Bewaarschool. De bestaanszekerheid dezer school wordt in gevaar gebracht. De correspondentie met de schoolbesturen is niet ter kennis van den Raad gebracht. Spr. stelt voor de subsidie aan de be waarscholen niet te verminderen Wat niet noodig is wordt niet gebruikt. Dat is wel gebleken. Spr. behandelt ook de Gasthuiskwestie. De Raad heeft hierin een principieele uit spraak gedaan. Maar nu gaan B. en W. onverplicht f20.000 op den post onvoor zien brengen. Dat is in strijd met die uit spraak. Ook Spr. bepleit een ander systeem bij aanbesteding. B.v. door aan de patroons om beurten bet onderhoud op te dragen Dhr v. d. Wart voorziet voor 1934 nog grootere zorgen dan voor 1933, al heeft dr v. Aalst gezegd dat we het diepte punt gehad hebben. De voorz.: Geldt dat niet voor Indië? (Gelach.) Dhr v. d. W a r t vraagt aan B. en W. of de wet-Terpstra ook invloed zal heb ben op de scholen alhier. Moeten er nog lokalen vergroot worden? Ook Spr. wil iets vernemen van de cor respondentie met de bijz. bewaarscholen. Ook Spr. gelooft, dat we dit jaar de GasthuisKwestie zullen moeten oplossen. Daarom is het goed, dat B. en W. daarmee gerekend hebben. Dhr Visscher meent ook, dat het met den financieelen toestand van Goes nog wel gaan zal. Met de critiek van Spr is rekening gehouden. Spr. wenscht aan den post onvoorzien niet de beteekenis te geven, zooals dhr Simons deed. B. en W. willen thans vooruit zien. Hadden ze dit eerder gedaan, dan was do belastingverhooging meer geleidelijk ge gaan. bewust zij wist, dat zij van nu af het hoofd van de familie was. Dien avond begaf ze zich n Meliora's kamer om eens rustig haar toestand te overdenken. Meliora's laatste wil was reeds gelezen, ze had aan Joan nagelaten hetgeen overbleef van wat naar recht en billijkheid haar naaste verwanten toe kwam. Het was slechts een kleine som, want Meliora had nog dikwijls in de moei lijke jaren, die de familie Carisbroke had doorgemaakt, stilzwijgend haar fondsen aangesproken. Joan was er haar vriendin dankbaar voor; niet alleen omdat het materiëel haar zorgen eenigermate ver lichtte, maar ook omdat het haar een bewijs te meer was van Meliora's harte lijke liefde en toewijding jegens haar. Ze zette zich in den zetel, die Meliora ge woonlijk gebruikte, toen ze nog niet bed legerig was. Tegenover haar bevond zich de nu ledige sponde, waarop de zieke nog zooveel bezige uren had doorgebracht. Daar lagen nog haar geliefkoosde boeken, haar schrijfmateriaal en haar werkmand je; Joan kon zich moeilijk voorstellen, dat zij nimmer, nimmer meer deze kamer zou betreden, om haar vriendin om raad te vragen, als er moeilijkheden waren. „Het geeft niets", zeide ze tot zichzelf, „ik kan ik mag me niet over geven aan mijn verdriet. Ik zal al mijn krach ten moeten inspannen om haar zoo goed mogelijk te vervangen en ik zou me &1 Spr. vindt hat niet soo erg, dat zij, die een redelijk inkomen of bezit hebben meebetalen aan de werkloozenzorg. Gpr. is voor verhooging der personeele belasting en voor invoering straatbelas ting. Wel zou Spr. graag weten, wat de in voering van 100 opcenten op de fondsbe lasting zou opleveren. Spr. eindigt zijn betoog met critiek op het kapitalistisch stelsel en met een aan prijzing van de socialistische maat schappij. Dhr v. Poelgeest heeft geen behoef te om algemeene beschouwingen te hou den. Weth. Goedbloed zal niet treden in diepe economische beschouwingen. In Rusland voelt men de crisis nog erger dan bier. In ons land doet men heel wat meer voor de minder bedeelden.- Spr. ontkent, dat zijn positie tegenover het Gasthuis is gewijzigd. Spr. gaat nog altijd accoord met het rapport der Vereen, van Ned. Gemeenten. Een andere vraag is de utiliteitsvraag. Die komt straks aan de orde. De v o o r z. meent ook, dat de gemeente tegenover bet Gasthuis niet afwijzend kan staan. Dat de werkverschaffing niet eerder kon beginnen, is niet de schuld van B. en W. Zij betreuren het ten zeerste en zijn nu vast maar op hoop 'van zegen begonnen. Morgen kunnen 25 menschen aan 1. et werk, volgende week wellicht meer. Het rioleeringswerk is nog niet zoover dat het kan worden aangevat. Het moet bovendien in.- den zomer worden uitge voerd. De concessie voor radio-distributie iB verleden jaar met 5 jaar verlengd. Het doen betalen voor overspannen der straat met draden zullen B. en W. overwegen. Het systeem voor aanbesteding is een moeilijke kwestie. De gunning beeft dit maal nog niet plaats gehad. Ook de pro vincie besteedt het onderhoudswerk aan. Over de korting van het Rijk voor de salarissen is in Zeeland nog geen bericht ontvangen. De subsidievermindering voor de bijz. bewaarscholen is ook voor B. en W. pijn lijk. De Chr. bewaarschool kon bet dit jaar met f 30 per leerling stellen. De cor respondentie hierover zal ter inzage voor de leden liggen. De gevolgen van de wet-Terpstra zijn door B. en W. nog niet onder het oog ge zien. Het zou de vraag zijn of de Kroon zou goedvinden, dat hier 100 opcenten op de fondsbelasting werden geheven. Dan moe ten andere belastingen tot het maximum zijn gebracht. B. en W. voelen meer voor invoering derde klas. Het is ook van pae- dagogisch belang, dat de kleine inkomens meebetalen. Weth. Goedbl oed zou het ideaal vinden, als het onderhoudswerk om beur ten werd gegund aan aannemers. Maar onder het tegenwoordig stelsel is toch ieder vrij, waarvoor hij inschrijft. B. en W. moeten het gemeentebelang in het oog houden. Spr. vindt aanbesteding nog het eerlijkste. Spr. ziet van gemeentelijke radio-distri butie voor een kleine plaats Weinig komen. Spr. merkt op, dat door de subsidiever mindering aan de bijz. bewaarscholen f 1600 wordt bezuinigd. Dhr Simons: in werkelijkheid maar f 800, omdat verleden jaar niet alles is uitbetaald. Weth. Goedbloed. B. en W. zijn be reid, als het werkelijk noodig is, eenige verbooging van subsidie toe te staan. De subsidievermindering is ook een paedago- gische maatregel. Spr. is buitengewoon getroffen door de lof van de fin. commissie, maar Spr. meent, dat B. en W. dien lof niet verdie nen. Zij hebben het niet anders gedaan dan vorige jaren. Het verschil zit in de waardeeringskunde bij de fin. commissie. Dhr Van Poelgeest zegt, dat B. en W. nu wèl anders dan vroeger gehan deld hebben. Vroeger hebben zij nooit vooruitgekeken, maar altijd de meevallers opgesoupeerd. Weth. Goedbloed antwoordt, dat B. en W. steeds waren voor matige reser ves, maar niet tot in het onzinnige. De belastingen zouden niet verhoogd moe ten worden, als we niet zaten met 't tekort van het B. A., en eventueel met de gast een heel slecht leerling van haar toonen als ik nu terugdeinsde voor de plichten, die me wachten. Ik zal nu voornamelijk alleen moeten werken, daar is niets aan te verhelpen; maar ik moet dankbaar zijn, dat vader tenminste nog in staat is iets te doen, dat ik met Brenda zooveel beter kan opschieten dan vroeger en dat ik Ru by nog heb om te verzorgen en lief te hebben. En God is wel goed geweest om me mijn vriendin zoo lang te laten. De Heere heeft gegeven, de Heere heeft ge nomen, de naam des Heeren zij geloofd. Hij kan en Hij zal me de kracht en den steun geven, die ik zoo bitter noodig heb. Ik zal niet werkelijk alleen zijn, want Hij zal met me zijn nu meer dan ooit, vertrouw ik." Den volgenden dag was Ruby's verjaar dag, en Joan trachtte een opgewekt ge laat te toonen, terwille van het kind; het kostte haar echter heel wat, voor een oogenblik te vergeten, welk een ver lies ze geleden had. Eerst toen de jarige goed en wel te bed lag, kon ze zich overgeven aan den stroom van aandoe ningen, die haar overmeesterden. Op het gebruikelijk uur begaf ze zich naar de kamer van haar vader, de sporen van tranen nog op het gelaat. Ook hij was diep bedroefd; de laatste dag van het jaar schonk hem altijd bittere gedachten, en nu was er aanleiding voor dubbel leed. Totdat de slag viel, had hij zich huiskwestie. Er ontstaat nu een vinnige gedachten- wisseling tusschen wethouder Goedbloed en den heer Van Poelgeest. De laatste zegt o.a., dat B. en W. vo rig jaar toch ook van Ged. Staten de kous op den kop hebben gekregen. Weth. Goedbloed: Allerminst. U gebruikt niets anders dan groote woor den. Dhr Van Poelgeest: Ik heb niet gezegd, dat de begrootingkunde van B. en W. nu volmaakt is, maar alleen op hooger peil dan vroeger staat. Weth. Goedbloed: het verschil zit in de waardeeringskunde van de financi- eele commissie. De voorzitter wil hierover do dis cussies sluiten. Dhr Visscher komt er tegen op, dat weth. Goedbloed één lid der fin. commis sie aanvalt. De commissie is homogeen. Weth. Goedbloed ontkent één lid persoonlijk genoemd of bedoeld te heb ben. Hij sprak over de commissie in haar geheel. Dhr C r u c q komt nog eens terug op de aanbestedingskwestie. Weth. Goedbloed ziet nog niet in, dat de bezwaren van nu bij regeling vol gens toerbeurt zullen vervallen. Er kan altijd geknoeid worden. Dhr v. d. Wart wil een onderzoek naar de gevolgen der wet-Terpstra. (Dit wordt toegezegd.) Spr. is vóór behoud van aanbesteding. Dhr Visscher zal noodgedwongen stemmen vóór de derde klas der fonds belasting, maar los van de toelichting van den voorzitter. Bedrijfsbegrootingen. Gasbedrijf. Dhr v. Poelgeest concludeert, dat bet gas 10 pet. duurder in de gemeente wordt verkocht dan noo dig is. Spr. wil het ammoniakwater naar de Schelde laten loopen. Dat komt voor deeliger uit. De voorzitter zegt overweging toe. De begrooting van het gasbedrijf wordt z. b. st. vastgesteld. Keuringsdienst van vee en vleesch in bet slachthuis. Dhr Van Poelgeest heeft geen bezwaar tegen samenvoeging van beide diensten, maar wil toch elk jaar nagaan of de slachtrechten te boog zijn. Daar kan in de boekhouding mee gerekend worden. Dit wordt toegezegd. Ook deze begrooting wordt z. b. st. vastgesteld. G a s b e d r ij f. Z. h. st. vastgesteld. Keuringsdienst van Waren. Z. b. st. aangenomen. Ar t i k els g e w ij ze behande ling der begrooting. Dhr v. d. Wart wil de presentiegelden voor de raadsleden van f 5 op f 4 brengen. Dhr G r u c q doet aan die oomedie niet mee. Dhr Vermaire ook niet. Dhr Hollestelle wil, dat de Raad een voorbeeld zal geven. Dhr Visscher ziet in bet presentie geld geen loon. Dhr de Roo protesteert tegen bet woord comedie. Het voorstel-v. d. Wart wordt verworpen met 5 tegen 8 stemmen, (Tegen dhrn Goedbloed, Simons, v. d. Does, Vermaire, Eckhardt, Visscher, Grucq en v. Melle). Dhr van Poelgeest vindt de ver teringen voor leden van stembureaux te hoog (f&7 per persoon). Dhr Grucq begrijpt bet ook niet, ge zien het geconsumeerde. De secretaris zet uiteen, wat de heeren op den stemdag verorberen en verrooken. Besluiten worden niet geno men. Dhr Crucq wil een andere stand plaats voor de woonwagens. Het is er nu vaak een rommel. Er is niet eens een W. G. Weth. Goedbloed: Er wordt ernstig naar een andere plaats gezocht, maar we moeten bet ze ook niet te gemakkelijk maken. Dhr Hollestelle wil vermindering ran den post kleeding en uitrusting voor politiepersoneel, gezien de prijsdaling. Deze post bedraagt nu f 2505. De voorzitter zegt, dat B. en W. reeds een onderzoek hebben ingesteld. nauwelijks rekenschap gegeven, welk een plaats Meliora in zijn leven had inge nomen. Het was een verlichting voor hem, toen Joan eindelijk bij hem kwam, om. wat met hem te praten. „We hebben wel aanleiding ons be droefd. te voelen vanavond, beste", zeide hij toen ze zich aan zijn voeten zette. „Ik kan het nog maar steeds niet verwerken, dat ze nu voorgoed van ons heengegaan is, doch ik mis haar elk uur van den dag. O Joan, hoe zullen we het ooit zon der haar kunnen stellen!" „Het is me nog niet duidelijk gewor den, vader," antwoordde ze, opnieuw haar tranen den vrijen loop latend. „O vader, ik vrees dat ik wat opstandig hen van avond. Maar het is zoo moeilijk met je geheele hart te zeggen: „Uw wil geschie de", zoo moeilijk in te zien dat zoo werkelijk alles ten beste is geregeld". „Voor haar zeker, Joan." „Ja, dat weet ik, en voor ons ook, on getwijfeld, want onze Vader beproeft ons niet voor niets. En ik hoop ik geloof dat Hij, Die zoo goed het menschelijk leven kent, het ons niet ten kwade zal duiden, als we tijdelijk gebukt gaan onder den slag. En onwillekeurig moest ik den ken aan wat er zeven jaar geleden op dezen dag gebeurd is." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1932 | | pagina 5